De Fatale Vooruitgang

Heb jij een verhaal dat nergens anders past? Plaats hier dan alle overige verhalen.
Plaats reactie
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

De Fatale Vooruitgang

Voorwoord
Een future-fictionverhaal welke handelt over de nadagen van het aardse bestaan. Het schrijven van dit verhaal is begonnen in 1992, de vorige eeuw. Met als drijfveer zorgen over het bestaan op onze mooie, onvervangbare aarde.
Dit verhaal wordt u door de auteur aangeboden. Aangeboden aan zielen die wellicht ook bezorgd zijn. Sensatiezoekers die uit zijn op wellust en seksuele perversiteiten worden niet geacht deze site aan te klikken.
Vanwege de omvang van het verhaal zal dit enige jaren doorlopen op deze site.
Per keer worden er 10 pagina’s toegevoegd aan het verhaal.
Het verhaal begint in het jaar 2065. Twaalf mensen en vier robots worden via een geheim programma de ruimte ingestuurd om hulp te zoeken. De problemen op aarde zijn onoplosbaar geworden. In de ruimte ontmoeten ze na verloop van tijd een aards, selfsupporting vluchtschip. Na een kleine vijftig jaar keren ze terug op aarde die ze niet meer terug kennen. Vanaf dat moment worden ze geconfronteerd met de gevolgen van vervuiling, genetische veranderingen van mens en dier alsmede de nog aanwezige ultieme technologie. In de ruimte hebben ze andere wezens ontmoet van wie ze een onbekend wapen hebben gekregen. Tevens zijn ze in contact geweest met het wezen wat alles in gang heeft gezet. Ook hebben ze begrepen wat hun taak zal zijn op de verwoeste aarde.
De robots hebben een indringende rol in het verhaal. Ontwikkeld door een bevlogen mens. Indringend vanwege hun ongekende vaardigheden welke hen boven de mens stelt. Zelfs in het gevoelsleven en vermeende onmogelijkheid van creatieve vaardigheden voor non-humaan wezens.
De schrijver wenst u veel leesplezier.
Deka.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

De Fatale Vooruitgang
Hoeveel jaar waren ze al onderweg? Onderweg waar naar toe?
De leider was zo langzamerhand moedeloos geworden. Er was ook geen uitzicht op verbetering. Slechts op het einde en niets of niemand zou dat nog kunnen veranderen.
Leider Meik had veel moeite om de bemanning van het schip nog te motiveren. Niemand van hen zag een oplossing in deze precaire situatie. Van de robots hoefde hij ook niets te verwachten, uiteraard de meest perfecte helpers maar oplossingen konden ze ook niet geven.
Toch besefte Meik dat hij als leider nooit op zou mogen geven, hoewel zijn verstand hem zei dat de toestand absoluut hopeloos was.
Vanwege een chronisch gebrek aan diverse materialen was veel van de apparatuur stil komen te liggen. Voedsel was er nog voldoende, maar de lucht die zij inademden werd met de maand slechter van kwaliteit en hij wist dat het eens voorbij zou zijn.
Steeds was er de hoop geweest dat zij een wereld zouden bereiken die zou kunnen voorzien in hun behoeften. De theorieën hierover op aarde gaven genoeg grond en hoop dat deze wereld er zou zijn, ergens onderweg in de oneindige ruimte.
Niemand op het schip, ook hijzelf niet, wist wat hun doel was. In het jaar tweeduizendvijfenzestig hadden zij de aarde verlaten.
Het ruimteschip dat hen vervoerde was nog in perfecte staat, daar mankeerde het niet aan.
Het probleem zat in de apparatuur die de zuurstofproductie regelde. Het was niet te repareren en langzaam werd de productie slechter, een niet te stoppen chemisch proces...
Plotseling sprak een stem tot hen: " Wij volgen jullie aardmensen al sinds jullie ontstaan. Wij weten alles en kunnen alles. Wij zijn niet stoffelijk en kunnen zijn waar we willen. De problemen op aarde groeien jullie boven het hoofd. Jullie verkrachten alle waarden, vroeg of laat loopt het vast en dat weten jullie, het wordt onhoudbaar ". Het duizelde Meik en zijn bemanning.
" Er zijn zoveel vragen waar geen antwoord op is ", stelde Meik.
" Natuurlijk zijn er oplossingen", antwoordde het wezen," je kunt vragen wat je wilt." " Wie of wat zijn jullie? ", vroeg Meik voorzichtig.
" Wij zijn heelalbewoners ", antwoordde het wezen ", echter niet stoffelijk zoals jullie. Wij kunnen ons wel zichtbaar maken als we dat willen, doch dat is niet nodig ".
" Hoe is het mogelijk dat wij je wel kunnen horen maar niet kunnen zien? ",vroeg Meik.
" Wij kunnen de lucht in trilling brengen zodat jullie kunnen horen wat wij zeggen. Op aarde zijn jullie van mening dat jullie alles weten en kunnen, maar vergeleken bij ons kunnen jullie weinig. Er bestaan zaken waar jullie geen weet van hebben en ook nooit zullen krijgen, maar dat hoeft ook niet, het zou niet bijdragen tot jullie geluk. Wij kennen geen geluk of andere gevoelens, vergelijk ons maar een beetje met robots.
Wat we wel kennen is het verschil tussen goed en kwaad. We kunnen jullie beïnvloeden, maar doen het niet". Weer duizelde het Meik, wat moest hij hiermee? Er was voor hen natuurlijk geen kans, hun lot was immers bezegeld." Onze technische installatie is kapot ", zei hij.
" Daarin is al voorzien," zei het wezen, " merk je niet dat je gemakkelijker ademt?"
Een golf van opluchting stroomde door Meik en zijn bemanning. Sylfia barstte in huilen uit.
" Maak je zichtbaar zodat we je kunnen bedanken", zei Meik.
" Nu niet," zei het wezen, " misschien later".
Meik vroeg waar ze zich bevonden in de onmetelijke ruimte en welk jaar het was in aardse tijdmeting.
" Dit is het jaar twee duizend vijf en negentig," antwoordde het wezen. " Waar jullie je nu bevinden is voor jullie aardlingen niet te bepalen, miljoenen lichtjaren verwijderd van de aarde, voor ons een milliseconde...
Zoals ik al zei, wij kunnen alles, we bestonden al voor wat jullie de Big Bang noemen."
De bemanning was totaal ontzet. De Big Bang, circa 6 miljard jaar geleden, het theoretische ontstaan van het heelal?
" Jullie aardbewoners zijn gewoon alles, naar jullie eigen maatstaven gemeten. Er zijn echter andere krachten, totaal anders en voor jullie onvoorstelbaar en oneindig veel sterker. Het zijn krachten waar jullie nooit over zullen kunnen beschikken en gelukkig maar, jullie kunnen op aarde niet eens de simpele problemen oplossen."
" Simpel?", vroeg Meik," onze immense problemen?"
" Ja," zei het wezen," het is allemaal zo simpel, op al jullie vragen zijn antwoorden."
Betty, de tweede in rangorde op het ruimteschip staarde Meik met grote ogen aan. Zo simpel, onze aardse problemen?
" Als er op alle vragen antwoorden zijn, dan ben ik daar wel nieuwsgierig naar", zei Meik.
Borba en Loid knikten instemmend. Zelfs de aanwezige alumannen met hun denkvermogen waren nieuwsgierig. Meik vroeg of er bezwaar tegen was als de gegevens in de computer vastgelegd zouden worden.
" Absoluut niet," stelde het wezen. " Wij hebben niets verkeerds met jullie voor, dus doe wat je nodig vindt."
" Er is zo ontzettend veel te bespreken," zei Meik," ik weet gewoon niet waar ik mee moet aanvangen."
Sylfia nam het woord. " Hoe is het mogelijk dat je ons kan verstaan, ik bedoel de taal. Op aarde zijn zoveel talen, wij gebruiken er een van en je kunt ons toch verstaan... overigens, ik weet niet waar ik mijn ogen op moet richten, bij ons op aarde en hier in het ruimteschip zijn wij gewoon elkaar aan te kijken als we met elkaar praten..."
" Voor mij is dat niet belangrijk," zei het wezen," ik heb geen gevoel zoals jullie. Ik weet natuurlijk dat het voor jullie vervelend is maar om antwoord te geven op je vraag, alle talen op aarde zijn voor ons te begrijpen, wij doen dat echter niet op jullie manier. Wij zijn in staat om de magnetische krachten, of hersengolven zoals jullie het noemen, op te pikken en te ontleden. Dat is voor jullie niet te bevatten maar zo gaat het."
" Dat betekent dus," zei Betty," dat als ik iets denk, ik het niet hoef te zeggen."
" Inderdaad, wij hebben geen trillende lucht nodig."
" Dit is heel griezelig," zei Betty." Het onaantastbare van de menselijke gedachten bestaat dus niet voor jullie?"
" Klopt, wij weten van ieder levend mens op aarde wat hij denkt, tenminste, als wij ons op een persoon richten, voor ons bestaan geen geheimen."
" Hier word ik toch wel even onpasselijk van," viel Borba in de rede." Geen privacy meer."
" Is onbelangrijk," zei het wezen." Wat voor jullie gevoelens van belang is telt voor ons niet want wij hebben geen gevoel. Vreugde, verdriet, hoop, angst, seks, wij weten niet wat het is om dat te ondergaan, we kunnen echter wel constateren wat het bij jullie aardmensen teweegbrengt. Wij kennen alleen het onderscheid tussen goed en kwaad."
Ries, de robotoloog van het ruimteschip mengde zich ook in het gesprek." Als jullie al onze gevoelens niet kunnen onderscheiden, hoe kunnen jullie dan goed en kwaad onderscheiden?"
" Goed en kwaad zijn niet verbonden met gevoelens, wel met daden. In de natuur, die wij helemaal kennen, bestaat goed en kwaad niet. Alleen bij de mensen, die hebben er mee te maken, die hanteren het begrip."
Treve, verantwoordelijk voor de technische zaken op het ruimteschip, vroeg: " Als je alles weet, vraag ik je: is er leven na ons aardse bestaan?"
" Natuurlijk weet ik dat, alleen lijkt het me nu niet verstandig om hier op in te gaan. Ik kan niet helemaal voorzien hoe jullie gevoelens hierop zullen reageren. Later, als jullie gewend zijn aan ons bestaan kunnen we hierop doorgaan."
Joahn, de geoloog aan boord, onderbrak Treve." Is de aarde de enige planeet met leven in het heelal, of zijn er meer?"
" Jullie planeet is niet de enige met levensvormen, er zijn er meerdere, maar niet veel. De levensvormen daar zijn niet vergelijkbaar met die van jullie, maar we bestuderen ook hun ontwikkeling."
Er ontstond een geroezemoes onder de bemanning. Iedereen moest praten. Het wezen liet ze begaan. Natuurlijk, hij had geen haast, al praatten ze zeshonderd jaar....
Loid, een andere technicus, vroeg toen de herrie een beetje bedaard was: " Die andere levensvormen, kan je daar iets over vertellen?"
" Natuurlijk kan ik daar alles over vertellen, maar jullie zullen het waarschijnlijk niet begrijpen, het leven is totaal anders opgebouwd dan bij jullie op aarde, ook met andere bestuursvormen. Op die werelden komen ook geen bacteriën voor, het begrip ziekte is daar onbekend."
" Zijn ze technisch verder dan wij? ," vroeg Loid verder,
" hebben ze ruimteschepen?"
" Ik wil er nu niet op ingaan, later misschien", zei het wezen.
Sylfia zei:" Ik vind het een vreselijk idee dat we nu geen privacy meer hebben, ik zal daar erg aan moeten wennen."
" Tja," zei Meik," bekijk het nuchter Sylfia, er is geen ontkomen aan, dat zal je wel gegrepen hebben en je zal ook gemerkt hebben dat ze ons totaal niet beïnvloeden, wat dat betreft verandert er dus niets. Ik zou als ik jou was het proberen te vergeten, het is niet van belang. In ieder geval heb ik er geen moeite mee."
Meik richtte zich tot de robots en vroeg:" Kunnen jullie de aanwezigheid van het wezen merken of voelen?"
De metalen stemmen antwoordden, netjes in rangorde, ontkennend. Alhoewel alle mogelijk denkbare technieken in de robots verwerkt waren konden ze dus niet waarnemen of het wezen aanwezig was, dus moest het toch een natuurkundig fenomeen zijn wat bij de mensheid onbekend was.
En de robots waren toch heel wat mans, eigenlijk konden ze alles. Maar wat is alles in een ruimte waar nog nooit een menselijk wezen geweest was? Nu wisten ze ook dat er nog andere levensvormen waren, levensvormen die totaal verschilden van hun vorm van leven op aarde.
Het verwarde de bemanning, ineens zulke totaal nieuwe ontwikkelingen. Al jaren waren ze onderweg, eigenlijk een bizarre reis zonder noemenswaardige hoogtepunten.
Alle planeten die ze gepasseerd waren hadden ze met hun beschikbare mogelijkheden onderzocht en nergens hadden ze een spoor van leven kunnen ontdekken. Het contact met de aarde was ook verloren gegaan, dus eigenlijk zwierven ze doelloos door de oneindige ruimte.
Op aarde, jaren geleden, waren ze in de training al voorbereid op de situatie waarin ze nu verkeerden. Mentaal konden ze de situatie aan zonder in paniek te hoeven raken, het naderende einde zat er bij hen in geprogrammeerd. Uiteraard was er totaal geen keus.
Voor één van hen, de leider, was er een hoog gecomprimeerde zuurstof cilinder achtergehouden waaraan hij gekoppeld zou worden, als de tijd daar zou zijn, in het allerlaatste stadium.
Op de zuurstofvoorraad zou hij honderden jaren kunnen slapen, met infuus voeding, volledig bewaakt door de robots. De code, om de fles te ontsluiten, lag in het geheugen van een robot. Om uit te vinden welke robot, moest de leider een aantal handelingen verrichtten, welke alleen hij wist.
Als hij door wat voor reden dan ook dit niet zou kunnen doen, was de tweede in rangorde in staat om via de computer achter de handelingen te komen.
Tevens was Sylfia voorbestemd om aan de tweede zuurstoffles te gaan slapen, die precies vijftig procent kleiner was dan de hoofdfles. Men ging er op aarde destijds vanuit om zo het menselijke ras in stand te kunnen houden, via een kansberekening die misschien totaal nutteloos zou kunnen zijn...
Mocht dit alles toch tevergeefs zijn, dan bleven de robots nog over. Zij konden nog duizenden jaren actief blijven, zeker in sluimertoestand. Ze waren volkomen in staat zichzelf te onderhouden en hun energievoorziening was oneindig. Mochten zij nog intelligent leven ontmoeten, dan was er misschien nog de mogelijkheid terug te keren naar de aarde om van hun reis alsnog verslag uit te brengen.
De bemanning aan boord van het ruimteschip bestond uit twaalf personen en vier robots.
De alumannen hadden ook een rangorde. De hoofdrobot Parg had zijn onderdanen goed in de hand. Uiteraard was hij de mindere van elk bemanningslid.
De robots waren onvoorstelbaar kundig, eigenlijk konden ze alles wat de bemanning ook kon, doch er was een grens aan hun beslissingsbevoegdheid.
Parg wist precies waar die grens lag. De omstandigheden waren nog niet van dien aard geweest dat er problemen door waren ontstaan.
De lange reis was tot dusver zonder noemenswaardige problemen verlopen. Ongeveer een jaar geleden was de ellende begonnen met de zuurstofvoorziening. Onderzoek leerde dat het materiaal waar al die tijd gebrek aan was, nu weer volledig was aangevuld...
Meik, die uiteraard vreselijk blij was, begreep er helemaal niets van. Hij besloot zijn hoofd er maar niet over te breken, het ging hem volledig boven zijn pet. De hele situatie had zich volledig ten goede gekeerd, maar wat stond hen nu verder te doen? Had het nog zin om hiermee door te gaan?
Ze waren al dertig jaar weg van de aarde, hoe zou de toestand daar nu zijn? Hoe konden ze de aarde ooit nog terugvinden?
Meik besloot deze vragen voor te leggen aan de bemanning. Ook was het hem niet duidelijk hoe hij weer in contact zou kunnen komen met het wezen. Hij besefte maar al te goed dat zij zonder hulp van het wezen doelloos door de ruimte zouden blijven zwerven, of het moest zo zijn dat ze nog een ander intelligent leven zouden ontmoeten.
Hij wist nu dat dat aanwezig moest zijn in het heelal.
De stemming onder de bemanning was nu weer opperbest. De vooruitzichten dat het leven weer verder kon gaan had de depressieve gedachten helemaal verdrongen. Het heimwee gevoel naar de aarde was reeds lang overwonnen. Ze hadden zich reeds lang in het idee ingeleefd dat ze er misschien nooit meer zouden terugkeren.
Toen ze dertig jaar geleden als jonge geleerden vertrokken waren wisten ze en waren ze erop getraind, dat dit tot de mogelijkheden behoorde. De aarde van dertig jaar geleden had ook niet veel meer te bieden. Het was er zo onveilig geworden dat de keus niet moeilijk geweest was. Oorlogjes en kommer was er de orde van de dag, overbevolking en een volkomen vernielde mentaliteit...
Meik had de bemanning tezamen laten komen om het een en ander met hen te bespreken. Ook Parg was erbij. Vergaderingen waren altijd een gemoedelijke bezigheid geweest. Iedereen hield zich ook altijd aan de afspraken en bij verdeelde meningen gold de meerderheid.
Meik had als leider een gedeeltelijk vetorecht. Normaal gesproken stemde hij, als er überhaupt gestemd moest worden, met zijn eigen stem. Hij kon zijn stem met drie en dertig procent vergroten dus als hij dat nodig vond kon hij voor vijf stemmen zorgen.
Dat was echter nog niet voorgekomen op deze reis. Tevens was er bij gelijke uitslag geen herstemming of beraad. Mensen worden ten alle tijde bewust, of onbewust, beïnvloed door gevoelens. Robot Parg had daar vanzelfsprekend geen hinder van, derhalve was in de reglementen opgenomen dat bij stakende stemmen de mening van Parg doorslaggevend zou zijn.
De robots waren natuurlijk meesters in logisch denken en hun programma was ook totaal aangepast aan de ruimtelijke omstandigheden, voor zover men tijdens de bouw op aarde destijds weet en kennis had van het leven in de ruimte. Tot dusver hadden de alumannen nog nimmer gefaald.
Een van de robots, Bosap, was ook geprogrammeerd om zijn collega's kundig te repareren, of dat nu elektronisch of mechanisch was maakte niets uit.
Voor de bemanning was het leven op het schip met de stalen mensen ook iets nieuws geweest, maar ze waren er snel aan gewend geraakt.
De robots moesten hen dienen, wat ze voortreffelijk deden.
Het was ook absoluut totaal onmogelijk dat ze de mensen op het schip schade zouden kunnen toebrengen, hun programma was dermate goed beveiligd dat dit eenvoudig onmogelijk was.
" Gezien de onverwachte ontwikkelingen op ons schip heb ik gemeend eens met jullie te bespreken wat we nu verder moeten," begon Meik de vergadering." Zoals we allen weten hebben we 'iemand' ontmoet die ons van een zekere dood heeft gevrijwaard. Ik weet niet of hij nu hier aanwezig is maar omdat we daar absoluut geen zicht op hebben gaan we maar ons eigen gang. Ik denk, dat als het wezen het nodig vindt, hij zichzelf wel zal melden."
Het wezen antwoordde niet toen er even een stilte viel na de woorden van Meik.
Hij vervolgde: " gezien de gegevens die we nu hebben, ik moet erbij zeggen dat ik dat niet in twijfel trek, weten we nu dat er ander intelligent leven bestaat in het heelal, maar wanneer zullen we dat andere leven ooit ontmoeten?
En ik vraag me ook af of dat andere intelligente leven er behoefte aan heeft om ons te ontmoeten. Ik weet het niet. Misschien moeten we onze aandacht richten op een terugkeer naar onze aarde."
Sylfia zei:" Meik, weet je nog waarom we destijds vertrokken zijn? Welk een puinhoop het was, hoe onveilig, hoe groot het tekort was aan allerlei materialen, de criminaliteit, het gebrek aan water en kwalitatief goed voedsel?"
De anderen knikten instemmend.
" Natuurlijk weet ik dat Sylfia. Wij zijn in het geheim, in een uiterste krachtsinspanning van de beste geleerden op aarde die dit schip en de robots gebouwd hebben, vertrokken. Op zoek naar hulp, hulp voor problemen die we niet meer op konden lossen. Maar het kan natuurlijk ook zijn dat de toestand op aarde inmiddels verbeterd is."
" Eerlijk gezegd kan ik me dat niet voorstellen", zei Loid, " ik kan alleen maar vermoeden dat het nog erger geworden is. Toen we vertrokken was er absoluut geen uitzicht op betere tijden. Maar tenslotte hebben we een opdracht, we moeten dus terug!" " “Oké," zei Ries," als we besluiten om terug te gaan, heb je dan enig idee hoe we de aarde terug kunnen vinden? Ik niet! We zijn zoveel planeten gepasseerd, ze zijn constant in beweging, zelfs met alle computers en de kennis van Parg en zijn maatjes zijn we zelfs niet in staat om de goede richting op te gaan en dan laat ik het begrip toeval maar even buiten beschouwing".
Meik wist dat hij hem gelijk moest geven. Ineens mengde het wezen zich weer in het gesprek.
" Voor ons is het geen probleem om de aarde terug te vinden", zei hij.
Onmiddellijk sprong Meik er op in." Je was er dus wel, al die tijd".
" Inderdaad," zei het wezen." Ik ben er of ik ben er niet, dat zullen jullie nooit weten. In feite ook niet belangrijk want we zullen jullie nooit kwaad doen en gevoelszaken, zoals jullie die kennen, hebben wij niet dus je hoeft je geen zorgen te maken over ons."
" Maar als we je nu echt nodig mochten hebben, hoe kunnen we je dan bereiken?", ging Meik verder.
" Zolang jullie in de ruimte vertoeven zullen we jullie begeleiden. Op aarde is het een andere zaak, daarover zullen we het later wel hebben."
Loid was nieuwsgierig hoelang de terugreis zou gaan duren. Tenslotte waren ze al dertig jaar onderweg.
" Wat jullie maar willen," antwoordde het wezen." Als ik zou willen zijn we nu op dit moment terug op aarde maar dat lijkt mij niet verstandig. Jullie werken met geheel andere begrippen dan wij en daar houd ik rekening mee."
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Maar beste vriend," zei Sylfia," als jullie alles kunnen, waarom hielpen jullie ons dan niet op aarde, met alle problemen die daar waren? Dat begrijp ik niet, je hebt eerder gezegd dat ervoor alle problemen een oplossing is...."
" Natuurlijk," zei het wezen," maar wij mengen ons niet in jullie aardse problemen, om een heel eenvoudige reden. Om dat jullie begrijpelijk te maken moet ik beginnen bij het begin. Jullie weten daar al iets van, maar natuurlijk nog lang niet alles. Jullie weten dat op een zeker moment het leven op aarde ontstaan moet zijn, in een heel simpele vorm. Dat leven heeft zich langzaam maar zeker ontwikkeld. De natuur heeft de eigenschap om zich tot in zekere mate aan te passen aan de omstandigheden. Voor jullie zijn daar genoeg voorbeelden van, denk maar eens aan het menselijk gebit, dat steeds kleiner wordt. Op een gegeven moment is de mens gekomen, eerst in zeer primitieve vorm, via opgravingen zijn jullie daarachter gekomen. Langzaam heeft de mens zich ontwikkeld, ook verstandelijk. Hiermee heeft de mens zich onderscheiden van het natuurlijk leven op aarde. Handelingen van dieren noemen jullie instincten. Er zijn diersoorten die dit reeds ver ontwikkeld hebben, bijvoorbeeld enige soorten in de oceanen. We hebben geconstateerd dat zodra jullie gingen denken het al meteen misgegaan is, maar niet altijd en ook niet overal. Jullie geschiedenis is vol van menselijke monsters en in de tijdszone van jullie bestaan gaat dit nog altijd voort. Dat verbaast ons zeer. Wij volgen jullie ontwikkelingen zoals je nu wel weet, hopende dat het eens zal verbeteren. Het tegengestelde is echter aan de orde, het lijkt erop dat hoe beter jullie het hebben, des te slechter jullie worden. De materiële welstand die jullie in jullie westelijk deel ontwikkelden, zou doen vermoeden dat jullie zeer tevreden en gelukkig moesten zijn.
Dat is helaas absoluut niet zo, de uitzonderingen daargelaten. Het is voor ons werkelijk niet te geloven hoe jullie elkaar geestelijk af konden slachten. Wij voelen dat niet zoals jullie dat voelen, maar we constateren het. Het meest ergerlijke voor ons is het hypocriete gedrag van velen, het is werkelijk bizar. Jullie halen de kwaliteit van jullie leven zo naar beneden dat het ons ongeloofwaardig voorkomt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er nu anarchie heerst op jullie mooie planeet. Het begin van jullie eenentwintigste eeuw is dus slecht begonnen, maar de puinhoop is jullie eigen schuld. Normen en waarden zijn jullie totaal vergeten, alles mag, alles kan, die cultuur heeft alles verwoest! Eigendunk, bezitsdrang en jaloezie zijn zeer slechte eigenschappen".
Het wezen zweeg.
Er viel een lange stilte. Iedereen worstelde met zijn eigen gedachten.
" Begrijpen jullie een beetje wat ik bedoel?" vroeg het wezen.
Allen knikten instemmend.
" Zien jullie ook in, hoe eenvoudig het eigenlijk zou kunnen zijn als iedereen normaal zou doen?"


" Tja," zei Sylfia, " dat is het hem nu juist, hoe breng je de mensen dat aan het verstand? Dat kan niet van de een op de andere dag. Dat ben je toch wel met me eens, nietwaar?"
" Jazeker," zei het wezen," maar ergens moeten jullie beginnen, het is zeker zinvol om de toestand eens verder te ontleden want van fouten kun je leren. In jullie verleden zijn er grote denkers geweest, al jullie spreekwoorden en gezegdes bevatten zoveel waarheid en wijsheden, maar vrijwel niemand gebruikt ze. Dat is jammer. Al jullie soorten van geloof, ook zoiets wonderbaarlijks. Er zitten zoveel goede dingen in, wij constateren zelfs dat er onder jullie atheïsten ook veel goede mensen zijn. Dat betekent voor jullie dat je om een goed mens te zijn niet gelovig hoeft te zijn. Maar het geloof is niet bindend. Als je een kind opvoedt zonder geloof is het een atheïst, wat is dus geloven?"
" Maar," zei Meik," er zijn op aarde ook mensen die pas op latere leeftijd zijn gaan geloven."
" Juist" antwoordde het wezen," en wat betekent dat?"
" Daar zou ik eens diep over na moeten denken," zei Meik.
" Als je je kinderen met geloof opvoedt," vervolgde het wezen," weten ze eenvoudig niet beter, ze zijn in ontwikkeling en alles wordt eenvoudig geaccepteerd en opgeslagen in hun brein. Een volwassene wiens brein reeds gevormd is, gaat daar heel anders mee om. Hij heeft een eigen mening. Een volwassene die gaat geloven, en we praten nu dus over religie, legt zichzelf iets op. Hij 'gelooft' zonder tastbare bewijzen. Een kind heeft in eerste instantie geen bewijzen nodig, zijn acceptatie is veel groter dan die van een volwassene. We zien ook dat het geloven van volwassenen extreme vormen kan aannemen. Doorgaan tot elke prijs. Jullie geloven op aarde hebben goede kanten, maar helaas ook vele verkeerde. De doden zijn ontelbaar in jullie geschiedenis, uit naam van het geloof en dat doden van elkaar gaat nog steeds door. Zelfs tot op dit moment."
Meik vroeg aan Loid of alles opgenomen werd in de computer.
" Natuurlijk," antwoordde Loid," vanaf onze wonderbaarlijke ontmoeting gisteren heb ik me voorgenomen alles vast te leggen. Dan kunnen we het later nog eens terughoren. Ik heb het echter wel in een aparte computer gedaan."
" Goede actie Loid," zei Meik," je mag blijven."
Het wezen ging verder." Wat jullie van andere wezens onderscheidt is jullie ongelooflijke denkvermogen, wat zich overigens nog steeds verder ontwikkelt. Toch waren jullie in zekere zin nog steeds kuddedieren die een leider nodig hadden. Wij zien echter in jullie ontwikkeling dat die behoefte steeds kleiner wordt. Naarmate jullie jezelf ontwikkelen worden jullie meer op jezelf gericht. Jullie aanhankelijkheid aan een leider wordt steeds zwakker. Dat betekent dat het voor jullie regeringen steeds moeilijker werd om het iedereen nog naar de zin te maken. De onvrede nam alleen maar toe, met alle problemen van dien. Maar die problemen creëerden jullie geheel zelf. De mentaliteit deugt niet!"
Habu, een van de techneuten aan boord, merkte op:" maar aan boord van dit schip zijn nog nooit problemen geweest, nog geen wanklank, hoe verklaar je dat dan?"
" Dat is heel eenvoudig," antwoordde het wezen." Ik heb al eerder gezegd dat wij alleen constateren en niets bij jullie
beïnvloeden. Wij hebben echter in jullie noodsituatie gemeend enige invloed op de selectie uit te oefenen, met andere woorden, de bemanning van dit schip bestaat uit goede mensen. Wij hebben dus niet jullie hersengolven beïnvloed maar de personen die de selectie uitvoerden. Jullie hebben nu zelf kunnen constateren dat een groep mensen in een kleine besloten ruimte gedurende langere tijd probleemloos met elkaar om kan gaan. Het is zo simpel, jullie hier hebben allen een normale mentaliteit en jullie denken er zelfs niet aan om het een ander moeilijk te maken."
" Maar," stelde Betty," wij zijn met twaalf personen. Op aarde leven miljarden mensen in allerlei verschillende landen, met verschillende klimaten en culturen, hoe wil je die ooit in vrede met elkaar laten leven?"
" En toch is het mogelijk," zei het wezen," maar er zal aan gewerkt moeten worden. Er zijn natuurlijk een aantal voorwaarden waaraan voldaan zal moeten worden en dat vraagt gewenning. Een mens echter kan zich goed aan een situatie aanpassen, dat is ons allang bekend".


" Noem eens wat van die voorwaarden," zei Meik." Op aarde hadden we zoals je al zei ook grote denkers die bijvoorbeeld de diverse godsdiensten ontwikkelden en ook politieke systemen, zoals het communisme. Het heeft alleen maar geleid tot uitroeiing en onvoorstelbaar leed. Alles wat zo goed gemeend was eindigde totaal verkeerd".
Hana, de medicus van de bemanning voegde er aan toe:
" Het beginsel van het communisme was toch goed. Iedereen, elk menselijk wezen was gelijk. Een maatschappij van gelijkheid!"
" Voor ik de voorwaarden noem," zei het wezen," even een reactie op de laatste opmerking. Toen een van jullie aardlingen deze ideeën op schrift stelde waren wij zeer benieuwd hoe een en ander uit zou pakken. Het zag er zo goed uit maar het begon meteen al verkeerd. Met de nobele doelstellingen voor ogen werd er al gemoord en vernietigd. Hoe verschrikkelijk hypocriet. Het was al meteen gedoemd te mislukken. Het zo mooi bedachte systeem creëerde een systeem van leiders met grote macht en welzijn, over de ruggen van de goedwillende onderdanen. Van al jullie regeringsvormen heeft dit de meeste doden gekost. Er was een totaal gebrek aan gevoel en medeleven, aan menselijkheid. Het heeft ons weer totaal verbaasd hoe dit kon gebeuren. Het meest verachtelijk zijn wel de mensen geweest die zich om materieel welzijn over de ruggen en lijken van anderen in het systeem omhoog gewerkt hebben. Wij hadden, gezien onze kennis van jullie gedrag, eigenlijk ook wel kunnen voorspellen hoe het af zou lopen en zo is het ook gegaan. Na de communistische periode was er een totaal andere situatie op aarde ontstaan. De dreiging van een communistische wereld was nu verdwenen, ervoor in de plaats kwamen bij jullie andere gigantische problemen. Op grote aardoppervlakten leefden mensen in grote armoede. In jullie ontwikkelingspatroon had de wereldwijde communicatie zich reeds aardig ontwikkeld, maar voordelen hebben ook altijd nadelen. Het nadeel was onvoorzien, ontzettend groot. De armoedige kant van jullie aarde zag via die communicatie hoe goed het leven materieel kon zijn. Uiteraard wilden zij dit ook, maar jullie rijke kant wilde dit natuurlijk niet zomaar afgeven of delen. Zij stelden dat dit door allerlei inspanningen verworven was. De arme kant moest dit eerst maar zelf verdienen. En hier begon jullie kapitalistische systeem zijn gebreken te tonen. Onontkoombaar en totaal."
" Maar dat systeem heeft zich in het hele aardse bestaan altijd bewezen als zijnde redelijk goed en betrouwbaar", zei Borba snel." Het activeert de mensen tot werken en prestatie, tot vooruitgang."


" Zeer terecht," zei het wezen," maar daarnaast tot ellende. Het is tevens gebaseerd op groei, er kan geen stabilisatie optreden. Het systeem is ook niet bedacht. Het is ontstaan en gegroeid tot wat het nu is. Ook is het zo dat mensen die een bepaalde handigheid hebben zich met dit systeem kunnen verrijken en zich derhalve boven andere mensen kunnen stellen. Het draagt echter niet bij tot het geluk wat jullie graag willen.”
" Wat is dan jouw definitie van geluk?", vroeg Sylfia.
" Die kan ik niet geven," antwoordde het wezen." Het is een begrip van jullie aardmensen. Wij kennen dat begrip niet, wij hebben immers geen gevoel maar na wat we bij jullie gezien hebben, hebben we wel een idee van wat jullie geluk noemen. Wij menen dat het geluk alleen kan bestaan tussen meerdere mensen, dus niet iemand alleen. Die kan natuurlijk wel tevreden zijn en voldoening met zijn situatie hebben, maar het echte geluk zoals jullie bedoelen kan alleen optreden als je in staat bent te geven. En dat geven kan alles omvatten, dus als je een partner hebt moet je in staat zijn hem of haar iets te geven. Daar komt het simpel gezegd op neer. Helaas zijn er slechts weinigen die dit kunnen."
" Inderdaad," merkte Wimme op," er zijn op aarde diverse
religies die dit ook predikten, maar slechts weinigen begrepen dit."
Wimme, eveneens een technicus, was het rustige type dat zich het liefst op de achtergrond hield.
" Ja," zei het wezen," en toch zijn er bij jullie mensen die reeds een leven lang tezamen zijn in volmaakt geluk. Vaak staan zij onderaan op jullie maatschappelijke ladder. Hieruit kan je opmaken dat geluk en maatschappelijk welzijn niet samen hoeven te gaan. Geluk komt van binnenuit en met de juiste partner is het daar ineens."
Meik nam het woord." Beste vriend, je sprak over voorwaarden om de toestand te kunnen verbeteren, kan je er nu een paar noemen?"
" Natuurlijk, het zijn er natuurlijk meer dan een maar ik kan met de belangrijkste beginnen. Het vergt wel enige tijd om het jullie begrijpelijk te maken."
" Die voorwaarden, zijn die een totale garantie dat alle problemen opgelost kunnen worden?", viel Loid in de rede.
" Kan je op al onze aanmerkingen een antwoord geven?"
" Zeer zeker", zei het wezen," voor alles is een oplossing
maar er zal iets voor moeten gebeuren. In jullie aardse natuur gaat dat ook zo, alles heeft een doel. De eerste voorwaarde is dat jullie een halt moeten toeroepen aan de ongebreidelde mensengroei. Moreel gezien schijnt dat voor jullie moeilijk te zijn, het zal echter toch moeten. En het kan, want jullie zijn zelfbeschikkend. Reeds lang is hiervoor gewaarschuwd door jullie eigen medemensen maar zij vonden geen gehoor. De kleine denkers werden niet gehoord. In de dierennatuur is bijna ieder levend individu op zichzelf aangewezen, met uitzonderingen van groepen. Zij kennen echter geen georganiseerde maatschappijvorm. Eigenlijk zou dat bij mensen ook zo moeten zijn. Tot nu toe kon dit echter niet, op enige uitzonderingen na. Denk aan primitieve volken die in betrekkelijke rust leefden. Jullie creëerden dus een maatschappij met regels en wetten. Deels een goede zaak, deels niet. Een mens zou als zelfdenkend individu op zichzelf moeten kunnen leven, sociaal, maar zoals altijd misbruiken ze elkaar. Jullie regels en wetten beperkten dit enige tijd, maar met het toenemen van de welstand nam tevens de onvrede toe. Uiteindelijk leidde dit tot de anarchistische warboel, vlak voor jullie vertrek van de aarde. De rijke bovenlaag had zich teruggetrokken in onneembare elektronische forten met robotbescherming, in de onderliggende maatschappelijke lagen gold het recht van de sterkste. De glorietijd van jullie ontwikkeling, de eenentwintigste eeuw, heeft geleerd dat het kapitalistische systeem heeft opgehouden te functioneren. Jullie oosterse volken met hun arbeidsmentaliteit hebben de economische macht overgenomen. Slechts weinigen zijn nog wat jullie gelukkig noemen, de rest vecht om te overleven. Sinds jullie vertrek zijn er vele lokale oorlogen uitgebroken. Eén ding hebben jullie gelukkig ingezien, niemand van de strijdende partijen heeft tot nu toe atoomwapens gebruikt omdat men wel degelijk inziet dat dit het einde van de aarde kan betekenen. Het bestaan van jullie aarde ligt nu in handen van een groot oosters volk. Zij ambiëren geen aardse totaalheerschappij zoals bijvoorbeeld de communisten deden, maar hun macht is echter enorm. Zij hebben alle aardse volkeren laten weten dat zij in een zwakke plek in jullie aardkorst ontelbaar veel atoomkoppen hebben opgeslagen, met een repeterend ontstekingssysteem. Deze bommen zijn zo krachtig dat zij binnen enkele uren, achter elkaar ontploffend, de aarde open kunnen rijten.


De gevolgen kunnen jullie wel raden. De immense druk binnen in de aarde zal vrij komen en een onstuitbare massa van gloeiende magma zal in korte tijd naar buiten komen en alles verwoesten. Ook de dunne atmosfeer met de kostbare zuurstof en alsof dit nog niet genoeg is zal het ook mogelijk zijn dat jullie unieke aarde na miljoenen jaren van ontwikkeling uiteindelijk zal imploderen. De aardkorst, waarop alle leven zich afspeelt zal wegzinken in een onvoorstelbare hete materie, de aarde zal dan weer terug zijn bij af, kort na wat jullie de Big Bang noemen. De enige levende wezens die dan nog zouden bestaan zijn jullie in jullie ruimteschip. Als dit alles dus zou gebeuren voordat jullie terug zijn."
Meik verhief zich van zijn lichaamsgevormde zetel. Iedereen, inclusief de alumannen staarden hem aan. Waar konden ze anders naar staren, het wezen was immers niet te zien...
Ze waren allen te ontzet om ook maar een woord uit te brengen.
Meik opende zijn mond om iets te zeggen, maar hij kon er geen woord uit krijgen.
Het wezen onderbrak de stilte." Voor jullie gemoedsrust trek ik me nu even terug. Jullie hebben iets om over na te denken en te bespreken. Bedenk wel dat dit de realiteit is die momenteel op jullie planeet aan de orde is."
Coin, de architect van het schip stond op. Als enige ontwerper had hij toestemming gekregen om op deze missie mee te gaan. Hij kende het schip volledig want het was zijn eigen ontwerp. Een ongekende prestatie, zo'n schip te bouwen voor het heelal waar nog nooit iemand geweest was.
" Het Atlantis verhaal,” stamelde hij.” Het lijkt mij persoonlijk het beste om dit alles voor onszelf eerst maar eens te verwerken, trouwens Meik, mag ik even?"
" Ja natuurlijk," zei Meik. Hij had zijn zinnen weer terug.
" Het valt mij op," zei Coin," dat we door het wezen weer normaal kunnen ademen, we hadden ons al verzoend met het einde van ons bestaan op dit schip. Het bewijs dat hij geen fabels vertelt en derhalve geloof ik ook absoluut dat het waar is wat hij vertelt over onze planeet. Deze uiteenzetting van de huidige omstandigheden aldaar treft mij persoonlijk meer dan onze naderende dood van een paar dagen terug. Dit is bijna te bizar om waar te zijn, een totaal vernietigde aarde die niet meer zou bestaan door toedoen van de bewoners ervan. Onvoorstelbaar! Ik stel voor om nu maar te gaan rusten, ieder met zijn eigen gedachten."
Een instemmend geroezemoes volgde op zijn woorden.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

De gevolgen kunnen jullie wel raden. De immense druk binnen in de aarde zal vrij komen en een onstuitbare massa van gloeiende magma zal in korte tijd naar buiten komen en alles verwoesten. Ook de dunne atmosfeer met de kostbare zuurstof en alsof dit nog niet genoeg is zal het ook mogelijk zijn dat jullie unieke aarde na miljoenen jaren van ontwikkeling uiteindelijk zal imploderen. De aardkorst, waarop alle leven zich afspeelt zal wegzinken in een onvoorstelbare hete materie, de aarde zal dan weer terug zijn bij af, kort na wat jullie de Big Bang noemen. De enige levende wezens die dan nog zouden bestaan zijn jullie in jullie ruimteschip. Als dit alles dus zou gebeuren voordat jullie terug zijn."
Meik verhief zich van zijn lichaamsgevormde zetel. Iedereen, inclusief de alumannen staarden hem aan. Waar konden ze anders naar staren, het wezen was immers niet te zien...
Ze waren allen te ontzet om ook maar een woord uit te brengen.
Meik opende zijn mond om iets te zeggen, maar hij kon er geen woord uit krijgen.
Het wezen onderbrak de stilte." Voor jullie gemoedsrust trek ik me nu even terug. Jullie hebben iets om over na te denken en te bespreken. Bedenk wel dat dit de realiteit is die momenteel op jullie planeet aan de orde is."
Coin, de architect van het schip stond op. Als enige ontwerper had hij toestemming gekregen om op deze missie mee te gaan. Hij kende het schip volledig want het was zijn eigen ontwerp. Een ongekende prestatie, zo'n schip te bouwen voor het heelal waar nog nooit iemand geweest was.
" Het Atlantis verhaal,” stamelde hij.” Het lijkt mij persoonlijk het beste om dit alles voor onszelf eerst maar eens te verwerken, trouwens Meik, mag ik even?"
" Ja natuurlijk," zei Meik. Hij had zijn zinnen weer terug.
" Het valt mij op," zei Coin," dat we door het wezen weer normaal kunnen ademen, we hadden ons al verzoend met het einde van ons bestaan op dit schip. Het bewijs dat hij geen fabels vertelt en derhalve geloof ik ook absoluut dat het waar is wat hij vertelt over onze planeet. Deze uiteenzetting van de huidige omstandigheden aldaar treft mij persoonlijk meer dan onze naderende dood van een paar dagen terug. Dit is bijna te bizar om waar te zijn, een totaal vernietigde aarde die niet meer zou bestaan door toedoen van de bewoners ervan. Onvoorstelbaar! Ik stel voor om nu maar te gaan rusten, ieder met zijn eigen gedachten."
Een instemmend geroezemoes volgde op zijn woorden.


