Pagina 3 van 6

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 30 jun 2013 07:00
door P_Westdijk
-Maaike- schreef: @P_Westdijk, dank je wel weer voor je feedback! Sorry voor het lange wachten op het vervolgstukje.
Aah, eindelijk. ;-) Het verhaal wordt in ieder geval hervat en we zitten al in hoofdstuk 11. Hieronder een paar opmerkingen, maar wat ik heb gevonden, doet niets af aan het ingezonden deel.
-Maaike- schreef: ‘Noem de naam van die feeks niet in deze gezamenlijke gevangenis!’
Ik denk dat je hier cel bedoeld of het moet een hele kleine gevangenis zijn.
-Maaike- schreef: Ze wilde haar weg hebben, het liefst direct.
Ze slaat in dit geval op de hoge uitvinders, meervoud, en dan is het: ..wilden haar weg hebben..

:evil: Ik leefde helemaal toe naar de rest en dan blijkt dat ik al op de laatste regel ben beland. Heel goed gedaan. Zo hou je de aandacht van deze lezer in ieder geval vast.

Je hebt nog eens benadrukt hoe het leven daar is voor de lezer. Ik was daar blij mee, omdat in deze 'spleet' een geheel andere wereld is, met hier en daar overeenkomsten met wat mij bekend voor komt, maar toch anders. Klinkt lekker duidelijk, nu ik het eens terug lees. :P Het dialoog vond ik ook heel levendig. Verrassend zelfs, omdat er zoveel werd gezegd. Met emoties die dicht onder de huid liggen of zelfs worden getoond.

Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 07 jul 2013 20:30
door -Maaike-
@P_Westdijk, dank je wel voor je reactie ondanks het lange wachten! :D Gedurende de vakantie zal je helaas wat vaker lang moeten wachten, maar zodra ik mijn normale ritme weer heb, zal ik het weer netjes wekelijks updaten :)
---
‘Dat mormel dat hier rond stampt. Toen het klein was, was het voeden geen probleem. Zoveel kleur past er niet in zo’n klein hummeltje. En er was meer dan genoeg kleur. Alleen had het kreng hem op een dag losgelaten. Alle kleur overviel het beest, raakte buitenzinnig en zoog alles wat het tegenkwam op. En weet je wie de schuld daarvan kreeg?’
‘U?’
‘Juist ja,’ zegt Remero bitter. ‘En nu regeert ze met ijzeren hand over alles wat leeft in NoaKrania. Als het haar niet zint, laat ze het beest los. Zuigt smoesjes uit haar duim, geeft de uitvinders de schuld. Vreemdelingen horen hier niet!’
‘En ik ook niet,’ zegt Isol zacht.
‘Ja, en jij bent de enige op het moment. De rest zijn gevangenen die ze laat uitzuigen. Een voor een voedt ze ze met hoop over een uitweg. Ze verdwijnen uit Nergina en daarna vertelt ze de andere zoekers dat het helaas mislukt is. Vroeg of laat komen er nieuwe zoekers. En allemaal, geen enkele uitzondering, volgen haar als makke schapen! Ze vergeten de mislukte uitvindingen. Hoe kon een onschuldig kind zo vals worden? Alsof het beest eerst haar goedheid opzoog en daarna haar kleur. Wraak, dat was het. Ik had mijn lief moeten volgen, maar nee. Ik bleef hier, ongeschreven regels tellen het zwaarst, jongen.’
Daarna zwijgt Remero. De woorden dringen langzaam tot Isol door. Myrtha had haar naam uitgesproken, maar er was geen spoortje van angst of haat tegen de vrouw gericht. Zou het echt dezelfde persoon zijn?
‘Waarom sloot ze u op?’ vraagt Isol voorzichtig.
‘Omdat ik haar plannen wilde dwarsbomen. Vanaf het moment dat het mormel buiten kwam, probeerde ik haar en dat beest te stoppen.’
‘Is ze niet bang dat er straks niet genoeg voedsel is?’
‘Nee, jongen. Daarvoor zijn de zoekers, snap je dat dan niet? Heeft het meisje het je niet verteld dan?’
Isol staart de duisternis is. Was er maar een sprankje licht geweest, zodat Isol kon zien wie er tegenover hem zit. Dan had Remero kunnen zien dat Isol er niets van begreep. Maar er is geen licht en Isol heeft het gevoel dat er nooit meer licht in NoaKrania zal komen.
‘Ze weet meer dan ze je verteld, jongen. En jij wil de held zijn? Je kunt niet eens alle informatie lospeuteren die je nodig hebt om de chaos van een ander op te lossen.’
Isol verwacht een zacht gegniffel te horen, maar het blijft stil. Hij probeert zich te focussen op het gesprek in zijn droom. Het komt niet verder dan de lieve lach van Myrtha. Het geeft hem kriebels in zijn buik, de duisternis lijkt niet meer zo zwart en oneindig. Hij moet haar bevrijden en haar duidelijk maken ze de ware voor hem is. Hier, in zijn cel, denkt hij immers alleen maar aan haar.
‘Hoe zou jij de chaos opruimen?’ vraagt Isol uiteindelijk.
Er klinkt een diepe zucht en een lange stilte, die af en toe wordt verstoord door schuifelende voeten.
‘Jongen, mijn tijd is gepasseerd. De dagen van een glorieuze uitvinder zijn voorbij. Zelfs mijn vrienden hebben me achtergelaten. Daarnaast, ze weet alles van me.’
‘Help mij dan!’
‘Jou? Een vreemdeling? Pûh, leer jij eerst maar dat te vinden wat je nodig hebt om hieruit te komen. Geven, jongen, daarna mag je pas ontvangen.’
‘Dus als ik u hieruit help, dan helpt u mij en Myrtha naar huis te komen?’
‘Alleen echte helden, help ik.’
Daarna stokt het gesprek. Isol vermoedt dat Remero in slaap is gevallen. Uiteindelijk staat Isol op en wrijft over zijn bovenbenen heen. Stapje voor stapje volgt hij de muur met zijn hand, met zijn voeten schuift hij over de vloer, totdat hij bij de stalen deur is die hen scheidt van de buitenwereld. Hoe kan hij leren dat te vinden wat hij nodig heeft om weg te komen? In de Droomwereld zou hem dat niet zo moeilijk lijken, daar past alles zich aan naar zijn wensen. Maar hier… Hij is een schilder geen uitvinder en in deze ondoordringbare duisternis zou hij niet kunnen schilderen. Isol wrijft over het koude materiaal heen. Als hij iets zou kunnen zien, dan zou Myrtha kunnen uitleggen waar hij is. Deze plek is hopeloos! Had hij maar een bril of een lampje. Dat zou vast de hele duisternis in deze kamer verjagen. Isol glimlacht even, dat is het!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 08 jul 2013 16:59
door P_Westdijk
Weer graag gelezen. Een beladen dialoog, zo kan ik het wel omschrijven. Het zou je dochter maar wezen! Dan is kreng toch wel een passend koosnaampje. ;-) Wat ik eigenlijk mis, of beter gezegd op hoopte, was de reden hiervoor te vernemen. Waarom heeft ze een greep naar de macht gedaan? Wat heeft het haar al opgeleverd?

Hieronder een paar opmerkingen:
-Maaike- schreef: Zuigt smoesjes uit haar duim, geeft de uitvinders de schuld. Vreemdelingen horen hier niet!’
De aansluiting tussen deze zinnen... Een gedachtesprong die me even geheel ontgaat, waarom het opeens over vreemdelingen moet gaan.
-Maaike- schreef: De woorden dringen langzaam tot Isol door.
Langzaam van begrip. :P Voor mijn gevoel kan je de zin beter uitbreiden met: De betekenis van de woorden.. Anders begin ik toch een beetje aan zijn capaciteiten te twijfelen.

De laatste zin belooft de lezers veel. ;-) Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 10 aug 2013 20:33
door -Maaike-
@P_Westdijk, dank je wel weer voor de feedback! Sorry voor het lange wachten... ik bleek in de verkeerde versie te hebben gewerkt van de vakantie, dus sommige hoofdstukken liepen dubbel -.-" Maar nu klopt het weer en gaan als vanouds verder :D
---
Hij draait zich vlug om en wankelt even op zijn benen. Uit reflex steekt hij zijn handen uit om in evenwicht te blijven. Hij fluistert Remero’s naam, maar er komt geen reactie. Dan laat hij zich op zijn knieën zakken en verkend de ruimte op handen en voeten. Remero moet hier ergens zijn. Hij moet weten hoe Isol aan licht kan komen, toch?
Hij voelt een zachte zol onder zijn handen. Iets wat hem doet denken aan pantoffels van lang geleden. Heel even verbaast hij zich over de herinnering voordat hij met zijn hand op de tast de voet volgt naar het bijbehorende been.
‘Remero?’
‘Hmpf?’
‘U ben uitvinder, toch? Kunt u geen lichtje maken?’
‘Licht is verbannen vanaf het moment dat het wezen losbrak. Het zal je enkel verblinden, jongen.’
Uit het geschuif naast zich hoort Isol dat Remero zijn benen optrekt. Hijzelf gaat op zijn knieën zitten en kijkt naar de plek waar hij denkt dat Remero moet zijn.
‘De duisternis is je zicht, geloof me.’
‘Hoe maakte u dan uitvindingen toen de deken geplaatst werd?’
‘Sommige gebruikten de brillen die je zicht geven in deze lichtloze wereld. Anderen maken de duisternis hun eigen. Je hebt geen licht nodig om hieruit te komen.’
‘Maar we zitten opgesloten.’
Er klinkt een zacht lachje, maar het plezier is ver te zoeken. Isol ruikte de rotte adem van Remero die langs zijn neus strijkt. Hij deinst met zijn hoofd een stukje achteruit.
‘Je zit alleen opgesloten als je dat zelf gelooft. En als iedereen je vergeet is het idee van gevangen zitten een zegen.’
De radartjes in Isols hoofd ontwaken zich langzaam. Zou dit dan geen gevangenis zijn? Zou de deur dan gewoon van binnenuit te openen zijn. Op handen en voeten baant Isol zich een weg door de duisternis terug naar de deur. Maar als hij het koude staal tegen zijn handen aanvoelt is er geen beweging in te krijgen, noch is er een hendel te vinden. Wel voelt hij koude stijlen met ruimte er tussen als een soort raam. Als hij zijn arm er doorheen steekt voelt hij alleen leegte en een koele wind die langs zijn vingers strijkt. Isol gaat op zijn tenen staan en voelt met zijn arm aan de andere kant van de deur. Zover als zijn lenigheid het toestaat. Alleen het gladde metaal is te voelen. Moedeloos laat Isol zich op de grond zakken. Als licht niet het antwoord is en er ook geen deurklink is, waar moet de uitgang dan zijn? Kan hij naar buiten kruipen als de bewaarders eten komen brengen? Of hen overmeesteren? Met welke kracht? Alles wat hij ooit gedaan heeft is verfstrepen op een doek zetten, met zijn pennen portretten getekend en de doeken heen en weer getild. Wat zou Myrtha doen? Zij was degene die de randen van hun wereld opzocht. Degene die verdween in de duisternis en als ontdekkingsreiziger haar weg hier beneden zou vinden. Hij glimlacht naar de duisternis. Dappere Myrtha, was ze maar hier. Met haar zou hij deze lichtloze plek trotseren, zij zou zijn licht zijn.

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 11 aug 2013 11:09
door P_Westdijk
Het was inderdaad weer een tijdje geleden dat ik iets van je verhaal vernomen heb, maar ik kan er moeilijk over gaan klagen als ik zelf ook onregelmatig instuur. Toch herinner ik me nog voldoende om niet alles opnieuw te hoeven gaan lezen om weer in het verhaal te komen.
-Maaike- schreef: Hij draait zich vlug om en wankelt even op zijn benen. Isol fluistert Remero’s naam. Er komt geen reactie. De jongen laat zich op zijn knieën zakken en verkend de ruimte op handen en voeten. Remero moet hier ergens zijn.

Heb je dit bewust als een op mij overkomende opsomming geschreven?
-Maaike- schreef: Heel even verbaasd hij zich over de herinnering voordat hij dichter naar Remero kruipt.
Nu leest het alsof hij bewust in de richting van Remero kruipt, terwijl een paar zinnen er voor hij de ruimte nog al kruipende verkend om Remero te vinden.
De aanwezigheid van de ander wordt je ook nog op andere wijze tijdens de duisternis gewaar. Het lijkt me weer eens mooi als je de andere zintuigen van de mens nog een keer aan bod laat komen. Verderop doe je dit al met het optrekken van de benen. Het geeft voor mijn gevoel net dat beetje extra.
-Maaike- schreef: Isol voelt de adem van Remero in zijn gezicht.
Ik denk dat ik zou schrikken als ik me plotseling bewust wordt dat iemand zo dicht bij me is dat ik diens warme adem op mijn huid voel. In dit geval waarschijnlijk zelfs een stinkende adem, omdat onder deze omstandigheden verzorging van de mond minimaal zal zijn.
-Maaike- schreef: En als iedereen je vergeet is het idee van gevangen zitten een zegen.’
Een intrigerende zin. Hij sprong er in ieder geval voor mij uit.
-Maaike- schreef: Moedeloos laat Isol zich op de grond zakken.
Mooi hoe je hier de plotselinge hoop beschrijft en vervolgens weer wegneemt.
-Maaike- schreef: Degene die verdween in de duisternis en als ontdekkingsreiziger nauwelijks tegen muren oploopt.
Het laatste zinsdeel.. Ik begrijp helaas niet wat je hiermee wilt zeggen. Kan je het voor me toelichten?
-Maaike- schreef: Bij hem in deze gevangenis, zij zou hem het licht geven waar hij zo naar hunkert.
Het is altijd lastig om iets over de laatste zinnen te zeggen, tenzij je deze als lezer fantastisch vind. In dat geval is het zelfs heel makkelijk. In dit geval heb ik er een opmerking over. Licht is voor Isol belangrijk geworden, net als Myrtha, maar persoonlijk zou ik hier juist aan bod hebben laten komen wat voor hem het belangrijkste is. Laat Myrtha het licht voor hem zijn, of iets dergelijks. Je beseft dan als lezer dat hij liever in haar gezelschap de duisternis en gevangenschap trotseert, terwijl je weet dat hij naar het licht verlangt. Nu wil hij haar en ze moet ook nog eens licht voor hem meenemen.
Na het lezen ervan vroeg ik me meteen af waarom laat je haar niet ook meteen de sleutel van de celdeur meenemen, een ticket naar huis en vrijheid toe, etc. Daar zou ik naar hunkeren, als ik gevangen zat. Het komt misschien wat bruusk over, zoals ik het hier heb neer gezet, maar dat is beslist mijn bedoeling niet. Ik weet eenvoudig niet hoe ik het anders moet omschrijven.

