Pagina 1 van 1
De Mentor
Geplaatst: 03 mar 2012 00:16
door Rianne.
Dit is een ruwe versie van een verhaal wat ik geschreven heb. Ik lees hem nu volledig na, en zet hem ondertussen online, voor de frisse blik van andere mensen, om het zo maar te zeggen

. Ik zit eerlijk gezegd een beetje in de knoop met de losse touwtjes van mijn plot en met de karakters van mijn personages, dus als jullie in de loop van het verhaal daar tips over zouden hebben zou het fijn zijn. Jullie zullen merken dat ik een vijftal personages neer zet waarvan het de bedoeling is dat het 'round characters' zijn. Ik betwijfel of dat gelukt is, maar die feedback wacht ik af!
Proloog
september ’10
Op de ochtend van maandag drie september is het drukker op de veerpont dan het in weken geweest is. Vrolijk kletsende leerlingen geven hun kaartje af en duwen hun fiets lachend over de loopplank. Vogels kwetteren op de achtergrond en een drijfnatte hond droogt langzaam op in de zon. Het is duidelijk dat de zomer nog lang niet aan zijn einde is gekomen. Het geschreeuw van de baas galmt over de boot, een paar brugklassers – voor het eerst op de pont- weten nog niet waar ze hun fiets neer moeten zetten. Vandaag ergert niemand zich daaraan, het is immers zo’n prachtige dag. Een paar blonde meisjes knipperen verwoed met hun wimpers naar een jongen die een paar meter verderop staat. Hun gegiechel verdwijnt tussen de vele andere geluiden.
Het is bijna onvoorstelbaar hoe snel mensen uitgepraat zijn over dramatische gebeurtenissen. Als iemand één van deze schijnbaar zorgeloze tieners zou vragen of er vorig jaar iets bijzonders is gebeurd, dan zou het grootste deel zijn schouders op halen en antwoorden met een vragende: ‘nee?’. Niemand heeft het over die ene leraar die zijn ontslag genomen heeft. Niemand heeft het over de zomerse begrafenis van eind juni en al helemaal niemand weet de naam te noemen van de jongen die al op zijn zeventiende een moord heeft gepleegd. Het gesprek van de dag is dit keer een grote brand aan de andere kant van de provincie, juridische processen blijven onbesproken.
Ach, er zal altijd wel iemand zijn die nog hersenen heeft. Verstopt tussen de rijen fietsen staat bijvoorbeeld een meisje dat zich alles nog haarscherp kan herinneren. Haar gedachten zijn een onafgebroken maalstroom. Verdriet en angst hebben haar sinds juni gepijnigd. Voor haar is het al maanden geen zomer meer geweest.
Het meisje trekt een mobieltje uit haar zak en drukt in het wilde weg wat toetsen in. Gewoon, om iets te doen te hebben. De pont begint eindelijk te varen, gelukkig, dan kan ze zo deze drukke plek verlaten. Ze weet niet dat de starende blikken die haar vorig schooljaar wekenlang hebben achtervolgd allang verdwenen zijn. Niemand zal de komende weken de moeite nemen om haar te vertellen dat het drama allang in de vergetelheid is geraakt . Onverschilligheid is helaas één van de eigenschappen van de gemiddelde scholier.
Nu trekt ze als in een routine haar iPod uit haar broekzak en begint de oordopjes zorgvuldig in haar oren te doen, om vervolgens een afspeellijst samen te stellen. Als je goed naar haar smalle vingers kijkt, kun je zien dat ze hier zo lang mogelijk over doet. Het is pijnlijk om te zien hoe zo’n jong meisje in haar wanhoop altijd bezig probeert te zijn. Het is haar overlevingstechniek, haar houvast. Verder gaan met gesloten ogen. Terugdenken doet ze niet meer.
Aan de andere kant van de boot probeert een voormalig klasgenoot mistroostig haar blik te vangen. Ook zij kan zich de gebeurtenissen nog goed herinneren. Dit meisje probeert haar gedachten niet te verzetten, maar denkt aan de vele verschillen tussen dit en het voorgaande jaar. Ze kan zich niet voorstellen dat ze vorig jaar nog niets beseft had, dat ze nog geen vermoeden had van wat er gebeuren zou. Vorige zomer was ze ook bezorgd geweest, maar de redenen waren toen zo verschrikkelijk anders.
‘Alles is anders..,’ fluistert ze zacht.
Re: De Mentor
Geplaatst: 03 mar 2012 17:54
door Rianne.
DEEL 1: ISABELLA
Hoofdstuk 1
Oktober ‘10
In een jaar tijd ben ik een oude man geworden. Verbitterd door mijn verleden verslijt ik dag na dag in mijn appartement. Terwijl het stof zich in lagen opstapelt op mijn bezittingen denk ik na. Ik denk over wat er gebeurt is en over wat er van mij worden zal. Alles waar ik ooit plezier aan heb beleefd lijkt onwerkelijk, iets uit een ander leven. Mijn vermogen om te praten is bij gebrek aan oefening allang weggeroest. Ik word heen en weer geslingerd tussen de wil om er niet meer te zijn en de angst voor de dood. Laf ben ik zeker, dat heb ik de afgelopen tijd wel gemerkt.
