scout cruiser Draco [Battlestar Galactica]
Geplaatst: 08 okt 2011 14:34
deel 43
scout cruiser Draco
De Tawaret behoorde tot dezelfde klasse als de Draco. De kapitein ervan was zelfs een goede bekende van Dalum geweest. Samen hadden ze de academie doorlopen. Nu hield hij het logboek van de Taware in zijn handen. De ene laatste aantekening was door een andere officier gemaakt, die het bevel op zich had genomen. Hij had slechts kort van zijn nieuwe commando kunnen genieten. De vriend van Dalum was al tijdens het eerste treffen met de Cylons gesneuveld. De nieuwe commandant had ergens de tijd weten te vinden om het op te schrijven voor hij korte tijd later aan deze illustere rij kon worden toegevoegd door een ander handschrift van vermoedelijk zijn opvolger, maar meer had deze persoon niet in het logboek achter gelaten. Het was moeilijk te zeggen wat er was gebeurd. Al sprak het feit voor zich dat het schip tussen andere wrakken was ontdekt. De schade aan boord was onherstelbaar groot geweest. Het bergingsteam had het logboek voor hem mee genomen. De rest was bestemd voor de onverzadigbare machines aan boord van de Hermes.
"Ik denk dat de kapiteins gelijk hebben."
"Meneer?", vroeg de XO.
Dalum draaide zich om.
"Het wordt tijd om op zoek te gaan naar een nieuw thuis."
"Geven we de Twaalf Koloniën op, meneer?"
De kapitein staarde voor zich uit voor hij knikte. Ze besefte hoeveel moeite het hem moest hebben gekost om dit besluit te nemen. Het ging namelijk tegen alles in wat elke officier binnen de koloniale marine werd geleerd.
"Stuur een bericht naar de Terminus. Ik wil het konvooi herenigen voor een lange reis."
"Waar gaan we naar toe, meneer?"
"Deze vraag kan je aan de kapiteins voorleggen, want ik heb geen enkel idee."
Ze knikte begrijpend, maar vond het tegelijk vreselijk dat de kapitein geen doel voor ogen leek te hebben.
"Komen we ooit nog terug, meneer?"
De kapitein keek haar aan. Hier kon hij haar wel antwoord op geven.
"Nee."
Het was kort en krachtig.
vrachtschip Dioscuri
Het was een oase van groen in verschillende tinten in de container. Allerlei gewassen werden er geteeld. Alles werd nu in het werk gesteld om zelfvoorzienend te zijn door meer containers vrij te maken. Een onmogelijke taak, maar ze deden hun best. Zelfs de koloniale marine, zoals Aphaea met tegenzin toegaf. Dalum had het konvooi weer weten te herenigen en toonde zich bereid om de raptors voor het welzijn van de burgers in te zetten. Het bleek echter onvoldoende te zijn om haar argwaan weg te nemen en bovendien verkeerde ze in de positie om minder dan voorheen afhankelijk te zijn van de militairen. Aphaea was van plan om hen dat ook te laten voelen.
scout cruiser Draco
"Wat bedoel je met onze hulp afgewezen?", vroeg Dalum op een nauwelijks beheerste toon.
De commandeur zag zijn goede bedoelingen meteen op de eerste dag al door de burgers gedwarsboomd.
"De kapiteins vinden het een beter plan als wij onze raptors inzetten voor de beveiliging van het konvooi. De auxiliary cruiser heeft gemeld zelf al over een paar raptors te beschikken."
"Kan je duidelijker zijn over het aantal raptors dat ze hebben?"
"Nee, meneer, maar het zou me niets verbazen als het er meer dan twee zijn. We hebben na onze aankomst er drie op DRADIS gesignaleerd."
Het nieuws schokte de commandeur. De XO knikte bevestigend omdat ze vermoedde te weten waar haar meerdere aan dacht.
"Het verklaard meteen hoe ze erin slaagden om de raptor zo snel gereed voor vertrek te maken. We zagen elke keer een ander toestel vertrekken."
Het was een raadsel dat hen al langer bezig had gehouden. De competitief ingestelde militairen bleken meer tijd nodig te hebben om een raptor na een landing vliegklaar te maken, maar de burgers hadden vals gespeeld door meerdere raptors te gebruiken. Alleen gebeurde dat nooit tegelijkertijd. Ze waren op een meesterlijke wijze bedrogen.
"En de Dioscuri?"
De XO zette de radiotelegrafist meteen aan het werk en kwam al snel weer bij de tafel staan.
"Kapitein Aphaea ontkend noch bevestigd het dat ze raptors aan boord heeft, maar we vermoeden nu van wel. Hoe zouden zij aan zoveel raptors komen, meneer? Als ze..."
De commandeur legde haar met een handgebaar bruusk het zwijgen op.
"Fatum."
Hij noemde de naam alsof het een verklaring voor alles was.
"Waarom denkt u dat hij hier bij betrokken is, meneer?", vroeg Anja.
"Om dezelfde reden als jij."
Ze zweeg gelaten. Fatum had zich in het verleden al bereid getoond om meer risico te nemen dan zij acceptabel vonden en hij kende de locaties van door hen ontdekte wrakken.
"Commandeur, ze hebben voor ons ook de locatie van een aantal oorlogsschepen."
"Haal Fatum erbij."
"Meneer?"
"Roep de 115 op en vraag kapitein Dagba om Fatum."
