Bloederige Tranen

Hier vind je alle voltooide fantasieverhalen!
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Ik zou ook niet door die spinnen heen gelopen zijn, jakkie! Ik heb zo'n vermoeden dat dat die stad precies de plek is waar Jonathan haar wilt hebben... :)
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

Oelala. Super leuk dat je weer een stukje hebt geschreven. Beter dat ze niet als een gek door die spinnen ging rennen, haha. Maarja, wie weet is het wel een perfect uitgedacht plan van Jonathan. Ik weet niet waarom, maar ik ga sowieso huilen als Jonathan dood gaat, haha.
Geen foutjes ontdekt en niets te klagen.
Ik wil snel meer van je lezen!
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Wannabe
Balpen
Balpen
Berichten: 122
Lid geworden op: 04 mei 2012 14:58

Leuk stukje! Heb niks te zeggen verder behalve dat ik meer wil lezen c:
Quoth the Raven, ''Nevermore''
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Haaj. ik ben toch maar eens begonnen met het lezen hiervan (: nadat ik door het saaie begin heen was en Jonathan in beeld was vond ik het meteen superleuk. Ligt dus wss toch niet aan de derde persoon xD
Jonathan heh... Toevallig de naam afgeleid van De Gebroeders Leeuwenhart? (ofzo) xD tja je bent een stoer persoon of je bent het niet :P
Maar um... Hup schrijven hier! :angel
When the power of love overcomes the love of power.
JodieJJ
Ex-staflid
Ex-staflid
Berichten: 4626
Lid geworden op: 15 jun 2010 11:19
Locatie: V.huuzee!!!

Rose probeerde overeind te komen, maar hij drukte haar weer naar achteren. Paniek stroomde door haar lichaam en haalde de kloppende pijn even weg.
Gillend haalde ze uit naar zijn ogen, maar hij greep haar polsen vast en drukte ze naar achteren. Hij hield ze met één hand tegen de grond terwijl de andere op
Ik mis de worsteling van Rose een beetje.
Met elke hartslag sijpelde haar kracht verder uit zich en kwam de pijn weer op.


uit haar :)

Een huivering kroop over haar ruggengraat toen ze zich voorstelde dat hij,


Ik weet dat ik met nederlands had geleerd dat ruggegraat zonder n moest omdat een mens maar 1 rug heeft, maar klopt het dat dat in het nieuwe boekje veranderd is? De nieuwe spelling weer?

Ik vind je stuk van Rose angst tegenover jonathan helemaal geweldig :D, het is uitgebreid maar niet langdradig en je brengt het gevoel perfect over. Proficiant :D




“Lieg niet tegen mij! Waar is je wapen?”
Met trillende hand wuifde ze naar achteren, waar de haardpook ergens lag die ze op de grond had laten vallen. “Dat is het enige wat ik heb, verder heb ik geen wapen. Alsjeblieft, laat me los, laat me gaan.”
Ze haatte hem, ze haatte hem!

Ik vind dit een beetje raar staan dat je dit er ineens tussen hebt.
Zijn hand schoot naar zijn borst en bedekte een wond die ze vanmiddag nog niet had gezien. Tussen zijn vingers door kon ze trillend, rauw vlees zien zitten. Huiverend wendde ze haar blik af.


Uhm valt zo'n wond niet eerder op? :p ghehe, als ik je vorige bechrijvingen van de wond nog herinner is het best wel aandachtstrekken.
Zijn angst gaf haar nieuwe kracht. Ze duwde zijn handen weg en ging overeind staan. Met haar handen in haar zij begon ze te bluffen: “Ja, en ik zou maar oppassen, anders roep ik haar nog een keer op. En-”
Zijn hand schoot uit. Op een paar centimeter van haar wang af, kreeg hij zichzelf weer onder controle. “Je hebt geen idee waarover je spreekt, anders zou je je kop dichthouden.”
Rose perste haar lippen op elkaar. Dit keer zou ze niet toegeven, ze had het gevoel dat ze eindelijk iets zou kunnen bereiken. “Hoe durf je zo tegen mij te praten? Ik-”


ik vind Rose plotselinge verzet ook wat minder staan. Het klopt niet helemaal bij de paniekstaat waar Rose eerder al in verkeerde en de angst.
In zichzelf prevelend liep Jonathan naar buiten toe, haar alleen achterlatend. Verbaasd staarde ze hem na. Ze vond hem doodeng. Het was alsof hij een borrelend vat met emoties was en dat het lot bepaalde welke er nu weer uitkwam. Ze kon zijn gedrag niet voorspellen.
Doodmoe liet Rose zich weer op de bank zakken. Wat er gebeurd was drong langzaam tot haar door. Tranen begonnen over haar wangen te stromen. Ze veegde ze abrupt aan de kant, die kon ze nu niet gebruiken. Ze wilde niet dat Jonathan wist wat hij met haar deed, ze moest sterk overkomen. Er waren genoeg onbeantwoorde vragen die ze had en waarop alleen hij het antwoord wist.


Ik ga goed streng zijn xD ghehe,
In je vorige stuk vond ik dat je Rose haar emoties heel goed had eschrijven. Ik zat er helemaal in en kon er niet mee stoppen om verder te lezen. Hier vind ik het wat vlak. Het komt niet helemaal over.




“Waarom-” Hij was in de kelder verdwenen voordat ze haar vraag af had kunnen maken.
Chagrijnig keek ze naar de plek waar hij had gestaan. Hij had duidelijk geen manieren.


Als je in doodsangst voor iemand bent, denk je dan dat je op zo'n luchthartige manier over een persoon denkt? xD ik denk namelijk van niet.


Ze voelde zich niet op haar gemak bij hem.

Dit lijkt me nogal overbodige informatie.




Hoofdstuk 8
Snel schoof ze de stoel ervoor en –na even nadenken- ook de tafel en het houten krukje en zoveel spullen als ze maar kon vinden.
Waaro gebruik je ineens streppjes?






Toen waren ze nog klein geweest, een jaar of zes, en hadden haar moeder en die van hem nog geen ruzie gehad. Zijn moeder had de hare beschuldigd van diefstal, waarop haar moeder natuurlijk had ontkend. Het was een drama geweest en heel het dorp had ervan genoten. Uiteindelijk bleek Lauryn de armband te hebben meegenomen omdat ze die zo mooi vond. In die tijd was een ekster haar lievelingsdier en hield ze ervan om, net zoals hij, glimmende dingen te verzamelen. Haar moeder had het sieraad teruggegeven, maar de relatie tussen hun twee was altijd koel gebleven. En dat was overgesprongen op Duyrk.
Beetje overbodige informaite, het is niet heel interessant om op dit moment te lezen

Ondanks alle droevige herinneringen voelde ze zich zo gelukkig als ze maar zijn kon. Eindelijk was ze uit Jonathans handen ontsnapt.

Ik Ben er doorheen :D oooh wat een heerlijk busvermaak is dit toch ( ik moest gisteren 7 uur in een volgestouwde stinkbus zitten, niet echt meest plezierige dat er is, maar heb ik wel bloederige tranen uitlezen. :)
Ook al heb je al weer eer gepost dus dat mag je me weer opsturen :p gheheh.
Regenboog of regenboog, waarom ben je krom?
Anders heette je regenstreep en dat klinkt zo stom
MissRolex
Balpen
Balpen
Berichten: 210
Lid geworden op: 04 feb 2012 22:26

Ik denk da ik het toch wat korter zal houden dan JodieJJ hihi :p. Ik vind je schrijfstijl echt zo geweldig en dit verhaal is echt zo goed *geeft applaus* haha echt super, ik hoop dat je snel verder gaat, want ik kan niet meer wachten :d!
If you believe you can, and believe it strongly enough, you'll be amazed at what you can do.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Een woud van spinnen :O das best wel creepy.
Misschien had ze beter wel die kant op kunnen gaan, nu ze naar die torens gaat waar ook het hertenpad heenleidt, kan dat vast niets goeds betekenen..

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Goed stuk zeg!
Ik vind dat je het pad erg goed hebt bedacht. Doordat je in een vorig stuk het plan van Jonathan gedeeltelijk hebt laten doorschemeren, vermoed ik dat Jonathan voor dat pad heeft gezorgd. Ik ben benieuwd wat er bij die torens is... Verder heb ik geen opmerkingen.
Schrijf snel verder!
Groetjes Abel
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

ik kan mezelf te goed afleiden tijdens de tentamenweek --' af en toe tussendoor schrijven mag best, toch? :angel
@ Mooonie: Haha, nee, ik denk ook niet dat ik voor het door de spinnen lopen had gekozen :P Hoewel ze niks doen, zijn ze toch zo ieuw!
@ Romy: Ik vind het echt leuk dat je zo aan Jonathan gehecht bent :P en misschien heb je geluk... maar misschien ook niet haha xD
@ Wannabe: Haha, dank je^^
@ Emilia: Eh... nee hoor, die naam heb ik helemaal in mn eentje verzonnen :angel ach ja, je bent diehard fan of niet haha xD en gelukkig dat het niet aan de derde persoon lag, scheelt toch weer^^
@ Jodie: Bedankt voor het eruitpikken! Ik ga het veranderen zodra ik er tijd voor heb (en ik het niet vergeet xD). Goed bezig geweest jij :P
@ MissRolex: Jeej, weer een nieuwe lezer erbij! Bedankt voor je leuke reactie :D
@ Maaike: Haha, je weet maar nooit xD misschien is het een groot resort waar ze al haar stress van zich af kan luieren :P
@ Abel: Jaaa, kudo's voor jou! Altijd fijn als mensen de dingetjes oppakken die ik erin heb gegooid^^
En we gaan weer verder! Over het begin ben ik niet helemaal tevreden en er zullen vast wat foutjes inzitten door het late tijdstip, maar goed, daar heb ik nu geen zin meer in xD

