Ademen onder water

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
Plaats reactie
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

Ik heb opeens een enorme fantasie vandaag. Dus daar gaan we wat mee doen. En ja, het is weer eens een raar proloog. :huh
Ook de rest van het verhaal (dit stukje tenminste) is ook een beetje raar geschreven. Het is een beetje een experiment, dus het kan goed zijn dat ik het later weer verander.

EDIT: Ik heb het verhaal af gemaakt en heb een aantal dingen veranderd. Dus het is slim om het vanaf het begin af aan nog een keer te lezen.

PROLOOG


Gespetter van water.
Druppels die op de grond vallen.
Natte voetstappen op stenen.
Een spoor van druppels en natte voetstappen in het licht van de ondergaande zon.
De zee klotst tegen de kade aan.
Een sirene gilt in de verte.
Een boot nadert de kust.
Geroep.
Mensen die aan komen rennen.
Een tweede spoor wordt ontdekt.
Het loopt over het eerste spoor heen.
Het is rood.
Het glinstert in de laatste zonnestralen.
Er wordt naar het natte personage gekeken.
Het personage zakt in.
Rennende voetstappen.
Een lichaam dat hard op de stenen terecht komt.
Zwart.
DE PROFESSOR
Ik heb altijd al willen ademen onder water. Vroeger heb ik het een keer geprobeerd. Tijdens de zwemles dook ik onder water en probeerde adem te halen. Het resultaat was dat ik hoestend en proestend boven water kwam. Ik heb het nooit meer gedaan maar het verlangen bleef. Ik wilde onder water kunnen ademhalen. En nu, jaren later, kan ik het.

Ik was een gewone burger toen er een wetenschapper voor de deur stond. Hij had mijn verhaal op het internet gelezen. Het verhaal over het ademen onder water. Hij vroeg me of ik het echt wilde. En natuurlijk zei ik ja. Het was nog steeds mijn droom. Ik vroeg hem waarom hij dat wilde weten. Mijn droom zou immers toch nooit uitkomen. Zijn reactie was niet wat ik verwacht had. Hij zei dat het kon. Dat het echt kon en of ik onder water wilde kunnen ademhalen.
Ik vroeg hem om binnen te komen. Achter mij aan liep hij naar de zitkamer. Daar, zittend op een stoel, begon hij zijn verhaal.
Hij was een wetenschapper die gespecialiseerd was in het zeeleven. Hij beweerde dat hij ontdekt had hoe een mens onder water zou kunnen ademhalen. En of ik zijn proefpersoon wilde zijn. Hij vertelde verder. Waarschijnlijk over de risico’s, maar ik luisterde niet meer. Mijn fantasie was op hol geslagen. Net als mijn enthousiasme. Ik pakte de man bij zijn schouders, zijn verhaal onderbrekend, en keek hem recht in de ogen aan. Ik zei de zin die mijn leven zou veranderen:
“Als u er voor kunt zorgen dat ik onder water kan ademhalen, dan wil ik maar al te graag uw proefpersoon zijn.”
Laatst gewijzigd door Ramam op 27 feb 2012 15:54, 2 keer totaal gewijzigd.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Ik vond je proloog echt super aantrekkelijk, echt mijn stijl :D jeeeh!
Dus ben ook gelijk verder gaan lezen ;p, ik hoop dat het een lekker spannend verhaal wordt, maar dat kan ik zo nog niet weten xD

Ik hou wel van een beetje duistere verhalen xD, ook al weet ik natuurlijk niet of dit dat is.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Je proloog is net zoals in je andere verhaal spannend en bijzonder ^_^ I like! :D

En je eerste hoofdstuk, ik wil gráág verder lezen! Ik vind het onderwerp erg orgineel en ben erg benieuwd hoe het verder gaat.

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Amarious
Balpen
Balpen
Berichten: 105
Lid geworden op: 01 mei 2011 16:16
Locatie: Berkel en Rodenrijs.

Ik vraag me echt af wat er in de volgende hoofdstukken gaat staan, persoonlijk hoop ik op een leuk onderwater verhaal. Verder ben ik bang dat de proloog wel een de waarheid kan gaan worden voor de hoofdpersoon.
Maar het kan natuurlijk ook dat dit niet zo is en dat dit verhaal heel ergens anders heen gaat natuurlijk :D.

Het verhaal heeft me in ieder geval weten te boeien, dus ik hoop dat je snel nog een paar hoofdstukken eraan plakt.

Keep it up :super
Love the life you live so you can live the life you love.
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

Leuk dat er nu al zo veel reacties zijn! :D
Ik ga maar eens gauw verder schrijven dan. Ik heb net mijn mascotte-pluto uit de appie gehaald, dus het moet gewoon helemaal lukken nu! :D
Gebruikersavatar
Carpe Diem
Vulpen
Vulpen
Berichten: 349
Lid geworden op: 22 dec 2008 18:54

OOOOH. @.@
Dit vind ik interessant. Echt heel interessant.
...
Yep, ik word een vaste volger. Je andere verhaal is trouwens ook al zo leuk, dus die ga ik ook volgen. En ik zal je zeggen: ik volg niet snel mensen (komt meestal omdat ik een verhaal verder lees als ik het eerste stukje echt SUPER LEUK vind en niet altijd is het eerste stuk van een verhaal gelijk super leuk, voor mij, natuurlijk)

Maar echt, schrijf snel verder! =D
The Mad Hatter:
"Have I gone mad?"

Alice:
"I'm afraid so, you're entirely bonkers.
But I'll tell you a secret. All the best people are."
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

Ik had eigenlijk helemaal niet verwacht dat dit verhaal in de smaak zou vallen, maar we gaan gewoon verder en kijken wat het wordt. :D

De volgende morgen stond de wetenschapper weer voor de deur. We hadden de vorige dag afgesproken dat hij mij zou ophalen en het laboratorium zou laten zien. Dus daar stond hij dan. Hij net zo blij als ik.
Gespannen van de zenuwen deed ik mijn jas aan en liep met hem mee naar zijn auto. De auto was niet groot en oud, maar hij zat wel lekker. Na een half uurtje rijden kwamen we aan bij een groot, wit en zwaar bewaakt gebouw. De auto stopte voor het hek en een bewaker die niet de moeite deed om zijn wapen te verbergen, kwam naar de auto toe. De professor draaide ondertussen al het raampje naar beneden en stak een ID kaart naar buiten. De bewaker keek ernaar en knikte goedkeurend. Daarna keek hij naar mij en vroeg wie ik was terwijl hij ondertussen de kaart weer terug gaf. De professor antwoordde met een brede glimlach op zijn gezicht dat ik zijn proefpersoon was waar hij al lang naar op zoek was. De bewaker knikte en liep naar het controlehuisje toe. Hij deed de poort open en we reden er stapvoets door.
De professor parkeerde zijn auto op de parkeerplaats recht voor de deur. We stapten uit en liepen naar de voordeur toe. Ook daar weer werd naar zijn ID kaart gevraagd en wie ik wel niet was. Ook in het gebouw moest de professor zich verschillende keren identificeren en verklaren wie ik was.
Uiteindelijk kwamen we in een keurig opgeruimd laboratorium waar een paar mannen en vrouwen aan het kletsen en koffie drinken waren. Iemand keek op en keek de professor aan. Ik zag zijn blik van de professors glimlach naar mij glijden en uiteindelijk vroeg hij wie ik was. Het antwoord van de professor deed de gesprekken stilvallen en de man die de vraag stelde verslikte zich in zijn net genomen slok koffie.
Hij kuchte een paar keer en vroeg of de professor nog een keer wilde herhalen wat hij net zei. De glimlach op het gezicht van de professor werd nog groter en hij zei dat ik zijn proefpersoon was en dat hij mij eindelijk had gevonden.
Iedereen in de ruimte keek ons aan en toen veranderde de sfeer van saai naar uitbundige vrolijkheid. Er werd geroepen dat ze eindelijk hun experiment konden afmaken.

Ik weet niet meer zeker wat er daarna is gebeurd, maar volgens mij werd ik meegesleurd in hun vrolijkheid en ben ik op het feest dat ze spontaan creëerden dronken geworden… Ik kan in ieder geval niets anders bedenken waarom ik in een laboratorium vol met slapende mensen met witte jassen aan en drankflessen wakker werd.
Laatst gewijzigd door Ramam op 27 feb 2012 15:53, 1 keer totaal gewijzigd.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Hey Sammy :D ik lees nog steeds mee, nano zit er weerop en ik heb zaakjes geregeld voor mijn reis dus weer tijd :D jeeeeeh!!!

In dit stukje mistte ik een beetje de emotie van de HP, hoe zij alles vind, dat maakt het wat vlak om te lezen. Ik zou dat laatste stukje ook wel wat uitgebreider willen zien, het lijkt me erg leuk om te lezen, maar nu is het wat saai.

ik blijf wel volgen :P hehe, heb het idee ddat er wel meer gebeurd is ergens xD
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
Amarious
Balpen
Balpen
Berichten: 105
Lid geworden op: 01 mei 2011 16:16
Locatie: Berkel en Rodenrijs.