Soms denk ik dat het zoveel beter zou zijn als ik ooit getrouwd was, opdat ik nu niet zo alleen zou zijn. Zodat er iemand zou zijn die mijn leven wat beter maakt, kleurrijker. Later walg ik van mezelf, alsof ik nog plezier zou mogen hebben na alles wat ik heb gedaan.
Ik sta op, ondanks het overheersende gevoel dat dit zinloos is. Ik verafschuw mijn eigen onvermogen. Ik kan zelfs de drang om te eten niet weerstaan. Mijn lichaam weet elke keer de oorlog met mijn geest te winnen.
Het leven lijkt zich tot een eeuwigheid te vertragen. Iedere stap die ik zet voelt als een nieuwe uitdaging. Ik maak iedere beweging met de bedachtzaamheid van een oude, wijze man. Ik ben het geen van beiden. Constant ben ik bang voor nieuwe fouten en daarbij een nieuw schuldgevoel. Ondanks alles wat mij overkomen is, is mijn plaats niet die van het slachtoffer. Ik ben veel vergeten, maar ik weet wel dat ik een aandeel in de totale schuld heb. Met moeite weet ik de lange gang door te komen. In mijn hersenspinsels komt er iedere dag een paar meter bij. Toch besteed ik daar geen aandacht aan. Ik denk vaak genoeg dat er een leerling die allang dood had moeten zijn bij mij op de bank zit. Zelfs aan dat soort vreemde voorvallen raak je gewend.
Als ik eindelijk in de keuken ben aangekomen, laat ik mezelf zuchtend op één van de keukenstoelen zakken. Zelfs de korte afstand naar de keuken heeft mij vermoeid. Er is zoveel wat mijn lichaam niet meer aankan na zo’n lange tijd van rouw, dat het bijna onmogelijk is om überhaupt nog te leven. Ik leef alleen nog voor mijn geest, voor mijn hersenen, die het ondanks alles nog uitstekend doen. Ieder detail kan ik mij herinneren, ieder voorval kan ik mij voor de geest halen, hoewel ik in sommige gevallen zou willen dat het niet zo was. Ik leg mijn hoofd in mijn handen en zwijg.
Op deze manier denk ik dikwijls terug aan de jaren dat ik lesgegeven heb. Het is niet mijn favoriete, maar wel mijn enige tijdverdrijf. Hoewel ik tijden heb geprobeerd om er niet aan te denken, dwalen mijn gedachten af en toe toch af naar het afgelopen schooljaar. Nu denk ik aan die arme Isabella, met wie ik die herfst zo ontzettend veel gepraat heb. Bella, zoals ik haar in mijn gedachten noem, leek altijd moeite met zichzelf te hebben. Ik vond het in het begin moeilijk te begrijpen. Een meisje dat altijd zo vrolijk leek, die altijd plezier had. Ze was het soort meisje dat haar verdriet verborg achter een lach. Ondanks het feit dat mijn gedachten aan haar gekleurd zijn door moeilijke gesprekken, mis ik haar toch. Ik mis haar vermogen om je over dingen heen te zetten. Ik mis het gevoel dat ik iets goeds voor haar kon doen. Ook mis ik haar als een vriendin. Ze is één van de weinige mensen waarmee ik al vanaf de eerste ontmoeting een klik heb. Dat soort vriendschappen moet je koesteren, vertelde mijn vader altijd. Het is een beetje jammer dat het bij mij niet meer kan.
Ik herinner mij nog dat ik een keer naar de dierentuin ging. Ik deed dat in die tijd wel vaker, want ik tekende graag en dieren waren mijn favoriete onderwerp. Nadat ik een paar uur had besteed aan een stapel schetsen van de giraffen, – waarbij de dieren bijzonder goed meewerkten, wat misschien een goed voorteken was –besloot ik om koffie te gaan drinken in het dichtstbijzijnde restaurant. Na tien minuten lopen rook ik de bedwelmende koffiegeur die daar altijd hing. Ik weet nog dat het er erg druk was, het was immers zaterdag. Ik dacht na over wat voor koffie ik wilde, want er waren de afgelopen week vijf smaken bij gekomen. Vanuit mijn ooghoeken hield ik de andere klanten van het zelfbedieningsrestaurant in de gaten, want mensen kijken was – net als dieren tekenen – voor mij een leuke bezigheid.
Ik schrok op uit mijn overpeinzingen toen ik dacht dat ik een bekend gezicht zag. Een paar meter verderop stond een man, ongeveer net zo oud als mijzelf. Hij was kaal, en hoewel ik zeker wist dat ik geen kale mannen kende, had zijn gezicht toch iets bekends. Omdat ik niet wist waar ik hem van kende, negeerde ik hem. Ik had het lef niet om te vragen of ik hem kende. Ik ben altijd al een beetje mensenschuw geweest.
