Re: Verboden Kind
Geplaatst: 15 jun 2012 14:53
Ik wilde eens een proloog proberen en al schrijvend de geschiedenis van deze wereld een beetje uitwerken... Wat vinden jullie ervan?
Dit moet lukken...
Hij staart naar de versmeltingscabine waarin het gebeurt. Dit is de enige van de tien cabines die ze kunnen bemannen, voor de anderen is geen personeel meer. Deze ene cabine is de laatste kans op redding die ze hebben.
Haar herinneringen zijn vaag. Ze slaapt niet, ze waakt niet.
Tot nu toe verloopt het experiment goed. Hij hoort de woedende menigte op het plein en rilt.
Ze voelt geen pijn, ze voelt verandering. Onwennig beweegt ze haar lijf.
Het beweegt! Eindelijk, bijna is het zover. Eindelijk zal hij iets hebben om de menigte buiten te kalmeren.
Wat is er anders? Er klopt iets niet. Er is iets mis met haar, maar wat?
Hij, professor Kidek, zal met dit laatste experiment de mens redden. Hij is ontdekker, hij is wetenschapper. Tientallen soortgelijke experimenten zijn mis gegaan maar deze zal goedgaan, zo houdt hij zichzelf voor. Deze mag niet fout gaan en deze zal niet fout gaan. Zijn laatste medewerkers hebben gedreigd ermee te stoppen als dit opnieuw op niets uitloopt. Of hoe verwoorden ze dat zo mooi? "Wij werken niet meer mee aan moord, dan zitten we nog liever voor altijd vast in deze door jullie gecreëerde gevangenis." Hij glimlacht, hoe kan je tijdens een experiment nu een moord plegen? Daarbij was dit niet eens een echt mens maar dat kan hij hen niet vertellen. Dan zou het duidelijk worden hoeveel regels hij in het verleden genegeerd had om te proberen de enige vrouw waar hij ooit iets voor gevoeld had te redden.
Hij staat op en loopt naar het raam om zo het verleden weg te vagen uit zijn gedachten. Het doet er niet meer toe. Hij kijkt neer op de demonstrerende menigte beneden. Wat heeft hij een hekel aan dat gepeupel! Ze snappen helemaal niets van wat hij probeert te doen.
Hij ziet sommigen met een infuusrugzak rondlopen. 'Kinderen van de wereld' worden ze genoemd. Mensen die zelfs het anti-allergische voedsel niet meer verdragen en daardoor gedwongen worden te leven van hun eigen bloed. Bloed wat geleverd wordt door menselijke klonen die in immense laboratoria overal op de aarde gehouden worden. De klonen zijn aangesloten op zogenaamde verrijkingsmachines die het bloed van deze menselijke replica's volpompen met alles wat de 'Kinderen van de wereld' nodig hebben om te blijven leven.
Maar hij heeft een oplossing gevonden voor al hun problemen. Als de uitslag van dit experiment naar buiten komt zullen ze allemaal gek worden van vreugde en Kidek snapt waarom. Dan zullen ze de vrijheid terug krijgen die hun voorouders hadden gehad, niet langer aan huis gebonden door hun allergieëen. Hij heeft het laatste stukje van de puzzel gevonden waardoor het combineren van sterke dierlijke genen met de verzwakte menselijke genen mogelijk wordt. Nog één maand heeft hij nodig om zijn experiment af te ronden, hij hoopt dat de demonstranten tot die tijd buiten blijven. Het proces wat hij in gang gezet heeft mag op geen enkele manier verstoord worden.
Ze is moe, zo ontzettend moe. Een fel licht schijnt in één van haar ogen. Het verdwijnt en even later schijnt het in haar andere oog. Verontwaardigd probeert ze haar hoofd weg te draaien, maar ze is te zwak. Langzaam glijdt ze weer weg in een toestand die geen waken en geen slapen is.