Het geheel is kort, maar leest goed en je vliegt bijna als lezer door het ingezonden stuk heen. Het riep genoeg beelden bij me op. Slechts tweemaal bleven mijn ogen even op de tekst rusten, omdat ik achter de betekenis ervan probeerde te komen of het gevoel kreeg dat het misschien iets anders betekende dan zoals ik het las. De laatste zinnen sloten echter in mijn beleving het deel minder goed af dan in voorgaande delen het geval is geweest. Dit is slechts de mening van een enkele lezer, onthoud dat goed.

Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 15 aug 2013 09:17
door Kattie
Oef, ik ben een hele inhaalpoging aan het doen want ik stond echt ontzéttend ver achter :D
Ondertussen zit ik nog steeds maar aan hoofdstuk 7, maar ik ga mijn best doen om het zo snel mogelijk allemaal te lezen. Ik vind je verhaal echt fantastisch, ik word er helemaal in meegesleurd! Echt supergoed :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 15 aug 2013 12:06
door glenovic
Erg mooi geschreven! kan niet anders zeggen!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 18 aug 2013 20:43
door -Maaike-
@P_Westdijk, dank je wel weer voor de uitgebreide feedback! Ik ga de punten nog verbeteren.
@Kattie, leuk dat je weer meeleest :D En dank je wel!
@Glenovic, dank je wel!
---
Hoofdstuk 12
Myrtha opent haar ogen. De droom vervaagt voor haar ogen, nog voor ze zich kan concentreren om stil te blijven liggen. Er ontsnapt een zucht uit haar keel. Het maakt haar moedeloos dat de belangrijke dingen uit dromen zo makkelijk aan haar ontglippen. De duisternis maakt zich een nog grotere bullebak, dan het al is. Dit vergeten gat, diep, diep in een klif verscholen, maakt het er niet makkelijker op om thuis te komen. Aan de gedachte om thuis te komen blijft ze zich vastklampen. En als ze zich dat kan herinneren, dan moet er toch ook een manier zijn om haar dromen te onthouden? Zelfs haar herinneringen van vroeger weet ze tevoorschijn te toveren, waarom dan niet de dingen die zo kort geleden gebeuren. Misschien, bedenkt Myrtha, omdat ze praktisch in een andere wereld plaatsvinden. Ze slaakt nog een zucht en gaat zitten. Ze wikkelt haar vertrouwde krullen om haar vingers heen.
“Oranje, ooit was het oranje.”
Met haar vrije hand glijdt ze over haar kussen en het matras, op zoek naar de bril. Ze zet hem op haar hoofd en kruipt naar het raam. Haar tenen krullen zich een stukje op als ze de koude vloer voelen. Myrtha legt haar hand op het koele glas en staart naar de duisternis aan de andere kant. Met de bril ziet ze de huizen aan de andere kant van de straat. Er is geen teken van leven te zien en ook de schemeringen blijven weg. Ze weet niet of ze dat een goed teken moet vinden. Er waren in elk geval geen mensen van hun kleur beroofd zoals zij. Maar, er is daardoor ook geen vooruitzicht dat ze zich iets uit de droom zal herinneren, nu er geen schemeringen zijn.
Een beetje te neergeslagen, begint Myrtha aan haar dag. Eenzaam zit ze aan de eettafel en werkt het ontbijt naar binnen. Waar zou hij zijn heen gegaan? Na al haar ontdekkingsreisjes door de stad, weet ze dat het geen grote stad was. Zou hij misschien alle huizen uitkammen, of bevinden er zich achter de deuren hele andere werelden? Myrtha schudt glimlachend haar hoofd. Waarschijnlijk wil hij niet eerder thuiskomen dan dat hij zijn vriend gevonden heeft. Myrtha wil ook niet eerder rusten, voordat ze de uitgang van NoaKrania heeft ontdekt. Het moet ergens zijn, dat weet ze zeker. Zo zeker als ze in deze duisternis ook maar ergens van kan zijn.
Een zachte klop op de deur, doet haar opschrikken. Vlug spoelt ze de kom af en legt hem op het droogrek voordat ze de deur opendoet en in het gezicht van Mino kijkt. Hij glimlacht naar haar.
‘Het is bijna zover. Nog maar een paar dagen en dan is Frinny klaar met de uitvinding,’ zegt hij zacht.
Het duurt even voordat het tot haar doordringt, dat er een route richting huis zich langzaam aan haar ontvouwt. Ze glimlacht naar Mino, waarbij de vreugde die ze van binnen voelt zijn weg naar buiten vindt.
Daarna lopen ze zwijgend naar de grot met alle vergeten spullen. Nog altijd, elke keer als ze er komt, bekruipt haar het gevoel dat haar ouders haar op een dag zullen vergeten en haar spullen één voor één door het luik tevoorschijn zullen komen. Zou ze haar spullen dan mogen houden?
Myrtha pakt haar zoeklijstje van de hoofdman aan en loopt naar de spullen toe. Ze gaat met haar vinger de punten af; glazen knopen, glimmende spijkers, koperen draden in hoesjes. Kleine dingen, alsof Alliaster maar half aan een uitvinding werkt, nu hij verdwenen is in zijn zoektocht en in zijn haast een lijst moest maken.
Myrtha verplaatst wat spullen, her en der, om te kijken of er iets bekends onderligt. Iets van haar. Iets wat haar herinneringen kan geven over vroeger nu de schemeringen verdwenen zijn. Ze snakt er naar. De teksten op haar arm en de dromen lijken niet genoeg meer te zijn, nu thuis dichterbij komt.
Ze werpt een vluchtige blik over haar schouders, maar niemand let op haar, terwijl ze dieper graaft. Diep van binnen weet ze heus wel dat als er al iets van haar ligt, vergeten door geliefden, dat het in de bovenste laag ligt. Maar haar lijstje is zo goed als afgewerkt en eerder dan dat de dag erop zit kan ze hier niet weg.
Haar hand stuit op een fotolijstje. Er zit een half vervaagde foto in van een jongen. De kleuren zijn eraf gezogen. De jongen heeft een wipneusje en korte krullen. Ze glijdt met haar vinger over zijn gezicht en trekt daarna haar mouw op, op zoek naar de naam van haar broer.
“Jusim.”
Dit zal zijn nieuwe gezicht zijn, terwijl ze hier ronddoolt. Ongemerkt laat ze het lijstje in de zak van haar rok glijden. Ze zet haar zoektocht voort. Hier en daar stopt ze kleine dingetjes in haar zak. Alles wat maar enigszins met de woorden op haar arm in verband gebracht kunnen worden verbergt ze tussen haar kleren. Een kleine knuffelbeer, het boek ‘De vlucht naar dromenland’ wat volgens de inkt op haar arm op haar nachtkastje ligt te wachten, knikkers en nieuwe pennen. Ze moet ze ergens neerleggen waar Alliaster niet komt, anders zal hij net zo vreselijk reageren als de keer dat ze een lichtlamp meenam. Het ding dat haar niet het licht gaf waar ze zo op hoopte. Zouden deze spullen, waar haar herinneringen zich in nestelen net zo’n reactie teweeg brengen? Maar, daar wil Myrtha niet aandenken. Niet vandaag en niet nu. Frinny is bijna klaar met haar uitvinding om haar naar huis te brengen. Poging één. En tot dat moment aanbreekt wil ze zoveel mogelijk spullen bij zich houden om thuis zo levend mogelijk in haar hoofd te houden.

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 22 aug 2013 17:48
door P_Westdijk
Weer een goed verzorgt deel.
-Maaike- schreef: Myrtha opent haar ogen. De droom vervaagt voor haar ogen, nog voor ze zich kan concentreren om stil te blijven liggen. Er ontsnapt een zucht uit haar keel. Het maakt haar moedeloos dat de belangrijke dingen uit dromen zo makkelijk aan haar ontglippen.

Het is prettig geschreven en riep genoeg beelden bij me op.
-Maaike- schreef: Haar vingers wikkelen haar lokken om zich heen.
Het leest een beetje als een kromme zin. Daarnaast vraag ik me af of je dit gedeelte uit moet breiden. Ze ondergaat immers ook veranderingen gedurende haar onwillige verblijf of stagneert bijvoorbeeld de groei van het haar in deze wereld? Misschien gaat ze het haar wel in een staart dragen, zoals ze vroeger misschien nooit heeft gedaan. Je kan er een heleboel kanten mee uit, als je het tenminste ook wilt.
-Maaike- schreef: Zo zeker als ze in deze duisternis ook maar ergens van kan zijn.
Het maakte het meteen weer een stuk minder zeker. :lol:
-Maaike- schreef:Ze glimlacht naar Mino, haar ogen stralen een beetje.
De laatste zinsdeel komt zwak op me over. Ten eerste weet ik niet of hij haar ogen zal kunnen zien stralen met de bril op en ten tweede twijfel ik of er wel zoiets is als een beetje. Een beetje zwanger kun je immers ook niet zijn.
-Maaike- schreef:De teksten op haar arm en de dromen lijken niet genoeg meer te zijn, nu thuis dichterbij komt.
Ik hou ervan dat je dit levend houd en af en toe weer naar voren haalt. Het is plezierig omdat je daarmee voor de lezers het beeld van haar intact houd.
-Maaike- schreef: Niet vandaag en niet nu. Frinny is bijna klaar met haar uitvinding om haar naar huis te brengen. Poging één. En tot dat moment aanbreekt wil ze zoveel mogelijk spullen bij zich houden om thuis zo levend mogelijk in haar hoofd te houden.
Weer een einde zoals ik van je gewend ben.

Ik heb het deel graag gelezen. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 22 aug 2013 20:30
door Kattie
Eindelijk , ik ben helemaal bijgelezen :D Wat dus ook betekent dat ik nu wat uitgebreider commentaar kan geven, aangezien het nu telkens over 1 stukje gaat :)
Dit vergeten gat, diep, diep in een klif verscholen, maakt het er niet makkelijker op om thuis te komen. Aan die gedachte blijft ze zich vastklampen.
Dit begreep ik niet zo goed. Het klinkt als een erg depressieve gedachte, waarom zou ze zich er dan aan vastklampen?
Haar tenen krullen zich een stukje op als ze de koude vloer voelen.
Supermooie zin! Ik hou van dit soort beschrijvingen, waarbij je niet letterlijk zegt "de vloer was koud". Erg mooi gedaan :)
‘Het is bijna zover. Nog maar een paar dagen en dan is Frinny klaar met de uitvinding,’ zegt hij zacht.
Hier maak je me dus echt nieuwsgierig naar iets wat ik me al eerder afvroeg; weet Mino wat Frinny werkelijk van plan is en is hij haar handlanger? Of is hij even onschuldig als Myrtha? Of misschien sprak Remero niet eens de waarheid en heeft Frinny wél goede bedoelingen (al betwijfel ik dat laatste :D)
Ik ben echt benieuwd! :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 26 aug 2013 15:11
door -Maaike-
@P_Westdijk, dank je wel! Heel goed voorbeeld trouwens over een beetje zwanger zijn. Gaf een heel helder beeld :D
@Kattie, ook jij bedankt voor de feedback! Dat eerste punt dat je aangaf, daarmee - beetje typisch opgeschreven en nu aangepast - maar, daarmee bedoelde ik dat ze zich aan de gedachte om naar huis te gaan vastklampt ;) En ik ga nog even lekker niet in op je speculaties, al vind ik ze wel heel leuk om te lezen :D
---
Als Mino naast haar staat, uit het niets verschenen, schrikt ze op. Ze voelt zich betrapt, maar als hij al iets heeft gezien, laat hij het niet merken. Hij glimlacht alleen maar. Een glimlach die sinds het nieuws van de voortgang van Frinny niet meer van zijn gezicht is verdwenen. Zou hij ook naar huis willen? Myrtha bedenkt zich dat hij daar nooit iets over heeft losgelaten. Alles waar ze over hebben gesproken ging over haar. Ze kijkt nog eens goed naar het kleurloze gezicht, met zijn sproeten en donkere ogen. Waar zou hij vandaan komen? Zou iemand hem missen, of heeft hij zijn spullen al in de bergen van Nergina gevonden en spreekt hij er daarom nooit over?
Myrtha schudt haar hoofd om de gedachtes los te laten. Het maakt niet uit, hij is zijn verleden vast vergeten. Net zoals zij. En hij heeft geen pen gehad om alles vast te leggen.
‘Heb je alles gevonden?’
‘Ja. Zouden ze, denk je, ooit iets nieuws maken?’
‘Dat doen ze toch altijd,’ zegt Mino schouderophalend.
‘Nee, ik bedoel echt iets nieuws.’
Ze knikken naar de hoofdman als ze de grot verlaten. Mino zwijgt een tijdje. Hij is zo in gedachte verzonken dat hij niet rechtstreeks naar het huis van Alliaster loopt. Myrtha vindt het best en volgt hem.
‘Ik denk het wel. Als het beest is gevangen, dan zullen ze wel moeten. Frinny zal het wel vangen,’ zegt Mino na een lange tijd.
Myrtha knikt in de duisternis. Uiteindelijk zal de duisternis hier oplossen en zullen alle werkers hun herinneringen terugkrijgen. Er zullen compleet nieuwe dingen gemaakt worden en de herinneringen aan de daden zullen langzaam slijten.
Ze staan stil voor een klein huisje, als Mino opmerkt dat hij haar niet heeft thuisgebracht. Myrtha herkent het als het huisje waar ze naar binnen gingen om Frinny aan te horen.
‘Is haar uitvinding al klaar?’
‘We gaan samen,’ zegt Mino zacht. ‘Ik breng je naar huis.’
Hij kijkt haar recht aan, maar ze kan zijn ogen niet goed zien. Ze houdt haar hoofd iets scheef. Het is te donker om hen heen, maar ze lijken haar hoopvol aan te kijken. Myrtha maakt een instemmend geluid.
‘Herinner jij thuis? Je familie, iets?’
‘Het is er licht en…’ Mino zwijgt. Zijn mond blijft een stukje openstaan. Myrtha kijkt schuldbewust naar de grond, als zij het zich al nauwelijks kan herinneren, hoe moet hij dat dan?
‘Ik help je je thuis te vinden als we boven komen en vrij zijn! Dat beloof ik.’
Mino slaat zijn armen om haar heen en trekt haar teder tegen zich aan.
‘Dat weet ik.’
Verbluft laat Myrtha het over zich heen komen en beantwoordt zijn omhelsing. Ze wil zich niet uit zijn stevige omhelzing losmaken, het voelt veilig en thuis is niet meer zover weg. Mino maakt zich na een paar seconden los.
‘Overmorgen, na het werk, dan is het zover.’ Hij glimlacht even en pakt dan haar hand vast om haar naar het huis van Alliaster te brengen.
‘Niet vergeten, hè.’
Myrtha schudt haar hoofd en blijft op het paadje naar het huis staan. Ze kijkt Mino na. Haar armen heeft ze om haar middel geslagen. Haar buik kriebelt van spanning en ze kan de glimlach niet van gezicht krijgen. Toch voelt het verkeerd, alsof ze iets vergeet.
Ze draait zich om en loopt het huis binnen. Haar tas legt ze op de tafel neer, er is nog steeds geen uitvinder die op haar wacht. Het huis is nog net zo stil en leeg als toen ze wegging. Ze blijft even in de deuropening van de keuken staan, terwijl ze de gang in kijkt. Ze kan direct naar haar slaapkamer gaan en haar dromen opzoeken. Of ze kan, heel even maar, in de andere kamers kijken. Haar nieuwsgierigheid wint het van haar drang om te dromen.

