Re: De wereld van Orde en Chaos
Geplaatst: 22 apr 2012 11:54
@ Classy: Niehic komt er binnenkort weer aan, maar dan niet vanuit zijn oogpunt. Hm, nu ik het bedenk, dat duurt nog wel een tijdje. Ongeveer op het punt als...
Bedankt voor je leuke reacties 
@ Jenna: Lilana is idd een beetje zielig, cultuurshock enzo xD
@ Jodie: Ik kan nog twee stukjes posten voordat ik weer bij Riquelle ben. Loop ik nu nog heel erg voor? Anders laat ik Leran nog wel even tussendoor gaan, van mijn volgorde klopt toch dadelijk niks meer xD
@ Maaike: O god, de inspiratiebronnen zijn weer terug
en weer moet ik je teleurstellen haha xD Ik wil the Hunger Games graag lezen aangezien iedereen er zo enthousiast over is, maar het boek is telkens uitgeleend --' Haha, mijn verhalen zijn altijd een tikkeltje gruwelijk xD
En twee verhaallijnen gaan bij elkaar komen! Woehoe^^
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Lilana drukte de mand dichter tegen zich aan alsof het een schild was tegen het geroddel om haar heen. Met haar ogen op de grond gericht stapte ze verder naar het grote plein dat het middelpunt was van het dorp. Daar waren de trainingen van de wachters.
Toen Lilana de hoek omsloeg kwam een gedachte in haar op die haar abrupt deed verstijven. Als Arkyn aan het trainen was met de wachters, dan deed Perr natuurlijk ook mee en dan kon hij haar niet begeleiden naar de rivier. Haar handen klemden zich om de rieten rand. Wat moest ze nu doen? Ze durfde het niet om aan iemand te vragen of ze haar konden helpen, ze keken allemaal zo afkeurend. Dan maar gewoon terug naar het huis, ze zou wel wachten totdat Arkyn klaar was en ze hem mee kon slepen.
Met grote passen liep ze terug in de richting waar ze vandaan was gekomen. Normaal gesproken was ze niet bang voor mensen, maar deze Laaglanders leken haar al veroordeeld te hebben voordat ze iets had kunnen zeggen. En ze wist niet hoe ze zich bij hen moest gedragen, op de Bovenwereld was dat allemaal duidelijk geweest, maar hier in de Laaglanden leek er een heel nieuwe cultuur aan vast te zitten.
Lilana ontweek de blikken van de mensen die haar tegemoet kwamen gelopen en stapte verder. Tot ze een vrouw de hoek om zag komen die er helemaal niet intimiderend uitzag. Eerder muizig. Ze was klein, had een smal gezicht en keek met grote ogen om zich heen alsof ze elk moment gevaar verwachtte. Lilana voelde gelijk een vriendelijke glimlach op haar gezicht komen. Daar kon ze mee werken.
Ze liep snel naar de vrouw toe die haar blauwe ogen nog wijder opensperde en om zich heen keek alsof ze niet wist of Lilana nu naar haar of iemand anders toekwam.
“Het spijt me, maar weet u misschien waar ik mijn was kan wassen?” vroeg Lilana zo vriendelijk mogelijk.
De vrouw beet haar dunne lippen op elkaar en keek naar de grond terwijl ze antwoordde. “Bij de rivier.” Haar stem was zachtjes en ijl, het duurde even voordat Lilana haar woorden verstond.
“Weet u ook hoe ik daar moet komen?”
Met een ruk keek de vrouw op, haar wenkbrauwen verbaasd gefronst. “Door de kleine poort.” Op het einde ging haar stem omhoog alsof ze er niet zeker van was. Toen sperden haar ogen zich nog wijder open. “O, jij bent de Bovenwerelder.”
Lilana glimlachte naar haar en maakte een reverence. “Ja, mijn naam is Lilana.”
De vrouw keek naar haar alsof ze dat gebaar nog nooit had gezien. “I-ik heet Iona,” wist ze wat ontdaan uit te brengen.
“Zou je zo vriendelijk willen zijn om mee te gaan naar de rivier? Natuurlijk niet als je ergens mee bezig bent, dan zoek ik wel iemand anders.” Ga mee, ga alsjeblieft mee. Lilana hoopte dat haar wanhopige gedachten niet van haar gezicht af te lezen waren en lachte verkrampt.
Iona begon aan haar bruine overkleed te friemelen. “Eh… ja, ik kan wel meelopen, denk ik.”
De glimlach op Lilana’s gezicht werd echt. “Dat is echt fijn. Waar moeten we naartoe?”
De wasplaats bleek een enorme open plek te zijn waar de rivier doorheen stroomde. Het woud werd op een afstand gehouden door alles binnen een straal van twintig meter plat te branden zodat de wezens niet plotseling aan konden vallen. Er stonden altijd twee wachters de boel te bewaken, een hoorn binnen handbereik voor als ze hulp nodig hadden.