Heya, je hebt een nieuw stukje gepost!

Ohhh wat zal er gebeurd zijn, ik vraag het me gewoon zo erg af. Hebben ze het op een zuipen gezet of er dan toch iets anders gebeurd... Ik gok op het tweede maar dat kan ook gewoon mijn verbeelding zijn :P
God, ik wil het weten. Schrijf snel verder en post nog meer. Me wantz it :D .
So keep it up :super !
Love the life you live so you can live the life you love.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

De beveiligings sfeer heb je echt goed omschreven :D Ik zie overal van die controlerende figuren staan, haha.
Ik vraag me af wat er tijdens dat feestje is gebeurt en hoe het experiment zal aflopen ^_^

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Hoi,

Net alles gelezen en vind het een geweldig verhaal, snel geschreven, spannend, een aantal opengelaten dingen die het echt spannend maken: Wat zei die proffessor na het stuk dat onderwater ademen kon?
Waarom was iedereen zo verbaasd dat hij een proefpersoon heeft gevonden?
Waarom is het zo beveiligd?
Wat is er gebeurd?
etc.
Ik ga zeker een vaste volger worden, schrijf alsjeblieft snel verder.
Blijf zo doorgaan!
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

HET EXPERIMENT


In de week daarna werd ik klaargestoomd voor het eerste experiment. Bijna dagelijks onderging ik onderzoeken om te kijken of alles goed was. Na die ene week was het dan zover. Het allereerste experiment zou worden uitgevoerd. Het bestond uit verschillende injecties in verschillende delen van het lichaam. Het was pijnlijk en duurde lang. Ik had het ook niet zo op injecties, maar het was om mijn droom waar te maken.
Ik meen dat ik wel een uur op die stoel heb gezeten. Uiteindelijk begon ik een hekel aan die stoel te ontwikkelen. Ik was ook erg blij toen de professor zei dat hij klaar was en ik van die ellendige stoel af mocht.
Ik had echter wel ondersteuning nodig want ik was een beetje lek geprikt en dat deed zeer. Een van de onderzoekers in het team van de professor bracht me naar een kamer waar een uitnodigend bed stond. De onderzoeker hielp me om in het bed te komen en voordat ik het wist was ik in dromenland.
Ik had een droom. Het was heel plezierig. Ik kan me alleen niet meer herinneren waar het over ging. Ik vond het jammer. Ik werd wakker met een aangenaam gevoel en dat gevoel had ik nog wel een keer willen voelen.
Ik heb een paar dagen plat gelegen met af en toe een raar gevoel in mijn lichaam. Het deed geen pijn, maar het irriteerde af en toe wel. De professor stelde me gerust door te zeggen dat het een goed teken was. Volgens hem betekende het dat de injecties hun werk deden.
Na die paar dagen was het tijd om te trainen. Want deze injecties waren niet hetzelfde zoals je ze ziet in stripboeken. Het was niet zo dat als ik simpelweg mijn hoofd in een bak met water deed dat er kieuwen zouden komen. Nee. Ik zou ze moeten trainen. En die training begon toevallig wel met een bak water waar ik mijn hoofd in moest steken. Ik moest me concentreren en de kieuwen ‘voelen’. Oftewel, proberen ze te vinden in mijn lichaam en ze proberen te laten werken. Het was hetzelfde principe als je vingers bewegen en ademhalen. Iets dat je vrijwel vanzelf doet. Uiteindelijk zou ik mijn kieuwen ook als vanzelf kunnen controleren.
De eerste keer lukte het me niet. Zoals verwacht was. Maar na een paar keer meende ik toch iets in mijn lichaam te voelen wat ik bijna kon bewegen. Het was net alsof een deel van mijn lichaam verlamt was geweest en ik er langzaam weer controle over kreeg. Jammer genoeg kwam ik in de dagen erna niet veel verder dan dat.
In een pauze tussen de trainingen door zat ik met de professor koffie te drinken en ik vroeg hem of het wel zou lukken. Hij zei dat we het niet zouden weten zonder het te proberen. Dus spraken we af dat we verder zouden gaan en goed ons best zouden doen om onze dromen waar te maken.
Het duurde echter nog een tijdje voordat ik echt in staat was ze goed te voelen en enigszins iets dat op kieuwen leek te laten verschijnen.
Voor de professor en zijn team was het echter al enorme vooruitgang. Het was dan ook iets wat nog geen mens was gelukt. Hoewel het nog niet perfect was, zou het wereldnieuws zijn. Het was dan ook geen wonder dat er op een dag de pers voor de deur stond. De professor liet ze niet toe want hij wilde het experiment pas laten zien als het helemaal gelukt was. Dus gingen we door met trainen.
Uiteindelijk lukte het om mijn kieuwen te voorschijn te laten komen. Ze zaten half op mijn kaak en half in mijn hals. Voor de eerste keer voelde ik water door mijn kieuwen stromen. Het voelde heel erg raar. Mijn hersenen zeiden dat er iets niet klopte, maar mijn lichaam verwelkomde het water en filterde de zuurstof er uit. Na een paar ademteugen begonnen ook mijn hersenen te accepteren dat er water in mijn lichaam kon.
Met een blij gezicht kwam ik uit de bak met water en zag toen ook de blije gezichten van het team van de professor. De professor zelf was zo blij dat hij mij een knuffel gaf. Zijn experiment was gelukt. Hij had iets gedaan wat niemand anders ooit was gelukt.
Maar ik voelde nog iets wakker worden ik mijn lichaam. Iets waar ik ook controle over leek te krijgen. Ik vertelde het aan de professor en die keek even bezorgd. Dat was niet het idee. Maar hij bekeek het van de zonnige kant. Misschien zou het iets zijn dat wel gunstig zou kunnen uitpakken voor iedereen. Dus besloten we om de verder te gaan trainen. Nu echter in een grote bak met water waar ik helemaal in kon. Daar deed ik hetzelfde als wat ik met mijn kieuwen had gedaan en na een tijdje wist ik wat het was. Het waren zwemvliezen. Mijn vingers en tenen werden langer en een dun laagje huid dat haast doorzichtig was spande zich ertussen.
Binnen de kortste keren zwom ik met een hoge snelheid door een zwembad heen. Uren en uren kon ik me vermaken door simpelweg rond te zwemmen en te kijken hoe snel ik kon en hoe lang ik onder water kon blijven.
Op een dag kwam ook de pers kijken. De professor had besloten dat het experiment stabiel en voltooid was en dus was het tijd om de pers te laten komen. Binnen de kortste keren stond er een massa van mensen met camera’s en microfoons rond een grote glazen bak met water. Ik zou er zo meteen in zou duiken en de pers laten zien wat ik wel niet kon.
Ik was zenuwachtig, maar zodra ik het water rond mijn lichaam voelde was ik weer helemaal op mijn gemak. Ik zwom een paar rondjes en de pers was ondertussen druk aan het filmen en praten. Ik geloof dat het een live uitzending was die een record aantal kijkers had. Als ik me op straat waagde waren en altijd wel een paar mensen die me herkende en een handtekening of een foto wilden hebben. Blijkbaar veranderde mijn uiterlijk niet zo veel als ik mijn kieuwen en zwemvliezen had. Ik voelde me niet zo fijn met al die aandacht en deed dan ook mijn best om niet herkend te worden.
Ik was ook blij om te horen dat de professor me mee wilde nemen naar de zee om te kijken hoe ik het deed in zout water. De zee was ver weg en we gingen naar een afgelegen stukje, dus er zou niemand zijn om mij te herkennen. En eindelijk ging ik weer eens een keer naar de zee.
Laatst gewijzigd door Ramam op 27 feb 2012 15:54, 2 keer totaal gewijzigd.
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Hee! Ik vind het een heel interessant onderwerp, alleen gebeurt er heel veel in één stukje. Het kan natuurlijk dat dat je bedoeling is en dat dit slechts het begin is van het verhaal dat je in gedachten hebt, in dat geval heb ik niets gezegd ;) Verder heb ik geen spellingfouten ontdekt en vind ik dat het makkelijk wegleest met de alinea's die je maakt. Schrijf snel verder!
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Fijn dat je hier ook een langer stuk hebt geschreven :D Het leest echt een stuk fijner!

Het stuk dat je omschrijft dat je hoofdpersonage aan een hekel krijgt aan de stoel en naaldjes heb je goed omschreven. Het oefenen met de kieuwen, vind ik leuk beschreven. Zou je zelf ook kieuwen willen hebben?