Feedback verbetert

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 26 aug 2013 16:33
door glenovic
Mooi stukje kreeg er een warm gevoel bij.
Dat komt vooral door de zin: ‘We gaan samen,’ zegt Mino zacht. ‘Ik breng je naar huis.’

Ze zeggen dat ogen altijd veel zeggen en doordat je schrijft dat Myrtha Mino's ogen niet goed kan zien krijg ik toch ergens het opborrelende gevoel dat er iets mis is.

Weer met plezier gelezen!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 26 aug 2013 16:52
door Kattie
Tja, nu heb ik nog geen bevestiging van mijn speculaties, je houdt het spannend ;)
Toch voelt het verkeerd, alsof ze iets vergeet.
Ze vergeet Isol, niet? Ik weet ook niet goed of ik Myrtha liever met Mino of met Isol zie. Isol hoort nog half en half bij zijn vriendinnetje, maar Mino vertrouw ik nog steeds niet helemaal. Ik vind het heel interessant hoe je haar twee liefdes omschrijft (als het bij allebei al echt liefde is), het geeft een soort dilemma; wie van de twee zou ze best kiezen, en wie gaat ze uiteindelijk kiezen. Ook boeiend om te zien hoe ze in de dromenwereld voor Isol kiest en in de "echte" wereld hem vergeet en voor Mino valt. En houden zij wel echt van haar, of houden ze eigenlijk van iemand anders? Mijn hoofd zit vol vragen, zoals je ziet, dus ik hoop dat er snel een vervolg komt :D
Of ze kan, heel even maar, in de andere kamers kijken. Haar nieuwsgierigheid wint het van haar drang om te dromen.
Wat een spannende zin om mee te eindigen! :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 29 aug 2013 18:17
door P_Westdijk
Een iets langere reactie dan mijn voorgangers hebben achtergelaten, maar leuk dat er meer mensen reageren. Altijd een stimulans voor de schrijver.
Het geheel was weer boeiend om te lezen. Al kon ik het natuurlijk niet nalaten om weer wat opmerkingen hier onder te typen.
-Maaike- schreef: ...hun gedachten terugkrijgen.
Gedachten, hmmmn, ik vraag me af of het woord herinneringen hier niet op zijn plaats is.
-Maaike- schreef: Het is te donker om hen heen, maar ze lijken ze haar hoopvol aan te kijken.

Tweemaal zo kort op elkaar de woorden ze. Ik ben overtuigd dat je iets beters kan bedenken.
-Maaike- schreef: ‘Herinner jij thuis?’
Deze zin heb ik een paar maal gelezen. De zin klopt, maar ik vind het zo kort. Slechts een persoonlijke mening en nergens op gebaseerd.
-Maaike- schreef: Mino zwijgt. Zijn mond blijft een stukje openstaan. Myrtha kijkt schuldbewust naar de grond, als zij het zich al nauwelijks kan herinneren, hoe moet hij dat dan?
Een stukje dat er voor mij uitsprong omdat het zoveel beelden bij me opriep en toch niet heel gedetailleerd is beschreven.
-Maaike- schreef: Mino slaat zijn armen om haar heen en trekt haar dicht tegen zich aan.
Een praktisch puntje: als je beide armen om iemand slaat dan houd het automatisch in dat deze persoon dicht tegen je aan komt. Ik zou het woord dicht vervangen, omdat het voor zich zelf spreekt, maar als je het bijvoorbeeld vervangt door met kracht, dan voeg je iets nieuws toe voor de lezers.
-Maaike- schreef: Verbluft laat Myrtha het over zich heen komen en slaat haar armen om hem heen.
De laatste zinsdeel is vrijwel precies hetzelfde als Mino een paar zinnen eerder doet. Ik ben er nog steeds zeker van dat je voldoende fantasie hebt om ook in dit geval er verandering in te brengen.
-Maaike- schreef: Ze wil zich niet uit zijn stevige omhelzing losmaken, het voelt veilig en thuis is niet meer zover weg.
Een gevoel dat een ieder graag zou willen vasthouden voor de rest van zijn of haar leven.
-Maaike- schreef: Myrtha schudt haar hoofd en blijft op het paadje naar het huis staan. Ze kijkt Mino na. Haar armen heeft ze om haar middel geslagen. Haar buik kriebelt van spanning en ze kan de glimlach niet van gezicht krijgen. Toch voelt het verkeerd, alsof ze iets vergeet.
Ik vind het mooi neer gezet.

Kattie heeft in mijn beleving al voldoende over het einde gezegd. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 03 sep 2013 20:21
door -Maaike-
@Glenovic, dank je wel!
@Kattie, hi hi, we zullen zien of er een echte romance uitontstaat (A) Dank je wel voor je reactie!
@P_Westdijk, dank je wel voor de feedback! Eens zien of ik nu dubbele opmerkingen kan voorkomen :D

Een kort stukje, want het is het laatste stuk van het hoofdstuk. En dan moet ik weer hard gaan schrijven, want ik ben door m'n buffertje heen (A)
---
Myrtha steekt de gang over en opent zachtjes een van de twee deuren die zich in het kleine gangetje bevinden. Er staat een net opgemaakt bed tegen de muur en een kleine kast met laden. Als ze die opentrekt, ziet ze allemaal kleren liggen. Vast van Alliaster. Ze draait langzaam een rondje om haar as. Er hangen planken aan de muur met een paar fotolijstjes en boeken. Ze loopt er heen en pakt een van de lijstje van de plank. Ze knijpt haar ogen tot spleetjes, want zelfs met de bril die ze heeft gekregen, kan ze het niet goed zien. Het lijkt jonge Alliaster te zijn met een andere jongeman en een meisje. Hij kijkt er nog zo gelukkig. Zou dat de vriend zijn die hij nu zoekt? Ze zet de lijst terug en werpt een blik op de boeken. Dood normale leesboeken.
Ze gaat de gang weer op en loopt op haar tenen naar de andere deur. Ondanks er niemand is, heeft ze het gevoel betrapt te worden. Ze overtreedt onuitgesproken regels. De deur piept een beetje als ze hem opendoet en geeft haar de toegang tot een werkkamer. Het lijkt alsof er een wervelwind heeft rond geraasd. Overal liggen papieren en inktpennen op de grond. Aan de muren hangen schetsen van uitvindingen schuin aan de muur. Een inktpotje is op een breed bureau omgevallen en heeft verschillende beschreven papieren onleesbaar gemaakt. Her en der liggen onderdelen die Myrtha eens uit Nergina heeft meegenomen; snoertjes, spijkers en tientallen knopen in verschillende maten. Ze kijkt naar de schetsen aan de muur en heeft geen idee wat het moet voorstellen. Iets met veel mechanische armen en een ander ding lijkt wel vleugels te hebben.
Myrtha hurkt om een paar bladeren van de grond te pakken. Het zijn aantekeningen voor uitvindingen, herinneringen van vroeger en bij het laatste vel stokt haar adem.

“De droomwereld staat het toe om dingen mee te nemen naar de realiteit. Het moet klein zijn en een deel van de dromer zelf. Al onze herinneringen liggen er opgeslagen maar zodra de duisternis invalt, blijven ze angstvallig in de lichte wereld der dromen. Inkt zal hen ketenen als een schaduw aan zijn eigenaar.
Mijn werker heeft het al meerdere malen ongemerkt uitgevoerd. Het is een doorbraak! Alleen een onbruikbare doorbraak, als de andere werkers hun oude leven herinneren zullen ze net zoals haar snakken naar thuis. Meer dan alleen de schichtige dromen die hen doen wensen weg te komen. Ze zullen in opstand komen en niemand zal meer onderdelen voor de uitvindingen zoeken. Nooit zullen we de oplossing vinden om het beest te temmen.”


Myrtha laat de papieren los en kijkt verstijfd toe als ze naar de grond dwarrelen. Ze draait zich daarna met een ruk om en haast zich naar haar slaapkamer. Ze weet dat er iets in haar dromen, elke avond gebeurt dat ze móét onthouden. Ze laat zich op bed vallen, rolt zich op tot een balletje en knijpt haar ogen dicht. Terwijl ze op de slaap wacht, hoort ze beneden een deur dichtgaan. Haar hart maakt een sprongetje. Hij is thuis.
Ze moet zich vermannen niet op te springen en hem te vragen of hij al een oplossing weet. Haar droom is belangrijker, Alliaster zal haar misschien toch niet willen helpen. In haar dromen ligt vast een betere oplossing. Langzaam glijdt ze weg, door de duisternis naar het licht dat haar glimlachend opwacht.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 03 sep 2013 20:37
door glenovic
Weer leuk geschreven!

Het zijn aantekeningen voor uitvindingen, herinneringen van vroeger en bij het laatste vel stokt haar adem.

Als ik het lees krijg ik het gevoel alsof Myrtha snel/haastig door de papieren bladert wat je denk ik zou verwachten als je denkt dat je ieder moment betrapt kan worden. Maar dan stokt haar adem bij het laatste vel. Volgens mij moet ze dan het laatste vel heen snel hebben gelezen omdat het schokkende (volgens mij) pas komt in het midden, Mijn werker heeft het al meerdere malen ongemerkt uitgevoerd, en aan het einde bij, de oplossing vinden om het beest te temmen. Of mijn tijdsbesef van hoe snel ze door die pagina's bladert is fout wat ook goed zou kunnen haha.

Nooit zullen we de oplossing vinden om het beest te temmen.

Toch apart dat ze een manier zoeken om hem te temmen. Het geeft mij geen prettig gevoel maar dat is meestal als mensen iets proberen te beheersen wat boven hun macht ligt haha.

Ga zo door!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 04 sep 2013 07:29
door P_Westdijk
Elk einde is ook een begin van iets anders en in dit geval van het volgende hoofdstuk. Zelfs bij een kort stuk kan ik het niet nalaten om een reactie van formaat :P achter te laten. Wat ik leuk vond was dat je zomaar even aanstipte dat ze het met de bril iets niet helemaal goed kon zien. Een in mijn beleving geslaagde poging om de duisternis levend te houden, die je als lezer makkelijk vergeet als je er niet door de schrijfster er voortdurend aan word herinnerd zonder dat het vervelend word.
-Maaike- schreef: Het lijkt jonge Alliaster te zijn met een andere jongeman en een meisje.

Tijdens het lezen leek ik een woord te missen.
Het lijkt een jonge Alliaster..
Het lijkt een jongere versie van Alliaster..
Hier slechts een paar van de vele mogelijkheden.
-Maaike- schreef: Dood normale leesboeken.
Het had van mij wel iets uitgebreider gemogen. Waren het dikke boeken van 500 bladzijden of meer? In wat voor genres? Alleen maar wetenschappelijke boeken, waardoor je hem als een soort workaholic neerzet. Hier kan je hem op een manier neerzetten die het beeld van de lezers over hem bepaald.
-Maaike- schreef: Ondanks er niemand is, heeft ze het gevoel betrapt te worden.
Hier twijfel ik. ..gevoel elk moment betrapt kunnen gaan worden. Ligt er een beetje aan welk gevoel je wilt weergeven.
-Maaike- schreef: De deur piept een beetje als ze hem opendoet..
Het is dus spannend voor haar waar ze mee bezig is en dan schrikt ze hier niet van? Ik kan me voorstellen dat je je nek bijna verdraait om te zien of iemand op het geluid afkomt als je ergens bent waar je niet hoort te zijn en waar je iets doet dat eveneens niet hoort. De deur stukje voor stukje verder open duwt terwijl elk geluid je als hamerslagen in de oren klinken. Kortom: het mag wat uitgebreider van mij.