" Dank je Coin," zei Meik rustig. Hij stond op en liep naar zijn woonvertrek.
Meik had de bemanning enige tijd met rust gelaten om alles wat er gebeurd was eens rustig te laten bezinken. Uiteraard had hijzelf ook tijd nodig gehad om alles te verwerken en er eens diep over na te denken. Hij twijfelde geen moment aan de waarheid van hetgeen er gezegd was, hij vertrouwde het wezen volkomen. Aardse dingen moesten altijd bewezen worden en dat bewijs was er, ze konden weer normaal ademen. Hij had nu ook wel begrepen dat het wezen een onvoorstelbare macht bezat en toch was hij er absoluut niet bang voor. Het begrip goed en kwaad trok hem enorm aan doch er waren nog zoveel andere grote vragen. Een daarvan was dat het hem onwaarschijnlijk leek dat het oosterse volk waarvan hij gesproken had mee zou gaan in de totale vernietiging van de aarde, dat kon hij niet bevatten. Het kon toch niet zo zijn dat zij in hun ruimteschip als enige aardse wezens over zouden blijven na zo'n lange ontwikkeling van denkende, zelfbeschikkende levende wezens.... dat kon niet zo zijn, dat kon eenvoudig niet.
Hij liet Parg bij zich komen. Hoewel Parg geen emoties had, moest Meik toch constateren dat ook de robot problemen had met het hele gebeuren. Vanzelfsprekend zat een zo belangrijk iets niet in zijn elektronisch brein opgeslagen. Zijn beveiligingen gingen natuurlijk boven alles uit, dus zijn toestand was zoals altijd volkomen stabiel. Maar toen Meik hem vroeg de situatie op zijn wijze te interpreteren kon Parg niet zoals gewoonlijk binnen de voorgeschreven tijd reageren.
" Parg weet niet wat weet niet wat hij hiermee moet aanvangen", zei hij." Als je Parg vraagt een oplossing voor dit alles te geven dan heeft Parg enige tijd nodig om alle mogelijkheden te beoordelen."
" Alle mogelijkheden Parg, zie jij dan nog mogelijkheden?," vroeg Meik verbaasd.
" Parg ziet die wel Meik, maar Parg moet bezien of ze levensvatbaar zijn."
" Goed Parg, eigenlijk is het niet belangrijk want wij kunnen er toch niets aan veranderen. Ik wil alleen eens zien hoe jouw elektronisch chemische hersencellen op deze situatie reageren.
Het is alleen maar theoretisch, ik ben gewoon nieuwsgierig. Laat het me maar weten als je iets bedacht hebt."
Alle bemanningsleden voelden een grote berusting. Allen waren min of meer lamgeslagen.
Wimme, altijd de rust zelve, had hem gevraagd wat ze verder nog konden doen aan de situatie.
Het was dan nog wel niet gebeurd maar alleen al het idee was zo ondenkbaar, zo onbevattelijk. Wat kon Meik hierop antwoorden? Hij wist het eenvoudig niet!
Wimme had hier alle begrip voor want hij wist het ook niet. De andere leden van de bemanning kwamen eigenlijk met dezelfde vraag bij Meik en steeds moest hij hetzelfde antwoorden. Ik weet het niet. Een kwalijke zaak voor een leider, maar niemand kwam met een verwijt.
Na een poosje kwam ook Parg weer bij Meik. De robot kon maar tot één simpele conclusie komen.
" Wel," zei Meik," ik ben zeer benieuwd".
" We moeten er vanuit gaan," zei Parg," dat de menselijke soort zichzelf niet zal vernietigen. Dat betekent dat zij zichzelf zullen moeten redden, hoe dan ook."
" Maar hoe dan?" vroeg Meik.
" We weten dat het oosterse volk in technologisch opzicht zeer ver gevorderd was. Ik kan maar tot een conclusie komen en dat is dat zij voor zichzelf een vloot ruimteschepen klaar hebben staan om de voor hen onderhand onleefbare aarde te verlaten!"
Meik was even sprakeloos.
Toen hij zijn zinnen weer terug had zei hij:" Parg, dat moet het zijn, dat wij dit niet bedenken konden. Blijft nu alleen de vraag: waar naartoe? Hoelang zijn wij al niet onderweg naar het onbekende..."
" Ook daar heeft Parg aan gedacht. Sinds ons vertrek is de technische ontwikkeling op aarde verder gegaan, ongetwijfeld is ook de robottechnologie verder gegroeid. Robots kunnen nu vrijwel alles, ze zullen hun eigen soortgenoten in ongelimiteerde hoeveelheden kunnen produceren voor bijvoorbeeld het bouwen van ruimteschepen. Ze zouden vele duizenden robots mee kunnen nemen voor het bouwen van steden op andere planeten, die gezien de levensomstandigheden het meest op de aarde lijken. Dat is de conclusie die Parg het meest waarschijnlijk lijkt."
Nu mengde ook het wezen zich weer in het gesprek. Meik was niet eens meer verbaasd als deze zich weer liet horen, hij had toch geen invloed op het feit of het wezen al dan niet aanwezig was.


" De robot heeft goed nagedacht," zei het wezen." Er staat inderdaad een vloot van ruimteschepen klaar. Het oosterse volk heeft deze op de bodem van een ondiepe zee gestationeerd, onzichtbaar voor de satellieten. Ook is het zo dat ze het volkomen geheim hebben weten te houden. De oosterse mensen die er aan werken zijn ook nog nooit op het aardoppervlak geweest. Zij zijn geboren en opgegroeid in de diepte. Eigenlijk vormen ze een eigen maatschappijtje, totaal verborgen voor de aardbewoners. Slechts een aantal politieke leiders zijn op de hoogte van het hele gebeuren."
" Onvoorstelbaar," zei Meik." Er is wel het een en ander gaande op onze goede ouwe aarde. Maar de mensen die daar beneden wonen zijn die tevreden met hun situatie?"
" Jawel," zei het wezen," ze weten niet beter. Ze hebben een zeer goed leven, het ontbreekt hen aan niets. Ze hebben er geen besef van wat er buiten hun wereldje gebeurt."
" Hoe weet je dit nu allemaal?," vroeg Treve." Ben je daar in die zee geweest?"
" Ja natuurlijk, wij kunnen toch alles. Dat moet je niet vergeten. Als ik het nodig vind ben ik, of een van mijn gelijken, binnen een milliseconde daar. Wij staan in constante verbinding met elkaar dus we weten altijd wat er gaande is."
" Het is niet te bevatten," zei Treve." Dit gaat mijn brein echt te boven."
" Tja, wij kunnen heel veel informatie opslaan, oneindig veel meer dan jullie computers. Het kost ons geen enkele moeite. De plaats waar wij wonen is een onvoorstelbare opslagplaats van alles wat er in het heelal gaande is. Wij kunnen daar altijd uit putten. Alle gegevens van mensen zijn daar ook opgeslagen."
" Je wilt toch niet zeggen dat van alle denkende wezens die reeds op aarde waren, alles bewaard wordt?", vroeg Hana verbaasd.
" Jawel," zei het wezen.
" Maar wat is daar dan het nut van?" Hana's ogen werden groter.
" Op jullie aarde gaat de natuur zonder zelfbeschikkende wezens zijn eigen gang. Ze regelt alles zelf, langs natuurlijke weg. Zoals je weet werken wij met het begrip 'goed en kwaad'. De mens is een zelfbeschikkend wezen dat tot op zekere hoogte zijn eigen leven kan regelen. In de natuur zijn leven en dood nauw met elkaar verbonden, tot het nut van de andere soort. Bij de mens ligt dat anders. De mens hoeft niet te doden, maar doet dit toch.
Men kan fysiek doden, jullie noemen dat moord. Dat is slecht, kwaad. Men kan echter ook mentaal doden, wat even slecht is."
" Maar wacht even," zei Hana," in het vroege stadium van zijn ontwikkeling doodde de mens dieren voor zijn voedsel. Is dat dan ook verkeerd?"
" Nee, de eerste mensen waren geen denkers zoals jullie nu, het was toen een levensnoodzaak en zolang het doden van dieren snel en humaan gebeurt is dat ook niet erg. Het is gewoon voeding. Maar vanwege economische, financiële belangen doen jullie dieren in een veel te kleine ruimte, geven ze snelgroeimiddelen en laten ze dus niet hun normale dierenleven leiden. Dat is verkeerd. Ziedaar een zwaar minpunt van jullie kapitalistische systeem."
Hana knikte instemmend.


Betty nam het woord." Wat doen jullie met de gegevens van de mensen die op aarde geleefd hebben?".
" Een goede vraag", zei Meik en hij legde zijn hand even op haar schouder.
" Zoals je weet bemoeien wij ons niet met jullie leven op aarde, maar na jullie leven komt de eindafrekening."
Een orgie van stemmen steeg op naar het plafond van het ruimteschip. De gehele bemanning was op de een of andere manier naar de centrale ruimte van het ruimteschip getrokken.
Vermoedelijk had het wezen hiervoor gezorgd.
" Dus toch," zei Sylfia na enige tijd," bestaat er een leven na de dood?"
" Jazeker, en wij regelen dit. En omdat wij het goede en kwade hanteren regelen de aardse mensen zelf hun voorbestaan na de dood. De natuur kent dit begrip niet maar voor de zelfbeschikkende wezens bestaat het wel. Jullie mensensoort beseft eenvoudig niet hoe ongelooflijk uniek jullie zijn! Ondanks het feit dat wij alles kunnen, missen we één ding wat jullie wel bezitten en wij zijn niet in staat dat te creëren!"
" Wat is dat dan?," vroeg Sylfia.
" Het begrip gevoel. Jullie gevoelsleven. De chemische processen van jullie lichaam en ook van dieren, zijn eenvoudig te begrijpen. Chemische processen van zuurstof, voeding, groei, celdeling, veroudering. Maar het begrip gevoel is voor ons niet te ontleden of te bevatten en jullie hele bestaan wordt geleid door dat gevoel. Ook stemmingen die goed en kwaad bepalen, seksualiteit, geluk, alles wordt mede bepaald door dat gevoel. Aan het einde van jullie leven komt de afrekening. Er komt een afweging van de goede en kwade dingen van jullie aardse leven. De slechte mensen gaan lijden, even zoveel als zij hun soortgenoten hebben aangedaan."
Er viel nu een doodse stilte in de centrale ruimte.
Na enige tijd zei Borba:" In onze aardse geschiedenis zijn massamoordenaars geweest, politieke dictators"...
" Zij zullen eeuwig lijden. Wij kunnen bepalen of ze het zich bewust zijn van wat ze anderen aangedaan hebben en zo ja, dan zullen zij hun prijs moeten betalen zolang als nodig is. Een zelfdenkend, zelfbeschikkend mens hoeft absoluut niet iemand te laten lijden. Een dier doet dit ook niet, het doodt alleen om te eten. De mens kan denken. Als hij doodt voor zijn plezier, dan zal hij daar zeker de prijs voor moeten betalen want het was niet nodig. Zo simpel is het, hij kan denken en kon dus weten dat hij geestelijk of lichamelijk leed aanrichtte, leed wat hijzelf ook niet graag zou willen dragen. Goed of kwaad, hij kon dat zelf beslissen."
" Maar," zei Habu," er zijn zo ontzettend veel uitzonderingen denkbaar zoals geestelijke gesteldheid van dat moment, ontoerekeningsvatbaarheid onder invloed van alcohol of drugs, geestelijk onvolwaardig en noem het maar op. Gelden daar dan dezelfde de regels voor? "
" Uiteraard zijn er uitzonderingen, tijdens de afrekening wordt dit alles beoordeeld.
Iemand onder invloed van drugs hoefde bijvoorbeeld geen drugs tot zich te nemen.
Hij kon zelf beschikken, dus als hij onder invloed van drugs een moord pleegde dan was dat zijn eigen verantwoording. De schuld ligt dan niet bij de drugs, maar bij hemzelf. Bij de afrekening zijn al deze gegevens bekend en worden in de beoordeling meegenomen."
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hey!

Ik heb het verhaal gelezen en ik vind het een mooi verhaal met leerzame punten er in verweven.

Wel wil ik je de tip mee geven om kortere stukken tekst per keer te plaatsen en dan om de paar dagen. Lange stukken tekst zoals deze schrikken vaak lezers af. En het is echt de moeite waard om het te lezen ;)

Schrijf snel verder, ik ben zeer benieuwd! :D

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Even viel er een stilte in de grote ruimte.
Joahn liep nadenkend heen en weer en zei: " Degenen die beoordeeld zijn en niet gestraft hoeven te worden, wat gebeurt daarmee?"
" Het lijkt mij beter om dat nu niet te bespreken, ik wil jullie gedachten niet al te zeer ontregelen. Jullie hebben het er al moeilijk genoeg mee. Ook jullie zullen mee moeten doen aan de afrekening. Later zullen jullie het weten, er zijn nu belangrijkere dingen waar jullie je druk om moeten maken. Maak jullie gedachten leeg en concentreer je op de toekomst."
De laatste woorden van het wezen galmden weg in de grote ruimte. De stilte werd langzaam doorbroken door de stemmen van de aanwezigen. De bemanning begon met elkaar te discussiëren en de opwinding was van de rode gezichten af te lezen.
Antwoorden op vragen waar de mensheid al eeuwen naar op zoek was werden hier op dit ruimteschip in het oneindige heelal even simpel gegeven.
Het was hen duidelijk dat er wel degelijk een hogere macht bestond, voor hen was er geen twijfel meer mogelijk. Ze moesten het wel geloven, ze waren immers volkomen afhankelijk in deze benarde situatie. Benard in die zin, dat ze nu van het wezen afhankelijk waren om nog op aarde terug te kunnen keren. De missie moest als een mislukking beschouwd worden. Ze hadden geen contacten kunnen leggen met andere levensvormen tijdens hun dertig jarige reis door de onbekende ruimte. Als ze ooit terug zouden komen op aarde, wat dan?
Meik kon zich enigszins voorstellen wat ze daar zouden kunnen aantreffen, na wat het wezen hen ervan verteld had.
Hij en zijn bemanning waren nu tussen de vijfenvijftig en zestig jaar oud. Hun reis door de ruimte had het ouder worden niet tegengehouden, maar desondanks waren allen nog in perfecte conditie. Regelmatig moesten ze plaats nemen in een ruimte van het schip waar een kunstmatige aardse druk heerste.
Niemand van hen had hierover gezeurd, het was voor hen nog een soort band met de aarde en hun lichaam had het nodig. In de loop der jaren hadden ze een soort gemiddelde gevonden waarop hun lichamen het beste voldeden. Het was eigenlijk verbazingwekkend hoe hun lichamen zich instelden op andere dan aardse omstandigheden.
Ook hadden ze in het ruimteschip geen last van ziektes. Af en toe kregen ze van Hana een injectie om hun afweersysteem alert te houden en tot nu toe werkte dit systeem perfect.
Ze werden ook goed verzorgd door de robots, die konden werkelijk alles. De eerste maanden waren een tijd van gewenning geweest. Veel bemanningsleden waren misselijk geworden, maar daarna ging alles beter en eigenlijk vanzelf, ook voor de robots. Zelfs de ruimte bracht uiteindelijk enige gewenning.
Alhoewel de robots toch alupersonen waren, was er toch een perfecte band met hen ontstaan. Er waren vier robots aan boord: Parg, de onmiskenbare leider, Bosap, de robot die zijn collega's technisch onderhield en de twee vrouwelijke robots, Eelk en Raen. Eelk en Raen hielden zich vooral bezig met de voeding voor de bemanning. Daarnaast met de bewaking van het schip. De robots waren de bemanning op alle niveaus de baas. Ze waren ongelooflijk krachtig en sneller dan de snelste mens zowel in reactietijd als in pure snelheid. Ook waren ze in staat om bijvoorbeeld een draad in een naald te krijgen, maar bovenal waren ze onvermoeibaar. Onderhoud hadden de alumannen niet nodig, hun scharnieren en draaipunten waren van keramisch materiaal. Onbreekbaar, volkomen slijtvast en uiteraard geen corrosie. Hun aluminium ommanteling was van een zeer speciale legering, ultra licht en waanzinnig sterk. Het zwaarste handvuurwapen op aarde was niet in staat geweest het in te deuken, laat staan te doorboren. Zwaardere projectielen hadden tijdens de tests de robots eenvoudig verplaatst, zonder ze ook maar te beschadigen.


De bemanning had totaal geen angst voor de metalen bedienden, hun brein was zo beveiligd dat ze nooit een menselijk wezen kwaad zouden kunnen doen. Maar wat is een menselijk wezen in de onbekende ruimte? Als dit fenomeen tijdens de tocht op zou duiken, dus een ontmoeting met een wezen dat fysiek niet menselijk zou zijn maar wel intelligent, zouden de robots dit met rust laten tenzij dit een gevaar voor hun meesters zou opleveren.
De robots hadden uiteraard de allerlaatste technologie in zich. Ze waren iets groter en forser dan een mens en een weinig zwaarder. De bediening van de ledematen geschiedde door middel van een stelsel van ongelooflijk sterke stangetjes die gestuurd werden door chemische reacties van vloeistoffen. Dit werkte veel sneller dan de antieke hydraulische systemen. Het voordeel van dit systeem was ook dat bij minimale lekkages de vloeistof de eigenschap had zich te verdikken, zoals bij menselijk bloed. De chemische reacties van de vloeistoffen werden in werking gezet door minimale stroomstootjes die op hun beurt gestuurd werden door het centrale brein van de robot. Dit brein bevond zich niet in het hoofd van de robot, maar in de buik. In het hoofd bevond zich de computer waarmee de robot alle mogelijke en onmogelijke berekeningen kon uitvoeren. Voor eventuele onvolkomenheden kon hij zich ook nog verbinden met de computer van het schip, dat was echter nog niet nodig geweest. Tot nu toe waren de alumannen mans genoeg geweest om alles zelf of te lossen.
Het bestandsbrein was een absoluut technisch hoogstandje. Het bestond uit miljarden glasvezeltjes. Deze glasvezeltjes bevatten ook moleculen van diverse edele metalen. Ze waren in staat een onvoorstelbare hoeveelheid gegevens op te slaan en weer uit te spuwen, in duizendste van seconden. De glasvezeltjes bevonden zich in een soort bol die zich volkomen schokbestendig in het binnenste van de robot bevond. Uit die bol kwam een dikke kabel met ontelbare draadjes vezel, die alle kanten op in de robot verdwenen.
De gezichten van de robots zagen er vriendelijk uit. Ze konden enigszins de mens nadoen, een klein lachje, een verbaasde dan wel droevige blik. Dit was mede zo gemaakt om hun aanwezigheid voor de bemanning enigszins menselijk te maken. Ze waren niet gekleed, de twee vrouwelijke robots hadden een lichte borsten partij en tevens hadden hun gezichten wat vrouwelijke trekken.
De twee mannelijke robots waren ook volledig in staat om het schip te besturen, wat dan ook vaak gebeurde.
Toen er eens een bepaalde beslissing genomen moest worden had Meik Parg wel eens getest. Hun beslissingen lagen vaak op een lijn. Voor Meik een teken dat hij tijdens zijn afwezigheid in slaap en rustperioden of bij een vergadering op Parg kon vertrouwen.
Tijdens hun jarenlange tocht was er vrijwel nooit onenigheid tussen de bemanningsleden geweest. Allen begrepen maar al te goed wat het belang van hun missie was. Later begrepen ze ook hoe moeilijk het zou worden om nog terug te kunnen keren naar de aarde. Ze hadden zich al min of meer verzoend met de situatie, totdat het wezen opdook. Alles was gelukkig ten goede veranderd, althans op het schip. Er was weer wat hoop.


Na enige tijd werd het geroezemoes in de centrale ruimte minder, totdat er een uiteindelijk een stilte viel. Alle gezichten richtten zich naar leider Meik.
" Het is werkelijk ongelooflijk wat we hier allemaal mee maken", zei hij met een zachte, rustige stem." Ik zou graag willen weten of er iemand van jullie is die twijfelt aan hetgeen wat we hier gehoord hebben. Neem jullie tijd ervoor. Probeer logisch na te denken, hoe moeilijk dat ook is. Ik wil straks graag van jullie weten wie er twijfelt." Meik richtte zich tot robot Eelk." Eelk, zou jij ons allen een glas Apfelcorn willen brengen." Van deze drank hadden ze nog genoeg.
Eelk verdween en was in no time weer terug met een blad vol gevulde glazen.
Zo'n lekkernij werd slechts zelden genuttigd, voor de bemanning een teken dat dit een bijzonder moment was.
Het goedje smaakte zelfs na dertig jaar nog prima, bijzondere conserveringsmethoden hielden dit appeldrankje in een perfecte staat. De bemanning genoot er zichtbaar van.
Meik zag dat de gespannen gezichten van de bemanning zich geleidelijk ontspanden. Dat beviel hem, deze opkikker hadden ze even nodig.
Niemand twijfelde aan het hele gebeuren. Niemand twijfelde aan de verhalen van het wezen, ook Meik en de robots niet.
" Mooi," zei Meik," we zitten allen dus op een lijn."
Sylfia vroeg het woord en Meik knikte haar goedkeurend toe.
" Nu we de mogelijkheid hebben om alles wat we willen aan het wezen te kunnen vragen, is het dan niet verstandig als een ieder van ons zijn eigen vragen op papier zet om ze te zijner tijd aan het wezen voor te leggen? Ik krijg de indruk dat onze weldoener op elke vraag een antwoord weet en als we deze antwoorden hebben kunnen we daar misschien iets mee doen als we hopelijk weer terugkeren op de aarde".
" Dat lijkt me een goed idee Sylfia," zei Meik." Maar waarom twijfel je aan onze terugkeer naar de aarde?"
" Aan de terugkeer niet," zei ze," maar hoe zal de toestand daar zijn? Ik heb nu begrepen dat het op aarde een rotzooi is, misschien heeft het al geen zin meer om nog terug te keren,”
" Dat moeten we dan maar afwachten. Ik stel voor dat we nu naar onze vertrekken gaan om te rusten," zei Meik.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hey!

Als eerste, dit korte stukje is veel prettiger te lezen! :D Je hebt de details goed uitgewerkt en ik kan het redelijk voor me zien (ik ben niet zo heel erg bekend met robots en ruimteschepen, maar ik kan het goed volgen!)

Een paar kleine dingetjes:
deka schreef: " Degenen die beoordeeld zijn en niet gestraft hoeven te worden, wat gebeurt daarmee?"
Bedoel je hier niet veroordeeld in plaats van beoordeeld?
deka schreef:waren iets groter en forser dan een mens en een weinig zwaarder.
Een weinig, klinkt naar mijn idee een beetje apart. Wellicht kun je het beter beschrijven als: iets zwaarder, of een beetje zwaarder, etc.

Ik hoop dat je er iets aan hebt. Schrijf snel verder! :D

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Jippiiiiie," brulde Loid. Hij nam een aanloop, rende op Eelk af en sprong omhoog. Behendig ving Eelk hem in zijn vlucht op en droeg Loid de deur uit. Loid probeerde wel vaker de robot te verrassen, maar dat was hem tot nu toe nooit gelukt. Waarschijnlijk vergat hij dat als de robot te laat was, hem een onaangename landing te wachten stond... de bemanning sloeg dit spelletje altijd glimlachend gade. Loid had een speciale band met Eelk, hij mocht haar graag. Soms deed hij spelletjes via zijn computer met haar, maar Eelk was hem vaak te slim af." Eens sloop ik je accu's eruit als je slaapt", had Loid haar eens gedreigd." Weinig kans Loid, ik slaap niet en bovendien heb ik reserve accu's die moeilijk te bereiken zijn", plaagde Eelk dan terug. En zo dolden ze met elkaar.
De robots konden ook stilgezet worden.

Meik en Ries kenden de code hiervoor. In hun hiel, op een voor een leek vrijwel onzichtbare plek, hadden ze een toegang om die code in te voeren. Ries wist als enige precies hoe dit moest. Het was nog nooit nodig geweest om ze stil te zetten, tot nu toe hadden de bemanningsleden alleen maar gemak van hen. Het was ook niet zo dat de robots alles aan boord deden. Vooral Hana had al snel ingezien dat de conditie van de bemanning zienderogen achteruit zou gaan met alle mogelijke gevolgen van dien. Dat ze lui of gemakzuchtig zouden worden.
Ze stond er ook op dat alle bemanningsleden, inclusief zijzelf, regelmatig de nodige inspanningsoefeningen deden. Een ieder begreep ook wel dat dit beter voor hen was, ze voelden zich ook beter. Ook werd er door enige leden gerookt maar met mate, alleen voor de gezelligheid. De tabak was ook nog van uitmuntende kwaliteit en smaakte nog als vanouds.
Meik zat weer te peinzen. Ook hij schreef voor zichzelf enige dingen op. Hij probeerde zich voor te stellen hoe de toestand op aarde nu zou zijn en hoe men zich zou gedragen tegenover hen. Het zou ongetwijfeld chaotisch worden, onvoorstelbaar chaotisch.
Natuurlijk wist hij ook niet hoe het ruimteprogramma er uit was komen te zien na hun vertrek. Reeds lang hadden ze al geen boodschappen meer van de aarde ontvangen en hij had ook geen idee wat ze op aarde van hen nog doorgekregen hadden. Het was ook eigenlijk niet belangrijk meer. Het doel van hun missie was niet bereikt want zij hadden geen hulp voor de ten ondergaande aarde kunnen vinden. Al hun hoop was nu gevestigd op het wezen. Dit begrip was zo onvoorstelbaar groots dat niemand hiervan ook maar had kunnen dromen. Het ultieme wezen.
Meik riep Parg bij zich en vertelde hem wat zijn gedachten waren." Wat is jouw mening hierover,
Parg?",vroeg hij.

" In Pargs brein," zei Parg," zijn alle mogelijk en onmogelijkheden van wezens anders dan mensen opgeslagen. Het begrip wezen komt in Pargs brein niet voor. Voor Pargs robotbrein betekent dat, dat het wezen een onvoorstelbaar groots iets moet zijn! Een volkomen onbekende dimensie die wij dan ook op waarde moeten schatten. Sta Parg toe hier iets aan toe te voegen, maar Parg zegt er meteen bij hiervan niet te schrikken.."
" Oké Parg," zei Meik," ga je gang, ik ben benieuwd".
" Als Parg alle feiten en gegevens op een rij zet komt Parg tot een ontstellende conclusie... het wezen heeft gezegd dat als hij wil, hij ons ruimteschip in no time terugbrengt naar de aarde...
Ons schip weegt naar aardse begrippen enige duizenden tonnen, ofwel miljoenen kilo's. Het begrip gewicht heeft in de ruimte geen waarde. Het betekent dus als het wezen dat met ons ruimteschip kan doen, hij dat ook met andere voorwerpen zal kunnen, bijvoorbeeld sterren. Zijn macht en kunnen is voor Parg oneindig groot. Parg begint te vermoeden dat het wezen en zijn gelijken ook het ontstaan van het heelal beïnvloed kunnen hebben, maar hoe of wat, dat zou Parg niet weten.. misschien is er nog wel een heelal.."
Voordat Meik zijn vermoeide geest voelde wegzakken in volslagen duisternis merkte hij nog dat alle energie uit het ruimteschip verdween. Ook Parg zeeg in elkaar.
Versuft keek Meik om zich geen. Hij herinnerde zich nog dat hij wegzakte in een zwarte diepte. Voor hem lag Parg in een vreemde houding op de grond. " Parg, sta eens op", gebood hij. Er gebeurde niets, de aluman bleef roerloos liggen.
" De robot kan niet opstaan, hij is even afwezig." Het geluid dat het wezen voorbracht galmde na in Meik's hoofd.
" Zit jij hier achter?", vroeg Meik. Hij voelde zich langzaam verder bijkomen en dacht aan zijn bemanning." Hoe is het met de anderen?"
" Maak je niet bezorgd, ze slapen tijdelijk", zei het wezen.
" Waarom ben ik dan wel wakker en wat is er gebeurd? Het laatste wat ik nog weet is dat alle energie uit ons ruimteschip verdween en daarna zakte ik weg". Meik was volkomen rustig. Hier waren dingen aan de orde die hij niet beïnvloeden kon. Hij realiseerde zich dat hij zich aan de situatie aan moest passen. Het wezen had de macht.

" Herinner jij je nog wat de robot als laatste gezegd heeft?", vroeg het wezen.
" Ja, maar voordat ik de kans kreeg daarop te reageren zoog jij al onze energie weg."
" Het is eigenlijk een wonder dat de robot tot deze conclusie kwam, temeer daar hij het bij het rechte eind had. De robot is het eerste levende wezen dat het beseft en uitspreekt".
Meik was perplex." Maar waarom viel dan alles en iedereen uit?", stamelde hij.
" Ik volgde jullie gesprek en zelfs voor mij kwam dit zo onverwacht dat ik jullie als reactie daarop even liet ophouden te bestaan. Dat is een eerste primaire bescherming voor onszelf."
" Oh," zei Meik verbaasd." En wat nu verder? Ben jij trouwens bevoegd om in jouw wereld zelfstandig en zonder overleg te handelen en te beslissen?"
" Ja, wij zijn allen gelijkwaardig. Wij hoeven alleen tussen goed en kwaad te beslissen. Dat is dus veel simpeler dan de aardse omstandigheden. Ik wil dat jullie robotoloog Ries Parg onder handen neemt. Jij moet hem opdragen het laatste gesprek tussen Parg en jou uit het geheugen van de robot te wissen. De robot mag deze informatie nooit gebruiken, zo wil ik het. Dit mag niemand weten."
" Niet alleen Parg weet het, maar ik ook. Ries kan mijn geheugen niet wegnemen maar jij wel. Wat ga je met mij doen? Vernietig je mij later?", mompelde Meik.
" Nee, zeker niet. Jij bent het eerste en enige levende denkende wezen dat nu weet dat er meer is dan het heelal wat jullie kennen. Je hebt er geen bewijzen van en die krijg je ook niet maar je weet van mij dat het zo is. Twijfel je daaraan?"
" Nee", zei Meik rustig.
" Goed, ik wil zien of je deze wetenschap voor je kan houden."
" Maar waarom?", vroeg Meik verbaasd.
" Ik wil weten hoe jouw geest hiermee omgaat. Voor jullie begrippen moet deze kennis iets onvoorstelbaar zijn. Als alles tot je doorgedrongen is zal je het wel begrijpen. Wij kunnen
alles. Maar wij kunnen niet jouw toekomstige gedachten bepalen mede omdat dit gepaard gaat met gevoelens. Ik wil weten of jouw geest deze hele materie aan kan."
" En als mij dat niet lukt?", vroeg Meik.
" Dan zal ik het uit jouw geest verwijderen. Dan weet je het eenvoudig niet meer."
" Goed, ik zal het voor mezelf houden en proberen het te bevatten ", zei Meik." Bedankt voor het vertrouwen, vriend".
Meik riep Ries die inmiddels weer wakker was bij zich en verzocht hem de laatste minuut van Pargs geheugen te wissen.

Toen Ries Parg hulpeloos op de grond zag liggen keek hij Meik boos aan.
" Grapje van onze vriend," zei Meik glimlachend.
Ries opende het de hiel van de robot en wiste het betreffende deel van het geheugen.
Binnen een minuut was hij klaar. Parg bewoog zich weer en stond op.
" Parg kan zich niet herinneren dat Parg op de grond ging liggen," zei de robot.
" Ach Parg," zei Meik," ik denk dat je vanwege het wezen enige veranderingen in je energievoorziening moet hebben gehad. Functioneer je nu weer goed?"
" Parg functioneert weer goed", zei de robot.
" Oké, einde probleem. Parg, kan jij in je geheugen nagaan wat je bij mij kwam doen ?", vroeg Meik.
" Je riep Parg en Parg wacht nog steeds op een opdracht."
Meik knikte. Tevreden met het antwoord." Je kunt weer gaan Parg, ik heb je nu even niet meer nodig."
Parg draaide zich om en liep het vertrek uit.
De bemanning was inmiddels ook binnengekomen voor tekst en uitleg.
" Wat was er aan de hand?," vroeg Coin." Ik heb het idee dat ik even weg was."
Bevestigend gemurmel klonk uit de monden van de anderen.
" Ja," zei Meik nonchalant." Het wezen gaf me een kleine demonstratie van zijn kunnen.
" Wie had ooit kunnen denken dat we dit alles mee zouden maken," zei Sylfia." Het gezegde: niets is onmogelijk, wordt hier redelijk bevestigd."
" Ja," zei Wimme," wat is eigenlijk onmogelijk? Naar onze aardse begrippen is er zoveel onmogelijk maar we zijn nu niet op aarde. De begrippen die daar bekend zijn gelden hier niet. Een mens en zeker een wetenschapper wil altijd bewijzen, behalve voor het geloof. Een wetenschapper kan zelfs een overtuigd christen zijn, maar voor zijn werk wil hij bewijzen. Waarom niet ook voor zijn geloof? Of is er een eenvoudige acceptatie voor zijn geloof? Of hij dringt de voor hem noodzakelijke bewijsvoering eenvoudig weg. Eigenlijk rijmen deze dingen niet met elkaar, maar toch gaat het zo. Voor wat ik nu heb meegemaakt in deze paar dagen ben ik er van overtuigd dat het allemaal waar is, absoluut! Waarom kunnen er geen hogere machten zijn waar we geen notie van hebben? Moet de mens zelf juist zaligmakend zijn? Voor mij zeker niet! Zoals bekend kunnen we op aarde niet eens meer in vrede leven. Hier in de ruimte kunnen we ook onze problemen niet oplossen. Dankzij het wezen ademen we weer en hebben we ook een kans om terug te keren naar onze eigen aarde. Zo goed zijn we dus ook weer niet. We zijn van anderen afhankelijk. Zeker nu. Dus het onmogelijke van onze begrippen geldt hier niet zo. Het wezen kan inderdaad bijna alles wat hij wil..."
" Dat is zo," vulde het wezen Wimme aan." Bij ons is het echter niet belangrijk. De mensen proberen het altijd in hun eigen voordeel te krijgen en waarom?"
" Ik zou op willen merken," zei Meik," dat het buitengewoon interessant is om te brainstormen met een buitenaards wezen over aardse problemen. Dat maak je niet iedere dag mee. Vind de rest van de aanwezigen dat ook?"
Natuurlijk was iedereen het daarmee eens.

" Loid," zei Meik," je vergeet toch niet om alles vast te leggen, he?"
" Natuurlijk niet," zei Loid jolig." Ik heb mijn springkip al opdracht gegeven om het restant van m'n haren een voor een uit m'n hoofd te trekken als dat zou gebeuren en je weet, Eelk kan eenvoudig niet vergeten, nietwaar Eelk?"
" Zo is dat Loid, Eelk houdt je in de gaten," zei de robot.
" Waar waren we gebleven," zei Meik. " Oh ja, het eigen voordeel van de mens... ja, de mens is opgevoed om voor zichzelf te kunnen zorgen. Dat wordt hem als kind al geleerd, maar er is ook een bezitsdrang en vele mensen kennen schijnbaar hun grenzen niet. Bovendien creëert het aanzien en macht. Velen willen meer en beter dan hun soortgenoten zijn en met geld en ander bezit krijg je dat. Ze doen er alles voor."
" En zijn ze dan ook gelukkiger?" vroeg het wezen.
" Dat geloof ik niet," antwoordde Meik." Ze kunnen echter wel een zorgeloos leven hebben in die zin dat het hen in materiële zin aan niets ontbreekt. Maar geluk koop je niet met geld."
" Maar de mens ambiëert toch geluk, waarom doet hij dit dan?", vroeg het wezen.
" Ik geloof," kwam Hana tussenbeide," dat geluk niet voor ieder mens haalbaar is. Helaas zou ik willen zeggen, maar ieder mens is verschillend. Daarnaast alle verschillende rassen, culturen, gewoontes. Dit is heel, heel moeilijk. Ik denk persoonlijk dat het geluksgevoel bij veel mensen eenvoudig ontbreekt, het is er niet maar daarom kunnen ze evengoed wel een tevreden leven hebben en.."
Het wezen onderbrak haar." Dus geld en materiële zaken brengen geen geluk. Wel zekerheid maar daarnaast ook onnoemelijk veel leed. Jullie hebben er geen idee van hoeveel doden en leed het geld en bezitsysteem de mensheid al gekost heeft. Wij zien dit al eeuwen."
" Zoals ik al zei," zei Meik," groeien wij er mee op, als kind al wordt ons geleerd er zo mee om te gaan." " Maar het is niet eerlijk," zei het wezen." Een mens met meer intelligentie heeft een beter leven dan een iets minder bedeelde. Dat moet eenvoudig problemen geven en dat geeft het ook. Een rijke heeft veel te veel, een arme kan verrekken. Tevens is het zo dat mensen zich verrijken met zaken ofwel materialen die de planeet aarde toebehoren. Jullie mogen dat alles gebruiken, natuurlijk, net als de levende wezens in de natuur. Maar hoe meer jullie gebruiken, des te eerder het verbruikt is. En jullie regeringsystemen geven jullie meer begaafde mensen het recht om aardse materialen op een absurde, onzinnige manier te verspillen. Wij hebben werkelijk perplex gestaan toen we dit bemerkten. Voor een persoon kastelen, een persoon in een vliegtuig, wat veel brandstof verbruikt welke gevormd is in een proces van miljoenen jaren. Het is de meest brutale verspilling van aards materiaal die er denkbaar is! En met welk nut? De persoon in kwestie is absoluut niet gelukkig. Vaak zijn het keiharde lieden die hun medemens ook nog vertrappen. Ziehier de zegeningen van het geldsysteem...

Gelukkig zijn er ook mensen die er iets van begrijpen en het goed doen. Deze zullen ook tijdens de afrekening hun goedheid ervaren. Als we het over aards materiaal hebben, moeten we ook de ongebreidelde bevolkingsgroei veroordelen, die als zij niet stopt tot onvoorspelbare problemen zal leiden. In de natuur regelt dit zichzelf, alleen de zelfbeschikkende mens doet het weer verkeerd".
Er viel een stilte." Ik begin me haast te schamen om mens te zijn," zei Sylfia ineens." Als je zo hoort wat we allemaal verkeerd doen".
" Ik ben het met je eens Sylfia," zei Habu." Maar zie het maar te veranderen. Misschien als de nood het hoogst is. Ja, en dan is het misschien te laat en wordt aarde vernietigd door dat oosterse volk". " Als dat zou gebeuren," zei Treve," dan is dat in de tijdspiraal van ontwikkeling ontzaglijk snel gegaan...." " Inderdaad," zei het wezen." Het is echter nog niet zo ver. Wat wel een probleem is is de energievoorziening. En het is zo simpel om energie zonder energie op te wekken maar dat hebben jullie nog niet ontdekt."
" Wacht even," zei Wimme," dat kan niet. Energie opwekken zonder energie is natuurkundig onmogelijk".
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hey :)

Sinds het wezen iedereen even in slaap bracht heb je me heel erg aan het twijfelen gebracht, of hij/zij wel zo goed is als het zegt te zijn.. hmm.. :roll:

Schrijf snel verder!

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Over mogelijk en onmogelijk hebben we daarnet nog gesproken," zei Meik." Dus Wimme, niet zo raar praten."Wimme was nijdig." Maar vertel me dan eens..." " Doe ik niet," zei het wezen," gebruik je hoofd maar eens goed, of test de robots eens op dit gebied." " Ja Parg," zei Wimme," vindt dat eens even uit voor me, dan krijg je een extra smeerbeurt." " Wimme, Parg waagt zich hier niet aan. Parg weet dat men er al honderden jaren naar gezocht heeft." " De wetenschappers zeggen dat het niet mogelijk is. Maar wat denk jij zelf Parg?" zei Wimme." " Parg zal er zelf niet naar gaan zoeken, ook niet als de opdracht daartoe gegeven wordt. Het is zo ontzaglijk moeilijk. Toch denkt Parg, dat er een mogelijkheid moet zijn die waarschijnlijk door een creatieve ziel ontdekt zal worden en niet door een professionele wetenschapper." " De energie op aarde is ook door de mens gruwelijk verspild. En deze verspilling heeft ook zorg gedragen voor verhoging van de oppervlakte temperatuur van jullie mooie planeet." Het wezen had het woord weer genomen.

" Ieder voertuig dat rijdt brengt warmte in de atmosfeer, ieder huis dat verwarmd wordt, iedere sigaret, alles wat warmte geeft verhoogt hoe klein ook, de aardse oppervlakte temperatuur. Alles te samen, dag in dag uit, een gigantische warmtebron. Op de lange termijn werd daarvan de invloed merkbaar. En die warmtebron werd gevoed door aardse materialen die dus verdwenen. De natuur kon veel, heel veel verdragen, maar er kwamen veranderingen die het leven op aarde niet veraangenaamden. Alles leed er onder. Jullie voeding werd minder zuiver, jullie zuurstof, zo ook dus jullie gezondheid. In het verleden hebben vulkaanerupties en hemellichaaminslagen de aardse omstandigheden drastisch doen veranderen. Diersoorten stierven daardoor uit maar na jaren herstelde de natuur zich weer. Deze is altijd sterker, zij overwint alles, zelf totale vernietigingen. Zij komt altijd weer terug. Zelfs als de mens uit zou sterven komt er weer een evolutie, maar vraag niet hoelang het duurt...
Ook wat jullie de milieuvervuiling noemen is voor de aardse natuur geen probleem. Immers, de vervuiling geschiedt door aardse materialen, geen aardvreemde stoffen. Wat jullie doen is verschillende stoffen samen voegen die de natuur zelf niet samen voegt. De natuur breekt het altijd weer af, alleen het vraagt tijd. En tijd heeft de natuur genoeg, echter de mens niet. Het besef dat de aardse schoonheid bewaard moet blijven voor zijn nageslacht schijnt hem niet te deren. En dat is een zeer egoïstisch gegeven en getuigt niet van liefde voor zijn soortgenoten."


Het was voor lange tijd muisstil toen het wezen zweeg. Zuchtend merkte Joahn op:" Waarom moeten we deze wijsheden in de ruimte horen en hebben we ze niet destijds op aarde gehoord?" " Ik denk," zei Borba," dat op aarde destijds niemand zou hebben geluisterd. Iedereen, op wat uitzonderingen na, was toch te veel met zichzelf bezig. Het wordt tijd dat de mensheid leert hoe uniek en belangrijk de aarde voor hem is." " Maar hoe," riep Ries," hoe breng je ze dit aan het verstand?" " Ik denk," zei Betty," dat we al moeten beginnen in het allereerste leerproces van kinderen, vastgelegd in wetten. Een soort van aardezorg. Hen bewust maken van het belang van de aarde voor het nageslacht. Maar voor de mens zal dit gigantische consequenties hebben en dan denk ik aan het buikriem aanhalen idee. Geen overdreven luxe meer, geen verbrassen, enz, enz." " Ik stel me dan voor," zei Ries," dat de nieuwe generatie, die zonder luxe opgevoed wordt het ook niet zal missen. Indertijd werden kinderen gek gemaakt met de meest luxe dingen, het werd steeds moeilijker om ze nog te bevredigen. Daar zat al de fout".
" Ik denk," zei Coin," dat fundamenteel alles op aarde anders zal moeten gaan want er zal nooit rust en vrede komen op deze manier..”



Meik onderbrak even en zei tot Raen:" breng ons wat versnaperingen Raen." En tot het wezen:" kunnen we jouw ook iets aanbieden?"
" Meik, dat is een stomme vraag," zei Hana," een blinde kan zien dat het wezen niet stoffelijk is en derhalve geen waarde zal hechten aan iets eetbaars." " Ja Hana," antwoordde Meik," maar ik bedoelde het goed hoor." " Uiteraard," zei Hana," het is je vergeven." Raen was alweer terug met de hapjes, blijkbaar had ze het al klaargemaakt. " Ja," zei het wezen," Hana heeft gelijk. Eten zoals jullie doen is voor ons niet nodig. Wij zitten heel anders in elkaar, we zijn dus ook niet sterfelijk..."
" Hoe moeten we ons jouw manier van verplaatsen voorstellen?", vroeg Meik," of wil je dat niet zeggen?" " Jullie moeten beseffen dat jullie in het totaalbeeld van de natuur en techniek slechts enkele meters afgelegd hebben op een afstand, in jullie begrippen, van honderden mijlen!"
Verbijstering alom. Iedereen krakeelde weer door elkaar." Maar," vervolgde Meik," is het dan zo dat jullie aan het eind van die afstand zijn?" " Niet aan het einde," antwoordde het wezen," maar wel is het zo dat niets maar dan ook niets ons kan deren. Wel zijn er voor ons nog enige vragen. Zoals je weet weten wij niet hoe jullie gevoelens zich regelen. Zelfs voor ons een zeer moeilijk te begrijpen proces. Wij kennen dit niet maar we zien wat blijheid en geluk teweeg kan brengen bij mensen.

En dat fascineert ons. Een volstrekt wonder van jullie aardse natuur "...
Sylfia viel in de rede." Hieruit blijkt maar weer hoe ongelooflijk uniek mensen zijn. En toch verknallen wij het zo. Het is zo bizar, het kan allemaal zo mooi en goed zijn. Wat zijn we toch aan het doen op aarde? Het wezen heeft het bij het rechte eind, het kan allemaal zoveel beter. Het is misschien een rare vergelijking, maar kijk eens naar onze robots. Ze kunnen vrijwel hetzelfde als wij, alleen hun creativiteit is minder. Maar met elkaar zullen ze nooit en te nimmer problemen hebben. Met elkaar leven ze in volstrekte harmonie. En hoe komt dat? Simpel, omdat ze geen gevoelens hebben. Geen jaloezie, geen eigendunk, geen ambities en ga zo maar door. Echter, ook geen gelukzalig gevoel wat mensen kunnen hebben. Niet de hemeltergende gevoelens van bijvoorbeeld het liefdesleven. Betekent dit dan voor mensen dat een leven zonder problemen een saai, doelloos leven moet zijn?"...
" Inderdaad," zei Treve." Tijdens ons aardse leven waren er tallozen die in saaie eenvoud leefden, maar toch waren ze op hun manier gelukkig. Om gelukkig te zijn hoef je geen dure luxe zaken te hebben. Het is denk ik de fout van de mens om dit daar te zoeken terwijl het daar niet is. Het geluk moet in de mens zelf zitten, tevreden zijn met een minimum aan luxe. Een leefbaar leven met een beschutting tegen kou en ongemak, dus behuizing, voldoende voeding, enz, enz. Alles wat er meer is, is dus eigenlijk onnodig en een verspilling van aards materiaal en energie".