Hij knipt het lampje uit en doet een stap achteruit. Vol trots kijkt hij naar zijn experiment. Na veertien dagen in de versmeltingscabine is het losgekoppeld en overgebracht naar een observatieruimte. Hij kijkt hoe het reageert op de nieuwe omgeving. Alles lijkt goed te gaan.
Langzaam komen de dromen, en met de dromen de herinneringen. Ze herinnert zich haar vader die bemoedigend naar haar lacht. Ze herinnert zich de vleermuis in de kooi. Het beest dat haar een nieuw leven zou geven. Ondanks dat het diertje steriel was opgekweekt en in een luchtdichte kooi met goede afzuiging zat had ze heftig moeten niezen zodra ze in de buurt kwam en haar huid had gejeukt. Haar vader had uitgelegd dat er altijd iets zou ontsnappen. Ze herinnert zich de angst en de warmte die daarna kwam. Er was geen pijn geweest en de jeuk was verdwenen. Dan wordt alles vaag. Alleen de warmte en het gevoel dat er iets niet klopt aan haar lichaam blijft.
Het proefobject wordt snel sterker. Het is vaak wakker en staart dan naar het plafond. De neurologische activiteiten zijn prima. Nog één week en hij kan het resultaat presenteren. De demonstranten buiten worden steeds luidruchtiger, hij hoopt dat ze hem tijd geven en dat ze de genialiteit van zijn vondst zullen inzien.
Ze ligt op haar zij in een bed. De kamer kent ze niet. Het is er kaal met niets anders dan het ziekenhuisbed waar ze op ligt. Alle wanden hebben dezelfde vaalgrijze kleur. Het ruikt er vreemd. De lucht komt haar vaag bekend voor maar ze kan zich niet meer herinneren waarvan. Ze staart naar haar hand. Langzaam dringt het tot haar door wat ze ziet. Korte zwarte haren bedekken de rug van haar hand. Langzaam draait ze hem om, haar handpalm is kaal maar op haar polsen groeien wat langere licht golvende haren. Langzaam glijdt haar blik over haar onderarm. Nu snapt ze waarom haar lichaam anders voelt. Zodra ze beweegt wrijven al die haren over elkaar wat een vreemd kriebelend gevoel veroorzaakt.
Af en toe komt haar vader naar haar kijken maar hij lijkt haar niet te herkennen, ze denkt dat het door het haar komt. Ze moet er vast onherkenbaar uitzien. Ze zegt geen woord tegen hem, heeft niet genoeg energie om haar mond open te doen. Ze probeert te bevatten wat er is gebeurd. Ze leeft en ze heeft een vacht, dus het experiment moet gelukt zijn.
Ze glijdt met haar hand langs haar rug en ontdekt een enorme bobbel over de hele lengte. Voorzichtig gaat ze eroverheen. Die had er niet gezeten voordat het experiment begonnen was. Ze herinnert zich de vleermuis. Is alles gelukt? Zijn de vacht en de bobbel op haar rug daar het bewijs van? Het bewijs dat de versmelting met het beestje gelukt is?
"We willen weten hoe ver u bent professor." Twee priemende blauwe ogen kijken de magere man in de witte labjas strak aan. Kidek herkent de man die voor hem staat als de leider van de demonstranten. Hij laat zichzelf de Priester noemen. Hij preekt over verlossing van de labjassen en is een charismatische leider. Gevaarlijk door zijn rotsvaste vertrouwen dat wetenschappers de personificatie van het kwaad zijn en de man is in staat de onvrede die heerst onder het gepeupel op te zwepen tot een waanzinnige woede. De enige reden waarom hij en zijn trouwe groep volgelingen het laboratorium nog niet aangevallen hebben was de hoop die het experiment van Kidek bij hen oproept. Dat kleine beetje hoop op een beter leven weerhield hen er nu nog van de bestorming in te zetten zoals bij een aantal laboratoria al gebeurd was.
"We willen weten of het het waard is dat we wachten, of dat onderzoek van jou nog ergens heen gaat."