Ik bestelde een caramelcappuchino en rekende hem vervolgens af. Ik ging aan mijn favoriete tafeltje zitten en haalde mijn schetsen uit mijn tas. Nadat ik ze tien minuten lang bestudeerd had, voelde ik dat er iemand op mijn schouder tikte. Ik keek om. De man die ik daarvoor al had gezien, bleek een klasgenoot van de middelbare school te zijn. We besloten om nog een kopje koffie samen te drinken. Vervolgens hebben we uren achter elkaar gepraat en werden we spontaan bevriend. Het was heerlijk om erachter te komen dat het zo goed kon klikken met bepaalde mensen.
Zo was het ook met Bella, ze was er opeens en het was goed. Hoewel het een leerling was, zie ik haar nog steeds als een vriendin, hoewel we het in onze gesprekken altijd over haar problemen hadden.
De deurbel gaat. Ik schrik, spring overeind en blijf als verstijfd staan. Een verlamming maakt zich van mij meester. Ik ben bang voor mensen geworden. Ik durf niet met ze om te gaan. Wie zou het zijn? Zou het de politie zijn? Ik denk dat zij het zijn. Ik weet het zeker. Ze hebben ontdekt dat het eigenlijk allemaal mijn schuld is. Ze willen me arresteren. Natuurlijk zijn ze dat van plan. Ik vraag me af wat ik nu moet doen. Aan de ene kant interesseert het me niet, het maakt me niet uit of ik eenzaam thuis of eenzaam in een cel zit. Paniekerig overdenk ik alle opties. Maar als ik in de gevangenis zit? Dan gaan ze met me praten, dan willen ze dingen weten, dan gaan ze me beschuldigen, dan gaan ze vrágen stellen. Als ik daaraan denk, wil ik absoluut niet open doen. Ik besef niet dat als het de politie is, het niets uitmaakt of de deur dicht zit of niet.
Ik schuifel al achteruit, maar begin toch te twijfelen. Wat als het mijn ouders zijn? Misschien willen ze het goed maken, misschien willen ze hun verloren zoon terug. Even ben ik ervan overtuigd dat dit de reden van het onverwachte bezoek moet zijn. Vijf seconden later lijkt dit het meest onzinnige wat ik ooit bedenken kan. Natuurlijk willen ze me niet terug. Dat hebben ze wel duidelijk gemaakt toen ze vertelden dat ik hun zoon niet meer was.
Ik denk nog een paar keer razendsnel na. Steeds kom ik weer terug bij de politie. Ik wil me al net omdraaien om me te verstoppen, als me nog een optie te binnenschiet. Natuurlijk! Ik sta voor de tweede keer in een paar minuten verstijfd op mijn plaats. In mijn hoofd speelt zich een nieuwe tweestrijd af. Een strijd tussen wat ik wil geloven en wat ik kán geloven. Maar er is altijd een mogelijkheid.. Misschien, heel misschien.. misschien is het Isabella wel.
In het verlangen om een lievelingsleerling terug te zien, zet ik langzaam maar zeker een paar passen in de richting van de deur. Ik aarzel, maar zet nog een stap.
Waarom niet? spookt er door mijn hoofd. Ik ben nu nog maar een paar meter van de deur verwijderd. Vertwijfeld kijk ik om mij heen, alsof de schilderijen mij kunnen vertellen wat ik moet doen. Isabella.. Isabella Verduyn. De gedachte aan haar naam laat mij de grens overschrijden. Ik overbrug de laatste paar meters en trek de deur open.
‘Goedemiddag, heeft u misschien wat over voor de nierstichting?”
Geschokt sla ik de deur dicht, ik voel mijn hart bonken in mijn keel. Blijkbaar zijn er toch nog andere mensen die mijn huis weten te vinden.
Re: De Mentor
Geplaatst: 04 mar 2012 01:33
door Saskjezwaard
Je zet een heel leuk begin neer! Je maakt me gelijk erg nieuwsgierig met wat er allemaal gebeurd is daar. En je zet meteen de sfeer heel goed neer, ik zit er meteen in^^
Wel een klein puntje waar je op zou kunnen letten. Bij je hoofdstuk 1 heeft de man veel overpeinzingen. Ik zou oppassen dat je er niet te veel van maakt, dus een beetje doseert. Nu is het allemaal nog goed door te lezen, maar bij een tweede keer lezen zou ik een groot deel overslaan omdat het eigenlijk niet veel zegt. Maar goed, je weet het tot nu toe boeiend genoeg te houden om het in één keer door te lezen, dus het valt op zich wel mee. Maar wel een puntje om op te letten

Tja, meestal heb ik meer te zeggen xD het verhaal begint gewoon zo goed dat ik er stil van word

ik blijf het zeker volgen, hoewel ik niet weet of ik elke keer een reactie kan achterlaten. School enzo--' maar goed, je zult het wel zien

Re: De Mentor
Geplaatst: 04 mar 2012 11:15
door Dreamrose
Wauw, ik ben benieuwd naar de rest van je verhaal!