Het wezen vulde Treve aan." Je zit op de goede weg, dit is een mooi uitgangspunt. Er is echter nog een ding dat wij niet kunnen en dat is de toekomst plannen van jullie mensen. Er zijn in jullie leven zulke vreemde krachten bezig, we kunnen niet precies voorspellen wat er gebeuren gaat bij jullie. Jullie gedachten kunnen we ontrafelen en als we alert zijn kunnen we dingen voorkomen als we willen, maar er zijn gebeurtenissen die we absoluut niet kunnen voorzien. Met andere woorden: we kunnen niet in jullie toekomst kijken. Wel in grote lijnen, maar niet precies. Er is absoluut geen stabiliteit in jullie denkpatroon. We hebben wel de indruk dat door de vervuiling op jullie aarde de voeding ook vuiler is en dat dit weer invloed heeft op jullie chemische huishouding en dus de complexe hersenprocessen welke de gevoelens sturen. We denken dat hierin het geheim schuilt. Het is echter een proces wat nog even aan zal houden en het duurt ook weer jaren, tientallen of honderden voordat jullie aarde weer schoon zal zijn. Ook al slagen jullie erin de bevolkingsgroei in te dammen."

Meik nam het woord weer." Jullie kunnen alles. Maar ik heb er nog steeds geen idee van hoe jij of jullie je verplaatsen. Kun je dat ons uitleggen?"
" Jawel," zei het wezen," maar jullie zullen dat niet kunnen bevatten, zoals zoveel gebeurtenissen in het heelal. Jullie kennen mechanische voortbeweging, elektrische geleiding, radiosignalen, de lichtsnelheid. Er is echter nog veel meer. De snelheid van het licht kunnen jullie al nauwelijks bevatten. Jullie rekenen ook altijd met energiebronnen. Licht gebruikt ook geen energie. De manier waarop wij ons verplaatsen is veel sneller dan de lichtsnelheid. Wij gaan ook dwars door een hemellichaam heen. Dat moet wel anders zouden we oneindig veel obstakels tegenkomen op onze tocht. Waar dan ook naar toe." " Maar," zei Meik," hoe dan?" "

Je moet begrijpen dat jullie hersens veel kunnen, maar als jullie dit zouden begrijpen, zouden jullie wat je noemt gek worden. Dit zijn nu eenmaal te gecompliceerde dingen voor jullie verstand. Als kleine aanwijzing zeg ik: voor jullie begrippen is het kleinst denkbare deeltje het atoom. Jullie weten nu wel welke krachten erin het atoom verborgen zitten. Dat hebben jullie al ontdekt. Het atoom is echter niet het kleinste.. daarom kunnen we ook dwars door planeten gaan. Jullie hebben in jullie aardse wetenschap ook het begrip ‘zwarte gaten’, waar voor jullie begrippen ontzagwekkende drukken heersen. Drukken zo sterk, dat jullie dat al niet kunnen bevatten. Ook door zwarte gaten gaan we zo heen. Laat dat een aanwijzing zijn dat er krachten zijn in het heelal waar jullie geen weet van hebben."
Het werd stil. Blijkbaar was het wezen weer vertrokken.
" Loid," zei Meik," heb je dit alles vastgelegd?" Loid knikte alleen maar. Iedereen was zo onder de indruk en bezig met zijn eigen gedachten. Eelk liep weg en kwam even later terug met de Apfelcorn.
" Ik geloof," zei ze," dat jullie dit wel kunnen gebruiken." Meik moest lachen." Dat voel je heel goed aan Eelk. Prima gedacht."
Wimme slurpte van zijn drankje en zei:" en op aarde dachten we altijd dat we misschien almachtig waren in het heelal. Als je dit hoort gaat het inderdaad je verstand te boven.

Eigenlijk moet het ook zo zijn. Als we praten van de Big Bang, dan springt ons verstand al op nul. Ik geloof dat de mens veel te nietig is om dit te kunnen bevatten. En waarom moet hij ook? Waarom? Wat is de zin, wat kan hij ermee? Niets, gewoon niets."
" Vroeger op aarde," zei Joahn," werd er altijd gesproken over de heilige vooruitgang. En stilstand is achteruitgang. Maar is dat wel zo? Is het niet zo dat de vooruitgang op economische gronden gebaseerd is? Ik bedoel, stel nu eens dat er geen vooruitgang, dus geen technische verbeteringen zouden zijn. Zou het leven dan zo slecht zijn? Neem bijvoorbeeld een groep die we allen kennen, de indianen. Die leefden toch relatief gelukkig? Zij hadden hun stamwetten. De ‘slechteriken’ werden gestraft en zij leefden met strakke waarden in een zekere harmonie met de natuur. Dus het is mogelijk. Ze kenden ook niet het geldsysteem, dus ook niet de verderfelijke hebzucht. Zijn zij niet een mooi voorbeeld van een zorgeloos leven?" " Ik als medicus moet toch iets op merken," zei Hana." Dankzij de vooruitgang op medisch gebied zijn toch vele levens gered. Zou je dat dan ook stop willen zetten?" " Okay," zei

Joahn," maar waar is de grens? De natuur regelt dit zelf. Hiermee wil ik niet zeggen dat alle doktoren nu maar moeten stoppen, maar in de natuur blijven de sterken leven. De zelfbeschikkende mens houdt ook de zwakken in leven. Kijk eens in de grote steden. Hoeveel kasplantjes leven daar niet, die zover van de natuur afstaan en zo afhankelijk zijn van voorzieningen dat ze totaal geen kans zullen hebben als die voorzieningen eens weg zouden vallen. En dan doel ik op hun fysieke gesteldheid. Hun mentale gesteldheid is niet veel beter. Ze staan zover van het normale mens zijn af dat ze bijvoorbeeld een week in de vrije natuur niet op kunnen brengen zonder hun computer, video, theater en seksuele uitwassen. Is dit nu de vooruitgang die zo gelukkig maakt? Ik meen het te mogen betwijfelen. Een verandering is niet altijd geen verbetering."
" Ik ben het met je eens Joahn," zei Sylfia." Natuurlijk is het goed als een dokter een leven redt, maar ziek zijn en de dood hoort ook bij het leven, hoe triest het ook is. Er bestaat ook zoiets als het lot. Een mens dient dat nu eenmaal te aanvaarden.
En heeft het wezen niet gezegd dat er meer is dan ons aardse leven? De slechten worden gestraft maar ik ben maar nieuwsgierig wat er gebeurt met diegenen die echt mens geweest zijn. Stel, er is een eeuwig leven na het aardse bestaan. Maar ik vraag me af hoe ik me zal moeten vermaken in een eeuwig leven als ik daar zou komen en wat is het doel ervan? Dat gaat eigenlijk mijn verstand te boven. Misschien zeg ik na 4162 jaar wel: moet ik hier nog mee doorgaan? Eeuwig duurt zo treurig lang en alles went, weten we".
" Zeer juist," antwoordde het wezen ineens weer." Jullie mensen ambiëren het eeuwige leven. Wij kennen dat eeuwige leven maar wij zijn gevoelloos, jullie niet. Waar jullie moeite mee hebben is een constant leven. Gewenning stompt velen af.

Het hoeft echter niet. We zien bij de eeuwigers velen die zorgeloos en blij doorgaan met hun aardse bestaan, al of niet met een partner. Er zijn ook gevallen die totaal wilden stoppen omdat ze het genoeg vonden. Ze zijn verdwenen, hun geest hebben wij ophouden te laten bestaan. Helemaal op hun eigen verzoek, niets en niemand wordt hiermee geschaad."
De mensen staarden elkaar aan.
" Kunnen jullie dan zelfs een bestaande geest op een ongeboren kind overbrengen?" vroeg Borba even later.
" Jazeker," zei het wezen." De basis, de persoonlijkheid van de betreffende nieuwe mens ligt dan reeds vast. Het kind groeit op met zijn tijdgenoten. Maar zijn persoonlijkheid is reeds oud of zelfs zeer oud en wordt weer verder gevormd".
" Dit is me het reisje wel," zei Coin." Het is maar goed dat Loid alles opgeslagen heeft. Wat ik nu allemaal weer meemaak.
Het is niet te geloven allemaal".
" Nog even over het eeuwige leven," zei Betty." Laten jullie dat werkelijk ophouden als iemand dat wenst?" " Jazeker," zei het wezen." Op een zeker moment hoeft het niet meer. Het aardse bestaan is gericht op het behouden van het leven. Het naaardse bestaan ziet er heel anders uit. Er is dan ook alleen nog maar de geest..." " Maar hoe moet ik me dat dan voorstellen?," vervolgde Betty. " Dat zal je wel merken als je er aan toe bent," antwoordde het wezen." Het is niet zinvol om dat te vertellen, dat begrijp je wel denk ik." Betty kon hem eigenlijk alleen maar gelijk geven.

" Ik stel voor," zei Meik," om ons terug te trekken om alles eens rustig te overdenken. Er zijn weer zoveel nieuwe indrukken, dit moeten we eerst maar weer verwerken. Parg, jij gaat mee naar de besturingskamer om onze koers eens te bekijken. Misschien is er een herkenningspunt." Veel te herkennen viel er natuurlijk niet. Meik had ook niet anders verwacht, maar hij wilde met Parg overleggen.
" Zeg Parg, waarom vertelt het wezen ons al deze geheimen? Hij hoeft het niet te doen en toch blijft hij ons verbazen met allerlei dingen waar wij geen notie van hebben. Heb jij enig idee?" Parg kon er geen antwoord op geven. Hij wist het gewoon niet. Beiden wisten dat het wezen tijdens het menselijk leven op aarde zich nooit had laten gelden en nu wel. En hoe! Toch moest er een reden voor zijn. Weer vroeg Meik aan Parg of hij een idee had. Parg antwoordde weer ontkennend.“ Parg kan wel gaan gissen," zei hij tot Meik. “ Probeer het eens met je elektronische rijstebrij," zei Meik
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hey!

Het eerste stukje vond ik wat verwarrend, door alle mensen die achter elkaar wat zeiden. Misschien kun je volgende keer bij een disccusie, de tekst wat gezegd wordt onder elkaar zetten? ;)
Bijvoorbeeld zo:
" Over mogelijk en onmogelijk hebben we daarnet nog gesproken," zei Meik." Dus Wimme, niet zo raar praten."
Wimme was nijdig.
"Maar vertel me dan eens..."
"Doe ik niet," zei het wezen," gebruik je hoofd maar eens goed, of test de robots eens op dit gebied."

Verder vind ik het nog steeds erg leuk om te lezen, er zitten zoveel herkenbare punten en wijsheid in. ^_^

Groetjes Maaike
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Wel," zei Parg," een mogelijkheid is misschien dat het inmiddels op aarde zo een rotzooi geworden is dat het wezen ons wil leren de toestand op een juiste manier te begeleiden, als we ooit zouden terugkeren op aarde. Hij heeft gezegd dat hij ons terug kan leiden. Daar gaat Parg dan ook van uit. Parg maakt het niet uit of we terugkomen. Zoals je weet heeft Parg geen gevoelens. Alleen Pargs programmering gebied Parg jullie te helpen zoveel Parg kan. Voor jullie ligt het natuurlijk anders."

" Heel goed Parg," zei Meik." Zoiets dergelijks heb ik ook gedacht. Echter, ik moet meteen daarbij opmerken, wat kunnen wij doen met de kennis die we nu hebben? Wie zal ons geloven als wij dit alles overbrengen naar de aarde?"

Parg antwoordde:" Alles wat hier op dit schip gebeurd is is door Loid opgeslagen in de computer en kan dus bewezen worden, als dat nodig is."

" Zelfs dan," zei Meik," zal men het niet geloven. Je weet nu wel Parg hoe mensen in elkaar zitten. Het enige tastbare bewijs is het wezen zelf en dat zal zich niet laten zien of horen op aarde. Bovendien is alles wat zich hier afgespeeld heeft de laatste tijd zo onvoorstelbaar ongeloofwaardig dat het op aarde absoluut niet hanteerbaar is. Als we het basisgegeven van het wezen hanteren, het goede en het kwade, dan kennen we dat gegeven al lang op aarde. Vele, vele mensen hanteren dit gegeven met of zonder een geloof. Maar er zijn op aarde altijd andere krachten aanwezig. Veroorzaakt door de mens zelf. En het kwade verziekt de zaak. Dat maakt het leven voor een minderheid goed leefbaar, voor velen miserabel. Een van de slechte dingen is het geldsysteem, dat hebben we al gehoord, kortgeleden."

" Ja," zei Parg." Parg treft dit alles niet, maar als Parg mee mag denken in deze dan zegt Pargs brein, schaf het geldsysteem dan af."
" Inderdaad," zei Meik," dat zou een oplossing zijn maar ik meen te denken dat dit wel haast onmogelijk zal zijn." " Natuurlijk," zei Parg," maar de mensheid heeft ook zonder geldsysteem geleefd, zonder bezittingen. Er is duizenden jaren overheen gegaan tot wat het nu is, dus dan kan je misschien dit ook langzaam weer afbouwen."

" Tja," zei Meik," dat zal niet eenvoudig zijn. Ik moet hier eens diep over nadenken. Verbind jij jezelf eens met de grote computer en vis uit de miljoenen mogelijkheden eens de meest gunstigste op voor mij. Eens kijken wat de alweter hierop antwoord".

" Dat is prima," zei Parg," maar dat zal wel even duren hoor."

" Geeft niets," zei Meik." Jij hoeft niet te slapen, je hebt alle tijd. Maar belast je brein niet te zwaar met de power van de grote computer. Ik wil je niet kwijt." " Kan niet," zei Parg." Je weet, Pargs beveiligingen zijn altijd in orde, er kan niets gebeuren".

" Okay," zei Meik," zoek het maar even lekker uit."
Meik begaf zich naar zijn slaapvertrek en probeerde te slapen.
Zijn rustperiode was onrustig, zijn geest was zo vol van alles. Hij dutte af en toe in maar werd steeds weer wakker. Ofschoon het natuurlijk eenvoudig was om een slaapmiddel te nemen, deed hij dit niet. Hij wilde zich niet te veel binden aan medische hulpmiddelen, alleen als het echt nodig was. Hij probeerde zich voor te stellen, alweer, hoe er op aarde gereageerd zou worden op hun terugkomst. Hij besefte maar al te goed, als ze er überhaupt zouden terugkeren, dat dertig jaar vele veranderingen te zien zouden geven. En hoe zouden ze ontvangen worden? Misschien wel vijandig. Ongetwijfeld zouden er al ruimteschepen bestaan en waarschijnlijk beter en moderner dan hun schip. Zo ook de robottechnologie. Mensachtige robots, niet van hun schepper te onderscheiden. Echter met zekere ingebouwde kwaliteiten. Hun robots zouden als antiek bestempeld worden, iets van vroeger, hoewel ze nog fantastisch presteerden. Vragen, vragen.
Eindelijk sliep hij rusteloos in.
Nadat hij wakker geworden was deed hij zijn ronde. De meesten waren al met hun eigen vertrouwde werkzaamheden bezig. Deze ronden maken ervoer hij altijd als prettig. Het contact met de bemanning. Bij Ries hoorde hij dat Parg nog zat te stoeien met de centrale computer. Ries vroeg zich af met welk doel. Hij kon uit de complexheid van gegevens die heen en weer snelden geen duidelijkheid scheppen. Meik legde Ries uit dat Parg iets aan het uitzoeken was. Ries vond het allang best. Voor hem was het echter een vreemde gewaarwording omdat Parg dit bijna nooit deed. Hij had het altijd zelf wel op kunnen lossen.

Meik kwam bij Wimme. Wimme was een zeer bekwaam technicus. Evenals Coin wist hij alles van hun ruimteschip. Ook was Wimme de man die alles van de communicatie af wist. Eigenlijk zijn specialiteit. Tevens was Wimme een bedachtzame denker. Meik discuteerde graag met hem. Hij vroeg of Wimme tijd had. " Ja hoor," zei Wimme," tijd genoeg. Zoals altijd tracht ik iets leefbaars te ontdekken maar mijn computer die alles aftast, heeft zoals altijd niets opzienbarendst te melden."

Meik vertelde Wimme waar Parg mee bezig was.

" Tja," zei Wimme," ik geef je weinig hoop. Ik heb hier ook al eens aan gedacht, maar ik zie geen oplossing. Alle problemen op aarde zijn aan de mens zelf te wijten. We weten het al zolang. Zoals het wezen het stelt met het goede en het kwade, dat is natuurlijk prima. Het is een oneindig drama. Kijk de geschiedenis er maar op na. Wat wij weten van de geschiedenis, is van de laatste paar honderd jaar. Eigenlijk het moment dat de mens in staat was iets vast te leggen. Voor die tijd was het ook al zo, dat staat ook vast. En de moderne mens, ons tijdperk, ging er ook mee door. Het werd zelfs steeds slechter. De mensen werden rijker, hadden materieel een steeds beter leven, werden steeds mondiger en steeds ontevredener. En altijd maar weer de neiging om anderen te vertrappen. Ik denk er wel eens aan en ik begrijp er niets van, echt helemaal niets. Ook alle verschillende culturen op aarde. Er zijn er niet veel die met relatief weinig rottigheid kampen. Wel heb ik de indruk dat simpele, eenvoudige leefculturen relatief het beste af zijn."

" Ja," zei Meik," daar kan je wel eens gelijk in hebben. Ik heb ook wel eens gedacht dat alle geloofsvormen op aarde eigenlijk heilzaam zouden moeten zijn. Dat is echter niet zo. Dat is ook al vastgesteld. Alhoewel het natuurlijk ook ontegenzeggelijk zo is dat toch vele mensen naar de normen en goedheid van die geloven proberen te leven."

" Ja," zei Wimme," gelukkig maar. Waarschijnlijk zou de puinhoop dan nog veel groter zijn". " Ik ben zo nieuwsgierig Wimme," zei Meik," hoe de toestand op aarde is als wij weer terug komen en wat we kunnen doen om te helpen. Tenslotte zijn we vertrokken om hulp te zoeken, ja toch? Hier moeten we maar eens over brainstormen." " Daar heb ik ook aan gedacht," zei Wimme." Maar dat is zo een ongelofelijk belangrijk iets, dat is niet eenvoudig."

" Nee, natuurlijk niet," zei Meik," maar wij hebben wel een zekere plicht. En vergeet niet, wij weten nu onvoorstelbaar veel. Meer dan de aardlingen want wij hebben een almachtige vriend die we, daar ben ik me ook donders goed van bewust, niet kunnen gebruiken. Het wezen beschikt, wij niet! Maar met wat we nu weten moet er toch een mogelijkheid zijn om er iets goeds van te maken, wat denk jij?"

" Ja inderdaad," antwoordde Wimme." Je hebt volkomen gelijk, maar hoe? Het is eigenlijk allemaal zo triest, dat door een paar nare menselijke eigenschappen alles zo verziekt wordt. De levende wezens in de natuur, de niet zelfbeschikkende, leven hun leven in betrekkelijke rust. De mens die het zo mooi kan hebben richt alles ten gronde. En uiteindelijk door het gevoel, het gevoel dat alles zo wondermooi kan maken en ook kan vernietigen ".

" Misschien is het een idee," zei Meik," om alle aanwezigen hier op het schip hierover te laten nadenken en het resultaat in de computer te stoppen. De computer moet dan alle gegevens combineren en tot een eindconclusie komen. Een eindconclusie welke vertaald kan worden in een aanbeveling. Een aanbeveling, een ontwerpplan tot redding van de aarde.

Wat denk je hiervan Wimme?"
" Jezus," zei Wimme, moet de computer dan de aarde redden? Een verouderde antieke ruimteschipcomputer? Te bizar eigenlijk, is het niet?"

" Wel," zei Meik," natuurlijk! Maar vergeet niet, computers kunnen logisch denken, mensen ook, maar doen het niet."

" Ja, ja, ja," zei Wimme, met een grijns op zijn smoel. Als hij dit zei, had hij het naar zijn zin. Zo goed kende Meik hem wel.

" Ik ga maar eens bij Hana buurten. Eens kijken hoe het met die grobbe kop is," zei Meik.

" Okay," zei Wimme," we horen en we zien weer."

Hana was met haar computer aan het prikken. Van de hele reis hield ze van alle leden hun gezondheidstoestand bij. Alle bemanningsleden waren in puike conditie. Uiteraard waren er geen ziektekiemen en bacteriën aan boord. Alleen dan natuurlijk van de eigen menselijke soort. Deze toestand was bij ieder zeer stabiel. Regelmatig controleerde Hana dit. Tussen de bemanningsleden was ook vrij seksueel verkeer, voor een ieder die dit wenste. Omdat de stemming en omgang altijd goed was en volkomen zonder jaloezie, werkte het voortreffelijk. Uiteraard had ieder zijn voorkeur maar er was toch op deze reis ook gebleken dat een beetje afwisseling geen kwaad kon en door een ieder als prettig werd ervaren. Wilde iemand om wat voor reden dan ook niet, dan werd dat absoluut aanvaard. Dat was zeer belangrijk.
Volgende keer beter. Allen zorgden ze er ook voor dat er een volgende keer was. Nog nimmer waren hierover problemen geweest. De basis was het de partner naar de zin te maken en dat was een goede regel. Iedereen was volkomen tevreden, uitwassen waren uit den boze! Allen beseften eenvoudig dat voor een goede geestelijke en lichamelijke gezondheid een portie fijne seks onontbeerlijk was. Natuurlijk had een ieder zijn persoonlijke favoriet, maar dat was ook logisch. Tenslotte is ieder mens anders en een ieder heeft zijn eigen vaardigheden.
Ze hadden een soort erecode ingesteld hier niet met elkaar over te spreken. Het aardse leven had al genoeg bewezen waar roddel, geouwehoer en jaloezie toe konden leiden.
Ook had deze reis geleerd dat gewone, normale seks nooit verveelt. Hana had wel eens een kleine enquête hierover gehouden en een ieder ervoer het nog steeds als geweldig. Een zeer verrassend gegeven voor haar. Ook was overduidelijk gebleken dat knap en lelijk volkomen onbelangrijk geworden was. De persoonlijke benadering, behandeling, daar ging het om. Uiteraard had Hana ook haar favoriet. Maar zij nam hem niet te vaak, dan bleef het des te fijner. Zo had zij ondervonden, geleerd, dat ontberen doet begeren iets fijns was. Op het ruimteschip met al zijn beperkingen moesten ze natuurlijk omgaan met de dingen zoals ze waren. Op aarde met zijn mondaine decadente leven zonder normen en waarden met een alles kan en mag cultuur stompte men toch blijkbaar af. Hana had al veel geleerd op deze reis en alle gegevens lagen opgeslagen in haar computer. Meik meldde zich bij haar. Ook aan haar legde hij het voorstel voor te brainstormen over een plan tot redding van de aarde. Nadenkend staarde Hana hem aan.

" Is dat aan ons, om de aarde te redden? Wij twaalf mensen en wat robots, al dertig jaar weg van deze planeet? We hebben ook geen idee hoe het er nu is. Ik zie dat eigenlijk niet zo zitten Meik. En alweer, hoe reageren ze daar op op onze terugkomst? In alle redelijkheid. Toen we vertrokken destijds, was het min of meer een geheime missie. Het was al een probleem om dit project te bekostigen. De toenmalige regering had er de grootste moeite mee. Wij weten uiteraard absoluut niet, wie of wat er van de oude situatie overgebleven is. Hebben de personen die van onze missie weten nog zeggenschap en macht? Vergeet ook niet dat na de tweede helft van de twintigste eeuw en zeker later de ontwikkelingen zich in hoge mate versneld hebben... met andere woorden: de machtsverhoudingen op aarde kunnen nu een totaal ander beeld geven! Van het wezen hebben we al vernomen dat een groot oosters volk nu de economische dienst uitmaakt. Onze toenmalige wereld is nu een anarchistische warboel. Stel je voor als wij terugkeren op onze toenmalige basis, die misschien niet eens meer bestaat. Stel je eens voor! Na dertig jaar komen wij terug en met wat? We hebben de gegevens in Loid zijn computer maar zoals altijd, men wil bewijzen, zo is het toch? Op aarde is het altijd zo geweest dat alles wordt bepaald door geld en macht. En dat hebben we niet, alleen maar ideologische begrippen waar niemand op zit te wachten. De bedoeling van onze missie, hulp zoeken, is niet geslaagd. Ja natuurlijk, wij hier op het schip hebben een fantastische, almachtige vriend. Machtiger dan wie en wat ook maar zolang hij niet wil kunnen we er niets mee. Ik heb hier veel over nagedacht Meik, geloof me. Maar het is zo moeilijk, zo moeilijk." "

In de zin zoals het wezen het voorstelt is het zo makkelijk," antwoordde Meik." Ik bedoel zijn benadering van goed en kwaad." " Ja natuurlijk," zei Hana," maar men houdt zich er niet aan, dat is het beroerde. Er is misschien wel een oplossing, maar die is ook weer onnatuurlijk. Genetische manipulatie bedoel ik." " Genetische manipulatie?," zei Meik." Hoe bedoel je dat?" " Ik stel me voor," zei Hana," dat tijdens onze afwezigheid de medische wetenschap steeds verder gevorderd is in het genetische onderzoek. Waarschijnlijk zullen ze nu zo ver zijn dat ze nu invloed kunnen uitoefenen op hoe een mens er uit zal moeten zien en tevens hoe hij zich dient te gedragen."

" Volkomen krankzinnig," zei Meik." Ik heb hier altijd al een afkeer van gehad en misschien is het nu zover." " Inderdaad," klonk het. Het wezen mengde zich weer in het gesprek. Tot Meik’s vreugde. Hij vond het fijn als hij er was.

" Er lopen nu op jullie aarde voorgeprogrammeerde mensen rond. Ook wij vinden dit triest. Ik kan jullie echter zeggen dat het een verkeerde ontwikkeling is".

" Natuurlijk," zei Hana," maar jij bedoelt waarschijnlijk iets anders, klopt dat?"

" Ja, antwoordde het wezen." Kijk eens naar de ontwikkeling van jullie mens-zijn. Vanaf het begin en wat jullie er nu van weten. De mens heeft zich in de loop der tijd steeds veranderd en min of meer aangepast aan de omstandigheden. Ook genetisch heeft de mens zich altijd aangepast. De oermens was relatief dom en krachtig. De moderne mens is intelligent en slap. Als jullie de genen gaan manipuleren zal hier ook een aanpassing plaatsvinden. En geloof mij, het kostbaarste wat jullie bezitten, je gevoelsleven, je liefdesgevoelens en al het andere mooie wat in jullie mens-zijn zit opgesloten zal langzaam verdwijnen. Ik stel duidelijk: langzaam en onopgemerkt. De mens in latere tijdszones zal ontdekken via de geschiedenis wat de vroegere mens kon beleven. En het zal voor hem ongrijpbaar zijn, een situatie die onomkeerbaar is...immers, voor ons is het zelfs niet te regelen, jullie gevoelsleven, laat staan voor jullie."

" Maar," zei Hana geschokt," wat rest de mensheid dan nog?"

“ Tja," zei het wezen," dat kunnen jullie zelf invullen. Ter vergelijking: wij zijn gevoelloos, wij echter hanteren goed en kwaad. Jullie doen dit niet, dat is wel gebleken in de loop der tijden. Als jullie gevoelloos geworden zijn en ik zeg het weer: dit gebeurt langzaam, dan zal een uitstervende groep gevoelsmensen strijden tegen een groter wordende groep mutanten voor wie een mensenleven geen waarde meer heeft! Zie je het nu voor je?".

" Maar," zei Meik," er is ook gesteld dat het grote oosterse volk op een zeker moment gaat optreden."

" Zeker," zei het wezen," wanneer dit gebeurt moet afgewacht worden. Maar je weet wat ze met de aarde voor hebben. En zo werken jullie dus naar jullie totale vernietiging toe. Hoe mooi is jullie vooruitgang "..

. " Op aarde is het momenteel het jaar tweeduizendvijfennegentig," zei Meik." Sinds ongeveer de helft van de twintigste eeuw, dus in ongeveer honderd vijftig jaar heeft de mens dit veroorzaakt. In de oneindige tijdsspiraal van het bestaan heeft de mens dus in een milliseconde zijn ondergang veroorzaakt!.. na duizenden jaren van zijn bestaan heeft hij in honderdvijftig jaar van technische ontwikkelingen, ook op medisch gebied, zijn doodvonnis getekend. Is het niet bizar! Ik schaam me om nog mens te zijn! Dit is wederom onvoorstelbaar. Zo een onvoorstelbaar mooi en complex wezen als de mens naar de ondergang drijven. Door technisch vernuft, het idee alleen al geeft je zelfmoordneigingen."

" Houd je in Meik," zei Hana." Jouw positie hier als leider houdt in dat je dit niet mag zeggen."

" Natuurlijk Hana," zei Meik," het zal ook niet meer gebeuren, wees niet bang, maar is het allemaal niet treurig?"

" Jazeker," antwoordde Hana." Ik begrijp je best, je hebt uiteraard gelijk maar als wij ons nu laten gaan, wat blijft er dan nog over van de mens?"

" Zeker," zei het wezen," daarom hebben we ook gemeend onze invloed hier op dit ruimteschip te moeten laten gelden. Omdat jullie mensen zelfbeschikkend zijn hadden jullie op aarde een fantastisch bestaan kunnen hebben met alle aardse schoonheid en geneugten, vervolmaakt met jullie unieke gevoelsleven.
Een mens die bloost, een mens die kippenvel kan hebben van genot, een mens die doordrenkt kan zijn van liefde voor een ander, een mens die zich blij kan voelen door een ander mens te helpen, een mens die weg kan zweven van vreugde door te luisteren naar mooie muziek, een mens die intens kan genieten van een mooie zonsondergang, van mooie bloemen, van zijn kleinkinderen... al die mooie, fijne gevoelens worden door mensen weggegooid en vertrapt... dit zijn allemaal dingen die wij niet kunnen ervaren. Toch zijn mensen niet doordrongen van het feit dat ze uniek zijn in hun soort. Uiteraard spreek ik niet over de goede mensen die dit wel ervaren."
Meik en Hana stonden zich weer te schamen. Zoals altijd had het wezen het bij het goede eind. Waar haalt de homo sapiens toch het recht vandaan om zichzelf zo ten gronde te richten?
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heey!

Ik wilde je even laten weten dat ik nog steeds meelees :)
Nog altijd is het een goed verhaal om te lezen, wel vind ik het jammer dat je de mens zo slecht afschrijft. Wellicht worden we zo in de toekomst.. toch geloof ik niet dat we dan zó slecht en verdord zullen worden :$ maar misschien komt dat wel, omdat ik altijd iets goeds in de ander zal proberen te zien ^_^

Groetjes Maaike
Laatst gewijzigd door -Maaike- op 06 okt 2011 15:03, 1 keer totaal gewijzigd.
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Even dacht Meik dat hij gek zou worden. Maar dat mocht niet van Hana. Hij had zich snel weer in bedwang. Ook besefte hij dat ze nu een taak hadden. Een ongelooflijk belangrijke taak, daar was hij wel van doordrongen...
Ineens bedacht hij dat Parg nog bezig was met een opdracht. Hij verliet Hana die in een treurige stemming verder ging met haar computer.
Parg was nog steeds bezig met zijn onderzoek.
Meik begreep helemaal niet hoe Parg dat flikte. De gegevens flitsten in een razende vaart over het beeldscherm. Ondanks het feit dat Parg op een verschrikkelijke manier bezig was kon Meik toch met hem converseren. Hij vroeg hem hoelang hij nog bezig zou zijn.
Parg zei hem dat het bijna gebeurd was. Nog een paar minuten. Het maakte natuurlijk allemaal niets uit. Ze hadden immers tijd genoeg. Hij was echter gewoon nieuwsgierig. Hun hele situatie was zo fascinerend geworden! Vaak had hij tijdens de reis terug gedacht aan de goeie ouwe aarde. Toen was het nog redelijk veilig in het gebied waar hij woonde. Niet in de grote steden. Daar vierde het anarchisme al hoogtij en dit breidde zich langzaam uit tot het hele land. De fijne ritten in de natuur op de motorfiets bleven hem speciaal bij. Met zijn toenmalige vriendin, die hij had moeten achterlaten toen ze vertrokken. Dat was een keuze die hij had moeten maken. Daar reden ze dan weer, rustig hand in hand, een mooi muziekje op, door hun mooie land. Zo vaak verlangde hij daarnaar terug. Altijd was het hem bijgebleven, het motorrijden in de open lucht, in de vrije natuur. Iets vergelijkbaars bestond er gewoon niet. Jezelf op deze manier voortbewegen op de aardschil. In verbinding met het oneindige universum, tussen geurende bloemen, je favoriete muziek en hand in hand met je lieve vriendin. Dit was ook wat het wezen bedoelde.
Deze fantastische onnavolgbare gevoelens had ook hij beleefd, hij wist het nog. En ook was het zo dat hij deze gevoelens alleen van zijn verblijf op aarde kende en niet tijdens zijn verblijf op hun ruimteschip.....
De toestand op aarde was langzamerhand steeds onveiliger geworden. Bendes normlozen terroriseerden de bevolking, omkoping en corruptie vierden hoogtij. De mensen hadden zich ook teruggetrokken van de politiek. Het hypocriete bedrog van de politici en hun almacht werkte uiteindelijk verlammend. De eens zo democratische maatschappij was helemaal verloederd. De rechterlijke macht werd gemanipuleerd door de politici. Met de kennis die hij toen had van de geschiedenis van de vorige eeuw noemde hij de situatie het nieuwe communisme. Iedereen gelijk, behalve de leiders. De rest kon verrekken. Echter met een verschil. In de vorige eeuw werd alles gecontroleerd door mensen.
Toen Meik vertrok, in het jaar tweeduizendvijfenzestig, waren er reeds de eerste Robpols, mechanische politieagenten. Zonder mededogen en uiteraard gehaat door de bevolking.
De eersten, zo rond het jaar tweeduizenddertig geactiveerd, waren nog simpel uit te schakelen. Dat veranderde echter snel. Tijdens hun vertrek waren ze al vrijwel onverslaanbaar. Ze waren toen niet alleen gehaat doch werden daarna ook gevreesd door de bevolking. Het was allemaal niet menselijk meer. De rijke bovenlaag van de bevolking woonde in afgeschutte gebieden, volledig veilig voor alles en iedereen, beveiligd door de robots. Zij stonden in verbinding met elkaar via razendsnelle vliegers. Echter voor hen waren er ook problemen. Ook zij moesten eten en drinken. Zelfs voor hen werd dit een probleem.
Buiten hun beschermde leefgemeenschappen deed de bevolking er alles aan om ze dwars te zitten en te pakken te nemen. Men werd steeds inventiever en de haat steeds groter. Het had hem ook vaak verbaasd dat de gewone mens zich niet schikte in zijn lot. Steeds weer waren er opstanden en oorlogjes. Dan kwamen de robots weer, de gehate Robpols en dan kon je maar beter weg wezen... Vanwege een briljante studententijd was Meik uitverkoren voor deze missie. Hij had ook het belang hiervan ingezien. Het trok hem ook niet om in de geïsoleerde afzondering te leven. Hijzelf haatte de onderlaagmensen ook niet. Er waren veel goede tussen. Hij had ook begrepen dat de totale toestand verrot geworden was en niet meer ten goede gekeerd kon worden.

Parg had zich losgekoppeld van de centrale computer van het ruimteschip. Bedachtzaam kwam hij naar Meik toe.
" En Parg?," vroeg Meik," vertel het eens, wat zou de oplossing moeten zijn?"
" Helaas moet Parg je teleurstellen," zei de robot." Er is geen oplossing!" Meik was verbijsterd! De computer kon geen oplossing voorspellen? Dit was onmogelijk, dit kon toch niet waar zijn.
" Parg zal het uitleggen," zei Parg," dan begrijp je het misschien wel. Als het geldsysteem abrupt afgeschaft zou worden zouden er ontelbaar veel mensen binnen afzienbare tijd sterven. Immers, alles hangt van geld aan elkaar. Prestaties, verdienen, goederen leveren, betalingen. Als er geen prestatie is, valt het hele openbare leven stil. Een ongelooflijke kettingreactie van inactiviteit zal het gevolg zijn. Dus ook de productie, transport, opslag van voedsel etc. Daarnaast zijn er nog ontelbaar veel andere factoren. Binnen korte tijd zal alles vervuild zijn, vooral in de steden. Ziektes breken uit.
De positieve geesten die zonder geld door zouden willen presteren zijn ver in de minderheid. Het gevolg derhalve ontelbare doden en bijbehorend verderf... Daarnaast is er de mogelijkheid van een langzame overgang. De computer geeft dan de mogelijkheid van een in te stellen wereldraad. Maar hier begint meteen het probleem. Wie moet hierin zitting nemen? De politici zijn zo wie zo al verrot en egoïstisch. Zij hebben echter wel de macht. Zij regelen de zaken. Vergeet ook niet dat de aarde vele landen en rassen kent, die allen een deel van de macht willen. Het oosterse volk bezit de economische macht, maar is geen wereldleider. Zij willen dit ook niet. Door de eeuwen heen hebben zij zich aan andere volkeren aangepast en hen nooit overheerst. Ook nu niet! En als men het belang van dit alles in zou zien en in vrede een wereldraad in zou stellen, dan beginnen de problemen weer! En ieder zal zijn eigen belangen verdedigen en boven het totaalbelang stellen.
Kortom, de mensheid is reeds te ver gezonken om de stappen terug te kunnen doen om te overleven. Uiteraard zullen er velen zijn die het goede willen, maar zij redden het niet tegen de massa. De menselijke mentaliteit is reeds zover afgezakt, dat het eenvoudig onmogelijk wordt, hoe triest het ook is...
Toen Parg de computer om bewijzen van deze stelling vroeg, gaf hij deze in een oneindig aantal. Parg is maar gestopt. Zoals je weet zit onze hele aardse geschiedenis in de computer. Ook heeft Parg de alweter gevraagd wat nu uiteindelijk de oorzaak van alle ellende is, van de mentaliteitsverandering. En weet je Meik, wat hij als oorzaak opgaf?"
" Daar ben ik natuurlijk zeer nieuwsgierig naar," zei Meik.
" Welnu," zei Parg haast plechtig," de vooruitgang, de technologische orde!"
Weer was Meik verbijsterd. Kortgeleden had hij dit nog van het wezen vernomen, tijdens zijn onderhoud met Hana. Een stomme bak met chips kwam met dezelfde conclusie. Dit was te stom om waar te zijn. Parg zag zijn verbijstering.
" Meik," zei de robot," de computer heeft eenvoudig alle gewoonten en gebruiken van alle volkeren in de geschiedenis vergeleken met de gewoonten en gebruiken van de laatste honderd vijftig jaar en gevoelloos het resultaat vastgesteld."
Meik riep Wimme bij zich en vertelde hem hetgeen gebeurd was. Ook Wimme was sprakeloos. Ze staarden elkaar aan. Beiden beseften nu hoe moeilijk de aarde ervoor stond. Oorzaak het zelfbeschikkende wezen dat mens heet. Wimme vroeg Parg enige bewijzen te tonen van de mentaliteitsveranderingen.
" Wel," zei Parg," in computertaal is dit moeilijk te begrijpen voor jullie, maar Parg zal het op zijn manier aan jullie uitleggen. Door de vooruitgang werd de communicatie wereldwijd oneindig veel beter. Hierdoor integreerden de armen tussen de rijken. Het kapitalisme was gebaseerd op arbeid, prestatie en afzet. De niet presterende wilden ook de welvaart en dit liep op een zeker moment vast. Economisch liep het voorheen rijke westen muurvast, behoudens een rijke bovenlaag. Het resulteerde uiteindelijk in armoede en anarchie.
De anarchie was des te erger omdat er nog generaties waren die het rijke leven van vroeger nog kenden en niet terug wilden. Tevens was er niet de motivatie om de bevolkingsgroei te stoppen. Men zag niet in dat dit veel beter zou zijn. Wil je nog dat Parg doorgaat, Wimme?" vroeg de robot.
" Nee, stop maar Parg," zei Wimme, het heeft toch geen zin, het komt allemaal op hetzelfde neer. Gore mentaliteit. De mens heeft eenvoudig de makkelijke kant gekozen, zonder oog te hebben voor de realiteit. De mens heeft zijn verantwoordelijkheid afgewenteld en heeft zich gestort in perversiteiten, gemakzucht, bedrog, machtswellust, vertrappen van minderen, zwelgpartijen en vraatzucht terwijl anderen verhongerden...
Moordpartijen, dierenkwelling, vivisectie, kindermoord, incest, veelwijverij, hautainiteit jegens anderen en de natuur waren het gevolg. Ik kan nog wel even doorgaan, er is zoveel. Ik zie geen redding meer in deze warboel. Toen wij de aarde verlieten was het een grote rotzooi, het is nu ongetwijfeld nog veel erger. Je zou haast wensen om maar op dit ruimteschip oud te worden, met zijn betrekkelijke rust".
" Ja, inderdaad," zei Meik zuchtend." Maar we hebben een plicht jegens de aarde, een morele plicht om te helpen al zie ik nu niet in hoe we dat moeten aanpakken. En wat het wezen betreft, van hem hoeven we ook niets te verwachten. Wij moeten het zelf uitzoeken en gelijk heeft hij. Het is al fantastisch dat hij ons geholpen heeft. Als je je realiseert dat het wezen almachtig is, wat heeft hij dan voor belang bij de mensheid van planeet aarde? Bezitsdrang kent hij niet. Waarschijnlijk maakt het voor hem geen enkel verschil als de mensheid van het toneel zou verdwijnen."
" Dat is inderdaad juist," antwoordde het wezen ineens weer.
" Het maakt voor ons absoluut geen verschil. Alleen is het wel zo dat de natuur iets bij jullie mensen heeft gecreëerd wat wij nog steeds niet begrijpen. Je weet nu wel wat ik bedoel." " Ja", zei Meik." Je bedoelt ons gevoel." " Juist", zei het wezen," dat intrigeert ons nog steeds. En zolang we daar niet achter zijn zorgen wij dat er tenminste twee overblijven. Je weet, tijd is voor ons geen probleem. Ook is het zo dat de vroege oermens vrijwel ongevoelig was. Jullie noemen dit opkomst en verval. Het houdt ontegenzeggelijk verband met jullie intelligentie. Ook dat fenomeen bestuderen wij."
Hana was ook binnengekomen, in gezelschap van Loid. " Maar," zei Hana," als jullie zouden ontdekken wat ons gevoel is, of hoe het ontstaat, wat willen jullie hier dan mee? Komt dit dan ten goede aan de mensheid, of, of..." Hana zweeg. Het wezen antwoordde niet meer. Ze begrepen er niets van.
" Waarom haakt hij nu af?," vroeg Loid," wordt het te moeilijk?"
" Het lijkt me," zei Meik," dat voor het wezen niets te moeilijk is. Maar ik begrijp onderhand wel dat onze mensheid voor de almacht volstrekt uniek is. Het wezen heeft ook gezegd dat er andere levensvormen zijn in het heelal, echter niet vergelijkbaar met het onze. Ik zou me voor kunnen stellen dat ze evenals het wezen dus gevoelloos zijn..."
Innerlijk hoopte Meik dat het wezen hierop zou reageren. Dat gebeurde echter niet. “ En als ze gevoelloos zijn dan kan ik me dat goed voorstellen.
Vooral als ze niet begrijpen hoe of wat, dat ze dat dan bovenmatig interesseert. En dan kom ik weer bij Hana's vraag: Wat moeten ze ermee?" " Ik heb hier veel over nagedacht de laatste tijd," zei Loid.
" Over het menselijke gevoel. Als je het goed beschouwt, is het ook werkelijk iets fantastisch. Ik heb vroeger ook op aarde zulke perioden gehad. In zo'n periode kon je alles aan, niets was je teveel. Het ware geluk is zoiets geweldigs. Maar ik geloof ook stellig dat niet ieder mens het beleven kan. Het heeft denk ik ook met je persoonlijkheid te maken. Het is zo verschillend hoe elk mens zijn leven leidt en invult. Ik denk ook dat een intelligent persoon het ware geluk minder gemakkelijk zal kunnen ervaren. Hij kan natuurlijk wel gelukkig zijn, zeker in materiële zin. Hana, is het jou bekend of er destijds op aarde studies naar dit onderwerp zijn verricht?"
" Dat weet ik zo niet," zei Hana." Ik kan het echter wel opzoeken in de medische computer. Maar om even op je verhaal in te haken, ik denk dat je niet zo slecht nagedacht hebt want ik ben het wel met je eens. Om het ware geluksgevoel te ervaren, daarvoor moet je een bepaalde persoonlijkheid bezitten... Depressieve geesten zullen het absoluut nooit ervaren. Ik denk alleen positieve, spontane geesten. Maar ook is het zo dat een geluksgevoel nooit een mensenleven lang bestaat! Het zijn momentopnames die terugkeren. Of niet. Al naar gelang de omstandigheden. Misschien bestaat het continu geluk alleen in het leven na het stoffelijke aardse bestaan. Het wezen weet dit uiteraard, maar zegt het ons niet en gelijk heeft hij ".
" Dan is het ook nog zo," viel Wimme in," dat mensen die niet gelukkig kunnen zijn, niet het recht hebben om andere mensen te vertrappen. En toch gebeurt dit. Er zijn zoveel mensen op aarde voor wie een ander mensenleven geen waarde heeft. Toch moet hier ook een medische verklaring voor zijn."
" Ik geloof niet," zei Meik," dat we dit in de medische kant moeten zoeken. Maar meer in normen en waarden. Weet je nog, we kunnen denken, we hebben normen. In de oudheid leefden we in stammen of groepen, met een leider. Deze leider was de sterkste. Hij bepaalde. Er was ontzag. In de loop der tijden is dit alles via de evolutie veranderd. Het groepenidee bestond niet meer, dus geen leider. Ja, een politieke leider. Die kon ze niet allemaal meer in de hand houden. Er kwam dus meer ruimte om verkeerde dingen te doen. Langzaam aan vervaagden de normen en waarden, met alle gevolgen van dien. En de mens wilde altijd maar meer en meer en beter. Terwijl het niets, maar dan ook niets bijdraagt tot een gelukkig leven! Misschien wel een gemakkelijk leven. Maar dit is ook niet de bedoeling van de natuur. Ieder dier in de natuur moet actief zijn voor zijn voeding. Doet hij dit niet, dan sterft het. De mens kan met zijn hulpmiddelen minimaal actief zijn. Maar dan stompt hij af, zeker lichamelijk. Er is natuurlijk ook een groep actievelingen. De mens wordt ook steeds intelligenter. Ook met behulp van de computer. Hij kan nu met behulp van computers steeds intelligentere computers bouwen. In mijn aardse periode, als ik zo uit mag drukken, heb ik veel sciencefiction gelezen. Het beschrijven van toekomstige levensvormen, een zeer boeiende materie. Het viel mij op dat er een tendens was van een toekomst zonder gevoel of geluk bij de mensen. Dat heeft me altijd bijzonder geraakt. Sciencefiction schrijvers, creatieve toekomstvoorspellers zagen geen plaats voor menselijk geluk. Althans niet het unieke geluksgevoel dat bij mensen kan optreden, dat schijnt met de toenemende techniek te verdwijnen. Voor mij persoonlijk betekent dat een degeneratie van het menselijk ras. Wat ik ook ontdekte was een zekere band, genegenheid, voor de robots! Genegenheid voor een brok dode materie, metaal? Eigenlijk te zot om over te praten, maar wij hier op dit schip ervaren het ook. Wij hebben ook al die ervaring.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Stel je eens voor dat onze kook miep Raen morgen kortsluiting krijgt en uit fikt. Dan ben ik er zeker van dat wij allen treurig zullen zijn, is het niet? " Allen moesten dit beamen."
Raen kan niet uitfikken Meik," zei Parg." Zij kan zelfs niet uitvallen, zolang de bevelen die zij krijgt juist zijn!"
" Weet ik Parg, maak je niet druk, het is slechts een voorbeeld. Ik wil alleen maar aangeven hoe de menselijke geest zich gedraagt. Dat zal jij nooit begrijpen, maffe Alupop." " Okay, okay," zei Parg," Parg zegt niets meer."
" Maar als de toekomstige ruimtemens, beschreven door de Sciencefiction schrijvers van vroeger, in de toekomst ongevoelig zouden worden," zei Loid," dan is dat niet in het belang van het wezen. Hij verricht immers studie op dit gebied en hij heeft geen haast."
" Tja," zei Hana," het wezen zal dit ongetwijfeld ook weten, maar misschien blijven er op aarde een aantal achter die verder leven met een gevoelsleven, wie zal het zeggen... Ontegen-zeggelijk zal het wezen ongemerkt zijn invloed hierop uit kunnen oefenen."
Hana stopte even, vol verwachting.
Weer reageerde het wezen niet. Meik was verbaasd. Het wezen was natuurlijk aanwezig, of natuurlijk niet! Hij brak zijn hoofd er maar niet over, hij had er totaal geen stuur over.
De rest van de bemanning was ook binnen komen druppelen en volgde stilzwijgend de con-servatie.