"Nog vijf dagen en dan nodig ik u en een delegatie van wie u er ook maar bij wilt hebben uit om te komen kijken naar het resultaat." De Priester fronst.
"Waarom moeten we nog langer wachten? We zijn het wachten moe." De man leunt dreigend naar voren maar houdt zijn gezicht strak. Het uitdrukkingsloze gezicht en de starende ogen maken de professor nerveus.
"Het proefobject is nog niet sterk genoeg. Als u nog vijf dagen geduld heeft kan ik u met zekerheid vertellen of alles goed gegaan is en of er nog risico's zijn." Kidek zwijgt en wendt zijn blik af van de Priester. Deze kijkt onderzoekend naar het gezicht van de professor en knikt uiteindelijk.
"Tot over vijf dagen, maar dan geen excusen meer." De Priester draait zich om en laat een opgeluchte professor achter in het laboratorium.
Het proefobject is sterk nu. Het loopt rondjes door de observatiekamer. Het heeft alleen de stem nog niet gebruikt. Het hele traject verloopt sneller dan hij gedacht had.
Hij staat voor de doorzichtige observatiewand en kijkt naar zijn creatie. Het lijkt eindelijk niet meer op de enige mens waar hij ooit van gehouden had. Hij had het de bobbels zien aanraken. En hij heeft het proefobject getest. Allerlei allergenen heeft hij in de kamer gespoten maar het heeft nergens op gereageerd. Het is wonderbaarlijk! Zelfs een flinke dosis graspollen kunnen het niet schaden. Hij, professor Kidek, had het raadsel opgelost!
Ze voelt nog eens aan haar rug. Ze voelt dat ze er spieren kan spannen en ontspannen die ze eerder niet had. Ook haar benen voelen anders. Aan de buitenkant van haar kuiten zitten vreemde bobbels. Er is een manier om ze te gebruiken, maar ze kan nog niet vinden hoe. Haar grote droom over onbeperkte vrijheid zou waarheid worden, precies zoals hij beloofd had. Die droom heeft iets met die bobbels te maken maar ze weet niet meer goed wat.
Nog drie dagen, hij begon zich zorgen te maken. Hij wil weten of de extra's die het gekregen heeft ook werken maar hij kan het niet dwingen. Als hij dat doet zou dat het experiment wel eens geestelijk kunnen ruïneren en dan is hij nergens. Niemand zal tenslotte een sterk lichaam willen als je daar geestelijk van kapot gaat.
Ze weet het! Hoe het werkt! Ze voelt hoe het moet!
Hij schrikt. Hij is nog nooit ergens van geschrokken maar nu struikelt hij achteruit en valt op de grond. De hele observatieruimte voor hem is plots gevuld met kleuren. Het ene moment was daar het experiment, het volgende moment was er één grote kleurexplosie. Hij kan het niet meer zien. Als alles nog maar goed is! Snel springt hij op en rent naar de deur. De deur reageert onmiddellijk op zijn toegangs-chip en klapt voor hem open. Hij struikelt naar binnen en blijft met open mond van verbazing staan. Het versmeltingsproces is beter gelukt dan hij had durven dromen!
Ze voelt zich sterk. De explosie van energie in haar lichaam die het openklappen van haar vleugels teweeg heeft gebracht geeft haar een gevoel van kracht wat ze nooit eerder heeft gehad. Ze geniet terwijl ze haar vleugels strekt. Ze kijkt opzij naar de prachtige kleuren. Haar vader had een wonder verricht! Nu kon ze zo vrij zijn als de vogels die ze alleen op film gezien had. Ze moet alleen nog uit deze kamer. Ze herinnert zich nu ook wat de vreemde geuren betekenden. Een allergietest! En als de sterkte van de geuren iets te betekenen hadden was het een zware test geweest. Ze heeft nergens last van gehad. Niet het allerkleinste rode plekje of tranende ogen. Niets. Ze heeft zichzelf nog nooit zo gezond, vol zelfvertrouwen en levend gevoeld als nu.