Het verhaal maakt me iniedergeval nieuwsgierig dus dat zit wel goed xd
Re: De Mentor
Geplaatst: 04 mar 2012 12:23
door Rianne.
@Saskje; Waarschuw me maar als ik te veel blijf hangen in het hoofd van mijn personages.

.
@ Dreamrose; Leuk dat je leest!
Ik ben bang dat jullie goed op de tijdsaanduiding boven de hoofdstukken moeten letten; anders snap je er straks geen hout meer van...
Hoofdstuk 2
December ‘09
Maanden daarvoor staarde het desbetreffende meisje uit het raam van haar slaapkamer. De winter was deze week pas echt goed begonnen. Witte hopen sneeuw bedekten de straten als een zachte, witte deken. Onvoorspelbare windvlagen lieten de sneeuw opwaaien als het eerste de beste woestijnzand. Ze voelde zich onbeduidend, onsignificant. Ze bedacht zich dat er mensen waren die op dit moment lachten of huilden om iets als een schoolcijfer. Ze kon zich niet voorstellen dat sommige van die mensen net zoveel verloren hadden als zij. Ze wist in ieder geval wel dat ze zich nooit meer over zulke dingen druk maken zou, nu ze wist hoe het was om echt verdriet te hebben.
Ze merkte op dat haar benen ongecontroleerd trilden. Als er nu iemand naast haar had gezeten, had die haar naar alle waarschijnlijkheid een medelijdende blik toegeworpen. Dat was één van de redenen waarom ze niet meer terug naar school wilde.
Dit moment was zover van te voren aangekondigd. Ze had al zo veel tranen vergoten, zoveel verdriet gehad. Ze had ontelbare keren afscheid genomen, maar er was nog zoveel wat ze hem vertellen wilde.. Het was mentaal ondragelijk om te denken aan de dingen die hij niet meer mee zou maken. Daniël Verduyn zou nooit zijn VWO afmaken. Hij zou nooit met zijn ondeugende grijns deelnemen aan de examenstunt. Hij zou nooit meer een leraar in de maling nemen. Daniël zou nooit meer iemand slaan als die Isabella lastigviel.. Isabella zou nooit meer het gezicht zien wat zoveel op de hare leek, niet levend tenminste.
De gedachte aan zijn gezicht, dat ze in de afgelopen jaren veel vaker had gezien als dat van haarzelf, deed nog veel meer pijn. Wat zou er gebeuren als ze hem vergeten zou? Wat als ze over twee jaar hem voor de geest probeerde te halen, en het beeld er gewoonweg niet meer zou zijn.. wat zou er dan gebeuren?
Alle emoties die ze de afgelopen week onderdrukt had, kwamen boven. Met als overheersende factor: pure paniek. Verwoed groef ze in haar gedachten. Ogen.. ja die wist ze nog. Het haar? Nee, ze zou nooit die sluike lokken vergeten. Ze hadden dezelfde kleur blond gehad als die van haar.
Mijmerend bleef ze in gedachten zitten. Buiten tolden de bladeren nog steeds rond.
“Bella?”, er verscheen een bleek jongetje – een jaar of acht –in de deuropening, “Mama zegt dat je naar beneden moet komen.”
Verdwaasd keek het meisje om, ze staarde een paar minuten naar het plafond, voordat ze besefte dat het haar broertje was die de woorden uitsprak en niet één of andere fictionele klopgeest. De aanblik van het kind leek haar terug te brengen naar de werkelijkheid. Ze besefte dat haar eigen verdriet niet belangrijk was, er waren mensen die haar nodig hadden en één daarvan stond in de deuropening.
Na uit gewoonte een blik in de spiegel geworpen te hebben, volgde Isabella haar broertje de trap af.
Haar vader en moeder stonden nog in de gang te wachten. De vrouw plukte zichtbaar zenuwachtig aan haar vest. Isabella verwonderde zich erover dat haar moeder nog zoiets kon voelen als zenuwen. Even leek haar vader afkeurend naar haar kleren te kijken. Na een innerlijke tweestrijd besloot hij om er maar niks van te zeggen. Bella had het al moeilijk genoeg zonder dat ze er ook nog op gewezen werd dat ze oneerbiedig gekleed was voor een begrafenis. Waarschijnlijk zou ze het nog als een belediging opvatten ook.
Buiten was het weer nog even guur als het de uren daarvoor geweest was. Miezerige motregen maakte het geheel nog treuriger.
Bella zag geërgerd dat er veel mensen waren komen opdagen. Ze bedacht verbitterd dat de helft niet eens van hem gehouden had. Niemand had Daniël echt gekend. De enige persoon die dat deed, en dat kon ook alleen maar omdat hun genen nauwelijks van elkaar verschilden, was zijzelf. Links zaten een paar vrienden van hen. Ze voelde zich ver van hen verwijderd. Ze kon niet meer bedenken wat ze ook al weer met ze gemeen had. Alsof ze de afgelopen week plotsklaps veranderd was. Ironisch genoeg school er ook nog enige waarheid in deze woorden. Ze had vanochtend nog bedacht dat praktisch de helft van haar verdwenen was.
