zooo daar heb ik echt veel te lang over gedaan, maar eindelijk een nieuw stukje

JEEEH
Ik had beloofd dat de volgende drie updates sneller kwamen omdat ik hier het verhaal al in mijn hoofd had alleen kwam ik met een probleem ik vergat Moto Tua :S oepss dus ik moet mijn hersens maar even kraken wat ik voor hem ga schrijven.
Nou hier is een stukje waar het vooral om de gedachte gang van Nguvu Kulinda gaat
ps ik weet niet of het aan mijn computer ligt of hierin, maar ik kan niet naar beneden scrollen dus de flash-back is dit keer niet schuingedrukt, je kunt hem herkennen hij het hij/zij perspectief
Veel lees plezier
-------------------------------------------------------------------------------------
- Nguvu Kulinda -
We hadden ons die avond allemaal op een verschrikkelijke straf voorbereid, een straf die Budhev ons zou hebben gegeven.
De straf die wij ons voorstelde kwam niet. De kapitein legde ons alleen kort de regels uit en de manier waarop wij ons het beste konden gedragen.
Dat was alles, hij klonk niet eens boos. De weken verliepen niet veel interresanter, we hielden ons aan de regels en de kapitein liet ons met rust.
Hij gaf ons de trainingen, die zoveel lichter waren dan dat we gewend waren. Langzaam werden we allemaal lusteloos, ik zelf sliep de nachten nauwelijks mijn lichaam was niet uitgeput genoeg om al te gaan rusten.
Dat geldden voor ons allemaal ik hoorde de rest snachts vaak nog draaien in bed, Tua sprak vaak met Elewa in de nacht wetend dat hij niet tegen mij of Jabari hoefte te praatte.
En ik denk dat ik voor iedereen spreek als ik zeg dat we blij waren toen er eindelijk die ochtend verandering in dit doodde leefpatroon kwam.
De kapitein stond die ochtend al vroeg in onze barrak het was niet vaak dat hij ons persoonlijk kwam wekken en iedereen wist gelijk dat er iets te gebeuren stond
Als gewoonlijk stond Jabari al klaar wakker bij de man, Kibwe elewa stond wat minder actief naast hem.
ik kon nog steeds het zware adempatroon van Tua horen, die sliep duidelijk nog.
´Sergeant Nguvu kun je Moto Tua voor me wekken dan ga ik de dames halen, zorg dat jullie om 0900 voor mijn kantoor paraat staan.´
Ik sprong op van mijn bed salueerde als een brave soldaat voor ik met mijn taken bezig ging.
Ik was blij met de verantwoordelijkheid die ik had gekregen van de kapitein, hij had mij sergeant gemaakt van dit kleine groepje, De leider dus.
Het had mij dan ook meer dan verrast toen de kapitein het vertelde.
Ik was er honderd procent zeker van dat Jabari de leider zou worden. Jabari was altijd al door Budhev geprezen.
De stille dodelijke krijger, de krijger zonder angst zoals Budhev hem noemde, zijn perfecte soldaat.
Wat ik ook deed ik zou nooit die dodelijke perfectie weten te bereiken die Jabari van nature leek te beheersen, de dodelijk perfectie die Kolonel Budhev wou zien.
En ook Peter leek Jabari net als Budhev anders te bekijken dan dat hij naar ons deed. Hij leek steeds om de jongen heen te dansen.
Jabari mocht hem dan volledig negeren, dat leek de kapitein niet af te schrikken. Steeds probeerde hij maar weer een gesprek met de stoicijnse jongen te voeren.
En de manier waarop Peter naar Milan keek, ik kan die blik nog steeds niet beschrijven, ik weet alleen dat het de kapitein kwetsbaar doet lijken.
´GOdver..´met op getrokken wenkbrauwen keek ik op naar Tua die booskijkend over zijn schedel wreef, Jabari stond er naast zijn vingers nog steeds in een vuist omgekruld.
Mijn wenkbrauwen fronste zich weer, geen tijd nu voor deze spelletjes.
´Jabari, Tua, volg.´ mijn zware stem dreunde door de houten hut, meteen stopte Tua zijn moordplannen tegen Jabari, en Jabari nou die veranderde eigenlijk niets.
