Flo briest even en blijft daarna stil. Zal het ooit lukken op dezelfde golflengte uit te komen?
„Begrijp jij mij helemaal niet?”
Lex gaat op zijn zij liggen en observeert Flo, die de intense blik tot in zijn nekharen meekrijgt. Flo geeft toe.
„Ik begrijp je wel ... de maatschappij ... blabla ... de familie ... blabla ... niemand wil je meer in het team hebben ... blabla ... iedereen wijst naar jou en stoot elkaar aan, kijk, een homo!”
Het is gemeen en sarcastisch, Flo kan het gewoon niet laten bij Lex.
„Flo ...,” verzucht Lex.
„Lex, je bent gewoon bang, geef het nu maar toe.”
„Ja,” Lex is ineens hees, „Ik ben bang,” Lex legt een hand op Flo’s schouder, „Ik kan je niet gelukkig maken, ik zou het verknallen. Een relatie ... dat lukt mij niet.”
„Je klinkt als een oude man,” Flo volgt Lex niet, „Natuurlijk kan je...”
„Ik geloof er niet in,” onderbreekt Lex vastberaden. Flo houdt vol, „Waarom?”
„Er zijn veel redenen.”
„Vertel ze mij.”
„Misschien een andere keer, dat lukt mij nu niet.”
Flo moet nu aan de twee verhalen denken. Wat Lex over emoties, over ‘houden van’ heeft geschreven ... eigenlijk is het defaitistisch. Alsof Lex al bij voorbaat heeft opgegeven. De chocolade vult nu wel zijn maag, geeft voldoende energie, maar echt smaken doet het niet meer. De pijn op zijn borstkas blijft.
„Hoe zit het met je vriendin?”
„Wat is er met Celine?”
„Hou je van haar?”
„Nee.”
Het komt er op diepvriestemperatuur uit, tot Florians verbazing.
„Waarom zijn jullie dan een paar? Omdat het makkelijker is?”
Het blijft lang stil.
„Uiteindelijk wel. Geloof mij, als ik het zou kunnen, zou ik van haar houden. We zijn een ideale match. Onze families kennen elkaar, waarderen elkaar. We zijn samen opgegroeid, van het kinderdagverblijf tot nu hebben we altijd op dezelfde scholen, vaak ook in dezelfde klas gezeten. We zijn altijd goed met elkaar uitgekomen. Ze begrijpt wat ik bedoel, als ik over de maatschappij praat. Ze weet, wat reputatie betekent en wat van ons wordt verwacht. Ze is al langer op mij verliefd, ik heb dat altijd geweten. Ze heeft zich nooit opgedrongen en altijd geaccepteerd, dat ik geen relatie wil,” Lex klinkt ineens weer onzeker, „Toen jij plotseling uit het niets opdook – ik wist werkelijk niet, dat jij bestond – heb ik mij min of meer in een relatie met Celine gestort.”
Op het einde klinkt Lex vermoeid.
„Weet ze, dat je homo bent?”
„Nee.”
Ze zwijgen. Flo denkt aan het meisje, zoals hij haar meemaakt, en heeft het gevoel, dat ze echt van Lex houdt. Flo krijgt medelijden met haar. Of heeft ze alleen een relatie met Lex omdat het zo ideaal is? Een relatie, gebaseerd op wederzijds voordeel?
„Misschien heb jij gelijk en is Jens echt een goede, leuke kerel, die je geeft, wat je nodig hebt.”
Lex legt zijn hoofd op Flo’s schouder en geeft hem een zoen. Flo wordt overvallen door een gevoel van weemoed. De chocolade is inmiddels op. Lex zoekt even oogcontact.
„Maar Flo, doe jezelf een plezier. Als Jens seks met jou wil, hou het veilig.”
„Hè?”
„Condooms, Flo!”
„Maar ...”
„Daarom. Normaal gebruik ik ze altijd.”
„Oh. Dank je.”
Flo grijnst even. Dit is helemaal Lex, die nu een arm over Flo’s borstkas legt en hem blijft aankijken. Flo denkt ondertussen weer aan Jens.
„Jens is leuk,” mompelt Flo, „Als ik een vogel wil zijn, brengt hij mij voer.”
Lex’ ogen worden groter en het gezicht gaat over in een lach.
„Lex?”, trekt Flo hem nog dichter tegen zich aan, „Hoe zorg je ervoor, dat je niet meer verliefd bent?”
Lex lacht zacht, verdrietig, „Ik weet het niet.”
„Jammer.”
Flo geniet van Lex half naast hem, half op hem. De jongen is helemaal opgewarmd. Flo denkt hardop na.
„Misschien als jij smerige dingen doet. Dat zou kunnen werken. Laat een boer tijdens het eten of zo.”
„Goed idee,” lacht Lex voorzichtig.
„Of doe eens gemeen tegen Emma en Tim. Echt hufterig, bedoel ik.”
„Nee, liever niet. Ik wil de kleintjes niet van slag brengen, dan hebben ze dagenlang nachtmerries.”
„Je kunt ook vrede sluiten met Hofer.”
„Daar wordt die arme man alleen maar onzeker van. Wil je dat?”
Flo grinnikt.
„En ik? Wat moet ik doen, zodat je mij niet meer zo leuk vindt?”
Lex geeft niet direct antwoord. Zijn borstkas gaat regelmatig op en neer. Vanzelf gaat Flo in hetzelfde ritme ademen.
„Wees een beetje minder jezelf,” meent Lex tenslotte vriendelijk. Flo begrijpt het niet helemaal.
„Oh ... goed.”
Een rilling trekt door zijn lichaam, wanneer Lex hem wat uitgebreider kust. Flo’s drukke brein heeft al genoeg te doen. Wilde beelden, houdingen, kleuren, geuren wervelen rond, herhalen en vermengen zich. Het zal wel even duren, voordat hij ook maar voor een deel begrijpt wat er vanavond laat allemaal is gebeurd. Ze houden van elkaar, maar een relatie zit er niet in, omdat ze broers zijn en omdat ... Lex denkt, dat hij niet in staat is om een relatie te voeren. Tegelijk wil Lex hem wel gelukkig zien. Stil pakt Flo Lex’ hand en speelt met de vingers.
„Weet je, als ik vroeger verdrietig was, dan had mijn Ma mijn altijd in haar armen gehaald en net zolang gekieteld, totdat ik weer kon lachen.”
„Jouw Ma had overal wel een oplossing voor.”
„Ja. Toen ik zes was, wilde ik beslist een keer de kerstman zien. Alle andere kinderen beweerden, dat die helemaal niet bestond. Daar was ik best verdrietig over. Het was mei en Ma vertelde mij, dat de kerstman net aan de andere kant van de wereld op vakantie was. Daarop wilde ik naar hem toe rijden. Zodoende is mijn Ma in de auto gestapt en zijn we gaan rijden. Natuurlijk niet tot het einde van de wereld, maar naar Denemarken. Maar goed, ik was nog klein en voor mij was het een hele lange reis. Bij de Deense kust konden we niet verder. Daar dacht ik, dat we bij het einde van de wereld waren aangekomen. Ik vroeg mijn Ma, waar de kerstman was. Ma zei, dat hij daar ergens in de buurt moest wonen. We zijn langs het strand gelopen, steeds verder totdat we bij een oud vissershuis aankwamen. Daar zou hij wonen, dacht Ma. We hebben aangeklopt, maar niemand deed open. Mijn Ma had de reden paraat, de man was de stad ingegaan om brood en wijn te kopen. Ik was teleurgesteld. We gingen terug, over het strand en ergens halverwege zagen we nog een oude man met een witte baard naar huis lopen. Ik riep hem en zwaaide en de man zwaaide terug. Ik was toen heel gelukkig. Ik wist, dat de kerstman op vakantie ging aan het einde van de wereld.”
Flo glimlacht. Deze kleine reis roept altijd een warm gevoel en een glimlach op.
„Toen ik zes was, woonden mama, Maria en ik bij onze grootouders in huis. Het is wat groter en luxer ingericht dan dit huis, ook de tuin is een park. Maria en ik hadden een oud kindermeisje, een echte heks. Ze heeft ons altijd griezelverhalen verteld. Een daarvan ging over de tandvorst. Een oude, lelijke, boosaardige man, die ’s nachts in de kamers van kleine kinderen binnendringt om de losse tanden uit hun monden te stelen. Hij heeft ze nodig omdat hij zelf geen tanden meer heeft. Van de kleine melktanden maakt hij een nieuw gebit. Het kindermeisje vertelde ons dit verhaal, zodat we elke avond zonder te zeuren onze tanden zouden poetsen. Alleen schone tanden zouden zo vast zitten, dat de tandvorst ze er niet uit zou kunnen trekken. Maria en ik waren heel erg bang voor die man en we poetsten onze tanden zo goed als we konden, niet alleen ’s avonds maar ook ’s morgens. De volwassenen vonden dit allemaal heel erg grappig en handig. Goed, mijn grootouders hadden zo’n beetje om de avond een feest, een diner of wat dan ook. Af en toe kwam ook een oude vriend van mijn grootvader langs. Hij was belangrijk, ik geloof dat hij fabrieksdirecteur was of zoiets. Maria en ik vonden hem stokoud en hij had gelige tanden. Op een keer zag ik hem na het eten zijn tanden uit zijn mond halen en in de keuken onder de kraan schoonmaken. Hij had een kunstgebit, maar ik was ervan overtuigd, dat hij de tandvorst was en dat hij telkens weer in ons huis zou binnensluipen om de tanden van Maria en mij te stelen. Sinds die keer verstopten Maria en ik ons, als mijn grootouders een feest gaven. Maar op een avond zaten we op de grote trap in de ontvangsthal te kijken wie er allemaal binnenkwamen. Ook de tandvorst was er weer bij. Hij zag ons, lachte zijn valse tanden bloot en wilde naar ons toekomen. Vermoedelijk om ons te begroeten, maar dat hebben wij natuurlijk heel anders gezien. In paniek zijn we naar boven gerend en toen de oude man ook de trap opkwam, heb ik een vaas gepakt en die omgekeerd boven het hekwerk gehouden, alle bloemen vielen eruit en al het water natuurlijk ook. De man kreeg het meeste water over zich heen. Dat was natuurlijk een kleine grote ramp. Ik kreeg er enorm van langs en niemand wilde begrijpen dat ik Maria en mij alleen wilde beschermen tegen de tandvorst,” Lex zucht, „Dat is een van mijn ervaringen met sprookjes en fantasiefiguren.”
Flo streelt Lex’ vingers en gaat nog dichter tegen hem aan liggen.
„Geef het maar toe, je was ook heel trots op jezelf. Je had tenslotte de tandvorst weggejaagd.”
Lex lacht, „Ja, ik heb hem echt verdreven, hij is nooit meer op bezoek geweest.”
Ze lachen allebei.
„Wat wilde je eigenlijk worden, toen je klein was? Behalve bestrijder van gemene sprookjesfiguren natuurlijk.”
Flo strekt zijn hand en legt hem tegen die van Lex. Het voelt goed aan en Lex praat zo veel gemakkelijker.
„Geen idee. Gevangenisbewaarder of zoiets.”
„Heel grappig.”
Lex streelt over Flo’s onderarm, „Ik weet het niet meer, ik had geen bepaald idee. Het wisselde iedere keer. Soms wilde ik een duiker zijn en met dolfijnen in de zee mee zwemmen, later een vampierjager, heel even een piloot. Oh ja, Tom en ik hebben een tijd lang onze toekomst gepland als Rodeocowboys in het wilde westen.”
„Cool,” lacht Flo.
„En jij?”
„Ik wilde hondenfokker worden, zodat je altijd welpen hebt, waarmee je zo lekker kunt knuffelen en spelen.”
Flo is serieus, Lex vooral verbaasd.
„Is dat een beroep?”
„Geen idee,” grijnst Flo om iets later door te vragen, „Wat denk jij, Lex, ben jij geworden wat je als kind wilde zijn? Wat zou je van jezelf vinden als de Lex van vijf jaar je nu kon zien?”
Lex denkt na, glimlacht en schraapt zijn keel, „Dat is een moeilijke vraag.”
„Ja,” moedigt Flo hem aan. Voor Flo is het een normale vraag. Lex fluistert, „Waarschijnlijk zou ik teleurgesteld zijn.”
„Waarom?”
„Geen idee, maar wie kan over zichzelf beweren, dat hij de ideale man is geworden en alles zo gegaan is, zoals verwacht?”
„Hm ... God, Jezus, Mohammed, of is dit godslastering?”
Lex lacht. Flo laat het zitten, „Ik ben ook geen ideale man.”
„Je meent het,” spot Lex en Flo haalt zijn brutale kant tevoorschijn, „Hé, ik kom een heel eind in de buurt.”
„Echt?”
„Met mijn achtste verjaardag heb ik een lijstje gemaakt van dingen die ik voor mijn achttiende wilde doen. De wereld overvliegen, een witte tijger zien, een keer alleen ’s nachts in een bos slapen, met een hete luchtballon vliegen, saxofoon spelen en leren schaken.”
„Is dat allemaal gelukt?,” acteert Lex zijn verontrusting.
„Nee.”
„Ach.”
„Kan het zijn, dat je mij nu niet zo serieus neemt?”, grijnst Flo en legt Lex’ hand op zijn buik.
„Hoe kom je daarop, Flo?”
Lex duwt met zijn neus tegen Flo’s kaak. Het voelt gewoon erg goed zo.
„Weet je ...,” aarzelt Flo even om dan door te zetten, „Het is ons nooit gelukt een hele nacht samen te blijven. Jij bent altijd weggegaan ... zelfs in je verhaal.”
Lex verkrampt in Flo’s arm. Hij blijft stil. Flo pakt Lex’ hand van zijn buik en streelt erover.
„Lex, doe je mij een plezier en blijf je vannacht? Drink je morgenochtend met mij een kop koffie? Doe het voor die twee in je verhaal, zodat ik mij kan voorstellen, dat in elk geval die twee nog een goede toekomst hebben.”
Lex kan even niet praten, maar Flo voelt, dat Lex wel wil. Langzaam ontspant Lex zich, totdat hij zijn hand van Flo’s buik afhaalt en gewoon om hem heen legt. Hoe treurig ze ook zijn, misschien ook uitgeput, van slag, opgelucht, gelukkig. Merkwaardig, hoe ingewikkeld het leven kan zijn op de meest makkelijke tijdstippen. Flo heeft geen omschrijving voor Lex – hij houdt van hem, van zijn broer, geliefde, vriend, dat is zeker. Omgekeerd is het blijkbaar vergelijkbaar. Dicht tegen elkaar, meer een lichaam dan twee, slapen ze in.
De volgende morgen maakt Lex Flo wakker met een kop hete koffie.
Florian
29 Een nieuwe start
„.. en daarna zei Lisa Fischer tegen Martina Janović, dat ze totaal niet wist wie het verhaal over haar en Michael Zauner in de wereld heeft gebracht. Dat was een leugen, want Juliane Kroß heeft Lisa zelf gehoord over Martina en Michael. Dat was op het feest van Uwe Straußende met Rebecca Tischler en Rebecca heeft het Martina verteld. Maar natuurlijk heeft Lisa alles ontkend, tot Martina haar er gisteren op aansprak. Ongelofelijk toch?“
Verbijsterd schudt Sandra haar hoofd, „Het enige ongelofelijke hieraan vind ik het feit, dat jij al die namen hebt onthouden. Of heb je die net uit je mouw geschud?”
Ze stopt nog een koekje in haar mond. Flo grijnst. Ze zitten in de keuken van de familie Wanninger en drinken koffie, water, fris, al uren. Eigenlijk zou Sandra al lang en breed thuis moeten zijn, maar ze heeft keer op keer een smoes gevonden om nog een half uur langer te blijven.
„Ik heb dit helemaal niet bedacht.”
Sandra lacht en neemt een slok van haar glas water, „Waarom vertel je mij dit allemaal?”
Flo kijkt haar intensief aan en glimlacht onschuldig, „Ik heb dit gisteren op school opgevangen. Misschien interesseert het je en ken je ze.”
„Ik ken ze allemaal niet. Hoe oud zijn ze ongeveer?”
„Geen idee. Dertien of zoiets.”
„Oh,” grijnst Sandra. Florian beweegt zijn ogen, „Ik dacht, dat je alle roddel en achterklap toch een beetje volgde.”
Sandra reageert beledigd en Flo kijkt naar de klok boven de keukendeur. Het is precies zeven uur – ‘s avonds. Zijn maag verdraagt alle opwinding met plezier.
„Goed, het was weer gezellig, maar het is nu al behoorlijk laat ... je moet vast en zeker een keer naar huis.”
Florian wil de tafel leegruimen en pakt haar glas. Ze houdt het stevig vast, buiten zijn bereik.
„Nee, het is nog niet leeg.”
„Jouw glas is leeg, Sandra,” zet Florian zijn handen op zijn heupen en probeert niet te lachen.
„Dan wil ik graag nog wat multivitaminensap,” geeft Sandra haar volgende bestelling op en onderstreept het met al haar charme plus een glas onder zijn neus. Florian lacht nu wel, „Je bent onmogelijk. Ik heb geen tijd meer en dat weet je.”
„Maar het is net zo gezellig met jou,” vleit Sandra en zakt nog wat verder onderuit in haar stoel.
„Sandra, ik verwacht Jens elk ogenblik.”
Wat totaal geen nieuws voor Sandra kan zijn.
„Ach ja, ik was het bijna vergeten,” meldt ze verre van overtuigend met een vaste lach in haar gezicht.
„Ik wil niet, dat je ...”
„Hallo.”
Elena slentert de keuken in en pakt een stoel direct naast Sandra.
„Hoi. Elena, weet jij, wie hier straks langskomt?”, straalt Sandra en wiebelt onrustig heen en weer.
„Eh ... nee,” lacht Elena. Florian zucht en weet van nervositeit niet meer wat hij kan doen.
„Jens komt hier,” zingt Sandra en herhaalt deze regel nog een paar keer. Elena glimlacht en knabbelt op een koekje, terwijl ze naar Florian kijkt, die op zoek is naar een goede geest.
„Moet jij niet op de tweeling passen?”
„Nee, Martha speelt domino met ze,” blijft Elena compleet kalm.
„En jij? Word jij niet een keer thuis verwacht?”, richt Florian zich op Sandra.
„Nee, ik kan zolang blijven als ik wil,” plaagt ze.
Met een brutale lach leunt ze achterover. Florian is hier ontevreden mee, „Ik wil niet, dat Jens zich overvallen voelt, zodra hij hier een voet over de drempel heeft gezet.”
„Dat zouden wij toch nooit doen, Flori. We willen alleen weten of hij er echt zo goed uitziet als Maria beweert,” verdedigt Sandra zichzelf en Elena.
Florian geeft het op en reageert zijn ergernis af op zijn haar. Tegen deze twee meiden kan hij niet op. Zodra vrouwen in groepen optreden, zijn ze onoverwinnelijk. Zelfs bij zijn Ma en Inge klopt deze ervaringsregel. Het enige positieve aan deze avond is de afwezigheid van Joachim en Bettina. Ze zijn naar het een of andere diner. Waardoor alleen twee te nieuwsgierige vriendinnen overblijven plus Maria en Alex.