Het was raar hoe onwerkelijk het allemaal had geleken toen hij er opeens niet meer was. Ze had maanden de tijd gehad om aan het idee te wennen, maar toch was het als een schok gekomen. In al die maanden dat hij ziek was, had ze hem zien verslechteren. Iedere keer als ze bij hem bezoek ging, leek hij iets moeizamer te praten, waren de kringen om zijn ogen een tint donkerder geweest. Er waren momenten geweest dat alles weer als vanouds was. Dan hadden ze samen gepraat, samen gelachen, en hadden ze het over de vele incidenten op school gehad. Bella besefte dat ze in al die maanden nog een sprankje hoop had gevoeld. Alle dokters hadden gezegd dat Daniël deze ziekte niet overleven zou. Het was allemaal zo onwerkelijk geweest, hoe kon iemand die zo levenslustig was, binnen een halfjaar helemaal wegkwijnen? Ze begreep wat haar mentor haar iedere keer had proberen te vertellen, het was alsof ze zijn stem zelfs kon horen.
“Houd jezelf niet voor de gek Isabella..”
Ze zag dat diezelfde leraar naar haar keek, hij knikte als blijk van herkenning toen ze elkaars blik vingen. Zijn ogen keken haar vragend aan. Ze haalde in stilte haar schouders op.
Isabella moest toegeven dat de kerkdienst mooi was geweest. Ze was trots dat ze geen enkele traan over haar wangen had laten rollen. Ze waren netjes opgesloten geweest in haar blauwe ogen. Hoewel iedereen haar zei dat ze zich niet groot hoefde te houden, wist ze dat ze dit wel moest doen. Hoewel haar ouders nooit zouden snappen dat het zoveel meer pijn deed om een tweelingbroer te verliezen, wilde ze hen niet met nog meer verdriet opzadelen. Ze hadden het al moeilijk genoeg. Sarcastisch dacht ze aan wat meneer Stichter had gezegd.
“Doe niet alsof je niet verdrietig bent Isabella, je houd jezelf alweer voor de gek.”
Je zou bijna denken dat ik niet goed bij mijn hoofd ben, dacht Bella, ach, misschien ben ik dat ook niet.
Re: De Mentor
Geplaatst: 04 mar 2012 17:08
door JodieJJ
Hey
Ik heb je,eerste twee stukjes gelezen em vomd ze erg sterk. Je laat veel misterie achter wat me aanzet om verder tw lezen. Ik ben het eens met saskias feesback en wil daar bij toevoegen dat ik in je eerst stukje zag dat je bojvoorbeeld gebruijte. Deze woorden moet je alleen bij een informatieve tekst gebruike dus kun je hier beter weglaten.
Zo en nu ga ik verder lezen
Re: De Mentor
Geplaatst: 04 mar 2012 22:19
door Jenna
Hey Rianne,
Heb ff je verhaal gelezen, je tittel sprak me een beetje aan. Niet iedereen schrijft over een mentor, weetje.

Duss er is iets heel ergs gebeurd in je verhaal... Er zijn mensen doodgegaan en ontslagen. Ik snap je verhaal noggg niet zo goed,, maar dat komt well.
Schrijf je snel verder?
XxJenna
Re: De Mentor
Geplaatst: 06 mar 2012 17:55
door Rianne.
Over dit stukje ben ik niet zo tevreden, het springt een beetje van de hak op de tak en het komt er net niet allemaal goed uit. Dus tips zijn heel erg welkom!
Hoofdstuk 3
September ‘09
Bella voelde zich bekeken. Hoewel ze wist dat niemand al kon weten dat haar tweelingbroer ziek was, voelde het wel zo. Ze was veranderd en Daniël was niet op school. Dat zou vast niet lang onopgemerkt blijven. De afdelingscoördinator had beloofd dat voorlopig alleen haar mentor op de hoogte gesteld zou worden van de reden van de afwezigheid van haar broer en dat vond ze voorlopig al erg genoeg. Medelijden wilde ze niet, Daniël leefde en praatte, voor haar was dat nu genoeg om zich door de dagen heen te kunnen slaan.
Begroetingen flitsten van alle kanten op haar af toen ze de school in liep. Vage bewoordingen die ze net zo vaag beantwoordde. Het praten met haar vrienden kwam nog wel, eerst moest ze veilig haar kluisje zien te bereiken.
Grote groepen jonge kinderen stonden samengeklit in de hal. Bruggers, dacht ze geërgerd. Vermoeid worstelde ze zich door de kluwen heen. Ze was school nu al zat. Ze legde een nieuwe staart in haar haren en gooide haar boeken in haar kluisje. Fijn, de bel ging, dan hoefde ze in ieder geval niet meer met mensen te praten. Vragen over of ze een leuke zomer had gehad, zou ze toch iedere keer negatief beantwoorden. Heerlijk, uitstel tot aan de pauze, aangezien degenen die in haar geïnteresseerd zouden zijn toch geen les met haar hadden.