Vol ontzag staart hij naar zijn creatie. Het lijkt niet door te hebben dat hij in de kamer is. Het bewondert de eigen vleugels, of eigenlijk die van de vleermuis, maar door het mixen van de genen hadden de eigenschappen van de vleermuis die hij had willen behouden een menselijk tintje gekregen. Dit was wonderbaarlijk! Een stuk van de genenpuzzel die tot nu toe puur theoretisch was geweest was voor zijn ogen opgelost. Eén theorie bevestigt, de rest was vanaf vandaag verworpen.
Hij had van tevoren geweten dat het combineren van een geheel behaard wezen met een wezen dat hier en daar nog haar had slechts kon leiden tot een nieuw, behaard, soort mens. Maar die vleugels...
Het is grootste ontdekking in de menselijke geschiedenis! Zijn hele experiment is de grootste ontdekking van de mensheid! Het proefobject kijkt op en lijkt hem eindelijk te zien.
"Pap! Het is je gelukt. Kijk eens wat mooi!"
Plotseling is hij omhuld door een waas van kleur en hij voelt warme harige armen om zijn nek. Het experiment praat tegen hem. Het noemt hem "pap". Hij gruwelt van dat woord. Nee, hij was geen vader. Jaren geleden was hij getrouwd geweest. Zijn vrouw was zwanger geworden maar het kind was veel te vroeg geboren. Maanden hadden ze in het ziekenhuis doorgebracht maar uiteindelijk had het kind het niet gered. Zijn vrouw was eraan kapot gegaan. Nog geen jaar na de geboorte van het kind was ze overleden aan een infectie waar ze weigerde tegen te vechten. Hij had alles gedaan wat hij kon om haar te helpen maar het was te weinig geweest. Kidek duwt zijn nog altijd sterke gevoelens van machteloosheid terug naar de spelonken in zijn geest waar ze thuis horen. Hij had haar niet kunnen redden, maar misschien, als het deze keer goed ging, hoefde het niemand anders meer te overkomen...
Dit moet lukken...
Hij staart naar de versmeltingscabine waarin het gebeurt. Dit is de enige van de tien cabines die ze kunnen bemannen, voor de anderen is geen personeel meer. Deze ene cabine is de laatste kans op redding die ze hebben.
Haar herinneringen zijn vaag. Ze slaapt niet, ze waakt niet.
Tot nu toe verloopt het experiment goed. Hij hoort de woedende menigte op het plein en rilt.
Ze voelt geen pijn, ze voelt verandering. Onwennig beweegt ze haar lijf.
Het beweegt! Eindelijk, bijna is het zover. Eindelijk zal hij iets hebben om de menigte buiten te kalmeren.
Wat is er anders? Er klopt iets niet. Er is iets mis met haar, maar wat?
Hij, professor Kidek, zal met dit laatste experiment de mens redden. Hij is ontdekker, hij is wetenschapper. Tientallen soortgelijke experimenten zijn mis gegaan maar deze zal goedgaan, zo houdt hij zichzelf voor. Deze mag niet fout gaan en deze zal niet fout gaan. Zijn laatste medewerkers hebben gedreigd ermee te stoppen als dit opnieuw op niets uitloopt. Of hoe verwoorden ze dat zo mooi? "Wij werken niet meer mee aan moord, dan zitten we nog liever voor altijd vast in deze door jullie gecreëerde gevangenis." Hij glimlacht, hoe kan je tijdens een experiment nu een moord plegen? Daarbij was dit niet eens een echt mens maar dat kan hij hen niet vertellen. Dan zou het duidelijk worden hoeveel regels hij in het verleden genegeerd had om te proberen de enige vrouw waar hij ooit iets voor gevoeld had te redden.
