Mijn gedachten dwalen af naar die ene dag. De dag die alles veranderde. Jarenlang heb ik meegekregen hoe hij mijn zusje heeft vernederd. Elk woord was bedoeld haar pijn te doen, elke vuistslag die tegen haar lijf belandde was gevuld met zijn haat tegen haar. Lang had ik me afgevraagd waarom hij zo'n haat tegen haar had, maar een antwoord had ik nog niet gevonden. Het was niet mijn bedoeling om de daad te plegen. Natuurlijk had ik er vaker aan gedacht. Elke keer als ik het gegil hoorde vanuit mijn kamer kwam de gedachte in me op, maar nooit durfde ik iets te ondernemen. Al was het maar een simpel woord als 'stop' zeggen.
Maar op die dag toen ik na een zware dag thuis kwam en weer gegil hoorde vanuit de kamer kon ik niet meer nadenken. Haar woorden vervuld van angst en verdriet. Ik liep door het huis, zoekende naar de plaats waar ik mijn vader en zusje aan zou treffen. Ik stopte bij de kelder. Het geluid kwam daar vandaan, en ik hoorde nu hoe mijn vader haar sloeg. Het harde geluid van de riem die tegen haar lichaam aan kwam kon je door het hele huis horen. Opeens stond ik op en liep naar de keuken.
Trillend van de adrenaline zag ik het grote keukenmes. Snel pakte ik het en liep terug naar de kelder. Alweer het geluid van harde slagen en het harde stemgeluid van mijn vader. 'Kutkind, God heeft een grote fout gemaakt toen hij je op deze wereld heeft gezet!'. Zijn woorden gingen niet meer uit mijn hoofd. In paniek pakte ik het mes nog steviger vast en liep de trap af de kelder in, en trof daar mijn vader halfnaakt met mijn zusje aan, die mij vol angst met rood behuilde ogen aankeek.
Dit is mijn 2e verhaal hier. Dit verhaal is niet op waarheid berust, maar het is een onderwerp waar ik vaak over nagedacht heb, en probeer me op deze manier in te leven in de situatie waarin zo'n persoon dan zit. Ik zou graag wat meningen willen horen, en of ik nog een vervolg moet maken of niet