Een paar feedback puntjes:
Sammylover schreef:Voor de eerste keer voelde in water door mijn kieuwen stromen.
Ik denk dat je hier 'ik' bedoelt in plaats van 'in'
Sammylover schreef: Nu echter ik een grote bak met water waar ik in mijn geheel inpaste.
Deze zin klopt niet helemaal. Ik denk dat je iets bedoelt als 'Nu kreeg ik echter een grote bak...'
Sammylover schreef:laten zien wat ik wel niet kon.
Je hebt 2x bijna hetzelfde zinnetje in korte tijd gebruikt, ik zou een van de twee anders omschrijven, dat leest namelijk wat fijner ;)
Sammylover schreef:Als ik me ook op straat waagde waren en altijd wel een paar mensen die me herkende en een handtekening of een foto wilden hebben.
Is de hoofdpersoon dan al op straat geweest met de kieuwen? Misschien kun je dat dan wat meer in detail beschrijven ;) De reactie van andere mensen op dit experiment, die het er misschien niet mee eens zijn, kan wat extra spanning in het verhaal brengen.

Ik hoop dat je iets aan mijn feedback hebt :)
Ga zo door!

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

Voor degene die het niet hebben gezien in de eerste post: ik heb het verhaal veranderd, dus je wilt misschien weer vooraan beginnen met lezen.

DE ZEE


De reis duurde lang en ik kreeg tijdens het rijden de neiging om over te geven. Bleek dat ik last had van wagenziekte. We waren vroeg in de ochtend vertrokken toen het nog donker was en we kwamen aan op het strand toen de zon al even aan de hemel stond. Zo snel als ik kon wurmde ik me uit de wagen en ademde de zoute zeelucht in. De lucht bracht oude herinneringen terug van toen ik nog een klein kereltje was. Toen gingen we bijna elke zomerdag naar het strand. We woonden er toen ook dichtbij. Aan het einde van een zomerdag zag je een groot zandkasteel dat die nacht door de golven mee zou worden genomen naar de zee. De volgende dag begonnen we weer opnieuw. En de dag daarna weer een keer en zo gingen we maar door totdat de zomer afgelopen was.
Terugdenkend aan die leuke herinneringen kreeg ik de neiging om een zandkasteel te bouwen. Maar de professor hield me van dat idee af. Hij wees me er op dat ik ook even moest gaan helpen met het opbouwen van de tent en het neerzetten van parasols. Want hoewel we hier waren om een onderzoek te doen, was dit ook een soort vakantiedag voor iedereen. Aan het einde van de dag zouden we gaan barbecueën en naar de zonsondergang kijken. Het beloofde een mooie dag te worden.
Zodra alles op zijn plek was gezet, kwam er net een auto met een aanhanger aanrijden. Op de aanhanger lag een niet al te kleine, maar ook een niet al te grote boot. Die zouden we gebruiken om een stukje de zee op te varen, zodat we in iets dieper water konden duiken.
Hoewel ik in de auto en tijdens het opbouwen niet zenuwachtig was, werd ik bij het aanzien van de boot dat toch wel even. Zou het wel goed gaan? Zou ik in zout water adem kunnen halen? Die vragen zou ik zo gaan beantwoorden.
Omdat het zeewater toch nog wel vrij koud was, kreeg ik een soort pakje aan dat duikers ook gebruiken. Eigenlijk was het niet veel meer dan een lange broek en een T-shirt lange mouw aan elkaar. Eerst voelde het een beetje raar aan, maar er werd mij gezegd dat het in het water lekker warm zat. Dus hield ik het maar aan.
De boot werd te water gelaten terwijl ik aan het worstelen was met het duikpak. Toen ik het eindelijk aan had, waren we klaar om te gaan. Ik liep naar de boot toe en voelde het koude water tussen mijn tenen. Het was inderdaad koud en snel klom ik op de boot. Ik vroeg me af of het pak me wel warm zou houden.
We gingen op weg en de boot werd op en neer geschud door de golven. Ik kreeg weer eens de neiging om over te geven. Hoewel het hier minder erg was dan in de auto, deed ik het toch maar niet. Na een tijdje stopte de boot, maar het bleef op en neer gaan door de golven. Het anker werd uitgegooid en we maakten ons klaar voor de duik. De professor begon me uit te leggen wat ik moest doen als het niet zou lukken, maar ik stelde hem gerust dat ik echt wel kon zwemmen en ik niet zo dom was om onder water te blijven als ik geen adem kreeg. Om eerlijk te zijn wilde ik zo snel mogelijk het water in, want hoe langer ik op de boot bleef, hoe misselijker ik werd.
Eindelijk mocht ik dan het water in en blij sprong ik erin. Vrijwel meteen kwam ik weer boven en liet de mensen op de boot met een uitroep weten dat het koud was. De golven maakten het moeilijk om boven water te blijven, dus besloot ik maar om mijn zwemvliezen uit te testen. Die werkte in ieder geval zoals ze hoorden te werken. Ik besloot om helemaal onder water te gaan. Ik wilde de zeebodem wel eens zien met mijn eigen ogen. Ik dook onder, liet mijn kieuwen verschijnen en ‘ademde’ de eerste slok zeewater in. Je zou kunnen zeggen dat het een beetje anders ‘rook’ dan zoet water. Maar onaangenaam was het niet. In het begin had ik wel last van de stromingen in de zee, maar toen ik een tijdje op dezelfde plek probeerde te blijven hangen, kreeg ik door hoe ik dat het beste kon doen. Ik liet me als het ware meedeinen op de stroming en maakte op een bepaald moment een krachtige beweging met mijn zwemvliezen.
Ik was even vergeten dat ik de professor op de hoogte moest houden en zwom weer naar het wateroppervlak. Ik merkte dat ik toch nog een beetje afgedreven was van de boot en zwom ernaar toe. Bij de boot aangekomen hield ik me vast aan het kleine trapje, dat aan de zijkant van de boot hing, voor als ik weer aan boord zou willen komen. Ik riep de professor en liet hem weten dat alles goed ging en dat ik weer onder water zou gaan.
Ik dook weer onder en begon bijna loodrecht naar beneden te zwemmen. We zaten niet al te ver van de kust af, dus ontzettend diep was het nog niet.
Op de bodem zwommen een paar vissen nietsvermoedend heen en weer tussen de zonnestralen die de bodem raakten. Ik besloot om ze van dichterbij te gaan kijken, maar voordat ik veel dichterbij was gekomen schoten ze weg. Ondertussen speelde de zonnestralen ongestoord door op de zanderige bodem. Het was prachtig om te zien hoe ze een ingewikkeld patroon maakten.
Ik zwom nog een tijdje in de zee en bekeek de vissen die rond zwommen van een afstandje. Toen keerde ik terug naar de boot.
De tijd was sneller gegaan dan ik had gedacht en toen ik moe bij de boot aan kwam, trof ik iedereen in een verveelde staat aan. Enige tijd was ik de enige die nog een beetje vrolijk deed, maar toen de boot weg ging en we weer dichter bij het strand kwamen, vrolijkte de rest ook wat op. Want het vooruitzicht van een lekkere warme hamburger van de barbecue sprak iedereen wel aan.
Zodra we weer op het strand waren werkte iedereen mee om alles klaar te zetten en al snel roken we allemaal een heerlijke geur. Een assistent van de professor bleek een uitstekende kok te zijn dus we aten een geweldige maaltijd bij zonsondergang.
In de auto ben ik in slaap gevallen en werd pas weer wakker toen we weer thuis waren. Daar ben ik slaapdronken naar mijn bed gelopen en weer in slaap gevallen. Die nacht droomde ik heerlijk van de zee. Ik besloot dat ik er binnenkort nog maar eens een keertje naar toe zou moeten gaan.
Laatst gewijzigd door Ramam op 27 feb 2012 16:45, 1 keer totaal gewijzigd.
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

Ik heb jullie eigenlijk veel te lang laten wachten. :$ Daarom zet ik nog een stukje neer. :D


DE VERLOREN PAGINA’S


In de weken die volgde gebeurde er niet zo veel. Vaak zaten we allemaal bij elkaar koffie te drinken en te kletsen over van alles en nog wat. Er was slechts een persoon die wel druk bezig was. Hij zat gebogen over een blaadje en zat driftig te schrijven. Uiteindelijk sloeg hij boos met zijn vuist op tafel, verfrommelde het papiertje, pakte een kop koffie en kwam er bij zitten. Niemand vroeg wat er was, want dat wisten we toch wel. Hij had weer eens iets bedacht en kwam er achter dat het niet kon.
Maar op een dag kwam hij met een brede glimlach en een brief in zijn hand het laboratorium in gerend.
Goed nieuws! Schreeuwde hij en begon te vertellen. Hij vertelde dat we gevraagd waren om mee te helpen aan een onderzoek. En wat voor een onderzoek! Het onderzoek zou gedaan worden door professionele onderzoekers met professionele apparatuur. Ze wilden met het onderzoek een groot mysterie gaan oplossen. Het mysterie van…