Het gedeelte van de werkkamer heb je heel beeldend beschreven. Ik zag het al helemaal voor me. Een leuk detail vond ik dat ze onderdelen herkende die zij eens uit Nergina had meegenomen.
-Maaike- schreef: “De droomwereld staat het toe om dingen mee te nemen naar de realiteit. Het moet klein zijn en een deel van de dromer zelf. Al onze herinneringen liggen er opgeslagen maar zodra de duisternis invalt, blijven ze angstvallig in de lichte wereld der dromen. Inkt zal hen ketenen als een schaduw aan zijn eigenaar.
Mijn werker heeft het al meerdere malen ongemerkt uitgevoerd. Het is een doorbraak! Alleen een onbruikbare doorbraak, als de andere werkers hun oude leven herinneren zullen ze net zoals haar snakken naar thuis. Meer dan alleen de schichtige dromen die hen doen wensen weg te komen. Ze zullen in opstand komen en niemand zal meer onderdelen voor de uitvindingen zoeken. Nooit zullen we de oplossing vinden om het beest te temmen.”
Deze tekst pakte me helemaal in.
-Maaike- schreef: Haar droom is belangrijker, Alliaster zal haar misschien toch niet willen helpen.
Het tweede zinsdeel doet me afvragen of het iets bijdraagt. Je bracht snelheid in het laatste gedeelte door haar naar de dromen te laten verlangen en opeens haalde je voor mij de snelheid er hiermee uit. Het riep de vraag bij me op, zoals: heeft ze redenen voor deze verdachtmaking? Ik kon het me namelijk niet herinneren, maar ik heb dan ook geen enkele keer de aan feedback onderworpen delen opnieuw gelezen. Het zette me aan het denken op het moment dat je eigenlijk met ingehouden adem door moet lezen, maar dat is mijn beleving.

Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 09 sep 2013 21:28
door -Maaike-
@Glenovic, goed punt. Misschien heeft ze hele speciale ogen opgedaan dat ze dat zo snel van het papiertje af kan zien, haha :P Ik zal het aanpassen. Dank je wel! (Oh ja ik vroeg me af, was ik niet eens in een deel II van jouw verhaal begonnen....?)
@P_Westdijk, bedankt weer voor je uitgebreide feedback, ik ga het van de week aanpassen :)
---
Hoofdstuk 13
De duisternis lost langzaam op, de contouren van het droomdorp worden langzaam zichtbaar. Opgelucht haalt Myrtha adem, even was ze bang dat ze niet in slaap zou kunnen komen. Er verschijnt een grote glimlach op haar gezicht als ze ziet dat Isol er ook is. Hij heeft een schildersezel tevoorschijn gehaald en is druk met de kwast en de verf in de weer. Om hem niet af te leiden loopt ze op haar tenen naar hem toe. Haar buik vult zich met de slagen van honderden vlinders. Ze is helemaal vergeten hoe erg ze het gemist heeft, hem zo bezig te zien. Omhult door concentratie en met iets dichtgeknepen ogen, strijkt hij met de penselen over het doek. Het doet haar denken aan NoaKrania, maar dan met kleur, zonder duisternis.
Dromerig blijft ze staan kijken naar de bewegingen van Isol. Ze zou hier eeuwig kunnen blijven, in deze wereld waar alles perfect is. Zoals zij het wil. Geen Hilde, duisternis of monster dat haar kleuren opzoog. De zon schijnt altijd en Isol – ook al is hij hier echt – lijkt onvoorwaardelijk van haar te houden.
‘Wat vind je ervan?’
Myrtha verschrikt op uit haar gedachten, met grote ogen kijkt ze Isol aan. Ze kan nog net een geschrokken kreet onderdrukken. Ze kijkt van hem naar het schilderij en weer terug.
‘Nou?’ vraagt hij glimlachend.
‘Het, het is mooi,’ stamelt Myrtha. ‘Zo zou het er vroeger uit gezien kunnen hebben.’
Isol knikt instemmend en stopt zijn penselen in een pot met grijsblauw gekleurd water. Hij zet een stap achteruit en werpt een kritische blik op zijn kunstwerk.
‘Ik heb het gemist. Het lege doek dat zich langzaam vult, het zachte slepende geluid van m’n penselen, m’n gedachte in beelden om te vormen.’ Hij kijkt even naar Myrtha. ‘Dat is het enige wat er goed is aan die altijd even zwarte duisternis. Ik vergeet dat ik het mis.’
Myrtha slaat haar ogen even neer.
‘We zijn sneller thuis, dan je denkt,’ besluit ze na een stilte die eindeloos lijkt te duren. ‘Ik vond een briefje bij Alliaster op de kamer. Als ik dingen in mijn droom opschrijf, kan ik ze lezen als ik wakker ben.’
‘Wauw!’
Isols ogen lichten op en glimlacht breed. Dit is vast en zeker een stap in de goede ontsnappingsrichting!
‘We hebben alleen nog een plan nodig!’
Myrtha knikt opgewekt. Ze kijkt om zich heen.
‘Het wordt tijd dat we jouw droom in gaan. Mino heeft me ook eens meegenomen naar de zijne. Daar heb ik de prinses van dromenland ontmoet. Misschien vinden we de oplossing in jouw droom, waar niet alles zoveel lijkt op thuis.’
‘Mijn droom? Wie is Mino?’
De glimlach verdwijnt net zo snel van Isols gezicht als hij is gekomen. En zijn blik wordt donker. Hij is niet de enige voor haar, of hoorde hij het verkeerd?
‘Hij woont in NoaKrania en is net zoals ik bij zijn thuis weggehaald.’ Ze probeert de omslag bij Isol te negeren. Mino is dromen verder weg, als hij al slaapt. ‘Kom,’ probeert ze van onderwerp te veranderen.
‘Waarom heb je me niet eerder over hem verteld?’
Hij kijkt haar gekwetst aan. Myrtha zwijgt en kijkt naar de grond. Ze had het zo mooi uitgedacht, drie verschillende ontsnappingswegen van elkaar gescheiden. Isol is thuis bezet, wat hij haar ook zal vertellen, zijn hart ligt vast en zeker bij Hilde. Mino, wie weet wat hij doet als hij terug is in de wereld van licht. En, Alliaster bij hem weet ze helemaal niet zeker of hij haar echt zal helpen.
‘Helpt hij je ook?’
Ze mogen niet met elkaar verweven worden, dan heeft ze straks nog maar één kans. Hoe graag ze ook wil dat het met Isol lukt te ontsnappen, hij zit nog altijd ergens opgesloten. En als zij vrijkomt, kan ze hulp halen. Áls.
‘Myrtha, kijk me aan. Antwoord, alsjeblieft.’
Ze kijkt op en ontwijkt zijn ogen.
‘Ja. Hij heeft ons opgegeven als vrijwilligers bij een uitvinding die ons terug moet brengen.’
‘En ik dan?’
Zijn gezicht wordt bleek. Myrtha moet aan zichzelf bekennen dat ze niet heeft stil gestaan bij wat er met Isol gebeurt als ze hem niet kan redden. Als hij hier wel altijd vast zal blijven zitten.
‘Ik ben die vreselijke duisternis voor jou in gegaan! Ik heb Hilde achtergelaten, voor jou! Je kunt me niet achterlaten, Myrtha. Ik moet jou redden, ik zal een held voor je zijn. Alsjeblieft!’ roept Isol wanhopig, zijn onderlip trilt een beetje.
Myrtha haalt diep adem. Dit is niet hoe ze het zich had voorgesteld, zelfs haar droom is niet bestand tegen duisternis en nare dingen. Als de verfstreken op Isols doek, lijkt alles samen te vloeien nog voordat ze het kan stoppen.


Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 09 sep 2013 22:14
door glenovic
Leuk stukje!
Leuk om te zien hoe Isol reageert als hij hoort over Mino.

Myrtha kijkt verschikt op

verschrikt

‘Ik heb het gemist. Het lege doek dat zich langzaam vult, het zachte slepende geluid van m’n penselen, m’n gedachte in beelden om te voren.’ Hij kijkt even naar Myrtha.

voren = vormen wel een heel mooie zin!

Als de verfstreken op Isols doek, lijkt alles samen te vloeien nog voordat ze het kan stoppen.

Deze zin vind ik ook erg mooi!

Uhm De Zwarte Plaag is een herschreven versie van het verhaal wat je al hebt gelezen dus je kent dat verhaal al voor zo'n 65%. Schaduwvuur is eigenlijk een apart verhaal in de moderne tijd en staat dus los van De Zwarte Plaag

Ga zo door!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 09 sep 2013 22:19
door P_Westdijk
Het schuingedrukte zorgt voor een duidelijk onderscheid tussen de door hen ervaren werkelijkheid en de dromen. Ik hou wel van deze duidelijkheid.

Het is een deel dat in een drukkende sfeer eindigt, maar wel zodanig geschreven dat je het niet al vanaf de eerste paar regels zag aankomen. Het bouwt zich langzaam op, waardoor je als lezer een vermoeden krijgt waar het naar toe leid en juist hoopt dat het niet zo is. Ik vind dat mooi gedaan.
-Maaike- schreef: Haar buik vult zich met de slagen van honderden vlinders.
Een heerlijke zin, die het gevoel goed weer geeft.
-Maaike- schreef: Hij heeft een schildersezel tevoorschijn gehaald en is druk met de kwasten in de weer
..met kwasten en verf in de weer. Het maakt het plaatje wat completer en ik zou kwasten niet in meervoud schrijven of hij moet met in elke hand een kwast verven. Iets wat ik moeite heb om me voor te kunnen stellen.
-Maaike- schreef: Omhult door concentratie en met iets dichtgeknepen ogen, strijken de penselen over het doek.
Het is beeldend geschreven, maar het laatste zinsdeel zit me daarbij eigenlijk een beetje dwars. Ik bleef er tijdens het lezen op hangen, maar ik weet niet of ik het juist heb. ..strijkt hij met het penseel over het doel. Eerst omschrijf je hem namelijk hoe hij zijn werk verricht en daarna laat je voor mijn gevoel de penselen tot leven komen om een eigen leven op het dak te laten leiden. Alleen ben ik er niet zeker van.
-Maaike- schreef: Myrtha kijkt verschikt op, met grote ogen kijkt ze Isol aan.
Uhm, ze keek al naar hem en had daarbij haar ogen niet neergeslagen. Het lijkt me dan een beetje lastig worden om op te kijken of je moet naar de lucht gaan turen.
-Maaike- schreef: ‘Ik heb het gemist. Het lege doek dat zich langzaam vult, het zachte slepende geluid van m’n penselen, m’n gedachte in beelden om te voren.’
Om te vorMen?
-Maaike- schreef: Ze mogen niet met elkaar verweven worden, dan heeft ze straks nog maar één kans.
Rationeel, maar ook meedogenloos als het op haar eigen toekomst aan komt. Ik mag haar steeds meer!
-Maaike- schreef: ‘Ja. Hij heeft ons opgegeven als vrijwilligers bij een uitvinding die ons terug moet brengen.’
‘En ik dan?’
Zijn gezicht wordt bleek. Myrtha moet aan zichzelf bekennen dat ze niet heeft stil gestaan bij wat er met Isol gebeurt als ze hem niet kan redden.
Ik zag dit helemaal voor me. :twisted: Ze had hem een dergelijke schok ook kunnen bezorgen door met een mes het doek te bewerken.
-Maaike- schreef: Myrtha haalt diep adem. Dit is niet hoe ze het zich had voorgesteld, zelfs haar droom is niet bestand tegen duisternis en nare dingen. Als de verfstreken op Isols doek, lijkt alles samen te vloeien nog voordat ze het kan stoppen.
Een einde dat het deel compleet maakt. Wat ik hier ook mooi aan vind is dat duisternis en nare dingen voor haar twee verschillende zaken zijn. Ieder ander zou ze waarschijnlijk onder één noemer stoppen, maar zij blijft toch onderscheid maken.