Hij staat op en loopt naar het raam om zo het verleden weg te vagen uit zijn gedachten. Het doet er niet meer toe. Hij kijkt neer op de demonstrerende menigte beneden. Wat heeft hij een hekel aan dat gepeupel! Ze snappen helemaal niets van wat hij probeert te doen.
Hij ziet sommigen met een infuusrugzak rondlopen. 'Kinderen van de wereld' worden ze genoemd. Mensen die zelfs het anti-allergische voedsel niet meer verdragen en daardoor gedwongen worden te leven van hun eigen bloed. Bloed wat geleverd wordt door menselijke klonen die in immense laboratoria overal op de aarde gehouden worden. De klonen zijn aangesloten op zogenaamde verrijkingsmachines die het bloed van deze menselijke replica's volpompen met alles wat de 'Kinderen van de wereld' nodig hebben om te blijven leven.
Maar hij heeft een oplossing gevonden voor al hun problemen. Als de uitslag van dit experiment naar buiten komt zullen ze allemaal gek worden van vreugde en Kidek snapt waarom. Dan zullen ze de vrijheid terug krijgen die hun voorouders hadden gehad, niet langer aan huis gebonden door hun allergieëen. Hij heeft het laatste stukje van de puzzel gevonden waardoor het combineren van sterke dierlijke genen met de verzwakte menselijke genen mogelijk wordt. Nog één maand heeft hij nodig om zijn experiment af te ronden, hij hoopt dat de demonstranten tot die tijd buiten blijven. Het proces wat hij in gang gezet heeft mag op geen enkele manier verstoord worden.
Ze is moe, zo ontzettend moe. Een fel licht schijnt in één van haar ogen. Het verdwijnt en even later schijnt het in haar andere oog. Verontwaardigd probeert ze haar hoofd weg te draaien, maar ze is te zwak. Langzaam glijdt ze weer weg in een toestand die geen waken en geen slapen is.
Hij knipt het lampje uit en doet een stap achteruit. Vol trots kijkt hij naar zijn experiment. Na veertien dagen in de versmeltingscabine is het losgekoppeld en overgebracht naar een observatieruimte. Hij kijkt hoe het reageert op de nieuwe omgeving. Alles lijkt goed te gaan.
Langzaam komen de dromen, en met de dromen de herinneringen. Ze herinnert zich haar vader die bemoedigend naar haar lacht. Ze herinnert zich de vleermuis in de kooi. Het beest dat haar een nieuw leven zou geven. Ondanks dat het diertje steriel was opgekweekt en in een luchtdichte kooi met goede afzuiging zat had ze heftig moeten niezen zodra ze in de buurt kwam en haar huid had gejeukt. Haar vader had uitgelegd dat er altijd iets zou ontsnappen. Ze herinnert zich de angst en de warmte die daarna kwam. Er was geen pijn geweest en de jeuk was verdwenen. Dan wordt alles vaag. Alleen de warmte en het gevoel dat er iets niet klopt aan haar lichaam blijft.
Het proefobject wordt snel sterker. Het is vaak wakker en staart dan naar het plafond. De neurologische activiteiten zijn prima. Nog één week en hij kan het resultaat presenteren. De demonstranten buiten worden steeds luidruchtiger, hij hoopt dat ze hem tijd geven en dat ze de genialiteit van zijn vondst zullen inzien.
Ze ligt op haar zij in een bed. De kamer kent ze niet. Het is er kaal met niets anders dan het ziekenhuisbed waar ze op ligt. Alle wanden hebben dezelfde vaalgrijze kleur. Het ruikt er vreemd. De lucht komt haar vaag bekend voor maar ze kan zich niet meer herinneren waarvan. Ze staart naar haar hand. Langzaam dringt het tot haar door wat ze ziet. Korte zwarte haren bedekken de rug van haar hand. Langzaam draait ze hem om, haar handpalm is kaal maar op haar polsen groeien wat langere licht golvende haren. Langzaam glijdt haar blik over haar onderarm. Nu snapt ze waarom haar lichaam anders voelt. Zodra ze beweegt wrijven al die haren over elkaar wat een vreemd kriebelend gevoel veroorzaakt.