Treve merkte op:" het is werkelijk niet te bevatten hoe wijs we de laatste dagen geworden zijn. Het duizelt me af en toe. En eigenlijk ook hoe groot onze verantwoording geworden is. Maar ook, wat moeten we ermee, het is zo moeilijk..."
Meik vertelde wat Parg's onderzoek met de grote computer te zien had gegeven. Dat er geen oplossing was voor de problemen. Behoudens misschien een theoretische oplossing van ma-nipulatie van de genen, die mensen gevoelloos zouden kunnen maken, met alle daaraan kle-vende negatieve gevolgen.
" Hoe mooi is toch ons menselijk ras," verzuchtte Sylfia." Hoe immens moeilijk is deze pro-blematiek!"
" Ik herinner me nog," zei Betty," dat we kennis maakten met het wezen. Hij zei hoe simpel de oplossing was. Weten jullie nog, goed en kwaad!" Ja, ze wisten het natuurlijk nog. "

Maar hoe moet je dat in universumnaam organiseren! In de tijd dat we de aarde verlieten stond de menselijke persoonlijke vrijheid centraal. Dat die persoonlijke vrijheid niet zaligma-kend was in materieel en geluksopzicht, staat nu buiten kijf. De meeste mensen zullen er vol-ledig aan voorbij gaan. Je kunt ze niet dwingen goed en kwaad te hanteren, dunkt me."
" Inderdaad," vervolgde Borba." De mens is door de eeuwen heen al genoeg gemanipuleerd en onderdrukt. Ze zullen zich ook niet voor kunnen stellen wat de theoretische resultaten hier-van zullen zijn. Ze stellen hun eigenbelang voorop en geen groepsbelang, zelfs niet tot redding van hun soort. Behoudens dan een aantal uitzonderingsgevallen die het wel begrijpen. We weten ook dat er vele mensen hun geloof hebben maar zelfs hier zitten er velen tussen die anderen mentaal vertrappen, terwijl dat helemaal niet mag volgens hun geloof! Hoe hypo-criet!"
" Ja, ja," zei Habu." Ikzelf ben maar een monteur, maar zelfs ik weet dat er veel verschillende karakters, persoonlijkheden en tevens culturen zijn op aarde. Hoe wil je die ooit op een lijn krijgen? Alleen al al die verschillende denkwijzen. De een fanatiek, de ander rustig en be-daard, enz, enz "....

" Dat is ook het mooie van het menselijk ras," vervolgde het wezen weer."
Die verscheidenheid die ook in de dierenwereld en plantenwereld bestaat. Trouwens, het was ook een fout van de mensheid om dieren en planten te manipuleren met de genen! Dat is een natuurlijk iets, daar moet men van af blijven. Want dit werd maar met één doel gedaan: geld! Weer dat verfoeilijke geldsysteem! Jullie aarde kan jullie allen voeden, maar beperk dan ook jullie ongebreidelde bevolkingsgroei, in naam van de aarde en de mensheid. Maar dit terzijde. Goed en kwaad. Wij weten wel hoe dit zou moeten. Hoe het gehanteerd zou moeten worden. Wat jullie doen is eenvoudig toegeven aan jullie zwakheden. Jullie kennen jullie verantwoor-delijkheden niet. Jullie kennen ze wel in jullie geldsysteem, in de bedrijven. Als je slecht bent in een bedrijf wordt je ontslagen. Dan verdien je geen geld voor het bedrijf. Er is zelfs een tijd geweest in de tweede helft van de vorige eeuw dat mensen in staatsdienst helemaal geen ver-antwoordelijkheden kenden! Wat een verachtelijk gedoe. Hypocriete profiteurs! Let wel, mensen kunnen en mogen een goed leven hebben, maar ze moeten er wel iets voor doen.
Ook kinderen van rijke ouders, niet allen, hebben zich walgelijk gedragen. Hun gedrag en mentaliteit was beneden elk peil. Zij zullen hun straf niet ontlopen! Als ze zich volgens goed en kwaad regels hadden gedragen hadden ze met hun onverdiende rijkdom ook anderen kun-nen helpen."

" Zeg eens vriend," zei Ries," veracht je de mensheid nog niet, na alles wat je al geconstateerd hebt?"
“ Nee," zei het wezen," er zijn gelukkig ook goede dingen en je weet, het begrip tijd bestaat voor ons niet. Altijd is er de kans dat het zich ten goede keert, misschien dringt het ooit nog eens tot jullie mensen door. Wellicht ontdekken jullie ooit weer de vreugde van het geven, ondanks de slechte toestand waarin de aarde nu verkeert."
" Persoonlijk denk ik ook," zei Sylfia," dat in een goede, blijde wereld geen plaats is voor robots. Daar is dan eenvoudig geen behoefte aan. In een normale blijde wereld met rustige stabiliteit zal eenvoudig de technische ontwikkeling kalmer verlopen, zonder dwang, zonder gedwongen prestaties, dus zonder de noodzaak van robots..."

" Ik geloof," zei Betty," dat daar wel wat in zit. Maar het is een theorie! Hoe wil je dit ooit bereiken?"
“ Wel," zei het wezen," jullie zijn zelfbeschikkend, jullie moeten dit zelf uitzoeken. Het is jullie verantwoording."
" Ja okay," zei Betty." Natuurlijk heb je daar gelijk in maar in onze noodsituatie op dit schip ben je ook tot ons gekomen. Om ons te helpen en wij vinden dit ook fantastisch natuurlijk, je hebt ons leven een totaal nieuwe dimensie gegeven. Dankzij jou kunnen we ook terug naar aarde maar de problemen kunnen we denk ik niet oplossen zonder jouw hulp!"

" Toch zullen jullie het zelf moeten doen," antwoordde het wezen." Dat wij ons met jullie bemoeid hebben is een totale uitzondering op het hele universele gebeuren. Voor ons heeft het totaal geen waarde of invloed, alleen een nieuwsgierige achtergrond. Je weet, jullie gevoelsle-ven interesseert ons. Een onvoorstelbaar wonder van de natuur wat zelfs wij niet begrijpen. Voorspellingen over jullie doen is dus onmogelijk. Jullie mensen zijn zulke complexe wezens, interessant voor ons, meer niet! Van andere levensvormen in het universum spannen jullie de kroon voor wat betreft complexiteit. Maar besef wel dat wat jullie aangericht hebben jullie zelf weer op moeten knappen, willen jullie als soort nog een kans op voortbestaan hebben! Er valt zoveel over te zeggen, maar begin eens bij de basis. Het is zo simpel. En jullie hebben gelijk, het is daarnaast ook zo moeilijk, dat klopt. Maar het is zo moeilijk gegroeid in de loop der tijden onder andere door jullie geldsysteem. Volkeren op afgelegen plaatsen op aarde leefden in eenvoud en rust van de natuur. Plaatselijk ontstond door het geldsysteem wat jullie welvaart noemden. Vanwege de door jullie ontwikkelde mogelijkheden van transport kwam uiteindelijk ieder volk in aanraking met jullie verfoeilijke, geldelijke en materiële welzijn. Met alle aanverwante minpunten van zinnenbederf als alcohol, drugs, sekswaanzin, kortom de vervolmaking van alle menselijke zinnelijke zwakheden. Dit bestond niet in de eenvoudige leefculturen. Kortom: door jullie gedrag, zonder vast te houden aan normen en waarden, ont-aardde dit in walgelijke toestanden zoals die nu op aarde heersen! Maar ook zeg ik erbij: uit-gezonderd de goeden, want die zijn er ook en gelukkig voor jullie soort is dit jullie enige overlevingskans. Ga nu eens terug naar de basis. De basis is de mens! Dat wezen dat rechtop loopt met benen en armen om te liefkozen en te slaan. En een hoofd om te denken. Begin nu eens te denken dat ieder mens uniek is! Als je daar over nadenkt zal je moeten toegeven dat dit zo is. Probeer maar eens een mens te maken."

Gelach alom. “Ga maar even liggen Hana,” zei Loid.

" Ik bedoel," zei het wezen," bijvoorbeeld in een laboratorium. Zoiets kunnen jullie niet, nu niet en nooit niet! Alleen wij kunnen dit, zoals je weet kunnen wij zoveel. Het onvoorstelbare wonder van de natuur hebben wij gestart. Mens, de unieke mens. Begin nu eens om iedereen gelijk te laten zijn, dus ook gelijk te behandelen. Daar gaat het al fout. Het begrip discrimina-tie bestaat niet alleen tussen geel, zwart of blank maar zelfs in families! Iemand gaat niet om met broer of zus, vader of moeder, enz,. Dat is al discriminatie. Vanwege een meningsverschil vindt iemand de ander al minder dan zichzelf en de persoon wordt al veracht en gemeden! Dat is in feite al discrimineren. Discrimineren is jezelf beter achten dan een ander. Terwijl de ander absoluut even uniek is als jij. Dat zal je niet kunnen ontkennen." De ganse bemanning zat ademloos te luisteren. Zelfs het Aluvolkje nam dit stuk informatie op in hun brein.
En het wezen vervolgde: " waarom stelt iemand zich boven een ander, althans in zijn denken? Vergeet niet, een mens heeft zichzelf niet gemaakt, hij heeft totaal geen invloed gehad op dat proces. Dat de een wat intelligenter is dan de ander, daar heeft hij geen invloed op. Dat is wat jullie een geluk noemen.
De een is ook sterker als de ander, allemaal zaken die komen zoals ze zijn. Robots die jullie nu maken kunnen verschillende kwaliteiten hebben, dat kunnen jullie beïnvloeden, maar het mens zijn niet. Het is al eerder gezegd: de evolutie heeft jullie intelligentie vergroot. Ook dat is een natuurlijk gegeven. Dat gebeurt bij dieren ook.
Jullie ontwikkeling is in een stroomversnelling gekomen voor wat betreft techniek en welzijn, doch geestelijk en sociaal verarmen jullie. Jullie gaan steeds verder je ondergang tegemoet, de problemen worden steeds groter, steeds moeilijker op te lossen. Slechts heel weinigen zien dit in, deze worden echter niet gehoord. Diegene die het goed hebben zal het worst zijn om in jullie termen te spreken, zij staan toch overal boven, hen treft het niet. Althans, dat denken zij. Jullie zelfbeschikking heeft slechts rampspoed gebracht in plaats van een onbekommerd waardig bestaan. Mogelijk gemaakt door aardse materialen waar genoeg van is voor iedereen. Jullie grote denkers hebben gefaald door dit niet in te zien. Misschien kunnen jullie nog red-ding brengen, al twijfel ik daaraan. Ik weet echter dat jullie hier allen goede mensen zijn".... En het wezen zweeg. Weer was de bemanning perplex.

Meedogenloos waren ze weer op hun nummer gezet. Door een bovennatuurlijk wezen dat hun hele aardse bestaan al miljoenen jaren had gevolgd. Tijd genoeg. Wat een absurd idee eigen-lijk. Of eigenlijk niet. Vele, vele mensen hadden een religie. Allerlei verschillende geloven. De meeste met goede beginselen. Vele geloofden in een hogere macht die alles regelde. Hier op deze reis waren ze er mee in aanraking gekomen. Zij, deze twaalf mensen, ver van de aarde, niet in staat terug te keren naar deze aarde hadden het voorrecht de almachtige te ontmoeten.
Deze gedachten flitsten door Meik heen. Hij wist zelfs nog meer dan de anderen, maar niemand zou het ooit uit hem krijgen. Dit stond voor hem vast. Het idee, dat van alle miljar-den mensen die er op aarde geleefd hadden in de loop der tijden en nu hij degene was die via een robot het geheim der geheimen gekregen had benauwde hem absoluut niet. Hij had allang begrepen dat gezien de aardse mentaliteit, zeker bij wetenschappers, er altijd bewijzen nodig waren die hij niet kon geven. Dat zijn geheim geen wezenlijke waarde zou hebben. Alleen het wezen zou het aan kunnen tonen doch die zou dit niet doen. Wat was het belang voor aardlin-gen van zoiets? Ja, met deze wetenschap zouden aardlingen misschien voor zichzelf goed gaan leven voor hun medemens, maar de mens is zelfbeschikkend en moet zelf het goede en kwade erkennen.
Zo simpel was het eigenlijk. Het wezen had volkomen gelijk door te stellen dat de mens het zelf maar op moest lossen, zijn verantwoording nemen.
Meik wist van zijn aardse leven en van de geschiedenis dat er grote geesten geweest waren die een ongebroken principe naleefden van het goede, ongevoelig voor materieel voordeel. Dat waren de echte mensen die hun principes en goede normen naleefden. Helaas waren er maar zo weinig van. Waarom volgden de andere mensen hun zwakheden, waarom? Ach, er waren zoveel vragen, zoveel. Hoe bizar zit een mens in elkaar. Vaak had hij zitten broeden op een manier om de mens op een of andere manier her op te voeden. Gedwongen of ongedwongen, maar deze taak is te groot, te omvangrijk, te moeilijk. Als je terug keek in de geschiedenis waren er ook altijd volksmenners geweest. Bijna altijd waren dat figuren geweest die niet goed waren doch slecht. En ze werden altijd gevolgd. Absurd eigenlijk. Hier blijkt ook weer uit, hoe makkelijk mensen zich laten beïnvloeden door mooie beloften en daarna werden uit-gebuit en uiteindelijk vertrapt. Al eeuwen was dit zo gegaan....

Maar toen de dictators verdwenen waren en de mens door een democratisch systeem eigen invloed kreeg, gingen velen zich ook slecht gedragen en stelden zich boven anderen. En zie, in het laatste decennium van de grote vrijheid der mensheid en eigen verantwoordelijkheid was de situatie geëscaleerd in de grootste anarchie van de menselijke geschiedenis die alleen nog in de hand te houden was met mechanische robotbewaking. Robots zonder gevoel en me-dedogen. Aardmensen, genetisch gemanipuleerd, afglijdend naar een gevoelloos bestaan zon-der vreugde, blijheid, geluk, liefde, al de goede dingen die eens tot de mens behoorden, le-vend in ruimtes buiten de natuur volkomen afhankelijk van mechanische techniek. Welk een leven, wat had het nog voor zin om te leven op deze manier? Een dier leeft instinctief en is gehecht aan het leven. Een mens is zelfbeschikkend, met een denkvermogen en zal hij zich in tegenstelling tot een dier altijd afvragen: Wat is het doel van mijn aardse bestaan? Een robot hecht niet aan het leven in tegenstelling tot een dier of mens. Zie hier de ongelooflijke kracht van de natuur... De bemanning had Meik alleen gelaten. Hij had zo voor zich uit zitten staren. Iedereen was zo met zijn eigen gedachten bezig en had zich teruggetrokken.

Parg was nog bij hem. " Parg merkt dat Meik het moeilijk heeft," zei hij tot Meik. " Kan Parg misschien helpen?"
" Nee, mijn best Parg," zei Meik loom." Niemand kan hier helpen. Wees maar blij dat je een robot bent en geen mens. Jij hebt geen last van gevoelens, bij jou knaagt geen onbehagen, jij wordt niet gek van het denken. Je bent zo zalig rationeel. En toch zou ik niet met je willen ruilen, voor geen goud. De problemen die wij hebben kan jij ook niet bevatten. Ja, je kunt ze enigszins begrijpen, maar niet zoals wij. Kon je dat wel dan zou je waarschijnlijk uitfikken. Einde Parg!"
" Meik”, zei Parg weer," Parg wil graag helpen, maar Parg weet dat Parg machteloos is. Parg kan alleen maar vermoeden wat gevoelens zijn, maar zal het nooit en te nimmer weten en kunnen ondergaan. Parg begrijpt uit de complexheid, dat dit niet te bouwen of ontwikkelen is. Daarom zullen robots ook nooit boven mensen uit kunnen stijgen. De natuur is veel sterker. De creativiteit om robots te bouwen missen we. We zijn alleen in staat om na te bouwen. De robots die nu op aarde zijn, zullen veel beter zijn dan Parg, Raen, Bosap en Eelk, dat kan Parg met zijn brein wel nagaan. Het zou wel interessant zijn om ze eens te ontmoeten."

" Ik weet niet of ze beter dan jullie zullen zijn," zei Meik bedachtzaam." Hun kennis zal iets beter zijn maar jullie zijn al zo goed en snel. Alleen zullen ze er waarschijnlijk menselijker uitzien. Jullie zijn wandelende metalen poppen, de modernere zullen ongetwijfeld een meer menselijkere uitstraling hebben, waarschijnlijk zullen ze al niet meer van een mens te onder-scheiden zijn. Een raar idee eigenlijk, eigenlijk afschuwelijk. En zo gaat de mensheid verder met problemen creëren. Vroeger in het begin van wat men noemde het computertijdperk, het midden van de vorige eeuw, waren er al mensen die dit voorzagen. Zij waren toen al bang dat in de toekomst, dus zeg maar nu, de computer of de robots ons zouden gaan of zouden kunnen gaan overheersen.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Dat er zeg maar een soort van oncontroleerbare toestand zou kunnen ontstaan. Met ander woorden, de mens onderworpen aan de robots. Ik heb hier ook veel over nagedacht. Let wel, ik ben geen robot technicus. Mijn eigen mening is dat dit niet kan. In zoverre, dat een mens met slechte bedoelingen een robot zou kunnen bouwen met een slechte of verkeerde pro-grammatuur. Dan kan het wel, maar daar gaan we nu even niet van uit...
Een gedienstige robot zoals jij Parg, zal nooit en te nimmer de mens kunnen en willen onder-werpen om de eenvoudige reden dat je daar geen belang bij hebt. Jij hebt geen machtsgevoe-lens, geen blijheid, enz. Dus geen behoefte om iets te bereiken. Geef mij jouw mening hier eens over, mijn beste Parg."
" Je hebt volkomen gelijk Meik. Zoals je weet zijn wij meervoudig beveiligd zodat we een mens geen kwaad kunnen doen. Wij leiden in menstermen dus een vreugdeloos bestaan. Al worden we tien of tienduizend jaar oud, dat is voor ons onbelangrijk. We kunnen en mogen ons wel verdedigen om te blijven functioneren en om de mens te kunnen blijven dienen. En de eersten die we moeten beschermen zijn onze eigenaren."
" Zeg eens Parg," vervolgde Meik," het is op deze reis natuurlijk nooit aan de orde geweest maar veronderstel nu eens dat bijvoorbeeld ik of wij bij terugkeer op aarde bedreigd zullen worden door andere mensen. Ik weet dat je geen mensen mag doden, maar zou je dat ook niet doen als je het nodig acht?"
" In principe niet," antwoordde Parg." Maar jullie welzijn staat bij Parg op de eerste plaats. Al naar gelang de situatie ter plaatse zal Parg oordelen. En zou het kunnen zijn dat Parg op zou treden. Maar alleen in uiterste noodzaak. Zelfs als je zegt: dood hem, dan zal Parg dat niet uitvoeren, of Parg moet er zelf volkomen van overtuigd zijn dat het absoluut noodzakelijk is. En als het gebeuren moet gebeurt het zonder lijden, in een milliseconde."
" Hopelijk komt het nooit aan de orde," zei Meik." Er is nog iets anders Parg, wat mij interes-seert. Stel nu eens dat je mij ooit zal moeten verdedigen tegen andere robots, die mij bijvoor-beeld gevangen willen nemen. Je zal dan met ze moeten gaan vechten. Hoe stel jij je dat voor? Moderne robots zullen misschien iets beter zijn. Ik ben daar wel benieuwd naar." " Moeilijk Meik. Parg weet dat eigenlijk niet. Parg heeft nog nooit gestreden. Een mens is geen enkel probleem, simpel vastpakken, einde gevecht. Maar een robot? Parg weet het echt niet." " Mis-schien is het zinvol," zei Meik," dat je met Bosap eens gaat vechten, gewoon om eens te zien wat er gebeurt. Wat denk je daarvan? "

" Tja," antwoordde Parg bedachtzaam." Als wij elkaar maar niet beschadigen. Parg weet een-voudig niet hoe dat afloopt. In principe zijn we even sterk. Maar als je het wilt zullen we deze opdracht eenvoudig uitvoeren."
"Ik zal dit eerst met Ries bespreken," zei Meik." Ik vind dit wel belangrijk want als we ooit andere robots zullen ontmoeten en er komt een dreigende situatie dan kan je er beter maar op voorbereid zijn." " Daar heb je gelijk in Meik. Misschien kunnen we ons erin bekwamen. Zoals je weet slaan we alle gegevens direct in ons geheugen op en in milliseconden reageert het op elke denkbare situatie." Meik begaf zich naar Ries en legde hem het probleem voor. Ries was in eerste instantie zeer verbaasd maar vond het toch een goede zaak om er aandacht aan te besteden.
" Ik ben ook wel benieuwd hoe die twee elkaar zullen bevechten," zei hij." Dat wil ik eerst bestuderen. Aan de hand daarvan kan ik bij hen bepaalde acties invoeren van oude aardse vechttechnieken die ik nog wel ken. Ik heb vroeger op aarde aan gevechtstraining gedaan. Als de robots dit op kunnen slaan dan zullen ze bij robots die dit niet kunnen een groot voordeel hebben. Een interessant klusje voor me, dat mag ik wel. Eindelijk iets zinnigs te doen. Hope-lijk maakt het wezen geen bezwaar."

" Ja," zei Meik." Zeg dat wel. Maar in het kader van het goede en het kwade reken ik dit tot het goede. Het is enkel ter verdediging." Het wezen antwoordde niet.
Parg en Bosap werden geïnstrueerd voor de krachtmeting. Meik had dit alleen met Ries be-sproken, de rest van de bemanning was er niet bij. De twee Alumannen hadden ook de strikte opdracht elkaar niet te vernielen. Bij een eventuele beschadiging zou de verliezer opgeven.
Het gevecht nam een aanvang. Als twee machines liepen ze op elkaar af en grepen elkaar vast bij de armen. Ze probeerden elkaar omver te duwen, maar dat lukte eenvoudig niet. Geen trucjes, geen onverwachte bewegingen, blijkbaar waren ze precies even sterk. Meik liet ze stoppen. " Is dit alles wat jullie kunnen?" vroeg Meik. " Ja," antwoordde Parg." Wij zijn hier heel onkundig in. Een mens is geen probleem. Een arm vast en hij kan niets meer doen, vooral als we nog een beetje extra knijpen maar bij onszelf werkt dat anders. Als Parg al zijn krachten benut op Bosap kost het alleen maar veel energie, maar er gebeurt niets."
" Ik denk," zei Ries," dat ik wat te doen heb. Ik ga de vier robots vechten leren en uiteraard verdedigen. Dit kunnen ze mooi met elkaar uitproberen. Eigenlijk hoeven ze alleen de gege-vens van de technieken maar op te slaan dan kunnen ze reageren op elke denkbare situatie die misschien ooit eens ontstaat... prachtig, ik ga gelijk aan de slag".

Aan boord van het ruimteschip bevond zich een onvoorstelbare hoeveelheid kennis over het aardse leven, alles uiteraard opgeslagen in computers. Al gauw had hij gevonden wat hij zocht. Klassieke oosterse vechttechnieken waren aanwezig. Hij besefte dat hij in feite alleen maar verdedigingstechnieken nodig had voor de robots. De bedoeling was om aanvallen af te slaan, niet om offensief te handelen. Daar moest bij nadruk op leggen bij het instrueren van de ijzeren mannen. Hij had al gauw in de gaten dat als hij het hen goed wilde leren dat er dan een aanvaller moest zijn. Maar echt aanvallen kon geen van hen, ze waren er immers totaal niet op geïnstrueerd. Het leek hem geen goed idee zelf voor aanvaller te spelen.
Dat zou waarschijnlijk een pijnlijke affaire voor hem worden. Daar had hij even geen zin in. Hij besloot met Loid te overleggen. Deze verscheen meteen na zijn oproep.
Ook Loid vond het een goede zaak." Als wij mensen dit moesten leren, dan moesten we oefe-nen, oefenen en nog meer oefenen om dit onder de knie te krijgen," zei hij. " Robots hoeven niet te oefenen. Je voert je gegevens in en zij doen het verder. Wat we dus moeten doen, is de betreffende beweging in hun computertaal omzetten en bij hen invoeren. Daar ben je wel even mee bezig, mijn beste Ries. Ik wil je echter wel helpen, een interessante klus, lijkt mij."
Ze besloten om Eelk te instrueren op aanvalstechnieken. Er werd meteen veiligheid inge-bouwd, zodat de robot dit nooit of nimmer op mensen zou kunnen gebruiken. Het was een hels karwei om de vele mogelijkheden en technieken om te zetten zodat het voor de robots mogelijk was het in hun brein op te slaan. Na verloop van enige uren hadden ze een leuk pro-gramma in elkaar geknutseld. Ze riepen nadat ze het geheel besproken hadden met Meik, ro-bot Eelk bij zich en legden haar uit wat de bedoeling was. Het maakte Eelk uiteraard niets uit, zolang het maar diende om hen te kunnen dienen. In enige seconden had ze de gegevens via de computer tot zich genomen.

" Eelk," zei Meik," geef nu eens een demonstratie tot een denkbeeldige tegenstander die jij uit zou moeten schakelen, als hij je kwaad zou willen doen. Werk je programma maar af zoals je dat zelf wilt." " Meik," antwoordde Eelk," als deze tegenstander een mens zou zijn, kan Eelk die demonstratie niet geven."
" Okay, okay," zei Meik." Je hebt gelijk. Je tegenstander is een robot en geen mens. Ga je gang." Wat Eelk toen liet zien was verbijsterend. Ze geloofden hun ogen niet. Ze wisten dat de robots supersnel waren. In combinatie met de oude aardse vechttechnieken was hier een superkiller aan het werk. Een mens, hoe snel en sterk ook, zou met zekerheid absoluut geen kans hebben om in een gevecht met deze robot te overleven."
Bij wie gaan jullie de verdedigingstechnieken inbrengen?", vroeg Meik aan Ries en Loid, toen Eelk klaar was. “ Aan de drie anderen," antwoordde Ries." Er is tijd genoeg, en voor de robots is het totaal geen probleem of inspanning. Zweten doen ze niet en voor onze bescherming worden ze alleen maar waardevoller." " Okay," zei Meik," leer de robots alle vier zoveel mogelijk verdedigingstechnieken. En ik wil dat je Parg alle mogelijke aanvalstechnieken leert, ook voor de situatie, dat hij door meerdere robots aangevallen zou worden."
" Geen probleem," zei Ries." Deze lieve heer wordt de machtigste robot van het universum, laat dat maar aan Loid en mij over." " Ga nu eerst Eelk instrueren, om Parg te kunnen weer-staan," vervolgde Meik." Ik ben zeer benieuwd hoe Parg zal reageren op wat we net van Eelk zagen. Hopelijk wordt onze goeie Parg niet gesloopt. Arme Parg!" " Niks arme Parg," zei Parg." Parg wordt niet gesloopt door een vrouwelijke robot. Bij mensen heeft de man een streepje voor, bij robots ook." Eelk zei niets.

" Toch lijkt het me verstandig," zei Meik tot Ries en Loid, " om in hun programma een soort van veiligheid tot elkaar in te bouwen. Wat Eelk net heeft laten zien, beangstigt mij. Ik stel me voor dat als ze op elkaar tekeer gaan er inderdaad brokken gaan komen. Een kapotte robot kan wel opgelapt worden, maar als we het kunnen voorkomen lijkt dat me wel zinvol. Pro-grammeer maar in dat ze opgeven in een bepaalde actie, echter alleen bij elkaar dus niet bij andere robots."
" Ik zie het gevaar niet zo Meik," zei Ries." Als ze elkaar weggooien, zullen ze daar niet van beschadigen. Ze zijn zo sterk."
" Okay," zei Meik," dat klopt. Maar er zijn ook andere situaties denkbaar. Als de aanvaller zijn tegenstander een arm op de rug draait en doordraait zal hij toch kapot gaan. Zeker weten, net als bij een mens. Zijn scharnierpunten zullen vervormen of afbreken. Als hij afbreekt en de besturingen worden losgerukt is het dagen werk om het te herstellen.”
Ries moest Meik gelijk geven." We zullen zien hoe we ze beveiligen kunnen," mompelde hij.
Volkomen onverwacht zei het wezen:" zelfs hier in de ruimte, oneindig ver van je eigen soort zijn jullie weer met vechten bezig. Weer een voorbeeld hoe jullie mensen in elkaar zitten." Het schaamrood steeg Meik naar de kaken. Hij zei:" ik kan je alleen maar gelijk geven, maar alsjeblieft, we hebben niets kwaads in de zin. Al je onze gedachten kunt lezen, zoals je zegt, zul je weten dat ik de waarheid spreek. Wat we doen is ons voorbereiden op mogelijke situa-ties die zich nog voor kunnen doen als we terug mochten keren op aarde. Dit is ter verdedi-ging, dat heb je hopelijk wel begrepen. Het is inderdaad zeer triest, ik zou ook willen dat dit niet nodig zou zijn. Maar als wij uitverkoren zijn om de aarde te redden zoals je aangeeft, zijn dit voorbereidingen om meteen al niet ten onder te hoeven gaan bij onze eventuele terugkeer."

" Goed," zei het wezen." Ik kan het wel begrijpen maar het blijft triest. Begrijp me goed, ik wil jullie niet beïnvloeden. Het loopt zoals het loopt. Wij zien alleen toe, dat weet je. Jullie zijn de eerste en enige levende wezens in al die miljoenen jaren die van ons bestaan weten. En dat alles vanwege een bijzondere uitzondering in jullie aardse ontwikkeling. Besef ook dat als jullie op aarde terugkeren jullie het zonder ons moeten doen. Wij hebben geen gevoel zoals jullie, dus ook geen binding met jullie. We kennen alleen waarden als goed en kwaad. We weten dat het nodig is deze waarden te hanteren in een bestaan van zelfbeschikkende wezens. In het heelal naast de andere levensvormen is jullie aardse natuur zo onvoorspelbaar uniek, zo apart, zo mooi, zo divers, het bestaat in het hele universum niet..nogmaals zeg ik jullie dat..
Jullie verantwoordelijkheid jegens dit mooie is groot en het is zo moeilijk voor jullie dit te begrijpen. En toch zijn er mensen op aarde die dit wel inzien. En vaak zijn dit simpele mensen. Simpele, eenvoudige mensen leven dichter bij de natuur. Zij begrijpen dit beter. De ver-stedelijkte mens was al zover verwijderd van de natuur. Triest, heel triest. Maar er is al genoeg over gesproken. Het is aan jullie. Jullie bepalen, wij niet. Wij zien toe"... " Misschien, heel misschien kunnen wij er nog iets aan veranderen beste vriend," zei Meik." Zoals altijd heb je gelijk natuurlijk. Ik wil het ook wel anders, maar het is zo moeilijk. Jij hebt zo makkelijk praten. Maar er zijn zoveel belangen. Hoe wil je iedereen tevreden houden, dat kan niet."
" Dat kan wel," zei het wezen." Het is bewezen, maar je moet prioriteiten stellen, het woord is al gevallen."

En het wezen zweeg weer. Meik verborg zijn hoofd in zijn handen." Welk woord bedoelt hij nou", kermde hij. Niemand antwoordde.
" Mag Parg het woord zeggen," zei Parg ineens. Verbaasd staarde Meik hem aan. En Parg zei het. Natuurlijk bedoelde het wezen het woord wereldraad. Met maar een simpele doelstelling: goed en kwaad. Het goede om mee te leven, het kwade om te bestraffen en uit te bannen... Ineens glom Meik van hoop." Ik ga hier iets mee doen," riep hij uit. Ries en Loid staarden hem verbaasd aan.
" Ik heb ineens een lumineus idee," zei Meik." Maar ik moet het eerst voor mezelf uitwerken. Jullie zullen er nog van horen."
Ries en Loid togen aan het werk om de gevechtstechnieken om te zetten in de computertaal van de robots. Een heidens karwei. Elke beweging moest in een programma vastgelegd wor-den. Hieruit bleek ook weer duidelijk het verschil tussen mens en robot. Hoewel de robots sneller waren, moest wel alles eerst vastgelegd worden. Elke denkbare beweging van een be-paalde sport moest ingevoerd worden. En dat waren er veel. Bovendien waren er meerdere sporten. Maar ze vonden het niet erg. Eindelijk hadden ze iets zinnigs te doen. De opnameca-paciteit van de robots was geen probleem. Ze konden eigenlijk ongelimiteerd geprogrammeerd worden.

Ineens was het wezen er weer." Voelen jullie je niet bezwaard om dit te doen," vroeg hij. Ries was lichtelijk verbaasd dat het wezen zich meldde zonder dat Meik erbij was.
" Nee, beste vriend," antwoordde hij." Zoals daarnet reeds gezegd is is dit alleen ter verdedi-ging. De robots zullen dit nooit op een verkeerde manier kunnen gebruiken." " Maar er zijn toch situaties denkbaar," zei het wezen," dat het zal moeten. Bijvoorbeeld om jullie te helpen iets te bereiken?"
" Nee," antwoordde Ries." In het kader van het goede en kwade past dit niet. De beveiligingen zullen zo strikt zijn dat dat uitgesloten is. Daarom vind ik dit persoonlijk ook een goede zaak en werk ik eraan. En, je kan in mijn brein kijken, zoals je zegt en dan weet je dat ik niet tegen je lieg. Ik heb niets kwaads in de zin."
" Ja," antwoordde het wezen," je vertelt de waarheid. Doe wat je denkt te moeten doen." " Vertel eens vriend, dit is voor ons zoveel werk. Zou jij dit ook kunnen?", vroeg Ries. " Geen enkel probleem," zei het wezen." In een milliseconde, maar zoals je weet doe ik dat niet. Wij bemoeien ons niet met jullie, althans, niet in daden."
" Weet ik, weet ik," zei Ries." Maar ik vroeg het me alleen maar af." " Wat ons ook verbaasd heeft tijdens deze ruimtereis van jullie," ging het wezen verder," dat jullie in al die jaren zeer stabiel gebleven zijn zo met en tegen elkaar. Maar al te vaak komen er problemen als mensen zolang bij elkaar zitten." " Inderdaad," antwoordde Ries," dat klopt. Maar heb je niet gezegd dat je enige invloed op de selectieprocedure uitgeoefend hebt?" " Ja," zei het wezen," dat klopt ook, maar toch hadden er problemen kunnen komen."
" Ik geloof," kwam Loid tussenbeide," dat wij allen min of meer de juiste mentaliteit hebben. Dat is zeer belangrijk, dunkt me." " Juist," zei het wezen." Met de juiste mentaliteit is er altijd een evenwicht tussen het goede en het kwade.

Een juiste mentaliteit wordt gevormd tijdens het groeiproces van de mens, het leerproces van het kind. Vele ouders hebben gefaald. Mentaliteit bepaalt zoveel in het aardse leven. Maar ook is er verschil van mentaliteit tussen verschillende rassen. Bedenk dat ook eens. Misschien valt daar ook nog iets aan te verbeteren."
" Is het al niet te laat?," vroeg Ries." Jij weet hoe de aardse toestand is momenteel. Of wil je dit niet zeggen?"
Doch het wezen zweeg weer.
“Weet je Loid," zei Ries," dit alles is af en toe zo onwezenlijk voor mij. We komen hier in de ruimte zomaar in aanraking met een alles wetende macht waarvan wij het bestaan niet konden dromen. Ja, in het geloofsleven op aarde bestaat dit ook. In verschillende vormen. Maar dit is echt tastbaar. Alhoewel, we hebben het wezen nog niet mogen aanschouwen en het is de vraag of dat ooit gebeurt maar het tastbare is toch dat we weer ademen kunnen, ja toch?"
" Ja," zei Loid bedachtzaam." En als het wezen zich zou tonen, dan zou hij eruit zien zoals hij maar wil. In feite is het eigenlijk niet eens belangrijk. Maar de wijsheden die hij ons mededeelt zijn zo bizar, voor mij is hij echt onvoorstelbaar. Alleen ons gevoelsleven, daar snapt hij niets van. En het bizarre is dat de mens daarmee omgaat alsof het onbelangrijk is. Onwezenlijk eigenlijk. Wat zijn wij toch een klojo's."
Meik was weer binnengekomen. Hij haakte op het gesprek in.
" Ook dat zal wel bij het mens zijn horen," zei Meik.
" Het goede went zo snel en wordt zo gauw als normaal en gewoon ervaren. Waardering daarvoor valt zo snel weg. Ook hier zal de mens aan moeten werken. Ook in de aardse ge-schiedenis zie je dat er geen constante stabiliteit te vinden is. Altijd liep het na een goede pe-riode weer uit op ellende. Als je het werkelijk goed nagaat lijkt het wel haast onmogelijk om het aardse leven ooit tot een gelukkig leven voor iedereen te laten worden. Althans, niet op de oude manier. Dat kan niet, denk ik. Met regels voor het goede en het kwade zal het misschien wel lukken. En daarmee bedoel ik het kwade straffen. Ik ben voor mijzelf bezig wat ideeën uit te werken op de computer over het goede en het kwade en over een, zoals wij het noemden, wereldraad. Als de diverse volkeren het zelf niet kunnen, moet misschien een wereldraad orde scheppen in de chaos."
Wimme was ook binnengekomen.

" Zullen de volkeren zich laten sturen door een wereldraad?," vroeg hij." Iedereen zal toch weer zijn eigen belang laten prevaleren."
" Daar ben ik nu juist mee bezig," zei Meik," ik ben bezig om een systeem op te zetten dat in grote lijnen voor iedereen aanvaardbaar is. Eventueel met een zekere dwang. Het is zeer ge-compliceerd maar we moeten toch ergens beginnen, nietwaar?"
" Ik ben zeer benieuwd," zei Joahn die ook binnen kwam," wat er van het aardse milieu over-gebleven is. Misschien is het al verwoest en onleefbaar geworden."
" Tja," zei Meik," dat weten we niet. Toen we weggingen was het niet erg fris meer. Maar vergeet niet dat de technologie steeds beter zal zijn geworden. Misschien is er toch een om-mekeer gekomen. Het wezen zal dit ongetwijfeld weten." Het wezen meldde zich echter niet." Toch een stom idee hoor," zei Joahn." Is ie er nou wel, of is ie er nou niet." " Ach," zei Meik," gewoon niet bij stilstaan, anders ga je stressen. Voor mijn gevoel is hij er niet. Op aarde zullen we hem toch niet meer horen. Alleen hier in de ruimte, dus wen er maar aan."
" Juist." Dit was het wezen. Ze moesten lachten. Het wezen werd zelfs grappig. Meer zei hij niet. " Wel Ries," zei Meik," hoever ben je met de vechtkunsten van het aluminiumvolk?" " Het is nog niet klaar", antwoordde Ries." Ik wil ze pas laten vechten als alles erin zit. Anders bestaat de kans dat ze elkaar zullen beschadigen."


" Goed," zei Meik," maak het maar af. Ik hoor wel als je klaar bent."
Hij ging terug naar zijn privé. De commando ruimte werd permanent bemand door een be-manningslid, of door een van de robots. Veel was er niet te doen. Eigenlijk een duffe bezig-heid. De instrumenten signaleerden eventuele mogelijke botsingen met onbekende objecten. Een kleine koerscorrectie was dan gauw gemaakt. In al die jaren dat ze onderweg waren was er niets opwindends gebeurd. Uitgezonden radiosignalen waren nog nooit beantwoord. Ze hadden met al hun technologie ook geen idee waar ze zich bevonden. Ze hadden een terug-keer naar aarde al opgegeven. Alles was zo nutteloos geworden en helemaal toen de zuurstof-voorziening stagneerde. Met al hun kennis en vernuft waren ze uiteindelijk volkomen machte-loos in de grote leegte. En nu. Hoe was de toestand veranderd! Het wezen was verschenen, wat een machtige vriend was hij. Het wezen had hen ook doen voelen hoe nietig ze eigenlijk waren in dit grote geheel, in het totale universum. De aardmens had zich altijd zo groots ge-voeld, zo boven de natuur verheven. Maar nu en hier niet meer...
In een paar duizend jaar had de mens kans gezien zichzelf bijna te vernietigen. De mens, het denkende, zelfbeschikkende wezen. Ten gronde gericht door hebzucht, arrogantie, jaloezie, egoïsme en machtswellust. Maar misschien viel er nog iets te redden. Misschien was het nog niet te laat. Meik ging weer achter de computer zitten. Ineens was het wezen daar weer. " Ik heb net je gedachten gevolgd," zei het wezen.
" Wel", zei Meik," dan weet je vast hoe triest ik me voel."
" Inderdaad," zei het wezen." Hoewel wij dat gevoel niet kennen weet ik wel dat het onaange-naam voor je is. Gevoel kan fijn zijn, of niet. Dat weten we onderhand wel." " Mensen zijn altijd nieuwsgierig," zei Meik. " Ze willen altijd van alles weten. Ik zou je nog zoveel willen vragen omdat ik weet dat jij alle antwoorden kunt geven. En jij zegt alleen wat je nodig vindt."