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Drup.
Rose vertrok haar gezicht en probeerde zo de irritante jeuk weg te krijgen. Haar handen waren nog te zwaar van de slaap om te krabben. Hels getik klonk op de bladeren van haar schuilplaats.
Drup. Drup. Drup.
Ze slaakte een zucht en opende haar ogen, net op tijd om een druppel op zich af te zien komen. In een reflex kneep ze haar ogen weer dicht en voelde het water op haar neusbrug spatten. Het getik op het dak van haar schuilplaats leek indringender, alsof de boom haar ergens voor wilde waarschuwen.
Hoe laat was het? Ze ging abrupt zitten en stootte met haar hoofd door het bladerdak heen. Water stroomde haar kraag binnen en vloekend sprong ze overeind. Het goot. De wereld om haar heen was verborgen achter een gordijn van grauwe regen. Binnen een paar tellen had ze geen enkele droge draad meer aan haar lijf.
De holte van de boom waar ze in had geslapen, was nog redelijk droog gebleven door de vele grote bladeren die ervoor groeiden. Ze wikkelde snel al haar spullen in haar deken, ervoor zorgend dat haar eetvoorraad in het midden zat. Als alles ging rotten, had ze een nog groter probleem dan ze nu al had
Scheldend tegen de regen schoof ze haar bundeltje op haar schouder en ging weer verder met haar tocht.
Met elke stap voelde ze zich chagrijniger worden. Ze had het al niet op de ochtend, haar familie had altijd geklaagd over haar enorme ochtendhumeur, en daar kwam nog deze stortbui bij. Het gisteren nog zo mooi aangestampte pad was in een modderige brij veranderd. Gelukkig liep het pad maar lichtjes naar beneden, een steile helling had ze niet kunnen beklimmen.
Pas na een paar uur lopen kwam de gedachte in haar op dat ze een van de grote bladeren van haar schuilplaats had kunnen gebruiken als scherm tegen de regen. Ze vloekte hardgrondig en schopte tegen een afgebroken tak aan. Haar andere voet schoot onder haar lichaam weg en met een klap kwam ze op haar kont terecht.
“Nu heb ik er genoeg van!”
Woedend krabbelde ze overeind en raapte haar gevallen bundeltje op. Met grote passen stampte ze verder, ondertussen alles wat maar te dicht in de buurt kwam een trap gevend. Alles zat tegen. Het weer, haar eetvoorraad die toch sneller op ging dan ze had gedacht, die vervloekte heuvels, het modderige pad, haar slaaptekort. En Jonathan die nog niet opgedoken was.
Ze kon simpelweg niet geloven dat hij haar nog niet ingehaald had. Er waren nu al vijf dagen verstreken sinds ze was ontsnapt en elke dag had ze een kortere afstand afgelegd. Ze was doodop. Slapen op de ijskoude grond was niet te doen, zeker niet doordat ze bij elk geluid wakker schrok. Elke keer als ze haar ogen weer opendeed, was ze bang dat Jonathan boven haar zou hangen, klaar om haar mee terug te nemen.
Een kleine waterval onderbrak het pad. Rose hurkte bij het heldere water neer en schepte wat met haar handen op. Het had een frisse smaak. Ze vond het nog steeds jammer dat ze geen fles had meegenomen, dan had ze de alcohol eruit kunnen gieten en het kunnen vullen met water. Dan was ze niet zo afhankelijk geweest van het vinden van beekjes.
Haar blik viel op de rotswand waar het water vanaf sprong. Een eindje naar rechts vormde het overkoepelende gesteente een ondiepe grot. Het geluk was toch aan haar zijde.
Voorzichtig stapte Rose over de glibberige stenen naar de grot toe. Met een tevreden zucht liet ze zich op een uitstulping van de rots zakken. Voor het eerst sinds uren viel er geen enkele druppel water meer op haar lichaam. Ze leunde glimlachend tegen de wand aan. Het gekabbel van de waterval klonk maar net boven het tikken van de regen uit. Een mooie plek om even pauze te houden.
Ze spreidde haar bundel op haar benen uit en bekeek haar schamele eetvoorraad. Ze had nog maar een halve worst, twee knollen, een verschrompeld appeltje en een stuk brood dat zo hard was dat ze er iemands hoofd mee kon inslaan.
“Of ik leg het als aas in een strik en hoop dat een konijn erin stikt.” Peinzend keek ze naar de donkerbruine korst. “Of ik gooi het naar Jonathan als hij eindelijk op komt duiken.” Ze schudde grinnikend haar hoofd. “Hij ziet me al aankomen met een vleesmes en een stuk brood. Drie keer raden wie zal winnen.”
Ze pakte een van de knollen op en begon eraan te knabbelen. Het smaakte muf, alsof ze een hap aarde nam, maar het was beter dan niets.
Ze had gedacht dat ze genoeg kennis van het woud had om te overleven, maar dat viel vies tegen. Haar moeder had haar vooral geleerd om kruiden te herkennen, met een helende werking of gewoon om het vlees te kruiden. Eetbare planten en knollen waren niet aan bod gekomen en op bieslook alleen kon ze niet overleven.
Opeens viel er een enorm rotsblok naar beneden. Rose sprong geschrokken overeind en greep naar het vleesmes aan haar zijde.
“Wie is daar?” schreeuwde ze.
Klikkende geluiden overstemden het geruis van de waterval. Ze leken uit het rotsblok zelf te komen. Rose deed voorzichtig een stap dichterbij; haar hart luid bonkend in haar keel.
“Hallo?”
Een trilling trok door het rotsblok heen. De steen scheurde in stukken en aan alle kanten schoten harige poten tevoorschijn; zes in totaal. Twee zwarte, glinsterende kaken zo lang als haar onderarm barstten uit de onderkant en begonnen meteen met een huiveringwekkend geluid tegen elkaar te klappen. Het pantser bij de kaken rolde naar achteren en onthulde drie paar kraalogen die bloeddorstig glommen. Het zag eruit als een pissebed, maar dan zo groot als een veulen en een heel stuk gevaarlijker.
Rose deinsde achteruit totdat ze met haar rug tegen de wand stond. Haar vleesmes leek belachelijk klein naast het beest dat nu op haar af kwam gekropen. Wanhopig liet ze haar blik over het grauwe pantser glijden, op zoek naar een zwakke plek, maar zijn lichaam leek wel uit rotsen gehouwen te zijn.
Ze smeet het beetje eten wat ze nog had in zijn richting, in de hoop dat het beest daar genoeg aan zou hebben. Hij bleef staan. Opluchting trok door haar gespannen lichaam heen, maar dat verdween al snel bij het zien van het doorzichtige vocht dat hij uitspuugde. Het siste zodra het de grond raakte. Haar maag trok zich akelig samen. Waren die gigantische kaken niet erg genoeg?
Het beest had de restanten van haar voedselvoorraad opgeslurpt en kwam nu met maaiende kaken op haar af. Ze probeerde nog verder naar achteren te kruipen, maar de rotswand hield haar tegen. In de val.
Een tweede rotsblok viel voor de ingang van de grot. Ten einde raad sprong ze naar voren, uithalend naar de vele ogen van het beest. Hij hief zijn kop op en spuugde een slijmbal naar haar. Ze wist nog net weg te duiken. De rotswand achter haar ontving sissend het zuur.
Ze kwam overeind, net op tijd om te zien dat er een zwaard door de kop stak. Oranjerode barsten liepen als spinnenwebben over het staal en lieten stuiptrekkingen door het lichaam van het beest trekken.
Rose besteedde geen aandacht meer aan het monsterlijke insect, maar bleef sprakeloos naar de bekende, helblauwe ogen van haar redder staren. Kennelijk vond het lot het leuk om een verwrongen spel met haar te spelen.




Edit: aangepast na Emilia's en Mooonies feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

Ah gat-ver-damme. Wat een ranzige fantasie heb jij soms! Waar haal je in vredesnaam zo'n eng beest vandaan :S
Eén ding viel me op: als dat beest stuiptrekkingen heeft is het logisch dat zijn poten spastisch bewegen. Dus het tweede deel van die zin is misschien een beetje overbodig... :angel

Oké hup snel verder want ik wil weten of er Jonathan of niet! :P
When the power of love overcomes the love of power.
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Hey Saskjezwaard,

Na een tijdje afwezig te zijn geweest ben ik weer verder aan het lezen hoor! Spannend verhaal blijft dit, ik kom er snel weer in. Hieronder wat me opviel, ik heb wel een beetje nazi uitgehangen maar zie maar wat je ermee doet. Succes met verder schrijven!

Plotseling schoot hij naar voren, zijn bewegingen veel te snel om iets tegen te doen.
Ik weet het niet zeker maar deze zin loopt net niet lekker in mijn hoofd. ‘... zijn bewegingen (waren) te snel om er iets tegen te doen.’ (Ik zou ‘veel’ dan weer weglaten, dat blijkt uit het feit dat ze niks kan uitrichten.)
Ze struikelde in zijn snelle passen mee.
Ze struikelde met zijn snelle passen mee?
Versuft krabbelde Rose overeind. De blonde man ging vloekend staan, zijn gezicht vertrokken van pijn. Een pijl stak trillend in zijn dijbeen.
Oké, een pijl in zijn dijbeen, dus hij is van voren geraakt? Heeft Rose dan niets gezien? Geen pijl zien vliegen, geen bladeren zien bewegen? Zeker als er een paard in aankomst is van voren moet ze iets zien toch? Ik dacht verder dat ze tot nu toe van achteren beschoten werden...
Hij sprong op haar af. Ze wilde achteruit deinzen, maar hij had al vastgepakt.
...maar hij had haar al vast(gepakt).
Wie waren degene die haar probeerde te redden?
Meerdere ruiters dus een –n achter degene.
De wyning pakte de pijl vast die nog steeds uit zijn been stak en trok het met een onderdrukte kreet uit zijn lijf. Bloed spoot uit de wond, een aanblik die een golf van misselijkheid door Rose zond. Ze voelde hoe haar gezicht lijkbleek wegtrok.
Twee dingetjes. Hij is toch op de wezens aan het afrennen? En nu opeens is hij met die pijl bezig? Is dat niet iets wat je wilt doen met zoveel mogelijk afstand tussen jou en de tegenpartij? En als hij naar de dingen aan het rennen start hij vlak naast haar. Wat betekend dat hij hoe dan ook met z’n rug redelijk naar het meisje toe staat als hij de pijl eruit haalt. Ze kan het bloed er dus helemaal niet uit zien gutsen volgens mij.
De eerste ruiter was bijna bij hem. Hij sloeg met zijn zwaard naar de wyning die net op het laatste moment wegdook.
‘Net op tijd’ of ‘op het laatste moment’ zijn betere combinaties vind ik beter.
De drie overgebleven dorchôn waren van hun paard afgesprongen.
Afgesprongen = gesprongen. ‘van’ en ‘af-‘ is zo dubbelop.
Nu was pas te zien hoe lang en dun ze waren. Hun schuinstaande ogen waren tot spleetjes geknepen, maar toch was de blinde iris goed te zien.
Waarom kun je eigenlijk op een paard niet zien hoe dun ze zijn? Pas op met teveel informatie puur om de informatie. Ik zou dun/mager in het verdere gevecht verwerken en hier weglaten.
Blinde iris? Die snap ik niet. Is die dan kleurloos of afwezig? En als ze maar speeltjes van ogen hebben, hoe moet ze dat dan zien vanaf haar plekje ver weg langs de kant van de weg?
Het leek bijna een dans, maar dan eentje met een dodelijke afloop.
Hoewel het gevecht hypnotiserend om naar te kijken was, scheurde Rose haar blik los.
‘Het leek een dans’ of ‘Het was bijna een dans’ volgens mij, ik vind het zo opnieuw een beetje dubbelop. Maar misschien ben ik gewoon een mierenneuker in dit geval hoor :P
En ik zou ‘was’ naar voren in de zin verplaatsen.
De verhalen vertelden dat wynings krachtiger waren in hun magie en dit bevestigde dat.
Krachtiger dan wat? (Ik snap wel dan haar volk maar zo staat het er beetje vreemd.)
Haar magie was normaal veel meer, niet dit kleine hoopje waarmee ze nog net twee planten mee zou kunnen redden.
2x mee.
De man schudde zijn hoofd om zichzelf wat helderder te krijgen. Rose zag zijn strijd geamuseerd aan, het was toch alleen maar uitstel tot ze zichzelf bevrijd had.
Waar haalt ze opeens dat zelfvertrouwen vandaan? Ze is opgesloten in een koepel en kan haar magie niet bereiken. Ze is geconfronteerd met 2 soorten wezens die alleen in verhalen horen te bestaan. Ze gaat over haar nek van een rondrollend hoofd (wat btw nog steeds vlak voor de koepel ligt) en het gevecht was zo bovennatuurlijk snel dat ze er niets van kon volgen. En nu opeens blaakt ze van zelfvertrouwen en is ze nog geamuseerd ook? Ze heeft nog nooit in haar leven een gevecht meegemaakt laat staan zo eentje en kan geen idee hebben wanneer het wezen tot wat in staat is...
Zijn blik vond de hare en meteen kroop Rose achteruit, tot de rand van de koepel tegen haar rug drukte.
Exact dezelfde woordkeuze als een paar alinea’s eerder. Niet zo mooi.
Het had geen nut, hij stromelde naar haar toe met de twee dieren in zijn kielzog.
Hij strompelde of stommelde, dis nieuw Nederlands ;)
Verticaal, net zoals bij draken.
Ik heb het niet onthouden... Maar zijn draken normaal in deze wereld? Ik bedoel, dat deze connectie de eerste is die ze maakt suggereert dat ze het heel veel ziet.
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Ik vraag me af of het Jonathan is die haar gered heeft :) Hij was wel de eerste die in me opkwam, maar juist daarom denk ik dat het iemand anders is.
Pas na paar een uur lopen kwam de gedachte in haar op dat ze een van de grote bladeren van haar schuilplaats had kunnen gebruiken als scherm tegen de regen.
'Pas na paar een uur lopen' klopt niet helemaal ;)
Peinzend keek ze naar donkerbruine korst.
de donkerbruine korst.