Sinds hij Alex heeft gedwongen tot duidelijkheid, zijn ze ruim een halve week verder. Vier schooldagen zonder ruzie, eigenlijk ging alles harmonieus en is het beiden gelukt om zich voorbeeldig te gedragen. Wel heeft Florian nog last van stille verlangens, maar die verdwijnen vanzelf volgens Marc. Over een tijdje zal het beter gaan. Florian houdt zich hieraan vast, want Marc heeft tenslotte opvallend vaak gelijk en waarom zou hij hiermee het verkeerd zien?
„Flori, blijf van je haar af!”
Florian laat het nu over zich heen komen. Sandra en Elena kunnen het niet laten en vinden het nodig om zijn haar in model te brengen. Waarbij ze met elkaar overleggen, alsof hij niet aanwezig is. Hoewel hij geniet van de aandacht, zijn dit toch momenten, waarop hij heel tevreden is met zijn voorkeur voor jongens. Die plukken en rukken niet zo aan zijn hoofd, zoals deze twee dat kunnen. Wat je al niet toelaat, als je met twee meiden bevriend bent? Een paar minuten later zijn de twee tevreden en gaan ze weer zitten.
„Dank jullie wel. Waar zou ik zonder jullie zijn?”
Elena en Sandra glimlachen lief en negeren Florians sarcasme. Sandra heeft de grootste lach, „We zijn er altijd voor jou en het is leuk als we je ergens mee kunnen helpen, schatje.”
„Fijn, dank je,” meent Florian nu eerlijk en oprecht, „Maar willen jullie nu weggaan? Hoe denk je, dat het op Jens overkomt als ik hem hier ontvang met een hele groep vrienden en familie in mijn nek?”
„Ik hoop, dat hij het kan waarderen en zich netjes gedraagt. Tenslotte vind jij de mening van je vrienden belangrijk of niet?”, hoopt Sandra in Florians gezicht het antwoord te vinden.
„Uiteindelijk beslis ik zelf, Sandra. Ik wil hem jullie wel voorstellen, maar ... niet hier. Ik ben sowieso al nerveus genoeg.”
Dat is de waarheid. Florian heeft Jens voor het laatst op maandagavond gezien, daarna hebben ze elkaar alleen berichten gestuurd of gebeld. De dagen zijn voorbijgevlogen, maar tussen maandag en vrijdag is er wel iets veranderd. Jens is niet langer afleiding voor Alex en voor Florians emotionele chaos. Dat kan, mag en wil hij rustig toegeven. Jens was tot nu toe een erg aantrekkelijke afleidingsmanoeuvre en niet veel meer dan dat. Vandaag is het anders. Vanavond gaat het alleen om Jens en Florian, waarbij Florian het wel wil proberen en zien hoever ze komen met elkaar. Florian wil hem zien, samen een avond stukslaan, Jens aandacht geven en van Jens genieten vanwege de jongen zelf. Niet meer, niet minder. Florian wil er vol voor gaan.
Sandra zeurt, „Je hebt hem je andere vrienden toch ook al voorgesteld?”
„Welke andere?”
„Nou ja, je bent toch met Jens naar een feest geweest?”
„Klopt, maar dat kwam gewoon zo uit. Ik was al uitgenodigd, voordat Jens hier binnenviel.”
Sandra voelt zich een beetje buitengesloten, „Anderen vinden de mening van hun vrienden heel belangrijk.”
„Dit ligt allemaal wat ingewikkelder, Sandra,” begint Florian te ijsberen, „Het is fijn, dat jullie meeleven, ...”
„Flori, denkt je echt, dat je goed bezig bent?”
Elena’s kalme stem laat Florian stilstaan, „Hoe bedoel je?”
„Alex,” meldt Elena met opgetrokken wenkbrauwen.
„Alsjeblieft, Elena. Ik weet wel, dat je het allemaal snel vindt gaan en jij het nog niet te laat vindt en ik weet ook, dat jij vindt, dat ik nog meer moeite moet doen voor Alex, maar Alex wil niet en met Jens heb ik een klik.”
Eigenwijs houdt Florian zijn ellebogen met de andere hand vast. Hij is een stap verder dan Sandra en Elena, die hem de afgelopen dagen onder druk hebben gezet. Het is niet de avond voor een volgende discussie, die hij al eerder heeft gevoerd en nergens toe leidt. Elena houdt een hand op, berustend, vergevingsgezind, „Goed.”
Sandra vult haar aan, „We laten je met rust als je ons de kans geeft Jens persoonlijk te leren kennen. Wie weet is het zo’n leuke jongen, dat we jouw beslissing kunnen accepteren.”
Haar blik is triomfantelijk, „Misschien is hij veel beter dan Alex.”
Florian negeert deze steek onder water, „Goed, goed, jullie kunnen blijven. Ik stel hem jullie voor en dan verdwijnen jullie, ja?”
Florian steekt zijn hand uit naar Sandra, die hem schudt en grijnst. Elena’s ogen lachen. Florian zou Elena graag een stap op weg helpen bij haar pogingen Martins aandacht te veroveren, maar dat wil ze niet. Elena is helaas te bescheiden.
„Ik haat hem!”, stormt Maria briesend de keuken in. Ze komt uit de woonkamer en is echt boos, inclusief rode wangen en wapperende haren, „Ik haat hem!”
Doelgericht loopt ze naar de keukenkast, waar Martha alle kookhulpen in bewaart, „Ik haat hem!”, en pakt de deegroller eruit, waarna ze de kast dichtslaat en terug rent naar de woonkamer.
„Maria?”
Het meisje negeert iedereen in de keuken en is al verdwenen, voordat de drie in de keuken zich goed realiseren, dat hier iets aparts aan de hand is. Elena en Florian kijken elkaar even aan en besluiten tegelijk achter Maria aan te gaan, op de voet gevolgd door Sandra. In de woonkamer staat de televisie aan. Voor het apparaat liggen Alex en Tom op de vloer, tussen kussen en zakken chips. De twee zijn helemaal verdiept in een computerspel en drukken compleet monomaan op de knoppen van de controllers. Wat er verder om hen heen gebeurt, onttrekt zich aan hun waarneming. Zodoende reageren ze ook niet, als Maria de deegroller boven het hoofd van haar broer houdt.
„Ik waarschuw je niet nog een keer, etterbak, die je bent, je verdwijnt nu direct naar boven, voordat ik alle stekkers eruit haal!”
Maria schreeuwt tegen haar broer, die nergens op reageert.
„Dat doe je niet,” mompelt Alex en port Tom met een elleboog in zijn zij, „Let op, man, achter die deur zitten allemaal zombies. Ik geef je rugdekking.”
„Goed.”
Met de punt van zijn tong uit zijn mond opent Tom een virtueel spervuur op de digitale monsters. Maria zwaait met wapen om zich heen en schreeuwt opnieuw, „Ik trek de stekkers eruit, echt en als je daarna op mij los wilt gaan, mag je het proberen.”
„Hé, ophouden, nu,” leidt Florian Maria af, „Wat is het probleem?”
Maria is diep beledigd, hoewel ze onschuldig probeert over te komen en haar leed beklaagt, „Alex is zo gemeen!”
Alex hoort haar wel, maar vindt het belangrijker om eerst een dikke zombie af te schieten. Het groene bloed spat van het scherm, wat hem een schouderklop van Tom oplevert.
„Vanavond heb ik met een paar vrienden afgesproken wat films te kijken. Van mama mogen we hier beneden kijken omdat het scherm hier groter is en ik moet nog alles klaarzetten, maar dat gaat niet, zolang die sukkel hier rondhangt.”
Haar woedende blik richting Alex is niet te missen. Florian kijkt haar zo vriendelijk mogelijk aan, „Dat is nog geen reden om met spullen uit de keuken op elkaar los te gaan,” en pakt de deegroller vast, die Maria met tegenzin afgeeft.
„Hij moet weg hier,” houdt Maria stand. Florian vraagt zich af of hij nu echt in een kleuterschool woont. Emma en Tim regelen dit soort dingen veel makkelijker, ergens ook veel volwassener. Florian heeft geen enkele zin om te bemiddelen om achteraf van Alex en Maria de volle laag te krijgen, omdat ze beiden hun zin niet hebben gekregen, maar dat maakt op dit moment geen verschil meer.
„Alex?”, vleit Florian en hoopt, dat de jongen tenminste een keer toe kan geven. Alex kijkt niet op en mompelt, „Haar idiote vrienden komen pas over een uur.”
„Zo lang duurt het niet meer,” bemoeit Tom zich er nu ook mee, „We moeten nog een pakhuis opblazen en het hoofd van de opperzombie als trofee terugbrengen, dan zijn we een level hoger.”
„Zie je, een klein pakhuis en een zombiekop en dan heb je de woonkamer voor jezelf,” kijkt Florian Maria verzoenend aan. Ze reageert uitgesproken grimmig, „Nee, ik moet hier nog opruimen, de banken goed neerzetten, kussens rondstrooien en overal wat te knabbelen neerzetten.”
Hulpzoekend kijkt Florian naar Elena en Sandra. De een is overdonderd en de ander haalt haar schouders op. Uiteindelijk tikt Elena Alex voorzichtig op zijn schouder, „Kunnen jullie niet in jouw kamer verder spelen?”
„Nee!”
„Geef mij de deegroller terug,” eist Maria tussen haar tanden door. Florian leeft met haar mee en denkt even na of hij het zal doen. Maar de nadelen lijken hem te groot, „Kom op, Maria, we helpen je zo wel, dan heb je alles snel klaar.”
Meer kan en wil hij nu niet doen. Hij heeft geen zin in ruzie met Alex, daarvoor is de vrede nog te pril, te broos. Maria is volkomen zichzelf en valt hem nu aan, keurig volgens zijn verwachting,.
„Nee, ik hoef je stomme hulp niet. Nog niet een keer kun je iets goed doen. Bovendien komt André zo en hij helpt mij wel.”
André? Florian kijkt naar Tom om te zien of die iets heeft meegekregen. Hij reageert in elk geval enthousiast, „Alweer een platgelegd! Moet je ook geen smurrie slikken,” maar luistert duidelijk niet naar zijn omgeving.
Elena probeert Maria te kalmeren en maakt een opening, „Zit André niet in jouw klas?”
„Ja,” blaft de huisdiva en kijkt net zo woedend als eerder. Elena heeft niet veel succes. Tom drukt als een bezetene op de knopjes van de controller, „Is die André je nieuwe vriendje, Maria?”
Blijkbaar heeft hij toch iets gehoord. Alex verbergt zijn lach en mompelt, „Tom, je bent een sukkel.”
„Hoezo? Ik heb er net toch twee neergeknald? Die laatste heb ik recht door zijn ballen geschoten!”
Alex lacht, „Ik bedoel niet het spel, sukkel. Het gaat over André, die kleine jongen, waar jij zo gek van bent.”
„Het zou op minst vriendelijk zijn, als je een keer zijn naam onthoudt, als je al zo waanzinnig veel van hem houdt,” geeft Florian zijn irritatie vorm. Tom lacht zijn gebruikelijke grijns, „Ach, voor mij is hij simpelweg ... mijn kleine engel met de mooie lokken en de stem van een zingende nachtegaal.”
„Dat is natuurlijk veel makkelijker te onthouden dan André,” plaagt Florian. Maria kijkt Tom geschrokken aan en vraagt Florian tegelijkertijd, „Hij wil wat van André?”
„Ja,” bevestigt Florian en heeft direct Maria aan zijn arm hangen, „Dat moet je tegenhouden!”
„Want?”
„Hij zal hem alleen maar ellende bezorgen,” is Maria eerlijk bezorgd. Tom kijkt een keer op van zijn controller en het scherm, naar Maria en Florian, en beweegt zijn wenkbrauwen.
„Ik zal heel lief zijn,” koert hij, voordat hij mikt op het achterwerk van de volgende zombie. Maria gaat er alleen bezorgder door kijken. Florian begrijpt haar wel. Sandra wijst naar haar pols, „Flori, het is al twintig over zeven. Te laat komen levert minpunten op.”
„Hij is niet te laat. We hebben alleen afgesproken, dat hij na zijn werk hierheen komt en dat ik vanaf zeven uur op hem kan rekenen. Het kan ook acht uur zijn, maar net hoe druk het op de redactie is. Vrijdag schijnt de drukste dag van de week te zijn,” blijft Florian van buiten kalm, hoewel het van binnen broeit. Maria is ineens nieuwsgierig, „Wie verwacht je dan?”
„Jens, hij heeft een date met Jens,” grijnst Sandra zonder Florian een kans te geven zelf te antwoorden. Vrouwen in groepen ... een volgende keer moet Florian ervoor zorgen, dat er nooit meer dan een vrouw tegelijk in de buurt is. Tom kijkt opnieuw op. Daar is iemand niet nieuwsgierig. Maria straalt plotseling en kan haar opwinding niet verbergen, „Doen jullie het hier? In je kamer?”
Florian wordt knalrood, „Maria!”
„Nee, ze gaan natuurlijk naar Jens. Seks bij Jens, daar droomt Flori al de hele week van,” grijnst Sandra. Ze is helemaal overgelopen naar Maria’s kant.
„.. en daarna zei Lisa Fischer tegen Martina Janović, dat ze totaal niet wist wie het verhaal over haar en Michael Zauner in de wereld heeft gebracht. Dat was een leugen, want Juliane Kroß heeft Lisa zelf gehoord over Martina en Michael. Dat was op het feest van Uwe Straußende met Rebecca Tischler en Rebecca heeft het Martina verteld. Maar natuurlijk heeft Lisa alles ontkend, tot Martina haar er gisteren op aansprak. Ongelofelijk toch?“
Verbijsterd schudt Sandra haar hoofd, „Het enige ongelofelijke hieraan vind ik het feit, dat jij al die namen hebt onthouden. Of heb je die net uit je mouw geschud?”
Ze stopt nog een koekje in haar mond. Flo grijnst. Ze zitten in de keuken van de familie Wanninger en drinken koffie, water, fris, al uren. Eigenlijk zou Sandra al lang en breed thuis moeten zijn, maar ze heeft keer op keer een smoes gevonden om nog een half uur langer te blijven.
„Ik heb dit helemaal niet bedacht.”
Sandra lacht en neemt een slok van haar glas water, „Waarom vertel je mij dit allemaal?”
Flo kijkt haar intensief aan en glimlacht onschuldig, „Ik heb dit gisteren op school opgevangen. Misschien interesseert het je en ken je ze.”
„Ik ken ze allemaal niet. Hoe oud zijn ze ongeveer?”
„Geen idee. Dertien of zoiets.”
„Oh,” grijnst Sandra. Florian beweegt zijn ogen, „Ik dacht, dat je alle roddel en achterklap toch een beetje volgde.”
Sandra reageert beledigd en Flo kijkt naar de klok boven de keukendeur. Het is precies zeven uur – ‘s avonds. Zijn maag verdraagt alle opwinding met plezier.
„Goed, het was weer gezellig, maar het is nu al behoorlijk laat ... je moet vast en zeker een keer naar huis.”
Florian wil de tafel leegruimen en pakt haar glas. Ze houdt het stevig vast, buiten zijn bereik.
„Nee, het is nog niet leeg.”
„Jouw glas is leeg, Sandra,” zet Florian zijn handen op zijn heupen en probeert niet te lachen.
„Dan wil ik graag nog wat multivitaminensap,” geeft Sandra haar volgende bestelling op en onderstreept het met al haar charme plus een glas onder zijn neus. Florian lacht nu wel, „Je bent onmogelijk. Ik heb geen tijd meer en dat weet je.”
„Maar het is net zo gezellig met jou,” vleit Sandra en zakt nog wat verder onderuit in haar stoel.
„Sandra, ik verwacht Jens elk ogenblik.”
Wat totaal geen nieuws voor Sandra kan zijn.
„Ach ja, ik was het bijna vergeten,” meldt ze verre van overtuigend met een vaste lach in haar gezicht.
„Ik wil niet, dat je ...”
„Hallo.”
Elena slentert de keuken in en pakt een stoel direct naast Sandra.
„Hoi. Elena, weet jij, wie hier straks langskomt?”, straalt Sandra en wiebelt onrustig heen en weer.
„Eh ... nee,” lacht Elena. Florian zucht en weet van nervositeit niet meer wat hij kan doen.
„Jens komt hier,” zingt Sandra en herhaalt deze regel nog een paar keer. Elena glimlacht en knabbelt op een koekje, terwijl ze naar Florian kijkt, die op zoek is naar een goede geest.
„Moet jij niet op de tweeling passen?”
„Nee, Martha speelt domino met ze,” blijft Elena compleet kalm.
„En jij? Word jij niet een keer thuis verwacht?”, richt Florian zich op Sandra.
„Nee, ik kan zolang blijven als ik wil,” plaagt ze.
Met een brutale lach leunt ze achterover. Florian is hier ontevreden mee, „Ik wil niet, dat Jens zich overvallen voelt, zodra hij hier een voet over de drempel heeft gezet.”
„Dat zouden wij toch nooit doen, Flori. We willen alleen weten of hij er echt zo goed uitziet als Maria beweert,” verdedigt Sandra zichzelf en Elena.
Florian geeft het op en reageert zijn ergernis af op zijn haar. Tegen deze twee meiden kan hij niet op. Zodra vrouwen in groepen optreden, zijn ze onoverwinnelijk. Zelfs bij zijn Ma en Inge klopt deze ervaringsregel. Het enige positieve aan deze avond is de afwezigheid van Joachim en Bettina. Ze zijn naar het een of andere diner. Waardoor alleen twee te nieuwsgierige vriendinnen overblijven plus Maria en Alex.
Sinds hij Alex heeft gedwongen tot duidelijkheid, zijn ze ruim een halve week verder. Vier schooldagen zonder ruzie, eigenlijk ging alles harmonieus en is het beiden gelukt om zich voorbeeldig te gedragen. Wel heeft Florian nog last van stille verlangens, maar die verdwijnen vanzelf volgens Marc. Over een tijdje zal het beter gaan. Florian houdt zich hieraan vast, want Marc heeft tenslotte opvallend vaak gelijk en waarom zou hij hiermee het verkeerd zien?
„Flori, blijf van je haar af!”
Florian laat het nu over zich heen komen. Sandra en Elena kunnen het niet laten en vinden het nodig om zijn haar in model te brengen. Waarbij ze met elkaar overleggen, alsof hij niet aanwezig is. Hoewel hij geniet van de aandacht, zijn dit toch momenten, waarop hij heel tevreden is met zijn voorkeur voor jongens. Die plukken en rukken niet zo aan zijn hoofd, zoals deze twee dat kunnen. Wat je al niet toelaat, als je met twee meiden bevriend bent? Een paar minuten later zijn de twee tevreden en gaan ze weer zitten.
„Dank jullie wel. Waar zou ik zonder jullie zijn?”
Elena en Sandra glimlachen lief en negeren Florians sarcasme. Sandra heeft de grootste lach, „We zijn er altijd voor jou en het is leuk als we je ergens mee kunnen helpen, schatje.”
„Fijn, dank je,” meent Florian nu eerlijk en oprecht, „Maar willen jullie nu weggaan? Hoe denk je, dat het op Jens overkomt als ik hem hier ontvang met een hele groep vrienden en familie in mijn nek?”
„Ik hoop, dat hij het kan waarderen en zich netjes gedraagt. Tenslotte vind jij de mening van je vrienden belangrijk of niet?”, hoopt Sandra in Florians gezicht het antwoord te vinden.