" Klopt," zei het wezen." Maar wat is het doel van alles te willen weten? Brengt het jullie ver-der? Geluk?" " Daar kan je eindeloos over filosoferen," zei Meik. " Jullie willen alles over het heelal weten. Met wat voor doel?" vervolgde het wezen." Kunnen jullie niet eenvoudig accep-teren dat jullie bestaan in dit grote geheel oneindig nietig is? Wat is daar op tegen? Is het le-ven op zich niet het grootste geschenk? Is dat niet voldoende?" " Ja okay," antwoordde Meik," maar omdat wij zelfbeschikkend zijn proberen we er het beste uit te halen. Ieder mens is een op zichzelf staand wezen, met een eigen persoonlijkheid die zo goed mogelijk voor zichzelf dient te zorgen." " Ja, maar moet dat ten koste van anderen? Met jullie geldsysteem zijn jullie dienstig aan elkaar en dat is niet goed, absoluut niet. Altijd zal dat problemen geven, altijd. Zijn er nu geen mensen die dat inzien?"
" Ongetwijfeld." zei Meik." Maar het systeem is zo sterk, er valt niet tegenop te boksen. De bezitsdrang en machtswellust zijn schijnbaar de sterkste driften van de mens. Trouwens, dat weet jij ook. Jij weet immers alles." " Natuurlijk," zei het wezen." Maar ik wilde het jou horen zeggen."
" Wat mij ook zo intrigeert," ging Meik verder," is dat wij naar jouw zeggen de enige mensen in het heelal zijn. Eigenlijk heel wonderbaarlijk." " Ja de aarde is zo uniek, zo onvoorstelbaar mooi en gecompliceerd. Ook voor ons en toch maken jullie er zo'n rotzooi van. De evolutie heeft zulke mooie schepsels voortgebracht, aangepast aan klimaten en omstandigheden, wat geeft jullie het recht om het te vernietigen? Jullie gaan de ruimte in, terwijl jullie zelfs de aarde nog lang niet kennen... alleen al het begrip zwaartekracht, hoe dat geregeld wordt is al te moeilijk."
" Ja," zei Meik," hier op het schip hebben we een kunstmatige toestand die wel bevredigend werkt, maar de zwaartekracht van planeten, hoe dat bepaald of geregeld wordt, ja die kennis ontbreekt ons. En bij ieder hemellichaam is het verschillend, zover we weten."
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Ieder hemellichaam heeft een kern," antwoordde het wezen.
" Die kern is in feite heel klein, die zullen jullie ook nooit en te nimmer kunnen zien. Zoals ik al eerder gezegd heb, er zijn zaken gaande waar jullie geen weet van hebben en nooit zullen hebben. Die kernen regelen uiteindelijk het hele bestaan van een hemellichaam."
" Maar," vroeg Meik," hoe werkt zo'n kern, hoe ziet het wetenschappelijke principe eruit? Die kracht moet zo sterk zijn en waarom is die kracht niet op ieder hemellichaam gelijk?"
" De wetenschap zoals jullie die hebt leren kennen is nog lang niet volgroeid. Er is nog zoveel meer waar jullie geen weet van hebben. En waarom moeten jullie alles weten? Okay, nieuws-gierigheid, maar waar eindigt die? En wat is de prijs daarvan? Het heeft jullie al zoveel ellende bezorgd. Ook goede dingen, maar meer ellende, oneindig veel meer. Plus nog het feit dat aardse materialen niet oneindig zijn. Eens houdt het op. Geloof me maar als ik stel dat jullie aarde in het universum zijn gelijke niet kent. Andere levensvormen zijn simpeler, echter veel stabieler. Jullie menselijke geest is in staat om alles te vernietigen en het gaat maar door. Steeds weer verbazen jullie ons. Zieke geesten van mensen die zo gemeen zijn jegens anderen blijven vaak onbestraft. Echter, we hebben het er al over gehad. Alle zelfbeschikkende wezens dienen eens verantwoording af te leggen."
" Zoals altijd heb je volkomen gelijk, mijn beste vriend. Er is geen speld tussen te krijgen. Maar blijkbaar is het geluk voor veel mensen een onbekend iets en ambiëren ze het niet," stelde Meik.
" Dat kan best zijn," zei het wezen," maar omdat ze kunnen denken kunnen ze ook begrijpen dat alleen het goede loont en niet het kwade. Maar we hebben er al zo vaak over gesproken...."
En vertrokken was hij weer. Meik zou nog dagen met het wezen kunnen praten. Dit was zo interessant, zo leerzaam.

Hij besloot Ries op te zoeken. Eens kijken hoever hij en Loid waren met de vechttechnieken van de robots. Ries en Loid keken somber.
" Er is een probleem," zei Ries." Het ziet ernaar uit dat we geen proefgevecht hoeven te hou-den. In feite is het zo dat bij gebrek aan creativiteit die wij mensen wel hebben er geen win-naar zal zijn. Wij programmeren de acties en reacties, dus in feite kunnen ze uren doorgaan, tot hun gegevens ‘op’ zijn. Ook al springen ze over op een ander soort aanval, de opponent zal altijd juist reageren. Onze robots zijn allen van hetzelfde type, even snel, dus eigenlijk gelijk-waardig."
" Dan heeft het hele gebeuren geen zin," antwoordde Meik, " verspilde energie."
" Niet helemaal," zei Loid." Robots die niet geprogrammeerd zijn met vecht of verdedigings-technieken hebben nu geen schijn van kans. Zelfs niet de modernere of snellere typen. Dus in die zin is het toch een goede zaak om het bij hun in te voeren. Het blijft er in zitten zolang we het willen. Het deert hen verder niet."
" Tja," zei Meik," je weet maar nooit. Maak het dan maar af en laat ze dan maar geen proef-gevecht houden. Dan beschadigt er ook niets." " Okay," zei Ries," dan voeren we alles in wat we aan gegevens hebben. Voor ons toch een interessante klus."

Meik zocht Hana op. Zoals altijd was Hana bezig met haar computer." En, is iedereen nog gezond?" ,vroeg Meik.
" Uiteraard," zei Hana." Eigenlijk zijn we allen, sinds het wezen hier is, er op vooruit gegaan. Ook hier in de ruimte is het verwonderlijk dat als men mentaal in orde is zich dat ook direct uit in het lichamelijk welzijn".
Hana onderzocht de bemanning regelmatig via een snelle standaard procedure. Tijdens de reis waren er geen problemen van onoverkomelijke aard geweest. En ze kon nu uit de gegevens herleiden dat iedereen tiptop in orde was.
" Meik," vroeg Hana," hoe moet het nu verder met deze krankzinnige situatie? Heb je daar al eens aan gedacht?"
" Jawel," antwoordde Meik," ik doe niets anders. Ik stel me voor dat als we aan het wezen voorstellen om ons terug te brengen naar aarde hij dat wel zal doen. Maar dan? Ik kan er geen zinnig woord over zeggen en ik denk niemand. Waarschijnlijk zitten ze op aarde niet te wach-ten op een stel ruimtelingen, al zijn het zelfs aardlingen. Ik kan alleen maar vermoeden dat het i.q. der mensen nog verder gegroeid is tijdens onze afwezigheid. We kunnen de macht van het wezen absoluut niet gebruiken, alleen zijn theorieën. In feite staan we voor een onmogelijke opgave! Zie jij het anders Hana, zeg het me maar."

" Neen," antwoordde Hana," je hebt gelijk, denk ik. Het zal een onvoorspelbare puinhoop zijn. Het wezen heeft ook al zoiets laten doorschemeren. Als er tevens al genetische manipulaties zijn verricht met misschien ook verkeerde cyber robots dan is de ellende niet te overzien. In technisch opzicht kunnen er ook dingen gaande zijn waar wij geen weet van hebben en ons er dus ook niet tegen verweren kunnen. Een eindconclusie is dan snel gemaakt"...
" Wat bedoel je te zeggen Hana?", vroeg Meik. " Wel," zei Hana," uit oogpunt van persoon-lijke veiligheid zegt mijn verstand simpelweg: ga niet terug! Ik sterf liever in vrede hier in de ruimte, dan ellendig op aarde. Dat klinkt misschien stom, maar ik ga af op theoretische feiten." " Tja," zei Meik," ergens heb je wel gelijk maar je weet ook dat we op een missie zijn. Met de bedoeling om hulp te halen... of ben je dat vergeten?"
" Nee, nee," zei Hana vlug," natuurlijk niet. Maar bij ons vertrek konden wij niet bevroeden dat het zo lang zou duren. Tevens was deze missie geheim om de mensen niet te verontrusten. De personen die ervan wisten zijn naar alle waarschijnlijkheid al dood, denk je niet? Of zeer op leeftijd dus al niet meer bij machte om ons eventueel te helpen bij onze terugkomst.

" Plotseling verscheen Parg." Meik, Parg wil je iets laten zien wat je hogelijk zal verbazen. Kun je even meekomen naar de commandoruimte?"
" Natuurlijk," antwoordde Meik." Is het van belang Parg?"
" Parg weet het niet, maar belangrijk genoeg om Parg's belangstelling te wekken. Zoals je weet is de apparatuur altijd bezig de omgeving af te tasten, vele miljoenen kilometers ver. Als er dan een planeet of object verschijnt op het scherm kaatst het de signalen terug. We kunnen dan zien hoe het object er ongeveer uitziet. Maar hier is iets bijzonders aan de hand, kijk maar."
" Inderdaad," zei Meik," er zit een opening in dit object. Dit zijn we nog niet tegengekomen. Wat denk je er zelf van Parg?"
" Wel, om het maar even simpel te zeggen," antwoordde de robot," een gigantische rotsbal met een gat erin. Maar dat gat is zo diep dat het dus opgevallen is. Parg kan dat wel bereke-nen. De bal zelf is groter dan de aarde." " Okay Parg, ga het even uitzoeken dan roep ik de anderen bij elkaar"” mompelde Meik.
Even later zaten ze allen op het scherm te staren. Joahn had al een theorie over het nieuwe fenomeen.
" Als dat gat zo groot is", stelde hij," dan moet het geval maar een beperkte zwaartekracht bezitten, of zelfs geen.." Parg had zijn berekeningen klaar." De opening is vele honderden kilometers groot maar het loopt steeds smaller toe, conisch dus. We zijn te ver weg om het goed te bekijken."
" Dan gaan we er naar toe," zei Meik." Waarom niet? Zijn jullie het ermee eens?". Allen waren positief over dit idee. Eindelijk eens een beetje leven de brouwerij. Ze hadden al zo vaak objecten bekeken en afgetast, maar nooit waren ze ergens geland. Als er geen respons was op de signalen die ze uitzonden namen ze maar aan dat er geen levensvormen waren.
" Dit gaat nog wel even duren, we zijn nog lang niet in de buurt," zei Meik." Parg, hou jij de boel in de gaten, dan wil ik met jullie eens een discussie opzetten over een mogelijke terugkeer naar de aarde." Hij vertelde de bemanning over Hana's ideeën in deze. Er viel een stilte. Een akelige stilte. Ook het wezen meldde zich niet.
" Waarom moet een mens ook altijd van die akelige beslissingen nemen?," vroeg Borba."

Eerst waren we allen blij dat we terug konden naar de aarde en zie nu, twijfel alom..." " Twij-fel, natuurlijk," zei Wimme." Hana heeft gelijk in mijn idee. Maar mogen we wel zo egoïstisch zijn?"
" Luister," zei Treve," hier moeten we heel goed over nadenken, er zijn voor en tegen, zoals altijd. Maar laten we een ding niet over het hoofd zien. We zijn hier met een opdracht en niet zomaar een opdracht. Vooral nu, met wat we van het wezen gehoord hebben, kunnen we mis-schien van vitaal belang zijn voor het voortbestaan van de mensheid. Dit mogen we niet ver-geten. We moeten dit zwaar laten wegen in onze beslissing." Hana nam het woord." Ik denk," zei ze kalm," dat we allen veel nagedacht hebben de laatste tijd, ieder heeft zijn mening. Hoe de eindbeslissing ook moge zijn, ik zal het respecteren. Samen uit, samen thuis, natuurlijk. Maar heeft het allemaal wel zin? Is de mensheid zonder dwang met zijn steeds maar groeiende i.q. ooit nog in staat in vrede te leven? Wie kan mij hier antwoord op geven?"
Men zweeg. Er kwam geen antwoord. Het wezen had hen zo vaak met feiten om de oren ge-slagen dat er ook eigenlijk geen mogelijkheid meer was om nog in het goede te geloven. Joahn verbrak de stilte.

" Zoals wij de afgelopen jaren geleefd hebben, zonder ups en downs, alles zijn gangetje, geen spanningen, geen ruzie, ik moet zeggen dat dat me beviel. Het is dus wel mogelijk, ook al zijn we dan een beetje geselecteerd door het wezen. Maar het kan, dat is wel bewezen."
"Ja," zei Loid," maar op aarde zijn we met miljoenen. Iedereen voedt zijn nakomelingen zelf op, de fouten worden doorgegeven. Mijn mening is: we moeten in ieder geval terug gaan naar de aarde, indien mogelijk, en dan maar te zien hoe de zaken ervoor staan. Is er werkelijk niets te redden daar dan kunnen we altijd weer de ruimte in vluchten en daar de tijd die ons nog rest uitdienen. Tenslotte hebben we een machtige vriend, dat moeten we niet vergeten. Wat mij betreft kunnen we nu wel stemmen over dit onderwerp."
En zo maakte Loid een einde aan de discussie. Het bleek dat ze allen terug wilden. Hana maakt er geen verdere drukte over. Het idee om terug te gaan in de ruimte, als dat nodig mocht zijn, sloeg wel aan. Uiteindelijk hadden ze alles aan boord. Iedereen was tevreden. Er was eigenlijk geen heimwee gevoel naar de aarde, wel een soort van nieuwsgierigheid...
Door de gesprekken met H leek het wel of ze allen een andere kijk op aardse zaken gekregen hadden. Het wezen had hen alleen maar waarheden verteld, er viel niets tegen in te brengen. Ze zagen nu wel in dat de mensheid ontspoord was. Economie, zaken doen, bezitsvorming, allemaal dingen die niet samen gaan met de natuur. En het had allemaal zo mooi kunnen zijn als de mens zich maar wat meer had ingehouden. Als je alle mensen die in de loop der tijden geleefd hadden, al die miljarden zielen, zou selecteren op een gelukkig of slecht leven dan zou het aantal ongelukkige veel groter zijn dan de echt gelukkigen. De mens, een zelfbeschikkend wezen. Maar het wezen had gezegd dat men zijn straf niet zou kunnen ontlopen. Ook het ge-knutsel met de genen zou de mensheid geen heil brengen.
De natuur heeft hier ook een beveiliging voor. Als in de dierenwereld soorten uitsterven kan de soort mens ook verdwijnen. Alleen gaat dit even gruwelijker...
Na enige tijd kwamen ze in de buurt van de grote steenklomp. Althans, zo zag het ding eruit.

" Parg kan ook hier geen vorm van activiteit of leven ontdekken," zei de robot." Wat doen we Meik?"
" Nou," zei Meik," ik wil eigenlijk dat malle gat onderzoeken. We hebben zoiets niet eerder gezien. Ga er eens naar toe Parg, misschien is het interessant"...
Er was toch een soort nieuwsgierigheid. Dit was toch het onderzoeken waard. Buiten het con-tact met het wezen was hun bestaan in de ruimte toch uiterst saai geweest. Na enige tijd kwam het gat in zicht. Het was gigantisch groot.
" Kijk of er zwaartekracht heerst Parg," zei Meik." Zo niet, dan gaan we landen. Niet met taxi’s maar met het hele schip."

" Met het hele schip?" vroeg Wimme." Waarom Meik? Is het niet veiliger om een paar robots vooruit te zenden?" " Laten we realistisch blijven," antwoordde Meik." Als er geen zwaarte-kracht heerst is er ook geen leven. Er valt dus niets te duchten. Ik wil even enige testen laten uitvoeren aan de buitenkant van ons schip door de robots. Dat kan ook in de ruimte, maar hier is het voor hen eenvoudiger. Het schip is al dertig jaar continu in bedrijf. Vergeet ook niet dat we nog nooit ergens geland zijn, dit is dan ook een goede oefening."
" Parg kan geen zwaartekracht ontdekken," meldde de robot.
" Dit betekent dat dit object een massieve steen of rots moet zijn. Losse delen zweven de ruimte in. Er zal dus geen stof aanwezig zijn. Een zeer solide rots in de ruimte met een gat erin.."
" Natuurkundig gezien," zei Joahn," kan er geen gat in zitten, dit is in mijn ogen onmogelijk. Toch zit er een gigantisch gat... ik zie er even geen gat meer in..." Ze moesten lachen."
Dat fascineert mij dus ook," zei Meik, " daarom wil ik het onderzoeken. We hebben geen haast."
" Ik vind het maar eng," zei Sylfia," mij boeit het niet."
" Ja,ja," zei Ries," je bent en blijft ook een vrouw, zelfs in de ruimte."
Meik gaf Parg opdracht te landen. Een simpele zaak, zonder zwaartekracht. Parg deed het zo goed dat ze zelfs geen schok voelden. "

Hoe moet Parg het schip vastzetten?," vroeg de robot." Moet Parg het schip vast schieten op de bodem of een paar stuurunits aan laten?" "Laat maar twee kleine stuurraketten aan, dat moet voldoende zijn," zei Meik." Eelk en Raen gaan naar buiten voor een eerste onderzoek. Zet jullie camera's aan dan kunnen we meekijken. Neem bij terugkomst een grondmonster mee dus pak wat gereedschap." Habu sprak tot Eelk en Raen:" dames, even bijzondere aandacht voor de voorzijde van het schip, eventuele beschadigingen van meteorietbotsingen nazien". Dit was een perfect klusje voor de robots. Ze hadden geen ruimtepak nodig. Op hun rug werd een klein stuurraketje bevestigd dat alle kanten op kon draaien. Zo konden ze zich voortbewegen. Ook waren ze verbonden aan een lange lijn, voor als er iets fout mocht gaan. Op deze rotsklomp was absoluut niets. Geen bergen, geen heuvels, het was redelijk vlak. De oppervlakte was van een ruwe, rotsachtige structuur. Het was niet extreem heet of koud. Al-leen was er dat gat wat de aandacht trok. Wat in hemelsnaam moest dat voorstellen en wat had het veroorzaakt? De nieuwsgierigheid van de mens moest weer bevredigd worden...

De inspectie was snel gedaan. Er waren geen noemenswaardige beschadigingen. Het schip was nog in perfecte staat. Corrosie was hier in de ruimte niet aan de orde. De twee robots stonden nu op de rotsachtige oppervlakte van de planeet en begonnen een stuk rots los te bik-ken. Al gauw meldde Eelk zich. " Dit materiaal is zo hard, Eelk krijgt het niet los."
Meik stuurde Bosap naar beneden met de hardste boor die ze hadden. Al gauw wist Bosap dat het geen zin had nog verder te gaan. De boor kon niets uitrichten tegen deze materie. Joahn was onthutst. " Dat betekent," zei hij," dat dit materiaal harder is dan het hardste materiaal op aarde: diamant. Onvoorstelbaar dat zoiets bestaat. Weer een verrassing in het heelal. Het is zo hard, dat we het niet eens kunnen gebruiken.."
Hij liet de robots weer terugkeren in het ruimteschip. Meik bestuurde nu zelf het schip.

" Mijne dames en heren," zei hij plechtig," we gaan het gat in. Ik wil dit fenomeen onderzoe-ken. Mijns inziens kunnen hier geen vijandigheden bestaan. Het ontbreken van zwaartekracht, hoe vreemd ook, is gunstig voor ons."
Niemand maakte bezwaar. Het gat was zo groot dat ze de zijkanten alleen konden traceren met de instrumenten. Naar gelang ze verder kwamen viel er achter hen, waar zich het licht van het universum aftekende, toch een ring te zien. Ook was op de instrumenten te zien dat het gat kleiner van doorsnede werd. Na verloop van tijd bedroeg de afstand enige kilometers. Meik had de snelheid van het schip al gereduceerd in overeenstemming met de afstand tot de wanden van het gat. IJzig merkte Joahn op:" dit gat is dus een gigantische trechter, maar de vraag is: hoe eindigt die trechter, is hij dicht, of .....?"
Hij brak zijn woorden af." Of wat?”, vroeg Habu." Denk je dat deze bol hol is? Te zot om het maar te veronderstellen."
Allen staarden gespannen naar buiten.
" Meik," zei Habu," zet de verlichting eens aan, misschien kunnen we al wat zien."
Het was inderdaad een kolossale trechter. Rondom konden ze nu de wand zien. Deze was volmaakt glad, niet de ruwe structuur zoals aan de oppervlakte.
" Ik durf het bijna niet te zeggen," zei Sylfia.
" Meik, richt de lichtbundel eens op het eind van de trechter." Meik voldeed aan haar verzoek. Het schip bewoog nu nog heel langzaam voorwaarts. De lichtbundel toonde een zwart gat aan het eind, slechts enkel kilometers van hen verwijderd.
" Dit betekent," zei Joahn," dat de trechter een verbinding vormt met een andere ruimte. Hoe bizar!" Iedereen zat met grote ogen naar het gat te staren.
" Zal Parg de reflectiestraal gebruiken om te meten hoe diep het gat is, Meik?", vroeg de ro-bot.
" Ja Parg, doe dat maar". Binnen enkele seconden gaf Parg het antwoord. Vele duizenden kilometers en niet alleen rechtuit, ook zover de rand van de opening toeliet, vrijwel dezelfde afstand. Ze waren verbijsterd. Allen begrepen nu dat deze rots hol was. Een natuurkundige onmogelijkheid! Volstrekt onmogelijk! Een luid gekrakeel brak los. Meik had het schip tot stilstand gebracht. Er heerste ook geen zwaartekracht hier. Heel ver achter hen kon hij de con-touren van het heelal nog onderscheiden. Zwakjes glom de spiegelgladde wand in een dun streepje achter hen, eindigend in het niets van het heelal.

" Gaan we verder?", vroeg hij langs zijn neus weg. " Natuuuuuuuuuurlijk", grapte Loid," ikzelf voel geen enkele vrees". De anderen, zelfs Sylfia, maakten ook geen bezwaar.
" Parg, meet na of we niet te groot zijn voor de opening," zei Meik. " Heeft Parg reeds gedaan Meik", antwoordde de robot. " Hoezo?," vroeg Meik." Hoe wist je dat we verder zouden gaan?" " Simpel", antwoordde Parg." Mensen zijn nieuwsgierig, willen alles weten.
" Meik grompelde wat." En, kunnen we erdoor?"
" Makkelijk", zei Parg." Maar even kalm aan voor eventuele correcties".
Langzaam bewoog het schip zich in de richting van de nauwe opening van de trechter. De lampen schenen in het gat, dat inktzwart was. Het licht verloor zijn kracht in het niets.
Toen het schip voorbij de hoek kwam was in de lichtbundel een oneindige spiegelgladde wand te zien.
Het schip ging de hoek om. Nu zagen ze achter hen het gat waar ze uitgekomen waren. " Meik", vroeg Sylfia," als we verder gaan en dit is de enige uitgang van deze holle ruimte, hoe vinden we dat dan terug als we weer willen vertrekken?"
" Goeie vraag", antwoordde Meik.


" Geen probleem Sylfia", antwoordde Parg direct na Meik. " Met de reflectiestraal kan parg de opening direct terugvinden, vooropgesteld dat deze niet afgesloten wordt!" Er viel een stilte. Verbaasd keken ze Parg aan.
" Nou ja", zei Meik," daar gaan we maar even niet van uit". Het schip vervolgde rustig zijn weg langs de wand.
Aan het patroon van de reflectiestraal op de computer konden ze nu glashelder zien dat ze zich in een volmaakt ronde bol bevonden met een klein puntje, de uitgang. Ineens kermde Treve ontzet:" kijk nou eens, wat is dat in godsnaam?" In de wand bevonden zich ineens nis-sen. Zover als het oog reikte. In elke nis bevonden zich ronde dingen die ze niet konden thuis brengen. Ze waren te ver af.
" Het zijn mensenhoofden", zei Parg. De robot kon het wel zien." Mensenhoofden?", vroeg iedereen verbaast. " Parg,je bent in de war, dat kan toch niet!", zei Borba.
Meik naderde met het schip voorzichtig de wand. Wat ze toen zagen, tartte elke beschrijving! De nissen bevatten inderdaad stenen hoofden, van hetzelfde materiaal als waar de planeet uit bestond... het bizarre was echter dat de hoofden dezelfde afmetingen hadden als die van aardmensen. En de gezichtsuitdrukkingen waren ook zeer aards....
Tijdens hun eerste confrontatie met dit fenomeen herkenden ze zelfs de verschillende typen mensen van de aarde, zoals oosterlingen, blanken, zwarten, enzovoorts. Meik had het schip stil gezet. In ontzetting staarden ze naar de wand. Duizenden hoofden zagen ze. De zoeklichten werden door Parg versteld, maar niets dan hoofden.... " Mijn god", kermde Hana," wat moet dit voorstellen? Ze kijken niet bepaald vrolijk, eerder het tegendeel".
Meik liet het schip langzaam verder gaan. Onafzienbare massa's hoofden, links, rechts, onder en boven hen. Overal staarden de dode, stenen hoofden hen met een bizarre blik aan.

Meik vroeg:" een ieder die enig idee heeft wat dit voorstelt, mag zijn mond opendoen. Ikzelf heb geen idee, ik zou het niet weten!"
Het bleef stil. Af en toe ontbrak er een hoofd in het geheel. Soms een paar, een aantal. Ui-teraard hadden ze hier ook geen verklaring voor. Ze wisten eenvoudig niet wat ze hiermee aan moesten....
" Goed en kwaad, weten jullie het nog?" klonk het ineens. Ries antwoordde meteen.
" Natuurlijk, jij bent er ook nog! Alsjeblieft vriend, wat moet dit voorstellen?"
" Zoals ik al zei, goed en kwaad. Hier op deze plek in het heelal bevinden zich de kwade men-sen die zich op aarde misdragen hebben.."
" Ja maar, dit zijn stenen hoofden zonder leven. Hoe verklaar dat?", vroeg Ries.
" Dit is moeilijk voor jullie te bevatten", zei het wezen,
" maar er is zoveel wat jullie niet weten en kunnen. In de stenen hoofden bevinden zich de zielen van de slechten der aarde. Die hebben wij hierheen getransformeerd. Hoe, dat kan ik niet uitleggen, dat begrijpen jullie niet. Deze zielen hebben het lijden meegekregen dat ze aangericht hebben tijdens hun leven. Wij kunnen dat zoals je weet precies bepalen. Sommige hoofden zullen hier duizenden jaren verblijven, sommigen slechts enkele weken in jullie aardse tijdsberekening. Dan verdwijnen ze weer in het niets. Dat is het einde van hun bestaan. Dat zijn de ontbrekende hoofden. Er komen weer andere voor in de plaats. Een proces dat door-gaat zolang er mensen op aarde zijn of zolang er mensen zijn. Pas als deze holle planeet geen stenen hoofden meer bevat zal er een volmaakte situatie op aarde heersen!"
Ze zwegen allen. Dit maakte zo'n indruk, dit moesten ze even verwerken.

Eindelijk zei Meik:" het leven van een mens dat bij de conceptie begint, eindigt dus hier...is dat niet onredelijk?" " Het hoeft hier niet te eindigen, weet je nog? Dit zijn de kwade geesten. De mens is zelfbeschikkend, hij kan zelf zijn lot bepalen. De goede mensen leven verder, zo-lang ze willen. De oudste mensen in hun aardse leven zijn honderden jaren oud. Ze kunnen het zelf beëindigen. Of nog een keer terugkomen op aarde, wat ze maar willen"...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Maar beste vriend", interrumpeerde Betty," wat is nu toch de zin van het leven waar zoveel mensen naar zoeken. Kun je ons dit uitleggen?"

" De zin van het leven vinden is zo nutteloos", antwoordde het wezen. " Het komt voort uit jullie nieuwsgierigheid. Waarom moeten jullie alles weten? De eerste simpele mens maakte zich hier niet druk over, de latere mens wel. En stel nu eens dat jullie de zin van het leven zouden weten. Wat dan? Wordt dan alles beter of anders? Het lijkt me van niet. Jullie zullen je ook afvragen hoe wij in elkaar zitten, hoe wij werken. Stel dat je het weet en dan? Wat kan je ermee? Niets. Helemaal niets! Wat heeft het dan voor zin? Uiteindelijk brengt jullie voor-uitgang geen heil, alleen rampspoed. Jullie zelf zijn het bewijs hier in de ruimte.
Jullie zijn op een missie om hulp te halen, weet je nog? Jullie technologie heeft je hier ge-bracht maar brengt je niet naar de aarde terug, dat kunnen alleen wij"...

Wimme zei ineens:" heb jij ons hier gebracht vriend, of is het toeval?"
" Het is een groot toeval", antwoordde het wezen." Ik heb hier geen invloed in gehad. Een bizar toeval eigenlijk tussen de miljarden objecten in de ruimte".
" Beste vriend", vroeg Joahn," waarom zit er een gat in deze planeet en is die holle ruimte hier?"
" De opening is om transport mogelijk te maken van de kwaden naar hier", antwoordde het wezen.
" Dit materiaal is zo hard, het is ondoordringbaar", zei Joahn. " Niet voor ons, maar wel voor de zielen van de kwaden".
Joahn vroeg nog hoe het wezen de holle ruimte gemaakt had en de trechter, maar het wezen gaf geen antwoord meer.

" Tja", zei Sylfia," we hoeven niet alles te weten"... " Maar als geoloog interesseert het me wel,en..", zei Joahn. Borba viel hem in de rede." Het is toch niet te bevatten dat de stenen hoofden de zielen bevatten van mensen. Dat kan toch niet?"
" Ach", zei Loid," dat kan niet in onze visie. Maar er is natuurlijk meer. We kunnen dit sim-pelweg niet begrijpen. Wij moeten altijd bewijs hebben. Maar ik geloof er wel in. Waarom niet? Wat weten wij mensen nou? Heel, heel weinig vergeleken met het wezen. Dus Borba, aanvaard het nou maar".
" Ja", antwoordde Borba," je hebt gelijk. Er zijn nu eenmaal zoveel vragen waar geen ant-woord op is. Voor ons althans".

Peinzend voor zich uit starend zei Hana ineens: " wat wij al niet beleefd hebben de laatste tijd en nu dit weer! Zal dat alles een doel hebben? Zal het wezen dit doen met een bedoeling? Op aarde bemoeide zijn volk, als ik het even zo noemen mag, zich niet met ons en zie nu wat we allemaal al beleefd hebben! En Loid heeft alles in de computer. Stel je eens voor dat we op aarde terugkomen onder normale omstandigheden aldaar. Als we hen daarmee zouden con-fronteren dan zouden ze het niet geloven, ondanks het bewijs in de computer. Zien jullie nu hoe betrekkelijk eigenlijk alles is? De mens moet eerst een bewijs hebben afgezien dan van het geloof, maar ook daarvan kan je zeggen dat als het de mens goed gaat hij ook zijn geloof laat vallen. En stel dat hij ons zou helpen op aarde, in feite heeft dat dan ook geen zin! De mens zou dan ook weer verslappen en in zijn luie stoel zinken. Dat betekent toch voor mij dat het leven een permanente strijd is om het goed te hebben, eigenlijk net als in de dierenwereld. Zonder strijd geen voedsel, dus afsterven. Het wezen heeft in feite groot gelijk om ons in ons sop gaar te laten koken. We zullen het zelf moeten doen!"...

" Maar waarom heeft hij ons dan gered van een zekere dood?", vroeg Loid." Dat hoefde hij niet te doen. En toch deed hij het. Misschien wil hij wel uitvinden of wij in staat zijn met wat wij nu weten of wij bij eventuele terugkeer op aarde hier iets mee aan kunnen vangen. Zoals

Hana zegt, we kunnen er niets mee op aarde. Men zal ons niet geloven. Ze zullen denken dat we gestoord zijn door ons lange verblijf in de ruimte. Er wacht ons een zware taak, nog afge-zien van het feit dat we niet weten hoe de toestand er nu is"...
Uiteraard had Loid alles wat ze zagen en zeiden vastgelegd. " Meik?", vroeg hij," heeft het nog zin om hier te blijven?"
" Nee", zei Meik en hij gaf Parg opdracht om via de wand die ze in vol licht gezet hadden, weer naar de uitgang te gaan. Ze draaiden dus keurig een cirkeltje
." Parg, kan je de uitgang nog traceren?" vroeg Meik hem. " Geen enkel probleem. De compu-ter heeft alles reeds berekend. We gaan er rustig op af".
" Maak maar geen haast Parg, we hebben alle tijd. Dan kunnen we de koppen nog even be-studeren"..
Het was en bleef een bizar gezicht, al de koppen. En ze hadden allemaal een andere uitdruk-king welke echter niet vrolijk was."
“In theorie is het nu mogelijk", zei Treve," dat we hier nu iemand zouden kunnen herkennen, waarvan we weten dat het een slechterik was op aarde"...

" Tja", zei Meik," dat zou mogelijk moeten zijn. Bijvoorbeeld een politicus die we allen ken-den. Ik ga er echter niet naar zoeken. Wat heeft het voor zin? Het zijn er zoveel"...
Parg had het schip weer bij de trechter gebracht. Behoedzaam stuurde hij het door de nauwe doorgang. Heel in de verte zagen ze de sterren van de ruimte.
" Toch een raar idee", merkte Loid op," dat alle slechte mensen van de aarde, althans hun zie-len, dit punt waar we nu zijn, passeren! Duizenden jaren aards leven hebben hiernaar gezocht, het hiernamaals, en wij zijn hier nu! Het is toch onvoorstelbaar!"...
" Parg meet lichte veranderingen in het magnetisch veld van het schip", merkte de robot droogjes op.
" Ach", zei Meik," misschien vind er een transport plaats van een aardse ziel en beïnvloedt dat onze instrumenten. Is er iets om zorgelijk over te zijn Parg?" " Nee hoor", antwoordde de robot." Alles is verder normaal, niets aan de hand"
. " Laten we ons er maar niet in verdiepen", zei Sylfia." Dit snappen wij toch niet".
Naarmate de trechter groter werd versnelde Parg het schip. Weldra waren ze weer in de ruim-te. Op de een of ander manier voelde het vertrouwd voor hen om daar weer te zijn. Ze hadden zich toch opgesloten gevoeld. Afhankelijk van de instrumenten.

" Welke richting moet Parg aanhouden", vroeg de robot aan Meik.
" Goeie vraag", antwoordde Meik." Doe maar wat, we zijn toch van het wezen afhankelijk. Ik heb geen idee. De aardse theorieën hebben hier geen zin zoals je weet". Parg versnelde het schip tot de maximum snelheid. In de ruimte had dat geen enkele zin, maar het ging toch snel-ler dan stilstaan. En op deze manier passeerden ze af en toe toch een object. Tenslotte hadden ze op deze manier toch de stenen hoofden ontdekt. Midden in een gigantisch, onvoorstelbaar hard rotsblok. Alwaar het grote lijden plaatsvond van de slechte mensen die zich op aarde misdragen hadden. De tol van de zelfbeschikkende, slechte mens. Een hoge tol! " Vanwege zijn denkvermogen hoeft de mens dit niet te doorstaan. Als hij zich maar goed had gedragen.."
Het wezen verbrak de overpeinzingen waar iedereen in stilte mee bezig was. Uiteraard kon hij nagaan waar ze zich mee bezig hielden. Onderhand was een ieder niet meer verbaasd als hij zich tussen hen meldde. Ze vonden het prettig, het was zo interessant en leerzaam wat het wezen meedeelde en altijd de waarheid.
" Het is ook zo vreemd van jullie mensen, dat slechts weinigen gezien hebben dat het stadsle-ven jullie zo veranderd heeft. De betonnen woonblokken die jullie dachten te moeten creëren brachten jullie nog verder bij de natuur vandaan. De natuur die jullie gecreëerd heeft veraf-schuwden jullie als te koud, te warm, te nat, te droog, te hard. Waar haalden jullie de moed vandaan om dit te doen?
Ja natuurlijk, economische gronden... zie hier, weer een bewijs dat jullie systeem van geld niet goed is. Te veel mensen? De aarde kan maar een aantal mensen een goed leven bieden. Jullie zelfbeschikking en intellect had dat moeten inzien! Jullie hebben proeven gedaan met dieren die aantoonden dat teveel van een soort in een te kleine ruimte niet kan en jullie gingen maar door...
In de loop van deze eeuw toen jullie elektronische tijdperk goed op gang kwam begon het echt goed mis te gaan. Jullie hebben dit zelf nog meegemaakt. Al deze hulpmiddelen, tot jullie eigen nut gemaakt, werkten alleen maar averechts en bracht steeds meer onvrede en stress. De krankzinnige ambtenarij van de bovenlaag vertrapte de onderlaag. Over discriminatie gespro-ken, waar jullie je zo kwaad over konden maken. Waarom hebben jullie nu niet begrepen, met al je intellect, dat bezit geen geluk brengt? Jullie hebben met al jullie hulpmiddelen die je ontwikkeld hebt zoveel ontdekt in de natuur, jullie verwondering en toewijding hieraan zou alleen maar groter moeten worden maar zie, het omgekeerde is waar.
Halverwege de vorige eeuw werd er al gewaarschuwd door goede mensen dat de aarde niet onuitputtelijk zou zijn met materialen. Deze opmerkingen werken weggewuifd door geleerde heren, er was genoeg. Maar de kinderen en hun kinderen
Tja, dat was hun zorg niet. Wat een verschrikkelijke misvatting. Hun koppen staan in de rots".
" Wat!" riep Loid uit," werden zij ook gestraft?"

" Natuurlijk!" zei het wezen." Is het zo moeilijk te begrijpen dat je alleen moet nemen wat je nodig hebt? Kijk naar de dieren!
De mens nam veel te veel onnodig. Vreetpartijen, drinkpartijen, materiële onzin, te veel om op te noemen. En vanwege jullie denkvermogen konden jullie een prachtig leven hebben in bescherming en warmte...
Jullie steden creëerden zwakkelingen wat overging van kind op kind. Normen en waarden vervaagden, uiteindelijk werd het de grote rotzooi die het nu is op aarde. Gecontroleerd door de techniek en robots"...
" Mag Parg opmerken dat robots slechts opdrachten uitvoeren", zei de Aluman ineens.
" Natuurlijk", zei het wezen." Robots zijn geen mensen en hebben hieraan geen schuld, een-voudig omdat zij geen ziel hebben en nooit zullen hebben. Althans niet volledig vergelijkbaar met een mens. Zelfs voor ons is dit niet te begrijpen, dus de mens zal dit nooit bij een robot kunnen inbrengen. Als een robot een aantal mensen zou doden heeft hij geen schuld. Zijn ma-ker is de schuldige, zelfs als zijn elektronische brein fouten maakt. De maker is verantwoorde-lijk!"

" Parg doodt geen mensen", zei Parg." Dat kan hij niet, al zou hij het willen".. " Dan heb je een goeie maker", zei het wezen.
" Beste vriend", zei Hana," de mensen van het latere tijdperk, het geïndustrialiseerde en nog later, het elektronische, dat waren toch mensen van hun tijdperk, ze wisten toch niet beter. Ze zijn opgevoed in de normen en waarden van de tijd waarin ze leefden. Hoe hadden ze moeten dan reageren op alles om hun heen?"

" Dat is toch eenvoudig", antwoordde het wezen." Ze konden toch denken, ze kenden de ge-schiedenis, ze wisten genoeg van de aarde en toch gingen ze door met verkeerde dingen doen.
Aan het eind van de vorige eeuw kwam er langzaam een beweging op gang die zich zorgen maakten over de natuur. De politiek haakte hier gretig op in, want er was weer geld te halen. Maar de werkelijke oorzaken werden niet verholpen want dat kostte weer te veel geld. Maar de vervuiling en het luxe mondaine leven had de stadsmens al zover verzwakt, dat was ook niet meer terug te draaien. En in het begin van de volgende eeuw begon de ellende echt goed. Iedereen wou zijn deel van de welvaart, maar dat ging al niet meer. Het oosterse volk maakte later de dienst uit en dicteerde de zaken. Het westen, dat het rijke leven gewend was, moest terug. Behalve de rijken. En jullie weten zelf nog wel tot welk een chaos die situatie leidde. En de bevolkingsgroei ging maar door. De politiek was niet in staat het een halt toe te roepen. En de waarschuwende mens? Die werd aan de kant geschoven, als zijnde een doemdenker. Maar hij had natuurlijk wel gelijk"...

Voor het wezen verder kon gaan, onderbrak Parg hem
" Parg ontvangt signalen die de aandacht waard zijn", meldde de robot. Parg was altijd paraat, niets ontging hem. Daarvoor was hij ook een robot.

Meik en Ries gingen naar het controlepaneel.
" De signalen zijn uiterst zwak", zei Parg," maar ze zijn anders dan wat er normaal binnen komt"... " Laten we ze eens versterken", zei Meik." Misschien zien we dan meer".
De andere bemanningsleden waren er ook bij gekomen.
Plotseling zei Wimme plechtig:" geloof het of niet, dit zijn signalen van aardse oorsprong!!" Weer was er verbijstering. Dat kon toch niet! Al jaren waren ze weg uit hun eigen zonnestel-sel, verdwaald in de oneindige ruimte. En nu ineens aardse radiosignalen??....

" Rustig maar", zei Loid." Met het wezen in de buurt kun je immers van alles verwachten".
Uiteraard moesten ze hem gelijk geven.
" De signalen zijn nog te zwak om er iets mee te kunnen doen", zei Wimme, terwijl hij het scherm bestudeerde.
" We kunnen na verloop van tijd proberen er iets uit te halen, als het tenminste aanhoudt. Voor het moment kunnen we er niets mee".

" Goede actie Wimme", zei Meik." Laten we maar gaan rusten, we hebben alweer zoveel meegemaakt, onze geest moet dit eerst maar weer even verwerken. Parg houdt de boel wel in de gaten". Voor de rustperiodes was het een zegen, de robots. Ze hadden geleerd dat ze zich totaal op hen konden verlaten. Toch onthief Meik Parg vaak van zijn taak om alles in de gaten te houden. Dat deed hij bewust om zelf alert te blijven. Deed hij dat niet, dan zwakte de vaar-digheden die nodig zijn om een ruimteschip te besturen af. Meik ging op zijn luchtbed liggen peinzen en piekeren. Hij speelde wat met de afstelling hiervan. Het bed bevatte verschillende luchtkamers welke hij in druk kon laten variëren. Op deze manier kon hij zelfs een golfbewe-ging creëren, langzaam of sneller, wat een rustgevend effect gaf. Hij speelde wat met de schakelaar. Langzaam golfde zijn lichaam van voor naar achter op en neer. Af en toe begreep hij er niets meer van, wat ze allemaal meemaakten. Wie had dit kunnen denken. Eerst bijna dood en nu de alwetende van het universum, naar aardse maatstaven dan.
Waarom deed het wezen dit met hen?

Vragen, vragen. De nieuwsgierigheid in de mens, altijd weer. Hij bedacht dat het inderdaad makkelijker zou zijn om die vragen onbeantwoord te laten. Waarom is een mens zo nieuws-gierig? Deze eigenschap heeft ongetwijfeld gezorgd voor de vooruitgang van de mensheid. Echter ook voor ontzaglijk veel problemen.
" Wat zit je te denken Meik?", vroeg het wezen ineens.
Hij schrok even van de stem, maar was niet verbaasd. Altijd en overal kon hij opduiken. Voor het begrip privacy was hij al helemaal niet bang, het interesseerde hem eigenlijk weinig. Tegen het wezen was niets opgewassen. Hoefde eigenlijk ook niet, van hem ging geen dreiging uit, alleen goedheid...
" Moet jij nooit rusten?" vroeg Meik. " Nee, wij hebben niet een structuur zoals mensen. Jullie zijn in de natuur zo uniek, dat beseffen jullie niet".
" Wel", zei Meik," dieren zijn ook uniek. Spinnen bijvoorbeeld met hun webben, mieren met hun werkkracht. Er zijn zoveel voorbeelden"... " Natuurlijk", zei het wezen rustig," maar mensen met hun gevoelsleven, dat is een apart fenomeen".
" Maar hoe zit jij dan in elkaar?", vroeg Meik. " Dat zal je nooit kunnen begrijpen", ant-woordde het wezen.
" Wij hebben geen moleculaire opbouw zoals alles wat jullie kennen"...

" Wat???", krijste Meik bijna," dit kan niet waar zijn, maakt mij even goed gek zeg! Alles, het hele universum bestaat uit moleculen en jij zegt even rustig dat jij anders in elkaar zit?? Dit is volstrekt onmogelijk, dit geloof ik eenvoudig niet!!" " Ik zei toch", zei het wezen," dat je het niet zou begrijpen. Jij kunt het ook niet weten, want het bestaat eenvoudig niet in jullie weten-schap, maar zoals ik al eens zei, niets is onmogelijk"..
Meik zat met zijn hoofd in zijn handen. Dit ging hem even te ver. Dit kon hij eenvoudig niet vatten.

" Jij als enig levende wezen weet dat er naast het heelal nog iets anders bestaat", zei het we-zen." Waarom kan dat niet anders zijn dan wat jij weet van het heelal?" " Ja", antwoordde Meik," je hebt gelijk. Maar al onze aardse kennis is gegrondvest op de moleculaire opbouw. Het is eenvoudig ondenkbaar voor mij dat er iets anders bestaat, hoe moet ik me dat toch voorstellen?" " Het heeft geen zin je dat uit te leggen, dat kan je eenvoudig niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Leer nu eens dat het totaal onbelangrijk is. Jullie mensen zullen al nooit kunnen begrijpen hoe het heelal waar jullie maar een klein stukje van kennen, in elkaar zit. Wij hebben dat heelal gemaakt, wat denk je anders? Dat het heelal uit het niets ontstaan is? Iets moet het gestart hebben. Het begrip tijd gaat jullie verstand al te boven. Aan het begrip tijd zijn chemische en natuurkundige processen verbonden. Ik noem jullie aardse termen maar even. Die processen doen constante veranderingen plaatsvinden, kleine of grote. Het begrip stabiliteit bestaat niet in het heelal. De tijd verandert alles, overal....