Dat was het! Schrijf snel verder :D
Abel
Potlood
Potlood
Berichten: 63
Lid geworden op: 14 mar 2012 18:49

Jippie, je hebt weer verder geschreven! Okee, dat beest is geweldig. Vooral die slijmbal vond ik leuk. Eerst dacht ik dat het een spin was, vanwege die kaken, maar niets is wat het lijkt. Ik ben benieuwd wie haar redder is... Jonathan is misschien iets te voorspelbaar, maar wie is het dan?
Schrijf snel verder :D
Ik geloof in monsters onder mijn bed.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ik vind het echt een geweldig verhaal, vond ik van je eerdere versies ook al, maar de veranderingen van deze versie zijn echt heel goed.
En nog een ding, waar haal je al die wezens toch vandaan?
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Wie is haar redder? :angel Is het Jonathan in een nieuw jasje? Of is het deze keer een 'held'? :P

Ik vond je monster wel geniaal ondanks z'n ini mini rolletje :D Gif spuwend pissebed ^_^ Ik ben benieuwd wat voor monsters er nog meer op haar pad komen..

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Emilia: Eh... goede vraag haha xD ik denk dat al die griezelverhalen die ik las toch wel een goede invloed hebben :P and you're right, ik verbeter het meteen!
@ Tijgerlelie: Haha, en weer dacht ik net dat ik kon schrijven xD jij en Jodie houden me wel goed nederig hier :P bedankt voor het grammar nazi uithangen! Deze dingetjes zijn iets moeilijker om meteen te verbeteren, maar ik zal mn best doen^^
@ Mooonie: Ugh, op het laatste moment dingen wil veranderen werkt nog steeds niet goed --' en jij ook bedankt voor het de foutjes eruithalen, en je reactie natuurlijk!
@ Abel: Tja, het was toch de voorspelbare gedachte die goed was :P haha, en leuk als een bedacht beest goed overkomt^^ af en toe een beetje ranzigheid erin gooien is goed voor een verhaal haha xD
@ Yociame: Dank je! Heb je de eerste versie ook nog gelezen, dus degene voor de vorige versie? En die wezens, tja, die komen af en toe omhoog xD kwestie van een vreemd brein haha :P
@ Maaike: Speciaal voor jou komt mr. monster nog een keer terug! Tadaaa :D
En het is deze keer een beetje lang stukje geworden, maar dat vergeven jullie me hopelijk wel :angel er was niet echt een stukje waar ik het af kon kappen, maar goed, genoeg gepraat, jullie zien het vanzelf wel^^ en nu hopen dat de nieuwe wending mensen niet afschrikt :P
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Jonathan sprong van het spastisch bewegende lijk af. Meteen haalde Rose naar hem uit, maar zijn zwaard haakte haar mes vast. Met zijn vrije hand greep hij haar bij haar pols.
“We moeten hier weg.”
Hij trok haar mee en even spartelde ze tegen, maar alle gedachten aan zich verzetten losten op zodra ze de oever van het beekje zag. Een stuk of vijf insecten barstten net uit hun rotsen omhulsel. Slap van angst liet ze zich meesleuren.
Een slijmbal schoot op hen af. Ze opende haar mond om Jonathan te waarschuwen, maar voordat ze iets had kunnen uitbrengen, flitsten purperen tekens op. Een zoemend scherm vormde zich tussen hen in en onderschepte het zuur voordat het hen zou raken.
Een van de insecten versperde hen de weg, woest klappend met zijn kaken. Twee grijze waaiers rond zijn ogen zetten uit, om hem nog indrukwekkender te maken. Jonathan bleef stilstaan en liet haar pols los. Hij trok tekens in de lucht die meteen naar de wezens toevlogen. De insecten bleven stilstaan, niet wetend of de runen een gevaar waren of niet. De tekens cirkelden steeds sneller om hun lichamen, lijnen van licht trekkend als spijlen van een kooi.
Rose haalde diep adem van opluchting toen ze zag dat de wezens spartelden in hun gevangenissen, maar er niet doorheen kwamen. De hand die haar bovenarm vastgreep, herinnerde haar er meteen weer aan dat het gevaar niet geweken was.
Zonder na te denken stootte ze met haar mes in de richting van Jonathans lichaam. Zijn vingers drukten hard in haar arm, precies tussen de spieren van haar bovenarm. Kreunend dook ze ineen en greep naar de pijnlijke plek. Het mes viel rinkelend op de grond.
Hij schudde haar kort door elkaar. “Rose, hier hebben we geen tijd voor, dit houd ik niet lang vol,” zei hij zo snel dat ze het bijna niet verstond.
Nu pas zag ze dat zijn gezicht strak stond van de concentratie. De felblauwe kleur van zijn ogen golfde en pulseerde van de magie die door hem heen stroomde.
“Waarom gaan we dan niet weg?” vroeg ze ongeduldig. Vanuit haar ooghoeken zag ze de lijnen dunner worden.
“Ze komen achter ons aan.” Hij knoopte een bundeltje van zijn riem af en hield het haar voor. “Hier, neem dit mee. Loop naar het westen, binnen anderhalve dag kom je bij een grote weg uit. Die leidt naar Myniadèn. Zoek daar een baan of trouw met iemand, maar ga nooit terug naar Nadir! Er is daar niks meer voor jou.”
Haar ogen vlogen wijd open. “Wat? Lauryn, is zij…”
Jonathan knikte. “Dood,” zei hij koud, “net zoals iedereen die je kent. Neem dit mee en ren weg. Ik houd ze tegen.”
Een druppel bloed rolde uit zijn neus. Hij kromp ineen, zijn gezicht vertrokken van pijn. Ze wierp een snelle blik naar de wezens. De spijlen waren nu zo dun dat ze ze nog maar net kon zien. Ze griste het buideltje uit Jonathans hand en wierp hem een hatelijke blik toe.
“Je zult boeten voor je daden.”
Voor het eerst scheen er iets van vrolijkheid in zijn uitdrukking door. “Dat mag ik hopen.”
Hij duwde haar in de goede richting. Zijn aanraking brandde op haar huid, haar aansporend om te vluchten. Ze begon te rennen, zorgvuldig het gevangen wezen ontwijkend. Het siste woedend naar haar, maar moest haar machteloos voorbij laten gaan.
Haar voeten gleden uit op de spekgladde stenen. Met een klap kwam ze op haar knieën terecht. Snel krabbelde ze overeind en haastte zich voorzichtig verder.
De rotsen werden vervangen door het modderige hertenspoor, wat haar meer grip gaf. Zo hard als ze kon, sprintte ze weg van het beekje, geholpen door de aflopende helling. Nog een paar meter rennen en ze kon de bossen in verdwijnen, waar de grote monsters gehinderd werden door hun omvang.
Een kreet van pijn liet haar slippend tot stilstand komen. Ze draaide zich met een ruk om. Tot haar verbazing kwamen er geen monsters op haar afgestormd, maar waren ze allemaal in een gevecht met Jonathan verwikkeld. Flitsen magie vlogen door de lucht en raakten een wezen, dat door de kracht tegen de rotswand smakte. Een ander beest lag al op zijn rug, de poten ingetrokken.
Jonathan haalde uit met zijn zwaard, de oranjerode barsten in het lemmet gloeiden hel op. Een deel van een pantser versplinterde. Het beest wierp zich vooruit en boorde zijn kaken in Jonathans onderlijf. Schreeuwend van pijn klapte hij naar voren. De overige insecten stortten zich meteen op hem en hij verdween onder de gigantische lijven. Zijn kreet werd abrupt afgekapt.
Alle spieren in Rose’ lichaam stonden strak van de spanning. Haar blik schoot van de friemelende hoop insecten naar het bos, waar ze veilig zou zijn. Ergens voelde het laf van haar dat ze Jonathan zo achterliet, maar hij had het verdiend. De pijn die hij nu voelde, was niets vergeleken met het leed dat hij iedereen waarvan zij hield had aangedaan. Hij mocht dit alleen opknappen.
Ze had net een stap in de richting van de lonkende bosjes gezet, toen een bulderende windvlaag tegen haar rug beukte. De regen prikte als kleine naalden in haar huid en haar haren striemden in haar gezicht. Ze wist nog net op de been te blijven.
De vreemde wind was binnen een seconde weg, een doodse stilte achterlatend, die werd verstoord door het woeste klapperen van de insecten. Rose draaide zich angstig om, maar ze kwamen niet op haar afgestormd. Ze draalden verdwaasd rond een stil lichaam dat op de rotsige bodem lag, af en toe ernaar toe happend. Gesis vulde de lucht, het klonk haast woedend.
Rose sloop voorzichtig achteruit, haar hart bonkte zo hard in haar keel dat ze kon zweren dat de beesten het konden horen. Ze bleven stilstaan en, alsof ze onderling communiceerden, rolden zich op tot een rotsblok. Met een bulderend geraas verdwenen ze de beboste helling af. Het geluid van versplinterend hout klonk al snel steeds verder weg.
Rose slikte de brok angst in haar keel weg en liep de heuvel weer op, naar de plek waar Jonathan nog steeds bewegingloos op de grond lag. Eerst waren haar stappen langzaam, maar al snel begon ze te rennen. Gedachten vlogen door haar hoofd, te snel om er echt van bewust te worden.
Ze liet zich op haar knieën vallen naast hem. Zijn ogen waren nog halfopen, de irissen staarden naar een punt wat ze niet langer konden zien. Ze drukte haar vingers tegen zijn nek, zoekend naar een hartslag, maar ze vond niets anders dan stilte. Er stroomde geen bloed meer in dit lichaam.
Haar handen dwaalden over zijn gezicht, dat nog steeds de kleur van de levenden had. Wanhopig probeerde ze er een reactie uit te halen, maar de spieren bleven slap. Haar ogen begonnen te branden en tranen vermengden zich met de regen op haar wangen. Het was meer schok dan echte verdriet. Haar gedachten vertraagden, afgeremd door de koelte die haar hoofd overnam. Haar lichaam wilde nog niet luisteren, maar perste er nog meer tranen uit.
Ze zuchtte sidderend, proberend om de shock uit haar aderen te krijgen. Het was bijna surrealistisch om Jonathan hier te zien liggen, dood. Een paar minuten geleden had hij nog tegen haar gepraat, haar angst aangejaagd. Nu bezat hij niet langer de macht.
Haar stem trilde bij ieder woord dat ze uitsprak. “Omdat je je laatste daden op deze wereld voor het goede hebt gebruikt.”
Rose legde haar vingers op zijn oogleden, maar het lukte haar niet om ze te sluiten. De spieren waren kennelijk al verstijfd. Dan moest het maar zo.
Ze stak haar handen de lucht in, haar handpalmen gericht naar de grauwe hemel die tranen zonder verdriet huilde.
“Heilige Lyrian, schepper van alles wat licht is, neem deze gekwelde ziel onder uw hoede en gids hem terug naar het rechte pad. Vergeet en vergeef de misdaden die hij heeft gepleegd. In de dood is iedereen rein.”
Ze beschreef met haar handen een wijde boog om de wereld te omvatten en liet ze uiteindelijk op Jonathans borst terechtkomen. Warmte stroomde door haar vingertoppen naar hem toe. Er kwam niet, zoals de verhalen haar leerden, een gevoel van allesomvattende liefde, maar er was alleen maar leegte. Haar maag voelde hol aan toen ze zich van Jonathan terugtrok.
Moeizaam krabbelde ze overeind. Ze merkte nu pas hoe koud ze het had, rillend sloeg ze haar armen om haar lichaam heen. Ze zocht nog even naar de spullen die ze hier had achtergelaten, maar de dekens en kleren zaten vol zuurgaten. Haar mes was niets meer dan een verwrongen lemmet.
Met trillende vingers opende ze het buideltje dat Jonathan haar gegeven had. Gouden munten glinsterden haar tegemoet. Verbaasd keek ze naar zijn lichaam, waar nu een stille rust over was gekeerd. Zelfs in zijn dood riep hij nog onbeantwoorde vragen op.
Ze schudde haar hoofd en richtte zich weer op het doel dat ze nu had: Myniadèn bereiken. Ergens klonk de naam haar vreemd bekend in de oren, maar ze wist niet meer waarvan. Na nog een laatste blik op Jonathan te hebben geworpen, begon ze strompelend aan haar weg naar de torens. Hopelijk liep ze niet met open ogen in een val.