Doe zoals altijd met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 12 sep 2013 15:37
door Kattie
Weer heel heel goed stukje!
Ik vind het leuk dat je nu Mino een duidelijke concurrent maakt voor Isol, en dat hij dat zelf ook zo ziet. Ook vind ik het wel goed dat je Myrtha laat beseffen dat het niet zal lukken om de drie ontsnappingsmethodes los van elkaar te houden, en dat ze Isol dan gewoon in de steek laat. Benieuwd wat ze zal doen met dat dilemma! Stiekem hoop ik dat ze voor Isol gaat kiezen :p
Mino is dromen verder weg
Dit vond ik een heel originele zin. In plaats van "kilometers verder weg", meet je hier de "afstand" in dromen. Hij is in een andere droom, dus ze zal hem nu niet tegenkomen. Heel goed.
Als de verfstreken op Isols doek, lijkt alles samen te vloeien nog voordat ze het kan stoppen.
Wat een mooie zin :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 18 sep 2013 21:41
door -Maaike-
@Glenovic, dank je wel voor het compliment en de feedback! :D
@P_Westdijk, ook jij bedankt voor de feedback! Ik ben blij dat je Myrtha mag, haha.
@Kattie, dank je wel voor je compliment! Mm, we houden het nog even in spanning of ze inderdaad voor Isol kiest of dat het toch Mino wordt :twisted:
---
‘We moeten naar jouw droom,’ zegt Myrtha zacht.
‘Ik zal je redden, Myrtha. En niemand anders want ik houd van jou.’
Myrtha ontwijkt zijn ogen. Haar handen trillen en de fijne vlinderslagen in haar buik zijn verandert in iets knagends en pijnlijks. Alsof iets is gaan rotten wat ze zo lang in leven trachtte te houden. Ze volgt Isol als hij het dorp uitloopt. Ze hield echt van hem, houdt ze zichzelf voor. En misschien ook een beetje van Mino, meer dan een vriend. Ze bij op haar lip. Ze kan ze niet allebei redden en ze kan ze niet als vreemden laten voortbestaan nu Isol weet dat Mino bestaat.
Ze komen bij de brug uit, de vreselijke angstaanjagende brug die haar hele leven veranderde. Naast elkaar blijven ze aan de rand staan.
‘Weet je zeker dat je mijn droom in wil? Ik weet niet wat er zal gebeuren.’
Myrtha kijkt hem betekeningsvol aan. Dat wist zij de eerste keer ook niet, maar er gebeurt hier alleen maar wat je wilt dat er gebeurt. Tenzij de herinneringen levend worden met een kloppend hart.
Isol pakt Myrtha’s hand stevig vast als de brug opstappen. De mist die ze eerder in de droom van Mino heeft gezien, omhult hen. Ze horen in de verte hoefgetrappel en een meisjesstem die om Isol schreeuwt. Hem smeekt te stoppen, maar Myrtha kan haar niet zien. Al herkent ze die stem uit duizenden. Hij heeft haar echt achtergelaten…
Isol trekt Myrtha mee de balustrade van de brug op, haar hart bonkt in haar keel. Zij kon zich niets van haar val herinneren, maar vanaf hier is de diepte duizelingwekkend. Isol heeft echt alles voor haar achtergelaten om haar te redden.
‘Het is minder eng dan het lijkt,’ zegt Isol als ze op de balustrade van de brug staan en de wind aan hun haren trekt en duwt. Hij kijkt haar even aan. ‘Het voelt alsof je even kan vliegen.’
Als ze zich voorover de brug af laten storten, hoort Myrtha achter zich gegil, dat bijna wel van Hilde moet zijn. Een gil die veel meer uitschreeuwt dan de angst en de pijn, hij heeft haar hart gebroken. Verbrokkelt tot gruis, door een held voor een ander te spelen. Ze knijpt in de hand van Isol, die zijn lippen op elkaar klemt en doof lijkt voor het gegil dat hen achtervolgt.
Ze komen zachtjes neer in een inktzwarte duisternis. Hier heeft niemand een bril. Hier zit Isol gevangen als hij niet slaapt. Het herinnert Myrtha aan haar eerste dagen. Elk geluid joeg haar angst aan, de duisternis leek als een groot gapend gat waar niets in was. Mino had haar er door heen gesleept, haar bij de hand genomen en geholpen die bril te krijgen. Ze schudt haar hoofd, om te proberen de gedachte aan Mino los te laten. Ze is nu in Isol’s droom, ze kan niet over Mino nadenken nu.
‘Zal ik licht maken?’
‘Alleen als je de zon kunt laten opgaan.’
Zwijgend staan ze naast elkaar, nog steeds hand in hand, afwachtend. De rillingen kruipen over Myrtha’s rug als ze geschuif hoort, ze knijpt hard in de hand van Isol.
‘Zo, zo. Een nachtelijk bezoekje? Mis je deze vergeten plek zo erg dat je er zelfs in je dromen komt? Je bent een vreemde held, jongen.’
‘Remero?’
‘In elk geval heb je gevonden hoe je de muren om ver kan blazen, niet waar? En anders zij wel.’
Myrtha houdt haar adem in, als ze in de gevangenis van Isol is, wie is dit dan en hoe kent hij haar? Hoe weet hij wat ze weet?
‘Remero, dit is Myrtha. Myrtha, mijn celgenoot Remero.’
‘Aangenaam,’ zegt Myrtha beleefd de duisternis in, richting het geschuif.
Het geschuif klinkt dichterbij. Myrtha trekt haar neus op als de warme adem vermengd met een rottende geur haar tegemoet komt.
‘Je bent een slim meisje. Drie uitwegen uitstippelen, ik zal je een vierde geven als je me kan bevrijden.


Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 19 sep 2013 12:06
door glenovic
Goed geschreven heb geen foutjes gezien of dat soort dingen.

Myrtha ontwijkt zijn ogen. Haar handen trillen en de fijne vlinderslagen in haar buik zijn verandert in iets knagends en pijnlijks. Alsof iets is gaan rotten wat ze zo lang in leven trachtte te houden.

Mooie zin!

Je bent een slim meisje. Drie uitwegen uitstippelen, ik zal je een vierde geven als je me kan bevrijden

Een vierde uitweg? wordt nog druk dadelijk haha

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 19 sep 2013 16:29
door Kattie
Als ze zich voorover de brug af laten storten, hoort Myrtha achter zich het gegil van Hilde. Een gil die veel meer uitschreeuwt dan de angst en de pijn, hij heeft haar hart gebroken. Verbrokkelt tot gruis, door een held voor een ander te spelen.
Opmerkelijk hoe Isol zijn oude geliefde zo makkelijk kan achterlaten, zelfs haar gegil in zijn droom lijkt hem niks te doen. Misschien is dat wel erg kil en afstandelijk van hem, hij heeft tenslotte toch ook wel van haar gehouden, dus zou het niet logisch zijn als hij het er nog steeds een beetje moeilijk mee heeft? Het hoeft niet, maar je kan daar net iets meer inspelen op Isols gevoelens, hij kan bv. Myrtha even niet willen aankijken, of juist opvallend doen alsof het hem niet raakt. Het lijkt alsof het enkel over Myrtha’s gevoelens gaat en je slaat die van Isol een beetje over :) Het kan natuurlijk ook opzettelijk zijn, om duidelijk te maken dat het hem effectief niks doet.

Ze schudt haar hoofd, om te proberen de gedachte aan Mino door de duisternis te laten oplossen. Ze is nu in Isol’s droom, ze kan nu niet over Mino nadenken.
Ach ach, wie zal het toch worden? :D Ik hoop stiekem nog steeds een beetje Isol omdat ik Mino niet helemaal vertrouw, maar het lijkt steeds meer de kant van Mino op te gaan!
‘Je bent een slim meisje. Drie uitwegen uitstippelen, ik zal je een vierde geven als je me kan bevrijden
Het wordt inderdaad hoe langer hoe ingewikkelder, als ze moet kiezen uit vier ontsnappingswegen! Maar dat maakt het natuurlijk voor Myrtha ook extra moeilijk; voor wie zal ze kiezen? En zal één van haar uitwegen uiteindelijk werken, of zullen ze allemaal samenvloeien en helemaal mislukken? Ik word hoe langer hoe nieuwsgieriger naar het einde :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 20 sep 2013 08:54
door P_Westdijk
Tekstueel heb ik eigenlijk weinig op te merken. Het leest vlot en is levendig geschreven. Ik heb meer mijn beleving laten spreken tijdens het lezen van het deel.

Haar handen trillen en de fijne vlinderslagen in haar buik zijn verandert in iets knagends en pijnlijks.
Een veelzeggende zin en mooi neergezet.
-Maaike- schreef: Ze hield echt van hem, houdt ze zichzelf voor.
De gehanteerde verleden tijd in het eerste zinsdeel zegt eigenlijk al alles.
-Maaike- schreef: Tenzij de herinneringen levend worden met een kloppend hart.
Een heel verschil tussen Mino die een tweede leven in zijn dromen leid, terwijl Isol slechts herinneringen en verlangens levend houd. Al beschouw ik Isol ook als een manipulator. Hij wil haar een schuldgevoel bezorgen door Hilde te gebruiken. Wat me wel verrast is dat ze de stem van Hilde herkend. Ze heeft zoveel van haar herinneringen verloren en moet de grootste moeite doen om te behouden wat ze nog over heeft. Voor mijn gevoel zou het beter overkomen dat het een aanname van haar is dat de stem aan Hilde toe behoord. Isol kan immers wel een schuinmarcheerder zijn. :P
Hij aarzelt geen moment voor zijn sprong. Iets wat Kattie ook al was opgevallen. Mensen houden vaak vast aan wat ze hebben, voor ze een stap in de richting van een onzekere toekomst zetten. De sprong had ook naar zijn dood kunnen leiden. Hij schept er ook niet over op of benadrukt het niet eens voor haar. :shock: Het geeft me hoe dan ook genoeg om over na te denken. ;-)
-Maaike- schreef: Zij kon zich niets van haar val herinneren...
Leuk dat je hier weer subtiel weergeeft dat je na verloop van tijd alles gaat vergeten als je niets onderneemt.
-Maaike- schreef: Het geschuif klinkt dichterbij. Myrtha trekt haar neus op als de warme adem vermengd met een rottende geur haar tegemoet komt.
Het sprak helemaal tot mijn verbeelding. Het blijft een verhaal waarbij veel meer zintuigen dan de ogen alleen een rol spelen.

Een einde waar je alle kanten mee op kan. Ik ben benieuwd.

Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 25 sep 2013 09:41
door -Maaike-
@Glenovic, dank je wel! Tsja, er leiden meer wegen naar Rome (A) Hi hi
@Kattie, dank je wel! Ik heb het stukje een beetje aangepast, Isol stond wel heel erg buitenbeschouwing :P
@P_Westdijk, en jij ook bedankt! Ik werd helemaal vrolijk van alle gelichte zinnen :sweet
---
Onthoudt dit goed, aan de rand van NoaKrania vlakbij het onderkomen van onze geliefde Frinny vind je een huisje. Zorg ervoor dat je genoeg uitvindersspullen verzamelt, zodat alles klaar ligt. In de werkkamer van je uitvinder ligt een tekening dat je vrijkaart naar boven kan zijn. Als Mino je komt halen, ga met hem mee tot aan de uitvinding. Vlucht de tunnels in, totdat je ons gevonden hebt. De sleutel hangt aan het haakje links van de deur.’ Remero grinnikt even. ‘Sorry jongen, ik help alleen degene die me bevrijdt.’ Het is even stil. ‘Onthoudt, er kan er maar één zijn die je hart zo snel laat kloppen dat je hem mee naar huis neemt, waar dat ook mag zijn.’
Ze luisteren naar het geschuifel van Remero’s sloffende voeten, terwijl hij zich verder van zich verwijdert. Er klinkt een zacht schurend geluid en een plof.
‘En nu m’n droom uit!’
Myrtha voelt hoe ze langzaam wakker wordt, maar dat mag niet. Niet nu. Ze vecht om in slaap te blijven en haast zich terug naar haar droom vol licht en kleur, Isol achterlatend in zijn eigen droom. Hijgend staat ze in het midden van het dorp. In de zak van haar jurk zoekt ze naar een pen en gaat op zoek naar een stukje lege huid. Overal staan woorden, zinnen. Herinneringen en gedachtes; alles is even belangrijk, maar niet zo belangrijk als haar vierde en misschien wel enige uitweg. Met speeksel boent ze over de woorden die haar thuis vormen. De inkt begint uit te lopen, tot het langzaam oplost. Met half onleesbare letters schrijft ze gehaast haar vierde uitweg op haar onderarm. De werkelijkheid begint aan haar op te dringen, nog even en ze ontwaken.
Ze laat haar pen los, als ze de laatste letter opgeschreven heeft. Moe zakt ze op haar knieën en laat haar hoofd hangen. Voor wie klopt haar hart het hardst en zal nog met haar willen ontsnappen? Isols hart is verkruimeld en Mino zal ze in de steek laten bij de uitvinding als ze voor Remero’s plan gaat. Isol of Mino zal vrij zijn, maar zal zij dat ooit worden, nu ze weet dat beide jongens haar vlinders bezorgen. Moe en uitgewoond staat ze toe dat de droom om haar heen oplost. En de duisternis van de dag haar wekt.


Als ze haar ogen opent, wordt ze verblind door een schemering vlakbij haar bed. Gevangen in een fles zweeft het heen en weer. Verbijsterd kijkt ze naar degene die het vasthoudt. Misschien hoeft ze toch niet te kiezen?

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 25 sep 2013 19:57
door glenovic
Spannend einde ben erg benieuwd hoe het volgende stukje verder gaat!

Een klein dingetje:
Met half onleesbare letters kalkt ze haar op vierde uitweg op haar onderarm.
Deze zin loopt raar hij leest niet zo lekker weg als al je andere zinnen ^^

Voor wie klopt haar hart het hardst en zal nog met haar willen ontsnappen?
Ik zeg muntje op gooien Mino is kop.

Ga zo door!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 25 sep 2013 22:21
door Kattie
Ik vind de aanpassing in je vorig stukje goed! Heel subtiel erin verwerkt!

"Voor wie klopt haar hart het hardst en zal nog met haar willen ontsnappen?"

Tja, ik stem nog steeds voor Isol, hoewel ze bij Isol waarschijnlijk alleen maar oude herinneringen naloopt, en Mino misschien toch eerder echte liefde is. Ik weet het niet, dilemma dilemma :p

"En de duisternis van de dag haar wekt."

Mooie zin!

Ik heb wel een paar dt-foutjes opgemerkt, maar dat is wel de eerste keer dat ik een fout bij je vind! Helaas krijg ik van dt-fouten een beetje de kriebels dus ik ga ze er toch uithalen :p
"degene die me bevrijd" >>> "degene die me bevrijdt"
"Als ze haar ogen opent, wordt ze verblindt" >>> "Als ze haar ogen opent, wordt ze verblind"

Je einde is echt superspannend, ik heb een vaag vermoeden dat het om de uitvinder gaat, want wie anders zou er plots aan haar bed staan? Maar dat zal dus weer afwachten worden :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 28 sep 2013 13:39
door P_Westdijk
Een deel waar ik meer heb op te merken dan bij het vorige deel het geval was. Tijdens het lezen ben ik verscheidene malen blijven hangen op een aantal zinnen of beter gezegd de schrijfwijze ervan. Het haalde de snelheid eruit, omdat ik er over na begon te denken en leidde me ook van de inhoud van het verhaal af. Een beetje jammer.
-Maaike- schreef: ...klein huisje.
Dubbelop.
-Maaike- schreef: In het huis van je uitvinder ligt een tekening dat je vrijkaart naar huis kan zijn, zorg dat het in dat kleine huisje klaarligt.
Lees deze zin eens hardop aan je zelf voor. Als lezer heb ik moeite met het tweede zinsdeel.
-Maaike- schreef: Als Mino je meeneemt naar het je eerste uitweg, stap dan niet in.
Hier geld eigenlijk hetzelfde voor.
-Maaike- schreef: Ze luisteren naar het geschuifel van Remero’s sloffende voeten, terwijl hij zich verder van zich verwijdert. Er klinkt een zacht schurend geluid en een plof.
Goed weergegeven. Iedere lezer kan er nu een eigen beeld bij vormen.
-Maaike- schreef: De letters lopen door elkaar, tot ze langzaam vervagen.
Praktisch gezien gaan de letters niet door elkaar lopen als je er over wrijft, maar loopt de inkt uit.
-Maaike- schreef: Met half onleesbare letters kalkt ze haar op vierde uitweg op haar onderarm.
Deze zin kan je ook beter hardop aan je zelf voor lezen. ...kalkt ze een vierde... De zin zelf vind ik wat minder, maar dat is iets persoonlijk. Ik zat aan iets anders te denken. Misschien kan je er iets mee en anders negeer je het gewoon. Gehaast schrijft ze haar vierde uitweg op haar onderarm, terwijl ze de energie uit haar voelt wegstromen om nog langer weerstand te kunnen bieden. De letters zijn nauwelijks leesbaar, maar het gaat haar om de betekenis.