„Uiteindelijk beslis ik zelf, Sandra. Ik wil hem jullie wel voorstellen, maar ... niet hier. Ik ben sowieso al nerveus genoeg.”
Dat is de waarheid. Florian heeft Jens voor het laatst op maandagavond gezien, daarna hebben ze elkaar alleen berichten gestuurd of gebeld. De dagen zijn voorbijgevlogen, maar tussen maandag en vrijdag is er wel iets veranderd. Jens is niet langer afleiding voor Alex en voor Florians emotionele chaos. Dat kan, mag en wil hij rustig toegeven. Jens was tot nu toe een erg aantrekkelijke afleidingsmanoeuvre en niet veel meer dan dat. Vandaag is het anders. Vanavond gaat het alleen om Jens en Florian, waarbij Florian het wel wil proberen en zien hoever ze komen met elkaar. Florian wil hem zien, samen een avond stukslaan, Jens aandacht geven en van Jens genieten vanwege de jongen zelf. Niet meer, niet minder. Florian wil er vol voor gaan.
Sandra zeurt, „Je hebt hem je andere vrienden toch ook al voorgesteld?”
„Welke andere?”
„Nou ja, je bent toch met Jens naar een feest geweest?”
„Klopt, maar dat kwam gewoon zo uit. Ik was al uitgenodigd, voordat Jens hier binnenviel.”
Sandra voelt zich een beetje buitengesloten, „Anderen vinden de mening van hun vrienden heel belangrijk.”
„Dit ligt allemaal wat ingewikkelder, Sandra,” begint Florian te ijsberen, „Het is fijn, dat jullie meeleven, ...”
„Flori, denkt je echt, dat je goed bezig bent?”
Elena’s kalme stem laat Florian stilstaan, „Hoe bedoel je?”
„Alex,” meldt Elena met opgetrokken wenkbrauwen.
„Alsjeblieft, Elena. Ik weet wel, dat je het allemaal snel vindt gaan en jij het nog niet te laat vindt en ik weet ook, dat jij vindt, dat ik nog meer moeite moet doen voor Alex, maar Alex wil niet en met Jens heb ik een klik.”
Eigenwijs houdt Florian zijn ellebogen met de andere hand vast. Hij is een stap verder dan Sandra en Elena, die hem de afgelopen dagen onder druk hebben gezet. Het is niet de avond voor een volgende discussie, die hij al eerder heeft gevoerd en nergens toe leidt. Elena houdt een hand op, berustend, vergevingsgezind, „Goed.”
Sandra vult haar aan, „We laten je met rust als je ons de kans geeft Jens persoonlijk te leren kennen. Wie weet is het zo’n leuke jongen, dat we jouw beslissing kunnen accepteren.”
Haar blik is triomfantelijk, „Misschien is hij veel beter dan Alex.”
Florian negeert deze steek onder water, „Goed, goed, jullie kunnen blijven. Ik stel hem jullie voor en dan verdwijnen jullie, ja?”
Florian steekt zijn hand uit naar Sandra, die hem schudt en grijnst. Elena’s ogen lachen. Florian zou Elena graag een stap op weg helpen bij haar pogingen Martins aandacht te veroveren, maar dat wil ze niet. Elena is helaas te bescheiden.
„Ik haat hem!”, stormt Maria briesend de keuken in. Ze komt uit de woonkamer en is echt boos, inclusief rode wangen en wapperende haren, „Ik haat hem!”
Doelgericht loopt ze naar de keukenkast, waar Martha alle kookhulpen in bewaart, „Ik haat hem!”, en pakt de deegroller eruit, waarna ze de kast dichtslaat en terug rent naar de woonkamer.
„Maria?”
Het meisje negeert iedereen in de keuken en is al verdwenen, voordat de drie in de keuken zich goed realiseren, dat hier iets aparts aan de hand is. Elena en Florian kijken elkaar even aan en besluiten tegelijk achter Maria aan te gaan, op de voet gevolgd door Sandra. In de woonkamer staat de televisie aan. Voor het apparaat liggen Alex en Tom op de vloer, tussen kussen en zakken chips. De twee zijn helemaal verdiept in een computerspel en drukken compleet monomaan op de knoppen van de controllers. Wat er verder om hen heen gebeurt, onttrekt zich aan hun waarneming. Zodoende reageren ze ook niet, als Maria de deegroller boven het hoofd van haar broer houdt.
„Ik waarschuw je niet nog een keer, etterbak, die je bent, je verdwijnt nu direct naar boven, voordat ik alle stekkers eruit haal!”
Maria schreeuwt tegen haar broer, die nergens op reageert.
„Dat doe je niet,” mompelt Alex en port Tom met een elleboog in zijn zij, „Let op, man, achter die deur zitten allemaal zombies. Ik geef je rugdekking.”
„Goed.”
Met de punt van zijn tong uit zijn mond opent Tom een virtueel spervuur op de digitale monsters. Maria zwaait met wapen om zich heen en schreeuwt opnieuw, „Ik trek de stekkers eruit, echt en als je daarna op mij los wilt gaan, mag je het proberen.”
„Hé, ophouden, nu,” leidt Florian Maria af, „Wat is het probleem?”
Maria is diep beledigd, hoewel ze onschuldig probeert over te komen en haar leed beklaagt, „Alex is zo gemeen!”
Alex hoort haar wel, maar vindt het belangrijker om eerst een dikke zombie af te schieten. Het groene bloed spat van het scherm, wat hem een schouderklop van Tom oplevert.
„Vanavond heb ik met een paar vrienden afgesproken wat films te kijken. Van mama mogen we hier beneden kijken omdat het scherm hier groter is en ik moet nog alles klaarzetten, maar dat gaat niet, zolang die sukkel hier rondhangt.”
Haar woedende blik richting Alex is niet te missen. Florian kijkt haar zo vriendelijk mogelijk aan, „Dat is nog geen reden om met spullen uit de keuken op elkaar los te gaan,” en pakt de deegroller vast, die Maria met tegenzin afgeeft.
„Hij moet weg hier,” houdt Maria stand. Florian vraagt zich af of hij nu echt in een kleuterschool woont. Emma en Tim regelen dit soort dingen veel makkelijker, ergens ook veel volwassener. Florian heeft geen enkele zin om te bemiddelen om achteraf van Alex en Maria de volle laag te krijgen, omdat ze beiden hun zin niet hebben gekregen, maar dat maakt op dit moment geen verschil meer.
„Alex?”, vleit Florian en hoopt, dat de jongen tenminste een keer toe kan geven. Alex kijkt niet op en mompelt, „Haar idiote vrienden komen pas over een uur.”
„Zo lang duurt het niet meer,” bemoeit Tom zich er nu ook mee, „We moeten nog een pakhuis opblazen en het hoofd van de opperzombie als trofee terugbrengen, dan zijn we een level hoger.”
„Zie je, een klein pakhuis en een zombiekop en dan heb je de woonkamer voor jezelf,” kijkt Florian Maria verzoenend aan. Ze reageert uitgesproken grimmig, „Nee, ik moet hier nog opruimen, de banken goed neerzetten, kussens rondstrooien en overal wat te knabbelen neerzetten.”
Hulpzoekend kijkt Florian naar Elena en Sandra. De een is overdonderd en de ander haalt haar schouders op. Uiteindelijk tikt Elena Alex voorzichtig op zijn schouder, „Kunnen jullie niet in jouw kamer verder spelen?”
„Nee!”
„Geef mij de deegroller terug,” eist Maria tussen haar tanden door. Florian leeft met haar mee en denkt even na of hij het zal doen. Maar de nadelen lijken hem te groot, „Kom op, Maria, we helpen je zo wel, dan heb je alles snel klaar.”
Meer kan en wil hij nu niet doen. Hij heeft geen zin in ruzie met Alex, daarvoor is de vrede nog te pril, te broos. Maria is volkomen zichzelf en valt hem nu aan, keurig volgens zijn verwachting,.
„Nee, ik hoef je stomme hulp niet. Nog niet een keer kun je iets goed doen. Bovendien komt André zo en hij helpt mij wel.”
André? Florian kijkt naar Tom om te zien of die iets heeft meegekregen. Hij reageert in elk geval enthousiast, „Alweer een platgelegd! Moet je ook geen smurrie slikken,” maar luistert duidelijk niet naar zijn omgeving.
Elena probeert Maria te kalmeren en maakt een opening, „Zit André niet in jouw klas?”
„Ja,” blaft de huisdiva en kijkt net zo woedend als eerder. Elena heeft niet veel succes. Tom drukt als een bezetene op de knopjes van de controller, „Is die André je nieuwe vriendje, Maria?”
Blijkbaar heeft hij toch iets gehoord. Alex verbergt zijn lach en mompelt, „Tom, je bent een sukkel.”
„Hoezo? Ik heb er net toch twee neergeknald? Die laatste heb ik recht door zijn ballen geschoten!”
Alex lacht, „Ik bedoel niet het spel, sukkel. Het gaat over André, die kleine jongen, waar jij zo gek van bent.”
„Het zou op minst vriendelijk zijn, als je een keer zijn naam onthoudt, als je al zo waanzinnig veel van hem houdt,” geeft Florian zijn irritatie vorm. Tom lacht zijn gebruikelijke grijns, „Ach, voor mij is hij simpelweg ... mijn kleine engel met de mooie lokken en de stem van een zingende nachtegaal.”
„Dat is natuurlijk veel makkelijker te onthouden dan André,” plaagt Florian. Maria kijkt Tom geschrokken aan en vraagt Florian tegelijkertijd, „Hij wil wat van André?”
„Ja,” bevestigt Florian en heeft direct Maria aan zijn arm hangen, „Dat moet je tegenhouden!”
„Want?”
„Hij zal hem alleen maar ellende bezorgen,” is Maria eerlijk bezorgd. Tom kijkt een keer op van zijn controller en het scherm, naar Maria en Florian, en beweegt zijn wenkbrauwen.
„Ik zal heel lief zijn,” koert hij, voordat hij mikt op het achterwerk van de volgende zombie. Maria gaat er alleen bezorgder door kijken. Florian begrijpt haar wel. Sandra wijst naar haar pols, „Flori, het is al twintig over zeven. Te laat komen levert minpunten op.”
„Hij is niet te laat. We hebben alleen afgesproken, dat hij na zijn werk hierheen komt en dat ik vanaf zeven uur op hem kan rekenen. Het kan ook acht uur zijn, maar net hoe druk het op de redactie is. Vrijdag schijnt de drukste dag van de week te zijn,” blijft Florian van buiten kalm, hoewel het van binnen broeit. Maria is ineens nieuwsgierig, „Wie verwacht je dan?”
„Jens, hij heeft een date met Jens,” grijnst Sandra zonder Florian een kans te geven zelf te antwoorden. Vrouwen in groepen ... een volgende keer moet Florian ervoor zorgen, dat er nooit meer dan een vrouw tegelijk in de buurt is. Tom kijkt opnieuw op. Daar is iemand niet nieuwsgierig. Maria straalt plotseling en kan haar opwinding niet verbergen, „Doen jullie het hier? In je kamer?”
Florian wordt knalrood, „Maria!”
„Nee, ze gaan natuurlijk naar Jens. Seks bij Jens, daar droomt Flori al de hele week van,” grijnst Sandra. Ze is helemaal overgelopen naar Maria’s kant.
„Sandra!”
Pijnlijk is nog de meeste vriendelijke omschrijving, voor hoe opgelaten Florian zich nu voelt. Gelukkig kan hij met Mario en Laura wel normaal over seks praten, zonder gelijk een rood hoofd te krijgen. Alex heeft alleen oog voor de zombies op het scherm en tegelijkertijd gaat de deurbel. Sandra huppelt naar de ontvangsthal, „Daar is Jens.”
Maria schrijdt haar achterna en klinkt vol hoop, „Of André.”
Tom drukt de controller in Alex’ hand en springt op, „Ja, André.”
Behalve Alex rent iedereen naar de ontvangsthal. Florian kan niet snel genoeg reageren. Tom dringt zich voor in de strijd wie de voordeur mag openen. Vol verwachting kijkt iedereen naar de jongen voor de deur. Martin weet niet wat hem overkomt als hij het ontvangstcomité ziet.
„Het is Martin maar,” schreeuwt Tom de teleurstelling uit zijn lijf. Maria klinkt verveeld, „Hou op met schreeuwen, man, dat zien we zelf ook wel.”
De groep drentelt weer terug de woonkamer in. Alleen Elena blijft bij de deur om Martin te begroeten en mee op sleeptouw te nemen. In de woonkamer wil Martin toch weten, wat er aan de hand is.
„We hadden iemand verwacht, die er goed uitziet,” meldt Tom ontspannen. Hij ligt alweer op de vloer naast Alex en is bezig met de volgende opdracht in het spel.
„Ach, op die manier,” mompelt Martin zonder zich beledigd te voelen. Ze kijken een tijdje toe hoe Alex en Tom met machinegeweren bewapend een vervallen, oude kelder bestormen.
„Dat is echt vies!”, vertrekt Maria haar gezicht, wanneer de digitale versies van Tom en Alex door een gevuld riool waden. Niemand spreekt haar tegen. De vormgeving van het spel is behoorlijk realistisch.
Sandra stoot Florian even aan, „Wat gaan jullie vanavond doen?”
„Wie?”
„Jij en Jens?”
Florian haalt zijn schouders op, „Zien we nog. Misschien eerst ergens eten en daarna uit.”
„In die club?”, houdt Sandra vol.
„Of een café of ergens anders,” wijkt Florian uit.
„Leuk.”
Maria grijnst nieuwsgierig, „Maar jullie hebben toch seks?”
„Hé, dat gaat jullie helemaal niets aan!”
„Doe niet zo moeilijk, Flori. We zijn gewoon blij voor je of niet?”, kijkt Maria naar de anderen. Sandra en Elena knikken overtuigend. Martin interesseert het niet zo. Tom en Alex hebben alleen oog voor hun spel, maar Maria zoekt bevestiging met een duivelse grijns, „Hé, jongens, zijn jullie ook niet blij voor Flori?”
Florian heeft geen idee wat erger is. Maria, die ontdekt, dat haar broer en hij veel meer hebben gedaan, dan zij denkt. Of Alex, die nu opspringt en met een neutraal gezicht naar zijn kamer verdwijnt, maar eerst nog meldt, dat hij alles goed vindt. Waarschijnlijker is een Alex, die niets zegt, terwijl iedereen naar Alex kijkt. Het opgelaten gevoel komt dubbel zo hard terug bij Florian. De twee jongens op de vloer reageren totaal niet. De deurbel gaat en deze keer is Florian wel alert genoeg.
„Ik ga al!”, roept hij pas als hij in de ontvangsthal is. De anderen, met uitzondering van Alex, volgen hem met haast en Florian opent de voordeur.
„André .. hallo!”
De kleine jongen met ook vandaag golvende, bruine lokken – Florian vindt hem echt te lief voor deze wereld – kijkt geschrokken naar Florian en alle andere gezichten. André kan nog net ‘hallo’ zeggen, voordat Florian ruw opzij wordt geduwd. Elena en Martin vangen hem op.
„Hoi,” spint Tom en zoekt een verleidelijke pose tegen de deurpost. André’s groene ogen worden een slag groter. De jongen kijkt totaal verlegen naar Tom.
„Hallo,” piept hij onzeker en ontwijkt in hetzelfde ogenblik Toms glazige ogen. André zoekt Maria, die hij tenslotte achteraan in de rij gezichten ontdekt. Zijn opluchting is hoorbaar als hij langs Tom naar binnen schuift, waarbij hij duidelijk erop let Tom niet aan te raken. Maria omarmt hem, meer beschermend dan vriendelijk.
„Wil je mij niet voorstellen?”, vraagt Tom met zwoele stem, zonder André een ogenblik uit zijn ogen te laten.
„Nee,” blokkeert Maria onvriendelijk en resoluut elke toenaderingspoging.
„Ook niet als ik je broer probeer te overtuigen, dat wij de zombies een andere keer uitmoorden?”
„Goed. André, dit is ... let goed op ... ik vind mijzelf geweldig en niemand is zo aantrekkelijk als ik, maar mijn lul is net zo groot als de theelepel van mijn oma – als hij al hard wordt – en zonder een blonde rukker als beste vriend ben ik niemand.”
Maria’s glimlach is poeslief. De vele jaren training betalen zich vanavond een keer uit.
„Samengevat Tom,” voegt Tom eraan toe, die glimlachend een stap richting André zet om de jongen een hand te geven. Grommend gaat Maria voor de kleine jongen staan en zorgt er zo voor, dat Tom niet dichterbij kan komen. Tegelijkertijd pakt ze Andrés hand achter zich om hem zo de woonkamer mee in te nemen.
„Jij valt op hem?”, vraagt Sandra sceptisch en zacht. Tom legt grijnzend zijn arm om haar schouders, „Ja, hoezo?”
„Ach, hij is nog zo jong en ontzettend verlegen!”
Tom heeft er alle vertrouwen in, „Oh, ik krijg hem vanzelf minder verlegen.”
„Tom, serieus, zoek iemand anders om mee te spelen. Je beschadigt die jongen,” merkt Florian op. Tom staart naar André’s rug door de glazen woonkamerdeur – of lager, dat kan Florian niet goed zien – en draait zich abrupt om, zoekt oogcontact met Florian.
„Liefde doet nu eenmaal soms pijn. Dat weet je toch, Flo?”, gaat Tom de woonkamer binnen, gevolgd door de rest.
Florian laat de opmerking in de lucht hangen. Vanavond is niet de avond voor overbodige steken onder water.
„Tom! Ik ben bijna gestorven terwijl je weg was,” maakt Alex zijn verwijt, terwijl zijn ogen zijn vastgekleefd aan het scherm.
„Ach, wat lief weer. Heb je mij zo enorm gemist? Maar Alex, ik was helemaal niet ver en maar heel kort weg, eerlijk. Je moet er een keer aan wennen, dat ik niet altijd bij je kan zijn.”
Tom streelt Alex vol warmte door het blonde haar. Alex slaat de hand woedend opzij.
„Hij hangt zo aan mij,” weet Tom teder over te komen en brengt zo de rest aan het lachen. Tom heeft nog het meeste oog voor André, die de blikken ontwijkt en direct naast Maria op de grote bank gaat zitten.
„Alex, André is er nu. We willen nu graag beginnen met opruimen hier en alles klaar zetten voor vanavond,” praat Maria extra hard tegen haar broer.
„Goed,” drukt Alex onophoudelijk op zijn controller. Florian kan het niet langer aanzien, „Alex, het was zo afgesproken.”
„Ik heb niets ondertekend,” meldt Alex koppig. Maria begint met kussens naar hem te gooien – Florian heeft de deegroller nog steeds in zijn hand. Ze raakt alles en iedereen behalve Alex. Als een van de dure vazen gevaarlijk begint te wankelen, wil Florian ingrijpen, maar de deurbel gaat voor de derde keer vanavond. Florian schrikt, de rest staart naar hem. Elena steekt twee duimen op, „Oké, geen paniek, je ziet er goed uit. Niet waar, Martin?”
Ze port hem in zijn zij, Martin schrikt op en stamelt, „Eh ... ja ... beter dan normaal op school.”
Florian lacht, maar Sandra is minder enthousiast, „Een half uur te laat, dat is behoorlijk onbeleefd. Hij begint op min twee...”