Edit: aangepast na Mooonie's feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Jonathan! NEE!!! :cry: Ik ga niet geloven dat hij dood is.
Het was bijna surrealistisch om Jonathan hier te zien liggend, dood.
Volgens mij moet 'liggend' 'liggen' zijn.
Ergens klonk de naam haar vreemd bekend voor in haar oren, maar ze wist niet meer waarvan.
Ik vind het eerste deel van deze zin niet zo lekker lopen. Het lijkt een beetje een mengelmoes van twee zinnen. Volgens mij is het: 'ergens klonk de naam haar vreemd bekend in haar oren', of 'Ergens kwam de naam haar vreemd bekend voor'

Schrijf alsjeblieft snel verder! Ik wil zeker weten of Jonathan dood is of niet.
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Jonathan kan niet dood zijn, ik geloof het niet, alleen al omdat het gewoon niet kan, want ze moeten nog een band krijgen en het liefst ook in deze versie nog verliefd worden, maar bovenal wil ik het gewoon niet want Jonathan is tof.
En ik heb een argument want ik vertrouw die rare wind ook niet, misschien zat Jonathan daar in...

En verder ja, ik heb je eerdere versies gelezen, in ieder geval 2 andere varianten, maar wel op andere fora.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

WAAAAAAAAAAAAAAAT?! Jonathan mag en kan niet dood zijn. Ik ben het helemaal eens met yociame, die vreemde wind heeft iets te maken met Jonathan. Het moet. Zo'n leuke personage kan je niet dood laten gaan, hahaha. :p
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Jenna
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 694
Lid geworden op: 15 jan 2012 19:34
Locatie: Utrecht

Nee nee neeeee Jonathan kan niet dood zijn. Egt I can't believe it. Ik had nog zo gehoopt dat ze een goede band met elkaar zouden krijgen,dit ha dik totaal niet verwacht. Ik hoop zo erg dat het iets te maken heeft met die wind en dat hij nog steeds niet dood is. Anders is het verhaal niet leuk meer, sorry ik ben erg. Maar Jonathan was egt een heel leuk personage. Saskia jij bent heel erg wreed voor je personages ;(

PS: Ik lees je verhaal altijd mee, maar als ik het goed vind of als ik niks te zeggen heb reageer ik niet. Ff dat je het weet. ;)
Een vriend is iemand die het lied van je hart kent, en het opnieuw kan zingen als jij het vergeten bent....
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Haha, echt héérlijk om die eensgezinde reacties te zien! Tja, jullie mogen jullie eigen conclusies trekken, dat kan ik niet van jullie afpakken :P ik kan alleen wel vertellen dat Jonathans rol inderdaad nog niet is uitgespeeld, hij komt nog héél erg vaak terug in herinneringen en angstbeelden enzo. In fact, het hierop volgende stukje is weer eens vanuit hem^^ en het was heel erg leuk om te schrijven :D
@ Yociame: Ah, ja, dat kan kloppen, maar volgens mij heb ik het daar nooit afgepost. Weet je ongeveer nog waar ik daar was gebleven? Had ik het stukje van Jonathans motieven al gepost?
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Hoofdstuk 11


De hemel rouwde niet lang om de dood van zijn wyning, de regen ging al snel over in een trage miezer en stopte na een paar uur volledig. Een mager herfstzonnetje scheen haar stralen op Rose, maar verwarmde haar niet. Daarvoor was het te koud, de winter had haar intrede gemaakt. In de nachten was de grond zelfs bedekt met rijp, die ook over Rose heen trok als ze ineengedoken onder een boom of struik lag.
Rose nieste zo hard dat ze bijna door haar benen zakte. Vanaf Jonathans dood had ze griep. Ze had het zo vaak meegemaakt dat anderen het hadden, waarvan alleen de kleine kinderen en ouderen het niet overleefden. Het was normaal gesproken niet gevaarlijk voor haar, maar dan moest ze rust houden, iets wat ze niet zomaar kon doen. Het werd steeds kouder buiten, op een dag zou het zo erg gaan vriezen dat ze de volgende ochtend niet meer wakker zou worden. Dus sleepte ze zichzelf voort.
Anderhalve dag, Jonathan had anderhalve dag gezegd… Ze was nu al twee dagen onderweg, met vallen en opstaan lukte het haar om te lopen. Ze zou nu toch wel heel erg dicht in de buurt moeten zijn.
Snot droop haar mond in. Ze haalde haar neus op, maar het slijm bleef lopen. Met haar mouw veegde ze het snot weg en snoot, na even nadenken, haar neus er ook in. De stof zat al helemaal onder de vlekken, dan zouden deze er ook bij moeten kunnen.
Ze trok een tak weg en wrong zich tussen twee doornstruiken door. De takken prikten in haar huid, maar ze bleef lopen. De groene wereld draaide om haar heen, zonne- en schaduwvlekken dansten voor haar ogen. Het liefste was ze nu neergevallen om haar verloren slaap in te halen, ze was zo moe… Maar diep in haar versufte brein was er dat stemmetje dat haar aanspoorde en zei dat ze nooit meer op zou staan als ze aan de vermoeidheid toe zou geven.
Een hoestbui liet haar lichaam schudden. Blindelings zocht ze steun bij de dichtsbijzijndste boom. Haar ademhaling klonk raspend toen de kriebel eindelijk verdwenen was. Ze haalde haar neus op en snoot hem opnieuw in haar mouw. Ze had het gevoel dat ze lekte, er bleef maar snot uit haar neus druipen, tranen stroomden om de haverklap uit haar ogen en haar mond zat vol slijm. En dan kwamen daar ook nog de koude rillingen bij die elk onbewaakt ogenblik over haar rug liepen.
Als een automaat bleef ze doorlopen en wrong ze zich een weg door de dichte bosjes heen. Even drong het in een helder moment tot haar door dat, sinds Jonathans dood, de hertensporen waren verdwenen en het haar veel te veel moeite kostte om naar het westen te lopen. Hij wilde dat zij naar Myniadèn ging en daarom zou ze eigenlijk uit de buurt moeten blijven. Maar het kon haar allemaal niks meer schelen, het enige wat ze wilde was warmte, slaap en eten. Dat zou ze allemaal kunnen vinden in Myniadèn. Als ze alleen maar weer zou herinneren waar ze de naam eerder had gehoord…
Haar voet bleef haken achter een wortel. Struikelend schoot ze naar voren, proberend overeind te blijven. Een laag struikje versloeg haar, ze viel met een klap op de grond en rolde door. Hijgend bleef ze liggen, haar ogen stijf dichtgeknepen. Misselijkheid woelde haar maag om en, als ze er iets in had zitten, had ze het nu uitgespuugd.
Diep in- en uitademend wist ze eindelijk haar kalmte te bewaren en met trillende armen duwde ze zich overeind. Meteen verstijfde ze. Ze keek recht uit op een brede weg, waar de karrensporen diep in waren gegraven. Opluchting zong door haar aderen en liet tranen van blijdschap over haar wangen stromen. Eindelijk! Nu hoefde ze alleen maar te wachten totdat er iemand voorbij zou komen en dan zou ze kunnen zien of ze in het gebied van de Lys of Tywell was.
Ze sleepte zich naar één van de bomen toe en ging met haar rug tegen de ruwe stam op een bed van mos zitten. Het vocht van de groene plantjes trok door haar broek heen, maar ze merkte het bijna niet op; haar kleren waren dagenlang al klam.
De vermoeidheid sloeg in golven toe; haar oogleden leken opeens veel te zwaar te zijn om open te houden. Met moeite sperde ze haar ogen wijd open. Het hielp niet veel, zodra ze haar gedachten ook maar iets af liet dwalen, drong de slaap weer aan.
Ik moet wakker blijven, moet wakker… wakker…

Gerommel in de verte liet Rose weer recht overeind schieten. Ze dwong haar slappe ledematen om te gaan staan, wat moeilijker ging dan ze gedacht had. Zwaaiend op haar benen hield ze zichzelf aan de boom overeind.
Met samengeknepen ogen staarde ze naar de verte, maar de wereld wilde niet helder blijven. De kleuren pulseerden en vloeiden in elkaar over. Alles danste om haar heen.
Ze schudde wild haar hoofd, wat haar een steek door haar schedel opleverde. Het hielp iets, het vloeibare pad werd weer vast. Een wagen kwam aanrijden, getrokken door een paard. Twee wezens zaten op de bok, het was niet duidelijk te zien wat ze waren.
Rose draaide zich voorzichtig zo dat ze nog wel hen kon zien, maar zij haar niet. Haar hart begon sneller te bonken van verwachting. Dit was het moment waarop ze kon zien of ze gered was.
Het regelmatige gebonk van de paardenhoeven werd overstemd door een irritant, schelle toon. Het duurde even tot het tot haar doordrong dat één van de wezens aan het fluiten was. Ze gluurde voorzichtig om de boomstam heen en viel bijna van opluchting op de grond. De zon glinsterde op de haren van de wezens en lieten het goud oplichtten. Tywell waren nooit blond, dat was een haarkleur die aan de Lys was voorbestemd. Ze was veilig.
Ze dwong zichzelf om de boom los te laten en naar het pad te stappen. Haar benen trilden zo erg dat ze even bang was dat ze zou vallen, maar het lukte haar om op de platgestampte aarde te gaan staan. Ze stak haar handen met de palmen naar buiten toe gekeerd naar de wagen toe en viel plat op de grond. Ze had niet eens de kracht meer om zichzelf te beschermen in haar val.
Haar bewustzijn druppelde langzaam weg, alles kwam nog maar vaag binnen. Geschrokken geschreeuw golfde haar om haar heen. De grond begon steeds harder te trillen terwijl de kar steeds dichterbij kwam gebolderd, om opeens stil te houden. Twee handen draaiden haar om en even was er een helder moment waarin ze in een spits gezicht keek, van waaruit twee lichtgroene ogen haar geschrokken opnamen. Toen veranderde het gezicht, werd het breder, terwijl de ogen felblauw kleurden. Een wrede grijns krulde zijn lippen omhoog, terwijl hij met twee verschillende stemmen begon te praten.
“Arm meisje, we zullen goed voor je zorgen.”
Rose probeerde haar mond open te treken om te gillen, maar al het geluid verstomde in haar keel. De wereld werd overdekt met zwarte punten, die zich uitspreidden over haar zicht. Even worstelde ze om bij bewustzijn te blijven, maar ook die strijd verloor ze. Alles zakte weg.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Hm...Ik heb het idee dat Jonathan in het lichaam van de lys zit. Ik zal het wel merken! :)
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

WAAAAAAUW, zo zo zo zo mooi. Het verhaal wordt niet saai, het blijft aangrijpend en ik wil meer. Meer. Meer. Meer! :D
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Jij bent echt niet aardig voor je personages, maar al helemaal niet voor je lezers, heb je nooit geleerd van je moeder dat je anderen niet onnodig in spanning mag laten? XD