Waarom kunnen er eigenlijk maar twee mensen tegelijk ontsnappen of heb ik over de reden hiervoor heen gelezen? Er is trouwens nog een mogelijkheid: stel dat de jongemannen besluiten om zonder haar te vertrekken. :angel
-Maaike- schreef: Misschien hoeft ze toch niet te kiezen?
Ik heb ervan genoten hoe je hier naar toe schrijft. Een hele mooie opbouw.

Weer graag gelezen. De inhoud van het deel sprak weer geheel tot mijn verbeelding. Het sarcasme van Remero en de keuzes die ze persoonlijk moet maken. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 02 okt 2013 11:19
door -Maaike-
@Glenovic, en wat nou als het muntje op zijn kant blijft staan? :O
@Kattie, dank je wel voor je scherpe oog wat betreft de DT foutjes, ik moet ze ook niet :P
@P_Westdijk, bedankt voor de uitgebreide feedback weer!
Waarom kunnen er eigenlijk maar twee mensen tegelijk ontsnappen of heb ik over de reden hiervoor heen gelezen? Er is trouwens nog een mogelijkheid: stel dat de jongemannen besluiten om zonder haar te vertrekken. (A)
Heb je niet overheen gelezen, maar naar alle waarschijnlijkheid omdat er maar twee mensen in die uitvinding passen.... (A)
---
Hoofdstuk 14
Verlicht door de kleuren die de schemering uitstraalt, grijnst Mino breed. Myrtha kan zich niet herinneren waarom hij hier is.
‘Frinny heeft haar uitvinding vanmorgen al afgerond!’ Ze bedenkt zich dat ze hem nog niet eerder zo gelukkig heeft gezien. ‘Dit is jouw schemering. Ik ga je naar huis brengen!’
Myrtha zoekt op de tast naar haar bril, terwijl ze de schemering, háár kleuren, niet uit het oog verliest. Het vage schijnsel zweeft door de fles heen en plaagt haar herinneringen. Net zoals die keer dat Frinny een schemering liet zien tijdens haar speech.
Ik moet Isol en Remero bevrijden, schiet er door haar heen.
‘Nu?’ vraagt Myrtha voorzichtig.
Mino knikt.
‘We hoeven niet eerst onze lijst af te maken. Frinny vertelde dat de uitvinders er snel genoeg achter zullen komen dat ze het werk net zo goed zelf kunnen doen.’
Er zullen nieuwe werkers van boven gehaald worden, flitst er door Myrtha heen.
‘Ik… wacht beneden maar, ik kom er zo aan.’
Mino knikt instemmend en loopt de trap af. Myrtha probeert zich voor de geest te halen of Alliaster al terug is of dat de deur die ze hoorde dichtgaan misschien Mino was. Nu haar eerste uitweg zo dichtbij komt, wil ze er met iemand over praten. Iemand, die ze vertrouwt en het grotere plaatje kan zien.
Ze trekt haar nachthemd uit en bekijkt haar onderarm. Met haar vinger volgt ze aandachtig de slordig geschreven woorden en kleedt zich aan. Als Mino in de keuken wacht, kan ze zachtjes de trap afsluipen en de werkkamer van Alliaster ingaan. Dan kan ze in elk geval de tekening meenemen. Ze heeft geen idee hoe ze aan spullen moet komen, als Frinny de uitvinding nu al wil uitvoeren. Zou ze het weten? Ze is, zoals Mino eens zei, de prinses van de dromenwereld. Zwijgend blijft Myrtha even staan. Maakt ze een kans als ze Isol en Remero bevrijdt, zonder dat er spullen zijn om het ding op de tekening te maken? Moet ze niet gewoon de kans van Frinny aangrijpen? Ook al bezorgt die vrouw haar de rillingen en de gedachte aan Isol achterlaten laat haar buik samentrekken.
Zachtjes sluipt ze de trap af. Inmiddels weet ze welke treden er kraken en die slaat ze over. Onderaan de trap blijft ze even staan wachten, het is stil in huis. Bijna zou ze denken dat Mino er niet is, maar dat kan ze zich niet voorstellen.
Op haar tenen sluipt ze door de gang heen, voor het eerst is ze blij met de duisternis. Mino zou haar natuurlijk kunnen zien met zijn bril, maar het gevoel dat ze opgaat in de zwartheid stelt haar gerust. Niemand kan haar zien, want ze is alleen in het niets. Een heel klein stukje duwt Myrtha de deur open en glipt er tussendoor. Net ver genoeg dat de scharnieren niet kraken. Ze hurkt neer bij de papieren die ze eerder doorgebladerd heeft.
Welke uitvinding zou Remero bedoelen? Er zijn zoveel tekeningen in deze kamer.
Terwijl Myrtha haastig de kamer doorzoekt, houdt ze haar oren gepitst op andere geluiden dan het geritsel van papier. Mino zou ongeduldig kunnen worden en wat als Alliaster plotseling in de deuropening staat omdat hij toch ook thuis is?
Myrtha besluit om een aantal ontwerpen van Alliaster mee te nemen. Ze stopt ze in haar zak. Naast het fotolijstje met het nieuwe gezicht van haar broer erop. Ze haalt diep adem, glipt de kamer uit en loopt de keuken in. Mino staat met zijn rug naar haar toe, ongeduldig van zijn ene been op zijn andere te wippen, met de fles onder zijn arm. Myrtha kucht zachtjes.
‘Ik ben zover.’ Ze kijkt naar haar schemering. ‘Mag ik hem vasthouden?’
Mino geeft haar de fles.
‘Krijg jij ook je kleuren terug?’
De vrolijkheid trekt van zijn gezicht weg, zijn lippen persen op elkaar en hij schudt zijn hoofd. Dan pakt hij haar hand vast en neemt haar mee naar buiten.
Hij zal altijd kleurloos blijven, schiet er door Myrtha heen. Voor mij! Ze wrijft met de fles langs haar arm waar de instructies staan om Isol en Remero te bevrijden. Isol betrad dit diepe donkere gat voor haar. Mino laat zijn kleuren ervoor achter. En zij? Myrtha bijt op haar lip. Ze kan hen niet hier achterlaten, zonder ook maar te proberen hen beide mee te nemen.
Myrtha stopt met lopen. Mino wil haar meetrekken, tot hij beseft dat ze geen stap meer zet.
‘Wat is er? Je hoeft niet bang te zijn, Frinny brengt je heus naar huis!’
‘Waar ga jij heen als je boven bent?’
Mino haalt zijn schouders op.
‘Dat maakt toch niet uit? We moeten echt gaan.’
Myrtha blijft staan. Ze moet een keuze maken. Als ze Remero en Isol wil bevrijden kan ze dat niet alleen. Ze kent de weg daar beneden niet, er zijn vast bewakers die haar tegenhouden. En misschien is ze niet eens snel genoeg om echt op zoek te gaan naar hen.
‘Ik moet je iets vertellen.’

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 04 okt 2013 13:45
door glenovic
Leuk stukje!

Welke uitvinding zou Remero bedoelen? Er zijn zoveel tekeningen in deze kamer.
Bij twijfel gewoon alles pakken werkt altijd ^^

‘Ik moet je iets vertellen.’
Je eindigt weer met een ware cliffhanger haha

Het heeft soepeltjes weg gelezen ga zo door!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 04 okt 2013 18:25
door P_Westdijk
Het begin... Misschien is dit toch geen verhaal om aan kinderen voor te lezen. Ik vraag me nu namelijk af of die grijns ook iets heeft te maken dat hij neer kijkt op een slapend meisje in een nachthemd. De overige opmerkingen zijn van onschuldigere aard. ;)
-Maaike- schreef: Omhult door de kleuren die de schemering uitstraalt, grijnst Mino breed.
Het is een beetje lastig om me dit voor te stellen. Je hebt een fles vast die licht uitstraalt. Dat licht verlicht de voorkant van mijn lichaam als ik deze voor me houd, maar mij omhullen... Dat doet het pas als ik de fles achter me vast houd, maar dan ziet zij de schemering in de fles niet. Kijk maar wat je ermee doet.
-Maaike- schreef: Myrtha zoekt op de tast naar haar bril, terwijl ze de schemering, háár kleuren, niet uit het oog verliest.
Ik zag het helemaal voor me hoe ze gefascineerd naar de fles kijkt en ze tegelijk iets probeert te pakken.
-Maaike- schreef: ...wil ze dat ze er met iemand over kan praten.
Deze zin lijkt me nodeloos ingewikkeld.
...wil ze er met iemand over praten.
-Maaike- schreef: Zou ze het weten?
Geweldig deze paranoia. Al ga je er over nadenken dat worden de mogelijkheden van deze prinses in ieders dromen steeds kwaadaardiger. In ieder geval bij mij dan. :mrgreen:

Het stukje tijdens het zoeken in de kamer naar de juiste tekening sprak me ook erg aan. Tijdgebrek, pak gewoon meerdere tekeningen. De kans dat de juiste er tussen zit is dan immers groter. :P
-Maaike- schreef: De vrolijkheid trekt van zijn gezicht weg, zijn lippen persen op elkaar en hij schudt zijn hoofd. Dan pakt hij haar hand vast en neemt haar mee naar buiten.
Je beschrijft zijn reactie goed.

Een deel waarin je door heen vliegt met lezen. Je geeft de lezers toch een heleboel mee om over na te denken, maar op een zodanige manier dat het soepel in elkaar overloopt. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 06 okt 2013 16:03
door Kattie
Deze keer een iets minder uitgebreide reactie wegens tijdsgebrek.
Wel weer een supergoed stukje! Oooh spannend einde, ik vraag me af hoe Mino gaat reageren als ze het hem vertelt.. :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 11 okt 2013 09:29
door -Maaike-
@Glenovic, Hihi ik houd van Cliffhangers (maar alleen als ik ze weggeef, hoor :P )
@P_Westdijk, Whut?! :O :P Hij is alleen maar trots dat ie die fles heeft... er ligt trouwens een deken voor haar dus er valt niets te zien (A) Haha! Bedankt voor je feedback weer!
@Kattie, leuk dat je nog steeds meeleest! :D En voilà, hier is Mino's reactie ^_^
---
Mino kijkt haar vragend aan en Myrtha zoekt naar de woorden.
‘Een vriend van mij is hier ook.’ Ze kijkt naar de grond. ‘Hij is opgesloten door Frinny. Hij moet óók mee naar huis.’
‘Hier? Maar iedereen die hier komt, wordt een werker. Frinny sluit niemand op, ze is juist een van de goede,’ antwoordt Mino verward. ‘Als er iemand opgesloten zou zitten dan zou er een uitvinder zonder werker zijn. Dat is onmogelijk!’
‘Hij is niet hierheen gebracht, hij is van de brug gesprongen, voor mij.’
‘Oh.’ Mino zwijgt even. ‘Gesprongen? Echt waar?’
Myrtha maakt een instemmend geluid en wacht een boze reactie af. Zoals Isol reageerde in haar droom, of herinnert ze zich dat verkeerd? Ze kijkt naar de schemering in haar arm. Nee, de schemering laat haar genoeg van haar droom te herinneren om te weten dat hij inderdaad boos en ongelukkig was. Waarom reageert Mino niet zo?
‘Weet je uitvinder dat?’
‘Nee, alleen jij.’
‘Frinny’s uitvinding is maar voor twee personen. Hij mag mijn plaats wel innemen.’
‘Maar…’
‘Kom, anders wordt Frinny ongeduldig. Ze heeft een hekel aan wachten, maar ze wil vast en zeker wel je vriendje in mijn plaats laten gaan.’
‘Maar ze heeft hem juist opgesloten en verborgen! Het Beest heeft voor de helft zijn kleuren er opgezogen,’ roept Myrtha verschrikt als ze door heeft dat Mino misschien niet aan haar kant staat. En balt haar vuisten. Wat zou Frinny met haar van plan zijn als er eigenlijk helemaal geen uitweg is?
‘Tuurlijk niet, het Beest zit opgesloten in de wereld van dromen. Dat weet je toch.’
‘Nee, ja. Hij was hier! En zij ook, ze temde hem.’
Er springen tranen in haar ogen. Hij gelooft haar niet. Natuurlijk gelooft hij haar niet. Alles wat hij kent en zich herinnert is zijn wereld hier. Donker, zwart en zonder kleur. Het zoekwerk en de hoopvolle woorden van Frinny zijn de enige dingen die hij nog heeft. Het is zijn enige realiteit. Ze trekt haar hand los en zet een stap achteruit. Het wordt haar langzaam duidelijk. Dit is niet de gevangenis gecreëerd voor het Beest. Het is de ommuurde wereld geworden waar Frinny heerst. Dat is de wereld van Mino geworden.
Ze klemt de fles steviger in haar armen. Zonder haar schemering zullen de waarheden aan haar ontglippen, zoals elke herinnering in het duister oplost voor ze hem kan vastgrijpen. Ze draait zich met een ruk om en rent weg van Mino.
‘Myrtha!’ Zijn stem schalt door de straat heen. Myrtha rent zo hard mogelijk van hem weg. Hij kan er niets aan doen, houdt ze zich voor. Hij weet niet beter.
Hijgend blijft Myrtha uiteindelijk staan, de fles is een baken in deze duisternis, zonder ze er iets meer door kan zien. Ze moet snel de plek zien te vinden waar Remero het overhad. Daar zal de fles veilig zijn en daarna moet ze spullen zien te vinden in Nergina. Zonder ontdekt te worden, natuurlijk.
Ze weet nog waar het huisje van Frinny is, het was aan de rand van de stad. Mino is er pas gedachteloos met haar heen gelopen. Vanaf daar moet ze het kleine huis van Remero zo kunnen vinden. Myrtha loopt vlak langs de muren van de huizen. In steegjes en donkere hoekjes blijft ze even staan om te luisteren of ze al rennende voetstappen of haastige woorden hoort. Op zijn minst moet Mino haar zoeken en anders de vrienden van Frinny wel. Maar er is niets. Geen geluid, geen licht en niets dat erop duidt dat ze gemist wordt.