Samen liepen we naar buiten, Azizah en Kamariah stonden al bij het kantoor te wachten. ZOnder woorden te spreken sloten we ons bij hen aan.
Het duurde niet lang voor de kapitein weer uit zijn kantoor kwam gelopen
Orders hield hij nog in zijn handen vast, zijn ogen keken geen een moment op naar ons.
´Ok soldaten,´ eindelijk keek Peter op, zijn gelaat strak als dat van een ware officier.
´Morgen middag vertrekken we naar Trenton er is heeft hier twee dagen geleden een nieuwe aanval plaatsgevonden, en wij zijn daar om de inwoners gerust te stellen en de boel weer draaiend te krijgen.´
Ik luisterde nog steeds duidelijk naar de orders van Peter, de rest moest ondertussen al zijn afgehaakt, we waren niet
getraint om vredes stichter te worden, deze taak was niet iets waar ook maar een van ons op stond te wachten.
´Jullie kunnen vertrekken, morgen om 0800 staan jullie gereed.´ Met een simpele handbeweging stuurde hij ons weer weg.
De volgende dag stonden we precies om 0800 gereed zoals de kapitein gezegd had.
De tijd tikte langzaam voorbij, alleen de kapitein verscheen niet. Elewa begon af en toe ongeduldig om zich heen te kijken.
Naast me kon ik Tua zachtjes vervloekingen horen mompelen, Ik keek hem kort aan. Met een grom strekte hij zich weer rechtop en hield zijn mond gesloten.
Tot onze verbazing was het Kamariah die het het eerst zat werd, en zich hier over uitsprak.
´Urgh, ik vermoord die man.´Met een plof zakte ze op haar knapzak, mijn strenge blik volledig negerend.
Jabari keerde zich als tweede weg, naar de hut van Kapitein.
Ik maakte al een plan om hem tegen te houden, maar dat bleek onnodig.
Gelijk had hij zich weer omgekeerd en greep Kamariah bij haar boven arm.
´Kom de kapitein komt eraan.´ Meteen sprong iedereen weer in lijn.
Ik kon het niet helpen dan te fronsen toen ik zag hoe iedereen reageerde op Jabari zijn simpele woorden, er was nog geeneens zicht van de kapitein.
En ondanks dat volgde iedereen de jonge knul op zijn woord, ik gromde naar de authoriteit die hij altijd ontving.
Die zou ik moeten ontvangen, ik was de oudste, de grootste, de sterkte het was mijn geboorte recht om te leiden.
Een klein zwart jongetje kroop weg van de kinderen, hij had genoeg van het gepest alleen maar omdat hij zo klein was voor zijn leeftijd.
Zachtjes snikkend verstopte hij zich achter het van klei gemaakte huisje, daar bleef hij stil zitten met zijn knieen tegen zijn borst gedrukt.
´haruni?' De kleine jongen keek op terwijl zijn naam door een bekende vrouwenstem werd gesproken.
Een vrouw in blauw rode gewaden stond voor hem, om haar nek droeg ze brede kralenkettingen.
'ma ma.' snikte Haruni zachtjes.
'Wat is er knul?' de vrouw opende haar armen, gelijk verborg de jongen zich in haar veilige haven.
'Ssst,' de vrouw neuriede zachtjes voor haar snikkende zoontje tot dat hij gekalmeerd was.
'Vertel me maar wat er is zoon.' Struikelend over zijn eigen woorden begon Haruni te spreken.
'W..Waa..waarom b..b..ben ik..ik.. zo klein.' Harder snikkend verborg Haruni zijn gezicht weer tegen de vrouw.
Met voorzichtige bewegingen duwde de vrouw haar kindje weer van haar af zodat ze in zijn ogen kon kijken.
De kleine jongen keek het zand in hij durfde zijn moeder niet rechtstreeks aan te kijken.
'Kijk me aan Haruni.'heel langzaam bijna angstig liet Haruni zijn blik kruizen met dat van zijn moeder.
'Goed zo knul.' Een vriendelijke glimlach verspreidde zich over haar gezicht.
'Kijk nu is naar de bergen daar,' Haar slanke versierde vingers wezen naar de bergketens aan de horizon.