De aarde heeft miljarden jaren in betrekkelijke rust bestaan. Sinds jullie mensen technologisch evolueerden, hebben jullie op die aarde onvoorstelbare veranderingen teweeg gebracht. De rust van de heersende chemische processen is ernstig verstoord! De natuur bracht leven op aarde, al miljoenen jaren. Veranderingen door kosmische invloeden zaaiden destijds verwar-ring in het heersende patroon. Honderdduizenden jaren duurde de aanpassingen van de natuur. De mens deed er circa honderd vijftig jaar over om de aarde onleefbaar te maken! Niet alleen met uitlaatgassen doch met zoveel dingen. Alles wat leeft hangt nauw samen. De natuur zelf zorgt voor een evenwicht. De mens met zijn onvoorstelbare aantallen creëerde een onbalans in die natuur! Waarom begrepen jullie dat niet?"
" Tja", zei Meik," er zijn zoveel oorzaken. Politiek, economische belangen, het geldsysteem. Het is al eerder gezegd, er waren waarschuwende stemmen, maar zij werden genegeerd.
En ik moet eraan toevoegen, tijdens mijn aardse leven voor dit ruimteavontuur heb ik er zelf ook nooit zo bij stilgestaan.
Okay, ik zag zelf ook veel verkeerde dingen, maar de eerlijkheid gebied mij te zeggen dat ik zelf ook geen aardereddende neigingen had, althans, niet op aarde! Wat kun je trouwens al-leen uitrichten? Deze ruimtemissie was een mogelijkheid er iets aan te veranderen en dan uit uiterste nood geboren"...
" Als je de aardse geschiedenis kent Meik, dan moet je weten dat je als eenling wel iets uit kan richten! Eén eenling had de ideeën voor het systeem wat jullie communisme noemden. Vele eenlingen begonnen geloofsystemen. Wat vele, vele volgelingen bracht"...
" Ho, ho, wacht even mijn best vriend. Achteraf praten is zo gemakkelijk!" " Neen, mijn beste Meik", diende het wezen hem van repliek,
"Dit gaat niet op. Jullie waren en zijn zelfbeschikkend, jullie konden denken, dingen beïn-vloeden. Jullie konden van alles bedenken om je zelf als individu te verrijken. Jullie hadden ook aan het welzijn van de aarde kunnen denken! De aarde bevatte alles om jullie een fantas-tisch leven te geven, echter ook met de negatieve kanten van de natuur zoals ziektes en ram-pen. Een dier lijdt daar ook onder, net als jullie met dit verschil dat jullie veel konden beïn-vloeden in deze"....
Weer steeg Meik het schaamrood naar de kaken Er viel weinig tegen in te brengen...
Langzaam begon hij in te zien dat het wezen met zijn wetten en waarden gewoon gelijk had! De mens had uiteindelijk alles verziekt, helemaal zelf. Met als basis jaloezie, hebzucht, ego-isme, enz, enz. En in de recente geschiedenis van de mensheid hadden deze waarheden in een tijdperk van economisch, materieel welzijn gigantische vormen aangenomen wat in de loop van de eenentwintigste eeuw een anarchistische warboel veroorzaakte, groot genoeg om de aarde onder te dompelen in een poel van pure ellende met als mogelijk einde de totale vernie-tiging van de mooiste, uniekste planeet van het oneindige heelal...

" Waarom toch hebben jullie de aarde eigenlijk gecreëerd. Kan je dat uitleggen of begrijp ik dat ook niet?", vroeg Meik. " Je kan proberen het te begrijpen. In beginsel heeft de natuur het zelf gedaan. We hebben wel hier en daar een handje geholpen, om het zo maar uit te drukken. Maar het meeste is evolutie. Denk alleen maar aan de vele soorten mensenrassen. Ze behoren bij dat deel van de aarde waar ze zich ontwikkeld hebben. Een Eskimo gedijt niet in de woes-tijn, zoals je weet".
" Ja, ja natuurlijk", zei Meik snel," maar op aarde hadden we ook altijd de discussie, wie was er eerder, de kip of het ei?"
" Daar breken jullie je nog steeds het hoofd over hè", zei het wezen." Ook dat is gegroeid in de evolutie! Die kip was eerder een ander dier, de evolutie heeft langzaam dit dier doen ont-staan"...
" Ja maar", viel Meik hem in de rede want de kip interesseerde hem niet zoveel," waarom hebben jullie als enige planeet in het heelal de aarde zo gemaakt? Dat wil ik graag weten?"
" Zie je Meik, weer die nieuwsgierigheid. Wat voor belang heb je erbij het te weten? Het heeft toch geen zin. Nu weet je dat de goede mensen door kunnen leven na de dood, is dat niet genoeg?"

" Ach", zei Meik," het zal wel een menselijke eigenschap zijn om het te willen weten. Ik kan er inderdaad niets mee".
"In feite", zei het wezen," is het heelal een grote gebeurtenis van chemische processen. Op aarde zijn een aantal processen die in het heelal niet voorkomen. Uit die processen hebben zich een aantal levensvormen ontwikkeld, wat volstrekt uniek is in het grote gebeuren. Tot onze verbazing heeft zich bij mensen een gevoelsleven ontwikkeld, wat wij zelfs niet begrijpen.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Dat is zo complex, zo ingewikkeld, zo fijntjes, van zoveel factoren afhankelijk, zo mooi, dat moeten we bestuderen. De genen geven het ook vaak door. Het heeft ook met voeding te ma-ken. Dus vervuilde voeding beïnvloedt mede jullie gedrag, ook in latere generaties. Maar ook waar teveel van de soort komt, geeft dit ook weer een verzwakking"... " Een verzwakking van de soort?", vroeg Meik." Hoezo?"
" Natuurlijk", zei het wezen. “ Te veel mensen doen een aanslag op de aardse voorraden. De vervuiling die ze veroorzaakt beïnvloedt de aarde, de voeding, enz, enz. Het gaat langzaam maar het gebeurt...bij de niet zelfbeschikkende wezens lost de natuur dit vanzelf op maar de mens, zelfbeschikkend, heeft meer invloed om de boel te ontregelen".
" Maar ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag", zei Meik weer." Waarom hebben jullie de aarde zo gemaakt?"
" Zoals ik al zei", antwoordde het wezen," we wilden zien hoe de complexe levensvormen op aarde zich ontwikkelden. Het gevoelsleven van de mens was uniek voor ons. De complexiteit van de mens, de eeuwige strijd, het was voor ons zeer interessant hoe alles zich ontwikkelde. Er waren streken op aarde waar het altijd rustig was. Verschillende mensensoorten aldaar maakten nooit problemen. Andere soorten waren altijd in gevecht en moordden elkaar uit!"

" Dat is waar en heb je daar een verklaring voor? Waarom zijn de verschillende mensensoor-ten zo anders in gedrag? Jij, die alles weet"... " Wij weten dit nu wel", zei het wezen," maar jullie kunnen of konden dit zelf ook ontdekken met de vele studies die jullie verricht hebben!"
Het wezen antwoordde niet meer,

Meik was weer alleen. Hij probeerde te slapen, maar er ging zoveel door hem heen. Waarom vertelde het wezen hem dit allemaal? Alleen aan hem? Wat zat er achter? Hij betrapte zich erop dat het wezen in staat was zijn gedachten te lezen. Hij besefte ook dat het totaal geen had zich hiertegen te verzetten. Hij besefte ook dat hij iets met deze kennis moest doen, maar wat? In tijden van eventuele actie, in welke vorm dan ook was het wezen toch niet van de partij, dan moesten ze het zelf opknappen. En eigenlijk nog terecht ook. Tenslotte waren ze zelfbeschikkend en in staat hun eigen zaken te regelen.
Het was alleen zo moeilijk dat wat de mens in zijn bestaan veroorzaakt had, dat diezelfde mens dat bijna niet meer terug kon draaien. Zoals het wezen al eens gezegd had, terug naar af, opnieuw beginnen...
Meik herinnerde zich ook van zijn aardse leven dat er lieden waren die zich ook zo ongeveer opstelden zoals het wezen nu deed. Hij herinnerde zich dat hijzelf er ook meewarig om gela-chen had. Nu begon hij te begrijpen dat deze mensen gelijk hadden. Het heersende systeem op aarde had echter niet toegelaten om naar deze mensen te luisteren. Ja, luisteren kon wel, maar handelen op de juiste manier, dat ging op de een of andere manier niet. Waarom had men, ook hijzelf, toen niet ingezien dat het belang van de aarde het grootste was?

De aarde, die hen het leven gaf! De aarde, de basis van al het leven zoals zij dat kenden. Zoals kinderen hun ouders eren, zo zouden de mensen de aarde moeten eren.
Was er toen ook geen onderscheid tussen mensen die in de dorpen leefden? Dichter bij de natuur. En de flatmensen, kinderen opgegroeid met plastic en de beeldbuis en computers en later met robots? Ja, dat verschil was er, absoluut. De flatkinderen hadden geen schuld. Het systeem had schuld. Geen ruimte voor natuurbewoning. Ja er was ruimtegebrek. Natuurlijk, als er te veel mensen zijn komt er ruimtegebrek. Economische oorzaken, dus weer het geld-systeem. En zo hangt alles aan elkaar. Met eenvoudig de verkeerde beginselen....
En als de mens vanwege een overvolle aarde zijn heil zoekt tot andere planeten? Technolo-gisch was dat nu wel mogelijk. Voor hun vertrek was er al een maanbasis waar steeds mensen leefden, reeds enige tientallen jaren. Maar er waren problemen gerezen. Het menselijk lichaam gedijde toch niet goed op de maan. Ook mentaal ging het niet helemaal goed. Het leek wel of de mensen veranderden. Hun gevoelsleven stompte af, hun gedrag kreeg iets robots achting, ze waren toch anders geworden dan ze op aarde waren. Het waren geen vrolijke, blije mensen meer. De druk van het maanbestaan was ook immens! Er moest gepresteerd worden en als je op de maan ziek werd was er al helemaal niets. Al de fijne, natuurlijke omstandigheden zoals op aarde ontbraken. Ook al had de mens een grote capaciteit om zich aan te passen aan de omstandigheden, op de maan voldeed het toch niet.

Al gauw besefte men dat als men nog verder wilde, dat het dan nog moeilijker zou worden. Vlak voor hun vertrek was er een grote discussie gaande of de lopende onderzoeken nog wel door moesten gaan. De kosten waren enorm. De in het leven geroepen universumbank was vrijwel bankroet. De verwachting dat er materialen van de maan op aarde ten gelde gemaakt zouden kunnen worden, kwam ook niet uit. Het transport was ook te duur daarvoor. De poli-tiek op aarde stond voor een uiterst moeilijke taak.
De mensen waren van een dom volk van vroeger, de vorige eeuw, tot een steeds mondiger mens geworden. De regeringen hoefden hen niet meer voor te liegen. Die tijd was voorbij.

Ook was reeds lang voor hun vertrek door de medische wereld ontdekt dat vele geheimzinni-ge ziektes die zich openbaarden, het gevolg waren van oude atoomexplosies, welke destijds als ongevaarlijk werden afgedaan. Nu begreep Meik ook, wat het wezen bedoelde met de aardse natuur die zo aan elkaar hing van allerlei factoren. De radioactiviteit had alles op een langzame, slopende manier beïnvloed, eigenlijk zonder dat iemand het echt gemerkt had. En de mens met al zijn technische kennis was niet in staat dit ongedaan te maken. Ook de fysieke conditie was zienderogen achteruit gegaan, mede door het opkomende gebruik van de robots. De technische hulpmiddelen hadden de mens alleen maar zwakker gemaakt. De medische wetenschap had er ook geen oplossing voor. Ondanks de kennis van de genenmanipulatie waren ze niet in staat een mens te creëren zoals ze dat voor ogen hadden. Ja, monsters zonder gevoel en met allerlei tekortkomingen.

Tijdens zijn aardse bestaan had Meik zichzelf ook wel eens afgevraagd hoe het leven zou zijn zonder computer en robots. Hij wist dat er in de vorige eeuw geen computers waren. Hoe hadden de mensen toen kunnen leven? Het kwam hem toen zo onwezenlijk voor.
Zijn vingers hadden de knoppen van het bed reeds een tijd met rust gelaten. Hij zocht contact met Hana en vroeg of ze zin had om bij hem te komen. Dat had een betekenis, vragen of ze zin had. Hana wist precies wat hij bedoelde. Snel nam hij een bruis douche. Dit was een dou-che zonder water, echter met een nog beter effect. Je spoot jezelf in met een reinigende vloei-stof en snel roterende zachtharige borstels borstelden het lichaam schoon. Een aangename tinteling van het ganse lichaam was het fijne eindresultaat.

Hana lag reeds op zijn bed. Hij vond het altijd fijn om met haar bezig te zijn. Seks met haar was een ultiem genoegen, want Hana kon zo heerlijk genieten. Hij legde haar op haar buik, ging op haar dijen zitten en bespeelde langdurig haar rug, achterste, armen en nek. De kunst was om met zijn vingertoppen zo zacht mogelijk haar huid aan te raken. Hana genoot hier zo van, dat dit voor hem al voldoende was. De andere vrouwen aan boord waren meer gericht op directere zaken, ook prima natuurlijk, maar hier genoten ze beiden enorm van.
Tijdens deze sessie werd er niet gesproken. Ze hadden geleerd om alle zorgen even aan de kant te zetten. Ook nam hij af en toe de warme lucht straal en het zachte donsje om de strelin-gen nog indringender te maken. Meestal viel Hana na verloop van tijd in slaap, om uren later met een hemelse glimlach in zijn armen wakker te worden. En dan bedankte ze hem op haar vrouwelijke manier. Meik wist van haar dat niemand haar zo een behandeling gaf.
Ze hielden dat ook geheim. Het was een ongeschreven wet op het ruimteschip om hier ook niet over te spreken. Dat werkte prima. Geen jaloezie en afgunst, respect voor elkaar. Tenslotte was ieder mens een apart individu met verschillende vaardigheden. En zij tweeën hadden het gewoon fantastisch bij elkaar. Het had ook kunnen zijn dat Hana bezet zou zijn geweest.

Dan een typisch geval van jammer. Na zo'n samenkomst voelden ze zich weer fantastisch.
Tijdens hun verblijf in de ruimte was het al opgevallen welk een positieve invloed het seks gebeuren op hen had. Misschien kwam het wel doordat andere aardse geneugten ontbraken. Als arts had Hana een van de robots deze behandeling ook eens laten doen bij haar, gewoon om eens te ondervinden hoe het haar zou bevallen. Het was een compleet fiasco. Hier bleek overduidelijk het verschil tussen een machine en een mens. Voor haar was dit toch een teken dat er tussen twee mensen een gevoelsoverdracht moest zijn. Iets wat niet te zien of te meten is, maar wel invloed uitoefent. Had het wezen niet gezegd dat er dingen waren waar de mens niet het bestaan vanaf wist? Dit moest dan typisch zo'n geval zijn.
Weer een voorbeeld van hoe uniek de mensen zijn. En waarom had ze dit alleen met Meik en niet met de anderen? Ze wist het eenvoudig niet. Ze begreep nu langzaam ook dat het geen zin had om het te weten, dat zou alleen maar het fijne effect afbreken. Ze zag in dat het wezen volkomen gelijk had met zijn wijsheden. Aanvaard iets zoals het is, zeker de goede dingen.
Meik vertelde Hana tijdens het ontbijt van zijn conversaties met het wezen. Ook vertelde hij dat het wezen geen moleculaire opbouw had. Hana was net zo ontzet als Meik.

" Het lijkt me beter", zei Hana," om de anderen dit niet te vertellen. Niet om geheimzinnig te doen maar om hun gemoedsrust te sparen.
Dit is werkelijk niet te geloven"...
Het andere geheim vertelde hij uiteraard niet aan Hana. Met dit nieuwe gegeven erbij kon hij wel enige conclusies trekken. De wereld waar het wezen vandaan kwam moest er totaal an-ders uitzien. Hij kon zich daar echter onmogelijk een voorstelling van maken.
" Lieve Hana", zei hij," ik blijf het verschrikkelijk bizar vinden dat we dit alles meemaken. Dat we dit allemaal te horen krijgen en dat niemand op aarde het belang van dit alles heeft ingezien. Hoe dom is de zelfbeschikkende mens! Dat macht en bezit zo een afbrekende func-tie hebben in het grote geheel. Dat we dat hier moeten leren. Hier, in het grote niets"...

" Tja", zei Hana," ik heb het al eerder gesteld: wat moeten we met deze kennis? Als we al terugkeren op aarde, hoe kunnen we het dan nuttig maken voor de mensheid? Ik weet het niet. Het wezen heeft ook gezegd dat het menselijk gedrag niet te voorspellen is. Het gevoelsleven van ons regelt uiteindelijk alles, hoe vreemd het ook klinkt. Niet het verstand, maar het gevoel. Het verstand maakt de technologie, het gevoel bepaalt wat we ermee doen"...

Plotseling meldde Wimme zich." Kan ik even komen Meik", vroeg hij. Even later zat hij bij hen." Ik had net contact met Parg en die meldde dat de signalen langzaam iets sterker worden. Ik heb ze bestudeerd en ik heb de indruk dat het een ruimteschip is dat contact zoekt. Let wel, ik heb de stellige indruk dat het een aards ruimteschip is"...

" Meen je dat nou Wimme?", zei Meik." Schiet mij maar lek, het wordt nog druk hier in de ruimte! Maar kan je hun al een bericht zenden ?"
" Heeft nog geen zin nu", zei Wimme." Dat zal nog een paar dagen duren. Hun vermogen is veel groter dan het onze dus nog even geduld."
" Goed", zei Meik." Ik ga de drukcabine in om even wat oefeningen te doen, gaan jullie mee?"

Er zaten reeds enige andere bemanningsleden in de drukcabine toen ze er aankwamen. In stilte deden ze hun oefeningen. Ze voelden zich altijd wel in hun aardse hok, alhoewel ze steeds weer even moesten wennen. Voor hun lichaam hadden ze allang de juiste verhouding gevon-den voor wat betreft de tijd die ze er moesten vertoeven. Hana had dat allemaal uitgedokterd via ingewikkelde tests met behulp van haar computer. Tijd hadden ze genoeg, gedurende hun lange verblijf in de ruimte. Het medische aspect van de hele operatie lag opgeslagen in de computer. Voor eventuele latere ruimtereizen konden ze van vitaal belang zijn. Toch hadden hun lichamen kleine veranderingen ondergaan.

Bepaalde organen waren iets groter geworden. Uiteindelijk hadden ze minder druk te verdu-ren dan onder aardse omstandigheden. Het bijkomend nadeel was ook dat de werking van de organen iets afweek. Hana had dat kunnen onderdrukken met bepaalde medicijnen. Echte problemen hadden zich niet voorgedaan. Hana was allang blij want ze wist maar al te goed van de problemen van de maanmensen. Alhoewel die presteren moesten. Misschien was dat het verschil. Op het ruimteschip leefden ze in betrekkelijke rust, zonder enige vorm van stress.

" Weet je Meik", zei Borba," ik moet steeds weer aan die stenen hoofden denken. Wat een onvoorstelbaar fenomeen. Als ze dat op aarde eens wisten, wat zou iedereen dan ineens braaf zijn!" " Dat denk ik niet Borba", zei Loid. " Destijds op aarde zaten de gevangenissen vol met lieden die zich misdragen hadden. Het schijnt bij het mens zijn te horen. Ook religieuze lie-den."

" Lijkt me ook ergens logisch", zei Coin." Tenslotte is de mens zelfbeschikkend, hetgeen toch verantwoordelijkheden creëert. Met andere woorden, hij kan de geneugten genieten, maar hij heeft ook zijn plichten. Naast deze rechten en plichten hoeft hij absoluut niet slecht te zijn en toch doet hij het. Wat dat betreft heb ik geen medelijden met ze. Op deze manier wordt goed-heid toch beloond. Mij persoonlijk lijkt het mij het beste dat we bij eventuele terugkeer op aarde hier niet over reppen. Buiten het feit of men het zal geloven"...

Habu viel Coin bij." Voor mij heb je volkomen gelijk. Maar dan moeten we het ook uit de computers verwijderen en de robots instrueren. Alle bewijs moet eenvoudig verdwijnen. Tenminste dat is mijn idee, hoe denken jullie erover?"
Betty nam het woord." Ik denk zoals Coin", zei ze." Als mensen geforceerd goed gaan hande-len met de bedoeling van een beloning dan lijkt me dat niet goed. Wat het wezen bedoeld is dat de mens gewoon het goede moet prefereren, boven het kwade met de bedoeling een vol-waardig leven te leiden. Alleen dan ben je mens. Het moet uit de mens zelf komen, uit zijn eigen ziel. Niet voor persoonlijk voordeel maar uit respect voor zijn medemens. Ik denk dat het zo moet zijn. Vatten jullie dat?"

" Gut Betty", zei Sylfia," je begint al aardig op het wezen te lijken want je zegt het zo tref-fend, ik deel dit volkomen met je".
Een instemmend gemompel volgde op haar woorden. Meik zei tot Loid:" je hebt het gehoord Loid, ik geloof dat we allen op een lijn zitten. Kan je de stenen hoofden informatie uit de computers verwijderen?"
" Natuurlijk", zei Loid.

En tot Ries zei Meik:" Ries, kan jij alle vier de robots instrueren in deze?"
" Wel", antwoordde Ries," hoe wil je het uitgevoerd hebben, moet ik ze openen en het pro-gramma leeghalen of moet ik ze eenvoudig verbieden hier ooit over te spreken?"

" Nee", zei Meik," laat het er maar inzitten, maar plaats het achter een code die ze zelf niet mogen weten".
" Ja, dan moet ik ze toch openen en hun geheugen even stilleggen. Dat is veel eenvoudiger dan het verwijderen van de stenen hoofden kennis".
" Doe het meteen maar, dan geef ik je zo de in te voeren code. Doe het bij alle vier tegelijk, dan is het in één keer klaar. Loid, bemoei jij je met de centrale computer en trap alles eruit".
Loid en Ries verlieten de drukcabine, blij iets te doen te hebben.
Ries liet de robots bij zich komen.
Parg vroeg waarom ze alle vier moesten komen.
Ries antwoordde Parg dat de stenen hoofden informatie geblokkeerd moest worden.

" Is dat verstandig Ries?" vroeg Parg." Als we op aarde terugkeren kan Parg de mensen mis-schien dienen met deze informatie, evenals de andere robots.
" Maar wij hebben besloten", zei Ries," dat we dat niet willen. Het lijkt ons beter om dit op aarde niet te vertellen. Maar beste Parg, ik ga je dat allemaal niet uitleggen, dat kan jij met je robot verstand eenvoudig niet begrijpen. Dat ligt teveel op het gevoelsgebied".

" Uiteraard moet Parg je bevelen opvolgen, maar Parg is het er niet helemaal mee eens", ant-woordde de robot. " Wel Parg, dat is dan jammer. Bedenk maar dat je de aardmensen er in ieder geval geen kwaad mee berokkend door ze het niet te vertellen. En nu, kop houden en gaan liggen. Dan kan ik jullie even openmaken".
Gehoorzaam gingen de robots liggen en Ries zette ze met de speciale code even op non-actief.

Hij riep Meik bij zich voor de speciale code.
" Luister Ries," zei Meik," jij en ik zullen deze code als enigen weten. Dat is het beste. We slaan hem in onze gedachte op. We kunnen hem nooit vergeten, want hij is uiterst simpel."
" Okay Meik," zei Ries," doen we. Wat is jouw simpele code?"
Meik fluisterde het hem in zijn oor. Met grote ogen staarde Ries hem aan." Dat is inderdaad om nooit te vergeten," stamelde hij."
Goeie actie, zo zal ik het uitvoeren." " Bouw tevens een vernietigingsvirus in," zei Meik," zodat de robots deze informatie slechts een keer kunnen uiten. Het is te belangrijk om er mee rond te leuren. Dus als ze het ooit naar buiten brengen, moet het tevens de laatste keer zijn."
" Komt in orde," zei Ries." Jij denkt ook aan alles hé?"
" Tja," antwoordde Meik en hij verliet de ruimte. Toen Ries klaar was met de vier robots liet hij ze hun recente ervaringen vertellen. Alle informatie van de stenen hoofden was verdwenen. Het hele bezoek van de hardstenen planeet was niet meer aanwezig in hun brein. Hij stuurde de robots weer aan het werk en ging zelf naar Loid. Deze was ook net klaar met zijn opdracht.

"Het enige bewijs van de stenen hoofden ligt nu opgeslagen in de vier robots, achter een on-kraakbare code," zei Ries.
" Wat is de code Ries?" vroeg Loid.
" Meik en ik hebben besloten om dat tussen ons tweeën te houden, dan is het voor jullie geen belasting. Dat begrijp je toch wel hè Loid?"
" Jawel," zei Loid, "hoe minder we weten, hoe beter. Maar als je eerder sterft dan ik wil ik het wel even weten."
" Akkoord," zei Ries. Doe ik als de omstandigheden dat toelaten."
" Weet je Ries," zei Loid," ik lig natuurlijk veel na te denken de laatste tijd, evenals de ande-ren denk ik. Maar ik ben er werkelijk van geschrokken wat de mensheid sinds zijn bestaan heeft aangericht.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Voorheen realiseerde ik me dat eigenlijk niet, maar sinds de conversaties met onze vriend ben ik wel de omvang van alles gaan inzien. Wat mij het meest frappeert is de onvoorstelbare domheid van de mens om de natuur zo te kleineren. Hou me ten goede, in zekere zin heb ik er zelf ook aan mee gedaan. Ik heb tijdens mijn aardse bestaan ook het belang niet ingezien. Maar volgens het wezen hoort dat belang toch bij de mens vanwege zijn zelfbeschikkend vermogen. Men heeft het geldelijk gewin, egoïsme en zwakheden gewoon laten prefereren boven het belang van de natuur en de soort. Het is zo beschamend."

" Je hebt volkomen gelijk Loid," antwoordde Ries." Maar je kunt het denk ik op verschillende manieren bekijken. Destijds waren er op aarde vooruitziende geesten, science fiction schrij-vers, die voorspelden dat de aarde te klein zou worden voor de mens en dat die zijn toevlucht in de ruimte zou zoeken als dat technologisch mogelijk zou worden. Maar daarvan kan je je afvragen of dat goed is voor de mens. Als je een dier weghaalde uit zijn omgeving begon het ander gedrag te vertonen. Dat zal ook met de mens in de ruimte gebeuren. En is dat dan ver-antwoord? Een stadsmens was al zo anders dan een natuurmens. Omdat de mens zelfbeschik-kend was had hij in moeten zien dat de ongebreidelde groei onverantwoord was!"

" Ja," zei Loid," dat heb je goed. Maar morele aspecten, kerk, geld, alles speelde een rol. De natuur regelt zichzelf, daar had de mens aan moeten denken." Treve was er ook bij komen zitten." Hebben jullie wel eens aan kometen gedacht?," vroeg hij. Verbaasd staarde ze hem aan. " Kometen?," zei Loid," wat bedoel je Treve?" " Wel, al eeuwen loopt de mensheid zich druk te maken over allerlei zaken. Maar een grote komeetinslag op aarde kan al het leven verwoesten en dat is dan een volkomen natuurlijke zaak. Ik wil hier alleen maar mee zeggen, hoe ontzettend betrekkelijk alles is. Stel je eens voor: in één klap wordt de vernietiging van al het aardse oppervlakteleven in gang gezet, onontkoombaar. Met al zijn kennis en macht kan de mens dat niet voorkomen. Althans, toen wij nog op aarde waren. Misschien nu wel, dat weet ik niet. Ik denk daar wel eens aan, aan zo'n ramp en dan weet ik hoe kwetsbaar in feite het aardse bestaan is. Dat hebben we ook al gezien met vulkaanuitbarstingen, aardbevingen, enz, enz."

" Wel," zei Ries," ik kan alleen maar vermoeden dat het wezen invloed heeft op deze zaken. Het wezen kan alles dus ik kan alleen maar vermoeden dat als het wezen het niet wil, het niet gebeurt."
De verwachtte reactie van het wezen bleef uit. Hun grote machtige vriend reageerde niet op deze hint. Misschien was het wezen eenvoudig niet aanwezig.
" Het is toch heel bijzonder met die aarde van ons," zei Loid." We hebben hem meerdere ma-len vanuit de ruimte gezien.
Zo'n bolletje, met een uiterst dun schilletje van lucht eromheen. Die lucht die alles op aarde doet leven, die alles mogelijk maakt. We zijn zo ontzettend dom met dat schilletje omge-sprongen. De luchtvervuiling, de oude atoomproeven die zoveel mensen ziek gemaakt en de natuur verwoest heeft. We weten nu ook van het wezen dat al die vervuiling ook onze genen aangetast heeft. Dat wij dit met al onze kennis niet gezien hebben, het is heel bizar..."

" In feite," zei Treve," is heel het aardse bestaan der mensheid één grote tragedie. Als we het in cijfers uitdrukken is het percentage mensen die van geboorte tot dood zorgeloos en geluk-kig geleefd hebben uiterst klein. Een zeer beschamend gegeven. Terwijl het veel en veel beter zou kunnen zijn geweest als de zelfbeschikkende mens maar een beetje zijn verstand had ge-bruikt."



Ook Meik was binnen gekomen.
" Ja," zei deze," maar dat had hij al veel eerder moeten doen, er had al veel eerder een geboor-tebeperking moeten komen. De mens kan dit zelf bepalen. In de natuur wordt dit automatisch geregeld. Het een is het gevolg van het ander. Meer mensen, meer voedsel, meer technologie, meer vervuiling, enz, enz.
Het hangt allemaal aan elkaar. Toen men het aan het begin van deze eeuw langzaam begon in te zien was het te laat om het tij te keren. De sociaal sterkeren begonnen zich af te scheiden van de rest, bewaakt door de robots. Zij hadden het goed, nog wel, de rest kon barsten. Ik vraag me af hoe het nu is. Ik kan me alleen het slechtste voorstellen..."

Ineens kwam Parg binnen.
" Meik, er nadert ons een object met een onvoorstelbare snelheid. Parg is bezorgd." " Wat?, riep Meik," is dat soms het aardse ruimteschip?"
" Nee, nee," zei Parg," die signalen komen wel binnen maar zijn nog ver weg, dit is iets an-ders. Parg weet niet eens of het een ruimteschip is..." Met zijn allen renden ze naar de contro-lekamer. Trouw zat Bosap bij de instrumenten. Snel las Meik de instrumenten af.
" Jeetje," stamelde hij," dit ding, of wat het dan ook is, heeft de gang erin. Laten we maar af-wachten wat er gebeurt. Zo te zien gaat het op voldoende afstand langs ons heen, dus geen botsing."
Wimme, nuchter als altijd merkte op: " als het ding zo snel is moet het mijns inziens toch een ruimteschip zijn. De stabiliteit van bewegingen van onze jaren in de ruimte heeft nog niet zo een grote snelheid van iets te zien gegeven. Ik houd het op een ruimteschip van wezens die we niet kennen en ik...
." Plotseling zagen ze in de verre verte een klein stipje verschijnen, gewoon visueel door de ramen van het ruimteschip. Het ongelooflijke gebeurde! In twee seconden was het bij hun ruimteschip, op enige honderden meters afstand en het stond stil, althans, het bewoog zich gelijkmatig voort met de snelheid van het schip..
Ze waren verbijsterd. Met open monden stonden ze het verschijnsel te aanschouwen.

Betty kermde: " dit kan niet!! Een massa kan nooit zo snel afgestopt worden. Dit is onmoge-lijk, ik zie dit niet goed, is dit echt waar?"
"Ja Betty," zei Wimme." Je bent niet de enige die dit ziet. Zo zie je maar weer dat de ruimte nog verrassingen voor ons in petto heeft."
Het ding straalde een helder wit licht uit en bleef met hun schip meevliegen. " Parg meet een volkomen ronde bol met een doorsnede van ca. vijftig meter," meldde de robot.
" Prima Parg," zei Meik." Nog andere gegevens?"
" Ja, maar Parg weet niet precies wat. Uit de terugkaatsing van de stralen meet Parg iets van een schild om de bol, een soort onzichtbaar veld."
" Ik zal eens proberen om contact met hen te krijgen," zei Meik. Hij liep naar de instrumenten maar Sylfia onderbrak hem.
" Ik denk niet dat dit nog nodig is Meik, ik zie al enige beweging...”
Van het ruimteschip maakte zich enige kleine witte bolletjes los die zich naar hun schip be-wogen.
" Snel Parg, markeer onze ingang met de verlichting zodat ze weten waar ze zijn moeten. Ga erheen en ontvang ze waardig. Breng ze dan hier. Bosap, ga met Parg mee."
De robots waren al weg." Wat spannend, na alles wat we al beleefd hebben. Nu nog een ont-moeting met de ruimtewezens," zei Borba." Dus toch, dus toch..." " Loid," zei Meik," neem alles op, dit is...."
" Weet ik Meik," zei Loid." Ik kan ook denken, alles is al in gereedheid."
" We gaan van het goede uit," zei Meik." We blijven op onze hoede, maar laten we ons posi-tief opstellen."
Even later kwamen de twee robots terug met het bezoek. Het was totaal anders dan ze zich ooit hadden kunnen voorgestellen...
Het bezoek bestond uit vijf ronde bollen die zich draaiend met Parg en Bosap meebewogen over de grond. Ze waren ca. zestig cm hoog. Toen het hele circus tot stilstand kwam waren de bollen ineens verdwenen en stonden er vijf wezentjes. Ze keken hun ogen uit. De wezentjes waren eigenlijk een bol met een kleinere bol erop, met aan de voor en achterzijde iets wat op een oog leek. Onder de grootste bol bevond zich iets wat op twee minuscule pootjes leek, schijnbaar om op te staan. Ze staarden elkaar aan. Eindelijk zei Meik: " welkom op ons ruim-teschip. Wij allen zijn van de planeet aarde. Twaalf mensen en vier robots. Mijn naam is Meik."
Even was het stil. Toen antwoordde een van de wezentjes in dezelfde taal:

" Wij zijn van een planeet die jullie niet kennen. Maar wij kennen jullie planeet aarde. Wij willen graag weten wat jullie hier doen, zo ver van jullie mooie planeet."
" Wij zijn op zoek naar hulp voor de problemen op onze planeet aarde," antwoordde Meik." Maar tot dusver zijn jullie de enige wezens die we ontmoet hebben op onze reis. En we zijn al heel lang onderweg."
" De hulp die jullie zoeken kunnen jullie van ons niet krijgen," antwoordde het wezentje." We hebben jullie in het verleden al eens bezocht maar jullie moeten het zelf oplossen. Onze le-vensvormen zijn zo anders dan die van jullie op aarde. Wij kunnen ons daar niet in mengen."

" Zijn jullie van vlees en bloed?," vroeg Sylfia. " Nee ”, antwoordde het wezen." wij zijn van vast materiaal, ik zei al, onze levensvorm is zo anders. In de aardse natuur komt dat niet voor. Onze samenstelling is voor jullie volkomen onbekend."
Een luid gekrakeel brak los onder de bemanning.
Even later zei het wezentje:" om met jullie te converseren zullen we jullie aardse taal gebrui-ken. Die kennen wij voldoende. Onze kennis is voor jullie volkomen onbekend. Jullie kunnen dat eenvoudig niet begrijpen en dat hoeft ook niet. Maar ik kan wel zeggen dat jullie geen hulp zullen vinden in het universum. Jullie levensvorm is zo anders dan de onze, jullie moeten je problemen zelf oplossen. De ruimte biedt geen oplossing. Dus keer maar terug naar aarde."

" Ja”, zei Meik, " maar we zijn de aarde kwijt. We weten niet hoe we haar weer kunnen vin-den, dus dat is al een probleem. Kunnen jullie ons hiermee helpen?" " Nee," zei het wezen." We kunnen het wel maar doen het niet. Als je wilt reizen in de ruimte moet je ook zorgen dat je weer terug kunt, anders moet je op je eigen planeet blijven. Wij reizen en weten weer terug te komen, daar zorgen we voor. Dat geldt ook voor jullie. Het is dom om zo je planeet te ver-laten. Wij hebben voldoende kennis om altijd weer terug te keren. Dat is jullie fout, de ruimte ingaan zonder voldoende kennis..." En het wezentje vervolgde:" we hebben jullie aarde wel eens bezocht in het verleden. Jullie natuur is zo mooi, zo uniek in het universum. Het is voor ons onbegrijpelijk dat jullie de ruimte ingaan. Wat hebben jullie daar te zoeken? Ja, jullie zoeken hulp, maar zorg dan dat je die hulp niet nodig hebt. Los de problemen op aarde zelf op."
Wimme zei:" hebben jullie op je planeet dan geen problemen of moeilijkheden?"
" Nee," antwoordde het wezentje," absoluut niet. Wij reizen door de ruimte om te zien of er zoiets als onze soort bestaat, maar we hebben het nog niet gevonden. De ruimte is zo groot, dat we nog lang door kunnen gaan met zoeken." " Hebben jullie de ruimte in kaart gebracht," vroeg Betty.
" Nee, dat is onmogelijk. Het verandert constant, hoewel jullie dat niet kunnen zien. Daarvoor is jullie snelheid veel te laag. Wij hebben technologie waarmee we ons schip en onszelf kunnen omzetten in een andere materie, wat veel grotere snelheden mogelijk maakt. Maar zelfs op deze manier kunnen we niet aan de uiteinden van het heelal komen. En waarom zouden we ook, we hebben er geen belang bij. We hebben ook geen belang bij de aarde."
" Is jullie leven eindig?" vroeg Borba.
" Ja", antwoordde het wezentje." We leven een bepaalde tijd en ruilen dan met een ander deel van onze materie en dat rouleert eeuwig door. Zoals jullie doen op aarde dat kennen we niet. En wij hebben er vrede mee. We kunnen het ook niet veranderen. Het gaat zo en niet anders."
" Er zijn zoveel vragen," zei Meik." Maar heeft het wel zin om die allemaal beantwoord te krijgen?"
" Nee," was het antwoord." Absoluut niet. We zijn hier aan boord gekomen om jullie te laten zien dat wij bestaan. Op aarde hebben jullie ons niet gezien, dat had geen zin. Maar het is de vraag of jullie ooit terug zullen keren dus nu maakt het niet uit."
" Waarom zaten jullie in die ronde bollen?," vroeg Treve. " Dat is onze bescherming. In die bollen kan niets ons deren." " Hebben jullie gevoel?", vroeg Sylfia.
" Gevoel?", vroeg het wezentje," wat is dat?" " Wel," antwoordde ze gevat," dat kan ik wel uitleggen, maar dat zullen jullie wel niet begrijpen, dus ik probeer het maar niet." " Zoals je wilt," was het antwoord. " Zouden enigen van ons jullie ruimteschip mogen bezoeken?", vroeg Ries. " Nee, dat heeft geen zin. Zoals ik al zei, wij zijn zo verschillend van jullie, het is allemaal onbekend voor jullie. Dus het is beter van niet."

" Mag Parg iets vragen?," vroeg de robot. " Jazeker," zei het wezentje. " Zijn er robots in jullie bestaan?", vroeg Parg.
" Nee," was het antwoord. " Deze hebben wij niet nodig. Wij verrichten alle activiteiten zelf. Wij worden niet moe zoals jullie. Het is dus niet nodig dat we deze apparaten bouwen. Maar we moeten verder. We laten een aandenken van ons bezoek bij jullie achter."
Een van de andere wezentjes opende een bol die hij meedroeg en haalde er een klein lichtge-vend bolletje uit. Het gaf een zachte, warme gloed af.
" Deze bol," vervolgde het wezentje," bevat voor jullie begrippen onvoorstelbaar veel energie. Het zal eeuwig blijven gloeien. Jullie hoeven het niet te onderzoeken, je kunt er niets mee. Met al jullie beschikbare technieken zal je het zelfs niet kunnen vernietigen, het zal altijd blijven bestaan als je er goed mee omgaat. Beschouw het als een aandenken van onze aanwezigheid in de ruimte. We wensen jullie verder een voorspoedige reis. Vaarwel aardbewoners."
Ineens waren ze weer in hun ronde bollen. Parg begeleidde hen terug naar de uitgang van het ruimteschip. De hele bemanning stond hen min of meer met open mond na te staren.

" Jeetje," zei Meik," ze gaven ons niet eens de tijd om fatsoenlijk afscheid te nemen.." Even later zagen ze de zes bollen terugzweven naar hun ruimteschip. Nadat ze het binnengegaan waren, gloeide de bol zeer sterk op en met een onvoorstelbare snelheid was het weg. In min-der dan een seconde was het niet meer te zien.
" Dat noem ik nog eens accelereren," merkte Wimme droogjes op. " Echte opschieters die jongens. Niet te geloven," zei Ries.
" Ik zeg het maar weer eens. Wat wij allemaal niet meemaken tijdens onze reis. Loid, heb je alles vastgelegd?"
" Uiteraard. Het bollenvolk zoals ik ze maar even noem, staat geregistreerd", mompelde Loid. " Je kunt je afvragen wat de zin van hun bestaan is als ze geen gevoel hebben," merkte Hana op." Weet iemand hier een zinnig antwoord op?"
" Waarom altijd die nieuwsgierige vragen?"

Ineens was het wezen er weer. " Ach," zei Sylfia," het zit er zo bij mensen ingebakken, we willen nu eenmaal altijd alles weten. Trouwens, mijn beste vriend, het bollenvolk reist ook door de ruimte, opzoek naar andere levensvormen..."
" Daar heb je gelijk in," zei het wezen," maar zij doen dit niet uit nieuwsgierigheid. Zij kijken alleen of ze een gelijkwaardige levensvorm zoals die van hen kunnen vinden. De mens is vaak zo nieuwsgierig om er zijn eigen voordeel mee te kunnen doen. Zoals je merkte zijn zij niet op voordeel uit, ze laten jullie met rust."
" Beste vriend," vroeg Habu," weet het bollenvolk van jullie bestaan, de ultieme macht?"
" Nee," was het antwoord. " Jullie zijn de enige wezens waar ik me ooit mee bemoeid heb. En dat, omdat jullie zo ongelooflijk bijzonder zijn. Het is voor ons zo moeilijk hoe jullie gevoelens jullie leven beïnvloeden en jullie toekomst bepalen. Jullie hele bestaan wordt geregeld door deze gevoelens. Het is zo onvoorspelbaar complex dat het zelfs jullie aardse natuur beïnvloedt in combinatie met jullie groeiende technologie. Jullie grootste en sterkste computerprogramma zou op hol kunnen slaan als hij dit zou moeten vastleggen. Het is volstrekt onmogelijk. De veranderingen in de aardse natuur, het weer, de toenemende catastrofes, jullie hebben alles zelf veroorzaakt door je gevoelens niet onder controle te hebben, terwijl het leven veel mooier zou zijn als dat wel het geval was.." Het was weer stil.

" Het is toch wat hè, altijd worden we weer met de feiten om de oren geslagen," zei Loid." En altijd heeft hij gelijk. Dat de mens dat zelf nooit ingezien heeft. Trouwens, wij ook niet tijdens ons aardse bestaan. We leefden ons leven met de plichten die er waren, het ging gewoon zo. Wie dacht er nou bij na?"
" Toch waren die mensen er," zei het wezen weer." Maar zij werden niet gehoord, ik heb het al eerder gezegd. De massa hobbelde maar voort in het patroon, geleid door krachten in de regeringen die hun eigen zaakjes regelden, vrijwel altijd ten eigen voordeel. Ook heeft het tijdsverloop aangetoond dat de mensen die het goed wilden, altijd weer ondersneeuwden. In materiële zin ging het een klein gedeelte van de mensheid goed, zwelgend in de goede dingen die de aarde kon geven. Doch de meerderheid kon eenvoudig creperen. Slechts weinigen be-grepen dat elk mens, elk levend wezen een uniek stukje creatie is van de natuur. Zo velen van jullie stelden zich boven de rest en dat is geen basis van gelijkwaardigheid en naast elkaar in vrede leven. Zie hier de tekortkomingen van jullie geldsysteem. Het creëren van een rangen systeem, een stelsel van regelingen, om dit systeem te doen werken. Later de techniek die alles ongelooflijk versnelde, doch ook de problemen en ook weer de technologische onderdrukking van de problemen. Tot het punt van, van... vul het zelf maar in aardbewoners."

Het was stil na diens woorden.
Niemand zei iets. Het grote gelijk van de grote meester. Steeds weer sloeg hij hen om de oren met onontkoombare feiten, door het menselijk ras zelf veroorzaakt. De machtige mens die dacht zich boven de natuur te kunnen stellen. Gevoed met materialen, beschikbaar gesteld door de natuur. En naarmate ze in de loop der tijd meer leerden en begrepen van de natuur, begrepen ze tegelijkertijd niet de schade die ze veroorzaakten in complexe, chemische proces-sen op aarde. De heilige vooruitgang waar alles voor moest wijken. En het meest bizarre was nog dat door de technologische vooruitgang de mensen alleen maar meer ontevreden waren geworden in plaats van gelukkig wat toch het doel was van het aardse bestaan...