Aan de rand van de rivier stroomde het water minder snel, wat het ideaal maakte om de kleren schoon te maken. Lilana kwam erachter dat Iona daar veel handiger in was dan zij. De vrouw werd hoe langer ze in haar gezelschap verkeerde hoe spraakzamer en vertelde haar meer over het dorp en dat iedere Bovenwerelder met argusogen werd nagekeken. Je wist maar nooit waarvoor ze naar beneden waren gegooid.
Toen Lilana de reden vertelde waarom zij was verbannen, kon ze Iona zichtbaar zien ontspannen. Ze begon meer te glimlachen en de achterdocht verdween uit haar blik.
Ze waren verrassend snel klaar met de was en liepen al pratend terug naar het dorp. Zodra ze door de poort liepen, viel de drukte Lilana gelijk op. Er leek een spanning in de lucht te hangen, geen snijdende, maar eerder een vrolijke. Ze zag meer glimlachen opflitsen en de kinderen renden nog drukker dan anders door de straten heen.
“Weet jij wat er aan de hand is?” vroeg ze aan Iona, maar die keek net zo verbaasd om zich heen.
“Ik weet het niet.”
Ze liepen samen naar het huis van Arkyn. Lilana bleef om zich heen kijken of ze de oorzaak van al deze plotselinge vreugde zag, of dan tenminste iemand die ze kende die het haar zou kunnen vertellen. Ze was daar zo mee bezig dat ze niet doorhad dat een kind een kussensloop uit haar mand had gepakt tot de jongen het om zijn schouders sloeg en het als een mantel achter zich liet wapperen.
“Hé, geef terug!” Ze wilde het joch achterna rennen, maar Iona hield haar tegen.
“Niet doen, dat win je toch niet. Dat zijn de regels hier, goed opletten op je spullen, anders ben je ze kwijt. Wees maar niet bang, Arkyn vindt het vast niet erg dat je iets kwijt bent geraakt, hij vindt nooit iets.”
Daar moest Lilana om lachen. “Inderdaad. Is hij altijd zo geweest?”
Iona deed haar mond open om te antwoorden, maar een andere stem onderbrak haar voordat ze iets kon zeggen.
“Kleintje!” Met grote passen kwam Perr op hun afgelopen. Hij had zijn helm onder zijn arm zitten zodat ze kon zien hoe hij er eigenlijk uitzag. Bruin, krullend haar kwam tot net over zijn oren en omhulde een vriendelijk gezicht dat er viezig uitzag. Met een grote grijns op zijn gezicht die zijn ietwat gelige tanden ontblootte bleef hij voor hen stilstaan.
“Warempel, het is je gelukt om iemand te vinden die nog kleiner is dan jij. Hoe gaat het met je, Iona? Heb je onze crimineel wat wegwijs gemaakt in ons mooie dorp?”
Iona’s wangen kleurden rozig terwijl ze schuchter naar de lange man tegenover haar keek. “Ja, ik heb haar laten zien waar we de kleren wassen.” De open houding die ze buiten het dorp had aangenomen, was helemaal verdwenen en ze leek nog kleiner te zijn dan ze al was.
“Ze heeft me heel goed geholpen,” zei Lilana met een dankbare glimlach naar de vrouw. “Vertel eens, Perr, waarom is er opeens deze drukte?”
De grijns verscheen weer op zijn gezicht. “Mijn beste dames, er is een troubadour in de stad en niet zomaar een troubadour, hij is de troubadour onder de troubadours. De geweldige Niehic!”
Iona’s blauwe ogen begonnen te stralen wat aangaf dat hij behoorlijk hoog moest zijn, maar Lilana had geen idee wie hij was. Natuurlijk niet, ze was hier pas net een paar dagen.
“Hij is dus goed?”
“Goed? Hij is de beste! Niet alleen omdat hij zo goed kan spelen, maar ook om de mysteries die de man omgeven. Je zou honderden verhalen over zijn leven kunnen vertellen. Kom vanavond ook naar de herberg toe, dan zal je het zelf zien. Neem Arkyn mee, Iona, je mag ook komen als je wilt, hoe meer zielen, hoe meer vreugde.”
Iona mompelde dat ze nog iets te doen had terwijl ze naar haar voeten keek, maar Lilana had wel zin om te gaan. In de Bovenwereld had ze van muziek gehouden, het maakte het leven een stuk feestelijker. Ze was eigenlijk wel benieuwd hoe het er hier aan toe ging.
“Ik kom in ieder geval. Ik zal kijken of ik Arkyn mee kan sleuren.”
Perr lachte goedkeurend. “Ik zal wel even langskomen voor als hij zich plotseling niet goed voelt, dat je dan nog mee kan. Gezellig!”