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 11 okt 2013 13:04
door glenovic
Hmmm nu vraag ik me af of dit stukje geschreven is door de paranoia van Myrtha of dat ze inderdaad iets heeft ontdekt. Als het, het laatste is zal het denk ik niet de enige schokkende ontdekking zijn.

Weer leuk geschreven! Interessant om te zien hoe Mino reageert. Doet me denken aan iemand die door propaganda is gebrainwashed en iemand ontmoet die de 'waarheid' weet. Moet veel van dat soort situaties voor mijn studie onderzoeken dus erg leuk omdat in een andere vorm hier terug te lezen.

Ga zo door!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 12 okt 2013 18:52
door P_Westdijk
-Maaike- schreef: er ligt trouwens een deken voor haar dus er valt niets te zien
Tja, als er nu een deken over haar had gelegen, dan zou ik wel helemaal zijn gerustgesteld. ;)

Nu weer terug naar het volgende deel van je verhaal. De snelheid zit er weer goed in. Ook wat betreft het overbruggen van tijd. Zo praten ze nog en zo vlucht zij voor hem weg. Toch bleven mijn ogen op een paar zinnen rusten en konden mijn vingers het toetsenbord niet onaangeroerd laten.
-Maaike- schreef: ‘Frinny’s uitvinding is maar voor twee personen. Hij mag mijn plaats wel innemen.’
De eerste zin... Gaat deze uitvinding stuk als er twee personen er gebruik van hebben gemaakt? Als dat niet het geval is dan stel ik voor om de eerste zin anders te schrijven.
‘Frinny’s uitvinding bied alleen maar ruimte voor twee personen.
Als het wel het geval is, dan mag je vergeten wat ik hier boven heb neer gezet.
:O Eerst trekt hij haar woorden in twijfel en nu is hij bereid om zijn plaats aan een voor hem volkomen vreemde af te staan? Klinkt trouwens niet als iets wat ik zou zeggen, als ik in zijn schoenen stond.
-Maaike- schreef: ‘Maar ze heeft hem juist opgesloten en verborgen!
Als je kiest voor: Maar zij heeft..., misschien nog met een wijzende vinger of ander gebaar erbij, dan klinkt het meer beschuldigend en voor mijn gevoel komt dat hier beter tot zijn recht.
-Maaike- schreef: Het Beest heeft voor de helft zijn kleur er afgezogen...
Het klinkt zo alsof deze kleuren alleen oppervlakkig zijn aangebracht. Ik zou persoonlijk gaan voor uitgezogen, want ik neem aan dat ook het bloed niet meer rood word als één van hen een wond op loopt. Al zal je het dan wel goed moeten formuleren om niet dubbelzinnig te kunnen worden geïnterpreteerd, want er leest volgens mij iemand mee die aan een half woord al genoeg schijnt te hebben om ergens pornografische lectuur in te zien.
-Maaike- schreef: ‘Nee, ja. Hij was hier! En zij ook, ze temde hem.’ Er springen tranen in haar ogen.
Heerlijk deze verwarring en de haast waarmee ze praat. Overtuigd als ze zelf is, lukt het haar niet om hem er ook van te overtuigen. Iets wat ik helemaal voor me zag.
-Maaike- schreef: Zonder haar schemering zullen de waarheden aan haar ontglippen, zoals elke herinnering in het duister oplost voor ze hem kan vastgrijpen. Ze draait zich met een ruk om en rent weg van Mino.
Ik vind het mooi hoe je haar wanhoop hebt vastgelegd.

Je hebt me nieuwsgierig gemaakt naar het volgende deel. Weer graag gelezen. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 13 okt 2013 13:14
door Kattie
Aha, eindelijk komen we wat dichter bij de waarheid over wat Mino's werkelijke bedoelingen zijn :D
Nee, de schemering laat haar genoeg van haar droom te herinneren om te weten dat hij inderdaad boos en ongelukkig was. Waarom reageert Mino niet zo?
Tja, het klinkt alsof Mino haar dan toch enkel als een goede vriendin ziet.
Hij kan er niets aan doen, houdt ze zich voor. Hij weet niet beter.
Hier insinueer je dat ze eigenlijk toch wel twijfelt of hij echt niet beter weet. Zou hij slechte bedoelingen hebben of kan hij er inderdaad niets aan doen? Ik ben benieuwd :D
Op zijn minst moet Mino haar zoeken en anders wel vrienden van Frinny.
Deze zin leest een beetje vreemd. Ik moest hem twee keer lezen voor ik begreep wat je er mee bedoelde. Maar dat kan ook wel aan mij liggen :p

Je houdt het heel spannend, het wordt duidelijk dat ze nu beseft dat Frinny niet echt alleen maar goede dingen met haar voor heeft. Ik vraag me af of ze nu definitief deze ontsnappingsweg kwijt is, of ze nu achtervolgd wordt door vijanden, of ze nu zeker voor Isol gaat kiezen of juist niet.. :D

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 17 okt 2013 09:43
door -Maaike-
@Glenovic, dank je wel! Als het ongeloofwaardig wordt van Mino, moet je maar een seintje geven :)
@P_Westdijk, dank je wel! "Gaat deze uitvinding stuk als er twee personen er gebruik van hebben gemaakt?" Is het storend als ik het antwoord later in het verhaal geef? Anders geef ik wel heel veel weg van de uitvinding, denk ik. En je feedback over Mino's reactie staat even in de wacht, ik kon zo gauw niets beter passends bedenken.
@Kattie, dank je wel! Ik heb de zin aangepast :D
---
Uiteindelijk komt Myrtha in de straat waar Frinny’s huis staat. Ze staat een beetje gekromd als op adem probeert te komen. Ze wrijft met haar vrije hand over haar voorhoofd en even sluit ze haar ogen. Ze voelt haar hart tegen haar slapen aan bonken.
Terwijl haar ademhaling langzaam tot rust komt, speurt ze de straat af, terwijl ze tegen de hoek van een huis aanleunt. Naast haar is een kleine doodlopende steeg, links en rechts van haar loopt de brede straat. Rechts eindigt die en staan de laatste huizen van NoaKrania tegen de rotswand aangeleund. Alle huizen hier zijn kleine bouwvallen, met scheefgezakte luiken voor de ramen. Met daken waarop de glimmende paddenstoelen tussen harig mos groeien. Het ziet er net zo kleurloos uit als de paddenstoelen en Myrtha snapt nog altijd niet hoe het hier in de duisternis kan groeien. Voorzichtig loopt ze door de straat heen, haar oren zijn gespitst en haar ogen schieten van links naar recht. Klaar om ieder geluidje en elke beweging op te merken en ergens weg te duiken. Haar armen zijn om de fles heen geklemd, in de hoop dat er geen straaltje schemering ontsnapt. Ze heeft het gevoel alsof ze steeds dichter bij de bek van het monster komt dat haar eens heeft opgeslokt. Ze kan de klauwen die naar haar uitstrekken bijna voelen. Myrtha kijkt even over haar schouder. De duisternis blijft hetzelfde, nietszeggend en leeg. Als ze weer voor zich kijkt valt haar blik op een huisje tegen de rotsachtige muur. De luiken leunen tegenelkaar voor het raam en het kleine tuintje ervoor is overwoekerd door paddenstoelen. Het ziet er verlaten uit en Myrtha geeft zichzelf geen tijd om te controleren of het echt veilig is, ze heeft het gevoel dat Frinny of het het Beest elk moment kan opduiken. Met haar schouder duwt ze de deur open, die moeizaam meegeeft. Met dezelfde kracht duwt ze de deur dicht.
Ze is in een kleine ruimte terecht gekomen. Aan de laag stof op de meubels en de vloer te zien is er in geen jaren meer iemand geweest. Hier en daar hangt spinrag aan het plafond. In de ruimte lopen de keuken en de leefruimte in elkaar over. Er staat een kast vol met boeken, beeldjes en mechanische voorwerpen. In een hoek staat een bank met daarvoor een kleine salontafel waar papieren op verspreid liggen en er staan mokken omringd door vuile borden. Er gaat een trap naar boven en naar beneden en boven de treden hangen een paar fotolijstjes aan de muur. Myrtha loopt erheen en veegt het stof van het glas af. Ze kijkt in het gelukkige gezicht van een jongeman. Op een andere foto staat dezelfde jongeman, wat ouder en met een klein meisje op zijn arm. Myrtha houdt haar adem in als ze op de volgende foto kijkt. Het is een portretfoto van het meisje, bijna een tiener en onmiskenbaar. Ze kijkt om zich heen, hier is niemand in jaren geweest. Niemand zal haar hier zoeken, toch? Haar hartslag bonkt niet langer meer tegen haar slapen en ook haar ademhaling is rustig geworden.
Myrtha besluit het huisje verder te bekijken en merkt haar eigen voetstappen die haar achtervolgen in het stof niet op. Ze gaat de trap op en komt op een smalle overloop uit. Er zijn twee slaapkamers en een badkamer. Het is er net zo stoffig als beneden. De ene slaapkamer is duidelijk een ouderslaapkamer geweest en de andere van een meisje. Er liggen knuffels rond het bed, een verdwaald sprookjesboek ligt vlak naast de deur, alsof het met kracht is weggegooid. Myrtha loopt terug naar beneden, de andere trap af. Ze komt in een grote ruimte. Hij strekt zich diep de wand van NoaKrania in. Er staat een grote brede werktafel in het midden. En de wanden zijn bedekt met planken die volstaan met uitvindingen, gereedschappen en dingen die zo uit Nergina kunnen komen. Er is een kleine opening achterin de werkruimte. Myrtha besluit daar ook te kijken. Het is een soort van koepelruimte. Aan de muren hangen schetsen die ze ook bij Alliaster heeft gezien. Een groot log ding met ijzeren vleugels. Myrtha loopt erheen en glijdt met haar vinger over het papier.
Er is geen weg terug, behalve als je kan vliegen. Dit metalen wezen zal de enige vogel zijn die ooit in NoaKrania te zien zal zijn. Zou het door de golvende laag dat zonlicht en kleuren tegenhoudt kunnen vliegen? Myrtha zet de fles voorzichtig op de grond neer en bestudeert de schets. Ze wrijft moeizaam de inkt van haar hand en begint de spullen op te schrijven die ze nodig denkt te hebben. Twee uitwegen zijn al afgevallen voordat ze ook maar kans hadden uitgevoerd te worden. Nu is er nog maar één over, want die van Isol en haar had nog niet eens vorm aangenomen. Ze voelt dat dit haar enige kans is en hij moet slagen. Want ze kan het zich niet voorstellen dat ze hier voor altijd moet blijven. Helemaal niet nu haar kleuren zo dichtbij haar zijn, de oplossing voor haar ligt en ze begrijpt dat Isol de enige is die haar écht gezocht heeft. Ze mag zichzelf en hem al helemaal niet teleurstellen. Ze stopt de pen in een zak en balt haar hand tot een vuist. De fles zal ze hier verbergen en de stappen van Remero’s plan uitvoeren. Ze zal thuiskomen mét Isol en alles zal worden zoals het eens is geweest.

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 17 okt 2013 18:11
door glenovic
Ik heb het gevoel dat ik in herhaling val maar het heeft gewoon weer lekker weg gelezen kan er niet anders van maken.

Alle huizen hier zijn kleine bouwvallen, met scheefgezakte luiken voor de ramen. Met daken waarop de glimmende paddenstoelen tussen harig mos groeien.

Leuk detail!

De duisternis blijft hetzelfde, nietszeggend en leeg.

De perfecte duisternis om de fantasie van het karakter op hol te laten slaan ^^

Als ze weer voor zich kijkt valt haar blik op een huisje tegen de rotsachtige muur.

Vraag me af waarom haar blik juist op de huis valt. Qua beschrijving komt het huis over als alle andere die je net ervoor het beschreven of heb ik iets gemist?

Weer met plezier gelezen. Ga zo door!