Af en toe komt haar vader naar haar kijken maar hij lijkt haar niet te herkennen, ze denkt dat het door het haar komt. Ze moet er vast onherkenbaar uitzien. Ze zegt geen woord tegen hem, heeft niet genoeg energie om haar mond open te doen. Ze probeert te bevatten wat er is gebeurd. Ze leeft en ze heeft een vacht, dus het experiment moet gelukt zijn.
Ze glijdt met haar hand langs haar rug en ontdekt een enorme bobbel over de hele lengte. Voorzichtig gaat ze eroverheen. Die had er niet gezeten voordat het experiment begonnen was. Ze herinnert zich de vleermuis. Is alles gelukt? Zijn de vacht en de bobbel op haar rug daar het bewijs van? Het bewijs dat de versmelting met het beestje gelukt is?
"We willen weten hoe ver u bent professor." Twee priemende blauwe ogen kijken de magere man in de witte labjas strak aan. Kidek herkent de man die voor hem staat als de leider van de demonstranten. Hij laat zichzelf de Priester noemen. Hij preekt over verlossing van de labjassen en is een charismatische leider. Gevaarlijk door zijn rotsvaste vertrouwen dat wetenschappers de personificatie van het kwaad zijn en de man is in staat de onvrede die heerst onder het gepeupel op te zwepen tot een waanzinnige woede. De enige reden waarom hij en zijn trouwe groep volgelingen het laboratorium nog niet aangevallen hebben was de hoop die het experiment van Kidek bij hen oproept. Dat kleine beetje hoop op een beter leven weerhield hen er nu nog van de bestorming in te zetten zoals bij een aantal laboratoria al gebeurd was.
"We willen weten of het het waard is dat we wachten, of dat onderzoek van jou nog ergens heen gaat."
"Nog vijf dagen en dan nodig ik u en een delegatie van wie u er ook maar bij wilt hebben uit om te komen kijken naar het resultaat." De Priester fronst.
"Waarom moeten we nog langer wachten? We zijn het wachten moe." De man leunt dreigend naar voren maar houdt zijn gezicht strak. Het uitdrukkingsloze gezicht en de starende ogen maken de professor nerveus.
"Het proefobject is nog niet sterk genoeg. Als u nog vijf dagen geduld heeft kan ik u met zekerheid vertellen of alles goed gegaan is en of er nog risico's zijn." Kidek zwijgt en wendt zijn blik af van de Priester. Deze kijkt onderzoekend naar het gezicht van de professor en knikt uiteindelijk.
"Tot over vijf dagen, maar dan geen excusen meer." De Priester draait zich om en laat een opgeluchte professor achter in het laboratorium.
Het proefobject is sterk nu. Het loopt rondjes door de observatiekamer. Het heeft alleen de stem nog niet gebruikt. Het hele traject verloopt sneller dan hij gedacht had.
Hij staat voor de doorzichtige observatiewand en kijkt naar zijn creatie. Het lijkt eindelijk niet meer op de enige mens waar hij ooit van gehouden had. Hij had het de bobbels zien aanraken. En hij heeft het proefobject getest. Allerlei allergenen heeft hij in de kamer gespoten maar het heeft nergens op gereageerd. Het is wonderbaarlijk! Zelfs een flinke dosis graspollen kunnen het niet schaden. Hij, professor Kidek, had het raadsel opgelost!
Ze voelt nog eens aan haar rug. Ze voelt dat ze er spieren kan spannen en ontspannen die ze eerder niet had. Ook haar benen voelen anders. Aan de buitenkant van haar kuiten zitten vreemde bobbels. Er is een manier om ze te gebruiken, maar ze kan nog niet vinden hoe. Haar grote droom over onbeperkte vrijheid zou waarheid worden, precies zoals hij beloofd had. Die droom heeft iets met die bobbels te maken maar ze weet niet meer goed wat.