Glimlachend nam ze afscheid van hem. Die troubadour zou wel eens op een perfect moment gekomen kunnen zijn. Misschien dat ze zo wel meer in de normale gang van zaken in de Laaglanden verwikkeld zou kunnen raken. Het was in ieder geval het proberen waard.


@ Jenna: Lilana is idd een beetje zielig, cultuurshock enzo xD
@ Jodie: Ik kan nog twee stukjes posten voordat ik weer bij Riquelle ben. Loop ik nu nog heel erg voor? Anders laat ik Leran nog wel even tussendoor gaan, van mijn volgorde klopt toch dadelijk niks meer xD
@ Maaike: O god, de inspiratiebronnen zijn weer terug

En twee verhaallijnen gaan bij elkaar komen! Woehoe^^
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Lilana drukte de mand dichter tegen zich aan alsof het een schild was tegen het geroddel om haar heen. Met haar ogen op de grond gericht stapte ze verder naar het grote plein dat het middelpunt was van het dorp. Daar waren de trainingen van de wachters.
Toen Lilana de hoek omsloeg kwam een gedachte in haar op die haar abrupt deed verstijven. Als Arkyn aan het trainen was met de wachters, dan deed Perr natuurlijk ook mee en dan kon hij haar niet begeleiden naar de rivier. Haar handen klemden zich om de rieten rand. Wat moest ze nu doen? Ze durfde het niet om aan iemand te vragen of ze haar konden helpen, ze keken allemaal zo afkeurend. Dan maar gewoon terug naar het huis, ze zou wel wachten totdat Arkyn klaar was en ze hem mee kon slepen.
Met grote passen liep ze terug in de richting waar ze vandaan was gekomen. Normaal gesproken was ze niet bang voor mensen, maar deze Laaglanders leken haar al veroordeeld te hebben voordat ze iets had kunnen zeggen. En ze wist niet hoe ze zich bij hen moest gedragen, op de Bovenwereld was dat allemaal duidelijk geweest, maar hier in de Laaglanden leek er een heel nieuwe cultuur aan vast te zitten.
Lilana ontweek de blikken van de mensen die haar tegemoet kwamen gelopen en stapte verder. Tot ze een vrouw de hoek om zag komen die er helemaal niet intimiderend uitzag. Eerder muizig. Ze was klein, had een smal gezicht en keek met grote ogen om zich heen alsof ze elk moment gevaar verwachtte. Lilana voelde gelijk een vriendelijke glimlach op haar gezicht komen. Daar kon ze mee werken.
Ze liep snel naar de vrouw toe die haar blauwe ogen nog wijder opensperde en om zich heen keek alsof ze niet wist of Lilana nu naar haar of iemand anders toekwam.
“Het spijt me, maar weet u misschien waar ik mijn was kan wassen?” vroeg Lilana zo vriendelijk mogelijk.
De vrouw beet haar dunne lippen op elkaar en keek naar de grond terwijl ze antwoordde. “Bij de rivier.” Haar stem was zachtjes en ijl, het duurde even voordat Lilana haar woorden verstond.
“Weet u ook hoe ik daar moet komen?”
Met een ruk keek de vrouw op, haar wenkbrauwen verbaasd gefronst. “Door de kleine poort.” Op het einde ging haar stem omhoog alsof ze er niet zeker van was. Toen sperden haar ogen zich nog wijder open. “O, jij bent de Bovenwerelder.”
Lilana glimlachte naar haar en maakte een reverence. “Ja, mijn naam is Lilana.”
De vrouw keek naar haar alsof ze dat gebaar nog nooit had gezien. “I-ik heet Iona,” wist ze wat ontdaan uit te brengen.
“Zou je zo vriendelijk willen zijn om mee te gaan naar de rivier? Natuurlijk niet als je ergens mee bezig bent, dan zoek ik wel iemand anders.” Ga mee, ga alsjeblieft mee. Lilana hoopte dat haar wanhopige gedachten niet van haar gezicht af te lezen waren en lachte verkrampt.
Iona begon aan haar bruine overkleed te friemelen. “Eh… ja, ik kan wel meelopen, denk ik.”
De glimlach op Lilana’s gezicht werd echt. “Dat is echt fijn. Waar moeten we naartoe?”
De wasplaats bleek een enorme open plek te zijn waar de rivier doorheen stroomde. Het woud werd op een afstand gehouden door alles binnen een straal van twintig meter plat te branden zodat de wezens niet plotseling aan konden vallen. Er stonden altijd twee wachters de boel te bewaken, een hoorn binnen handbereik voor als ze hulp nodig hadden.
