Daar ben ik weer! Dit stuk is wat kort, het spijt me, maar ik heb momenteel nauwelijks tijd om te ademen, laat staan om te schrijven. En ik wilde per se posten want mensen, hoeveel reacties komen er plots uit de lucht vallen! o_o Thank you sooo much! *knuffelt*
@
ashleykoolen; dank je wel! Ik ben blij dat je het leuk vindt ondanks Tokio Hotel, hehe. :)
@
Semmy; ze kan het niet echt weer 'goedmaken', hè. Niet voor zichzelf in elk geval. Maar het is nog niet voorbij, wie weet wat er nog komt... ^^ Bedankt voor je reactie!
@
xIMISSYOU; de beste oplossing is vaak ook de moeilijkste, daar heb je gelijk in. Bedankt voor je complimenten! :)
@
Marlinde; het 'dat zal ik ook maar doen' betekent eigenlijk iets anders. Maar daar kom ik in een later (nog niet geschreven *kuch*) stuk nog op terug. ;) Bedankt voor je reactie!
@
Mara; je hoeft haar niet aardig vinden, zolang je haar maar begrijpt. :) Jij natuurlijk ook bedankt voor je reactie!
@
Jenna; wow, wat een reactie! :D Jij hebt flink doorgelezen, hehe. Heel erg bedankt, dat is een enorm compliment! En nee, Raquel heeft geen idee van Bill en de boom. Toen het gebeurde was ze nog in Hamburg, en ze leest geen tabloids. ;) Nogmaals bedankt!
Ahw, man. Zoveel reacties, you guys made my day. Ik zal zo snel mogelijk verder schrijven, als ik m'n statistiek gemaakt heb. ^^
Voor nu: enjoy!
~~
Bill kon zich niet herinneren ooit zo lang niet meer gezongen te hebben. Behalve misschien nadat hij aan zijn stembanden was geopereerd, maar dat telde niet echt. Toen had hij niet eens kunnen zingen, al had hij het gewild.
Nu wilde hij gewoon niet.
‘Je kwijnt weg,’ mompelde Tom bij zijn oor. Bill gaf geen antwoord, keek hem niet eens aan, maar Tom had gelijk en dat wisten ze allebei.
‘Kom op, Bill,’ ging de gitarist zachtjes verder. ‘Het is al meer dan een week geleden. Moet de volgende fase niet eens komen?’
Liefdesverdriet volgde bij de tweeling altijd een vast patroon, voor zover ze ooit zo heftig met dat gevoel in contact waren gekomen. Fase één was de verdoving, verbijstering en het verstoppen, de fase waar Bill zich al de hele tijd in bevond. Hij deed niet veel meer dan opgekruld op bed liggen, voor zich uit staren en huilen – dat laatste voornamelijk op Toms schouder. Zo onbeweeglijk als zijn lichaam was, zo druk was het in zijn hoofd. Herinneringen streden om voorrang – de ene nog pijnlijker dan de andere. Versterkt door de muziek op de achtergrond liet Bill zich meeslepen door zijn verdriet.
Fase twee was de wederopstanding. Gevoed door woede hoorde hij op te staan, zijn haren te stylen en zijn nagels te lakken. Hij hoorde alle scheldwoorden en vloeken die hij kende op het meisje los te laten, net zolang tot zijn gevoel van eigenwaarde weer op peil kwam en hij kon verkondigen dat ze zijn pijn niet waard was.
Fase drie bestond uit het bekoelen van de woede en het afsluiten van het hoofdstuk. Tom zag die fase nog niet zo snel komen, maar hoopte op de overgang naar fase twee. Dat zou betekenen dat Bill eindelijk uit zijn kamer zou komen en de huilbuien verdwenen.
Bill voelde echter nog geen sprankje woede. Overdag maakte hij zichzelf gek met de herinneringen, met
Can you feel the love tonight en met de kwellende vraag: waarom? Waarom had ze hem dit aangedaan? Waarom was hij niet genoeg voor haar geweest? Waarom had hij dat nooit beseft? ’s Avonds, als Tom de leegte van het bed kwam vullen, huilde hij de ogen uit zijn hoofd omdat hij niet wist wat hij anders met de chaos aan gevoelens kon doen. Het waren niet per se tranen van verdriet, het waren tranen van machteloosheid, van overrompeling. Bill werd elke keer weer geconfronteerd met een situatie die hij eigenlijk niet aankon.
‘Ze is het niet waard,’ zei Tom naast hem. ‘Ze is het niet waard. Begrijp je?’
Nee, dacht Bill. Hoe kon ze het niet waard zijn? Hij was nooit onzeker over zichzelf geweest, had zich zelfden iets van andermans mening aangetrokken; als kind had hij al genoeg zelfbewustzijn gehad om er als een freak bij te lopen. Kritiek kon hij hebben, haters kon hij hebben, scheldwoorden, zelfs klappen en blauwe plekken kon hij hebben.