„Sandra!”, dreigt Florian.
„... maar ook sommige andere jongens gedragen zich soms onmogelijk,” gaat Sandra onverstoorbaar verder, terwijl ze demonstratief over Alex’ benen stapt, omdat ze Florian achterna wil naar de ontvangsthal. De laatste veegt het klamme zweet af aan zijn broek en opent de voordeur, waar inderdaad Jens wacht.
„Hoi,” glimlacht Jens met in het licht van deze avond donkerblauwe ogen.
„Hoi,” perst Florian er nog uit. Met Jens voor zijn neus wordt hij nog iets onzekerder. De ogen van deze bezoeker bekijken eerst Florian en blijven dan verbaasd hangen bij de gezichten van de irritant nieuwsgierige vrienden, die zich achter Florian verzamelen. Jens’ lach gaat over in een grijns.
„Eh,” komt Florian niet verder dan wat onsamenhangend gestamel. Tom legt provocerend een arm om zijn schouder en concentreert zich op Jens, „Hoi, ik ben Tom en Florians beste vriend in München.”
„Oh,” weet Jens niet, wat hij hiermee aanmoet.
„En jij bent Jens? Ik heb al veel over je gehoord. Wordt er niet meer gezoend als begroeting?”, grijnst Tom en kijkt even naar Florian, voordat zijn ogen Jens beginnen uit te kleden. Florian schaamt zich. Jens is niet onder de indruk en knipoogt, „Eh ... Ik weet het niet. Je lijkt wel sympathiek, maar we elkaar verder niet genoeg daarvoor.”
Sandra, Elena en Maria lachen. Florian probeert Toms arm van zijn schouder te krijgen, maar die kijkt hem even aan, „Leuk, hij is echt leuk.”
Jens observeert Tom, „Mooi dat mijn humor bij jou aankomt.”
Tom lijkt serieus, „Ja, maar ik hoop dat je meer te bieden hebt dan een paar grappen. Je moet begrijpen, dat kleine Flori heel erg belangrijk is voor mij en hij vertelt mij alles. Het is al een paar keer gebeurd, dat hij midden in de nacht belt en klaagt, ‘Vreselijk, Tom, maar tien centimeter. Het was een complete vergissing.’ Dan moet ik hem weer troosten.”
Florian maakt zich nu echt los en briest, „Alles gelogen. Tom is echt gestoord,” terwijl hij Tom trakteert op een boze blik. Jens heeft geen idee of het een belediging of een aanmoediging is en houdt het bij een beleefde glimlach, voordat hij zijn hand uitsteekt naar Maria, „Hoi, we hebben elkaar al eerder even gezien.”
„Ja, ik ben Maria, Florians zus,” schudt ze de aangeboden losjes.
„En dit zijn mijn vrienden Sandra, Elena en Martin. Ze waren net plan naar huis te gaan, nietwaar?”
Sandra negeert Florian volkomen, maar geeft Jens wel glimlachend een hand. De andere twee houden het bij een beleefde hoofdknik. Jens wil iets anders weten, „Je ouders zijn niet thuis?”
„Jammer genoeg niet.”
Jammer genoeg? Dat is natuurlijk een vette leugen. Florian stelt zich al voor hoe Joachim en Jens elkaar voor het eerst ontmoeten.
‘Dag meneer Wanninger, mijn naam is Jens Einsele en ik heb seks met uw zoon.’
‘Oh, u bent dat. Daar ben ik blij over. Wat zijn jullie vandaag verder van plan?’
‘Ach, we gaan eerst naar mijn huis voor seks op de keukentafel en dan willen we nog naar een gay club. Wat dansen, drinken, misschien groepsseks in de darkroom, we zien wel wat de avond brengt.’
‘Leuk, maar we verwachten wel dat Florian om twee uur thuis is. Morgen moet hij uitgeslapen zijn, omdat mijn schoonouders op bezoek komen.’
‘Geen probleem. Om twee uur kunnen we niets meer, omdat we voor die tijd al teveel gratis drank van de club hebben gekregen.’
‘Goed, dan wens ik jullie een fijne avond.’
Dit is wel erg optimistisch.
‘Dag meneer Wanninger, mijn naam is Jens Einsele en ik ben de vaste vriend van uw zoon.’
‘Wat voor perverseling bent u? Een criminele pedoseksuele freak? Ik laat u arresteren! Ik stuur de geheime diensten op u af! Ik zorg ervoor, dat u geen leven meer heeft! Ik heb goede contacten bij de banken en verzekeraars. U krijgt nooit meer een goedkope verzekering, een nieuwe bankrekening, een gunstige lening of een goede rente op uw tegoeden!’
Dit lijkt Florian dichter bij de realiteit te komen, hoewel hij er zelf over glimlacht. Elena stoot hem aan, „Flori! We zijn hier.”
Prompt begint Florian op zijn onderlip te kauwen.
„Eh ... Jens, trek je kleren toch uit ...”
Iedereen om hem heen heeft opeens een lachend gezicht. Shit! Was zijn mond weer sneller dan zijn brein? Klik.
„Ik bedoel je jas ... je kunt je jas uittrekken ... als je wilt ... als je het warm hebt ... maar misschien heb je het koud en wil je je jas aanhouden ... of wil je nog een warme trui ... we hebben ook handschoenen en sjaals en mutsen en ...”
„Flori,” pakt Jens Florians hand met een vertederende glimlach, „Zal ik mijn jas gewoon in de garderobe ophangen?”
„Graag,” fluistert Florian met een gevoel van schaamte. Waarom blijft iedereen om hem heen staan? Jens brengt hem al van slag, maar met zoveel publiek erbij, wordt het alleen maar erger. Nadat de jas een plek heeft gevonden, kijkt Jens vriendelijk geïnteresseerd naar Maria, „Hebben jullie nog meer broers of zussen?”
Florian krijgt totaal geen kans om ertussen te springen.
„Jawel, de tweeling is momenteel bij onze huishoudster en huismeester en ...,” de open glimlach verandert in een gemene grijns, „... onze broer Alex ...”
„... heeft het heel erg druk. Hij moet nog een pakhuis opblazen,” probeert Florian grotere schade voor te blijven. Zijn hart klopt te snel. Hij heeft het idee, dat Jens alleen al aan zijn stem kan horen, welke speciale band hij met Alex heeft ... of had. Jens kijkt in elk geval geschrokken.
„Jouw broer moet nog wat doen?”
De bewoner heeft geen idee waar de bezoeker nu naar vraagt. Ze kijken elkaar wezenloos aan. Maria komt hem ongevraagd, en naar Florians zin ook totaal overbodig, te hulp.
„Het is maar een spelletje. Alex vindt het leuk om tegen demonen te vechten en met explosieven te spelen. Onze Alex is nu eenmaal een kleine vrijdenker, nietwaar, Flori?”, kijkt ze hem aan in de hoop op steun.
„Eh ...”, reageert Florian ongekend slim.
„Oh ... Alex is wat jonger?”, gokt Jens beleefd.
„Helemaal goed. Geestelijk is hij nog steeds een kind, een kleintje. Ja, hij is wat achtergebleven, in zekere zin gehandicapt. Maar we houden desondanks van hem,” meldt Maria met dezelfde overtuiging als sommige handelaren in Gods woord dat kunnen en lijkt daarbij zelf het meeste van haar wraak te genieten. Tom blèrt richting de woonkamer, „Alex, er wordt over jou gepraat, kom direct hier!”
Florian vreest het ergste. Alex verschijnt langzaam in de brede deurpost van de woonkamerdeur. Zoals altijd kaarsrecht, ook met zijn hoofd rechtop en een neutraal gezicht erbij. Florian valt weer op, hoe mooi Alex is – Jens is op een andere manier mooi. De grijze ogen zoeken Jens, vinden hem en plakken aan de bezoeker vast zonder een eerste indruk prijs te geven. Geen woede, afkeer, nieuwsgierigheid of ontroering, helemaal niets. In tegenstelling tot Alex is Jens oprecht verrast. Zo had de gast de broer zich niet voorgesteld.
„Daar ben je! Heb je alle gemene zombies nu stuk gemaakt?”, fluit Maria plotseling op de toon van een moeder tegen haar driejarige zoon. Ze haast zich naar haar grote broer, pakt hem bij zijn pols en sleurt hem mee, alsof ze een oude, demente man begeleidt. Boven de grijze ogen trekken de wenkbrauwen zich samen. Alex lijkt eerst erachter te willen komen, wat Maria van plan is, voordat hij haar hoofd op haar schouders laat wankelen zonder daarvoor alcohol nodig te hebben.
„Zijn alle zombies nu dood? Brave Alex, heel goed gedaan,” streelt Maria de onderarm van haar broer. Tom en Sandra doen hun best om niet in lachen uit te barsten, terwijl Martin en André zich afvragen in welke voorstelling van circus Wanninger ze nu zijn beland. Elena daarentegen kijkt meer dan bezorgd naar Florian, die niet weet wat hij hieraan kan doen.
„Eh ...,” probeert Florian een constructief gesprek te openen, maar Maria heeft bloed geroken en laat zich door niets of niemand meer tegenhouden, „Alex, je moet nu even hallo zeggen. Doet Alex dat? Ja, doe je dat? Zeg maar hallo tegen Jens. Zeg het maar.”
Maria perfectioneert het beeld van de bezorgde zus, die haar gehandicapte broer aanmoedigt. Alex’ mond is nu een streep, terwijl hij alleen nog zijn zus aankijkt. Hij is geen jongen voor uitgebreide ruzies. Schreeuwen, zwaaien noch exploderen behoren tot zijn repertoire. Maria krijgt haar uitbrander vanzelf – op een volledig andere manier en op een volkomen onverwacht moment.
Pijnlijk is nog de meeste vriendelijke omschrijving, voor hoe opgelaten Florian zich nu voelt. Gelukkig kan hij met Mario en Laura wel normaal over seks praten, zonder gelijk een rood hoofd te krijgen. Alex heeft alleen oog voor de zombies op het scherm en tegelijkertijd gaat de deurbel. Sandra huppelt naar de ontvangsthal, „Daar is Jens.”
Maria schrijdt haar achterna en klinkt vol hoop, „Of André.”
Tom drukt de controller in Alex’ hand en springt op, „Ja, André.”
Behalve Alex rent iedereen naar de ontvangsthal. Florian kan niet snel genoeg reageren. Tom dringt zich voor in de strijd wie de voordeur mag openen. Vol verwachting kijkt iedereen naar de jongen voor de deur. Martin weet niet wat hem overkomt als hij het ontvangstcomité ziet.
„Het is Martin maar,” schreeuwt Tom de teleurstelling uit zijn lijf. Maria klinkt verveeld, „Hou op met schreeuwen, man, dat zien we zelf ook wel.”
De groep drentelt weer terug de woonkamer in. Alleen Elena blijft bij de deur om Martin te begroeten en mee op sleeptouw te nemen. In de woonkamer wil Martin toch weten, wat er aan de hand is.
„We hadden iemand verwacht, die er goed uitziet,” meldt Tom ontspannen. Hij ligt alweer op de vloer naast Alex en is bezig met de volgende opdracht in het spel.
„Ach, op die manier,” mompelt Martin zonder zich beledigd te voelen. Ze kijken een tijdje toe hoe Alex en Tom met machinegeweren bewapend een vervallen, oude kelder bestormen.
„Dat is echt vies!”, vertrekt Maria haar gezicht, wanneer de digitale versies van Tom en Alex door een gevuld riool waden. Niemand spreekt haar tegen. De vormgeving van het spel is behoorlijk realistisch.
Sandra stoot Florian even aan, „Wat gaan jullie vanavond doen?”
„Wie?”
„Jij en Jens?”
Florian haalt zijn schouders op, „Zien we nog. Misschien eerst ergens eten en daarna uit.”
„In die club?”, houdt Sandra vol.
„Of een café of ergens anders,” wijkt Florian uit.
„Leuk.”
Maria grijnst nieuwsgierig, „Maar jullie hebben toch seks?”
„Hé, dat gaat jullie helemaal niets aan!”
„Doe niet zo moeilijk, Flori. We zijn gewoon blij voor je of niet?”, kijkt Maria naar de anderen. Sandra en Elena knikken overtuigend. Martin interesseert het niet zo. Tom en Alex hebben alleen oog voor hun spel, maar Maria zoekt bevestiging met een duivelse grijns, „Hé, jongens, zijn jullie ook niet blij voor Flori?”
Florian heeft geen idee wat erger is. Maria, die ontdekt, dat haar broer en hij veel meer hebben gedaan, dan zij denkt. Of Alex, die nu opspringt en met een neutraal gezicht naar zijn kamer verdwijnt, maar eerst nog meldt, dat hij alles goed vindt. Waarschijnlijker is een Alex, die niets zegt, terwijl iedereen naar Alex kijkt. Het opgelaten gevoel komt dubbel zo hard terug bij Florian. De twee jongens op de vloer reageren totaal niet. De deurbel gaat en deze keer is Florian wel alert genoeg.
„Ik ga al!”, roept hij pas als hij in de ontvangsthal is. De anderen, met uitzondering van Alex, volgen hem met haast en Florian opent de voordeur.
„André .. hallo!”
De kleine jongen met ook vandaag golvende, bruine lokken – Florian vindt hem echt te lief voor deze wereld – kijkt geschrokken naar Florian en alle andere gezichten. André kan nog net ‘hallo’ zeggen, voordat Florian ruw opzij wordt geduwd. Elena en Martin vangen hem op.
„Hoi,” spint Tom en zoekt een verleidelijke pose tegen de deurpost. André’s groene ogen worden een slag groter. De jongen kijkt totaal verlegen naar Tom.
„Hallo,” piept hij onzeker en ontwijkt in hetzelfde ogenblik Toms glazige ogen. André zoekt Maria, die hij tenslotte achteraan in de rij gezichten ontdekt. Zijn opluchting is hoorbaar als hij langs Tom naar binnen schuift, waarbij hij duidelijk erop let Tom niet aan te raken. Maria omarmt hem, meer beschermend dan vriendelijk.
„Wil je mij niet voorstellen?”, vraagt Tom met zwoele stem, zonder André een ogenblik uit zijn ogen te laten.
„Nee,” blokkeert Maria onvriendelijk en resoluut elke toenaderingspoging.
„Ook niet als ik je broer probeer te overtuigen, dat wij de zombies een andere keer uitmoorden?”
„Goed. André, dit is ... let goed op ... ik vind mijzelf geweldig en niemand is zo aantrekkelijk als ik, maar mijn lul is net zo groot als de theelepel van mijn oma – als hij al hard wordt – en zonder een blonde rukker als beste vriend ben ik niemand.”
Maria’s glimlach is poeslief. De vele jaren training betalen zich vanavond een keer uit.
„Samengevat Tom,” voegt Tom eraan toe, die glimlachend een stap richting André zet om de jongen een hand te geven. Grommend gaat Maria voor de kleine jongen staan en zorgt er zo voor, dat Tom niet dichterbij kan komen. Tegelijkertijd pakt ze Andrés hand achter zich om hem zo de woonkamer mee in te nemen.
„Jij valt op hem?”, vraagt Sandra sceptisch en zacht. Tom legt grijnzend zijn arm om haar schouders, „Ja, hoezo?”
„Ach, hij is nog zo jong en ontzettend verlegen!”
Tom heeft er alle vertrouwen in, „Oh, ik krijg hem vanzelf minder verlegen.”
„Tom, serieus, zoek iemand anders om mee te spelen. Je beschadigt die jongen,” merkt Florian op. Tom staart naar André’s rug door de glazen woonkamerdeur – of lager, dat kan Florian niet goed zien – en draait zich abrupt om, zoekt oogcontact met Florian.
„Liefde doet nu eenmaal soms pijn. Dat weet je toch, Flo?”, gaat Tom de woonkamer binnen, gevolgd door de rest.
Florian laat de opmerking in de lucht hangen. Vanavond is niet de avond voor overbodige steken onder water.
„Tom! Ik ben bijna gestorven terwijl je weg was,” maakt Alex zijn verwijt, terwijl zijn ogen zijn vastgekleefd aan het scherm.
„Ach, wat lief weer. Heb je mij zo enorm gemist? Maar Alex, ik was helemaal niet ver en maar heel kort weg, eerlijk. Je moet er een keer aan wennen, dat ik niet altijd bij je kan zijn.”
Tom streelt Alex vol warmte door het blonde haar. Alex slaat de hand woedend opzij.
„Hij hangt zo aan mij,” weet Tom teder over te komen en brengt zo de rest aan het lachen. Tom heeft nog het meeste oog voor André, die de blikken ontwijkt en direct naast Maria op de grote bank gaat zitten.
„Alex, André is er nu. We willen nu graag beginnen met opruimen hier en alles klaar zetten voor vanavond,” praat Maria extra hard tegen haar broer.
„Goed,” drukt Alex onophoudelijk op zijn controller. Florian kan het niet langer aanzien, „Alex, het was zo afgesproken.”
„Ik heb niets ondertekend,” meldt Alex koppig. Maria begint met kussens naar hem te gooien – Florian heeft de deegroller nog steeds in zijn hand. Ze raakt alles en iedereen behalve Alex. Als een van de dure vazen gevaarlijk begint te wankelen, wil Florian ingrijpen, maar de deurbel gaat voor de derde keer vanavond. Florian schrikt, de rest staart naar hem. Elena steekt twee duimen op, „Oké, geen paniek, je ziet er goed uit. Niet waar, Martin?”
Ze port hem in zijn zij, Martin schrikt op en stamelt, „Eh ... ja ... beter dan normaal op school.”
Florian lacht, maar Sandra is minder enthousiast, „Een half uur te laat, dat is behoorlijk onbeleefd. Hij begint op min twee...”
„Sandra!”, dreigt Florian.
„... maar ook sommige andere jongens gedragen zich soms onmogelijk,” gaat Sandra onverstoorbaar verder, terwijl ze demonstratief over Alex’ benen stapt, omdat ze Florian achterna wil naar de ontvangsthal. De laatste veegt het klamme zweet af aan zijn broek en opent de voordeur, waar inderdaad Jens wacht.
„Hoi,” glimlacht Jens met in het licht van deze avond donkerblauwe ogen.
„Hoi,” perst Florian er nog uit. Met Jens voor zijn neus wordt hij nog iets onzekerder. De ogen van deze bezoeker bekijken eerst Florian en blijven dan verbaasd hangen bij de gezichten van de irritant nieuwsgierige vrienden, die zich achter Florian verzamelen. Jens’ lach gaat over in een grijns.
„Eh,” komt Florian niet verder dan wat onsamenhangend gestamel. Tom legt provocerend een arm om zijn schouder en concentreert zich op Jens, „Hoi, ik ben Tom en Florians beste vriend in München.”
„Oh,” weet Jens niet, wat hij hiermee aanmoet.
„En jij bent Jens? Ik heb al veel over je gehoord. Wordt er niet meer gezoend als begroeting?”, grijnst Tom en kijkt even naar Florian, voordat zijn ogen Jens beginnen uit te kleden. Florian schaamt zich. Jens is niet onder de indruk en knipoogt, „Eh ... Ik weet het niet. Je lijkt wel sympathiek, maar we elkaar verder niet genoeg daarvoor.”
Sandra, Elena en Maria lachen. Florian probeert Toms arm van zijn schouder te krijgen, maar die kijkt hem even aan, „Leuk, hij is echt leuk.”