Nog drie dagen, hij begon zich zorgen te maken. Hij wil weten of de extra's die het gekregen heeft ook werken maar hij kan het niet dwingen. Als hij dat doet zou dat het experiment wel eens geestelijk kunnen ruïneren en dan is hij nergens. Niemand zal tenslotte een sterk lichaam willen als je daar geestelijk van kapot gaat.
Ze weet het! Hoe het werkt! Ze voelt hoe het moet!
Hij schrikt. Hij is nog nooit ergens van geschrokken maar nu struikelt hij achteruit en valt op de grond. De hele observatieruimte voor hem is plots gevuld met kleuren. Het ene moment was daar het experiment, het volgende moment was er één grote kleurexplosie. Hij kan het niet meer zien. Als alles nog maar goed is! Snel springt hij op en rent naar de deur. De deur reageert onmiddellijk op zijn toegangs-chip en klapt voor hem open. Hij struikelt naar binnen en blijft met open mond van verbazing staan. Het versmeltingsproces is beter gelukt dan hij had durven dromen!
Ze voelt zich sterk. De explosie van energie in haar lichaam die het openklappen van haar vleugels teweeg heeft gebracht geeft haar een gevoel van kracht wat ze nooit eerder heeft gehad. Ze geniet terwijl ze haar vleugels strekt. Ze kijkt opzij naar de prachtige kleuren. Haar vader had een wonder verricht! Nu kon ze zo vrij zijn als de vogels die ze alleen op film gezien had. Ze moet alleen nog uit deze kamer. Ze herinnert zich nu ook wat de vreemde geuren betekenden. Een allergietest! En als de sterkte van de geuren iets te betekenen hadden was het een zware test geweest. Ze heeft nergens last van gehad. Niet het allerkleinste rode plekje of tranende ogen. Niets. Ze heeft zichzelf nog nooit zo gezond, vol zelfvertrouwen en levend gevoeld als nu.
Vol ontzag staart hij naar zijn creatie. Het lijkt niet door te hebben dat hij in de kamer is. Het bewondert de eigen vleugels, of eigenlijk die van de vleermuis, maar door het mixen van de genen hadden de eigenschappen van de vleermuis die hij had willen behouden een menselijk tintje gekregen. Dit was wonderbaarlijk! Een stuk van de genenpuzzel die tot nu toe puur theoretisch was geweest was voor zijn ogen opgelost. Eén theorie bevestigt, de rest was vanaf vandaag verworpen.
Hij had van tevoren geweten dat het combineren van een geheel behaard wezen met een wezen dat hier en daar nog haar had slechts kon leiden tot een nieuw, behaard, soort mens. Maar die vleugels...
Het is grootste ontdekking in de menselijke geschiedenis! Zijn hele experiment is de grootste ontdekking van de mensheid! Het proefobject kijkt op en lijkt hem eindelijk te zien.
"Pap! Het is je gelukt. Kijk eens wat mooi!"
Plotseling is hij omhuld door een waas van kleur en hij voelt warme harige armen om zijn nek. Het experiment praat tegen hem. Het noemt hem "pap". Hij gruwelt van dat woord. Nee, hij was geen vader. Jaren geleden was hij getrouwd geweest. Zijn vrouw was zwanger geworden maar het kind was veel te vroeg geboren. Maanden hadden ze in het ziekenhuis doorgebracht maar uiteindelijk had het kind het niet gered. Zijn vrouw was eraan kapot gegaan. Nog geen jaar na de geboorte van het kind was ze overleden aan een infectie waar ze weigerde tegen te vechten. Hij had alles gedaan wat hij kon om haar te helpen maar het was te weinig geweest. Kidek duwt zijn nog altijd sterke gevoelens van machteloosheid terug naar de spelonken in zijn geest waar ze thuis horen. Hij had haar niet kunnen redden, maar misschien, als het deze keer goed ging, hoefde het niemand anders meer te overkomen...