Aan de rand van de rivier stroomde het water minder snel, wat het ideaal maakte om de kleren schoon te maken. Lilana kwam erachter dat Iona daar veel handiger in was dan zij. De vrouw werd hoe langer ze in haar gezelschap verkeerde hoe spraakzamer en vertelde haar meer over het dorp en dat iedere Bovenwerelder met argusogen werd nagekeken. Je wist maar nooit waarvoor ze naar beneden waren gegooid.
Toen Lilana de reden vertelde waarom zij was verbannen, kon ze Iona zichtbaar zien ontspannen. Ze begon meer te glimlachen en de achterdocht verdween uit haar blik.
Ze waren verrassend snel klaar met de was en liepen al pratend terug naar het dorp. Zodra ze door de poort liepen, viel de drukte Lilana gelijk op. Er leek een spanning in de lucht te hangen, geen snijdende, maar eerder een vrolijke. Ze zag meer glimlachen opflitsen en de kinderen renden nog drukker dan anders door de straten heen.
“Weet jij wat er aan de hand is?” vroeg ze aan Iona, maar die keek net zo verbaasd om zich heen.
“Ik weet het niet.”
Ze liepen samen naar het huis van Arkyn. Lilana bleef om zich heen kijken of ze de oorzaak van al deze plotselinge vreugde zag, of dan tenminste iemand die ze kende die het haar zou kunnen vertellen. Ze was daar zo mee bezig dat ze niet doorhad dat een kind een kussensloop uit haar mand had gepakt tot de jongen het om zijn schouders sloeg en het als een mantel achter zich liet wapperen.
“Hé, geef terug!” Ze wilde het joch achterna rennen, maar Iona hield haar tegen.
“Niet doen, dat win je toch niet. Dat zijn de regels hier, goed opletten op je spullen, anders ben je ze kwijt. Wees maar niet bang, Arkyn vindt het vast niet erg dat je iets kwijt bent geraakt, hij vindt nooit iets.”
Daar moest Lilana om lachen. “Inderdaad. Is hij altijd zo geweest?”
Iona deed haar mond open om te antwoorden, maar een andere stem onderbrak haar voordat ze iets kon zeggen.
“Kleintje!” Met grote passen kwam Perr op hun afgelopen. Hij had zijn helm onder zijn arm zitten zodat ze kon zien hoe hij er eigenlijk uitzag. Bruin, krullend haar kwam tot net over zijn oren en omhulde een vriendelijk gezicht dat er viezig uitzag. Met een grote grijns op zijn gezicht die zijn ietwat gelige tanden ontblootte bleef hij voor hen stilstaan.
“Warempel, het is je gelukt om iemand te vinden die nog kleiner is dan jij. Hoe gaat het met je, Iona? Heb je onze crimineel wat wegwijs gemaakt in ons mooie dorp?”
Iona’s wangen kleurden rozig terwijl ze schuchter naar de lange man tegenover haar keek. “Ja, ik heb haar laten zien waar we de kleren wassen.” De open houding die ze buiten het dorp had aangenomen, was helemaal verdwenen en ze leek nog kleiner te zijn dan ze al was.
“Ze heeft me heel goed geholpen,” zei Lilana met een dankbare glimlach naar de vrouw. “Vertel eens, Perr, waarom is er opeens deze drukte?”
De grijns verscheen weer op zijn gezicht. “Mijn beste dames, er is een troubadour in de stad en niet zomaar een troubadour, hij is de troubadour onder de troubadours. De geweldige Niehic!”
Iona’s blauwe ogen begonnen te stralen wat aangaf dat hij behoorlijk hoog moest zijn, maar Lilana had geen idee wie hij was. Natuurlijk niet, ze was hier pas net een paar dagen.
“Hij is dus goed?”
“Goed? Hij is de beste! Niet alleen omdat hij zo goed kan spelen, maar ook om de mysteries die de man omgeven. Je zou honderden verhalen over zijn leven kunnen vertellen. Kom vanavond ook naar de herberg toe, dan zal je het zelf zien. Neem Arkyn mee, Iona, je mag ook komen als je wilt, hoe meer zielen, hoe meer vreugde.”
Iona mompelde dat ze nog iets te doen had terwijl ze naar haar voeten keek, maar Lilana had wel zin om te gaan. In de Bovenwereld had ze van muziek gehouden, het maakte het leven een stuk feestelijker. Ze was eigenlijk wel benieuwd hoe het er hier aan toe ging.
“Ik kom in ieder geval. Ik zal kijken of ik Arkyn mee kan sleuren.”
Perr lachte goedkeurend. “Ik zal wel even langskomen voor als hij zich plotseling niet goed voelt, dat je dan nog mee kan. Gezellig!”
Glimlachend nam ze afscheid van hem. Die troubadour zou wel eens op een perfect moment gekomen kunnen zijn. Misschien dat ze zo wel meer in de normale gang van zaken in de Laaglanden verwikkeld zou kunnen raken. Het was in ieder geval het proberen waard.