Jens observeert Tom, „Mooi dat mijn humor bij jou aankomt.”
Tom lijkt serieus, „Ja, maar ik hoop dat je meer te bieden hebt dan een paar grappen. Je moet begrijpen, dat kleine Flori heel erg belangrijk is voor mij en hij vertelt mij alles. Het is al een paar keer gebeurd, dat hij midden in de nacht belt en klaagt, ‘Vreselijk, Tom, maar tien centimeter. Het was een complete vergissing.’ Dan moet ik hem weer troosten.”
Florian maakt zich nu echt los en briest, „Alles gelogen. Tom is echt gestoord,” terwijl hij Tom trakteert op een boze blik. Jens heeft geen idee of het een belediging of een aanmoediging is en houdt het bij een beleefde glimlach, voordat hij zijn hand uitsteekt naar Maria, „Hoi, we hebben elkaar al eerder even gezien.”
„Ja, ik ben Maria, Florians zus,” schudt ze de aangeboden losjes.
„En dit zijn mijn vrienden Sandra, Elena en Martin. Ze waren net plan naar huis te gaan, nietwaar?”
Sandra negeert Florian volkomen, maar geeft Jens wel glimlachend een hand. De andere twee houden het bij een beleefde hoofdknik. Jens wil iets anders weten, „Je ouders zijn niet thuis?”
„Jammer genoeg niet.”
Jammer genoeg? Dat is natuurlijk een vette leugen. Florian stelt zich al voor hoe Joachim en Jens elkaar voor het eerst ontmoeten.
‘Dag meneer Wanninger, mijn naam is Jens Einsele en ik heb seks met uw zoon.’
‘Oh, u bent dat. Daar ben ik blij over. Wat zijn jullie vandaag verder van plan?’
‘Ach, we gaan eerst naar mijn huis voor seks op de keukentafel en dan willen we nog naar een gay club. Wat dansen, drinken, misschien groepsseks in de darkroom, we zien wel wat de avond brengt.’
‘Leuk, maar we verwachten wel dat Florian om twee uur thuis is. Morgen moet hij uitgeslapen zijn, omdat mijn schoonouders op bezoek komen.’
‘Geen probleem. Om twee uur kunnen we niets meer, omdat we voor die tijd al teveel gratis drank van de club hebben gekregen.’
‘Goed, dan wens ik jullie een fijne avond.’
Dit is wel erg optimistisch.
‘Dag meneer Wanninger, mijn naam is Jens Einsele en ik ben de vaste vriend van uw zoon.’
‘Wat voor perverseling bent u? Een criminele pedoseksuele freak? Ik laat u arresteren! Ik stuur de geheime diensten op u af! Ik zorg ervoor, dat u geen leven meer heeft! Ik heb goede contacten bij de banken en verzekeraars. U krijgt nooit meer een goedkope verzekering, een nieuwe bankrekening, een gunstige lening of een goede rente op uw tegoeden!’
Dit lijkt Florian dichter bij de realiteit te komen, hoewel hij er zelf over glimlacht. Elena stoot hem aan, „Flori! We zijn hier.”
Prompt begint Florian op zijn onderlip te kauwen.
„Eh ... Jens, trek je kleren toch uit ...”
Iedereen om hem heen heeft opeens een lachend gezicht. Shit! Was zijn mond weer sneller dan zijn brein? Klik.
„Ik bedoel je jas ... je kunt je jas uittrekken ... als je wilt ... als je het warm hebt ... maar misschien heb je het koud en wil je je jas aanhouden ... of wil je nog een warme trui ... we hebben ook handschoenen en sjaals en mutsen en ...”
„Flori,” pakt Jens Florians hand met een vertederende glimlach, „Zal ik mijn jas gewoon in de garderobe ophangen?”
„Graag,” fluistert Florian met een gevoel van schaamte. Waarom blijft iedereen om hem heen staan? Jens brengt hem al van slag, maar met zoveel publiek erbij, wordt het alleen maar erger. Nadat de jas een plek heeft gevonden, kijkt Jens vriendelijk geïnteresseerd naar Maria, „Hebben jullie nog meer broers of zussen?”
Florian krijgt totaal geen kans om ertussen te springen.
„Jawel, de tweeling is momenteel bij onze huishoudster en huismeester en ...,” de open glimlach verandert in een gemene grijns, „... onze broer Alex ...”
„... heeft het heel erg druk. Hij moet nog een pakhuis opblazen,” probeert Florian grotere schade voor te blijven. Zijn hart klopt te snel. Hij heeft het idee, dat Jens alleen al aan zijn stem kan horen, welke speciale band hij met Alex heeft ... of had. Jens kijkt in elk geval geschrokken.
„Jouw broer moet nog wat doen?”
De bewoner heeft geen idee waar de bezoeker nu naar vraagt. Ze kijken elkaar wezenloos aan. Maria komt hem ongevraagd, en naar Florians zin ook totaal overbodig, te hulp.
„Het is maar een spelletje. Alex vindt het leuk om tegen demonen te vechten en met explosieven te spelen. Onze Alex is nu eenmaal een kleine vrijdenker, nietwaar, Flori?”, kijkt ze hem aan in de hoop op steun.
„Eh ...”, reageert Florian ongekend slim.
„Oh ... Alex is wat jonger?”, gokt Jens beleefd.
„Helemaal goed. Geestelijk is hij nog steeds een kind, een kleintje. Ja, hij is wat achtergebleven, in zekere zin gehandicapt. Maar we houden desondanks van hem,” meldt Maria met dezelfde overtuiging als sommige handelaren in Gods woord dat kunnen en lijkt daarbij zelf het meeste van haar wraak te genieten. Tom blèrt richting de woonkamer, „Alex, er wordt over jou gepraat, kom direct hier!”
Florian vreest het ergste. Alex verschijnt langzaam in de brede deurpost van de woonkamerdeur. Zoals altijd kaarsrecht, ook met zijn hoofd rechtop en een neutraal gezicht erbij. Florian valt weer op, hoe mooi Alex is – Jens is op een andere manier mooi. De grijze ogen zoeken Jens, vinden hem en plakken aan de bezoeker vast zonder een eerste indruk prijs te geven. Geen woede, afkeer, nieuwsgierigheid of ontroering, helemaal niets. In tegenstelling tot Alex is Jens oprecht verrast. Zo had de gast de broer zich niet voorgesteld.
„Daar ben je! Heb je alle gemene zombies nu stuk gemaakt?”, fluit Maria plotseling op de toon van een moeder tegen haar driejarige zoon. Ze haast zich naar haar grote broer, pakt hem bij zijn pols en sleurt hem mee, alsof ze een oude, demente man begeleidt. Boven de grijze ogen trekken de wenkbrauwen zich samen. Alex lijkt eerst erachter te willen komen, wat Maria van plan is, voordat hij haar hoofd op haar schouders laat wankelen zonder daarvoor alcohol nodig te hebben.
„Zijn alle zombies nu dood? Brave Alex, heel goed gedaan,” streelt Maria de onderarm van haar broer. Tom en Sandra doen hun best om niet in lachen uit te barsten, terwijl Martin en André zich afvragen in welke voorstelling van circus Wanninger ze nu zijn beland. Elena daarentegen kijkt meer dan bezorgd naar Florian, die niet weet wat hij hieraan kan doen.
„Eh ...,” probeert Florian een constructief gesprek te openen, maar Maria heeft bloed geroken en laat zich door niets of niemand meer tegenhouden, „Alex, je moet nu even hallo zeggen. Doet Alex dat? Ja, doe je dat? Zeg maar hallo tegen Jens. Zeg het maar.”
Maria perfectioneert het beeld van de bezorgde zus, die haar gehandicapte broer aanmoedigt. Alex’ mond is nu een streep, terwijl hij alleen nog zijn zus aankijkt. Hij is geen jongen voor uitgebreide ruzies. Schreeuwen, zwaaien noch exploderen behoren tot zijn repertoire. Maria krijgt haar uitbrander vanzelf – op een volledig andere manier en op een volkomen onverwacht moment.
„Hallo Alex, ik ben Jens.”
Jens praat langzamer en articuleert beter dan gewoonlijk, waarbij hij de namen extra nadruk geeft. Tegelijkertijd steekt hij zijn hand uit. Alex maakt oogcontact met de bezoeker. Maria onderdrukt een grijns, Tom en Sandra hebben inmiddels een hand voor hun mond. Jens begrijpt het niet goed meer. Hij wil alleen netjes omgaan met de gehandicapte broer van zijn vriend. Wat een ramp op mini-formaat! Florian breekt het angstzweet uit.
„Eh ...,” start Florian een nieuwe poging tot een samenhangende zin, „Jens, Alex is niet achtergebleven, ook al ziet hij er misschien zo uit.”
Sandra en Tom lachen nu hardop en aan zijn nekharen voelt Florian twee grijze ogen naar hem staren.
„Ik bedoel, ook al ziet het er misschien zo uit,” probeert hij nog te redden wat er te redden valt, „Maria wil hem alleen plagen. Eigenlijk is hij heel normaal. Nou ja, wat is normaal? Hij heeft zijn tics en is soms wat neurotisch en ... nog veel meer gekke dingen ... maar wie heeft nu geen rare eigenschappen? Ik bedoel, Maria hier slaapt altijd met haar naaldhakken aan. Dat is toch ook niet helemaal normaal of wel?”
Florian kijkt heel erg onzeker naar de anderen. Maria stuift op Florian af, maar bedenkt zich op het laatste moment. Ze is afgeleid door Sandra’s en Toms gelach. Jens volgt het niet meer en de grijze ogen staren nog steeds naar Florian, totdat Alex op Jens afgaat met een vriendelijke glimlach.
„Mijn zus heeft zich een grap veroorloofd. Het spijt mij, dat het ten koste van jou ging. Ze is boos op mij en wilde haar revanche. Hoe dan ook, leuk om je te ontmoeten en we zien elkaar vast en zeker vaker. Ik moet nu jammer genoeg verder, ik heb vanavond nog wat te doen, maar ik wens jullie veel plezier vanavond.”
Alex schudt glimlachend de aangeboden hand en loopt daarna rustig de trap op naar boven. Het is ineens stil. Niemand lacht, grinnikt of heeft een gevatte opmerking achter de hand. Hoe krijgt Alex dit telkens weer voor elkaar? Nog geen minuut geleden heeft iedereen om hem gelachen. Is het zijn heldere, besliste, donkere stem? Is het de aangeboren autoriteit en beleefdheid, die hem geen enkele moeite kost? Hoe dan ook, Alex kan het. Voor Alex had de eerste ontmoeting met Jens niet beter kunnen uitvallen. Zou het een bokswedstrijd zijn geweest, zou Jens nu buiten westen op de grond liggen. en Florian zou nog niet eens begrijpen waarom.
„Zullen wij ook gaan?”, verbreekt Sandra de grote stilte, terwijl ze naar Elena en Martin kijkt.
„Wij gaan,” beslist Elena, die Martin bij zijn arm pakt en glimlacht, „We gaan biljarten of darten.”
Maria heeft André weer vast, „Wij kunnen eindelijk alles voor vanavond voorbereiden,” waarop ze hem meeneemt richting keuken.
„Ciao, André, tot later,” spint Tom om met een tevreden grijns langs Florian en Jens de trap op te sprinten. André blijft met een knalrood gezicht achter bij Maria, die verontwaardigd haar hoofd schudt, voordat ze de keukendeur sluit. Martin heeft ondertussen ook zijn jas aan en verdwijnt met een arm om Elena en Sandra naar buiten. Opgelucht sluit Florian de voordeur achter hen. Ze zijn alleen, eindelijk. Wat nu?
„Hm ...,” twijfelt Florian hardop, terwijl hij zijn sokken bekijkt.
„Hoezo hm?”, fluistert Jens.
„Ik weet het niet,” begint Florian op zijn onderlip te kauwen.
„Is alles goed?”, kijkt Jens bezorgd. Nee.
„Ja.”
„Echt?”
Jens gelooft hem niet.
„Ik ... het spijt mij. Dit is compleet verkeerd gegaan. Ik wilde dat net niet.”
Florian durft Jens niet aan te kijken, hoewel de jongen pal voor hem gaat staan en contact zoekt.
„Flori, je hoeft je er niet voor te schamen,” glimlacht Jens, „Je vrienden geven om je en dan is het toch normaal, dat ze nieuwsgierig zijn en willen weten wie ik ben? Je hebt er goede vrienden aan. Ik kan hun gedrag wel begrijpen.”
De twijfels blijven, hoewel Florian nu Jens aankijkt, „Maar Maria ...”
„Ach, die is gewoon lief ...,” lacht Jens. Maria en lief? Oké, als hij dat wil denken ... Jens
„... en je broer ...”, stokt Jens en moet eerst zelf nadenken wat hij nu van de broer vindt, „ ... hij is een beetje ... apart.”
Florian voelt zijn borstkas, terwijl Jens verontschuldigend kijkt. Jens heeft iets gemerkt. Maar wat precies?
„Hoezo?”, wil Florian weten.
„Geen idee, het is mijn eerste indruk. Kunnen jullie met elkaar opschieten?”, observeert Jens Florian. Tenminste komt het op Florian zo over.
„Ach, op sommige dagen beter dan op andere dagen.”
Florian hoeft zo niet te liegen. Maar zijn gedachten springen al naar Alex’ verhalen. Daar ging het ook om liegen. Jens blijft serieus, „Heeft hij er een probleem mee, dat jij homo bent?”
„Nee,” klinkt Florian zeer overtuigd en beslist. Alex heeft er alleen probleem mee, dat hij zelf homo is. Florian kijkt Jens krachtig aan, „Jens, ik ... wil over iets praten nu.”
De ogen zijn nu weer hemelsblauw en geven plezier in het leven, genieten van vrijheid weer. Vragend kijkt Florian zijn bezoeker aan, „Dat net was een valse start van onze avond. Ik ... kun je weer gaan?”
„Hè?”, schrikt Jens.
„Nee, ik bedoel ... kan je weer gaan om nog een keer te komen?”
Jens komt weer bij van de schrik en lacht, „Oké.”
Met een grijns gaat Jens weer naar buiten, de avondschemering tegemoet en sluit de deur om daarna aan te kloppen. Florian geniet van het spel, „Wie is daar?”
„Jens, wie anders?”
Florian trekt de voordeur open en ziet als eerste een grijnzende Jens.
„Hallo Flori”, kraakt Jens’ stem uit zijn voegen.
„Eh ... hallo,” verandert Florian ter plekke het spel en spreidt zijn armen. Zijn moed komt onverwacht voor hemzelf en ook Jens lijkt verrast, maar neemt de uitnodiging aan. De omarming gaat over in een kus, die weer overgaat in elkaar nog steviger vasthouden. Florian geniet, Jens glimlacht.
„Het is goed om je te zien,” mompelt Jens, voordat hij langzaam Florian loslaat.
„Het is ook fijn jou weer te zien,” glimlacht Florian, voordat hij Jens bij de hand neemt en zo het huis binnenloodst.
„Goh, dit is jullie hal? Chique!”, veinst Jens zijn belangstelling, terwijl hij de hele ontvangsthal bekijkt.
„Eh ... daar wen je snel aan. Je hebt jammer genoeg net mijn nieuwe vrienden en broer en zus gemist, ze waren net nog hier,” verzucht Florian. Jens grijnst, „Dan bewaren we dat voor een volgende keer.”
Florian kijkt ineens min of meer bezorgd, „Heb jij geen jas aan? Het is toch koud buiten.”
Martha’s invloed groet Jens, die lacht en over Florians buik streelt, „Ik dacht, dat je mij wel een jas uit jullie garderobe kan lenen. Misschien een oude mantel van je stiefmoeder.”
„Nee, die trek ik zelf aan vandaag. Het voelt als zondag,” meent Florian, die nu over Jens’ buik streelt. Een seconde later staan ze weer in elkaars armen. Jens kijkt met een lachend gezicht omhoog, „Gaat die trap ook naar jouw kamer?”
„Ja en naar de kamers van mijn broers en zussen, mijn vader en zijn vrouw, de logeerkamer, de badkamers ...”
Met zwoele stem onderbreekt Jens de opsomming, „Jouw kamer is toch het meest interessant.”
„Wil je de badkamers niet zien?”, grapt Florian.
„Alleen die jij gebruikt.”
„Mijn stiefmoeder heeft een inloopkast met paskamer.”
„Misschien een andere keer.”
„Wat je wilt.”
Hand in hand gaan ze de trap op. Florian vindt het prettig. Het gebaar roept in hem een gevoel van zekerheid op, dat echt is. Bij elke trede hoeft hij zijn hoofd maar schuin te houden om Jens ook te zien, die stralend, uitnodigend glimlacht. De open blik in de ogen en de glimlach, die bijna de oren bereikt, vallen het meeste op. Jens is geen moment verbaasd als ze bij de laatste trap zijn aangekomen en Florian de horizontale toegangspoort naar zijn kamer opent. De verbazing komt pas wanneer Jens op de zoldervloer staat, „Niet slecht, mooie kamer.”
Florian is meer dan gelukkig met dit compliment. Trots blijft hij even midden in de kamer staan, terwijl Jens geïnteresseerd heen en weer loopt. Florian gaat op zijn bed liggen en kijkt vol verwachting naar Jens, om zich een ogenblik later te realiseren, dat hij er wel erg uitnodigend bijligt en ze nog geen minuut op de zolder zijn. Acuut springt hij weer op en loopt naar zijn bank, terwijl hij zijn onzekerheid probeert te verbergen achter zinloos gebabbel.
„Ik ben er ook erg trots op, het meeste nog op Navaro ...,” Florian wijst naar het bed, „... maar de rest is ook mooi. De kast bijvoorbeeld. Rechthoekig, van hout en met twee praktische deuren, die open en weer dicht kunnen. Heel simpel, heel handig en vooral praktisch. Of mijn werkblad, dat bevalt mij veel beter dan een gewoon ...”
Jens onderbreekt de spraakwaterval met een simpele vinger voor Florians mond en gaat daarna naast hem op de bank zitten met een arm op de rugleuning. Florian vindt het niet dichtbij genoeg en schuift op. Hij wil eerst als een waanzinnige genieten van Jens’ nabijheid, te beginnen met een zoen.
Jens heeft blijkbaar net zoveel haast, want hij wil gelijk er een tongzoen van maken. Florian laat het toe en legt een hand op Jens’ schouder, al snel gevolgd door een hand onder het shirt van de ander. Zijn vingers gaan op onderzoek uit. Nu hij toch een atletisch gebouwde jongen tegenover zich heeft, is hij ook nieuwsgierig naar alle spieren, die duidelijk beter ontwikkeld zijn dan bij hemzelf. Eigenlijk wil hij Jens nu zonder kleren zien. Ondertussen weet Jens van geen ophouden met zijn tong. Als Florian de zoen even wil onderbreken, begint Jens zijn nek en schouders te masseren. De aanrakingen ontspannen in het begin. Dan dwalen de andere handen over zijn rug tot onder zijn ribben en weer omhoog door zijn haar. Florian krijgt weer het gevoel, dat de wereld en hij zich los hebben gemaakt van elkaar, net als de vorige keren met Jens. Hoe doet Jens dat? Een ogenblik later glijdt Florian onderuit op de bank met Jens naast zich. Het is krap en Florian krijgt moeite met ademen. Bijna in paniek duwt hij Jens iets van zich af, waardoor de ander bijna van de bank valt en hem geschrokken aankijkt met vochtige lippen, verwarde haren en zijn shirt omhoog geschoven. Florian weet niet zeker of hij dat nu heeft gedaan, maar de buikspieren zijn erg mooi om te zien. Ze gaan rechtop zitten.