Het jongetje keek verbaasd naar de vergeelde pagina’s. De met de hand geschreven zin zou op de volgende bladzijde verder moeten gaan, maar er waren duidelijk een aantal bladzijdes uitgescheurd. Zoekend keek hij in het rond om te kijken of ze er misschien tussen hadden gezeten maar er uit waren gevallen. Hij zag niets anders dan het stof op de oude zoldervloer en de kartonnen dozen vol met oude spullen. Hij stond op van zijn stoel en legde het dagboek op de zitting. Hij boog zich over de doos heen waar hij het dagboek had gevonden en begon te zoeken. Misschien zaten ze in de doos. Maar ook daar waren ze niet. Hij pakte het boek onder de arm en klom de steile trap van de zolder af naar beneden. Hij liep verder naar beneden, naar de begane grond. Hij opende de deur van de huiskamer en zag zijn opa zitten in een van de luxe stoelen bij de tv. Zijn opa was aan het lezen in een oud boek. De jongen deed de deur dicht en liep naar zijn opa toe.
“Opa,” zei hij en zijn opa keek hem aan. “ik heb dit oude dagboek gevonden, maar er missen een paar bladzijden. Weet je waar die zijn?”
Zijn opa deed zijn boek dicht en pakte het dagboek aan. Hij keek even naar de kaft en zuchtte toen.
“Ah, je hebt het dagboek van X gevonden.” zei hij met zachte stem.
“X?” vroeg het jongetje verbaast.
“Het dagboek van een man die de wereld heeft veranderd, maar niemand weet zijn naam. Daarom noemt iedereen hem X.” legde opa uit.
“Maar als X de wereld heeft veranderd, moet zijn dagboek dan niet een of ander museumstuk zijn ofzo?” vroeg het jongentje aan zijn opa terwijl hij naar de oude, donkerblauwe kaft keek.
“Je zou denken van wel. Maar veel mensen weten niet dat X een dagboek heeft geschreven. Het heeft me al van kleins af aan verwonderd, dit dagboek. De vermiste pagina’s hebben me altijd wel bezig gehouden. Ik heb zelfs geprobeerd er naar te zoeken. Maar ik de tijd toen ik zo jong was als jij, werd dat niet gewaardeerd. Het verleden moest het verleden blijven. Gelukkig is dat nu veranderd. Nu wil iedereen juist weten wat er in het verleden is gebeurd. Misschien kun jij nu in mijn plaats op zoek gaan naar de verloren pagina’s. Dat zou mooi zijn.” Opa zuchtte en keek hem toen aan.
“Ik wil nog steeds wel weten wat er nou precies op die pagina’s staat.” Opa glimlachte naar het jongetje en gaf hem toen het dagboek weer terug.
Even keek het jongetje naar het dagboek en keek toen zijn opa aan.
“Weet je wat opa, ik ga op zoek naar die pagina’s. Dan kunnen we samen ontdekken wat er op de pagina’s staat!” zei het jongetje vol enthousiasme.
Opa lachte vreugdevol.
“Ik zou dat heel erg leuk vinden Lucas. Maar dan moet je wel opschieten hoor, want ik ben niet meer zo jong. Voor je het weet ben ik er niet meer…” zei opa en zijn vreugde zakte een beetje weg bij de laatste zin. Hij wist maar al te goed dat hij niet lang meer te leven had.
Lucas had niet door dat opa daar weer eens aan dacht. Hij drukte het dagboek tegen zich aan en begon met een brede glimlach een plan te bedenken. Hij rende naar de deur toe en deed die open. Hij draaide zich nog even om en zei:
“Opa, ik ga een zoektocht starten. Ik ga die pagina’s vinden!” hij zei het zo plechtig dat opa even moest denken hoe hij zelf vroeger was. Hij had bijna hetzelfde tegen zichzelf gezegd toen hijzelf op zoek wilde gaan naar de pagina’s.
Lucas deed de deur dicht en rende naar boven. Hij begon in alle geschiedenisboeken die hij kon vinden informatie te zoeken. Uiteindelijk had hij iets gevonden. In een oud lesboek, dat waarschijnlijk van opa was geweest, vond hij een stukje tekst dat wel eens met het dagboek te maken zou kunnen hebben.

In 2030 deed professor Hardburg een bijzonder onderzoek. Zijn onderzoek leidde tot verandering van de wereld. Maar zijn onderzoek bleek ook een keerzijde te hebben. De proefpersoon in het onderzoek bleek na een paar jaar een vreselijke bijwerking te hebben gekregen door het experiment, wat langzaam het lichaam van binnen sloopte. De proefpersoon is niet gestorven aan die bijwerking, maar is in een ongeluk omgekomen.

Lucas wist zeker dat dit stukje over de persoon in het dagboek ging en schreef het stukje over. Daarna ging hij door met zoeken in de boeken totdat hij alle stukjes die met het dagboek te maken zouden kunnen hebben, had gevonden. Maar hij kon er niets mee. Ze vertelde eigenlijk allemaal hetzelfde als het stukje uit opa’s lesboek.
Lucas besloot naar de bibliotheek te gaan en verder te gaan zoeken. Dus deed hij in zijn rugzak het dagboek, een pen en het schrijfblok waar hij net al dingen in opgeschreven had, liep weer naar beneden, zei even tegen opa dat hij naar de bibliotheek ging, pakte zijn jas en fiets en ging op weg.
Onderweg kon hij aan niets anders denken dan het dagboek. Hij fietste bijna door rood, werd bijna aangereden en kwam wonder boven wonder veilig aan bij de bibliotheek. In de bibliotheek zocht hij veel boeken op waar dingen in zouden kunnen staan die hem verder zouden kunnen helpen.
Na een paar boeken slaakte hij een zucht en haalde het dagboek uit zijn tas. Terwijl hij er naar keek, kreeg hij een ingeving. Misschien stond er iets in het dagboek dat hem verder zou helpen. Dus sloeg hij het dagboek open op de plek waar hij gebleven was en begon weer te lezen.
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

OORLOG


Ik heb die ene dag nooit kunnen vergeten. De dag dat ik rustig thuis tv zat te kijken. Het programma dat op stond was hilarisch. Maar plotseling werd het onderbroken door een nieuwsbericht. Eerst kwam er een saai verhaal waar ik nauwelijks naar luisterde en stond op het punt om verder te zappen, toen de nieuwslezer de zin zei die niemand wilde horen. Ik vloog bijna mijn stoel uit van verbazing en riep ‘wat’ door de kamer heen. In kon niet geloven wat ik hoorde, maar de nieuwslezer herhaalde het nog eens.
“Het is oorlog.”

In de dagen erna kon je er niet meer omheen. Overal werd er gepraat over de oorlog. Alle krantenkoppen schreeuwde oorlog. Elke site had het over de oorlog. Op de tv hadden ze alleen nog maar over de oorlog. Als je nu nog zei dat het een grap was, werd je voor gek verklaard. De hele wereld had het over de oorlog!
Iedereen bereide zich voor op het ergste. Vrouwen gingen de supermarkt binnen met drie lege tassen en kwamen er weer uit met drie volle. Mannen verzamelde zich voor het de gebouwen waar je je kon aanmelden om voor je vaderland te vechten. Kinderen werden uit angst voor een bombardement binnen gehouden. De overheid begon te bezuinigen zodat ze meer geld konden steken in het leger. Dat betekende ook dat er bezuinigd werd op onderzoeken die niets met het leger te maken hadden, wat betekende dat ik dus geen geld meer binnen kreeg voor proefpersoon.
Werk zou ik in deze tijd niet kunnen vinden, dus besloot ik me maar aan te melden om voor het vaderland te vechten. Het was snel gebeurd. Een gezondheidscheck, een paar formulieren invullen, even wachten en dan te horen krijgen of ik mee mocht vechten of niet. Dat mocht. Dus kreeg ik een brief met daarop de datum en plaats waar ik me moest melden om een spoedopleiding te volgen.
Gehoorzaam vertrok ik op tijd naar de aangegeven plaats. In de trein begon ik toch nog wel even te twijfelen of het wel een goed idee was geweest. Maar dat zette ik snel weer uit mijn hoofd. Wat had ik anders moeten doen?
Eenmaal aangekomen verbaasde ik me over de grote van het terrein. Er stonden een aantal grote barakken en verderop zag ik een trainingsterrein waar rekruten aan het trainen waren.
Ik volgde de stroom net aangekomen nieuwe rekruten naar het meldpunt. Daar ging alles heel snel en gemakkelijk. Je liet je brief zien, er werd gecontroleerd of je goed zat, als dat het geval was werd je ingedeeld in een van de barakken en je werd doorgestuurd.
Eerst leek de tafel waar dit gebeurde ver weg, maar al snel kwam hij dichterbij. Toen ik aan de beurt was, gaf ik de vrouw mijn brief en die keek hem na. Daarna keek ze op de lijst met barakken en schreef me toen ergens in. Maar daarna las ze iets op een andere pagina en kraste mijn naam weer door. Ze gaf me mijn brief terug en zei tegen me dat iemand me eerst wilde spreken voordat ik ergens heen ging. Ze verwees me naar een deur rechts, de andere kant op dan waar de andere rekruten heen gingen.
Ik liep vertwijfeld naar de deur toe. Ik zat toch goed? Of had ik nu al iets fout gedaan?
Ik klopte aan en wachtte op een antwoord. Daarna opende ik de deur.
De deur gaf toegang tot een ruim ingerichte kamer. Wat er precies in stond weet ik niet meer. Ook het gesprek dat we hadden kon ik me niet meer herinneren. Ik weet alleen nog maar dat het erover ging dat ik in een speciale eenheid mocht en dat ik daarmee instemde.
Ik weet nog wel dat ik eerst iets dacht van: waarom kiezen ze mij nou uit voor een speciale eenheid? Ik ben toch helemaal niet zo bijzonder?
Maar als ik nu terug kijk weet ik het wel. Ik was tenslotte nog een jonge en gezonde man toen.