Opnieuw worstelde ze zich door een groep heen. Het eerste uur zou haar klas kennismaken met hun mentor. Ze vroeg zich af of hij haar al gelijk apart zou willen spreken. Zou een zieke broer reden tot zorgen voor de school zijn?
Het lokaal kende ze in ieder geval al, daar was ze ieder jaar weer blij mee als ze de brugklassers zag stuntelen. Ze was benieuwd wie er dit jaar bij haar in de klas zaten. Vorige zomers had ze altijd alle roosters gecheckt en daar vervolgens een klassenlijst uit samengesteld. Deze zomer had ze vanzelfsprekend veel te veel andere dingen aan haar hoofd gehad. Het verbaasde haar nog steeds hoeveel er veranderd was terwijl alles hier zo normaal gebleven was.
Bella was als één van de eerste leerlingen bij het lokaal. Naast het raam zat een jongen die ze vaag kende. Ze dacht dat hij vorig jaar in haar Duits klas had gezeten, maar zeker weten deed ze het niet. Ze ging ook bij de ramen zitten, helemaal achteraan, dit was altijd al haar favoriete plek. Ze duwde het dichtstbijzijnde raam open en genoot van het zachte zomerweer.
Het klaslokaal stroomde langzaam vol. Isabella vond het vreemd dat de leraar er nog niet was. Ze keek om zich heen, maar niemand anders maakte zich er druk over. Ze zag dat er vreemde blikken in haar richting geworpen werden. Ze wist waarom, Daniël en zij waren altijd onafscheidelijk geweest. Ze hoopte dat haar klasgenoten dachten dat hij gewoon in een andere klas zat of zo. Niet dat ze er in de pauze niet achter zouden komen, maar uitstel was altijd beter.
Ze liet haar blik door de klas dwalen. Ongeveer de helft van de leerlingen kende ze. Er zaten niet echt mensen in haar klas die ze graag mocht, maar dat was nooit zo geweest, dus dat kon haar niets schelen. Achteloos bekeek ze de laatste leerlingen. Met een schok zag ze wie er achter in het lokaal zat. Mona. Isabella kreunde inwendig. Hoewel ze een halfjaar geleden bevriend was geweest met het meisje, van wie haar make-up altijd perfect zat, had ze liever gehad dat ze haar zo min mogelijk zou zien. Ze dacht nog steeds niet graag terug aan de tijd dat ze met haar bevriend was geweest. Ondanks dat ze ontzettend blij was geweest met deze vriendin, had ze in die tijd veel fouten gemaakt. Ze had toen de enige echte ruzie ooit gehad met Daniël en daar had ze nog steeds spijt van. Ze liet Mona sindsdien met rust en bleef zo veel mogelijk uit de buurt. Mona daarentegen was duidelijk gekwetst geweest, en probeerde Isabella steeds zo veel mogelijk te beledigen. Daniël had hier altijd een stokje voor gestoken. Bella slikte moeizaam, hij was nu niet in de buurt om haar te beschermen.
Net toen ze zich af begon te vragen wat ze hier eigenlijk deed als er toch geen leraar was, –dan had ze zich voor niets het eerste uur op school gewaagd –kwam de leraar het lokaal binnenlopen. Vreemd genoeg was de klas meteen stil. Misschien hadden ze besloten om zich dit jaar maar eens te gedragen, of ze waren gewoon nieuwsgierig. Ze draaide zelf immers ook eindelijk haar hoofd om naar het schoolbord, waar de leraar voor stond. Wantrouwend keek ze hem aan, hij maakte een behoorlijk verwarde indruk. Dat was meestal niet een aan te prijzen eigenschap voor leraren.
“Goedemorgen, hebben jullie er allemaal weer zin in? Vast niet, net als ik. Ook ik was nog liever buiten geweest met dit weer. Ik heb er ook voor proberen te pleiten om het schooljaar dit jaar wat later te laten beginnen, maar daar was de directie het uiteraard niet mee eens.” Terwijl de man adem haalde, keek Isabella verbijsterd de klas rond. Was het serieus mogelijk dat een leraar op zo’n manier ratelde?
“Sommige van jullie zullen mij al kennen, en sommige niet. Ik zou maar hopen dat je niet de eerste naam bent die ik ken, want dat zijn meestal de rotzakken..,” hij grijnsde, “maar goed, ik ben dit jaar dus jullie mentor. Of je daar nu blij mee bent of niet.” Hoewel hij praatte alsof hij niet wist waar hij het over had, was het zeker geen nieuwe leraar. Hij stond met een zelfvertrouwen voor de klas dat veraadde dat hij een oude rot was in het vak. Waarschijnlijk vond hij het gewoon leuk om een onsamenhangend verhaal te houden.
“Goed, ik ben Martijn Stichter. Het is hier op school gebruikelijk om voornamen weg te laten, dus meneer Stichter voor jullie. Ik geef filosofie, maar voor de rest sta ik met beide benen op de grond. Veertig jaar, kind- en vrouwloos. Nog vragen?” Er heerste een doodse stilte in de klas.