„Wat is er? Gaat het te snel voor je?”, klinkt Jens oprecht bezorgd ... maar ook teleurgesteld.
„Eh ... ik weet het niet,” kijkt Florian verdwaasd naar de ander. Zijn borstkas meldt zich op een vervelende manier.
„Heb je nooit eerder ...,” breekt Jens zijn vraag af, terwijl hij Florian over zijn bovenbeen streelt.
„Jawel,” fluistert Florian met hese stem, maar hij ontwijkt Jens’ ogen. Ergens zou hij willen, dat hij nu totaal geen ervaring had.
„Doe ik iets verkeerd?”, leunt Jens met zijn hoofd tegen dat van Florian en legt tegelijk een arm achter hem langs op de rugleuning.
„Nee ... echt niet. Je bent ... het is ...,” begint Florian te blozen en tegelijk te glimlachen. Jens lacht voorzichtig, „Wat is het?”
„Ik kan mij niet ontspannen. Niet hier, niet in dit huis.”
„Waarom?”
Alex is slechts een trap lager en Florian weet zeker, dat Alex op dit moment in kleermakerszit op zijn bed zit, al dan niet met samengetrokken wenkbrauwen en gespannen kaakspieren. Terwijl hij met Tom praat, denkt hij tegelijkertijd na – zoals altijd. Florian kan niets met Jens doen als Alex zo dichtbij is. Wat is een goede uitvlucht?
„Eh ... mijn vader en zijn vrouw weten niet, dat ik homo ben,” heeft Florian een andere waarheid gevonden, die hem op dit moment goed van pas komt. Jens is totaal verrast, „Maar in Hamburg ...”
„In Hamburg was alles anders, Jens. Mijn Ma en Oma Ulla hebben mij altijd gesteund, bij hen hoefde ik nooit bang te zijn om wat dan ook te vertellen. Ze wisten het ook veel eerder dan ikzelf. Eh ... Hier wil ik er eigenlijk ook geen geheim van maken, maar toen ik hier kennismaakte met de familie en hun vrienden en grootouders ... durfde ik het niet meer te vertellen.”
Jens knikt begrijpend, terwijl hij ondertussen Florians hand vasthoudt en streelt in plaats van zijn bovenbeen.
„Het is hier een compleet andere manier van leven, Jens. Het is hier heel normaal om personeel in en rond het huis te hebben. Mijn vader en zijn vrouw rennen van het ene diner naar het andere bal, als ze niet moeten tennissen of golfen. Het kost mij al moeite genoeg om mij aan te passen. Ik weet, dat ik ze binnenkort de waarheid moet vertellen, dat wil ik ook ... maar het heeft al veel tijd gekost om iets van een verstandhouding op te bouwen en ... momenteel gaat het best goed. Ik ben bang om dat op het spel te zetten en alles overhoop te halen.”
Jens zoekt nog wat meer contact en legt zijn arm om Florians schouders. De jongen voelt zich warm worden.
„Maar je broer en zus weten het?”, vraagt Jens behoedzaam.
„Ja, ook de tweeling, al hebben ze er nog geen naam voor.”
„Heb je het hen verteld of zijn ze er achtergekomen?”
„Eh ... Alex wist het vanaf het eerste moment ...,” stamelt Florian, die even tevreden is, dat ze elkaar wel voelen, maar niet aankijken, „... Maria heeft het relatief snel meegekregen en mijn vrienden heb ik zelf verteld. Maar op school zit ik nog in de kast.”
„Daar hoeven ze ook niets te weten, het gaat ze niets aan. Alleen je ouders moeten wel op de hoogte zijn. Ik begrijp je helemaal, bij mij ging het net zo. Je angst voor de reactie van je ouders kan ik goed begrijpen, al was mijn situatie totaal anders. Maar een ding wil ik je wel op je hart drukken. Het maakt niet uit wanneer je het vertelt, het wordt er niet beter of makkelijker door – integendeel. Op een gegeven moment verzin je geen uitvluchten meer, maar ga je liegen en dat kan echt schadelijk zijn.”
Florian streelt Jens’ bovenbeen en mompelt instemmend, „Ik weet het en ik wil ze het ook vertellen, zo snel mogelijk. Maar ... ik kan me hier niet laten gaan, niet helemaal ontspannen. Kunnen we niet naar jouw kamer gaan? Dat waren we toch al van plan.”
Florian zoekt nu zelf oogcontact en kijkt Jens’ vleiend aan.
„Natuurlijk.”
Met een volgende zoen bezegelen ze hun besluit, dan gaan ze alle trappen af naar beneden en met hun jassen naar buiten. Pas in de Volkswagen haalt Florian opgelucht adem, wanneer hij het portier dichttrekt en de riem om heeft. Jens glimlacht nog even, voordat ze wegrijden en het huis steeds kleiner wordt. Na de eerste bocht is het niet meer te zien, heeft Florian geen last meer van zijn herinneringen aan de nachtelijke spooktochten van Alex. Geen gezicht met blond haar, geen typische stem of kreun en vooral geen lichaam, wat langzaam heen en weer beweegt op of onder hem. Nu is veel makkelijker om ontspannen achterover te leunen, terwijl ze door de stad rijden van verkeerslicht naar verkeerslicht.
„Je hebt dus wel ervaring met jongens.”
Verrast kijkt Florian naar de bestuurder, terwijl een rilling over zijn rug loopt. Een van zijn herinneringen is ongemerkt meegekomen, wilde niet thuisblijven bij Navaro en treedt vanavond op als boze plaaggeest. Het koude zweet breekt hem uit en zelf kijkt hij recht naar voren.
„Ik begrijp je niet,” probeert Florian zijn verrassing te onderdrukken.
Jens praat langzamer en articuleert beter dan gewoonlijk, waarbij hij de namen extra nadruk geeft. Tegelijkertijd steekt hij zijn hand uit. Alex maakt oogcontact met de bezoeker. Maria onderdrukt een grijns, Tom en Sandra hebben inmiddels een hand voor hun mond. Jens begrijpt het niet goed meer. Hij wil alleen netjes omgaan met de gehandicapte broer van zijn vriend. Wat een ramp op mini-formaat! Florian breekt het angstzweet uit.
„Eh ...,” start Florian een nieuwe poging tot een samenhangende zin, „Jens, Alex is niet achtergebleven, ook al ziet hij er misschien zo uit.”
Sandra en Tom lachen nu hardop en aan zijn nekharen voelt Florian twee grijze ogen naar hem staren.
„Ik bedoel, ook al ziet het er misschien zo uit,” probeert hij nog te redden wat er te redden valt, „Maria wil hem alleen plagen. Eigenlijk is hij heel normaal. Nou ja, wat is normaal? Hij heeft zijn tics en is soms wat neurotisch en ... nog veel meer gekke dingen ... maar wie heeft nu geen rare eigenschappen? Ik bedoel, Maria hier slaapt altijd met haar naaldhakken aan. Dat is toch ook niet helemaal normaal of wel?”
Florian kijkt heel erg onzeker naar de anderen. Maria stuift op Florian af, maar bedenkt zich op het laatste moment. Ze is afgeleid door Sandra’s en Toms gelach. Jens volgt het niet meer en de grijze ogen staren nog steeds naar Florian, totdat Alex op Jens afgaat met een vriendelijke glimlach.
„Mijn zus heeft zich een grap veroorloofd. Het spijt mij, dat het ten koste van jou ging. Ze is boos op mij en wilde haar revanche. Hoe dan ook, leuk om je te ontmoeten en we zien elkaar vast en zeker vaker. Ik moet nu jammer genoeg verder, ik heb vanavond nog wat te doen, maar ik wens jullie veel plezier vanavond.”
Alex schudt glimlachend de aangeboden hand en loopt daarna rustig de trap op naar boven. Het is ineens stil. Niemand lacht, grinnikt of heeft een gevatte opmerking achter de hand. Hoe krijgt Alex dit telkens weer voor elkaar? Nog geen minuut geleden heeft iedereen om hem gelachen. Is het zijn heldere, besliste, donkere stem? Is het de aangeboren autoriteit en beleefdheid, die hem geen enkele moeite kost? Hoe dan ook, Alex kan het. Voor Alex had de eerste ontmoeting met Jens niet beter kunnen uitvallen. Zou het een bokswedstrijd zijn geweest, zou Jens nu buiten westen op de grond liggen. en Florian zou nog niet eens begrijpen waarom.
„Zullen wij ook gaan?”, verbreekt Sandra de grote stilte, terwijl ze naar Elena en Martin kijkt.
„Wij gaan,” beslist Elena, die Martin bij zijn arm pakt en glimlacht, „We gaan biljarten of darten.”
Maria heeft André weer vast, „Wij kunnen eindelijk alles voor vanavond voorbereiden,” waarop ze hem meeneemt richting keuken.
„Ciao, André, tot later,” spint Tom om met een tevreden grijns langs Florian en Jens de trap op te sprinten. André blijft met een knalrood gezicht achter bij Maria, die verontwaardigd haar hoofd schudt, voordat ze de keukendeur sluit. Martin heeft ondertussen ook zijn jas aan en verdwijnt met een arm om Elena en Sandra naar buiten. Opgelucht sluit Florian de voordeur achter hen. Ze zijn alleen, eindelijk. Wat nu?
„Hm ...,” twijfelt Florian hardop, terwijl hij zijn sokken bekijkt.
„Hoezo hm?”, fluistert Jens.
„Ik weet het niet,” begint Florian op zijn onderlip te kauwen.
„Is alles goed?”, kijkt Jens bezorgd. Nee.
„Ja.”
„Echt?”
Jens gelooft hem niet.
„Ik ... het spijt mij. Dit is compleet verkeerd gegaan. Ik wilde dat net niet.”
Florian durft Jens niet aan te kijken, hoewel de jongen pal voor hem gaat staan en contact zoekt.
„Flori, je hoeft je er niet voor te schamen,” glimlacht Jens, „Je vrienden geven om je en dan is het toch normaal, dat ze nieuwsgierig zijn en willen weten wie ik ben? Je hebt er goede vrienden aan. Ik kan hun gedrag wel begrijpen.”
De twijfels blijven, hoewel Florian nu Jens aankijkt, „Maar Maria ...”
„Ach, die is gewoon lief ...,” lacht Jens. Maria en lief? Oké, als hij dat wil denken ... Jens
„... en je broer ...”, stokt Jens en moet eerst zelf nadenken wat hij nu van de broer vindt, „ ... hij is een beetje ... apart.”
Florian voelt zijn borstkas, terwijl Jens verontschuldigend kijkt. Jens heeft iets gemerkt. Maar wat precies?
„Hoezo?”, wil Florian weten.
„Geen idee, het is mijn eerste indruk. Kunnen jullie met elkaar opschieten?”, observeert Jens Florian. Tenminste komt het op Florian zo over.
„Ach, op sommige dagen beter dan op andere dagen.”
Florian hoeft zo niet te liegen. Maar zijn gedachten springen al naar Alex’ verhalen. Daar ging het ook om liegen. Jens blijft serieus, „Heeft hij er een probleem mee, dat jij homo bent?”
„Nee,” klinkt Florian zeer overtuigd en beslist. Alex heeft er alleen probleem mee, dat hij zelf homo is. Florian kijkt Jens krachtig aan, „Jens, ik ... wil over iets praten nu.”
De ogen zijn nu weer hemelsblauw en geven plezier in het leven, genieten van vrijheid weer. Vragend kijkt Florian zijn bezoeker aan, „Dat net was een valse start van onze avond. Ik ... kun je weer gaan?”
„Hè?”, schrikt Jens.
„Nee, ik bedoel ... kan je weer gaan om nog een keer te komen?”
Jens komt weer bij van de schrik en lacht, „Oké.”
Met een grijns gaat Jens weer naar buiten, de avondschemering tegemoet en sluit de deur om daarna aan te kloppen. Florian geniet van het spel, „Wie is daar?”
„Jens, wie anders?”
Florian trekt de voordeur open en ziet als eerste een grijnzende Jens.
„Hallo Flori”, kraakt Jens’ stem uit zijn voegen.
„Eh ... hallo,” verandert Florian ter plekke het spel en spreidt zijn armen. Zijn moed komt onverwacht voor hemzelf en ook Jens lijkt verrast, maar neemt de uitnodiging aan. De omarming gaat over in een kus, die weer overgaat in elkaar nog steviger vasthouden. Florian geniet, Jens glimlacht.
„Het is goed om je te zien,” mompelt Jens, voordat hij langzaam Florian loslaat.
„Het is ook fijn jou weer te zien,” glimlacht Florian, voordat hij Jens bij de hand neemt en zo het huis binnenloodst.
„Goh, dit is jullie hal? Chique!”, veinst Jens zijn belangstelling, terwijl hij de hele ontvangsthal bekijkt.
„Eh ... daar wen je snel aan. Je hebt jammer genoeg net mijn nieuwe vrienden en broer en zus gemist, ze waren net nog hier,” verzucht Florian. Jens grijnst, „Dan bewaren we dat voor een volgende keer.”
Florian kijkt ineens min of meer bezorgd, „Heb jij geen jas aan? Het is toch koud buiten.”
Martha’s invloed groet Jens, die lacht en over Florians buik streelt, „Ik dacht, dat je mij wel een jas uit jullie garderobe kan lenen. Misschien een oude mantel van je stiefmoeder.”
„Nee, die trek ik zelf aan vandaag. Het voelt als zondag,” meent Florian, die nu over Jens’ buik streelt. Een seconde later staan ze weer in elkaars armen. Jens kijkt met een lachend gezicht omhoog, „Gaat die trap ook naar jouw kamer?”
„Ja en naar de kamers van mijn broers en zussen, mijn vader en zijn vrouw, de logeerkamer, de badkamers ...”
Met zwoele stem onderbreekt Jens de opsomming, „Jouw kamer is toch het meest interessant.”
„Wil je de badkamers niet zien?”, grapt Florian.
„Alleen die jij gebruikt.”
„Mijn stiefmoeder heeft een inloopkast met paskamer.”
„Misschien een andere keer.”
„Wat je wilt.”
Hand in hand gaan ze de trap op. Florian vindt het prettig. Het gebaar roept in hem een gevoel van zekerheid op, dat echt is. Bij elke trede hoeft hij zijn hoofd maar schuin te houden om Jens ook te zien, die stralend, uitnodigend glimlacht. De open blik in de ogen en de glimlach, die bijna de oren bereikt, vallen het meeste op. Jens is geen moment verbaasd als ze bij de laatste trap zijn aangekomen en Florian de horizontale toegangspoort naar zijn kamer opent. De verbazing komt pas wanneer Jens op de zoldervloer staat, „Niet slecht, mooie kamer.”
Florian is meer dan gelukkig met dit compliment. Trots blijft hij even midden in de kamer staan, terwijl Jens geïnteresseerd heen en weer loopt. Florian gaat op zijn bed liggen en kijkt vol verwachting naar Jens, om zich een ogenblik later te realiseren, dat hij er wel erg uitnodigend bijligt en ze nog geen minuut op de zolder zijn. Acuut springt hij weer op en loopt naar zijn bank, terwijl hij zijn onzekerheid probeert te verbergen achter zinloos gebabbel.
„Ik ben er ook erg trots op, het meeste nog op Navaro ...,” Florian wijst naar het bed, „... maar de rest is ook mooi. De kast bijvoorbeeld. Rechthoekig, van hout en met twee praktische deuren, die open en weer dicht kunnen. Heel simpel, heel handig en vooral praktisch. Of mijn werkblad, dat bevalt mij veel beter dan een gewoon ...”
Jens onderbreekt de spraakwaterval met een simpele vinger voor Florians mond en gaat daarna naast hem op de bank zitten met een arm op de rugleuning. Florian vindt het niet dichtbij genoeg en schuift op. Hij wil eerst als een waanzinnige genieten van Jens’ nabijheid, te beginnen met een zoen.
Jens heeft blijkbaar net zoveel haast, want hij wil gelijk er een tongzoen van maken. Florian laat het toe en legt een hand op Jens’ schouder, al snel gevolgd door een hand onder het shirt van de ander. Zijn vingers gaan op onderzoek uit. Nu hij toch een atletisch gebouwde jongen tegenover zich heeft, is hij ook nieuwsgierig naar alle spieren, die duidelijk beter ontwikkeld zijn dan bij hemzelf. Eigenlijk wil hij Jens nu zonder kleren zien. Ondertussen weet Jens van geen ophouden met zijn tong. Als Florian de zoen even wil onderbreken, begint Jens zijn nek en schouders te masseren. De aanrakingen ontspannen in het begin. Dan dwalen de andere handen over zijn rug tot onder zijn ribben en weer omhoog door zijn haar. Florian krijgt weer het gevoel, dat de wereld en hij zich los hebben gemaakt van elkaar, net als de vorige keren met Jens. Hoe doet Jens dat? Een ogenblik later glijdt Florian onderuit op de bank met Jens naast zich. Het is krap en Florian krijgt moeite met ademen. Bijna in paniek duwt hij Jens iets van zich af, waardoor de ander bijna van de bank valt en hem geschrokken aankijkt met vochtige lippen, verwarde haren en zijn shirt omhoog geschoven. Florian weet niet zeker of hij dat nu heeft gedaan, maar de buikspieren zijn erg mooi om te zien. Ze gaan rechtop zitten.
„Wat is er? Gaat het te snel voor je?”, klinkt Jens oprecht bezorgd ... maar ook teleurgesteld.
„Eh ... ik weet het niet,” kijkt Florian verdwaasd naar de ander. Zijn borstkas meldt zich op een vervelende manier.
„Heb je nooit eerder ...,” breekt Jens zijn vraag af, terwijl hij Florian over zijn bovenbeen streelt.
„Jawel,” fluistert Florian met hese stem, maar hij ontwijkt Jens’ ogen. Ergens zou hij willen, dat hij nu totaal geen ervaring had.
„Doe ik iets verkeerd?”, leunt Jens met zijn hoofd tegen dat van Florian en legt tegelijk een arm achter hem langs op de rugleuning.
„Nee ... echt niet. Je bent ... het is ...,” begint Florian te blozen en tegelijk te glimlachen. Jens lacht voorzichtig, „Wat is het?”
„Ik kan mij niet ontspannen. Niet hier, niet in dit huis.”
„Waarom?”
Alex is slechts een trap lager en Florian weet zeker, dat Alex op dit moment in kleermakerszit op zijn bed zit, al dan niet met samengetrokken wenkbrauwen en gespannen kaakspieren. Terwijl hij met Tom praat, denkt hij tegelijkertijd na – zoals altijd. Florian kan niets met Jens doen als Alex zo dichtbij is. Wat is een goede uitvlucht?
„Eh ... mijn vader en zijn vrouw weten niet, dat ik homo ben,” heeft Florian een andere waarheid gevonden, die hem op dit moment goed van pas komt. Jens is totaal verrast, „Maar in Hamburg ...”