De speciale eenheid verbleef in een andere, kleinere barak. Daar werd ik aan de andere leden van de speciale eenheid voorgesteld. Zij waren, net als ik, gewone mensen maar dan misschien ietsje meer gespierd en wat groter.
In de eerste instantie namen ze me zorgvuldig op. Daarna keken ze naar de man die me hier gebracht had en vroegen hem of het soms een grapje was. Maar de man zei dat dat niet zo was en dat ze maar aardig tegen me moesten zijn omdat ik ze misschien in de toekomst wel eens het leven kon redden. Daarop lachten ze en gingen ze door met waar ze eerst mee bezig waren.
Ik mocht een bed kiezen en koos er een zo ver mogelijk weg van de andere mannen. Gelukkig waren het volwassen mannen, dus de verwachte flauwe grapjes en plagerijen bleven uit.
Na een paar dagen waren we al een beetje aan elkaar gewend en was er een bepaalde rangorde ontstaan. Eentje waarbij ik onderaan stond. Niet dat ik het erg vond. Ik werd min of meer gewoon vergeten, dus ze zeiden nauwelijks iets tegen me. Ook met de trainingen die onderhand ook begonnen waren gold de rangorde. Hoewel we tijdens de trainingen min of meer gelijk waren voor elkaar en de trainer de onbetwiste eerste plek had.
De trainingen waren zwaar en dat voelde je in je spieren. Aan het einde van een dag was ik bekaf en deden al mijn spieren pijn. Dan was ik blij dat ik op het zachte bed kon liggen en dat de andere mannen ook moe waren en dus geen herrie maakten.
Na een paar weken training merkte ik dat ik al redelijk wat spieren had gekregen en best goed met een wapen overweg kon. Dat ik spieren kreeg vond ik leuk. Nu zou ik misschien toch wat meer geaccepteerd worden door de groep, waar ik stiekem toch naar verlangde. Maar dat ik best goed overweg kon met een wapen vond ik iets minder. Het idee dat ik daarmee mensen moest vermoorden stond me niet zo aan. Weer begon ik te twijfelen of het een goed idee was om hier te komen, maar weer zette ik het uit mijn hoofd. Ik sprak mezelf streng toe. Wat had ik anders moeten doen? Ik had in een fabriek kunnen gaan werken die voor het leger werkt, maar dat zijn plekken waar je hard moet werken in een vervuilde omgeving en het zou een doelwit van de vijand zijn. Ik zou er zeker in omkomen en niet in een fijne manier. Dan liever in een keer dood door een granaat of kogel. Of, beter nog, deze oorlog overleven zonder iets gedaan te hebben. Maar dat ging helaas niet door. Een paar dagen later gingen we op een missie. Toen dat gemeld werd, kwam er veel protest. We waren tenslotte nog maar enkele weken aan het trainen. Ze stelden ons gerust door te zeggen dat we ergens heen gingen waar de vijand nog niet was. Nog even hield het protest aan, maar uiteindelijk legden wij ons neer bij het besluit. We konden toch niet kiezen.
We kregen een dag rust en de dag daarna gingen we op weg. Er werd ons niet gezegd waarheen, maar toen ik na een tijd rijden de zeelucht rook wist ik dat we de zee op gingen. Het deed me even denken aan die ene keer dat ik met de professor naar de zee ging. Het maakte me een beetje vrolijker van binnen.
We stopten inderdaad bij een haven aan zee en werden begeleid naar een middelgrote legerboot. Ik zag een van de mannen al twijfelend naar de boot staren. Even dacht ik dat de man niet kon zwemmen. Toen we aan boord moesten zag je duidelijk dat hij zenuwachtig was. Ik bestede er niet veel aandacht meer aan, want ik was tenslotte ook zenuwachtig.
Toen de boot ging varen voelde ik de zeeziekte weer opkomen. Gelukkig was de zee rustig dus was het niet zo erg. We voeren ruim een uur. Daarna stopte we op een stuk zee waar werkelijk niets te zien was. Het anker werd uitgegooid waardoor het water hoog opspatte. De koude druppels kwamen terecht op ons en we merkten dat het zeewater extreem koud was. Zouden wij in dit water moeten zwemmen? En dat moesten we. We kregen duikpakken, duikbrillen, zwemvliezen en zuurstofflessen uitgereikt. Ik kreeg echter alleen een duikpak. Op dat moment besefte ik dat ze wisten dat ik onder water kon ademen. Er werd ons een korte instructie gegeven over het omgaan met de duikflessen en dergelijke dingen. Ik lette niet op, want ik zou ze toch niet gebruiken. Daarna kregen we uitleg over onze missie. Daarbij kwam het excuus dat we al zo vroeg op een missie moesten en dat het oorspronkelijke plan was dat we pas over een half jaar ingezet zouden worden. Maar de huidige situatie eiste dat we eerder ingezet werden.
Onze missie bestond uit het bergen van belangrijke informatie uit een gezonken schip. Het was tot zinken gebracht door een vijandige duikboot.
Meteen kwam er een protest. Er zouden nog geen vijanden hier zijn! Degene die ons dat verteld had keek naar de grond en weigerde ons aan te kijken. Een collega van hem nam het woord. Hij zei dat ze dat moesten zeggen omdat we er anders nooit mee in zouden stemmen. Het was ook een bevel van bovenaf, dus konden ze er niets aan doen.
Het bleef even een tijdje stil totdat de stilte doorbroken werd door een van onze bevelhebbers. Hij zei dat we maar eens moesten beginnen met onze missie. Hij wees naar de plek waar de gezonken boot ongeveer zou moeten liggen en wenste ons succes.
Net op het moment dat een van de mannen het water in wilde gaan merkte hij mij op. Hij zag dat ik alleen een duikpak aan had en zei dat tegen de bevelhebbers. Voordat de bevelhebber kon reageren nam ik het woord al. Ik zei dat ik dat niet nodig had en hij maar moest opletten in het water. Daarop vroeg hij met een boze en geïrriteerde stem of ik mezelf speciaal vond. Waarop ik weer antwoorde, eveneens geïrriteerd, dat ik me niet speciaal vond, maar dat was. Daarop sprong in het water in en wachtte tot de rest ook in het water kwam. De man die opgemerkt had dat ik alleen een duikpak droeg, keek vol verbazing naar mijn kieuwen en zwemvliezen. Ik hoorde hem denken. Mijn god. Maar het moment werd snel verstoord door een van de mannen die wild bewoog en als een baksteen naar beneden zonk. Ik herkende de man als degene waarvan ik even had gedacht dat hij niet kon zwemmen. Ik kon niet geloven dat het nog klopte ook. Snel schoot ik hem achterna en pakte hem vast. Ik duwde de inhalator van de duikflessen in zijn mond en kneep zijn neus dicht, aangezien hij door zijn neus probeerde te ademhalen. Zo dwong ik hem om door zijn mond adem te halen. De man kalmeerde enigszins toen hij weer adem kon halen maar hij kon nog steeds niet zwemmen. Dus pakte ik hem stevig vast en begon omhoog te zwemmen. Bijna bij de boot aangekomen waagde ik een gokte en maakte zo krachtig mogelijke slagen met mijn benen zodat ik met een duizelingwekkende snelheid naar boven schoot en los kwam uit het water. Ik maakte een boogje over de boot heen. Recht boven de boot liet ik de man los zodat hij op het dek terecht kwam en lande weer in het water. Ik zwom meteen weer naar het wateroppervlakte toe en sprak de bevelhebbers aan. Ik zei dat ze voortaan beter moesten checken of hun mannen wel de dingen konden wat ze wilde dat ze konden. Daarna ging ik weer het water in en negeerde de starende blikken van de andere mannen. Ik schaamde me een beetje voor mijn grove taal tegen de bevelhebbers, maar iets was in me losgekomen. Iets wat je kon omschrijven als lef. Waarschijnlijk voelde ik me zo zeker omdat ik in mijn element was. En het voelde goed. Ik had me niet meer zo gevoeld sinds de puberteit waarin ik constant opstandig was tegen mijn ouders.
Ik was de eerste die het schip binnen ging. Het was een groot schip en ons was niet echt een beschrijving gegeven van hetgene wat we moesten bergen. Waarschijnlijk wisten onze bevelhebbers ook niet echt wat we moesten zoeken. Uiteindelijk kwamen ik en een andere man in een ruimte dat de brug van het schip bleek te zijn. Daar zochten we alles grondig door. Uiteindelijk vonden we een kluis waarvan we dachten dat daar wel de belangrijke dingen in zouden kunnen zitten. We besloten het ding in zijn geheel naar boven mee te nemen via simpele gebaren. Maar voordat we dat deden keek ik nog even goed rond en vond onder de stoel van de kapitein een klein blikken doosje. Ik bedacht dat dit misschien ook wel belangrijk zou kunnen zijn en nam het ook mee. Ik legde het op de kluis en zag een touw zweven door de kamer. Ik pakte het en wikkelde het om de kluis heen zodat het blikje vast zat en we houvast hadden en de kluis makkelijker konden vervoeren.
We pakten beiden een kant van de kluis en begonnen het met moeite uit het schip te halen. We waren een lange tijd bezig en uiteindelijk is het met vier man gelukt het ding omhoog te krijgen. Bij de boot aangekomen waren er nog een paar mannen nodig om het ding aan boort te krijgen. Uitgeput zakten we op het dek in. Blijkbaar hadden we het goede bovengehaald want onze bevelhebbers keken blij. Het blikken doosje bleek overigens niet zo belangrijk te zijn, want het had slechts een paar sigaren er in zitten. Het was verboden die te hebben op een schip. Daarom had de kapitein ze waarschijnlijk verstopt. Het was iets waar we allemaal wel om konden lachen.
We kregen een warme deken om ons heen en zette koers terug naar de haven. Bij de haven werd de hulp ingeroepen van een paar sterke havenwerkers om de kluis in een van de auto’s te krijgen.
Hoewel we allemaal moe waren en toestemming hadden om meteen terug te gaan naar de barrakken zodra we op het terrein terug waren, bleven we allemaal hangen rond het gebouw waar de kluis heengebracht werd. Ze moesten ons wegjagen met een dreigement om in alle rust te beginnen met wat ze wilden doen.
In de barakken kreeg ik een vragenstroom over me heen. Op de boot was iedereen in de greep van het geheim van de kluis en was iedereen moe, maar nu hier terug in de barakken zonder een kluis, herinnerden ze mijn zwemvliezen en kieuwen. Daar wilden ze wel meer van weten. Dus vertelde ik hoe het gekomen is dat ik onder water kon ademen. Hoe mijn droom werkelijk werd. Toen ik klaar was kwamen ook de tongen van de andere mannen los en vertelden ze aan elkaar hoe hun leven voor de oorlog was gegaan. En hoewel we al weken met elkaar leefden, stelden we ons nu pas voor het echt aan elkaar voor. Er begon zich een vriendschap te vormen en ik had het gevoel dat de rangorde langzaam oploste. Ik had het gevoel dat ik een nieuw huis had gevonden.
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