De jongen knikte als teken dat hij ze zag.
'De bergen zijn enorm, ze zijn sterk onverwoestbaar, ze staan trots en hoog reiken naar de hemel.'
Haruni knikte weer kort.
'Haruni,' Snel keek hij weer naar zijn moeder, die hem nu intens aankeek.
'Wat betekend je naam?' Dat zette de jongen aan het denken hij had zelf geen idee.
'Jou naam betekend berg,' Haruni zijn ogen verweide bij die informatie.
'Maar..' ZIjn moeder onderbrak zijn zin door haar vinger op te steken.
'Spreek mij niet tegen, denk je dat wij dom waren toen we je die naam gaven. hm?' streng keek de vrouw nu, beledigd.
'Nee, wij kennen onze kinderen en eens zal jij sterk en groot worden, iedereen zal je zien als hun sterke leider.'
Haruni zijn gezicht klaarde op, Vol trots rende hij terug naar de kinderen.
Hij zou de leider worden, groot en sterk. Zijn moeder had het gezegd en moeders logen niet.
Mijn ogen keken naar de grond, Haruni was mijn naam niet meer. Kolonel Budhev had mij de naam Nguvu Kulinda gegeven, sterke verdediger. geen leider, geen berg meer.
Ik was een verdediger, iemand die de andere beschermde maar was dat genoeg om ook als leider naar voren te treden?
Ik bande mijn gedachtegang uit, kapitein peter Doodle had mij leider van deze groep gemaakt, dat moest genoeg bewijs zijn dat ik de leider was.
Met mezelf een beetje meer zelfvertrouwen ingesproken te hebben strekte ik me weer op, trots met de borst naar voren.
Precies opdat moment kwam de kapitein aanstrompelen, Een hand krabbend aan zijn achterhoofd, een schamende grijns om zijn lippen.
´Uh, ja, goed dat jullie allemaal klaar staan soldaten.´Nog steeds beschamend achter zijn hoofdkrabbend sprak hij tegen ons.
´Nou laten we nu maar snel gaan niet waar voor we nog later komen, he he.´Ik begon op dit moment sterk te twijfelen aan de kwaliteiten als leider van de kapitein.
Met wat afkeurend gemompel van onze kant stapte we in de auto´s. De krachtige landwagens zouden ons naar de plek brengen waar de helikopters wachtte.
het duurde niet lang tot we er waren, de wind die in onze gezichten klapte gaf aan dat onze reismiddelen al gereed waren.
Terwijl wij allemaal instapte liep kapitein Dood naar de piloot toe, ik nam aan om nog een paar laatste dingen te bespreken.
Mijn gezicht verduisterde dan ook toen de twee mannen samen lachte, wat voor een officier was Peter Doodle eigenlijk?
Die vraag begon steeds vaker mijn gedachte te teisteren. Hij was lui, geen discipline, hij liet ons zelfs onze gang gaan.
We hadden nog geen een keer straf gehad van de man, geen zweepslagen geen geschreeuw.
De man leek door het leven te gaan of dat er niets fout kon gaan.
'Kulinda,'De koude stem van Jabari klonk naast me.
'Laat het met rust.'
Verdwaasd draaide ik me naar de jongen, hij keek al weer naar voren, weg van mij.
'Wat zei je?' Jabari bleef voor zich uit staren, ik kende hem nu onderhand wel lang genoeg om te weten dat hij mijn vraag had gehoord.
'Niemand is een perfecte leider, dus laat het met rust.' Hij sprak de woorden kalm en achteloos, ik vroeg me af of hij wist hoe hard ze in mijn hart staken.
Niemand is een perfecte leider, laat het met rust. De woorden bleven door mijn hoofd spinnen.
Ik ben geboren om leider te worden net als mijn vader, zo was het me altijd verteld. Ik kan het niet met rust laten, niet zo simpel als dat Jabari het zegt.
Ik zal hem laten zien dat ik een perfecte leider kan worden ookal kost het me mijn leven.
-------------------------------------------------------------------------------------
fLaat een berichtje achter wat je er van vind,
oh en noen ik wil xIMISSYOU nog bedanken voor haar gewedldige reviews die me weer inspireren om verder te schrijven