Nee je had het nooit afgeschreven, je was gekomen totdat Johnatan dat monster had gedood, zijn identiteit ontdekt werd, hij in de gevangenis kwam, hij niet meer zichzelf was, en daarna weer wel. Hij dat belangrijke typ en rose alles verteld had, en het laatste was dat Rose net haar eerste les had van die magiër die haar ging helpen... (met wat zeg ik niet want ik wil niet iets verklappen dat in deze versie misschien terugkomt)
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Mooonie: Haha, je zal het idd wel merken^^ moet je helaas wel even wachten, eerst komt een koortsdroom voorbij gedreven, maar wel met Jonathan erin! Woehoe :P
@ Romy: Dank je :D ik zal mn best doen om het niet saai te laten worden!
@ Yociame: Haha, nee, dat heeft mijn moeder me inderdaad niet geleerd xD kennelijk is ze die vergeten, naast het aardig zijn voor personages :P Ah, dus jij weet al het allergrootste deel al! Ik wist niet dat ik al zover was met posten daaro, goed geheugen heb ik ook xD maar deze versie is een heel stuk anders, veel duisterder^^
En hier is dus het stukje met Jonathan, door een koortsdroom vanuit Rose. Wat vinden jullie, vanuit Jonathan zelf schrijven of vanuit Rose? Dus zo houden of zoals die drie herinneringen die zoveel verwarring opwekten? :P
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



Voorzichtig gluurde hij over de rand van het dak heen. Hij had de moeite niet hoeven doen; de wachters keken niet eens zijn richting op. Ze hingen verveeld tegen de deurpost aan, pratend over verschillende regeringsvormen. Hij glimlachte spottend. Sinds wanneer hielden simpele wachten zich met zulke zaken bezig?
Hij liet zich van het dak afglijden en kwam soepel neer. Met twee simpele polsbewegingen schoten twee glinsterende dolken weg, om abrupt onderbroken te worden in hun baan. De twee wachten grepen gorgelend naar hun keel, de mond wijd open om te schreeuwen, maar geen enkel geluid verbrak de stilte van de nacht. Hun stembanden waren doorgesneden. Levenloos zakten de mannen op de grond.
Achteloos liep hij naar hen toe en trok de dolk uit de keel van de rechterwachter. Bij de linker bleef hij staan. Zijn lip krulde misprijzend omhoog. Het wapen had de huid niet doorboord op de plek die hij had bedacht. Daar moest hij nog op oefenen.
Hij rukte zijn wapen los en stopte ze weer in de schede. Het lemmet moest goed bebloed zijn, dat gaf geluk. Niet dat hij dat nodig had.
Peinzend bleef hij bij de voordeur staan die met houtsnijwerk en andere tierlantijnen was versierd. Niet eens met ijzer verstevigd. Hij slaakte een geërgerde zucht. Dit ging veel te makkelijk, wilden ze soms dood? Waar was de lol voor hem gebleven?
Magie stroomde door zijn aderen en kwam samen in zijn vinger. Hij trok een teken op de deur, dat het hout wegvrat. Binnen een seconde kon hij naar binnenstappen.
Zijn voetstappen werden gedempt door het hoogpolige tapijt dat de marmeren tegels bedekte. Op zijn gemak keek hij om zich heen. Aan de muren hingen portretten die de verschillende generaties van familie d’Umrisè uitbeelden. Allemaal hadden ze de arrogante blik in hun ogen die uitstraalden dat zij beter waren dan iedereen. Hij had een hekel aan wynings.
Hij trok de dolk weer en liet hem achteloos over de schilderijen gaan. Het scherpe metaal gleed soepel door het doek heen, dieprode vlekken achterlatend. Hij glimlachte. Veel beter.
De gang eindigde in een halletje waar verschillende deuren toegang boden tot de vele kamers van het huis.
De eerste was leeg, de tweede niet. Een man in het livrei van een butler keek op van het boek dat hij aan het lezen was. Niet degene die Jonathan zocht. Met een onverschillig gebaar stuurde hij een schicht gevormd van magie op hem af en sloot de deur weer. De doodskreet klonk gedempt door het hout heen.
Pas na vijf kamers vond hij eindelijk degene waar hij naar op zoek was geweest. De kok had zich in een klein kamertje genesteld samen met een dienstmeisje. Ze zat op zijn schoot, met alleen nog maar haar onderrok aan. De rest van haar kleren lagen in een verfrommeld hoopje op de grond. De twee waren zo druk bezig dat ze niet hoorden dat hij binnenkwam.
Geamuseerd leunde hij tegen de deurpost aan. “Kijk eens aan, wat een charmeur. Mag ik meedoen?”
Hun reactie was precies zoals hij had gehoopt. Het dienstertje draaide zich met een ruk om en verborg haar naakte borsten met haar handen, wat niet veel zin had. Hij bekeek haar keurend. Behalve de twee pluspunten die ze vasthield, was er niet veel bijzonders aan haar. Een te grote neus en te oneffen huid.
“Naah, laat maar, je bent niet mijn type.”
Haar ogen puilden uit toen ze doorkreeg wie er voor haar stond. Ze trok lijkbleek weg en even genoot hij van haar angst tot ze haar mond opendeed en haar longen uit haar lijf krijste. Hij haatte blèrende wijven.
De kok duwde haar van zijn schoot af en sprong overeind. Ze klampte zich meteen weer aan hem vast, nog steeds zo hard gillend dat Jonathan zichzelf niet eens kon horen denken.
Zijn dolk beschreef een zilveren boog en warm bloed spatte op zijn gezicht. Gegorgel was te horen, gevolgd door een weldadige stilte. Hij glimlachte tevreden naar de kok, wiens gezicht al zijn kleur had verloren.
“Jou heb ik nodig.”

Zachtjes klom Jonathan de trap op. Bloed drupte van de zak, die hij aan zijn riem had gebonden, op de marmeren treden en liet zo een rood spoor achter. Een tevreden lach krulde zijn lippen omhoog. Tot nu toe liep alles volgens plan.
Zodra hij de overloop op was gestapt, liep hij naar de eerste deur toe. Degene die beplakt was met kindertekeningen waar met felgekleurde krijtjes stokpoppetjes op waren gekrabbeld. Niet bepaald een kunstwerk. Jonathan bleef er even naar kijken, maar besloot dat het de moeite niet waard was om ze eraf te scheuren. Het zou de achterblijvers pijnlijk herinneren aan het kleine meisje dat nu nog vredig in haar bed lag te slapen.
Hij deed voorzichtig de deur open en stapte de kamer binnen. Maanlicht kierde door een spleet in de gordijnen naar binnen, verder was de kamer stikdonker. Voor wat hij nu ging doen, had hij geen licht nodig.
Het kleine ledikant waar het meisje in lag was met houtkrullen opgefraaid. Kussens en donzige knuffels puilden bijna tussen de spijlen uit. Hij boog zich over het kleine meisje heen, dat verstopt was onder een zijden deken. Natuurlijk was alleen het beste goed genoeg voor haar.
Hij pakte haar voorzichtig op en zette haar op zijn arm. Ze was warm van de slaap. Knipperend gingen haar ogen open en ze keek soezerig naar hem op.
“Wie ben jij?” Haar zoete adem streek over zijn wang.
Hij glimlachte vertrouwelijk naar haar. “Een goede vriend van je ouders. Kom, dan gaan we samen een cadeautje aan hen afleveren.”
Ze knikte, stak haar duim in haar mond, kroop dicht tegen hem aan en knorde tevreden. Hij streek teder over haar haar dat de kleur van eikenhout had. Elke keer verbaasde hij zich over hoe goed van vertrouwen en hoe kwetsbaar kinderen waren. Hij zou zo zijn hand om haar nek kunnen leggen en die breken alsof het niets meer was dan een twijgje. Maar hij hees haar iets hoger, zodat hij haar makkelijker vast kon houden, en liep de kamer uit. Tijd voor het tweede deel van zijn plan.



Edit: aangepast na Mooonies feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Hm...Ik ben er nog niet uit wat hij van plan is. Ik vind het trouwens goed zoals je het nu hebt, ik zou het niet veranderen door het vanuti Rose te schrijven. Ik ben benieuwd naar Jonathan's plan, schrijf snel verder!
De kok duwde haar van haar schoot af en sprong overeind.
Van zijn schoot toch?? ;)
ejell
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 1805
Lid geworden op: 16 jun 2011 22:21
Locatie: Lima Heights Adjacent

En ik ben weer bijgelezen. En ik snap er niks van (': maar dat komt later waarschijnlijk :3 dus ga maar verder, dan snap ik het weer (:
When the power of love overcomes the love of power.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

@ Mooonie: Ah, mooi, dat scheelt weer een hoop gekloot in mn stukjes, ik heb de droom namelijk al afgeschreven^^ is alleen net iets te lang om in 1 keer te plaatsen, dus wordt ie nog een keer opgedeeld
@ Emilia: Haha, klinkt goed xD nou ja, zolang het niet te verwarrend wordt en je nog steeds door wil lezen, is het goed, maar als het té verwarrend wordt, zeg het en ik zal kijken of ik er iets in kan stoppen ;)
Oh, en natuurlijk weer een vraag :P vinden jullie het te langdradig of kan ik het zo laten?