STORINGEN


In de weken erna werd onze vriendschap steeds sterker en begonnen we zowaar de trainingen leuk te vinden. We kregen overigens nu ook zwemlessen om zeker te weten dat we goed in het water konden presteren. De man die niet kon zwemmen leerde snel en al gauw zwom hij rond zonder weer eens gered te moeten worden. Tijdens de missies die we af en toe kregen bleef hij wel thuis. De bevelhebbers durfden het nog niet aan om hem mee te sturen. Maar na een aantal missies mocht hij toch mee. Hij bleek een goede zwemmer te zijn geworden en was een mooie toevoeging voor de onderwatermissies. Wat overigens de enige missies waren die we kregen. Veelal was het dingen bergen uit gezonken schepen of stukken zee verkennen en de diepten en wrakken in een zeekaart verwerken.
We dachten dat dit de enige missies waren die we zouden krijgen en zouden blijven doen, maar daar vergisten we ons in. Plotseling leerden we om zeemijnen te leggen en hoe ze te ontmantelen. Het ontmantelen was zenuwslopend werk en ik deed het liever niet. Ik was als de dood dat die dingen zouden ontploffen. Gelukkig werden zeemijnen zonder explosieven erin gebruikt tijdens de trainingen.
Helaas zagen wij de missie al aankomen. Een missie waarbij we echte zeemijnen zouden leggen. Zeemijnen vlak bij het territorium van de vijand. We deden het ’s nachts in alle stilte. Licht was niet toegestaan en je mocht alleen fluisteren als het echt moest. De missie duurde lang en de constante druk die op je lag zorgde ervoor dat je heel erg zenuwachtig was en je kans vergrootte om fouten te maken. De druk bestond vooral uit tijd. We hadden maar enkele uren om vele landmijnen te leggen en hun positie op te tekenen in een speciale zeekaart zodat vriendelijke schepen ze konden omzeilen. Zeemijnen van de vijand werden tot eigen voordeel gebruikt. Ze werden verplaatst zodat de vijand in zijn eigen mijnen kon varen en ze werden vermeld in onze eigen zeekaarten.
Vlak voor zonsopgang waren we klaar en gingen zo snel als we konden terug naar de basis.
Eenmaal terug op de basis liep iedereen gelijk naar de barakken toe, zoals we altijd deden na een missie. Het was niet anders dan de andere keren behalve dat ik het enigszins wazig zag. Ik dacht dat het wel door de vermoeidheid zou komen, maar toen ik in de barak was, was het zo erg dat het onmogelijk door de vermoeidheid zou kunnen komen. Ik zag bijna niks meer. Daarbovenop kwam ook nog eens dat ik een hoge en schrille piep in mijn oren hoorde. Ik drukte mijn handen tegen mijn oren aan en kreunde. Ik zakte op mijn knieën en voelde bezorgde handen. Er werd iets gezegd maar ik kon het niet verstaan. Ik begon het bewustzijn te verliezen en zakte tegen de persoon aan die me vast hield.

Ik werd wakker ik de ziekenboeg met een bonkende hoofdpijn. De zuster die dienst had merkte dat ik wakker was en vroeg hoe ik me voelde. Ik antwoorde dat ik me enigszins misselijk voelde en een bonkende hoofdpijn had. Ze gaf me een pijnstiller en iets te drinken. Ik vroeg haar wat er gebeurd was. Waarom ik opeens bijna niets meer zag en die piep in mijn oren hoorde. Ze zei dat ze het niet wist. De dokter die me behandeld had, had tegen haar gezegd dat ze absoluut niets hadden kunnen vinden. Dat het leek op een storing in mijn lichaam. Dat schokte me. Er was nog nooit iets mis geweest met mijn lichaam en nu kreeg ik te horen dat er waarschijnlijk een storing was geweest? Ik begon te denken dat het misschien aan het experiment zou kunnen liggen. Maar de professor had gezegd dat alles goed was gegaan dus daar zou het niet aan kunnen liggen. Het zou iets anders moeten zijn. Maar wat dan?

Ik moest nog een paar dagen in de ziekenboeg blijven om te kijken of ik wel helemaal hersteld was. Na die paar dagen werd ik hartelijk ontvangen in de barak. Ze verontschuldigden zich dat ze me niet hadden opgezocht, want de trainingen gingen genadeloos door. Ik deed de volgende dag ook gewoon weer mee, ook al hoefde ik iets minder zwaar te trainen aangezien ik net op een mysterieuze manier was ingestort. Na twee dagen trainde ik weer even zwaar mee als de anderen en voelde ik me weer kerngezond. We gingen weer op missies en die verliepen allemaal goed zonder dat ik weer instortte.