“Oké, dan mogen jullie gaan. De leerlingen waarmee ik nog een gesprek onder vier ogen wil hebben, ontvangen binnen een paar dagen een mail. Nog een prettige schooldag.”
Isabella verliet als laatste het lokaal, achter haar deed Stichter de deur dicht.
Het is een feit dat de tijd in sprongen vooruit lijkt te gaan als je ergens tegenop ziet, maar op deze manier had Bella het nog nooit meegemaakt. De tijd leek wildere sprongen te maken dan ooit, en zonder dat ze er erg in had, was het opeens pauze. Ze liep het lokaal uit, waar ze net Duits had gehad en twijfelde of ze naar beneden zou gaan. Ze kon zich natuurlijk niet eeuwig verstoppen tijdens de pauzes, maar het idee leek wel ontzettend aanlokkelijk. Ze had het nog niet gedacht of ze werd al geroepen.
“BEL.. BELLA, HIER!” Ondanks alles was ze toch blij om Milou te zien. Als iemand haar kon opvrolijken dan was zij het wel. Ze glimlachte en omhelsde haar zwartharige vriendin. Ze zag dat die haar onderzoekend aankeek.
“En heb je een beetje een leuke vakantie gehad?” vroeg ze, om de aandacht af te leiden.
“Ja, eigenlijk wel, hoewel, Turkije klinkt natuurlijk wel exotisch, maar het is toch een beetje..” Voor ze het wist was ze in een gesprek verwikkeld. Ze had in de afgelopen maanden met zo weinig mensen gepraat dat het haar verbaasde hoe makkelijk het ging. Daarbij zou het onbeleefd zijn als iemand nu vragen zou stellen, dwars door het monoloog van iemand anders heen, zodat ze nog een paar minuten van de vragen af zou zijn. Ze vloekte in zichzelf toen Milou uitgepraat was over Turkije. Het was een paar seconden stil en daar had je hem al, Bella kon bijna voor waarzegger gaan spelen.
“En jij? Kun je het gerucht dat Daniël naar Australië is vertrokken om rockster te worden uit de wereld helpen?”
“Wat is dat nou weer voor onzin?” grinnikte Bella, “Wie zegt dat?”
“Oh, gewoon iemand,” was het vage antwoord, “Maar.. hoe was je vakantie?”
Ze was niet goed in liegen en Milou zou het altijd merken, maar ze kon het altijd proberen. “Oh gewoon, goed.”
Weer keek haar vriendin haar aan met die doordringende blik die ze onmogelijk kon ontwijken.
“Kom op Bella! De zon schijnt, lach nou toch even! En waar is Daniël?”
Één pijnlijk moment was het stil. Toch zette ze zich over haar angsten heen en begon te praten.
“Daniël.. is ziek. Ernstig ziek,” ze hoorde een geschokt geluidje naast zich, “en, hij wordt niet meer beter. Hij is de hele zomer al ziek en hij mag sinds een paar weken het huis niet meer uit.” Zo, dat was er in ieder geval uit.
“Oh, Bells!” Voor ik het wist stikte ik bijna in een knuffel die, hoewel hij een beetje ongemakkelijk was, veel goed maakte.
Re: De Mentor
Geplaatst: 06 mar 2012 22:12
door Jenna
Okej ff een vraagje wat is er met Dnaiel gebeurt. Is hij egt ziek? Maar het moet wel heel erg zijn voor Bella als haar tweelingbroer ziek is. Of erger doodd gaat

Laten we hopen van niet
Schrijf verderr!
Re: De Mentor
Geplaatst: 07 mar 2012 12:47
door VeBu
In één woord: wauw. Je schrijft erg interessant, en daarnaast is het verhaal ook erg boeiend.
Ik ga dit verhaal zeker volgen, ga zo door

Re: De Mentor
Geplaatst: 07 mar 2012 19:07
door Rianne.
Jenna schreef:Okej ff een vraagje wat is er met Dnaiel gebeurt. Is hij egt ziek? Maar het moet wel heel erg zijn voor Bella als haar tweelingbroer ziek is. Of erger doodd gaat

Laten we hopen van niet
Schrijf verderr!
Als ik jou was zou ik nog even goed naar de data boven de hoofdstukken kijken en naar de hoofdpersonen in de stukken, dan snap je het iets beter

Re: De Mentor
Geplaatst: 08 mar 2012 17:31
door Rianne.
Hoofdstuk 4
Het prachtige zomerweer leek in de loop van de dag plaats te maken voor een grauwe bewolking die de zon het schijnen benam. Isabella’s humeur was daarentegen ongelofelijk opgeklaard. De ontdekking dat er helemaal niet zó veel mensen waren die vragen stelden en dat ze nog gewoon lol kon maken met Milou had hier natuurlijk veel aan bij gedragen.
Die middag fietste Isabella ontzettend snel naar huis. Milou zou het wel begrijpen, daar waren ze tenslotte vrienden voor. Terwijl ze haar benen steeds sneller liet bewegen dacht ze weer aan de vreemde mentorles van die ochtend. Ze vroeg zich af of ze ook een mailtje zou krijgen. Vast wel, die man zou nooit mentor geworden zijn als hij niet een beetje fatsoenlijk kon nadenken.