"Denkt u dat hij komt?"
"Als we het beleefd vragen wel."
scout cruiser Draco
De Tawaret behoorde tot dezelfde klasse als de Draco. De kapitein ervan was zelfs een goede bekende van Dalum geweest. Samen hadden ze de academie doorlopen. Nu hield hij het logboek van de Taware in zijn handen. De ene laatste aantekening was door een andere officier gemaakt, die het bevel op zich had genomen. Hij had slechts kort van zijn nieuwe commando kunnen genieten. De vriend van Dalum was al tijdens het eerste treffen met de Cylons gesneuveld. De nieuwe commandant had ergens de tijd weten te vinden om het op te schrijven voor hij korte tijd later aan deze illustere rij kon worden toegevoegd door een ander handschrift van vermoedelijk zijn opvolger, maar meer had deze persoon niet in het logboek achter gelaten. Het was moeilijk te zeggen wat er was gebeurd. Al sprak het feit voor zich dat het schip tussen andere wrakken was ontdekt. De schade aan boord was onherstelbaar groot geweest. Het bergingsteam had het logboek voor hem mee genomen. De rest was bestemd voor de onverzadigbare machines aan boord van de Hermes.
"Ik denk dat de kapiteins gelijk hebben."
"Meneer?", vroeg de XO.
Dalum draaide zich om.
"Het wordt tijd om op zoek te gaan naar een nieuw thuis."
"Geven we de Twaalf Koloniën op, meneer?"
De kapitein staarde voor zich uit voor hij knikte. Ze besefte hoeveel moeite het hem moest hebben gekost om dit besluit te nemen. Het ging namelijk tegen alles in wat elke officier binnen de koloniale marine werd geleerd.
"Stuur een bericht naar de Terminus. Ik wil het konvooi herenigen voor een lange reis."
"Waar gaan we naar toe, meneer?"
"Deze vraag kan je aan de kapiteins voorleggen, want ik heb geen enkel idee."
Ze knikte begrijpend, maar vond het tegelijk vreselijk dat de kapitein geen doel voor ogen leek te hebben.
"Komen we ooit nog terug, meneer?"
De kapitein keek haar aan. Hier kon hij haar wel antwoord op geven.
"Nee."
Het was kort en krachtig.
vrachtschip Dioscuri
Het was een oase van groen in verschillende tinten in de container. Allerlei gewassen werden er geteeld. Alles werd nu in het werk gesteld om zelfvoorzienend te zijn door meer containers vrij te maken. Een onmogelijke taak, maar ze deden hun best. Zelfs de koloniale marine, zoals Aphaea met tegenzin toegaf. Dalum had het konvooi weer weten te herenigen en toonde zich bereid om de raptors voor het welzijn van de burgers in te zetten. Het bleek echter onvoldoende te zijn om haar argwaan weg te nemen en bovendien verkeerde ze in de positie om minder dan voorheen afhankelijk te zijn van de militairen. Aphaea was van plan om hen dat ook te laten voelen.
scout cruiser Draco
"Wat bedoel je met onze hulp afgewezen?", vroeg Dalum op een nauwelijks beheerste toon.
De commandeur zag zijn goede bedoelingen meteen op de eerste dag al door de burgers gedwarsboomd.
"De kapiteins vinden het een beter plan als wij onze raptors inzetten voor de beveiliging van het konvooi. De auxiliary cruiser heeft gemeld zelf al over een paar raptors te beschikken."
"Kan je duidelijker zijn over het aantal raptors dat ze hebben?"
"Nee, meneer, maar het zou me niets verbazen als het er meer dan twee zijn. We hebben na onze aankomst er drie op DRADIS gesignaleerd."
Het nieuws schokte de commandeur. De XO knikte bevestigend omdat ze vermoedde te weten waar haar meerdere aan dacht.
"Het verklaard meteen hoe ze erin slaagden om de raptor zo snel gereed voor vertrek te maken. We zagen elke keer een ander toestel vertrekken."
Het was een raadsel dat hen al langer bezig had gehouden. De competitief ingestelde militairen bleken meer tijd nodig te hebben om een raptor na een landing vliegklaar te maken, maar de burgers hadden vals gespeeld door meerdere raptors te gebruiken. Alleen gebeurde dat nooit tegelijkertijd. Ze waren op een meesterlijke wijze bedrogen.
"En de Dioscuri?"
De XO zette de radiotelegrafist meteen aan het werk en kwam al snel weer bij de tafel staan.
"Kapitein Aphaea ontkend noch bevestigd het dat ze raptors aan boord heeft, maar we vermoeden nu van wel. Hoe zouden zij aan zoveel raptors komen, meneer? Als ze..."
De commandeur legde haar met een handgebaar bruusk het zwijgen op.
"Fatum."
Hij noemde de naam alsof het een verklaring voor alles was.
"Waarom denkt u dat hij hier bij betrokken is, meneer?", vroeg Anja.
"Om dezelfde reden als jij."
Ze zweeg gelaten. Fatum had zich in het verleden al bereid getoond om meer risico te nemen dan zij acceptabel vonden en hij kende de locaties van door hen ontdekte wrakken.
"Commandeur, ze hebben voor ons ook de locatie van een aantal oorlogsschepen."
"Haal Fatum erbij."
"Meneer?"
"Roep de 115 op en vraag kapitein Dagba om Fatum."
"Denkt u dat hij komt?"
"Als we het beleefd vragen wel."