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------


Twee steigerende paarden waren in het donkere ebbenhout van de hoofdslaapkamer gesneden. Het meisje stak haar hand uit en aaide over de manen van de linker, om naar het met smaragden ingelegde oog af te dwalen.
“Mooi he?”
Ze schudde loom haar hoofd. “Mijn tekeningen zijn mooier.”
Hij grinnikte. Zelfs zo klein al vond dit wyningmeisje dat ze beter was dan de rest. Kennelijk was het aangeboren.
“Zullen we je papa en mama wakker maken om hun hun cadeautje te geven?”
Ze keek naar hem op en ging met haar vingers over zijn wang, naar zijn mondhoek toe die ze opzij trok. Hij onderdrukte de neiging om haar weg te slaan –gegil kon hij nog niet gebruiken- en legde haar handje weer terug op haar borst.
“Dat vat ik op als een ja,” mompelde hij en wilde de deurknop omdraaien, maar die werd uit zijn hand gerukt. De deur zwaaide open en opeens keek hij recht in een woedend gezicht.
“Waarom heb je Myleth van bed gehaald? Ze sliep net!”
Jonathan glimlachte naar de heer des huizes. “Omdat we jou samen een cadeautje komen geven.”
De man opende zijn mond, maar al het geluid verstomde in zijn keel toen hij doorkreeg wie er voor hem stond. Angst vloog over zijn gezicht, samen met haat die zijn grasgroene ogen verduisterde.
“Jij,” siste hij.
Jonathans glimlach verdiepte zich tot een grijns en hij knikte. “Dat heb je goed gezien. Zou ik binnen mogen komen?” Hij stapte naar voren voordat de man antwoord had kunnen geven. “Natuurlijk mag ik dat, zo onbeleefd zijn jullie niet.”
Heer d’Umrisè deinsde achteruit, zijn blik schoot van Myleth naar haar drager die onverstoord de kamer inliep. Ook hier was alles mooi versierd, met roomkleurig behang waar twee wandtapijten en een paar schilderijen ophingen. Het geschilderde gezicht van heer d’Umrisè keek goedkeurend de kamer in, in fel contrast met dat van de levende heer.
Jonathan ging op een wijnrode bank in de hoek van de kamer zitten en zette Myleth voorzichtig op zijn schoot neer. Ze keek even om zich heen, maar pikte de gespannen sfeer kennelijk niet op, want ze kroop weer dicht tegen hem aan. Hij sloeg een arm om haar heen, wat een onbeheerste beweging van d’Umrisè opleverde. Jonathan trok zijn wenkbrauwen op, maar de heer had zichzelf weer onder controle.
“Gaat u me geen versnapering aanbieden?”
De man klemde zijn smalle lippen op elkaar, maar liep toch houterig naar een laag kastje toe. “Wat wilt u?”
Jonathan tikte nadenkend tegen zijn tanden. “Weet je wat, geef mij maar een likeurtje.” Hij grimaste verontschuldigend. “Dat is niet te sterk en van wijn krijg ik de volgende dag een enorme hoofdpijn van.”
In de ogen van heer d’Umrisè was te lezen dat hij hem meer toewenste dan alleen maar hoofdpijn. Toch knikte hij en haalde een fles tevoorschijn. Een klein, kristallen glas werd gevuld met de lichtgele vloeistof.
“Zet hier maar voor op de tafel neer,” gebaarde Jonathan, wat de man gehoorzaam deed. Hij pakte het glas vast en rook eraan. Appellikeur van een goede kwaliteit. Meestal wilde hij iets sterkers, maar hij moest vanavond nog werken. Een troebele blik kon hij daar niet bij gebruiken.
“Wil je ook een slokje, Myleth?” vroeg hij nadat hij het meisje nieuwsgierig naar zijn glas had zien staren.
“Nee!” De uitroep liet Myleth schrikken en ze keek met grote ogen naar haar vader.
“Wat zei je?” vroeg Jonathan en liet een dreigende ondertoon in zijn stem sluipen.
Zweet werd zichtbaar op het bleke voorhoofd van d’Umrisè en hij veegde het gehaast weg. “I-ik b-bedoel, ga je g-gang, Myleth.”
Jonathan knikte hem goedkeurend toe en richtte zijn aandacht weer op het kleine meisje. “Het smaakt voor een groot deel naar appelsap, heel lekker.”
Het meisje pakte het glas uit zijn hand en nam een klein slokje. Met een vies gezicht slikte ze de likeur door.
“Niet lekker?”
Ze schudde haar hoofd.
Hij schokschouderde. “Dan is er meer voor mij.” In één keer sloeg hij de drank achterover. De alcohol brandde in zijn slokdarm, maar niet zo sterk als hij gewend was. Spijtig keek hij naar het lege glas, maar zette het toch terug op de tafel.
“Zo, over naar onze zaken. Waar is de vrouw des huizes?”
Zonder zijn blik van Jonathan af te halen, verhief heer d’Umrisè zijn stem. “Liraine, kom eens hierheen?”
Na een paar seconden wachten ging een deur, verborgen in het wandtapijt, open en kwam er een vrouw tevoorschijn met bruine krullen die weelderig over haar smalle schouders vielen.
“Wat is er-” Haar stem stokte in haar keel zodra ze hem zag. Hij glimlachte vriendelijk naar haar, wat ze beantwoordde met een blik vol angst. Even leek het alsof ze flauw ging vallen; haar ogen rolden naar boven, maar ze wist zichzelf in te houden.
“Zo, nu kunnen we zaken doen.” Hij wuifde vriendelijk naar hen. “Pak er een stoel bij, van dat de hele tijd staan worden de voeten zo moe en ik zou niet willen dat dat gebeurt.”
Liraine schudde haar hoofd en bleef staan. Met haar kin opgeheven keek ze hem uitdagend aan. “Geef me mijn kind terug.” Haar stem klonk verrassend beheerst. Even flitste er een beeld voor zijn netvlies met haar onder zich, naakt en bezweet, maar hij duwde het weg. Vandaag was niet de dag voor zulke pleziertjes.
Hij richtte zich tot heer d’Umrisè, die ook was blijven staan en hem net zo uitdagend probeerde aan te kijken als zijn vrouw, maar daar jammerlijk in faalde. Naast haar leek hij grauwe middelmaat, alleen maar zo hoog opgeklommen door het bloed wat door zijn aderen stroomde.
“Goede heer, ik geef u twee opties en een paar minuten bedenktijd. U moet natuurlijk weten dat ik nog genoeg andere dingen te doen heb, dus ik wil hier niet al te veel tijd aan verspillen. Aan u de keuze, van wie u het meeste houdt: uw dochter of uw vrouw.”
Liraine hapte naar adem, haar blik schoot geschrokken naar haar man, die nog bleker was weggetrokken. Jonathan zag het grijnzend aan, de wanhoop straalde bijna van hun gezichten af. Een siddering van plezier trok door zijn buik toen de twee ruzie begonnen te maken. Hij streelde het meisje dat geschrokken naar haar ouders keek over haar zachte haren en probeerde zich te beheersen. Bijna, het was bijna tijd…
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

AH wat een klootzak is Die Jonathan ook ( soms), kwaadaardig is en blijft af en toe van toepassing...
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Haha, kwaadaardig is een goed woord xD I love it om die stukjes te schrijven^^


Na een paar minuten begon hij zich te vervelen –geduld was nooit zijn sterkste punt geweest- en hief daarom zijn hand op. Meteen viel het ruziënde stel stil.
“Ik wil het nu weten.”
Heer d’Umrisè keek van zijn vrouw naar zijn dochtertje en knikte in zichzelf. “Ik kies dat mijn vrouw blijft leven.”
“Wat?” gilde ze. “Ben je gek geworden? Neem mij, Myleth móet overleven!” Tranen stroomden over haar wangen. Wanhopig liet ze zich op haar knieën vallen. “Alsjeblieft, we hebben goud, juwelen, alles wat je maar wilt hebben, maar niet mijn dochter!”
Myleth begon ook te huilen en probeerde zich los te wringen om naar haar moeder te kunnen gaan. In een vlaag van woede sloeg Jonathan haar in haar gezicht. Met geschrokken ogen staarde ze naar hem op, terwijl een rode vlek zich langzaam verspreidde over haar wang.
Nu ze stil was, richtte hij zijn aandacht weer op heer d’Umrisè, wiens trekken verwrongen waren van wanhoop. Jonathan liet een glimlach de ergernis wegduwen. “Dat is een mooie keuze, maar domme ik, ben ik helemaal vergeten waarvoor ik hier kwam! Ik had een cadeautje voor uw prachtige vrouw, iets wat haar schoonheid helemaal eer aan doet. Ik weet zeker dat ik zo het verdriet van het aankomende verlies van uw dochtertje iets kan verzachten.”
Hij knoopte de buidel die aan zijn riem zat los en stak hem naar haar uit. Ze staarde hem wantrouwend en vol haat aan, maar kwam toch schoorvoetend naar voren gestapt. De zak was van mooi donkergroen fluweel gemaakt en was iets vochtig aan de onderkant, maar dat kon natuurlijk gebeuren. Ze trok het touwtje los en stak haar hand in de zak. Likkebaardend wachtte hij op haar reactie, die al snel kwam. Gillend trok ze haar handen terug, waardoor de zak op de grond viel en de inhoud eruit rolde. Het in de dood verwrongen gelaat van de kok was te zien.
Tevredengesteld leunde Jonathan achterover. “Ik wilde eerst een ledemaat afsnijden wat iets meer naar beneden zit, maar ik wist niet zeker of je het zou herkennen. De verhalen gaan rond dat de kok iets groots daar heeft, oh pardon, had hangen, maar dat kan natuurlijk ook door hem verzonnen zijn. Je weet maar nooit.”
“Wat is dit voor misselijkmakende grap?” siste de heer hem toe.
Jonathan knipperde verrast met zijn ogen. “Oh, wist u het nog niet?”
“Wat?”
Hij glimlachte verheugd. “Echt niet? Wat leuk, dan mag ik de boodschapper zijn van dit smakelijke nieuwtje! Mijn waarde heer d’Umrisè, uw geliefde vrouw gaat al zolang jullie getrouwd zijn vreemd met de kok! Het is zelfs zo erg dat Myleth, hoe spijtig ik het ook vind, niet uw dochtertje is, maar de zijne.”
Zijn ogen puilden bijna uit zijn oogkassen. “Wat zei je daar?”
“Kijk maar,” Jonathan trok het hoofd van het stilletjes snikkende meisje opzij en ontblootte haar oren, “veel te stomp om van een volbloed wyning te zijn.”
Heer d’Umrisè’s blik schoot met een ruk naar zijn vrouw, die hem met betraande wangen aankeek. Bovenop de woede en angst lag een gekwetstheid die Jonathan deed grijnzen. Hij genoot met volle teugen van de pijn die hij veroorzaakt had. Verliefdheid was de enige liefde die een wyning kon voelen en kennelijk hield de heer van Liraine. Hem bedriegen zou een gekwetste razernij oproepen die Jonathan van plan was om te gebruiken.
“Is dat waar?” vroeg d’Umrisè zachtjes, te geraakt om boos te zijn. Dat riep Jonathans ergernis op. Natuurlijk was het waar, hij verspreidde alleen leugens als hij daar zelf beter van werd.
“Jahaa,” zei hij ongeduldig en wapperde naar zijn eigen oren. “Oren liegen niet, kijk maar bij mij, ik ben zelf ook een halfbloedje.”
De man wendde zijn blik echter niet af, maar bleef zijn vrouw aanstaren. De tranen begonnen harder over haar wangen te stromen en met uitgestoken handen viel ze op haar knieën.
“Het spijt me, het spijt me zo!”
“Is het waar?” Nu klonk er een kilheid in d’Umrisè’s stem door die Jonathan alleen maar toejuichte.
Liraine knikte, haar ogen smekend naar hem opgeheven. Tranen lieten de purperen iris glinsteren. Ze huilde elegant, dat moest hij haar toegeven. Die verrekte mensen kregen altijd rode vlekken onder hun ogen en alles zette uit. Dan werden ze nog lelijker dan ze al waren.
Jonathan pakte een van zijn bebloede dolken en begon er nonchalant mee te spelen. Het kind op zijn schoot jammerde en probeerde aan zijn grip te ontkomen, maar na een gerichte kneep in haar bovenarm, bleef ze gehoorzaam zitten.
“Zal ik mijn keuze opnieuw stellen? Je kind of je vrouw.”
Heer d’Umrisè draaide zijn hoofd langzaam in zijn richting en staarde hem met holle ogen aan. “Mijn vrouw.”
Precies zoals hij verwacht had. Met een wellustige grijns zette hij Myleth op zijn plek neer en sloop op Liraine af, die zich jammerend aan heer d’Umrisè’s voeten had gegooid. Van haar sierlijke koelte was niets meer over, wanhoop had haar overgenomen. Hij greep haar zijdezachte krullen vast en trok haar hoofd naar achteren. Een lage kreun welde op uit haar keel.
“Je zult boeten voor je daden,” wist ze nog uit te spuwen.
Hij rolde met zijn ogen. “Kennelijk geen briljant moment vlak voor je dood. Als je eens wist hoe vaak ik dat al heb gehoord.”
Genadeloos haalde hij de dolk langs de blanke huid van haar hals en liet haar stuiptrekkend naar achteren vallen. Een hoge gil galmde door de kamer, niet van haar maar van het kleine meisje dat had gezien hoe haar moeder werd vermoord. Jonathan wierp even een blik op d’Umrisè, maar die staarde als versteend naar het bloederige lichaam.
Met nog steeds diezelfde grijns op zijn gezicht liep Jonathan met grote stappen naar het meisje toe, dat bang in de kussens van de bank wegdook. Hij greep haar bij haar keel vast en drukte zijn vingers diep in haar huid. Gillend hing ze in zijn greep, maar dat geluid hield snel op toen hij met een droge knak haar nek brak. Hij gooide het lijkje achteloos neer op de bank en draaide zich om naar d’Umrisè.
De man had nog steeds die holle blik in zijn ogen, dezelfde blik die Jonathan bij al zijn slachtoffers had gezien. Het verschrikkelijke weten dat, ook al zou hij het overleven, er toch niks was om vóór te leven. Zo had Jonathan ze graag.
Hij liep dicht naar de heer toe, zo dicht dat hij het angstzweet kon ruiken. Jonathan keek vernietigend op d’Umrisè neer, voelde de walging en haat door zijn maag woelen en moest zich inhouden om niet meteen de man aan te vallen.
“Het is jammer dat jij zo egoïstisch moest zijn, mijn meesteres wilde alleen maar jouw dood hebben. Als jij je opgeofferd had, hadden zij nog geleefd.”
Schrik trok over d’Umrisè’s gezicht, gevolgd door besef. “K-kon i-ik-”
Zijn vraag werd abrupt afgekapt door de kreet van pijn die zijn mond ontvluchtte. Hij dook ineen, klauwend naar zijn buik waar de bleke ingewanden uitpuilden. Jonathan veegde zijn dolk af aan de met fluweel bedekte rug en stopte hem weer in zijn schede. Zonder nog een blik op de stervende man te werpen, liep hij de kamer uit. De deuren vielen met een klik in het slot, zo het bloederige tafereel verhullend.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Ooh ik snap dat je er van kunt genieten het is daar naast ook nog eens zeer leuk om telezen echt goed geschreven.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Ah bah, de spetters zitten gewoon bijna op mijn scherm :O

Ik vind het trouwens niet langdradig! Ergens tussen door kwam ik die vraag van je tegen ;) Ik heb al die schuingedrukte stukjes achter elkaar gelezen, het las fijn weg en was allemaal duidelijk. Ging naar mijn idee in het goede tempo, ook dat van Rose, in haar poging de weg te vinden. :)

Is dat schuingedrukte trouwens een herinnering die Rose beleefd omdat ze hem had aangeraakt (dat was toch de reden dat ze zijn verleden vermengd zag met het hare?) of is het een flashback die nog toegelicht gaat worden?