„In Hamburg was alles anders, Jens. Mijn Ma en Oma Ulla hebben mij altijd gesteund, bij hen hoefde ik nooit bang te zijn om wat dan ook te vertellen. Ze wisten het ook veel eerder dan ikzelf. Eh ... Hier wil ik er eigenlijk ook geen geheim van maken, maar toen ik hier kennismaakte met de familie en hun vrienden en grootouders ... durfde ik het niet meer te vertellen.”
Jens knikt begrijpend, terwijl hij ondertussen Florians hand vasthoudt en streelt in plaats van zijn bovenbeen.
„Het is hier een compleet andere manier van leven, Jens. Het is hier heel normaal om personeel in en rond het huis te hebben. Mijn vader en zijn vrouw rennen van het ene diner naar het andere bal, als ze niet moeten tennissen of golfen. Het kost mij al moeite genoeg om mij aan te passen. Ik weet, dat ik ze binnenkort de waarheid moet vertellen, dat wil ik ook ... maar het heeft al veel tijd gekost om iets van een verstandhouding op te bouwen en ... momenteel gaat het best goed. Ik ben bang om dat op het spel te zetten en alles overhoop te halen.”
Jens zoekt nog wat meer contact en legt zijn arm om Florians schouders. De jongen voelt zich warm worden.
„Maar je broer en zus weten het?”, vraagt Jens behoedzaam.
„Ja, ook de tweeling, al hebben ze er nog geen naam voor.”
„Heb je het hen verteld of zijn ze er achtergekomen?”
„Eh ... Alex wist het vanaf het eerste moment ...,” stamelt Florian, die even tevreden is, dat ze elkaar wel voelen, maar niet aankijken, „... Maria heeft het relatief snel meegekregen en mijn vrienden heb ik zelf verteld. Maar op school zit ik nog in de kast.”
„Daar hoeven ze ook niets te weten, het gaat ze niets aan. Alleen je ouders moeten wel op de hoogte zijn. Ik begrijp je helemaal, bij mij ging het net zo. Je angst voor de reactie van je ouders kan ik goed begrijpen, al was mijn situatie totaal anders. Maar een ding wil ik je wel op je hart drukken. Het maakt niet uit wanneer je het vertelt, het wordt er niet beter of makkelijker door – integendeel. Op een gegeven moment verzin je geen uitvluchten meer, maar ga je liegen en dat kan echt schadelijk zijn.”
Florian streelt Jens’ bovenbeen en mompelt instemmend, „Ik weet het en ik wil ze het ook vertellen, zo snel mogelijk. Maar ... ik kan me hier niet laten gaan, niet helemaal ontspannen. Kunnen we niet naar jouw kamer gaan? Dat waren we toch al van plan.”
Florian zoekt nu zelf oogcontact en kijkt Jens’ vleiend aan.
„Natuurlijk.”
Met een volgende zoen bezegelen ze hun besluit, dan gaan ze alle trappen af naar beneden en met hun jassen naar buiten. Pas in de Volkswagen haalt Florian opgelucht adem, wanneer hij het portier dichttrekt en de riem om heeft. Jens glimlacht nog even, voordat ze wegrijden en het huis steeds kleiner wordt. Na de eerste bocht is het niet meer te zien, heeft Florian geen last meer van zijn herinneringen aan de nachtelijke spooktochten van Alex. Geen gezicht met blond haar, geen typische stem of kreun en vooral geen lichaam, wat langzaam heen en weer beweegt op of onder hem. Nu is veel makkelijker om ontspannen achterover te leunen, terwijl ze door de stad rijden van verkeerslicht naar verkeerslicht.
„Je hebt dus wel ervaring met jongens.”
Verrast kijkt Florian naar de bestuurder, terwijl een rilling over zijn rug loopt. Een van zijn herinneringen is ongemerkt meegekomen, wilde niet thuisblijven bij Navaro en treedt vanavond op als boze plaaggeest. Het koude zweet breekt hem uit en zelf kijkt hij recht naar voren.
„Ik begrijp je niet,” probeert Florian zijn verrassing te onderdrukken.
„Net op je kamer vroeg ik, of je ervaring had. Toen we elkaar voor het laatst in Hamburg gezien hebben, op je verjaardag, kot voor mijn vakantie en jouw verhuizing, wilde je een zoen als verjaardagscadeau. Het kwam op mij over alsof je nog nooit eerder iets met een jongen had gedaan.”
„Ja,” bevestigt Florian gedachteloos Jens’ indruk.
„Maar vanavond ... je weet wat je wil, wat je doet ... je moet wel meer ervaring hebben dan twee maanden geleden ...,” valt Jens stil en let op de weg. Jens babbelt zowel vriendelijk als nieuwsgierig, maar er is nog iets. Florian kan er niet de vinger op leggen.
„Eh ... ja,” probeert Florian tijd te winnen, „... dat klopt.”
„Mag ik vragen met wie?”
Acuut begint Florian te blozen. Hij heeft het gevoel te exploderen. Achter de vriendelijke babbeltoon zit nog iets.
„Eh ...,” weet Florian niets te zeggen. Zijn buikgevoel en geweten schreeuwen het uit. Het maakt helemaal niets uit wat je vertelt. Alles behalve de waarheid is goed. Florian is ervan overtuigend, dat Jens niet zo enthousiast zal reageren, als de student weet, dat het de knappe stiefbroer is geweest, met wie hij voor het eerst seks heeft gehad.
„Eh ... die jongen is net zo oud als ik en hij kan heel lief en aardig zijn,” blijft Florian eerlijk.
„Hoe heb je hem ontmoet?”
„Oh ... op een feest bij Tom ... ik was een beetje aangeschoten en hij stond achter de bar,” vermengt Florian feiten en fantasie, „We hebben gepraat, gedanst, geknuffeld en ... nou ja ...”
Florian weet niet hoe hij verder zal gaan.
„Wanneer was dat?”
„Een paar weken geleden.”
„Heb je hem daarna nog een keer gezien?”
„Af en toe komen we elkaar tegen ...,” probeert Florian dicht bij de waarheid te blijven. Jens blijft even stil, „En?”
„En?”
„Hebben jullie vaker seks?”
Jens klinkt opeens koel.
„Eh ... twee keer in totaal. Maar het wordt verder niets. Ik denk tenminste niet, dat we een volgende keer iets doen.”
„Oh ... heb je er spijt van?”
„Een beetje, maar uiteindelijk is het goed zo. Hij was heel lief en voorzichtig ... en het was gewoon lekker.”
Florian geeft zichzelf een compliment. Blijkbaar kan hij toch een beetje liegen. Of leert hij het nu? Waarom voelt hij zich goed, terwijl hij Jens iets wijsmaakt? Hij is in elk geval opgelucht, zelfs zijn geweten houdt zich op de achtergrond.
Ook Jens lijkt tevreden. Goedgehumeurd begint hij over zijn dag bij Hubert Burda Media en zijn studentenhuis te vertellen, waardoor Florian zich verder ontspant. De rit door de stad duurt vanavond lang. Jens woont dit half jaar op een kamer van iemand, die een half jaar naar het buitenland is. Ze delen met zijn drieën een huis. Nadine is in haar tweede jaar Biochemie, Christopher een semester verder met Theologie. Jens kan goed overweg met beiden, ze mogen elkaar.
„Of het klikt of het klikt niet. Dat merk je meestal binnen een paar dagen. Met Nadine en Christopher zat ik direct op dezelfde golflengte en dan is het goed. Er is niets ergers als een studentenhuis, waar iedereen een hekel heeft aan iedereen. Heb ik ook al meegemaakt en dat eindigt altijd in ellende.”
In Berlin heeft Jens er een paar maanden over gedaan, voordat hij een studentenhuis vond, waar hij het naar zijn zin had. Jens rijdt een lange straat met eenrichtingsverkeer en zoekt een parkeerplaats, die hij redelijk snel vindt.
„Daar verderop is het,” wijst Jens op een inwisselbare flat uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, „Helemaal bovenin, vierde verdieping.”
Tot aan het trappenhuis gaan ze hand in hand over straat. Dat vindt Florian een pluspunt aan Jens, de jongen gedraagt zich natuurlijk. Het weinig uitnodigende trappenhuis volgt Florian de bewoner. Op de tweede verdieping persen ze zich langs een grote kinderwagen en op de derde verdieping begroet de geur van een krolse kater hen.
„Mooi hier,” merkt Florian met opgetrokken neus op.
„Ja, het is bijna een paleis,” lacht Jens, terwijl hij zijn sleutels zoekt. Iets later zwaait een gele, oorspronkelijk witte deur open.
„Kom binnen,” buigt Jens zich iets voorover. Florian wandelt onzeker langs Jens naar binnen, waar de werkelijkheid en zijn fantasie elkaar hartelijk begroeten. Elk cliché over studentenhuizen lijkt waar te zijn. Versleten vloerbedekking met vlekken. Naast een poster van een gitarist in een zeldzame, bijna onmogelijke pose hangt het dagprogramma van de laatste katholieke kerkdag. Een groot prikbord aan de muur hangt vol met folders van restaurants, die ook maaltijden thuis bezorgen. Een hoek is vrijgehouden voor een weekrooster.
„Jij moet deze week de woonkamer en keuken doen?”
„Ja.”, lacht Jens en gooit zijn jas achteloos op de vloer. Florians jas mag een plek delen met een vioolkist aan de overvolle kapstok. Met een hand om Florians middel start Jens zijn rondleiding, „Zo, dan zal ik je eerst hier de weg wijzen. Als eerste de badkamer.”
Doelgericht loopt Jens naar een van de deuren en rukt hem open. De deurklink hangt scheef.
„Smal, klein en groen?”, grinnikt Florian. Jens knikt, „Zolang er een toilet, douche en wastafel zijn, ben ik al tevreden.”
„Je bent bescheiden,” lokt Florian hem uit, legt tegelijkertijd zijn hand om Jens’ middel.
„Heb je het door?”
De volgende kamer doet dienst als woonkamer. De banken en stoelen zijn allemaal verschillend, lijken eerder bij het oud vuil te zijn opgepikt dan in een winkel gekocht. Een lage kast doet dienst als bar en op drie planken langs de muur liggen de persoonlijke dingen van de drie bewoners. Ergens heerst toch een orde in de chaos.
„Aardige feestruimte.”
„Zeker,” grijnst Jens en neemt hem verder mee, „Op naar de keuken.”
De keukendeur gaat piepend open.
„Oh ... hallo, hebben jullie je hier verstopt?”, begroet Jens een man en een jonge vrouw.
„Ja, we hadden nog zin in vette hap. Waar kom jij vandaan? We hadden je niet meer op je gerekend vanavond, was je niet naar je vriend?”, kijkt de vrouw van in de twintig op van iets met brood en gesmolten kaas.
„Ik heb hem gelijk meegenomen.”
Terwijl Jens nu Florian voorstelt met een arm om diens schouders, laat Florian de mededeling op zich inwerken. Heeft Jens hem eerder de status van ‘vriend’ gegeven? De romanticus in Florian geniet en is trots. Het idee de helft van Jens en Florian bezorgt hem in zekere zin een bevrijdend gevoel. Jens geeft om hem. Geeft hij net zoveel om Jens? De tijd zal het leren, hoopt Florian. Met een grote glimlach kijkt Florian de andere twee aan. De vrouw heet Nadine en als ze opstaat, is ze op blote voeten toch een halve kop groter dan Florian. In tegenstelling tot Sandra draagt zij haar donkere haren, de kleur komt bij de drogisterij vandaan, erg kort. Haar gezicht is een en al interesse voor de buitenwereld. De man zal van Manuels en Marcs leeftijd zijn, maar is iets kleiner dan de dierenartsen. Wat Nadine aan haren mist, heeft Christopher teveel. Of de brildrager bespaart op de kapper, net zoals Florian zelf. Bij het handenschudden wordt Florian ineens verlegen.
„Willen jullie ook wat eten,” staat Christopher al bij een keukenkast, klaar om extra borden en bestek te pakken.
„Nee, dank je ... of heb jij honger?”, kijkt Jens zijn vriend aan. Florian schudt zijn hoofd, „Nee.”
Martha’s avondeten was vanavond weer overheerlijk en eigenlijk durft hij in deze keuken niets te eten. Het risico op voedselvergiftiging lijkt hem hoog. Nadine wijst op een van de plastic stoelen rond de minimalistische eettafel, vanzelfsprekend elk in een andere kleur. Florian volgt de uitnodiging en gaat voorzichtig zitten. Je weet maar nooit.
„Jij bent Jens’ vriend?”
„Eh ... ja,” overvalt Florian een aanval van verlegenheid.
„Jens heeft al veel over je verteld,” glimlacht ze. Jens beweegt zijn ogen. Florian kijkt naar zijn vroegere buurjongen, „Echt?”
„Misschien heb ik je naam een keer laten vallen,” plaagt Jens, waarop Christopher lacht en Nadine bij de feiten blijft, „Wel meer dan alleen een naam, Jens. Jij zit nog op school?”
Florian slikt, „Ja, nog bijna twee jaar.”
Het levert een glimlach op. Ineens vindt hij zichzelf, behalve een beetje dom, verschrikkelijk jong. Jens’ vrienden en kennissen zullen vooral studenten zijn. Waarschijnlijk is hij de enige, die nog rondhangt op de middelbare school. Ze schelen vier jaar in leeftijd, op zich valt dat nog mee. Maar hebben ze verder genoeg dingen, die ze delen, om een relatie op te bouwen? Direct werpt Florian al zijn twijfels van zich. Het is makkelijker om alles op zich af te laten komen en gewoon te genieten van de tijd met Jens.
Christopher kijkt Jens aan, „We hebben de uitnodiging voor je feest geprint.”
„Mooi, bedankt,” pakt Jens een stuk papier aan, wat Christopher hem geeft. Jens geeft het door aan Florian.
„Over een week geven we een klein ... nou ja, misschien een iets groter feest vanwege mijn geweldige aanwinst voor dit studentenhuis.”
Jens lacht, de andere twee grijnzen.
„Leuk,” mompelt Florian, terwijl hij de uitnodiging bekijkt.
„Jij komt natuurlijk ook?”, kijkt Jens hem brutaal aan. Dit is een bevel, geen vraag, geen verzoek. Florian reageert met een zielig gezicht en een zucht, „Goed, als jij bang bent, dat er niemand komt, dan kom ik.”
Nadine en Christopher lachen, Jens raakt met de uitnodiging Florians hoofd en beklaagt zich bij zijn huisgenoten, „Hij is altijd zo brutaal.”
Nadine blijft vrolijk, „Dat heb jij ook verdiend.”
Jens pakt ondertussen Florians hand en streelt erover, „Ik denk, dat we nu beter kunnen gaan, voordat jij mijn hele reputatie om zeep helpt of mijn gezag uitholt.”
Florian gaat nog wat steviger in zijn stoel zitten en kijkt Jens scheef aan, „Gezag?”
„Zien jullie, hij doet het alweer,” kijkt Jens naar de twee anderen, hopend op medeleven. Meer dan een hartelijke lach krijgt hij niet. Florian staat alvast op, „Nou ja, jullie horen het, de opperbevelhebber wil niet, dat ik langer met jullie praat, dus tot een andere keer.”
„Oh, Jens slaapt veel, dus we spreken elkaar nog wel eens,” lacht Christopher, terwijl Nadine instemmend knikt.
Jens is helemaal niet blij met deze manier van afscheid nemen, maar dat kan Florian hartelijk weinig schelen. Met grote stappen bereiken ze Jens’ kamer voor dit halfjaar.
„Het is allemaal niet van mij, ik heb alleen mijn kleren en laptop meegenomen uit Berlin,” sluit Jens de deur achter zich. Ook hier heerst chaos. Alleen al de poster van een vrouw in de branding geeft aan, dat Jens hier meer een gast dan een bewoner is. Gelukkig staat er een breed eenpersoonsbed in de kamer, net zo oud en lelijk als de andere meubelstukken.
„Voel jij je hier thuis?”, vraagt Florian zich hardop af.
„Het is niet mijn gedroomde kamer, maar voor een half jaar kan ik het hier prima uithouden. Ik moet een beetje op het geld letten, begrijp je?”
Florian knikt braaf.
„De ergste posters heb ik van de muur gehaald en opgeborgen. Deze,” Jens wijst naar de blondine in zee, „gaat nog. En kijk eens ... ik heb ook een kast met twee deuren, die open en dicht kunnen,” Jens glimlacht, „Denk je, dat dat iets te betekenen heeft?”
„Ja, dat jij mij niet serieus neemt,” vlucht Florian in zijn protesthouding, die ook bij Jens werkt. Met een schuldig gezicht gaat de student voor hem staan en mompelt iets van spijt.
„Je meent het niet eens,” houdt Florian dapper stand.
„Klopt.”
Florian stompt Jens speels in zijn buik. Jens houdt zijn arm vast en geeft hem een zoen op zijn wang.
„Jouw bed is breder,” bevestigt Jens Florians eerste indruk, voordat hij verder gaat met zijn ontdekkingsreis en Florian verder zoent. Nu kan Florian zich wel ontspannen, echt van de aandacht genieten en eigenlijk wil hij maar een ding. Meer! Prompt begint hij te blozen, tot Jens’ plezier, die hem richting bed dirigeert en er zelf op gaat liggen, voordat hij Florian met een glimlach omlaag trekt.
De laatste worstelt nog met een paar twijfels. Is het zover? Heeft hij dit nu wel of niet gewild? Jens wil hem en die gedachte trekt hem over de laatste streep, streelt zijn ijdelheid en ego in gelijke delen, windt hem op. Als Jens’ manier van zoenen al een belofte voor de rest is, dan wordt het zeker een leuke avond, misschien zelfs beter dan met ...
Overtuigd van zichzelf en voor Jens vanuit het niets zoent Florian hem direct op de mond, zonder enige aarzeling. Het wordt meer, ze gaan eindelijk verder waar ze Florians kamer waren gebleven. Hoewel Jens na een paar minuten toch onder Florian uitrolt – te zwaar – en rustig met zijn vingers over Florians buik streelt. Soms prikkelt het, soms is het teder, soms erg direct. Florian legt een hand op Jens’ rug om hem zo te vertellen wat hij ervan vindt. Als Jens te snel gaat, verhoogt Florian de druk en weet zo de jongen af te remmen. Hoewel ... hier op Jens’ kamer heeft hij razendsnel een harde gekregen en aan Jens’ ogen te zien, is hij niet alleen. De zwoele stem bevestigt zijn idee, „Wil je echt?”
Jens maakt intensief oogcontact, lijkt het antwoord in Florians ogen te willen lezen. Florian knikt, „Ja.”
„Zeker weten?”, glimlacht Jens.
Nee. Maar Florian wil verder vooruit komen, in elk geval een keer wat geprobeerd hebben. Zijn keel is al droog.
„Ja.”
Jens gaat naast het bed staan en trekt in een vloeiende beweging zijn shirt uit.
Oh.
Florian staart naar het bovenlichaam, wat er veel beter uitziet dan elke bewerkte foto van een verpakking ondergoed. Buikspieren. Borstspieren. Gespierde bovenarmen. Jens grijnst tevreden, als hij Florians ogen op schoteltjes opmerkt.
„Nu wil ik ook wat zien.”
Jens fluistert met een bronstige ondertoon en trekt Florians shirt uit zijn broek. Meer krijgt Jens niet te zien, want Florians telefoon verstoort het moment van kijken, bewonderen en genieten. Florian neemt geïrriteerd het gesprek aan.
„Wat wil je?”