Parg verbrak de stilte
" Mag Parg opmerken, dat jullie er allemaal treurig uitzien," zei de robot.
" Ja Parg," zei Betty," wij schamen ons een beetje."
" Parg kan zich niet schamen, Parg kent die gevoelens niet."
" Wees maar blij," zei Betty, " het is niet prettig."
" Parg weet dat blij zijn een beter gevoel is," zei de robot gevat." Misschien kan Parg jullie een beetje blij maken door te zeggen dat er nu ongeveer radiocontact mogelijk is met het aardse ruimteschip." "Verrek," zei Wimme," die zijn er ook nog! Gut, we hebben het ook zo druk. 't Is niet te geloven."

" Ik geloof," zei Meik, " dat we onszelf maar eens op een borreltje moeten trakteren.
Dat hebben we wel verdiend na al deze ervaringen. En het gaat maar door. Naar ruim dertig jaar in de ruimte heb je ineens de vreemdste ontmoetingen, nu waarschijnlijk zelfs met aard-bewoners. Even voor de goede orde, we stellen ons niet vijandig op. Alleen in uiterste nood zullen we ons verdedigen, alhoewel ik natuurlijk niet weet wat zij bezitten. Trouwens Parg, hoe ver zijn ze nog van ons verwijderd?"
" Nog wel enige dagen," antwoordde de robot." Maar ze reizen sneller dan wij, dat kan Parg wel meten."
" Wel," zei Meik, " probeer maar contact te krijgen, wij kunnen nu beter gaan rusten om alles weer even tot ons door te laten dringen."
" Als je het goed vindt", zei Joahn," wil ik die bol onderzoeken. Ik ben maar nieuwsgierig of ik iets kan ontdekken."

" Je gaat je gang maar Joahn. Maar ik wil niet dat ons cadeau gezien wordt door anderen, dus berg hem na je onderzoek even op en laat Parg weten waar, die vergeet het niet. En leg de resultaten van je onderzoek maar vast in een rapport. Ik ga rusten.
" Joahn ging met de bol naar het laboratorium. Wimme vergezelde hem." Heb je bezwaar als ik erbij ben?," vroeg hij.
" Nee natuurlijk niet," was het antwoord." Twee weten meer dan een ".
Joahn onderwierp de bol aan alle denkbare proeven. Deze reageerde totaal nergens op. Zelfs de zwaarste drukproeven, beschikbaar op hun ruimteschip, hadden geen enkel effect. Ook alle beschikbare metingen leverden helemaal niets op. Joahn werd er een beetje narrig van. " Nog nooit in mijn leven heb ik zo'n negatief rapport moeten maken," mompelde hij.
" Tja," grinnikte Wimme," je hebt ook nog nooit zo een bol in je handen gehad." Zelfs de koudetest, vlakbij het absolute nulpunt, had geen enkel effect... " Toch verbaast het me niet Joahn," zei Wimme." Ga maar na. Onze bezoekers waren van een totaal andere wereld, onbe-kend voor ons. Er kunnen daar situaties zijn, ook natuurkundig, waar wij geen weet van heb-ben. Ze zeiden het zelf al. Deze bol zit waarschijnlijk zo bol van energie dat hij onaantastbaar is. Misschien een stralend soort van zwart gat. Ik verbaas me daar niet over. Het wezen heeft ook al eens gezegd dat wij nog lang niet alles weten en nooit zullen weten...
Daar tegenover staat dat het bollenvolk geen gevoelsleven kent. Hoe moeten wij hen uitleggen wat gevoel is? Dat kunnen we niet, dat is onmogelijk."

" Ja, daar heb je groot gelijk in Wimme. In feite heeft het geen zin om dit ding te testen. Maar ja, een wetenschapper is altijd nieuwsgierig, wil weten hoe en wat. Maar ik denk dat ik er maar mee stop. Ik zal hem opbergen en Parg even inseinen waar hij zich bevindt. Daarna gaan we een borrel drinken, dat was een idee van Meik. Doe je mee?"
" Ja, laten we dat maar even doen Joahn. Ik weet niet hoe onze ontmoeting zal zijn met die aardbewoners. Misschien kunnen we onze drank voorraad aanvullen. Gelukkig zijn we met voedsel bijna selfsupporting, Helaas met drank niet."
Samen in volmaakte rust. Lui liggend in hun naar hun lichaam gevormde zetel, met uitzicht op het oneindige heelal zaten ze van hun borrel te nippen.
" Weet je Wimme, we hebben allemaal onze gedachten. Ik denk zo vaak na over het ver-schijnsel mens sinds het wezen in ons midden is. En ook vaak over onze tijd op aarde. Wat heeft de mens een fouten gemaakt, het is onvoorstelbaar. Welke krachten bepalen dit toch? "


" Joahn," antwoordde Wimme," dat weten we toch. Geld, macht, jaloezie, enzovoorts. Deze begrippen waren schijnbaar sterker dan het geluksgevoel.
" Ja, dat klopt," zei Joahn." Maar waarom hebben we niet begrepen dat het stuk zou lopen? Waarom gingen we maar door, de raadgevingen van mensen die het wel begrepen, ten spijt?" " Tja," zei Wimme," daar weet ik ook geen antwoord op. Trouwens, je zei net dat je er zelf ook niet bij stilstond tijdens je aardse leven, net als ik overigens. We waren zelfs niet in staat om een taal te creëren op aarde. Toch wel een vereiste om in harmonie en begrip met elkaar te kunnen bestaan."
" Ja Wimme, maar dat kwam weer omdat ieder volk zijn eigen identiteit wilden behouden. En zoals je weet was er een groot verschil in de diverse culturen waar menig mens zich niet in kon vinden en dat is ook weer logisch. Want ieder mens is een product van zijn tijd en plaats. En wat ik weet van mijn aardse verleden, is dat de mens van huis uit passief is. In het aardse geldsysteem waren de mensen gedwongen om te presteren, met andere woorden, als ze pres-teerden hadden ze financieel en dus materieel een goed leven maar ik heb ook gemerkt dat bijvoorbeeld ambtenaren in overheidsdienst met het jasje van de almachtige staat aan het luie lijf zo vaak de kantjes eraf liepen en zich lieten betalen voor arbeid, die in geen verhouding stond tot hun prestaties... ik wil hier maar mee aangeven dat ze op hun manier het geldsysteem ondergroeven en de staat dwongen om nog meer belasting te heffen van de wel werkende burgers. Die betaalden het gelag. Een morele wanprestatie die ook tot veel onvrede leidde bij de goedwillende."
"Dat heb je heel goed gezien Joahn. Je hebt volkomen gelijk," antwoordde Wimme." Het was zo verkeerd allemaal in de oude tijd. Een relatief kleine groep die zwelgend in rijkdom. Te veel om op te kunnen maken, wat volkomen onzinnig was. In de zeer oude tijd, toen er nog veel slaven waren en de massa nog relatief onderontwikkelt was, was er voor enkelen onvoor-stelbare rijkdom.. wat hen verhief tot een goddelijke status terwijl het gewoon mensen waren. Later, toen de massa zich meer ontwikkelde, kwam de aversie tegen de kleine groep rijken steeds sterker om de hoek kijken en die groep welgestelde wilden er geen afstand van doen en begon zich met technologie, dus ook robots, te beschermen tegen de alsmaar groter wordende haat. Ziehier de afzichtelijke situatie zoals die was toen wij de aarde verlieten, ca. dertig jaar geleden. De zegeningen die de techniek kon geven aan de mensheid, zoals zo vaak in de ge-schiedenis. Wat is het toch bizar! En dat allemaal door gevoelens zoals macht, rijkdom, jaloe-zie, aanzien, afgunst enzovoorts...

Gevoelens die zelfs het wezen, de almachtige, niet kan begrijpen. Onvoorstelbare kleine che-mische processen in het menselijk lichaam die ook nog eens beïnvloed werden door verande-rende chemische processen in de aardse natuur, veroorzaakt door diezelfde mensen. Het lijkt wel een vicieuze cirkel, eindigend in een gigantische catastrofe voor de mensheid en een na-tuur, die weer duizenden jaren nodig heeft om zich te kunnen herstellen"...
Beiden zwegen zij enige tijd en nipten van hun drankje. " Zeer wijze woorden, Wimme en Joahn".

Het wezen was er weer. " Ik heb jullie conversatie gevolgd en merk dat jullie het beginnen te begrijpen. Zoals je zei, de natuur zal zich herstellen al duurt het nog zo lang. Zij is sterker dan de mens. Natuurlijk, zij heeft de mens voortgebracht. Zij is de leidende factor, niet de mens. De wet van de getallen gaat hier niet op, dat kan eenvoudig niet. Hoe meer mensen, hoe meer voeding er nodig is. Alleen de natuur kan dit doen. Zonder voeding geen leven, zonder water geen leven. Met al jullie intelligentie zijn jullie tevens zo dom! Begeerte, hebzucht en macht, vastgelegd in wetten om de massa te manipuleren drijft jullie de afgrond in. Zo simpel is het. We hebben al zoveel voorbeelden genoemd en we kunnen nog zolang doorgaan, het neemt geen eind. Maar jullie twee zijn goede denkers en dat is goed. Het is alleen de vraag of het nog nut heeft voor de mensheid."
Zwijgend hadden ze het wezen aangehoord. Het was alweer vertrokken.

" Ik ga maar eens vlak", zei Wimme." Ik zal Parg nog even raadplegen of hij nog nieuws heeft". Joahn liep nog even mee.
Hij kreeg contact met de robot.
" Parg heeft een bericht uitgezonden en Parg verwacht elk moment antwoord ", zei de robot. " Wat voor bericht Parg?", vroeg Wimme.
" Heel eenvoudig. Ruimteschip aardbewoners. Meld je bij ruimteschip aardbewoners ".
" Jeetje Parg, die schrikken zich ongelukkig! Denk je dat ze aardbewoners in de ruimte ver-wachten?"
" Nee", zei de robot rustig." Maar wij hebben al zoveel verrassingen beleefd, dat is misschien voor hen ook wel leuk."
" Gut Parg, je begint al aardig op een mens te lijken ", zei Wimme.
" Ach, Parg blijft ook leren", zei de robot gevat," de circuits in Parg's omhulsel beginnen toch langzaam iets meer te begrijpen van de mens en gaan dus ook zo handelen."
Wimme zweeg maar even. Na enige tijd zei hij:" Parg, ik wil dat je deze zaken met Hana be-spreekt, dit is toch van belang. Hoorde je het ook Joahn?" vroeg Wimme.
" Ach", zei Joahn," ik verbaas me nergens meer over. Wat is er nu nog onmogelijk?"
" Wel", zei Wimme bedachtzaam," misschien om de aarde te redden... welterusten vriend."

Als iedereen in ruste was hadden de robots dienst. In feite waren ze altijd bezig, rust hadden ze niet nodig. Gewoonlijk voerde Parg het commando over het ruimteschip. Dat was eigenlijk erg simpel. Een koers volgden ze niet, ze dreven maar wat voort in de onmetelijke ruimte met af en toe een kleine correctie om uit de buurt van de aantrekkingskracht van hemellichamen te blijven.
Ook voor de robots was het gebeuren met het wezen iets ongewoons. Hun circuits waren ge-programmeerd door en voor mensen. Het begrip wezen kwam in hun brein totaal niet voor. Wel begreep Parg dat de mensen niet te vrezen hadden van het wezen. Ook begreep hij dat hij er niets tegen uit zou kunnen richten als dat nodig mocht zijn. Hij wist dat hij volkomen machteloos was tegen het wezen...
Parg bemerkte ook bepaalde veranderingen in zijn circuits. Deze ervoer hij als positief. Zou hij ook zoiets als gevoel krijgen? Als er weer even tijd voor zou zijn moest hij het toch maar eens bespreken met Hana en Ries, nam hij zich voor. Het was hem ook opgedragen... Hij zat te wachten op een antwoord van het andere ruimteschip. Volgens zijn peilingen moest het nu niet te ver meer zijn. Waarschijnlijk waren ze daar geschrokken van zijn boodschap en pleeg-den ze eerst overleg. Het antwoord kwam: wij willen contact en komen in vrede. Stuur een peilcode opdat we jullie kunnen vinden.
Parg verrichte de nodige procedures om dit uit te kunnen voeren. Blijkbaar was hun schip zeer snel want zijn metingen wezen uit dat ze binnen afzienbare tijd bij hen zouden zijn.

Parg gaf Bosap opdracht om alle bemanningsleden rustig te wekken en zich klaar te maken voor ontvangst. De paar dagen waren nu uren. Wat moest dat ruimteschip snel zijn. Een ont-moeting met aardbewoners die ze dertig jaar terug voor het laatst gezien hadden. Meik beleg-de even een vergadering.
" We weten niet wat ons te wachten staat. Ik ben wel razend benieuwd waarom ze in de ruim-te zijn en hoe de toestand op aarde is. We zullen het nu snel weten. We spreken niet van het wezen en ook niet van onze andere ervaringen. Wat niet weet wat niet deert.
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Dat geldt ook in de ruimte." Een ieder was gespannen. Na zoveel jaren zou er weer contact zijn met hun soortgenoten.
Meik verrichte de procedures nu zelf om elkaar te kunnen traceren. Ook hij was weer ver-wonderd over de snelheid van het ruimteschip. Uiteraard was het moderner dan waar zij mee reisden. Maar dit was toch verbazingwekkend!
Na verloop van tijd kwam het in zicht. De afmetingen waren vergeleken met het hunne onge-looflijk! Het moest plaats bieden aan duizenden mensen, althans, dat zou kunnen. Het was een ongewone ervaring om met mensen van de aarde te kunnen converseren... na de nodige plichtplegingen werd besloten dat de gehele bemanning en Parg het aardse ruimteschip zou bezoeken. De opwinding nam toe. Dit was toch wel even iets, na zoveel jaar je eigen soortge-noten ontmoeten in de ruimte...
Sylfia had het niet meer. Ze stond te trillen op haar benen. Betty kalmeerde haar. Parg gaf in opdracht van Meik de andere robots instructies. Toen stapten ze allen in een taxi voor de korte vlucht naar het andere ruimteschip.
Tijdens de overtocht raakten ze nog meer onder de indruk van de afmetingen. Het was werke-lijk onwaarschijnlijk groot. Dit kon nooit op aarde gebouwd zijn. Het zou eenvoudig niet in staat zijn de aardse aantrekkingskracht te overwinnen.

Weldra waren ze aan boord bij hun gastheren. Ze werden ontvangen door een vijftal mensen in een enorme grote hal waar honderden mensen waren van allerlei verschillende rassen en leeftijden. Enige tijd staarden zij elkaar aan. Meik verbrak het stilzwijgen.
" Zoals we via het radiocontact al besproken hebben zeg ik u allen, wij komen in vrede. Wij zullen elkaar ongelooflijk veel te vertellen hebben. Maar de eerste vraag die in mijn mond ligt is: hebben jullie geen robots?"
Een van de gastheren trad naar voren.

" Mijn naam is Breg, ik voer het commando op dit schip. Het antwoord op uw vraag is neen!
Wij hebben afgezien van het gebruik van robots, alhoewel er een aantal aan boord zijn. Klaar voor gebruik, doch nu opgeslagen. Maar later kunnen we daarover verder praten. Er zijn nu belangrijkere zaken aan de orde. Ik wil u erop wijzen, dat alle aanwezigen hier onze conversa-tie kunnen volgen. In deze nieuwe orde hebben wij geen geheimen voor elkaar. Maar vertelt u eens, hoe is het mogelijk dat wij u tegenkomen hier? Wij zijn enige tijd geleden toen we uw boodschap ontvingen behoorlijk geschrokken. Dat kunt u wel aannemen!"

Rustig antwoordde Meik: " Wij zijn in het jaar twee duizend vijfenzestig in ons ruimteschip gegaan en hebben de aarde verlaten om in de ruimte hulp te zoeken voor de problemen op aarde". " In wiens opdracht?", vroeg Breg. " Onze missie was volstrekt geheim, niemand wist ervan. Een aantal regeringen heeft deze missie bekostigd. Om geen onrust of paniek te ver-oorzaken waren we gewoon met een trip naar de maan bezig. Echter, ons schip was voor die tijd voorzien van de allernieuwste technologie, alsmede de vier robots. Tijdens die maanvlucht hebben we berichten uitgezonden die deden voorkomen dat we grote problemen hadden en niet in staat waren om nog terug te keren "...

" Wacht even," onderbrak Breg het betoog van Meik. Tot een van de zijnen sprak hij: " Crie, kijk even in de computer of dit verhaal klopt."
En tot Meik: " mijn verontschuldigingen. Dit is geen wantrouwen doch ik wil even kijken of in ons bestand jullie ‘ongeval’ vermeld staat".
Crie kwam alweer teruglopen." Inderdaad, het klopt! In het jaar tweeduizendvijfenzestig is er een schip in de ruimte verdwenen en men had geen idee wat de oorzaak was. Er bevonden zich vier experimentele robots bij hen die nog in het proefstadium waren".

" Juist", zei Meik." Dat proefstadium is nu wel voorbij en ze presteren perfect. Maar zoals ik al zei, wij waren op weg om hulp te zoeken en na dertig jaar zwerven door de ruimte hebben we geen ander teken van leven kunnen ontdekken. We beginnen te geloven dat de aarde wer-kelijk uniek is in het heelal".
" Helemaal geen leven?", vroeg Breg." Na dertig jaar niets ontdekt?"
" Nee", zei Meik." Het heeft ons ook verbaasd. We hebben zelfs geen planeet ontdekt die vergelijkbaar was met onze aarde".
" Voor we verder converseren wil ik jullie aanbieden aan tafel te gaan. Ik neem aan dat jullie geen verse spullen meer hebben na zo'n lange tijd van huis. Wij hebben hier alles wat je maar bekend is! In feite is dit een miniaarde, met ook planten en dieren. Alles in een regulerende vorm. Met andere woorden, er zullen geen voedseltekorten zijn".
Het was verbluffend wat er te eten was. Werkelijk alles, tot verse groenten aan toe. Sylfia was verrukt, evenals de anderen.

" Mag ik jullie erop wijzen", zei Hana," niet te veel te gebruiken. Ons lichaam zal hier even aan moeten wennen en als iemand zich later onwel voelt moet hij even bij me komen".
Tot Breg zei ze:
" Geachte heer Breg, ongetwijfeld hebben jullie medische apparatuur aan boord. Kan ik daar als het nodig is gebruik van maken?"
" Ja, natuurlijk! Geen enkel probleem. Laat ons eten en wat mij betreft, geen enkele haast. Wij hebben de tijd en ik denk jullie ook. Jullie kunnen hier ook rusten, wij zijn van alles voorzien." Ze aten en praatten, alles heel rustig. Er viel zoveel te vertellen.

Parg bleef eerbiedig op enige afstand en onderhield zich met de aardbewoners die bij hem kwamen. Alles verliep in een volkomen ongedwongen sfeer. Het was verrukkelijk...
Tijdens dit gebeuren kwamen ze er weer achter hoe belangrijk in feite de tong was in het menselijk bestaan.
Meik vroeg Breg waarom ze de aarde verlaten hadden en wat hun doel was. Hij riep Parg bij zich om de conversatie op te nemen.
" Toen jullie de aarde verlieten", begon Breg," was het al een grote rotzooi...
Het aantal mensen nam nog steeds ongecontroleerd toe, de vervuiling eveneens. Zoals jullie weten zit het aardse ecosysteem zeer gecompliceerd in elkaar. Het kan heel wat hebben, maar er zijn grenzen. Men wist dat al decennia, maar men had niet de kracht om het te veranderen. Een ieder meende recht te hebben op alle goede dingen die de aarde te bieden had. Maar onze voorvaderen zijn de aanzet geweest tot de algehele verloedering. De verandering van de na-tuur. Daarnaast werd de mentaliteit van de mens ook steeds slechter. Ook van de intellectuele bovenlaag die met hun financiële middelen en technische hulpmiddelen, waaronder robots, de massa lang onder controle kon houden. Echter niet voor altijd. De vervuiling, of laat ik zeggen de veranderende chemische processen, veranderden heel langzaam alles op aarde! Het begrip vele kleintjes maken een grote, begon merkbaar te worden. De computertechnologie was zo powerful geworden dat bijna alles uitgerekend kon worden. Mede hierdoor kwam het besef dat de zaken niet meer terug konden worden gedraaid. De natuur was bezig wraak te nemen...

Tevens doken er ook door de veranderde chemische structuren steeds weer nieuwe ziektes op die men ondanks alle medische kennis niet kon verhelpen. En wat erger was, deze ziektes waren niet alleen lichamelijk, doch ook psychisch! Daarnaast weten jullie ook dat de genen-manipulatie geen goede zaak was en zie hier, de toestand op aarde zoals die nu is. Allerlei kleine oorlogen, slechte zuurstof en watercondities, voedsel tekorten, veel mentaal slechte mensen, veel geestelijk gestoorden, een volslagen oncontroleerbare uit de hand gelopen toe-stand op aarde met een bovenlaag in ivoren torens die daar volkomen geïsoleerd zit. Met ook voor hen steeds mindere voorzieningen!"..

Breg zweeg even. Meik dankte zijn gastheer uitvoerig voor het heerlijke maal en vroeg of ze in een gezamenlijke ruimte konden rusten om een en ander nog te kunnen bepraten. Aan die wens werd voldaan. Ze zonderden zich af in een slaapzaal. Een ieder praatte door elkaar, er waren weer zoveel nieuwe indrukken. Meik nam het woord en maande iedereen tot stilte. " Vrienden, er valt hier zoveel te bepraten, daar moeten we eenvoudig de tijd voor nemen. En tijd hebben we genoeg. Een ding wil ik nog even kwijt: ik kan me voorstellen dat het heel opwindend is dit hele gebeuren, maar ik zou jullie dringend willen vragen om tijdens ons ver-blijf geen vriendschappen aan te knopen en zeker geen seksuele activiteiten. Ten eerste van-wege eventuele onbekende ziektes en ten tweede, we zullen weer weg moeten, hoe dan ook. Dat zal het dan alleen maar bemoeilijken. Natuurlijk mag een ieder beslissen wat hij wil, maar ikzelf zou graag zien dat wij bij elkaar blijven. Probeer wat te slapen, na onze rust wordt het een drukke periode". Toen ze weer opstonden konden ze zich weer eens douchen. Hoe lang was dat geleden, een heel vreemde ervaring. Jarenlang gewend aan de droge methode ,was dit zeer ongewoon. Weer eens helemaal nat! Parg had dit nog nooit gezien. Hij vroeg of het alle-maal wel goed ging.

" Kom maar niet te dicht bij Parg", zei Loid," anders begin je te vonken".
Ze moesten allemaal lachen. Breg vroeg of ze goed geslapen hadden. De zuurstof hier was toch puurder dan ze gewend waren van hun eigen schip.
" Dat komt door de planten die we hier hebben", zei Breg. "Planten?", vroeg Joahn verbaasd. " Ja, zoals ik al eerder zei, we hebben hier in feite een mini aarde. Hopelijk kunnen we dit lang volhouden...
Het is een zelf regulerend systeem met planten, dieren, insecten, bacteriën, alles zoals op aar-de, maar dan puur! Alles staat onder controle van een computer. Dagelijks wordt er getest en gecontroleerd. De mensen die ermee omgaan zijn zo kundig dat ze direct kunnen ingrijpen. Tot nu gaat het voortreffelijk. In theorie moeten we dit oneindig vol kunnen houden."

" Tja", zei Wimme bedachtzaam." Daarnet zei je hopelijk. Er kunnen altijd ontwikkelingen komen die niet waren voorzien en dan heb je een probleem. Wij hebben ook iets dergelijks meegemaakt maar als door een wonder loste het zich op". Meik keek Wimme verwoestend aan. Wimme had zich even versproken. Breg reageerde er echter niet op. Hana leidde snel de aandacht weg van het onderwerp.
" Beste Breg, ik zou heel graag de nieuwste medische ontwikkelingen willen zien. Kan dat?"
" Natuurlijk", zei Breg." Ik zal even het hoofd contacten, dan zal hij je alles laten zien".

Ries en Loid vroegen of ze de robots mochten zien. Ook dat was mogelijk. Er zou zelfs een robot in werking gesteld kunnen worden.
"Hoe interessant", zei Parg. Ze schoten in de l" Okay Parg", zei Ries," jij mag ook mee. Maar niet jaloers worden als hij beter is dan jij "...
" Je weet toch dat robots geen gevoelens hebben. Hoe moet Parg dan jaloers worden? Maar Parg is wel geïnteresseerd hoe hij eruit ziet en wat hij kan "...
Hana ging met de dokter mee. Uiteraard was ze razend nieuwsgierig naar de laatste stand van zaken op medisch gebied.
Haar gastheer was Dr. Brin, een grote sympathieke man. Hij toonde haar de instrumenten. Hana was verbaasd hoe de ontwikkeling nog doorgeschoten was sinds haar vertrek van de aarde. Ze was vooral geïnteresseerd in de psychische kant van de geneeskunde.
Dr. Brin verklaarde dat eigenlijk alles mogelijk geworden was.
" Hier op het schip dwingen we niemand tot iets ", zei hij, "
Maar op aarde gebeurde van alles. Mensen waren compleet willoos geworden. Computers waren in staat uit te vinden wat mensen dachten! Stel je eens voor, het laatste wat de mens nog bezat, zijn eigen gedachten, men kon dat ook beïnvloeden!"
" Wat ", stamelde Hana," kon men mensen programmeren?"

" Ja ", verklaarde Dr. Brin." De genetische manipulatie maakte het al mogelijk om tot op ze-kere hoogte een bepaald soort mensen te creëren. Maar daarnaast ontwikkelde zich nog een andere techniek die nog veel erger was. Er was, uiteraard met behulp van zeer complexe com-putersystemen, een manier ontwikkeld om met bepaalde chemische stoffen de hersenfuncties te beïnvloeden. En dat betrof elke hersenfunctie die men wenste. De betreffende persoon kreeg dan een inplant in zijn lichaam en met afstandsbediening, zelfs per satelliet, kon men een mens sturen zoals men wilde "...

Hana was sprakeloos! " Dat was dus eigenlijk een robot van vlees en bloed, als het goed be-grijp", zei ze vol afschuw. " Inderdaad. Maar zoals met alles, er zat ook een keerzijde aan! Het is altijd actiereactie. Alhoewel het systeem perfect werkte, begon het lichaam toch terug te slaan. Na enige jaren werden de personen toch oncontroleerbaar, kortom, zij werden krank-zinnig! Tot ons vertrek hadden ze dat probleem niet op kunnen lossen en mijns inziens kunnen ze dit nooit oplossen. En terecht, hier moet men vanaf blijven. Maar het gebeurde toch, zoals zoveel wat niet mag...
Toen dit bekend werd op aarde, brak er een geweldig tumult los! Mensen stierven massaal, velen weigerden nog langer in ziekenhuizen te komen. Het vertrouwen was volledig zoek. Al jaren waren er de geruchten. Maar toen de bewijzen loskwamen in de media was het oorlog. Veel ziekenhuizen werden verwoest, men was in razernij. Veel doktoren zijn hals over kop gevlucht in hun privé helikopters om niet afgeslacht te worden.
" Hana was er stil van. " Ja", mompelde ze.
" Het viel te verwachten, de heilige vooruitgang moest en zou door gaan. Trouwens, is men er ooit in geslaagd cyborgs te ontwikkelen, half mens, half machine?" " Nee", zei dr.Brin." Men heeft het lang geprobeerd, maar de problemen konden niet opgelost worden. De robots die we hier aan boord hebben zijn mechanisch, geen stukje vlees en bloed. Trouwens, later werden de mechanische versies zo goed, dat de behoefte om nog een cyborg te bouwen, langzaam ver-vaagde.
In feite kunnen ze hetzelfde als de mens, alleen zijn ze niet creatief. Ze kunnen zichzelf na-bouwen, bij wijze van spreken, maar niet verbeteren. Dat is eenvoudig onmogelijk. Wij vrezen ze dus ook absoluut niet. Trouwens, we gebruiken ze niet. Zij zijn alleen meegekomen om bijvoorbeeld planeten te onderzoeken, gevaarlijk werk dus".

" Dr.Brin, hoe regelen jullie de geboorten hier op het schip? Ik neem aan dat er nieuwe mensen bijkomen?"
" Inderdaad. Wij zijn allen de aarde ontvlucht vanwege de onvrede en het besef dat het toch niet verbeteren zal. We hebben een select gezelschap van goedwillende mensen.
Dit is onze aarde in het klein. De stand der wetenschap heeft dit in feite mogelijk gemaakt. De aardse omstandigheden zijn hier bijna perfect nagebootst. Zelfs onze doden worden begraven. Dit is eenvoudig ook een stukje aards ecosysteem. De fouten die er op aarde waren zullen we hier niet maken. Om te kunnen overleven hebben we natuurlijk een aantal regels moeten op-stellen. Het klinkt misschien onwaarschijnlijk, maar de opperste rechter hier aan boord is een computer"...





" Meen je dat?", vroeg Hana hoogst verbaasd. " Ja, en tot nu toe werkt het perfect, hoe bizar het ook klinkt. Maar vergeet niet, dit is uit noodzaak geboren. Van de aardse omstandigheden wisten we hoe het niet moest...
Een rechter, een mens is altijd te beïnvloeden, heeft zijn stemmingen, zijn gevoelens, kortom, je weet precies wat ik bedoel. Onze rechter, de computer is volledig geprogrammeerd op het voortbestaan van onze kunstaarde. Dit is heilig! En dat moet ook, zoals je begrijpt. Doet ie-mand dit schade, dan wordt hij gestraft en deze straf bestaat uit werk dat hij niet prettig vind. Als de persoon echt opstandig wordt dan wordt hij met medicijnen in coma gebracht, voor enkele dagen. Daarna krijgt hij een nieuwe kans. Blijft zijn gedrag afwijkend dan laten we hem of haar pijnloos inslapen en wordt hij netjes begraven".

Hana was er stil van." Is dit niet onmenselijk?", vroeg zij.
" Wij denken van niet", zei dr.Brin rustig." Je moet bedenken, dat we op een gelimiteerde ruimte zitten. Het is hier onmetelijk groot, maar toch niet vergelijkbaar met de aarde. Je komt elkaar toch steeds weer tegen. Daarnaast is het zo dat we geen tegenwerker kunnen toestaan. Om te overleven moeten we één zijn, anders gaat het niet! En vergeet niet, iedereen is hier vrij om te doen en laten wat hij wil. Alleen ons bestaan hier moeten we aan regels onderwerpen. En een ieder ziet hier de noodzaak van in. Tevens is het zo dat de kinderen die hier geboren worden en opgroeien, eenvoudig niet beter weten. De eersten zijn nu ter schip gekomen, zoals wij dit noemen, de eerst aardse ruimtekinderen. Je moet het zo zien Hana, vroeger op aarde waren er ook allerlei afscheidingen, men noemde dit sektes. Wij zijn ook een sekte, alleen wij zijn voortgekomen uit een noodzaak te overleven en leven in pure, fijne zin, zonder jaloezie, afgunst, hebzucht en alle slechte dingen die een mensenleven ontsieren. Wij zijn ook allemaal gelijk. De gezagvoerder heeft dezelfde rechten als een ieder aan boord. Echter, omdat de ver-standelijke vermogens natuurlijk verschillend zijn, heeft de bemanning die het schip bestuurt bepaalde volmachten om beslissingen te nemen. Een ieder weet dat en gaat daarmee akkoord omdat men beseft dat het nodig is.

Iedereen aan boord hier kan ook zo binnen lopen in de besturingseenheden van het schip, geen enkel probleem. Er zijn ook absoluut geen voorrechten voor personen, dat bestaat eenvoudig niet. Ieder heeft zijn taak en doet dat met plezier. Onderling kan men wisselen en het werkt perfect!".
" Ik weet", zei Hana," dat er vroeger op aarde ook zoiets bestond. Men noemde dit het com-munistische systeem".
" Klopt", zei Dr. Brin." Wij hebben dat uitvoerig bestudeerd en de fouten eruit gehaald. Hier is ieder mens volkomen gelijk aan de ander, ongeacht zijn i.q. En dat moet ook, een mens krijgt zijn i.q. mee, dat wordt voor hem of haar vooraf bepaald. Zijn karakter kunnen we vor-men tijdens zijn opgroeiende fase en dat doen we met alleen het goede voor ogen. We willen ze ook hun herkomst laten zien, de aarde en wat er van geworden is. Dan weten ze meteen de waarden van overleven op deze mini aarde.

" Ik begrijp dat jullie hier niet te veel mensen kunnen hebben, hoe regelen jullie dit?", vroeg Hana verder. " Zoals je weet regelt de grote computer alles", was het antwoord." Het systeem zit nooit volkomen stabiel in elkaar, ik bedoel, er zijn variaties mogelijk. Net als op aarde, met natuurrampen, ziektes enzovoorts...
Natuurrampen hebben we hier niet, evenals ziektes. Althans, dat voorzien we niet. En moch-ten we ooit een, wat ik noem, ruimtedisaster krijgen, dan is het eenvoudig allemaal afgelopen..

De computer kan ongeveer bepalen hoeveel mensen er over zeg maar twintig jaar nodig zijn. Daar stemmen we de geboorten op af. Er zijn altijd mensen die geen kinderen willen. Die vallen al af. Mochten ze hun mening herzien dan kan dat, dan komen ze op een wachtlijst. We laten alleen kinderen verwekken die gewenst zijn van mensen die ze willen en ook willen ver-zorgen. Verwaarlozen ze deze taak, dan zorgen we dat ze geen nieuwe meer kunnen verwek-ken...
Dat klinkt misschien hard, maar dat is een van de regels die er zijn. Het is eenvoudig, in de natuur van de aarde is het nog veel harder. Het enige wat we van ze vragen, is te volbrengen wat ze zelf wilden. Ook is het zo dat we van ieder persoon hier alle medische data hebben en als een stelletje een kind wil, dan komt dat er ook. Een perfecte timing kan zo berekend wor-den.
Alles gaat verder langs natuurlijke weg, zoals het heel vroeger op aarde was. Ook zoeken de stelletjes elkaar uit, een ieder kan een partner uitzoeken. Seksuele uitwassen zijn absoluut niet toegestaan, evenals afwijkend seksueel gedrag. Dat hoeft ook niet, want we zijn zover met de wetenschap, dat afwijkingen meteen onderkend worden en verholpen. We willen alleen pure gezonde mensen".

" Indrukwekkend", zei Hana." Laten jullie ook verschillende rassen samen gaan?" " Jazeker, als men verliefd wordt op elkaar laten we daar rustig kinderen uit voort komen. We willen geen superras kweken, alleen gezonde kinderen en dus mensen.
Er kan dus rustig gemixt worden, geen enkel probleem en men kan rustig oud worden en zijn taak verrichten om deze wereld draaiend te houden".
" Ik ben er stil van", zei Hana." Maar waar willen jullie naar toe?"

" Dat weten we niet. Het heelal is zo groot. Nadat we jullie ontmoet hebben weten we nu dat de kans op aards leven in de ruimte nihil is. We leven dus ons leven en reizen door de einde-loze ruimte. Misschien is het mogelijk dat we ooit op aarde terugkeren, of misschien de klein-kinderen, wie zal het zeggen. De toekomst is onbekend, maar we kunnen dit systeem naar verwachting eeuwenlang volhouden. We zien wel"...
" Bent u gelukkig Dr. Brin?", vroeg Hana ernstig. " Ja!", was het antwoord." Op aarde was het onleefbaar geworden en de toestand was niet meer te verbeteren. Het herstel van de bescha-digde natuur gaat eeuwen duren. De computers konden dit een beetje berekenen. Het aardse mensenras was zo in kwaliteit achteruit gegaan door de vervuiling en ook de mentale vervui-ling, dat onze groep het niet meer zag zitten om daar nog langer te blijven. Gelukkig had de technologie het mogelijk gemaakt om dit schip te bouwen en we zijn de aarde dankbaar dat we iets van zijn materialen mochten lenen om in de ruimte verder te gaan. Genoodzaakt door het kwade in de mens"....

" Tja", zei Hana." Tijdens onze reis hebben we met de computer bestanden van de aardse his-torie ook alles zitten ontleden en het is eigenlijk te triest voor woorden, wat de mensheid heeft aangericht". " Inderdaad", zei Dr. Brin," daarom zijn wij er ook tussenuit geknepen toen het nog kon. Gedwongen door de omstandigheden. En je hebt al gezien dat we hier geen beta-lingsverkeer hebben. Alles is hier vrij, men kan nemen wat men wil in het besef dat je toch niet meer kunt eten dan je lichaam nodig heeft!"
" Fantastisch", zei Hana." Het kan dus wel, een geordende samenleving"... " Ja, tot nu toe wel. We verwachten ook geen problemen. Onze computerrechter is nog niet in actie geweest..
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

Ook kan een ieder die geen zin meer heeft in dit leven, zichzelf laten inslapen. Geen enkel probleem. Op aarde was een sterke overlevingsdrang. Dat is hier minder, omdat een ieder weet dat zijn leven volkomen verzorgd en in rust geleefd kan worden, zonder dreiging van dood en ziektes. Die zorg bestaat eenvoudig niet. Dat is een andere situatie dan op aarde. Er bestaat dus een kans dat men het wel gezien heeft en men kan dan te kennen geven zijn li-chaam in te zetten voor het systeem".
" Jeetje", zei Hana verbaasd." En is dat al gebeurd?"
" Ja hoor, we hebben al enige mensen gehad die dat gedaan hebben. Ze hebben zelf de knop bediend om hun leven te beëindigen. In alle vrede en rust".
" Ik kan me dit moeilijk indenken", zei Hana." Maar het zal wel. Misschien kom ik ook wel eens tot die gedachte, maar nu nog niet"...
" Hoeft ook niet", zei Dr. Brin." Dat mag je gelukkig helemaal zelf bepalen. Het nut van zijn menselijk bestaan heeft een ieder zelf in de hand".
" Wat mij nog niet duidelijk is", zei Hana," is met welke stof jullie de hersenen beïnvloed hebben, op aarde bedoel ik. Die menselijke robots waar u over vertelde "...
" Nadat jullie van aarde vertrokken waren is de ontwikkeling natuurlijk doorgegaan. Men heeft nieuwe chemische stoffen ontdekt".
" Meen je dat echt?" vroeg Hana." Viel er nog meer te ontdekken dan?"
" Jazeker", was het antwoord." Op een plaats wat je niet zou verwachten.... de diepzee!"
" De diepzee?", vroeg ze verbaasd.
“ Ja, inderdaad. Technologie werd immer verbeterd. Men slaagde erin om uit de diepte van de oceanen levende wezens naar boven te halen. Deze vissen bevatten stoffen die tot dan volko-men onbekend waren. Men kwam erachter, na allerlei proeven, dat ze gebruikt konden worden in de complexe chemische structuren die onze hersenfuncties regelen. Je kon dit dus een-voudig niet weten".
" Ongelooflijk", zei Hana," hoe is het mogelijk. Maar er heersen op die diepten toch onvoor-stelbare hoge drukken?"
" Natuurlijk, maar die stoffen bleken aan de oppervlakte totaal andere eigenschappen te heb-ben en dus werden ze gebruikt. Maar zoals ik al zei, de natuur sloeg ongenadig terug. En mis-schien was dat maar goed ook, anders was het helemaal uit de hand gelopen, nog erger dan het nu al is"...


Hana liet zich ook de werking van alle apparatuur uitleggen, welke haar volkomen onbekend was. De ontwikkeling was razendsnel verder gegaan...
" Is men er al in geslaagd om het verouderingsproces te beïnvloeden?", vroeg ze verder. " Nee", zei Dr. Brin." Tot nu toe heeft men dat niet kunnen doorgronden. En ons hier aan boord van deze miniaarde interesseert het absoluut niet. We laten de natuur rustig zijn gang gaan". " Ik weet", vervolgde Hana," dat in de vorige eeuw er mensen waren die zich in hebben laten vriezen. Het heeft me altijd geïnteresseerd of er daarvan al personen zijn die tot leven gewekt zijn"...
" Klopt", zei Dr. Brin." Men heeft het gedaan, maar de gevolgen waren desastreus. Men slaagde erin hen te laten leven. Echter, hun hersenfuncties werkten niet meer zoals het zou moeten. Ze gedroegen zich als kinderen jonger dan 2 jaar. Volwassen baby's dus, met hersen-functies van baby's, dus bijna niets. Via allerlei hersenscans ontdekte men dat hun geheugen vrijwel leeg was en wat erger was, het nam geen nieuwe gegevens op. Er zat niets anders op dan ze humaan in te laten slapen. Het laatste wat ik weet is dat er een grote discussie gaande was wat men moet aanvangen met de personen die nog in hun bevroren toestand liggen te wachten...
Men ziet geen mogelijkheden om ook in de toekomst een middel te kunnen vinden om die hersenfuncties weer op te starten, althans, het geheugen te vullen met informatie welke nodig is, om die personen weer te laten functioneren".
" Zo zie je maar weer dat de natuur uiteindelijk sterker is", zei Hana plechtig." Dat moet je eenvoudig aanvaarden".
" Juist", antwoordde de dokter." Wij hier hebben dat aanvaard en willen er ook mee leven, echter niet meer zoals op aarde.
Het is te moeilijk en te gevaarlijk dus doen we het op deze manier. We hebben geleerd dat er een morele plicht is om op een bepaalde manier met de zaken om te gaan...
Maar ik heb ook vragen, Hana! Ik neem aan dat je al je ervaringen, ik bedoel medische erva-ringen, opgeslagen hebt in de computer. Zoveel jaren in de ruimte heeft waarschijnlijk inte-ressante gegevens opgeleverd voor wat betreft eventuele
veranderingen in het menselijk lichaam. Je kunt me niet blijde maken door mij deze gegevens mede te delen. Dat is voor ons bestaan misschien van belang".
" Jeetje", zei Hana," dat ik daar niet aan gedacht heb. Natuurlijk krijg je die. Ik zal het meteen regelen. Breng mij even naar Parg, hij kan de robot Bosap op ons schip opdracht geven deze gegevens op te zoeken in mijn computer en deze dan laten oversturen hier naar toe". " Fantas-tisch dr. Hana, als we dat nu direct doen dan kunnen we de gegevens nog samen bespreken".



Ze gingen meteen aan de slag.
Loid en Ries waren met Parg naar het vertrek waar de robots zich bevonden.
Het waren er welgeteld drie honderdvijfenzestig, keurig netjes opgeslagen in rekken. Een bizar gezicht, al dat metaal. " Waarom drie honderdvijfenzestig?", vroeg Ries aan hun gastheer Yffa. " Een symbolisch aantal", antwoordde Yffa." Zoals je weet, het aantal dagen in een jaar. Een herinnering voor ons van het aardse bestaan. We hadden er ook tien of tachtig of honderd vijftig mee kunnen nemen. Maar we hebben voor een groter aantal gekozen omdat we ze misschien nodig zullen hebben voor onderzoek op een vreemde planeet". " Hoe in-drukwekkend", zei Parg." Parg heeft nog nooit zoveel soortgenoten bij elkaar gezien". " We zullen er een activeren", zei Yffa." Welke willen jullie?" " Ach", zei Ries," laat Parg er maar een aanwijzen. Voor hem is dit een feest, niet waar Parg?"
" Parg wil ze allemaal wel in werking zien", zei de robot. " Maar dat is onzinnig, doe deze maar".
" Yffa liep naar de robot en opende met een speciaal werktuig de hiel van de robot. Toen richtte hij een soort lazerstraal op de geopende hiel en de robot kwam overeind.
" Mijn naam is 27 september", zei de robot." Noemt u mij de code om mijn brein in werking te stellen." Yffa noemde gedurende een halve minuut een aantal cijfers en letters. Ineens ging de hand van de robot naar zijn hiel en deze klapte het geopende klepje dicht, waarna hij lenig uit zijn rek sprong en bij hen kwam staan.
" Robot 27 september is klaar voor uw wensen", sprak hij met een volkomen menselijke stem. " Ik zie een robot anders dan welke ik ken. Is hij een probleem?"
" Nee", sprak Yffa rustig." Zoals je weet kunnen robots geen probleem zijn, 27/9 ". De robot zweeg verder.
" Vertel eens Yffa, de openingscode voor deze robot is vrij lang.
“Is de code voor alle robots hetzelfde?", vroeg Ries.
" Nee", sprak Yffa," van alle drie honderdvijfenzestig zijn ze verschillend, doch even lang. En ik kan ze allemaal achter elkaar activeren, uit mijn hoofd"...
" Dat meen je niet", zei Ries." Dat duurt toch veel te lang voor een eventuele noodsituatie?"