Na een paar maanden werden we overgeplaatst naar een ander militair terrein. Eentje dichter bij de zee. Daar deden we de gebruikelijke missies nog steeds, maar af en toe deden we er ook eentje op het land. Het hield niet veel meer in dan mijnen op het land leggen en die op kaarten intekenen. Al snel waren we ook aan deze missies gewend. De trainingen gingen ook ongestoord door. Alsof ze er zeker van wilde zijn dat we altijd in topconditie waren en niets zouden vergeten.
We merkten al snel dat we door de onophoudelijke trainingen veel beter waren dan de gemiddelde soldaat. In vergelijking tot de gewone soldaat waren we sterker, gingen we sneller en beter om met een geweer, konden we overweg met veel meer soorten wapens en konden we razendsnel mijnen leggen en ontmantelen. Maar tegelijkertijd merkten we ook dat mijn gezondheid achteruit ging. In het water was ik nog steeds de snelste en beste, maar op het land merkte je dat ik sneller moe werd en minder kracht bezat.
Tijdens een van de gebruikelijke trainingen kon ik op een gegeven moment niet meer en zocht steun bij een van de bakstenen muren van de gebouwen die om ons trainingsterrein heen stonden. Ik merkte dat ik mijn evenwicht aan het verliezen was. Ik begon te hoesten en de bevelhebber die de leiding had over de training van vandaag kwam naar me toe. Hij schreeuwde dat ik weer moest meedoen met de training en geen tijd had voor luieren. Maar ik luisterde niet naar hem. Ik zakte op mijn knieën en hoestte onophoudelijk. Toen pas had de bevelhebber door hoe erg de situatie was. Bloed drupte tussen de vingers van mijn hand voor mijn mond door naar beneden. Verschrikt riep hij om hulp en al snel stonden al mijn vrienden van de speciale eenheid naast me. Een arts kwam aanrennen en nam snel de situatie op. Hij beval een van de mannen mij op te tillen en mee te nemen aangezien ik geen kracht meer in me had om te bewegen. Ik werd door een paar sterke armen opgetild en tegen een warm en stevig lichaam aangedrukt. Ik hoestte door en ik voelde het bloed mijn nek in lopen. Ik zag vaag een gezicht boven me, maar ik kon het niet herkennen. Ik begon langzaam steeds minder te hoesten en toen ik in de ziekenboeg lag, hoestte ik nog maar een paar keer waarbij ik veel bloed ophoestte. Alles was wazig en onduidelijk om me heen. Ik had geen idee wie er allemaal om mij heen stonden, ik kon niets verstaan en ik had geen idee wat er allemaal gebeurde. Uiteindelijk ging de wereld over in een koortsachtige droom. De droom begon in de ziekenboeg en ging langzaam over in de zee. Ik wilde mijn kieuwen en zwemvliezen gebruiken, maar ik had het idee dat ik stikte en ik kwam niet vooruit. Langzaam zakte ik naar de bodem en het werd steeds donkerder. Plotseling was ik weer in het laboratorium. Ik kalmeerde enigszins bij het zien van de vertrouwde ruimte maar plotseling was die weer verdwenen en was ik alleen in het donker. Even dacht ik dat ik dood was en wilde me al overgeven aan de dood toen ik mijn naam hoorde. De stem sleurde me terug naar de werkelijkheid en langzaam drongen de geluiden door. In de verte hoorde ik een auto rijden, een bevelhebber die bevelen schreeuwde, een zacht gepiep en een vertrouwde stem. Ik opende voorzichtig mijn ogen een beetje en ik werd meteen verblind door het kleine beetje felle licht dat door mijn ogenleden heen scheen. Ik kneep mijn ogen weer dicht en kreunde zachtjes. Ik voelde me veel ellendiger dan de eerste keer dat ik instortte. Ik voelde een hand op mijn voorhoofd die vreselijk koud aanvoelde. Ik hoorde dat de persoon zei dat ik hoge koorts had. Ik wilde zelf ook voelen of dat zo was en wilde mijn hand naar mijn voorhoofd brengen, maar het enige wat gebeurde was dat ik mijn vingers een beetje bewoog. Ik voelde een koele en natte lap op mijn voorhoofd en gaf op. Ik lag eigenlijk wel lekker, dus waarom zou ik hier niet blijven liggen? Weer zonk ik weg in een diepe koortsachtige droom. Na een tijdje werd ik me weer een beetje bewust van mijn omgeving maar dat duurde niet lang. Ik zonk alweer snel weg in een koortsachtige droom. Zo ging dat dagen door is mij later verteld. Toen ik daar lag had ik geen besef van tijd en leek het een erg lange nacht.
Na ongeveer twee weken slaagde ik er in om mijn ogen open te krijgen en een tijdje volledig bij bewustzijn te zijn. Mijn koorts zakte en na een paar dagen waren de koortsachtige dromen verdwenen en sliep ik weer normaal. Ik slaagde er in om elke dag langer wakker te blijven en ik ging plotseling met sprongen vooruit. Een paar dagen nadat ik bijna een hele dag wakker kon blijven was ik weer helemaal gezond. Zo plotseling als het was begonnen was het weer weg. Ik werd nog een paar dagen in de ziekenboeg gehouden om te kijken of mijn toestand niet plotseling zou kunnen omslaan. In een van die dagen kwam de dokter die me behandeld had naar me toe. Hij begon te vertellen wat er gebeurd was en uiteindelijk kwam hij aan bij de oorzaak. Zijn antwoord schokte me. Want net als bij de eerste keer dat ik instortte was er geen duidelijke reden waarom ik instortte. Alsof er een storing in mijn lichaam was. Dit maakte me bang. Als de doktoren geen reden konden vinden waarom ik plotseling instortte, dan konden ze me ook niet genezen van deze rare ziekte. Of erger nog, dan zou dit dus vaker onaangekondigd voor kunnen komen. Ik vroeg aan de dokter hoe het dan verder moest met me. Want als mijn lichaam zo instabiel was, dan kon ik toch geen goede militair zijn? De dokter zei dat hij me al te graag om medische redenen uit het leger zou willen ontslaan, maar zonder duidelijke oorzaak zou dat niet kunnen. Dus bleef ik in het leger totdat mijn contract of de oorlog afgelopen zou zijn. Mijn vrienden reageerden verbaasd toen ik zei dat ik nog wat langer bij ze zou blijven. Ik legde ze de situatie uit en ze stemden ermee in dat ik niet veel anders kon doen. Wel stapten ze naar de bevelhebbers toe en eisten dat ik minder zware dingen moest doen en vooral minder missies. Daar werd mee ingestemd. Want ik was nog steeds een zeldzaam experiment. Toen ik deze reden hoorde vroeg ik me af waarom ze me dan in vredesnaam zulke gevaarlijke missies lieten doen. Ik werd er boos om, maar ik kon er niet veel aan doen.
De eerste week na mijn herstel mocht ik kiezen of ik mee deed met de trainingen en bepaalde zelf hoe hoog ik de lat legde. De week daarna moest ik weer verplicht meedoen maar bepaalde wel zelf hoe hoog ik de lat legde. En die lat lag bijna net zo hoog als voorheen. Ik wilde wel in conditie blijven en niet de jongens ophouden op een missie. Dus trainde in zo hard als ik kon. Een paar missies werd ik bevolen thuis te blijven en een dag vrij te nemen. Ik voelde me echter slecht dat ik een dag vrij had en mijn vrienden gevaarlijk werd deden, dus hielp ik mee met nieuwe rekruten te leren hoe ze mijnen moesten leggen in de zee. Op die dagen ging ik met een klein groepje rekruten en een of twee bevelhebbers een klein stukje de zee op met een paar lege mijnen. De eerste keer dat ik mee ging waren de rekruten verbaasd dat een oudere en ervaren militair met ze mee ging. Ze keken al helemaal verbaasd dat ik kieuwen en zwemvliezen had, maar na een paar keer waren ze blij dat ik er bij was en keken ze niet meer op van mijn zwemvliezen en kieuwen.
’s Avonds, als mijn vrienden weer terug waren vertelden we aan elkaar wat we beleefd hadden die dag. Op een gegeven moment moest ik mee op een missie. Het was een missie die als veilig werd beschouwd. We moesten een paar mijnen ontmantelen aangezien ze nu wel erg ver in ons gebied lagen. De laatste slag had de vijanden ver naar achteren gedrongen en onze troepen dus veel territorium opgeleverd.
We vertrokken vroeg in de morgen aangezien het ver weg was. Eenmaal aangekomen op de plek zagen we dat het er flink veel waren en gingen snel aan de slag. We volgden de slinger mijnen richting de kust. Op een gegeven moment konden we zelfs de stad zien die daar aan de zee lag. Rook kringelde boven de gebouwen uit en hoe dichter bij we kwamen, moe meer rook en kapotte gebouwen we zagen. We hoorden ook vaag sirenes gillen. We gingen door met het ontmantelen van de mijnen en de uren verstreken. Ik zwom net naar een van de mijnen toe toen ik plotseling een onderzeeër zag opdoemen. Voordat ik iets kon doen vuurde de onderzeeër een torpedo af en ik zwom zo snel mogelijk als ik kon weg. Maar de torpedo was snel en raakte een mijn vlak naast me. De explosie duwde me een heel eind weg en ik voelde een hard stuk metaal zich in mijn zij boren. Bloed kringelde langzaam door het water heen en ik schreeuwde het uit onder water waarbij ik een soort van hoog maar diep vibrerend geluid produceerde. In paniek zwom ik richting de kust en al snel zag ik de onderzeeër niet meer, maar een andere vijand doemde op. Een haai had mijn bloed geroken en kwam met duizelingwekkende snelheid op me af. Niet in staat om snel genoeg te reageren pakte de haai me bij mijn heup beet. Zijn tanden drongen diep door in mijn vlees en weer schreeuwde ik onder water. Voordat de haai kon doorbijten en mijn dood kon betekenen doemde de onderzeeër weer op en een torpedo ontplofte op een niet al te verre afstand naast me. De explosie liet de haai schrikken en hij liet me los. Ik was veel bloed aan het verliezen, maar de angst en de adrenaline hielden me bij bewustzijn. Zo snel als ik kon zwom ik verder. Elke beweging deed pijn en ik liet een spoor van rood water achter.
Bij de kade aangekomen klom ik met moeite aan land en uit angst voor de onderzeeër dwong ik mezelf nog een aantal stappen te zetten. Een paar mensen op de kade hadden mij en de onderzeeër gezien en kwamen op me af gerend. Een paar andere moeten de militairen in de stad gewaarschuwd hebben, want al snel klonk er wapengeluid vlak bij de kade. Even kwam het in me op dat het misschien de boot was waarop ik was gekomen voordat ik tegen een muur aan naar benden zakte en hard op de koude tegels terecht kwam.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Ik liep een kléín beetje achter, maar ben weer helemaal bijgelezen :angel
Je verhaal blijft tot de laatste zin heel erg boeiend en spannend! Je schrijfstijl leest nog altijd heel fijn en daarom vond ik het niet erg om een aantal stukken na elkaar te lezen :)