„Waar ben je?”
Marc. Wie anders?
„Waarom?”
„Zorro is al vol en wij wachten op je. Als je niet snel komt, dan kom je niet meer binnen.”
De achtergrond vertelt Florian de rest. Veel stemmen en een basdreun geven een idee wat Marc bedoelt.
„Ik ... wij ... moment,” kijkt Florian naar Jens, „Marc. Als we nog uit willen, moeten we nu gaan.”
„Wil jij?”, zoekt Jens opnieuw een antwoord in de ogen van de anderen. Florian is afgeleid door het getrainde bovenlichaam voor zijn neus, „Eh ... ergens wel.”
Florian haalt een hand door zijn haar. Heeft hij zin om uit te gaan of vlucht hij nu?
„Goed, gaan we,” pakt Jens zijn shirt en trekt het een beetje teleurgesteld weer aan.
„Marc, Jens en ik zijn onderweg.”
„Goed, laat de rij de rij en meld je bij Thorben, tot zo.”
Marc beëindigt direct de verbinding. Langzaam staat Florian op. Ergens lag dat matras ook wel lekker.
„Ben je boos?”, vraagt hij Jens’ rug, die voor zijn kast staat en zich blijkbaar nog wil omkleden.
„Wat?”, de student draait zich om, „Nee, onzin.”
Een leugen in Florians oren. Hij wil dit niet zo in de lucht laten hangen en slaat zijn armen om Jens voor een aangenaam lange zoen.
„Maak je niet zoveel zorgen, Flori,” fluistert Jens met zo’n rauwe stem, dat hij Florian regelrecht op de goede plek treft, „Zullen we gaan?”
Met een leren jas in zijn hand staat Jens al bij de deur.
„Ach ... en Flori, maken we het later af?”
Het verlangen is steeds beter zichtbaar op Jens’ gezicht. Florian slikt met de brok in zijn keel zijn schuldgevoel door en glimlacht, „Graag.”
Twee minuten later staan ze op straat, op weg naar Zorro.
__________
Mededeling
Dit verhaal gaat verder op markojablan.eu en is daar alleen te lezen na registratie.
„Ja,” bevestigt Florian gedachteloos Jens’ indruk.
„Maar vanavond ... je weet wat je wil, wat je doet ... je moet wel meer ervaring hebben dan twee maanden geleden ...,” valt Jens stil en let op de weg. Jens babbelt zowel vriendelijk als nieuwsgierig, maar er is nog iets. Florian kan er niet de vinger op leggen.
„Eh ... ja,” probeert Florian tijd te winnen, „... dat klopt.”
„Mag ik vragen met wie?”
Acuut begint Florian te blozen. Hij heeft het gevoel te exploderen. Achter de vriendelijke babbeltoon zit nog iets.
„Eh ...,” weet Florian niets te zeggen. Zijn buikgevoel en geweten schreeuwen het uit. Het maakt helemaal niets uit wat je vertelt. Alles behalve de waarheid is goed. Florian is ervan overtuigend, dat Jens niet zo enthousiast zal reageren, als de student weet, dat het de knappe stiefbroer is geweest, met wie hij voor het eerst seks heeft gehad.
„Eh ... die jongen is net zo oud als ik en hij kan heel lief en aardig zijn,” blijft Florian eerlijk.
„Hoe heb je hem ontmoet?”
„Oh ... op een feest bij Tom ... ik was een beetje aangeschoten en hij stond achter de bar,” vermengt Florian feiten en fantasie, „We hebben gepraat, gedanst, geknuffeld en ... nou ja ...”
Florian weet niet hoe hij verder zal gaan.
„Wanneer was dat?”
„Een paar weken geleden.”
„Heb je hem daarna nog een keer gezien?”
„Af en toe komen we elkaar tegen ...,” probeert Florian dicht bij de waarheid te blijven. Jens blijft even stil, „En?”
„En?”
„Hebben jullie vaker seks?”
Jens klinkt opeens koel.
„Eh ... twee keer in totaal. Maar het wordt verder niets. Ik denk tenminste niet, dat we een volgende keer iets doen.”
„Oh ... heb je er spijt van?”
„Een beetje, maar uiteindelijk is het goed zo. Hij was heel lief en voorzichtig ... en het was gewoon lekker.”
Florian geeft zichzelf een compliment. Blijkbaar kan hij toch een beetje liegen. Of leert hij het nu? Waarom voelt hij zich goed, terwijl hij Jens iets wijsmaakt? Hij is in elk geval opgelucht, zelfs zijn geweten houdt zich op de achtergrond.
Ook Jens lijkt tevreden. Goedgehumeurd begint hij over zijn dag bij Hubert Burda Media en zijn studentenhuis te vertellen, waardoor Florian zich verder ontspant. De rit door de stad duurt vanavond lang. Jens woont dit half jaar op een kamer van iemand, die een half jaar naar het buitenland is. Ze delen met zijn drieën een huis. Nadine is in haar tweede jaar Biochemie, Christopher een semester verder met Theologie. Jens kan goed overweg met beiden, ze mogen elkaar.
„Of het klikt of het klikt niet. Dat merk je meestal binnen een paar dagen. Met Nadine en Christopher zat ik direct op dezelfde golflengte en dan is het goed. Er is niets ergers als een studentenhuis, waar iedereen een hekel heeft aan iedereen. Heb ik ook al meegemaakt en dat eindigt altijd in ellende.”
In Berlin heeft Jens er een paar maanden over gedaan, voordat hij een studentenhuis vond, waar hij het naar zijn zin had. Jens rijdt een lange straat met eenrichtingsverkeer en zoekt een parkeerplaats, die hij redelijk snel vindt.
„Daar verderop is het,” wijst Jens op een inwisselbare flat uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, „Helemaal bovenin, vierde verdieping.”
Tot aan het trappenhuis gaan ze hand in hand over straat. Dat vindt Florian een pluspunt aan Jens, de jongen gedraagt zich natuurlijk. Het weinig uitnodigende trappenhuis volgt Florian de bewoner. Op de tweede verdieping persen ze zich langs een grote kinderwagen en op de derde verdieping begroet de geur van een krolse kater hen.
„Mooi hier,” merkt Florian met opgetrokken neus op.
„Ja, het is bijna een paleis,” lacht Jens, terwijl hij zijn sleutels zoekt. Iets later zwaait een gele, oorspronkelijk witte deur open.
„Kom binnen,” buigt Jens zich iets voorover. Florian wandelt onzeker langs Jens naar binnen, waar de werkelijkheid en zijn fantasie elkaar hartelijk begroeten. Elk cliché over studentenhuizen lijkt waar te zijn. Versleten vloerbedekking met vlekken. Naast een poster van een gitarist in een zeldzame, bijna onmogelijke pose hangt het dagprogramma van de laatste katholieke kerkdag. Een groot prikbord aan de muur hangt vol met folders van restaurants, die ook maaltijden thuis bezorgen. Een hoek is vrijgehouden voor een weekrooster.
„Jij moet deze week de woonkamer en keuken doen?”
„Ja.”, lacht Jens en gooit zijn jas achteloos op de vloer. Florians jas mag een plek delen met een vioolkist aan de overvolle kapstok. Met een hand om Florians middel start Jens zijn rondleiding, „Zo, dan zal ik je eerst hier de weg wijzen. Als eerste de badkamer.”
Doelgericht loopt Jens naar een van de deuren en rukt hem open. De deurklink hangt scheef.
„Smal, klein en groen?”, grinnikt Florian. Jens knikt, „Zolang er een toilet, douche en wastafel zijn, ben ik al tevreden.”
„Je bent bescheiden,” lokt Florian hem uit, legt tegelijkertijd zijn hand om Jens’ middel.
„Heb je het door?”
De volgende kamer doet dienst als woonkamer. De banken en stoelen zijn allemaal verschillend, lijken eerder bij het oud vuil te zijn opgepikt dan in een winkel gekocht. Een lage kast doet dienst als bar en op drie planken langs de muur liggen de persoonlijke dingen van de drie bewoners. Ergens heerst toch een orde in de chaos.
„Aardige feestruimte.”
„Zeker,” grijnst Jens en neemt hem verder mee, „Op naar de keuken.”
De keukendeur gaat piepend open.
„Oh ... hallo, hebben jullie je hier verstopt?”, begroet Jens een man en een jonge vrouw.
„Ja, we hadden nog zin in vette hap. Waar kom jij vandaan? We hadden je niet meer op je gerekend vanavond, was je niet naar je vriend?”, kijkt de vrouw van in de twintig op van iets met brood en gesmolten kaas.
„Ik heb hem gelijk meegenomen.”
Terwijl Jens nu Florian voorstelt met een arm om diens schouders, laat Florian de mededeling op zich inwerken. Heeft Jens hem eerder de status van ‘vriend’ gegeven? De romanticus in Florian geniet en is trots. Het idee de helft van Jens en Florian bezorgt hem in zekere zin een bevrijdend gevoel. Jens geeft om hem. Geeft hij net zoveel om Jens? De tijd zal het leren, hoopt Florian. Met een grote glimlach kijkt Florian de andere twee aan. De vrouw heet Nadine en als ze opstaat, is ze op blote voeten toch een halve kop groter dan Florian. In tegenstelling tot Sandra draagt zij haar donkere haren, de kleur komt bij de drogisterij vandaan, erg kort. Haar gezicht is een en al interesse voor de buitenwereld. De man zal van Manuels en Marcs leeftijd zijn, maar is iets kleiner dan de dierenartsen. Wat Nadine aan haren mist, heeft Christopher teveel. Of de brildrager bespaart op de kapper, net zoals Florian zelf. Bij het handenschudden wordt Florian ineens verlegen.
„Willen jullie ook wat eten,” staat Christopher al bij een keukenkast, klaar om extra borden en bestek te pakken.
„Nee, dank je ... of heb jij honger?”, kijkt Jens zijn vriend aan. Florian schudt zijn hoofd, „Nee.”
Martha’s avondeten was vanavond weer overheerlijk en eigenlijk durft hij in deze keuken niets te eten. Het risico op voedselvergiftiging lijkt hem hoog. Nadine wijst op een van de plastic stoelen rond de minimalistische eettafel, vanzelfsprekend elk in een andere kleur. Florian volgt de uitnodiging en gaat voorzichtig zitten. Je weet maar nooit.
„Jij bent Jens’ vriend?”
„Eh ... ja,” overvalt Florian een aanval van verlegenheid.
„Jens heeft al veel over je verteld,” glimlacht ze. Jens beweegt zijn ogen. Florian kijkt naar zijn vroegere buurjongen, „Echt?”
„Misschien heb ik je naam een keer laten vallen,” plaagt Jens, waarop Christopher lacht en Nadine bij de feiten blijft, „Wel meer dan alleen een naam, Jens. Jij zit nog op school?”
Florian slikt, „Ja, nog bijna twee jaar.”
Het levert een glimlach op. Ineens vindt hij zichzelf, behalve een beetje dom, verschrikkelijk jong. Jens’ vrienden en kennissen zullen vooral studenten zijn. Waarschijnlijk is hij de enige, die nog rondhangt op de middelbare school. Ze schelen vier jaar in leeftijd, op zich valt dat nog mee. Maar hebben ze verder genoeg dingen, die ze delen, om een relatie op te bouwen? Direct werpt Florian al zijn twijfels van zich. Het is makkelijker om alles op zich af te laten komen en gewoon te genieten van de tijd met Jens.
Christopher kijkt Jens aan, „We hebben de uitnodiging voor je feest geprint.”
„Mooi, bedankt,” pakt Jens een stuk papier aan, wat Christopher hem geeft. Jens geeft het door aan Florian.
„Over een week geven we een klein ... nou ja, misschien een iets groter feest vanwege mijn geweldige aanwinst voor dit studentenhuis.”
Jens lacht, de andere twee grijnzen.
„Leuk,” mompelt Florian, terwijl hij de uitnodiging bekijkt.
„Jij komt natuurlijk ook?”, kijkt Jens hem brutaal aan. Dit is een bevel, geen vraag, geen verzoek. Florian reageert met een zielig gezicht en een zucht, „Goed, als jij bang bent, dat er niemand komt, dan kom ik.”
Nadine en Christopher lachen, Jens raakt met de uitnodiging Florians hoofd en beklaagt zich bij zijn huisgenoten, „Hij is altijd zo brutaal.”
Nadine blijft vrolijk, „Dat heb jij ook verdiend.”
Jens pakt ondertussen Florians hand en streelt erover, „Ik denk, dat we nu beter kunnen gaan, voordat jij mijn hele reputatie om zeep helpt of mijn gezag uitholt.”
Florian gaat nog wat steviger in zijn stoel zitten en kijkt Jens scheef aan, „Gezag?”
„Zien jullie, hij doet het alweer,” kijkt Jens naar de twee anderen, hopend op medeleven. Meer dan een hartelijke lach krijgt hij niet. Florian staat alvast op, „Nou ja, jullie horen het, de opperbevelhebber wil niet, dat ik langer met jullie praat, dus tot een andere keer.”
„Oh, Jens slaapt veel, dus we spreken elkaar nog wel eens,” lacht Christopher, terwijl Nadine instemmend knikt.
Jens is helemaal niet blij met deze manier van afscheid nemen, maar dat kan Florian hartelijk weinig schelen. Met grote stappen bereiken ze Jens’ kamer voor dit halfjaar.
„Het is allemaal niet van mij, ik heb alleen mijn kleren en laptop meegenomen uit Berlin,” sluit Jens de deur achter zich. Ook hier heerst chaos. Alleen al de poster van een vrouw in de branding geeft aan, dat Jens hier meer een gast dan een bewoner is. Gelukkig staat er een breed eenpersoonsbed in de kamer, net zo oud en lelijk als de andere meubelstukken.
„Voel jij je hier thuis?”, vraagt Florian zich hardop af.
„Het is niet mijn gedroomde kamer, maar voor een half jaar kan ik het hier prima uithouden. Ik moet een beetje op het geld letten, begrijp je?”
Florian knikt braaf.
„De ergste posters heb ik van de muur gehaald en opgeborgen. Deze,” Jens wijst naar de blondine in zee, „gaat nog. En kijk eens ... ik heb ook een kast met twee deuren, die open en dicht kunnen,” Jens glimlacht, „Denk je, dat dat iets te betekenen heeft?”
„Ja, dat jij mij niet serieus neemt,” vlucht Florian in zijn protesthouding, die ook bij Jens werkt. Met een schuldig gezicht gaat de student voor hem staan en mompelt iets van spijt.
„Je meent het niet eens,” houdt Florian dapper stand.
„Klopt.”
Florian stompt Jens speels in zijn buik. Jens houdt zijn arm vast en geeft hem een zoen op zijn wang.
„Jouw bed is breder,” bevestigt Jens Florians eerste indruk, voordat hij verder gaat met zijn ontdekkingsreis en Florian verder zoent. Nu kan Florian zich wel ontspannen, echt van de aandacht genieten en eigenlijk wil hij maar een ding. Meer! Prompt begint hij te blozen, tot Jens’ plezier, die hem richting bed dirigeert en er zelf op gaat liggen, voordat hij Florian met een glimlach omlaag trekt.
De laatste worstelt nog met een paar twijfels. Is het zover? Heeft hij dit nu wel of niet gewild? Jens wil hem en die gedachte trekt hem over de laatste streep, streelt zijn ijdelheid en ego in gelijke delen, windt hem op. Als Jens’ manier van zoenen al een belofte voor de rest is, dan wordt het zeker een leuke avond, misschien zelfs beter dan met ...
Overtuigd van zichzelf en voor Jens vanuit het niets zoent Florian hem direct op de mond, zonder enige aarzeling. Het wordt meer, ze gaan eindelijk verder waar ze Florians kamer waren gebleven. Hoewel Jens na een paar minuten toch onder Florian uitrolt – te zwaar – en rustig met zijn vingers over Florians buik streelt. Soms prikkelt het, soms is het teder, soms erg direct. Florian legt een hand op Jens’ rug om hem zo te vertellen wat hij ervan vindt. Als Jens te snel gaat, verhoogt Florian de druk en weet zo de jongen af te remmen. Hoewel ... hier op Jens’ kamer heeft hij razendsnel een harde gekregen en aan Jens’ ogen te zien, is hij niet alleen. De zwoele stem bevestigt zijn idee, „Wil je echt?”
Jens maakt intensief oogcontact, lijkt het antwoord in Florians ogen te willen lezen. Florian knikt, „Ja.”
„Zeker weten?”, glimlacht Jens.
Nee. Maar Florian wil verder vooruit komen, in elk geval een keer wat geprobeerd hebben. Zijn keel is al droog.
„Ja.”
Jens gaat naast het bed staan en trekt in een vloeiende beweging zijn shirt uit.
Oh.
Florian staart naar het bovenlichaam, wat er veel beter uitziet dan elke bewerkte foto van een verpakking ondergoed. Buikspieren. Borstspieren. Gespierde bovenarmen. Jens grijnst tevreden, als hij Florians ogen op schoteltjes opmerkt.
„Nu wil ik ook wat zien.”
Jens fluistert met een bronstige ondertoon en trekt Florians shirt uit zijn broek. Meer krijgt Jens niet te zien, want Florians telefoon verstoort het moment van kijken, bewonderen en genieten. Florian neemt geïrriteerd het gesprek aan.
„Wat wil je?”
„Waar ben je?”
Marc. Wie anders?
„Waarom?”
„Zorro is al vol en wij wachten op je. Als je niet snel komt, dan kom je niet meer binnen.”
De achtergrond vertelt Florian de rest. Veel stemmen en een basdreun geven een idee wat Marc bedoelt.
„Ik ... wij ... moment,” kijkt Florian naar Jens, „Marc. Als we nog uit willen, moeten we nu gaan.”
„Wil jij?”, zoekt Jens opnieuw een antwoord in de ogen van de anderen. Florian is afgeleid door het getrainde bovenlichaam voor zijn neus, „Eh ... ergens wel.”
Florian haalt een hand door zijn haar. Heeft hij zin om uit te gaan of vlucht hij nu?
„Goed, gaan we,” pakt Jens zijn shirt en trekt het een beetje teleurgesteld weer aan.
„Marc, Jens en ik zijn onderweg.”
„Goed, laat de rij de rij en meld je bij Thorben, tot zo.”
Marc beëindigt direct de verbinding. Langzaam staat Florian op. Ergens lag dat matras ook wel lekker.
„Ben je boos?”, vraagt hij Jens’ rug, die voor zijn kast staat en zich blijkbaar nog wil omkleden.
„Wat?”, de student draait zich om, „Nee, onzin.”
Een leugen in Florians oren. Hij wil dit niet zo in de lucht laten hangen en slaat zijn armen om Jens voor een aangenaam lange zoen.
„Maak je niet zoveel zorgen, Flori,” fluistert Jens met zo’n rauwe stem, dat hij Florian regelrecht op de goede plek treft, „Zullen we gaan?”
Met een leren jas in zijn hand staat Jens al bij de deur.
„Ach ... en Flori, maken we het later af?”
Het verlangen is steeds beter zichtbaar op Jens’ gezicht. Florian slikt met de brok in zijn keel zijn schuldgevoel door en glimlacht, „Graag.”
Twee minuten later staan ze op straat, op weg naar Zorro.
__________
Mededeling
Dit verhaal gaat verder op markojablan.eu en is daar alleen te lezen na registratie.