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Ik liep een stukje achter, maar ben weer bijgelezen! Wat is Jonathan wreed zeg :( Maar nog steeds cool!
Zelfs zo klein al vond dit wyningmeisje dat ze beter was dan de rest. Kennelijk was het aangeboren.
Ik zou deze zin weglaten, omdat Jonathan al weet dat ze geen wyning is. Dat maakt het een beetje raar dat hij dit denkt.

Voor de rest geen commentaar! :)
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Ha Saskia, ik ben in zo'n vrolijke stemming dat ik besloot weer een stukje te lezen! :D Ik snap er natuurlijk helemaal niets van, maar daar gaat het niet om. Ik kom wel het juiste stukje binnenvallen, zeg, het bloed spettert inderdaad alle kanten op, precies mijn specialiteit -.- Not :P
Maar dat geeft niet, ik kom eigenlijk alleen even zeuren xD

Het is jammer dat jij zo egoïstisch moest zijn, mijn meesteres wilde alleen maar jouw dood hebben.

Jou moet zonder w (:

Maar, hierbij mijn complimenten, in het begin (waar ik nog meelas) zaten veel meer van die kleine foutjes, dus je gaat stukken vooruit! :D Tenminste, in dit stukje, ik weet niet hoe het met de rest zit xD

Oké, ik stop weer met deze reactie. Ik kan wel zeggen dat ik het verhaal leuk vind, maar je weet dat ik totaal niet van fantasy hou, dus ik ga niet liegen. Goed geschreven, dat wel (:

Liefs, Marit.
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
ROMEH
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 1383
Lid geworden op: 10 jun 2011 10:41

O mijn god. Dit is echt geweldig! Ik hou zo erg van dat sadistische, dat ik stiekem moest glimlachen toen ze alle drie werden vermoord. :$
Ik hou van Jonathan. Het is zo'n goed uitgewerkte personage!
“When you play the game of thrones, you win or you die.”
Silk
Balpen
Balpen
Berichten: 123
Lid geworden op: 30 dec 2011 13:34

Iets te bloederig naar mijn zin, bah bah.

Maar het moet volgens mij wel "jouw dood" zijn, als in "de dood van jou". Of misschien kan "jou dood" ook wel, als in de zin van iemand dood wensen. Soit. Laten staat volgens mij. :)
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Yes, googlebot vindt mijn verhaal leuk! Achievement unlocked :P
@ Yociame: Dank je :D en ook nog bedankt voor het liken^^
@ Maaike: Mooi zo! Ik had tijdens het schrijven namelijk een beetje het gevoel dat ik langdradig bezig was, vooral in het middenstukje. Maar dat komt gelukkig niet zo over, een pak van mn hart :P het is een herinnering die nog uitgelegd gaat worden, mag die optie ook? ^^
@ Mooonie: Haha, ik vind het echt leuk dat je, ondanks zijn duistere kant, hem nog leuk vindt! En je haalt meteen een puntje aan waar ik niet duidelijk genoeg was, het meisje was een halfbloedje, dus half wyning, half mens. En die arrogantie past juist bij een wyning, dus ik houd dat zo, maar verander iets anders. Bedankt!
@ Marit: Ik dacht al: huh? Een reactie van jou? Je hebt inderdaad een perfect moment uitgekozen om het verhaal in te duikelen haha xD die zin struikelde ik ook al over bij het herlezen, maar, zoals Silk zei, klopt ie gewoon. Dus een stuk zonder foutjes, hell yeah! Krijg ik dan bonuspunten? :sweet
@ Romy: Ohho! Stiekem glimlachen, tsss :P en ik ben blij dat je hem goed uitgewerkt vindt, vind ik toch één van de mooiste complimenten om te krijgen :D
@ Silk: Jeej, mijn grammaticale ondersteuning! En het bloederige, tja... het hoort erbij :angel
Zo, en weer verder met Rose^^ en natuurlijk krijgen we weer de wekelijkse vraag erbij xD het valt me tijdens het schrijven op dat ze heel vaak bang en in paniek is. Is dat niet vervelend om te lezen of vinden jullie het erbij passen? Haar karakter zal de komende stukjes trouwens wat meer ontluiken^^
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------




Twee ruziënde stemmen klonken door het zeil van de huifkar heen, luid genoeg om te horen, maar Rose kon ze niet verstaan. Het was alsof ze op iedere lettergreep kauwden voordat ze hem uitspraken. Aan de stemmen te horen, waren het twee mannen. Geen Jonathan.
Opgelucht liet ze zich tegen het houten schot leunen, dat haar slaapplek afschermde van een met zeil bedekte hoop. Onder de doek kwam een mierzoete geur vandaan die haar deed kokhalzen als ze te diep adem haalde. Ze had geprobeerd eronder te kijken, maar ze was in elkaar gezakt voordat ze helemaal stond en daarna had ze het niet meer geprobeerd.
Met een warm deken over zich heen en een stromatras onder haar lichaam was ze wakker geworden. Ze voelde zich nog steeds zwak, elke beweging was een strijd. De angst voor Jonathan zat nog diep in haar, ondanks dat ze hem dood voor zich had zien liggen. De nachtmerrie waarin ze hem was geweest, was veel te levendig om er zomaar aan voorbij te gaan. Ze haatte haar lichaam omdat het had gehuild om zijn dood, hij verdiende de tranen niet. Hij was een monster!
Eén van de mannen verhief zijn stem. Rose boog zich voorover en concentreerde zich zo goed als ze kon. Langzaam druppelden er woorden binnen.
“… niet achter!”
“Dat zeg… niet, we nemen … Myniadèn. Ze is sterk … om te rijden.” De tweede man had een zwaardere stem en sprak de woorden bijna monotoon uit.
“En … ze sterft?”
“Niet onze schuld, we … gedaan wat we konden. We moeten … aan onszelf denken, Dillan, de myniavruchten … bijna verrot. Dan kunnen we ze niet meer verkopen.”
De ander lachte schamper. “Dus je … de myniavruchten belangrijker dan een leven?”
Een zucht was te horen. “Nee, dat zeg ik niet. Ik zeg alleen maar dat het niet onze verantwoordelijkheid is om te wachten totdat ze helemaal beter is. Wij hebben haar niet in deze staat gebracht. En we moeten ook aan thuis denken, die zullen niet blij zijn als we thuiskomen met het verhaal dat we iemand hebben gered, maar de oogst niet hebben kunnen verkopen.”
“We blijven hier totdat ze zich goed genoeg voelt om verder te gaan, daarmee punt uit.”
Het tentdoek begon te bewegen en een streep licht viel naar binnen. Rose kroop geschrokken zo ver naar achteren totdat ze het schot in haar rug voelde prikken. Het beeld dat ze had gehad voordat ze flauw was gevallen flitste op. Het gezicht dat in dat van Jonathan veranderde. Was ze nog niet van hem af?
“Doe niet zo egoïstisch,” riep de ander hem na, “de rest is afhankelijk van ons om in de winter eten te hebben!”
Het doek viel open, een spits gezicht onthullend. De blonde wenkbrauwen waren gefronst en woede flakkerde diep in zijn lichtgroene ogen. “Moge Tyvol hem halen,” mompelde hij en hees zichzelf op de bok. Hij verstarde in zijn bewegingen toen hij Rose zag, die hem angstig opnam. Hij was degene die was veranderd in Jonathan!
“Je bent wakker!” zei hij verheugd.
Ze kon hem alleen maar trillend van angst aanstaren terwijl een glimlach op zijn gezicht doorbrak. Hij klauterde naar haar toe en reikte zijn hand naar haar uit. Paniek verdreef alle gezonde gedachten en ze wendde zich tot het enige wapen dat ze had: haar stem. Zo hard als ze kon gilde ze.
De man week geschrokken achteruit, verloor zijn evenwicht en duikelde door het tentdoek naar buiten. Hijgend en met een piep galmend in haar oren keek ze hem na. Een tweede gezicht verscheen tussen de zeilflappen door. Rose gilde nog een keer, maar het hield deze man niet tegen. Hij klauterde de bok op. Ze graaide naar iets wat ze als wapen kon gebruiken, maar het enige wat haar handen vonden waren de deken en het stromatras.
“Weg, ga weg!”
De man stak zijn handen op, de handpalmen omhoog als teken dat hij geen wapen bij zich had. “Rustig, ik ga je niets doen.”
Ze schudde paniekerig haar hoofd. “Nee, je liegt! Jij bent Jonathan, ik heb je wel door! Waarom doe je me dit aan?”
Hij glimlachte rustig naar haar. “Er is hier niemand die Jonathan heet, mijn naam is Elmen en degene die je naar buiten hebt laten vallen, is Dillan.”
“Nee! Hij is… ik zag… blauwe ogen… hij veranderde.” Ze stikte haast in de woorden die allemaal tegelijkertijd haar mond wilde verlaten. Beelden flitsten over haar netvlies, het spitse gezicht dat opeens dat van Jonathan werd, het kleine meisje wiens keel zo achteloos gebroken werd, de felblauwe ogen die nietsziend staarden naar de hemel… Ze dook ineen, krampachtig proberend om alles weg te duwen. Ze wilde er niet aan denken, ze wilde er niet aan denken…
Een voorzichtige aanraking op haar schouder liet haar met een kreet opspringen. Meteen zakte ze weer door haar knieën op het matras. De man nam haar doordringend op, alsof hij alle gebeurtenissen van de afgelopen paar dagen van haar gezicht af kon lezen. Ze kroop achteruit en hield de deken voor zich, in een poging om de blik af te weren.
Hij hurkte voor haar neer, met zijn armen op het houten schot. “Je weet toch dat wynings hun oogkleur niet kunnen veranderen?”
Alle gedachten en beelden vielen opeens weg. “Wat?”
“Dat is een van de beperkingen in het veranderen van wynings. De ziel blijft hetzelfde en aangezien de ogen de ramen van de ziel zijn, veranderen die ook niet mee. Mijn ogen zijn grijs,” hij sperde zijn ogen zo wijd open dat ze de leigrijze iris goed kon zien, “en die van Dillan groen. Ik denk dat je een koortsbeeld hebt gehad.”
Rose staarde hem met open mond aan. De naweeën van de paniek raasden nog door haar lichaam heen, maar zwakten met elke hartslag af. Het nam al haar energie mee. Ze zakte tegen het schot aan en sloot opgelucht haar ogen. Geen Jonathan. Hij was dus echt dood.
“Dank je,” fluisterde ze met schorre stem. Met elke ademhaling voelde ze haar vermoeidheid toenemen. Ze hoorde nog het brommen van de stem van de man, maar de woorden verstond ze niet meer. Alles was weg.