Bij de switch naar het jongejte en zijn opa was ik even het spoor bijster, omdat ik niet door had dat het om andere mensen ging. Maar ik vond het wel een hele goeie twist in het verhaal! En hoop dat het jongetje snel weer naar voren komt. :)

De haai in het laatste stukje vond ik wat onrealistisch :$ Als je in het water bloed, dan bloed je letterlijk 2x zo snel leeg. (hoe maar eens een bloedend wondje aan je vinger in het water) En als hij al een kogel-ding in zich heeft gehad, mag hij blij zijn dat hij niet bewusteloos is. Dus persoonlijk vind ik dat de haai een beetje afdoet aan de spanning en het realisme wat het nu heeft :$

Als tip; misschien kun je proberen wat meer alinea's te gebruiken. Nu zijn het namelijk hele lappen tekst. ;)

Ga zo door! Ik ben benieuwd hoe het verder gaat! :D

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Ramam
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 25
Lid geworden op: 25 feb 2011 16:01

LAATSTE MOMENTEN


Ik heb weken in het ziekenhuis gelegen in een toestand die je niet echt stabiel of verbeterend kon noemen. Het was nog steeds een raadsel waar de onderzeeër en de haai vandaan kwamen. Veel mensen zeiden dat het een verzonnen verhaaltje was, maar mijn wonden logen er niet om.
Na die onstabiele weken werd ik eindelijk stabiel en verbeterde ik langzaam. Maar helemaal beter werd ik niet. Mijn lichaam kon om de een of andere reden zichzelf niet meer goed genezen. De reden was onduidelijk. Ze gaven alleen maar de verklaring dat het leek alsof er een storing in mijn lichaam was. Na nog een paar weken in het ziekenhuis gelegen te hebben wist ik dat mijn lichaam van binnen kapot ging. Mijn ijzersterke gezondheid van vroeger was als sneeuw voor de zon verdwenen. Toen ik weer terug was op de legerbasis bij mijn vrienden, deed ik niet meer mee met de trainingen en was ik mager en zag bleek. Medisch was er eigenlijk geen bewijs dat ik niet meer geschikt was om militair te zijn. Maar mijn uiterlijk en onverklaarbare hoestbuien waarbij ik bloed ophoestte zorgden er voor dat ik uiteindelijk eervol uit het leger werd ontslagen. Ik zou weer naar huis gaan. Al meer dan een jaar leefde ik in het leger en nu zou ik plotseling na al die tijd weer naar huis gaan. Ik besloot om, gezien mijn toestand, niet meer alleen te wonen en bij iemand in te trekken die ik kende. Alsof een oude vriend die gedachten had gelezen stond die opeens op de legerbasis. Het was de professor. Hij vertelde mij dat hij al heel lang naar me op zoek was en hij schrok van mijn huidige toestand. Hij nam me mee naar zijn nieuwe laboratorium aangezien zijn oude in puin lag door een bombardement. Het was een oud gebouw en veel van de spullen die ik me kon herinneren waren er niet meer. Maar al de mensen die hadden meegewerkt aan het experiment waren er en ze ontvingen me hartelijk. Ik kreeg een eigen kamer toegewezen en met kleine uitstapjes naar buiten verzamelde ik spullen om die kamer te vullen. Tussendoor onderzocht de professor me regelmatig en stelde vast dat inderdaad mijn lichaam van binnen kapot ging. Hij voorspelde dat ik niet veel langer te leven had. Hij verontschuldigde zich keer op keer. We wisten allebei dat het kwam door het experiment. Maar ik stelde de professor keer op keer gerust. Ik had een fantastisch leven gehad. Mede dankzij het experiment. Ook vertelde ik hem om door te gaan met het experiment. Ik wilde dat hij het in de toekomst compleet zou kunnen maken. Dat er in de toekomst iemand was die onder water zou kunnen ademhalen en een lang en gelukkig leven kon leiden.
Mijn wens spoorde de professor aan om door te gaan met het experiment en het perfect te maken.
Weken gingen voorbij en mijn toestand verslechterde alleen maar. De professor, de rest van zijn team en ik realiseerden dat ik elk moment de wereld van de levenden zou kunnen verlaten. Daarom besloten we nog één laatste ding met elkaar samen te doen. We zouden gezellig met elkaar naar zee gaan en aan het einde van de dag een barbecue houden. Net als die ene keer toen we voor het eerst allemaal naar zee gingen.
De volgende dag deden ze inkopen en regelden genoeg auto’s. We zouden naar het stukje strand gaan waar we de eerste keer heen waren gegaan. Ik hielp zo veel mogelijk mee met de voorbereidingen, maar werd telkens weer terug gestuurd naar mijn bed.
Eindelijk was het dan zo ver. We zouden naar het strand gaan en dan een keertje om geen experiment te testen of mijnen leggen en ontmantelen.

Lucas keek met tranen in zijn ogen naar de bladzijden. Het verhaal had hem diep geraakt. Maar waarom had X niet verder geschreven? Hij wilde weten hoe hij het tripje naar het strand had gevonden, hij wilde meer van hem weten. Hij bladerde door en vond een oud uitgeknipt stukje krant. De tekst die er op stond schokte hem.
Op 15 juli 2036 is

Professor Hardburg

Overleden door een tragisch treinongeluk.
We zullen hem en zijn fantastische onderzoeken missen.

Namens zijn vrienden en familie en namens het onderzoeksinstituut waar hij en zijn team lid van waren.
En er was nog een stukje krant.
Op 15 juli 2036 is

Lucas von Ameden

Overleden door een tragisch treinongeluk.
We zullen deze geweldige man missen. Hij heeft ons leven gered en was een fantastische vriend.

Namen de speciale eenheid 906-AMT.
Lucas wist nu waarom hij niet verder geschreven had. Waarom hij het tripje naar de zee niet beschreven had. Hij is er nooit aangekomen. Zijn naamgenoot is overleden door dat gigantische treinongeluk waarbij twee treinen met volle snelheid op elkaar zijn gebotst. Hij weet nog wel dat hem dat op school verteld werd. Er zouden tientallen mensen zijn omgekomen en tientallen gewonden. Hij had nooit kunnen denken dat bij hem op zolder het dagboek van een van die slachtoffers lag.
Hij veegde de traan die over zijn wang naar beneden rolde weg. Terwijl hij dat deed nam hij een tweede besluit die dag. Hij zou dit dagboek voor altijd bewaren. Hij zou uitstekend gaan presteren op school en daarna een opleiding volgen waarmee hij in het verleden zou kunnen duiken en deze man bekend maken aan de hele wereld. Hij zou zijn levensverhaal met zo veel mogelijk details opschrijven. Maar het eerste waar hij mee zou beginnen is het zoeken naar de verloren pagina’s. Hij zette alle bibliotheekboeken weer op zijn plek er pakte zijn rugzak weer in. Hij liep naar buiten en pakte zijn fiets. Terwijl hij terug naar huis fietste en steeds meer afstand nam van de bibliotheek, liet hij het verhaal van Lucas von Ameden achter zich. Maar niet voor lang…

En toen kwamen we aan het einde van dit verhaal. Maar ik ben nog van plan een tweede deel te schrijven. Die moet echter nog wel even wachten, want ik ben nu bezig met een ander verhaal en school (eindexamens komen steeds dichterbij...)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mooi einde! Maar, ik ben heel erg benieuwd naar deel 2.

Wat ik alleen niet helemaal snap is dat trein ongeluk. Ze hadden toch auto's geregeld, hoe kwamen ze dan die dag in de trein?

Ik zal geduldig wachten op het vervolg :)

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”