" Nee hoor", sprak Yffa." De robots hebben allen een sensor die reageert op een bepaald soort gas. Als er werkelijk nood is, is deze ruimte binnen drie seconden gevuld met gas en springen ze allemaal tegelijk uit de rekken, klaar voor verdere instructies"...
" Ach ja", zei Loid," techniek maakt alles mogelijk". 27/9 zag er verbluffend mooi uit. Toch was hij onmiskenbaar een robot en geen mens.
" Meneer Yffa", sprak Parg," is het toegestaan dat Parg met 27/9 overleg pleegt?"
" Jazeker", was het antwoord," ga je gang maar". " Dank u", sprak Parg en tot 27/9 zei hij: " Parg neemt aan dat je veel weet van de aardse omstandigheden, zoals die waren toen jullie de aarde verlieten".
" Dat is juist", was het antwoord." Tot het moment van vertrek zijn alle wetenswaardigheden in mijn brein opgeslagen".
" Prima. Meneer Yffa, Parg zou het nuttig vinden als deze kennis op Parg overgedragen kan worden. Dan kan Parg op ons ruimteschip deze kennis verder opslaan voor eigen gebruik. Parg denkt dat dit van belang kan zijn bij eventuele terugkeer op aarde"...
" Het is niet te geloven Ries", zei Loid," waar die aluminiumboer al niet aan denkt! Heb jij hier bij stilgestaan?"
" Ik niet", zei Ries," maar hij heeft groot gelijk. Verbluffend hoor". En tot Yffa:" heb je daar bezwaar tegen Yffa?"
" Nee, zeker niet. Als het jullie kan helpen, prima toch".
" Hoe gaan we dit doen?", vroeg Ries hem
" Wel, jullie Parg is niet zo modern als onze jongens, die kunnen via een onzichtbare straal met elkaar converseren, echter alleen als wij daarvoor opdracht geven, een veiligheidsnorm. Gelukkig zijn ze nog wel voorzien van een antieke kabelaansluiting, maar dan duurt het even langer. Ik neem aan dat dat geen probleem is?"
" Zeker niet", zei Ries," we moeten alleen even wat technische specificaties bespreken. Ik neem aan dat jullie robots een opslagcapaciteit hebben op moleculair niveau?"
" Inderdaad", zei Yffa," dat is welhaast onbeperkt, jullie Parg heeft denk ik nog de vezel tech-nologie"....
" Ja, toen Parg gebouwd werd was de moleculaire techniek nog niet volmaakt genoeg om al toegepast te worden. Maar de opslagcapaciteit van Parg is toch ruim voldoende gebleken".
" Goed", sprak Yffa." Dan zullen we die twee even aan elkaar verbinden om de overdracht mogelijk te maken". Hierna lieten ze de robots alleen om het schip, deze mini aarde, verder te bezichtigen.
Na een paar minuten was het klaar. De robots koppelden zich weer los van elkaar.
" Ik neem aan ", sprak 27/9 tot Parg," dat je deze informatie kunt gebruiken, maar waarom beschik je er zelf niet over?"



" Toen wij op dit schip kwamen waren jij en je collega's gedeactiveerd. Je weet dus niet wie we zijn en wat we komen doen". En Parg vertelde hem in het kort wat er aan de hand was. Dat ze al dertig jaar weg waren van de aarde...
" Zijn er voor mij dingen nuttig om te weten? Uit de ruimte, welke ik kan opslaan?", vroeg de robot aan Parg.
" Nee". zei Parg. Tegen mensen zou hij nooit kunnen liegen, hij was blij dat een robot het aan hem vroeg. Zijn elektronische brein had er nu geen enkele moeite mee. En als het strikte op-dracht was van zijn meester, dan ook niet. Parg kon eenvoudig niet liegen tenzij op comman-do. Maar dit was gemakkelijk tegen 27/9.
" De ruimte is zo leeg. Na dertig jaar nog geen enkel leven. Voor mijn aardse meesters een saaie reis. Ik kan je wel wat aanwijzingen geven, maar echt belangrijk zijn ze niet. Trouwens, jullie waren allen gedeactiveerd. Parg neemt aan dat jij straks ook weer tussen je collega's ligt. Maar nu we de kans hebben zou Parg graag met je willen praten, als je dat goed vindt".
" Zeker", antwoordde 27/9," ik vind het wel nuttig om met een oude robot te overleggen. Wat wil je weten?"
" Vertel me in het kort wat je gedaan hebt. Ook op aarde, sinds je in werking bent".
" Wel", zei 27/9," wij zijn de eerste robots met een brein op moleculair niveau. Ik heb een geheugen capaciteit waar zo ongeveer alle aardse kennis in opgeslagen kan worden. Alle ro-bots hier aan boord zijn gelijkwaardig aan mij. Ik ben mijn werk begonnen in de bewaking. De mensen maakten veel ruzie en joegen op elkaar. De robots die de mensen in de forten eerst bewaakten zoals jij, daarmee hadden ze kans gezien die te veranderen. Robots mogen nooit kwaad doen tegen mensen en toch waren ze er in geslaagd om de zelfvernietigingcode te om-zeilen, waardoor ze toch de programmatuur konden veranderen en van deze robots moordma-chines maken!"
" Ongelooflijk", zei Parg." Waar mensen toch toe in staan zijn"...
" Ja", vervolgde 27/9." De haat op aarde tussen verschillende groepen was zo groot geworden dat onze meesters in een soort van forten woonden, bewaakt door robots.
Het was mijn taak om deze moordrobots uit te schakelen. Wij waren van een nieuwe techno-logie, dus sneller en beter. Ook hadden we krachtigere wapens, want het viel niet mee om ze te slopen. En toch hebben we het gered, zonder dat er mensen gedood zijn".
" Hoe kregen jij en je collega's dat dan voor elkaar?" vroeg Parg verbaasd.
" Wel, eigenlijk simpel! Wij van de nieuwe lichting konden via een onzichtbare straal com-municeren met elkaar. Met drie van ons sloten we hem in en dan was het prijsschieten. Maar ze waren al zo sterk dat ze haast niet te slopen waren. Ze konden tevens de baan berekenen vanwaar geschoten was en we moesten ons dus razendsnel verplaatsten. Soms werden we ook zelf geraakt en moest de schade gerepareerd worden. Uiteindelijk kregen we ze toch allemaal te pakken...
Na enige jaren ging ik met nog een aantal de ruimte in om dit schip te bouwen. Het is in seg-menten gebouwd en zodra er weer een deel aangepast was aan aardse omstandigheden kwa-men er mensen om te helpen, meestal wetenschappers.
De toestand op aarde was zo slecht geworden dat veel mensen wel weg wilden. Toen het be-kend werd dat er hier een experimentele miniaarde ontstond, meldden velen zich aan.







Hoofdstuk 3

Het bevreemdde mij dat zoveel mensen de aarde wilden verlaten. Natuurlijk, er waren veel problemen. Maar wij robots zagen toch ook dat de mensen zich op aarde beter voelden. Ten-slotte zijn ze volledig gewend aan de zwaartekracht en in de ruimte is het altijd maar behel-pen.
Zoals ik al zei, collega Parg, heb ik alle aardse wetenschap in mijn brein opgeslagen. Weten-schap die de mensen in de loop der tijden opgedaan hebben via oude geschriften en opgravin-gen.
Ik ben voor mezelf alles eens gaan uitzoeken en hoewel ik me er natuurlijk nooit mee mag bemoeien heb ik wel bepaalde conclusies".
" Dat is interessant collega", sprak Parg." Parg is zeer benieuwd wat jouw bevindingen zijn".
27/9 vervolgde: " er zijn in de mensenhistorie vele koninkrijken geweest. Zij kenden een grote bloei.
Vaak hadden zij een kleine kern die de macht bezat. Het volk diende hen en werd via allerlei slimmigheden gemanipuleerd. Het hoofd van zo een groep was altijd onvoorstelbaar rijk en werd als een God behandeld, terwijl hij uiteindelijk dezelfde mens was als diegenen die een paleis voor hem bouwde. Als je ons tweeën vergelijkt, twee robots, dan kan je zeggen dat ik beter ben omdat ik een andere technologie bezit. In die koninkrijken was dat niet zo. Het wa-ren allemaal dezelfde mensen... maar het vreemde is dat al die koninkrijken uit het verleden altijd vroeg of laat ophielden te bestaan...
Niet één heeft de tijden doorstaan! En zover ik weet is er
Slechts een enkeling op aarde die dat begrijpt.
De tegenwoordige tijd zoals we die kennen is geheel anders. Door het kapitalistische systeem hebben nu veel meer mensen een zekere rijkdom, maar met ook weer een top van een aantal onvoorstelbaar welgestelde die de dienst uitmaken.
Het gewone volk denkt dat regeringen dit doen maar ik heb gegevens die zeggen dat het niet zo is! Wat mij bevreemdt is: waarom willen die mensen die macht? Ik begrijp dat niet. En die macht, daar moet alles voor wijken. Er worden zelfs oorlogen voor ontworpen want de wa-penhandel brengt veel geld op. Wij robots zijn ontworpen om mensen te dienen maar ik heb al gezien dat mensen veel gelukkiger zouden kunnen zijn door anders te handelen. Maar dat doen ze niet".
" Wel", zei Parg," daar kunnen we ons ook niet mee bemoeien, want mensen hebben een ge-voelsleven en dat begrijpen robots niet. Dat is zo gecompliceerd, dat is niet in computers op te slaan. Een van de weinige dingen in de natuur waar mensen geen invloed op kunnen uitoefe-nen".
" Ja", zei 27/9," ik heb dat ook wel eens gehoord. Maar zoals ik al zei, ik begrijp daar ook niets van".
Parg vervolgde: " Parg heeft nu ongeveer dertig jaar met een groep mensen geleefd en Parg begint er iets van te begrijpen, let wel: begrijpen. Want voelen doet Parg niets. Maar het bizar-re is ook nog dat de mensen allerlei verschillende gevoelens hebben...



Parg heeft ook gezien dat mensen heel erg blij en gelukkig met deze gevoelens kunnen zijn. Zelfs zonder dat geldsysteem. Dat hadden we immers niet, die dertig jaar in de ruimte. Van wat Parg weet van de aardse geschiedenis heeft geld de mensen niet gelukkig gemaakt, maar ongelukkig!"
" Inderdaad", zei 27/9 bijna plechtig." Ik heb dat ook op aarde gezien. De mensen die ik dien-de waren allen zeer welgesteld, maar gelukkig waren ze niet voor zover ik dat kon beoordelen. Vooral de laatste jaren konden ze ook niet meer buiten hun forten komen, zelfs niet met robot begeleiding.
Vanwege weer nieuwe moordende robots "...
" Wat?", vroeg Parg." Waren er ook rijken met moordrobots?"
" Jazeker, op een zeker moment voldeden wij zelfs niet meer
ter bescherming van de rijken. We mochten immers niet doden! En dat konden we ook niet. In het geheim slaagden een paar rijken er in om de beveiligingen te omzeilen en er waren weer moordende robots"...
Toen dit bekend werd bij het gewone volk en de regering, was men ziedend van woede! Het leger moest eraan te pas komen en dan nog wel topspecialisten, om ze op te ruimen. Het was verre van eenvoudig. Hier was de mens bijna overwonnen door de techniek. En zoals altijd werden de rijken niet gestraft, zij hadden immers geld".
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

" Het leger", vroeg Parg,“ wat voor wapens had die dan?"
" Ach", antwoordde 27/9," sinds jullie vertrek is de ontwikkeling natuurlijk doorgegaan. De elektronica maakte alles mogelijk...
Met ondersteuning van satellieten kon men alles traceren en die kleine mini jets met hun gea-vanceerde laser gestuurde raketten konden alles vernietigen. Ook voor robots was er geen ontkomen aan. En als het echt nodig was konden ze vanuit een satelliet nog een laserhittestraal gebruiken en deze was helemaal dodelijk. Dan plaatsten ze ergens een explosief op een gebouw, of waar het maar nodig was en de straal vanaf de satelliet liet hem exploderen. Hier was geen kruit tegen gewassen, zoals de mensen wel eens zeggen...
Maar even wat anders. Je hebt nu dertig jaar gediend. Hoe gaat het mechanisch met je?"
" Ach", zei Parg," wij robots hadden daar weinig te doen. Zoals je weet kunnen we onszelf controleren. We zijn nog alle vier ruim binnen de revisietoleranties. In feite kunnen we op deze manier nog heel lang mee zonder technische ingrepen".
Hun drie meesters kwamen weer teruglopen. " Kijk nou eens", zei Loid. "Ze hebben zich al losgekoppeld van elkaar. Wat zijn jullie ook handig hè."
Yffa zei tot 27/9:
" Laat Parg het schip zien en informeer hem over hetgeen hij belangrijk vindt. Verklaar hem eventuele nieuwe technieken. Als er mensen zijn die zich aan je storen zeg dan dat je toe-stemming hebt om je collega-robot rond te leiden. Als men moeilijk doet stuur je ze maar naar mij. Er zijn kinderen die nog geen robot gezien hebben. Als die bang worden verwijder je dan rustig".
" Okay meester Yffa," het zal uitgevoerd worden", zei 27/9.
" Prima", zei Yffa." En alsjeblieft, noem me geen meester.
Ik heb je niet gecreëerd 27/9. Yffa is genoeg".
" Okay Yffa, het zal niet meer gebeuren".


Hana kwam aangelopen met dr. Brin. " Parg, ik zocht je, ik heb je even nodig". Ze gaf hem opdracht contact te maken met Bosap.
" 27/9", zei Parg," kunnen we naar de controlekamer om contact te maken met ons schip? Parg moet wat informatie hebben. Het duurt slechts enige minuten".
" Geen probleem", zei 27/9." Voor we gedeactiveerd werden hebben we de werking van ons schip al in ons opgenomen dus ik kan alles uitvoeren."
" Nu we toch bij elkaar zijn", zei Dr. Brin," kunnen we misschien wat gaan drinken met zijn allen. Jullie antieke aardlingen mogen kiezen, we hebben alles."
Ries schoot in de lach." Antieke aardlingen, hoe verzin je het", lachte hij.
" Wat zalig hè", zei Hana." Zo heerlijk ongedwongen zonder tijdsdruk bij elkaar op visite. Ik vind het fantastisch. Was de sfeer destijds op aarde ook maar zo".
" Ja", verzuchtte dr. Brin," helaas. Wij zijn er ons ook terdege van bewust dat dit goede leven geen gewenning mag worden. We moeten het eenvoudig waarderen, op een normale manier. Geen ziekelijke dankbaarheids toestanden. En wij denken dat het goed is om gewoon normaal te blijven doen. We hebben alles, wat heb je nog meer nodig? Status bestaat hier niet. Is abso-luut verboden. Als iemand hooghartig gedrag vertoont, het gebeurt zelden, dan wordt hij door de ouderraad op het matje geroepen en aan zijn beloften herinnerd. Let wel: we hebben zeer uitgebreide studies verricht van allerlei menselijke eigenschappen en we hebben ons een oor-deel gevormd hoe het niet moet en daar houden we ons aan vast. En diegene die dit absoluut niet meer wil kan er uit stappen. Moet niet, maar mag".
" Dr. Brin", zei Hana," zijn deze studies op aarde gedaan?"
" Jazeker", antwoordde hij." Een samenwerking van diverse grote universiteiten. Maar zoals je weet had de politiek geen interesse voor dit soort zaken.


Het geldsysteem liet de gewenste veranderingen eenvoudig niet toe. De eindrapporten werden eenvoudig weggehoond door de politiek. Ieder voor zich en God voor ons allen".
" Je kunt dus stellen", vervolgde Hana," dat de politiek bepaalde verbeteringen in de weg stond?"
" Natuurlijk", zei hij fel." De politiek had uiteindelijk geen boodschap aan menselijk welzijn. Uitgezonderd de weinige goeden. De politiek en de commercie hebben alleen belang bij geld, dat is de uiteindelijke macht. Toen ons clubje van goedwillende dat begreep zijn we plannen gaan maken om te vertrekken. Tegen deze politiek vechten kost in het elektronische tijdperk te veel doden. Zo simpel is dat...
En wij zijn geen personen die willen doden. We willen alleen een veilig en gelukkig leven. Maar genoeg gekletst, we gaan ons even laven... zeg maar wat jullie wensen?"
Meik zat bij Breg. De bemanning was uitgezworven over het schip. Dus hadden de beide voormannen tijd om even rustig te kletsen.
" Wat mij zo opvalt", zei Meik," is dat we zo heerlijk ongedwongen met elkaar kunnen praten. Beiden hebben we de tijd.
Er is geen afgunst of argwaan, het is prima zo."
" Inderdaad", antwoordde Breg." Waarom moeten we altijd zo gespannen zijn? Is dat de be-doeling van het leven? Zo kan het dus ook. We willen geen problemen."
" Wel, beste Breg", vervolgde Meik," ik wil graag met je praten over de laatste ontwikkelingen op aarde. Sinds ons vertrek. Je hebt al iets verteld, maar er is natuurlijk veel meer"...
" Ja natuurlijk. Sinds jullie vertrek is de neergaande lijn gewoon doorgegaan. Er waren overal oorlogjes, de voedseltekorten werden schrijnend. De rijken moesten zich met robots verdedi-gen, er waren moordende robots en..." " Wat zeg je nu?" riep Meik geschrokken.
" Ja, men was erin geslaagd enige robots te verbouwen zodat ze tegen mensen gebruikt kon-den worden. Het was vreselijk. Maar uiteindelijk heeft het leger ze weten te elimineren. In samenwerking met de laatste hitech uitvoeringen, zoals 27/9".
" Tja", zei Meik." Hier was men in het verleden altijd al bang voor. Het is dus toch gebeurd."


Breg vervolgde:
" Op een gegeven moment kwam men er achter dat in het oosten een vloot van ruimteschepen gebouwd werd, diep onder water. Tevens gingen er geruchten de wereld over dat er een arse-naal van atoombommen opgeslagen zou zijn om de aarde te vernietigen! In de politiek heerste grote onrust over deze zaak. Maar zoals altijd in de politiek, niemand wisthet fijne ervan". Meik luisterde gespannen.
" Inmiddels was men er tevens al in geslaagd om langs medische weg mensen te manipuleren. Men kon ze veranderen in menselijke robots, zelfs satelliet gestuurd!"..
" Meen je dat nou echt?" stamelde Meik," dit is toch ongehoord!"
" Ja, dat was het ook. Maar goed, laat ik doorgaan. Op deze manier slaagde men erin om al deze plannen te saboteren. De bommen zijn nu onbruikbaar evenals de vloot. Alles staat onder water. Het is bijzonder goed afgelopen."
" En de mensen die hieraan werkten, zijn die allen omgekomen?" vroeg Meik.
" Neen, men slaagde erin om die te laten ontsnappen naar de aardse oppervlakte die velen nog nooit gezien hadden. Hier werd al enige decennia in het diepste geheim aan gewerkt, velen waren daar geboren. Een goed bewaard geheim. En we weten zeker dat als al deze duizenden mensen verdronken zouden zijn er ongetwijfeld een wereldoorlog uitgebroken zou zijn met alle desastreuze gevolgen van dien"...
Ze zwegen even, diep in gedachten. Het hele verhaal kwam Meik zo bekend voor. Weer een teken van de almacht van het wezen. Hij rilde even." Meik, waarom ril je?", vroeg z’n gast-heer.
" Ach", zei Meik met een zucht," wat moet ik daar nu op antwoorden?" " Ja, ik begrijp het wel", zei Breg gemoedelijk.
" Wat mij nog verbaast", vervolgde Meik," is dat men geen atoombommen gebruikt heeft. Althans, ik hoor je er niet over".
" Neen, de angst was te groot. Men was zo bang dat het zou escaleren. Het leed werd nu ver-oorzaakt door economische oorlogvoering, voedselmanipulaties en voorgeprogrammeerde kunstmensen. Er zijn wel terroristische groeperingen geweest die het geprobeerd hebben, maar steeds wist men het wel te verijdelen....
Vlak voor ons vertrek ging er nog een fantastisch gerucht de goede aarde over en dit was te mooi om waar te zijn. Maar wil je misschien eerst een lekkere aardse borrel?"
" Nou", zei Meik," ik wil graag dat mooie gerucht horen, maar een echte whisky heb ik al jaren niet meer gehad".
Gezamenlijk genoten ze even later van hun drankje.
" Voor ik je over dat gerucht vertel nog iets anders wat je niet weet. En wat ook een reden voor ons was om te vertrekken.
Toen jullie nog op aarde waren, waren er al enige epidemische ziektes die ze niet onder con-trole konden krijgen. De heren medici. Althans, niet verhelpen.
Welnu, er waren er nog enige bijgekomen, ziektes bedoel ik, die men absoluut niet kon be-handelen. Men is er denk ik wel achter gekomen wat het veroorzaakte...
Door de steeds verder veranderende chemische huishouding op aarde door de vervuiling zijn er nieuwe, bijzonder sterke bacteriën ontstaan die men niet meer kon bestrijden! Gelukkig was men in staat om verbreiding te voorkomen door strenge reisverboden maar de ziektes elimineren, dat lukte niet. De reisformaliteiten werden nu dermate streng dat het welhaast ondoenlijk werd om de wereld nog over te vliegen. Regeringen communiceerden alleen nog maar elektronisch. Families, gezinnen werden onverenigbaar en er was niets aan te doen! Op deze manier sloeg de natuur knetterhard terug, echter door de mens zelf veroorzaakt"...
Meik zat voor zich uit te staren. Hier had het wezen niets van gezegd. Ach, voor hem was het natuurlijk een volkomen begrijpelijke zaak.
Breg vervolgde zijn trieste relaas:
" Er zijn nu bevolkingsgroepen die volkomen geïsoleerd leven, zolang hun leven nog duurt. Men hen niet kan helpen. Stel je voor wat voor ellende dat geeft, deze mensen zijn tot alles in staat. Ze moeten zichzelf zien te redden, ook wat hun voedsel betreft, niemand durft er im-mers nog naar toe..
Bovendien is men zeer vijandig tegen hulpverleners".
" Dit is dan toch een klusje voor de robots", zei Meik. " Nee", antwoordde Breg." Mensen en robots kwamen besmet terug en brachten de ziekte toch nog over. De bacteriën zijn zo sterk dat ze haast niet te vernietigen zijn"....
" Alweer dus een voorbeeld van de vooruitgang en de gevolgen hiervan", zei Meik triest.
" Inderdaad. De vooruitgang die zo belangrijk zou zijn voor de mens. Wij zijn er hier op dit ruimteschip allen van doordrongen dat de vooruitgang niet verder mag gaan! Wij houden ons hier bezig met overleven. Er zijn geen onderzoeken naar nieuwe dingen of technologieën. Wij weten heel goed dat ons bestaan hier in de ruimte een gevolg is van de menselijke vooruit-gang, maar wij zijn mensen van deze tijd, gevormd in deze tijd. Wij zijn alleen maar dankbaar dat we de mogelijkheid hadden om te kunnen ontsnappen aan de aardse waanzin in de weten-schap dat we haar niet kunnen veranderen zolang de regeringen het niet willen! En de oorzaak daarvan is natuurlijk het geld waar alles om draait. Wij willen en moeten bewijzen dat mensen van allerlei verschillende rassen, zoals we hier zijn, in harmonie samen kunnen leven. Daartoe hebben we dus verderfelijke factoren zoals geld, buiten gesloten. Terug naar af, samen met de natuur die hier ondanks de gesloten ruimte, rijkelijk aanwezig is".
" Fantastisch", zei Meik." Ik zou haast geneigd zijn bij jullie te blijven maar wij hebben een opdracht. Hulp zoeken voor de aarde".
" Okay, maar jullie hebben die niet gevonden, dus wat nu?
En ik kan je zeggen, als jullie hier zouden willen blijven, of enigen van jullie, dan zullen jullie je moeten onderwerpen aan onze toelatingsprocedure die ook hersenonderzoek omvat voor wat betreft leugens. Wij kunnen nagaan of iemand liegt of verkeerde bedoelingen heeft. Ik weet, dat klinkt onmenselijk maar het is uit nood geboren"....
" Dat begrijp ik", zei Meik." Maar ik denk niet dat een van ons zal willen blijven. Wij zijn een hecht team en toch ook in zekere mate al gewend aan een buitenaards bestaan en als we niet op aarde terug kunnen keren, of willen keren, dan zullen we ons leven wel uitdienen in de ruimte. Ik stel me voor dat we zullen onderzoeken hoe de toestand er is. Nu en van jullie weet ik al iets daarvan maar de ontwikkeling gaat natuurlijk door. Ik hoop alleen dat we van jullie wat voorraden kunnen krijgen waar we gebrek aan hebben. Hoewel we ook in staat zijn als we het niet krijgen verder te kunnen leven. In ruil hiervoor krijg je dertig jaar ervaring en indruk-ken van het ruimtereizen. Klinkt dat aantrekkelijk?"
" Luister eens goed naar me Meik", zei Breg enigszins scherp, " ondanks je afwezigheid van aarde voor dertig jaar, denk je nog steeds aards. Ik kan je zeggen, in naam van allen hier aan boord, dat je kunt krijgen wat je nodig hebt en wat wij in ons systeem kunnen missen. Zelfs nog meer dan dat! Je kunt tevens een kopie van het complete computerprogramma krijgen en de zaden en bacteriën om het bij jullie ook op te starten, alleen op een veel kleinere schaal.


Dat kan berekend worden...
En het kost je niets! Wij praten nooit over kosten, wij willen alleen goedheid en geluk. Als je zelf iets wilt geven is dat prima, maar in onze visie moet het zo zijn dat je het wilt geven om te helpen. En niet om iets te vereffenen"...
Meik zweeg, vol schaamte! Na enige tijd zei hij: " Je hebt volkomen gelijk Breg, zo moet het eigenlijk zijn. Alleen dan kan een leven zinvol zijn en geluk schenken. Dieren kunnen zich goed voelen in een vriendelijke natuur, mensen kunnen door hun zelfbeschikkende vermogen en gevoelsleven een nog hoger geluk ervaren. Ik denk dat jullie hier op deze miniwereld goed bezig zijn. En ik moet zeggen, je aanbod zoals je dat net deed zal ik in naam van de anderen graag aanvaarden. Alleen zijn wij met veel minder mensen dan jullie".
" Dat is niet erg. Jullie kunnen het uitvoeren op kleinere schaal. De computer kan alles precies berekenen, de ruimte die jullie beschikbaar hebben, alles wat nodig is. Tevens kunnen jullie de vier robots gebruiken, dus dat zal wel lukken".
" Denk je Breg dat onze computers krachtig genoeg zijn om dit systeem aan te kunnen?"
" Geen probleem, je krijgt er een molecosy bij en deze is niet groter dan een pakje sigaretten".
" Wat is dat, een molecosy?", vroeg Meik.
" Een Moleculair Level Computer System. Iets beters dan dit kan niet uitgevonden worden. In dit sigarettendoosje formaat ligt het hele systeem opgeslagen. Er is alleen een krachtige ou-derwetse computer nodig om de gegevens te ontleden en begrijpelijk te maken. Jullie zullen wel een persoon hebben die dat kan. Evenals een goede computer en anders krijg je die ook. Het zal enige uren duren voor het systeem begrijpelijk is dus laat jullie robot Parg meekijken. Hij legt het een en ander vast in zijn brein".
" Wel, beste Breg, dit is te mooi om waar te zijn. Ik heb alleen nog een vraag: ik weet van vroeger op aarde dat de natuur zonlicht nodig heeft, het plantenleven kan bijvoorbeeld niet zonder. Hoe hebben jullie dit opgelost?"



" Buiten ons ruimteschip hebben we grote schotels die stralingen opvangen. De afstand aarde-zon heeft een bepaalde waarde. Hierop is de aardse toestand aangepast. Wij kunnen ook van andere krachtbronnen in de ruimte, gelijk aan onze zon, de stralen opvangen en versterken in een waarde die we nodig hebben. Dit wordt allemaal geregeld door de computer. Het is al eens gebeurd dat we eigenlijk te kort hadden, de computer waarschuwde dan. We stuurden dan ons schip in de richting van de dichtstbijzijnde stralingsbron en dan was het probleem zo weer opgelost. Wij reizen dus niet in een rechte lijn door de ruimte, we slingeren een beetje heen en weer. Maar vanzelfsprekend krijg je alles bijgeleverd wat nodig is, dus ook de scho-tels".
" Fantastisch", zei Meik weer." Een mooi klusje voor de robots om deze dingen buiten ons schip te monteren. Maar, voorlopig zijn we hier nog wel even. We zullen met de anderen be-spreken hoe we dit gaan doen. Dit is groots. Vanavond, als we gaan rusten zal ik alles met hen overleggen".
" Okay, doe dat", zei Breg." Maar ik heb nog een brandende vraag. Als je mij zou vragen hoe wij naar aarde terug moeten keren, dan zou ik het niet weten. We zijn al een poosje weg, en ons schip is zo snel dat de aarde niet meer getraceerd kan worden. Jullie schip is relatief lang-zaam. Hoe denk je in godsnaam dat probleem op te lossen?"
Meik staarde voor zich uit. Hij kon zijn gastheer niet van het wezen vertellen, buiten het feit of hij het zou geloven.
Hij had het gevoel dat het wezen op zijn schouder zat en nu wachtte wat hij zou zeggen...
" Dat is inderdaad een probleem voor ons", zei hij na een korte stilte." Maar enige tijd geleden zijn wij een voorwerp tegengekomen. Een antieke ruimtesonde van de aarde van de vorige eeuw. Dat ding reist al decennia door de ruimte en we nemen aan, in een rechte lijn. Het klinkt absurd, maar in feite reizen we nu in de richting van waar hij vandaan komt. Hopelijk komen we binnenkort in een gedeelte van de ruimte waarvan we de sterren kennen en dan moet het verder wel lukken".


" Dat is toch een bizar gegeven", zei Breg." Dat je in de oneindige ruimte wordt geleid door een antiek ding van de aarde van misschien meer dan honderd jaar oud"...
" Ja inderdaad. Misschien mijn beste Breg, is dit ook een aanwijzing dat er geen leven is in de ruimte. Ik stel me voor dat het dan wel verdwenen zou zijn".
" Ja, daar zeg je zowat, dat is een belangrijke aanwijzing". In gedachten verzonken zwegen ze even. Eigenlijk vond Meik het vervelend om iets te moeten verzinnen. Maar een leugentje om bestwil moest kunnen. Toch gaf het een rottig gevoel.
" Wat was nu het gerucht waar je straks over sprak Breg?", vroeg hij.
" Ja, dat zou ik nog vertellen. Het gaat over de eeuwig durende beweging. Zonder toevoeging van energie".
" Krijg nou wat, zei Meik. Wij hebben hier ook wel eens over gebrainstormd in de ruimte. We weten dat men hier al eeuwen naar zoekt. Onze robots fikken bijna uit als je hun hiermee be-last!"
" Klopt, ze fikken dan uit om twee redenen. Ten eerste is een robot niet creatief, een mens wel. Ten tweede, het apparaat kan alleen op aarde werken en niet in de ruimte!"
" Verrek", zei Meik." En waarom niet?"
" Simpel, omdat de energie geput wordt uit de zwaartekracht, maar voor ik verder ga moet ik zeggen dat ik het fijne ervan niet weet. Het zijn geruchten maar het schijnt te bestaan"...
" Ja maar, dit is toch natuurkundig onmogelijk", kermde Meik, " dit kan toch niet?"


" Toch schijnt er een creatieve geest geweest te zijn die het voor elkaar heeft gekregen en naar het gerucht zegt kwam hij uit het oudste industrie gebied van de aarde. In het westen van het grootste continent".
" Maar mijn beste Breg, dit was dan toch een uitvinding die een zegen voor de mensheid kon zijn! Schone, eindeloze energie?"
" Klopt", zei Breg." Men besefte dit ook. Men begreep dat als je dit apparaat heel groot zou bouwen het kosteloos oneindig stroom zou kunnen leveren.. zonder brandstof. Het was te mooi om waar te zijn en dus begon de jacht hierop"...
" De jacht?" zei Meik.
" Ja natuurlijk! Iedere regering wilde dit hebben en via patenten geld ermee verdienen terwijl de ontwerper alleen maar de mens en de aardse natuur wou dienen. Dus weer het oude liedje. Het geld maakte het weer kapot"...
" Kapot", zei Meik scherp," wat gebeurde er dan?"
Breg zweeg even.
" Zoals ik al zei, het zijn geruchten. Er schijnen een paar mensen geweest te zijn die het in werking hebben gezien. Ze zijn echter niet in staat het na te bouwen. De ontwerper van het apparaat is onder gedoken, onvindbaar. Hij schijnt hevig teleurgesteld te zijn en heeft het ap-paraat verborgen. Het schijnt eenvoudig niet mogelijk te zijn om deze geweldige uitvinding zonder commercie en belastingen tot nut van de mensheid te laten zijn!...
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

En als je dan weet dat de energieproblematiek op aarde zo langzaam aan kritiek werd, dan kan je wel begrijpen hoe idioot men bezig was".
" Dit slaat toch weer alles", verzuchtte Meik." Hoe kunnen ze zo dom zijn?"..
" Tja Meik", verzuchtte Breg." Waar hebzucht en macht toe leiden, het is onvoorstelbaar! Snap je nu ook dat wij het zat waren? We wilden gewoon deze bizarre troep verlaten. Op aarde zijn ze razend dat we er tussenuit geknepen zijn maar ze kunnen er niets aan doen. En ons interesseert het niet meer".
" Ik vind het een knappe prestatie dat jullie er ongehinderd vandoor konden gaan", zei Meik." Hoe hebben jullie dat in godsnaam ongestraft geflikt? Voor aardse begrippen is dit toch een ongehoorde kapitaalsvernietiging?"
" Klopt. Het was ook een groot probleem om dit te organiseren.
Er was een klein groepje mensen die ervan wist. We hebben er natuurlijk jaren over gesproken en georganiseerd. Alles in het diepste geheim. We waren natuurlijk al met allerlei proeven bezig in de ruimte. Ook hadden we een aardige oplossing gevonden voor het grootste probleem, de zwaartekracht. We wisten dat dit niet goed was voor het lichaam op de lange duur. Daarom is het ook nuttig om jullie ervaringen op medisch gebied te delen ".
" Natuurlijk", zei Meik," maar ga door".
" Op een zeker moment hebben we een enquête gehouden onder de duizenden mensen die op het ruimtestation werkten. We wisten al, ons groepje, dat velen het naar de zin hadden ver weg van de aardse problemen. In die enquête stelden we voor dat we een reisje zouden maken, voor proef, gedurende enkele dagen.
Diegenen die zin hadden konden mee. We kenden dus door de enquête de personen die mee wilden...
We hadden het zo gepland dat het tijdens de feestdagen zou zijn. Dan zou er de traditionele uitwisseling van familieleden zijn. De personen die meewilden hebben we ingelicht over onze plannen.
En geloof het of niet, ze wilden vrijwel allemaal mee, ondanks het feit dat het geen reisje zou zijn maar voor altijd!
We konden het zo regelen met de taxi naar aarde, dat de familie naar het ruimteschip kwam en de nee
stemmers keerden in de taxi terug naar hun familie om de feestdagen op aarde door te brengen.
Zodra de taxi de deuren dicht had hebben we de motoren ontstoken en zijn er als een speer vandoor gegaan".
" Maar", zei Meik," de aardse familie die aan boord gekomen was wist er na-tuurlijk niets van, neem ik aan"...
" Inderdaad. Maar we hadden de deelnemers gevraagd of ze zich realiseerden dat hun families erachter zouden staan en vrijwel allemaal wisten ze dat zeker. En vergeet ook niet dat het op aarde geen pretje meer was"...
" Ja, dat zijn ook belangrijke factoren", zei Meik." Vertel me eens Breg, wat voelde je toen je de aarde zag verdwijnen?"
" We hebben met zijn allen staan kijken, allemaal met tranen in de ogen. Het was bijzonder emotioneel, een ervaring die uiteraard niemand ooit beleefd had. En we hebben ons afgevraagd waarom dit toch moest gebeuren. Onze mooie fantastische aarde, zo verziekt door de mensheid terwijl het zo mooi had kunnen zijn! Sinds de mens bestaat heeft hij zich afgevraagd wie of wat alles stuurt. Hij kwam er nooit achter, afgezien van de godsdiensten. Die konden ook de mens niet redden. Ook wij hier weten niet wie of wat ons stuurt maar we weten wel, dat de natuur bijna alles regelt. En op de lange termijn kan je dat bijna in alle opzichten veranderen, maar de mens moest met zijn bizarre gedrag alles verzieken ondanks de mensen die het goed wilden en inzagen dat dit ook kòn. Maar ze waren in de minderheid. Zoals ik al eens zei, als ons schip lang kan blijven bestaan en als misschien onze nazaten ooit eens terugkeren op aarde, misschien is er dan weer hoop. Misschien is dit het leerproces van de mens om tot het goede te komen. Ik weet het niet! Ik weet wel, dat we nu in perfecte vrede leven zonder dwang en angst en dat bevalt ons allen heel goed. En jullie komst is voor ons een zeer prettig intermezzo".
Ze zwegen beiden en staarden enige tijd voor zich uit.
Meik voelde gewoon de goedheid van dit mens over zich heenkomen. Ondanks het feit dat ieder aan boord van deze kunstmatige aarde gelijk was voelde hij toch dat dit de grote leider was. Zo kalm en rustig, zo vol wijsheid.
Leider, zonder het te willen zijn. Een groots mens.
Meik pakte zijn hand in beide handen en hij keek hem even strak aan. " Beste vriend", sprak hij," in deze korte tijd ben ik je zo gaan waarderen. Ik vind je eenvoudig een fantastisch mens".
En hij boog even zijn hoofd voor hem.
" Mijn beste Meik", sprak Breg," wij beiden weten hoe het moet, het leven. Was dat maar met meer mensen zo, buiten onze bemanningen. Ik heb ook een grote waardering voor jullie. Na zo een lange tijd in de ruimte en jullie zijn nog zo normaal. Daar leren wij weer van. We weten nu dat een lang verblijf in de ruimte de mens niet hoeft te veranderen. Jullie zijn het tastbare bewijs. Wat jij voelt, voel ik ook."
" Ach Breg, wij hebben altijd in samenspraak met elkaar getracht normaal te blijven doen en dat lukte gewoon. Misschien ook wel omdat we geen geldzaken hadden op ons schip".
" Gelukkig hebben wij dat ook niet. Wij zijn er wel achter, dat bezit geen geluk brengt. We hebben het aardse verleden grondig bestudeerd en met complexe computerprogramma’s geanalyseerd. De gehele historie van alle volkeren die op aarde geleefd hebben. Dat is toch weer het voordeel van de technologie en we zijn, met we bedoel ik ons groepje die deze reis aangevangen hebben, tot de conclusie gekomen dat de mens altijd weer in zijn oude fouten terugvalt. Het is zo bizar. En in vroeger tijden ging het nog wel maar in deze eeuw zijn de aantallen mensen zo gegroeid en het ging zo snel, dat de belasting van de natuur te groot werd met alle kwalijke gevolgen van dien. Dat is het grote verschil met de oude tijden....
deka
Puntenslijper
Puntenslijper
Berichten: 39
Lid geworden op: 22 feb 2011 22:55

De belasting door de technologie, de mensenmassa en het gebrek aan aardse grondstoffen. In korte tijd opgesoupeerd door de technologische mens. En ik vind het zo ongelooflijk belangrijk dat we elkaar ontmoet hebben want dat bewijst eens te meer, dat men dertig jaar terug ook al met de handen in het haar zat hoe het nu verder moest. Anders had men jullie er niet op uit gestuurd. En weet je mijn beste Meik, hoeveel onderzoek we hebben gedaan naar het menselijk gedrag? Daar heb je geen notie van! Vanwege ons werkterrein, de universiteit, hadden we alle mogelijkheden om dit te doen. Computerprogramma’s gericht op het menselijk gedrag, alles hebben we bestudeerd. Van mensen overal ter wereld, ook van vroeger. En het werd steeds beroerder. De grote woonblokken van deze eeuw. Het gedrag van die mensen was zo verarmd. In feite is een mens een sociaal wezen, dat ligt gewoon vast. Maar toch vereenzaamden velen met hun heilige privacy en hun kapsones. Het werd steeds erger. En men dacht zo veilig te zijn in zo een grote woongemeenschap, met zijn honderdduizenden mensen. Je weet het nog wel, die ramp toen de energievoorziening blokkeerde. Ze stierven als ratten met al hun kapsones en technologische hulpmiddelen. Ach, we kunnen nog zo lang praten"...
" Weet je Breg, wij hebben tijdens onze reis ook eindeloos gefilosofeerd over dit onderwerp. Daar hadden we alle tijd voor en in de ruimte. Los van alles sta je er toch anders tegenover. Het begrip vooruitgang wat zo heilig was, zo nodig, dat heeft in feite alles verziekt, denken wij...
Als je het geldsysteem analyseert zit dat ook vol fouten.
Tijdens hevige groei sloeg de balans positief door, als die groei vertraagde, maar nog wel continueerde doch langzamer, dan ging de balans al naar gelijk en met trage groei werd het al negatief. Met andere woorden, alleen in onstuimige groei was de balans positief! Tijdens stabiliteit werden de schulden van de regeringen al groter, dit was al niet goed, zakelijk gezien dus. Om die groei toch te bewerkstelligen werden aardse bronnen razendsnel opgesoupeerd in de vorige eeuw. Begin deze eeuw zakte dat wel terug, doch het kwaad was al geschied. Men kwam langzaam tot inzicht dat de aarde niet onuitputtelijk was... toen uiteindelijk de grotere volkeren op aarde tot economische welstand kwamen werd dan toch eindelijk het begrip hergebruik noodgedwongen populair, echter veel te laat.
En ik bedoel dus materiële zaken. De voedselvoorziening stagneerde, ach, je weet het allemaal"...
" Ja Meik, natuurlijk. Onze mooie aarde was een vuilnisvat geworden, ondanks alle waarschuwingen die halverwege de vorige eeuw reeds de kop opstaken. Maar goed, kan ik je nog plezieren met een fijn glas whisky?"
" Nou”, zei Meik," ik dacht net, je vraagt het nooit"....
Breg keek hem verbaasd aan." Geintje", zei Meik.
Wimme was met Coin op onderzoek door de miniaarde. Iedereen wist uiteraard van hun aanwezigheid en allen vonden ze het prachtig. Wat hun opviel was het rustige gedrag van de mensen, geen hysterisch of interessant gedoe, absoluut niemand was opdringerig. Ieder deed eenvoudig normaal. Wel waren ze allen geïnteresseerd in hun ruimtebestaan. Ze lieten zich alles uitleggen van het ecosysteem, wat uitermate interessant was. Ze raakten in gesprek met Jaan, een aardige vrouw van middelbare leeftijd. Ze bood hen aan om hen rond te leiden en alles te laten zien. Dat vonden ze prima natuurlijk.
" Maar, eh eh, Jaan, dan houden we je van je werk af", zei Coin.
" Geeft niet, ik kan zelf bepalen of ik weg kan. Niemand heeft een werkplicht. We vinden het fijn dat niemand ons hoeft aan te sporen. Tevens kent een ieder zijn verantwoording hier. En zoals je weet, we doen dit niet om iets te verdienen, in aardse begrippen. We zijn slechts bezig om te overleven. Onze grote vreugde is daar als we weer oogsten. Dat geeft zo een voldoening, daar kan niets tegenop".
" Ja, ja, ja, ja", zei Wimme op zijn eigen specifieke manier. " Wat is het ook eigenlijk simpel om gelukkig te kunnen zijn".
" In deze hele gigantische tuin", vervolgde Jaan," wordt alles simpel door mensenhanden onderhouden. Alles wat er nodig is aan theorie zit in de computer. Van alle gewassen die we hier hebben weten we alles. We kunnen simpelweg verbouwen wat we willen. Het grote voordeel wat we hier hebben is dat we onafhankelijk zijn van weersinvloeden. Elke oogst lukt dus. Tevens hebben we geen last van ziektes. Alle restanten worden ook weer voor bemesting gebruikt....
De zonnestralen, nodig voor de groei zijn ook aanwezig, opgevangen buiten het schip en eventueel versterkt. De nodige vitamines zijn er ook. Het systeem werkt werkelijk perfect.
Alle dieren zijn volledig op zichzelf aangewezen en leiden een natuurlijk leven. Het zijn natuurlijk geen dieren die gevaar opleveren voor de mens, dat zou onzinnig zijn op een ruimteschip".
" Zeg Jaan", vroeg Coin," experimenteren jullie ook nog om andere gewassen te verkrijgen?"
" Neen, absoluut niet! Dit is zelfs verboden. We willen de natuur laten zoals die is. Daar kunnen we het gemakkelijk mee doen. Het heeft eenvoudig geen nut. Op aarde zaten er altijd commerciële belangen achter, hier niet. Zo simpel is dat.
Maar ik heb aan jullie ook een vraag. Hoe hebben jullie je al die tijd in de ruimte in leven gehouden? Zonder de voorzieningen die wij hier hebben?"
" Wel", zei Wimme", wij hebben eenvoudig een gigantische voorraad van wat we noemen ruimtevoedsel. Het is allemaal sterk gecomprimeerd en volledig luchtdicht. Daarnaast natuurlijk de vitamines en ik moet zeggen, de tijd heeft de voedingswaarde niet afgebroken, we kunnen eigenlijk nog decennia verder zo.
Plaats reactie

Terug naar “De Grote Zolder”