
Lees ze:
----------------------------------
Hij schiet een hoek om. Rent door een smalle steeg en ziet een laag hekje. Hij springt precies op tijd, gebruikt zijn hand om zich net dat stukje af te zetten en kan zo in een beweging door. Snel duikt hij links een verlaten gebouw in. Rent door het verlaten gebouw en zoekt naar nieuw daglicht. Hij vindt een ingegooid raam, wurmt zich er doorheen en zet het weer op een lopen. In wederom een smalle steeg, in het volle daglicht rent hij zijn longen uit zijn lijf. Niet alsof zijn leven er vanaf hangt, zijn leven hangt er vanaf. In de steeg begaat hij de fout achterom te kijken, of zijn achtervolgers hem nog op de hielen zitten.
Stan rent achteruitkijkend knoerthard tegen een stalen hekje, zo eentje tegen fietsers en auto’s. Al het lucht slaat uit zijn longen en hij ziet zwarte vlekken.
Oh kom op, doe het niet, denkt Richard. Ik heb hier echt helemaal geen zin in. Doet hij het toch! G*dver. Hij is natuurlijk veel sneller weg, dus Richard is al snel in de achtervolging. Over een drukke markt met overal standjes en mensen. Over een gracht, door een winkelstraat. Zijn nette schoenen zijn hier echt niet voor bedoeld. Daar moet de dienst toch echt eens iets op verzinnen. Hij ziet Stan de hoek om schieten en snelt achter hem aan.
Zijn achtervolgers komen al uit het verlaten pand zetten. Stan hijst zichzelf op en dwingt het vermoeide en kapot gebeukte lichaam om weer te rennen. Aan het einde van de straat is er meer licht, hij ziet auto’s rijden, mensen lopen en taxi’s. Hij rent richting de straat en houdt hijgend een taxi aan.
‘Gewoon weg hier, en snel graag’. De chauffeur kijkt er niet eens meer van op en doet wat er gevraagd wordt. Stan geeft de taxichauffeur aanwijzingen bij het rijden. Al snel duikt er een auto achter hen op die hij maar blijft zien.
‘Schudt die auto achter ons af en je krijgt een flinke fooi van me’ zegt Stan. De taxichauffeur reageert door sneller te gaan rijden. Bij een stoplicht stopt hij niet maar gaat door. Door het rode stoplicht, op een drukke kruising. Dat is geen goed idee. Met een enorme knal rijdt een bus de taxi in en wordt Stan alle kanten op geslingerd.
Doe alsjeblieft niets doms. Stap niet een auto in Stan, kom op. Richard, letterlijk achter de feiten aanrennend kan er niets aan doen dat Stan toch een taxi in stapt. Richard houdt een auto aan en laat zijn badge zien. Met een beroep op de wettelijke regelingen dat men verplicht is een agent in functie te helpen staat de arme man, die duidelijk haast heeft, zijn auto af. Het zwarte blik versnelt en volgt de taxi. Richard volgt Stan, links, rechts. Gevaarlijk inhalen zowel links als rechts. Op het laatste moment overal tussendoor schieten en regelmatig iemand afsnijden. Door de vervelende trucjes van de taxi chauffeur komt hij een stuk achter te liggen. Richard zit te schelden in de auto en slaat op het stuur.
Stan is flink versuft en alles draait voor zijn ogen. Hij knippert een paar keer en herinnert zich waar hij is en wat er gebeurd. Hij moet snel door. Zijn lichaam is compleet beurs en murw. Een arts zou zeker interne bloedingen vaststellen. Half strompelend kruist hij de weg over en pakt een toevallige fiets.
Stan leunt zwaar op zijn armen, maar kan zijn benen er nog toe zetten om te gaan fietsen. Het voordeel hiervan is dat hij de smallere straten weer in kan. Hopelijk kan hij zo agent Richard afschudden.
Hij schrikt van het ongeluk. Hij is in dubio, hij mag niet weglopen, maar hij moet Stan te pakken krijgen. Hij besluit achter Stan aan te gaan. Langzaam geeft zijn nog fitte lichaam hem het voordeel op Stan. De jonge man is murw en dat is te merken. Richard ziet dat hij een fiets te pakken heeft gekregen, maar erg snel gaat hij niet.
‘Stop nu!’
Stan is niet van plan te stoppen.
‘Stop of ik schiet’
Stan stopt niet en rijdt de straat door.
Richard schiet. De jonge man valt van zijn fiets. Zijn rugzak glijdt van zijn rug.
Hij was er bijna, dat is het enige waar hij aan kan denken. Een straat nog en hij was er geweest. De inhuldiging van de Koning.
Richard komt dichterbij en belt zijn chef. De bominspectie moet maar snel komen. Hij hoort al ambulances die afkomen op het ongeluk.
Hij kijkt over het lage hek en weet: hij was net op tijd.
-------------------
Laat vooral weten wat je ervan vind! Ik vond het een lastige, maar leuke opdracht!