Mijn vingers gleden over de toetsen van de piano. Ik concentreerde me op de zachte, sprekende klanken, die perfect met elkaar harmoniseerden. Ik had te lang geoefend op het stuk om nu nog fouten te maken en het kwam er bijna feilloos uit.
Maar toen ging er iets mis. Mijn vingers raakten de verkeerde klanken, het pianospel werd vals. Ik haalde mijn handen weg en stond verontrust op. Het was alsof ik een onbekende duisternis kon voelen, alsof de zon plotseling schuil ging achter een onheilspellende wolk.
“Hallo?” zei ik zacht, hoewel ik niet zeker wist dat er iemand aanwezig was. Het was alsof mijn hart werd omklemd door de duistere sfeer die de kamer had omgetoverd in een onprettige ruimte.
“Lily,” klonk een donkere stem. De klank bezorgde me kippenvel en ik draaide me geschrokken om. In de deuropening stond een mij eerst onbekende man. Zijn zwarte haar leek een bijna paarse gloed te hebben in het aparte licht dat de kamer binnenviel. Zijn ijskoude blik bezorgde me een huivering over mijn hele lichaam.
Die ogen hoefde ik maar één keer te zien om te weten wie daar stond. Ik herkende hem bijna onmiddellijk. “Jij?” zei ik zacht, en toen, met een wat verheven stem: “Wat doe jij hier?! Jij hoort hier helemaal niet te komen!” Ik flapte het eruit voor ik er erg in had en beet schuldbewust op mijn lip om mijn onbeleefde woorden.
“Waarom stop je met spelen?” vroeg hij terwijl hij een galante buiging maakte. “Het had best wat langer mogen duren, Lily.” Ik deed gealarmeerd een paar stappen achteruit, maar hij bleef uiterst kalm en zei toen met een lage stem: “Ik ben hier om je iets te vragen.”
“Ik zou niet weten, wat ik voor antwoord zou kunnen geven, wat voor jou voor belang zou kunnen zijn,” zei ik met een droge keel.
“Lily, Lily,” grijnsde hij. “Het hoeft maar één klein woordje te zijn. Ja, of nee.”
Verward bleef ik staan terwijl hij op mij afliep. Mijn benen deden niet meer wat ik wilde, mijn voeten leken aan de grond gelijmd. Vol afschuw keek ik toe hoe hij voor me neerknielde en mijn hand pakte. Hij opende zijn mond al om zijn allesvernietigende vraag te stellen, maar ik rukte mijn hand los. “Nee!” gilde ik. Ik deinsde achteruit, wilde naar het koord grijpen om bewaking te roepen, maar voor ik het wist, smakte ik met een klap op de grond en werd ik aan mijn voet naar achteren getrokken.
Zijn adem sloeg tegen mijn lippen toen hij zijn gezicht dichtbij dat van mij bracht. Hij had zijn handen op mijn polsen gezet, hield me tegen de grond zodat ik niet weg kon gaan. “Dat was het verkeerde antwoord,” siste hij tegen mijn lippen. “Alles is al geregeld.”
Het was alsof de grond onder me weg viel. “Wat zei je daar?” vroeg ik zachtjes.
Ik kneep mijn ogen dicht toen hij zijn lippen naar mijn oor bracht en fluisterde: “Je hoorde me wel.”
Ik huiverde. “Wie ben jij?” waagde ik te vragen.
Hij liet me helemaal los en stond op met een zelfvoldane grijns op zijn gezicht. “Je weet het niet. Precies wat ik had gehoopt. Mijn naam is Clyde Sangrey, ook wel bekend als koning van Thrall.” Hij keek me donker aan. “En jij wordt mijn echtgenote.”