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 18 okt 2013 12:44
door Kattie
Alle huizen hier zijn kleine bouwvallen, met scheefgezakte luiken voor de ramen. Met daken waarop de glimmende paddenstoelen tussen harig mos groeien.
Mooie omschrijving!
en Myrtha snapt nog altijd niet hoe het hier in de duisternis kan groeien.
He ja, daar had ik nog niet over nagedacht. Planten hebben zonlicht nodig, dus het is vreemd dat ze in NoaKrania kunnen groeien. Een goed bewijs dat je nadenkt over wat je schrijft :)
Er staat een kast vol met boeken, beeldjes en mechanische voorwerpen.
Klinkt alsof er daar een bizar persoon heeft geleefd. Als het enkel boeken en mechanische voorwerpen waren, zou ik denken dat er een uitvinder heeft geleefd, of op zijn minst een wetenschapper. De beeldjes zijn er een beetje vreemd bij, maar ja, intellectuelen mogen ook van kunst houden :D
Het is een portretfoto van het meisje, bijna een tiener en onmiskenbaar.
Oooh wie zou het zijn? Frinny? En dan is het huis misschien van Remero, wie weet! Al zou het wel erg toevallig zijn dat ze net zijn huis uitkiest om zich te verschuilen.
Aan de muren hangen schetsen die ze ook bij Alliaster heeft gezien. Een groot log ding met ijzeren vleugels.
Dus er leefde inderdaad een uitvinder!
Helemaal niet nu haar kleuren zo dichtbij haar zijn, de oplossing voor haar ligt en ze begrijpt dat Isol de enige is die haar écht gezocht heeft
Dus ze kiest voor Isol, jeuj :D
Ze zal thuiskomen mét Isol en alles zal worden zoals het eens is geweest.
Die laatste zin klinkt alsof ze zichzelf er nog van moet overtuigen en ze eigenlijk zelf niet echt gelooft dat het haar zal lukken. Ik hoop van wel!
Weer een heel goed stukje, ik ben benieuwd naar het vervolg :) Is het einde eigenlijk al vaag in zicht of zijn we daar nog lang niet? (Ik hoop ergens van niet, dan kan ik langer blijven lezen :D)

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 22 okt 2013 10:49
door lillojon
Net klaar met hoofdstuk 1. Heel interresant en ben benieuwt hoe het verder zal gaan. Kan niet wachten om verder te lezen.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 22 okt 2013 19:40
door P_Westdijk
-Maaike- schreef: @P_Westdijk, dank je wel! "Gaat deze uitvinding stuk als er twee personen er gebruik van hebben gemaakt?" Is het storend als ik het antwoord later in het verhaal geef? Anders geef ik wel heel veel weg van de uitvinding, denk ik.
Ik wacht af waar je mee komt. ;-)

Je hebt diverse reacties gekregen en misschien verval ik wel in herhaling met wat ik hier achter laat, maar ik heb momenteel te weinig zin om de reacties te gaan vergelijken. :P Nu het volgende deel van je verhaal. Je valt er meteen in als lezer, maar dat heeft natuurlijk met het vorige deel te maken. Het begin had me niet meteen in zijn greep, maar dat komt omdat ik hier kansen zie. Hieronder heb ik er een paar van weer gegeven, samen met andere opmerkingen.
-Maaike- schreef: Uiteindelijk komt Myrtha in de straat waar Frinny’s huis staat.
Ik mis hier iets en dat heeft eigenlijk met haar vlucht te maken. Ze is inmiddels uit gerend en nog steeds paranoïde. Het doet lichamelijk iets met je. De adrenaline raakt uitgewerkt, je ervaart dan pas vermoeidheid, zweetdruppels die in je ogen prikken en in haar geval het zicht door de bril vertroebelen, etc.
-Maaike- schreef: Ze speurt de straat af.
Jij hebt als schrijfster een compleet beeld voor je, maar wij zijn afhankelijk wat je ons als lezer voorschotelt. Eventuele leemten vullen we op met onze fantasie, maar in dit geval mag het voor mijn gevoel wel uitgebreider beschreven worden. Eerst komt ze aan in de straat en nu kijkt ze zoekend om zich heen. Gebeurd het openlijk, of houd ze zich ergens achter schuil? Het bepaald de sfeer voor de rest van het deel.

De beschrijving van paddenstoelen op de daken vind ik leuke details, die juist beelden bij me oproepen.
-Maaike- schreef: Voorzichtig loopt ze door de straat heen, haar oren zijn gespitst en haar ogen schieten van links naar recht. Klaar om ieder geluidje en elke beweging op te merken en ergens weg te duiken. Haar armen zijn om de fles heen geklemd in de hoop dat er geen straaltje schemering ontsnapt.
..geklemd, in..
Verder heerlijk om dit te lezen. Hier houd het verhaal me in zijn greep.
-Maaike- schreef: Het ziet er verlaten uit en Myrtha geeft zichzelf geen tijd om te controleren of het echt veilig is.
Haar onvoorzichtigheid komt een beetje tegenstrijdig op me over. Een paar zinnen verder besef je als lezer dat het huis al jaren leeg staat. De laag stof geeft dat aan, maar geen spinnenwebben die ze na binnenkomst van haar gezicht moet vegen of weg vluchtende beestjes? Zelfs in een leeg huis is altijd wel wat leven. Het huis beschrijf je trouwens wel heel gedetailleerd. Speelt het een rol in de komende delen? Het is zoveel, dat ik me afvraag of het momenteel niet te veel is.
-Maaike- schreef: Niemand zal haar hier zoeken, toch?
Deze zin.. Ik begrijp de waarde ervan dat ze zich zelf wil overtuigen dat ze daar veilig is, maar ik zou meer de lichamelijke reactie hierop beschrijven om de lezer duidelijk te maken dat ze zich veilig waant. Lagere hartslag, niet meer zweten, geen zware ademhaling etc. Kortom, ze voelt zich meer op haar gemak. Het is slechts een idee, denk er maar over na en negeren kan altijd.

Misschien om mee te nemen in je verhaal, in een oud gebouw zal je elke voetstap in de laag stof kunnen zien. Je kan het enigszins vergelijken met sneeuw. Waar ze de fles verstopt, daar zullen de voetsporen een bezoeker naar toe kunnen leiden.

De rest verloopt in een sneltreinvaart. Ze heeft een nieuwe mogelijkheid ontdekt, maar het zijn schetsen, zoals je eerder aangaf. Het is mij nu niet duidelijk of ze een complete bouwtekening heeft ontdekt of word ze opeens zelf uitvinder om verder uit te gaan werken waar iemand anders een schets van heeft gemaakt.
Wat ik verderop mooi vind is haar prioriteitenstelling, door de inkt weg te vegen van alles wat ze zo wanhopig getracht heeft vast te houden.
-Maaike- schreef: Ze stopt haar pen in haar zak en balt haar hand tot een vuist.
Iemand met zoveel fantasie kan vast wel het aantal woorden haar terugdringen in deze zin.
-Maaike- schreef: Ze zal thuiskomen mét Isol en alles zal worden zoals het eens is geweest.
Dus zonder Isol. :P

Weer een deel die ik graag tot me heb genomen. Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 28 okt 2013 15:34
door -Maaike-
@Glenovic, dank je wel voor het compliment :sweet
@Kattie, ik denk dat het nog wel even duurt voor we bij het einde komen (A)
@Lillojon, wat leuk om er een nieuwe lezer bij te krijgen :D Leuk!
@P_Westdijk, bedankt voor de uitgebreide feedback weer :d: "Dus zonder Isol. :P" Wat weet jij wat ik niet weet? :O :P
---
Hoofdstuk 15
Het hoofd van Isol tolt als hij wakker wordt. Een naar gevoel bekruipt hem heen en hij voelt zich woest, zonder dat hij de reden weet. Zijn droom ontschiet aan hem zodra hij zijn ogen opent. Al weet hij niet zeker of zijn ogen wel open zijn. De duisternis om hem heen is nog altijd net zo donker als zijn oogleden.
‘Ze was hier.’ De opmerking komt uit Isols mond, zonder dat hij er invloed over heeft. Wat weet zijn onderbewustzijn zonder dat hij het zelf weet?
‘Ja, jongen. Je had haar meegenomen. Het is een slim meidje, maar of ze langs Frinny weet te komen…’
‘U was er ook in mijn droom.’
‘Technisch gezien kwam je in mijn droom. Met haar. Mijn beperkte hoop heb ik in haar handen gelegd. Ze zal de held zijn, die jij tracht te worden.’
Isol wil iets terug zeggen, maar zwijgt dan. Zolang hij hier vast zit kan hij niemand redden. Zelfs Remero niet, want de deur is onverplaatsbaar.
‘Wat deden we in uw droom?’
Het blijft een tijdlang stil.
‘Naar een uitweg zoeken, gok ik. En die heb ik haar gegeven. Zoals ik al gezegd heb, help ik diegene die me uit deze gevangenis haalt.’
‘Maar u bent hier nog.’
Remero barst in een bulderende lach uit.
‘Jongen, je bent net wakker, denk je niet dat ook zij net wakker is? Iemand bevrijden uit de klauwen van Frinny is niet iets wat je zomaar doet. Dat moet zelfs jij in deze hopeloze duisternis begrijpen. Heb geduld, zoals je de afgelopen weken ook het geduld opbracht om een uitweg te zoeken. Jouw heldentaak komt nog wel.’
Er klinken voetstappen in de gang en de sleutel wordt in het slot van de deur omgedraaid. Hoopvol kijkt Isol richting het geluid. Maar zodra het geluid van metaal dat over de grond schuift hoorbaar is, is zijn hoop vervlogen. Remero heeft gelijk, ze zal wel net wakker zijn. Wie weet herinnert ze haar droom net zo goed als hij en bij haar is er niemand die haar er meer over kan vertellen. Of zijn ze bij nog meer mensen op bezoek geweest? Terwijl Isol naar het dienblad op zoek gaat, pijnigt hij zijn hersenen. Zijn droom moet nog ergens in zijn hoofd zijn.
De lauwe pap smaakt die ochtend naar nog minder dan normaal, Isol twijfelt of het wel echt voedsel is. Het voelt aan als papier-maché op zijn tong en blijft in zijn keel hangen. De tijd lijkt stiller voorbij te glijden. Met zijn vingertoppen glijdt hij over zijn wangen. De dagen van gladheid zijn voorbij er is een zachte donzige laag op zijn wangen gekomen. Zal Myrtha hem nog herkennen als ze hem zo ziet? Hij slaakt een zucht.

Isol schrikt op als de stilte wordt verbroken door zachte haastige voetstappen. Met zijn vingers glijdt hij over de muur, op zoek naar de deur. Remero geeft hem verder geen teken van leven meer en uit wanhoop is hij bij de deur gaan zitten. Zal ze hem komen redden? Dat betekent niet dat hij dan geen held meer kan zijn. Buiten deze muren, is er nog de NoaKrania waar Remero hem over heeft verteld. De duisternis houdt nergens op. Voetstappen houden even stil bij de deur en het hart van Isol bonkt hoopvol in zijn borstkast. Dan verwijdert het geluid zich haastig.
‘Maak je niet gek, jongen. Ze komt heus wel en zo niet, dan zitten we hier gezellig samen.’
‘Heeft u ooit wel eens geprobeerd weg te komen?’
‘Oh, maar natuurlijk. Toen ik niet wilde geloven dat mijn dochter me hier voor dood achterliet. En ik niet wilde beseffen dat alles aan diggelen lag.’
‘Hoe dan?’
Remero zucht en Isol hoort dat hij opstaat. Zijn voetstappen schuiven over de vloer, alsof het de man teveel moeite kost om ze op te tillen.
‘Iedere steen en voeg ben ik afgegaan in de heilige overtuiging dat deze deur niet de enige uitgang kon zijn. Dat is het wel. Ik heb geprobeerd de stenen los te krijgen, bij de deur en op een wat minder opvallende plaats. Net zolang tot dat ik het gevoel had dat er alleen nog vingerstompjes over waren.’
‘Misschien als ik…’ begint Isol hoopvol.
‘Nee! Het is hopeloos en waardeloos! Die deur,’ de vuist van Remero slaat hard tegen het metaal aan en creëert een zachte echo door de ruimte, ‘is de enige.’

Feedback verwerkt

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 01 nov 2013 11:14
door Kattie
Net zolang tot dat ik het gevoel had dat er alleen nog vingerstompjes over waren.’
Brr, dat klinkt als de scène uit een of andere horrorfilm.

Een kort maar krachtig stukje, vooral de eindzin maakt het weer erg sterk. Ik vraag me af of Myrtha hen zal vinden. En in wiens huis ze nu eigenlijk zit, want daar hebben we nog geen antwoord op gekregen :)

Re: De adem die alles opzoog

Geplaatst: 01 nov 2013 17:28
door P_Westdijk
Weer een vlot geschreven deel.
-Maaike- schreef: Een naar gevoel kruipt door hem heen en hij voelt zich woest zonder dat hij de reden weet.
Een naar gevoel bekruipt hem en hij voelt zich woest, zonder dat hij de reden daarvoor weet.
-Maaike- schreef: De opmerking komt uit Isols mond zonder dat hij er invloed over heeft.
De opmerking komt uit Isols mond, zonder dat hij er invloed over heeft.
-Maaike- schreef: Ze zal de held zijn, die jij tracht te worden.’
Mooi geschreven.
-Maaike- schreef: Zoals ik al gezegd heb, help ik degene die me uit deze gevangenis haalt.’
..degene.. Het is goed geschreven, maar met het woord diegene leg je meer nadruk op deze persoon en dat lijkt me hier wel op zijn plaats.
-Maaike- schreef: Er klinken voetstappen in de gang en het slot van de deur wordt omgedraaid.
Praktisch gezien draait de sleutel in het slot rond.
-Maaike- schreef: Terwijl Isol naar het dienblad opzoek gaat, pijnigt hij zijn hersenen.
..op zoek.. Volgens mij los van elkaar geschreven, omdat hij naar iets gaat zoeken.
-Maaike- schreef: Zijn droom moet nog ergens in zijn droom zijn.
Hier raak je me kwijt. Hij is op het moment toch wakker?
-Maaike- schreef: De lauwe pap smaakt die ochtend naar nog minder dan normaal en de tijd lijkt nog meer stil te staan.
Tweemaal het woord nog in een enkele zin. Probeer eens de smaak te beschrijven, want wat moet ik me bij minder smaken voorstellen als ik het niet weet hoe het normaal smaakt?
-Maaike- schreef: Met zijn vingertoppen glijdt hij over zijn wangen. De dagen van gladheid zijn voorbij er is een zachte donzige laag op zijn wangen gekomen.
Als ik weken geen scheerapparaat aanraak, dan heb ik iets meer gezichtshaar, dan een donzig laagje.

Op het einde weet Remero de stemming er wel in te houden. :twisted: Doe met mijn opmerkingen wat je wilt, want het is en blijft jouw verhaal.