Wat hij niet kon hebben, was omgekegeld vertrouwen. Wat hij niet kon hebben, was weten dat hij zich volledig opengesteld had met dit als resultaat. Wat hij niet kon hebben, was jarenlang wachten op echte, ware liefde en blijven zitten met het idee dat hij al die tijd gewacht had op iets dat niet voor hem bestond.
Tom geloofde niet eens in ware liefde, maar hij had wel Hannah.
Georg werd sneller verliefd dan een konijn in de lente, maar hij had wel Joëlle.
Zijn moeder had Gordon.
David had een vriendin.
Andreas had een vriendje.
Gustav en Chantal hadden niemand, maar zij waren er ook niet naar op zoek, nietwaar.
En hij?
Hij moest concluderen dat liefde niet voor hem was weggelegd. De droom was voorbij. En nu kon hij geen reden meer bedenken om uit bed te komen. Ja, de muziek; maar die scheen op de één of andere manier veel minder belangrijk nu hij niet meer wist waar hij het eigenlijk voor deed.
Roem? Geld? Plezier? Of toch als uitlaatklep voor de ideeën, wensen en verlangens waar hij nu geen plaats maar voor had? Bill was zich bewust van het feit dat hij in principe naar de zin va het leven vroeg en dat maakte het niet bepaald makkelijker.
‘Luister je überhaupt naar wat ik zeg?’ Een diepe zucht van Tom brak door zijn gedachten. “Over twee weken moeten we eigenlijk écht weer het podium op, Bill. We kunnen het niet voor eeuwig uitstellen, de wereld draait gewoon verder.’
Doe maar zonder mij, wilde Bill zeggen. Ik hoef even niet zo nodig.
‘Denk aan de fans!’ Tom gaf het nog niet op. Misschien zou zijn broertje eindelijk reageren als hij een flink slecht geweten kreeg; een achterbakse methode misschien, maar Tom had niet veel keus. Als Bill eenmaal weer in beweging kwam, ging de rest hopelijk vanzelf.
‘Kom op, Bill, denk aan de fans! Wil je hen soms teleurstellen? Zíj hebben òns nog nooit teleurgesteld. Met al die medicijnen voor je zogenaamde griep die ze ons hebben gestuurd kunnen we een apotheek beginnen. Geen grapje.’
‘Zit er ook iets bij dat helpt tegen een gebroken hart?’ mompelde Bill ondanks zichzelf. Toms woorden lieten hem niet koud, integendeel zelfs. Hij voelde zich egoïstisch en ondankbaar als hij aan de wachtende fans dacht, die al maanden stonden te popelen om het nieuwe album te horen. Hij wilde niet dat zij ook wachtten op iets dat nooit kwam, maar hij zag zo vreselijk tegen het opstaan en verdergaan op…
‘Neem een aspirine en ga optreden,’ antwoordde Tom en probeerde niet te laten doorschemeren hoe opgelucht hij was met Bills reactie. Het was behoorlijk moeilijk om tot zijn broertje door te dringen, zelfs voor hem.
‘En dan?’ vroeg Bill zacht. ‘Wat heb ik daaraan?’
‘Afleiding.’ Tom wist dat die reden niet voldoende zou zijn, dus boog hij een stukje naar voren en keek Bill indringend aan. ‘Een dóél, broertje. Daarmee heb je weer een
doel.’
Bills donkere ogen lieten de zijne niet los. Hij gaf geen hardop antwoord, maar dat had Tom ook niet meer nodig nu hij contact met Bills blik had. Hij las de onzekerheid, de lusteloosheid, de lichte wanhoop en de pijn moeiteloos uit de glans van tranen die in Bills ogen schemerde. Tegelijkertijd zag hij iets van wilskracht ontkiemen, een besluit dat aarzelend genomen werd en langzaam aan kracht leek te winnen.
De wereld riep. Tom had gelijk; hij was lang genoeg stil blijven staan, nu werd het tijd om weer in beweging te komen.
‘Ik ga maar eens douchen,’ mompelde Bill en liet zich uit bed glijden. Toegegeven, hij was eerder uit zijn opgerolde houding gekomen om te douchen, maar dat met tegenzin en flink veel dwang van Tom. Deze keer was het Bills eigen wil die zijn voeten stuurde.
Ich weiß nicht mehr, wer ich bin
Und was noch wichtig ist
Das ist alles irgendwo, wo du bist
Ohne dich, durch die Nacht
Ich kann nichts mehr in mir finden
Was hast du mit mir gemacht
Ich sehe mich immer mehr verschwinden
Ich bin nicht ich, wenn du nicht bei mir bist
Bin ich allein
Und das, was jetzt noch von mir übrig ist
Will ich nicht sein
~~
Voor de vertaling van het liedje, klik
hier.