Aangepast na Mooonies feedback
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Mooonie
Vulpen
Vulpen
Berichten: 325
Lid geworden op: 11 sep 2011 14:12
Locatie: Hoorn

Ik vind die angst en paniek juist heel realistisch na alles wat ze heeft meegemaakt de afgelopen tijd ;) Dit stukje vond ik echt super! Ik wil verder lezen! Ik had echt niet verwacht dat dat beeld uit het vorige stukje, van die man die in Jonathan veranderde, een hallucinatie was. Ik denk dat ik te gefocust ben op dat Jonathan weer terug komt, haha. In ieder geval, ik vind Rose een steeds leuker personage worden. Ga zo door!

Oh, bijna vergeten. Ik kwam één foutje tegen.
De man stak zijn handen op, de handpalmen omhoog als teken dat hij geen wapen bij heb.
het einde van deze zin klopt niet helemaal ;) Ik denk dat het moet zijn: als teken dat hij geen wapen bij zich had.
xILY.
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2028
Lid geworden op: 06 jan 2011 19:48

Als je de w niet gaat weghalen in die zin, dan blijft ie raar :P
Hoe kan je nou iemands dood hebben? Ö Ik dacht idd dat je bedoelde dat je iemand dood wilde hebben, niet de dood van iemand (: Dat is namelijk echt heel raar xD
En tjah, als je dat echt bedoelt... DAN KRIJG JE BONUSPUNTEN! :D

En natuurlijk heb ik niets gelezen van je post, dus vergeet dit bericht maar weer xD
I'm jealous of my parents, I'll never have a kid as cool as theirs.
Tijgerlelie
Tipp-Ex team
Tipp-Ex team
Berichten: 362
Lid geworden op: 20 dec 2011 13:25

Saskjezwaard schreef: @ Tijgerlelie: Haha, en weer dacht ik net dat ik kon schrijven xD jij en Jodie houden me wel goed nederig hier :P bedankt voor het grammar nazi uithangen! Deze dingetjes zijn iets moeilijker om meteen te verbeteren, maar ik zal mn best doen^^
Haha, ja, want ik heb al tienduizend boeken verkocht (A)
Zie het maar zo, als ik het echt niks vind begin ik niet eens met reageren! Binnenkort zal ik weer verder lezen, dan wordt het leven weer wat rustiger :)
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Mooie aanval/verdedigingsactie van Rose om het op een gillen te zetten, haha. Vooral omdat die ene jongeman daardoor de wagen uitviel. ^_^

Ik vind de korte beschrijving van de wying subtiel toegevoegd! En tevens ook een goede manier om Rose te kalmeren, al zou ik ze nog steeds niet vertrouwen. Die wyingen hebben vast wel van kleurlenzen gehoord :angel

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Hah, dankjewel! Ik zat een beetje vast met een stukje in mijn eigen verhaal maar ik was helemaal vergeten dat we ook nog kunnen dromen xD Nou kan ik weer verder :D

Heb nog niet de tijd gevonden om het hele verhaal te lezen dus heb er nu even overheen gescanned, ik ga het in de vakantie zeker eens rustig lezen!
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
yociame
Balpen
Balpen
Berichten: 197
Lid geworden op: 03 apr 2011 17:16

Waar blijft meer?
Plushie
Potlood
Potlood
Berichten: 62
Lid geworden op: 08 jun 2012 18:52

Noes,... Waarom ben je al zo ver. ;(
Vanaf het eerste hoofdstuk sprak je verhaal me meteen aan. ^^ Je beschrijft alles zeer gedetailleerd en je kunt meeleven met je personages ;D
Momenteel heb ik nog maar niet zo veel hoofdstukken kunnen lezen, dus heb ik nog geen verbeteringen/... klaarstaan ;) Ik hoop dat ik snel de tijd zal vinden om alles te lezen zodat ik gewoon kan volgen ;D

xx, Plushie (Je zal snel nog iets horen van mij ;P)
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Ik zat de hele tijd vast met dit stukje, vooral met het einde. Ik ben er nog steeds niet helemaal tevreden over, maar the story must go on! Wat erna komt heb ik wel al een stuk geschreven, dus ik zal tot zaterdag één stuk per dag posten. En daarna op vakantie^^
Emilia, bedankt voor het liken! En ook voor het vorige stukje, ik was je vergeten te noemen :angel
@ Mooonie: Hah, gelukkig! En leuk om te horen, dat Rose steeds leuker wordt :D
@ Marit: je kunt iemands dood bevelen, als je het dan begrijpt :P het is idd een vreemde zin. En yes, bonuspunten! Whoop, whoop! Kan ik er ook iets mee kopen?
@ Tijgerlelie: Haha xD en hoe staat het met het lezen? :P
@ Maaike: Haha, je bent wel heel erg wantrouwig xD kleurlenzen, daar had ik nog niet eens aan gedacht^^
@ Chris: Graag gedaan, denk ik? :P ik hou van dromen! Zijn heel erg handig voor herinneringen. Hoewel ik ze alleen in dit verhaal heel veel gebruik. Maar dat ligt ook aan Rose :P
@ Yoxcame: Sorry! xD
@ Plushie: Leuk om te horen, dank je, dank je^^ en je hebt geluk, na zaterdag komt er voor 3 weken niets meer bij :P
Ik was trouwens de schrijfles van Arin in aan het vullen voor Rose en toen bedacht ik me dat ik eigenlijk niet precies wist hoe oud Rose was. Hoe oud zien jullie haar ongeveer voor je?

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------



De striemende wind joeg de sneeuw in onregelmatige spiralen door de lucht. Het pad was al door een wit deken bedekt, waardoor de kale bosjes een grimmige aanblik kregen. De winter was een seizoen van dood en schaarste, wat de reden was dat hij probeerde iets wijs te worden uit de sporen die door de sneeuw liepen. De jaarlijkse winterjacht betekende de dood voor de edelherten en enkele wolf die ze tegenkwamen, waardoor het dorp weer eten had.
Het was zijn plicht om als enige man van zijn gezin mee te jagen, hoewel het niet als een dwang voelde. Hij vond de jacht leuk, niet alleen door de energie die het gevecht met een edelhert hem gaf, maar ook door het zoeken naar het wild. Het gaf hem de rust om weer met zichzelf in reine te komen en hem het gevoel te geven dat hij de enige op de wereld was. Al zijn zorgen verdwenen in deze besneeuwde wereld.
Tenminste, dat was vroeger zo. Eerst had hij urenlang zonder enige wezenlijke gedachte een hertenspoor kunnen volgen, nu betrapte hij zichzelf erop dat er af en toe een flits van een herinnering opdook. Over Feye, Lauryn en Roselyn, zijn kleine gezinnetje. Misschien werd hij te oud voor de jacht, als weemoed hem nu al overviel.
“Roman!”
Knerpende voetstappen klonken achter hem op, gevolgd door nog een keer een uitroep van zijn naam. Roman draaide zich om en zag dat één van de leden van het kleine jachtgroepje op hem kwam afgerend. Het verweerde gezicht had een zeldzame gloed over zich.
Net zoals de rest van de jachtgroep was Kalle goed ingepakt, het bont waarmee de jas was ingevoerd, beschermde hem tegen de kou en het leer hield de ijzige wind tegen. Lappen waren om zijn handen gewikkeld en lieten zijn vingers vrij, zodat hij nog wel enige vorm van grip had. Zijn zwarte haren waren met sneeuw ingelegd, net zoals zijn zware wenkbrauwen. Kalle was al jarenlang zijn beste vriend en Roman vertrouwde hem blindelings.
“Wat is er?” vroeg Roman nieuwsgierig. Kalle was geen man die zich snel opwond over wat dan ook.
Energie sprankelde in Kalles ogen. “Een beer, we hebben de grot van een beer gevonden!”
Roman voelde zijn mond openvallen. “Wat? Waar heb je die verrekte beer gelaten, we gaan hem meteen doden!”
Kalle grijnsde en wenkte Roman om achter hem aan te gaan. Samen renden ze terug over het spoor dat Kalle met zijn voetstappen had gemaakt.
Het bloed zinderde door Romans aderen. Zijn eerste berenjacht! Hij ging nu al vele jaren mee op de winterjacht, maar nog nooit was zijn groep een beer tegengekomen. De meesten hielden hun winterslaap in de bergen, waar het te onbegaanbaar was voor een groep om te overleven. Het was jammer, de dieren waren kostbaar. Gepekeld berenvlees was een ware delicatesse en de vacht was uitermate geschikt als deken in de winter.
Het smalle pad liep uit op een open plek, waar al drie andere mannen stonden te wachten, gehuld in hetzelfde tenue als Kalle en Roman. De langste van het groepje gebaarde de twee om stil te zijn, wat ze meteen deden. Voorzichtig slopen ze dichterbij.
“Hij is nog in slaap,” fluisterde de lange man hen toe. “We wilden lootjes gaan trekken om te kijken wie hem mag doden en de vacht mag houden. Het vlees verdelen we wel.”
Roman en Kalle stemden toe en al snel waren de lootjes getrokken. Teleurgesteld keek Kalle naar het takje dat duidelijk te klein was om aanspraak te maken op het doden van de beer. Roman was degene die het geluk aan zijn zijde had.
Opgewonden sloop Roman het berenhol binnen, op de voet gevolgd door de anderen. De ranzige berenlucht sloeg hem in zijn gezicht en even had hij het gevoel alsof zijn keel werd afgeknepen. Het door zijn mond ademhalen verhielp dat probleem, al kon hij de stank bijna proeven.
Het licht van de lantaarn die Kalle droeg, wierp spookachtige schaduwen op de rotsen, die zo dicht op elkaar stonden dat je achter elkaar moest lopen. Met zijn speer geheven probeerde Roman iets in de halfverlichtte duisternis voor hem te zien. Het zou zijn dood betekenen als hij op de beer zou stappen.
Het lage plafond werd geleidelijk steeds hoger en de wanden van de gang weken achteruit, totdat ze een kleine kamer vormden. De stank van stront en beer was hier zo erg dat hij zich licht in zijn hoofd begon te voelen.
“Hier is ie,” fluisterde een van de mannen achter hem.
Kalle liet de lantaarn door de ruimte schijnen. Dicht tegen de wand aangedrukt lag het grote dier. De diepzwarte vacht glinsterde zachtjes in het licht. Zich onbewust van zijn naderende dood lag hij lichtjes snurkend te slapen. Romans handen grepen de speer steviger vast. Een berenvacht zou een geweldige verrassing zijn voor Feye!
Hij sloop zo dicht naar de beer toe dat hij zijn hand maar uit hoefde te steken om het dier te kunnen aaien. Voorzichtig bracht hij de punt van zijn speer naar het gesloten oog toe. Eén steek recht door het oog en de beer zou dood zijn zonder dat zijn vacht beschadigd zou raken. Dat was zeldzaam, normaal waren ze moeilijk te doden. Dit was echt een buitenkans.
Roman haalde uit, maar net op dat moment bewoog de beer zijn kop. De speer boorde zich door de wang en bleef in de bek steken. Roman krabbelde naar achteren. Te laat. De beer haalde gek van pijn uit. De scherpe klauwen boorden zich in Romans benen en scheurden het vlees open. Hij gilde het uit van pijn. Handen trokken hem naar achteren, de veiligheid in. Brede ruggen sloten zich voor zijn zicht dat langzaam uitflakkerde. Hij zakte weg in een zee van pijn.
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Plaats reactie

Terug naar “De Boekenplank”