Ze voelde dat de voordeur op slot zat. Fijn, dan kon ze ongestoord met Daniël praten, zonder dat haar ouders constant mee zaten te luisteren. Nu hij ziek was praten ze vaak uren met elkaar. Er was zo veel dat ze zonder hem deed, dat ze veel meer te vertellen had als anders, zeker nu ze weer naar school ging.
Bella zag dat de woonkamer leeg was. Blijkbaar was Daniël moe geworden en naar bed gegaan. Jammer, ze had gehoopt dat hij haar op had zitten wachten, hoewel ze blij was dat hij blijkbaar kon slapen, dan verveelde hij zich tenminste niet.
‘Daniël? Ben je boven?’ riep ze naar boven. Ze hoorde zijn vertrouwde stem die haar vermoeden bevestigde. Vlug haastte ze zich naar de keuken om thee te zetten. Tot haar vreugde zag ze dat er ook stroopwafels waren.
Even later wankelde ze met de thee en stroopwafels de trap op. Ze duwde de deur van Daniëls kamer open –ze hadden sinds een jaar geen kamer meer samen, omdat ze op andere tijden moesten op staan- en zette het blad neer. Daniël zat overeind en las een boek. Hij was duidelijk blij om haar te zien. Isabella plofte naast hem op het bed.
‘Hoe gaat het? Wat lees je?’ viel ze gelijk met de deur in huis. Daniël zuchtte.
‘Hetzelfde als dat het twee weken geleden ook al ging’, antwoordde hij, niet geheel naar waarheid, ‘en dat doet er niet toe, hoe gaat het bij jou, hoe was school?’ Hij was duidelijk nieuwsgierig.
‘Gewoon, het viel uiteindelijk wel mee, die nieuwe mentor is niet goed bij zijn hoofd. Hij kwam een kwartier te laat binnen zetten en liet ons na tien minuten weer gaan!’riep ze uit. Daniël lachte, zoals ze al gehoopt had. Ze ging verder.
‘Eigenlijk heb ik alleen veel met Milou gepraat. En oh ja, ik zit weer bij Mona in de klas,’ ze trok een gezicht. ‘Ze probéerde niet eens om aardig tegen me te doen, ze zit er blijkbaar nog steeds mee dat ik haar niet meer wil, dat is toch psychopathisch?’
‘Blijf je wel aardig tegen haar doen?’ grinnikte hij, ‘Zij kan er immers ook niets aan doen dat ik zo’n leuke zus heb.’ Bella maakte een afkeurend geluidje, eigenlijk was het helemaal niet grappig dat iemand zo’n wrok tegenover haar voelde.
‘Ik heb thee gezet,’ bracht ik het gesprek op een ander onderwerp, ‘straks wordt het koud.’ Ze wilde opstaan, maar Daniël hield haar tegen. Hij kwam zo snel overeind dat je, als hij er niet zo moe uitzag, bijna niet kon zien dat hij ziek was.
De middag was ging in een vrolijke, gezellige waas voorbij. Op deze manier was ze het gelukkigst. Pratend en lachend met de persoon die niet alleen een broer was, maar ook haar allerbeste vriend.
Toen haar ouders thuiskwamen was het al snel afgelopen met de gezelligheid. De moeder van de tweeling was duidelijk moe van haar werk en uit haar humeur. Bella voelde alweer een ruzie aankomen tussen Daniël en haar moeder. Snel bood ze aan om het eten te maken, zodat haar moeder tijd had om andere dingen te doen. Die verdween al gauw naar boven om zogezegd de was te doen. Daniël, die haar zoals altijd door had, grijnsde. Hij liet zich op de keukentafel zakken.
‘Bedankt,’ zei hij simpel. Ze keek hem afkeurend aan.
‘Als jij je nou eens in zou houden, zou ik je niet steeds hoeven helpen. Je kunt ook gewoon je mond houden als je boos bent.’ Ze pakte de aardappels en begon ze te schillen.
‘Moet jij nodig zeggen,’ kaatste haar broer terug, ‘ik ken bedroevend weinig mensen die zo temperamentvol zijn als jou,’
‘Kijk uit, ik ben gewapend!’ Ze stak triomfantelijk het schilmesje in de lucht. Daniël keek haar even spottend aan en besloot toen toch om haar te helpen.
Vijf minuten later was Bella het zat om te koken. Zoals Daniël net al zo onomwonden verwoord had, hadden zij en haar tweelingbroer niet echt het vermogen om stil te zijn of dingen te doen waar ze geen zin in hadden. Ze gaf het op.
‘Ik ga even mijn mail checken hoor,’ zei ze plompverloren en ze gooide demonstratief haar mes neer. Toen ze eenmaal haar computer opgestart had, stond haar een verassing te wachten. Ze had een mail van haar mentor. Of hij haar de volgende dag kon spreken. Voor het eerst in haar leven besloot Bella om iets niet aan haar tweelingbroer te vertellen. Eerst maar eens afwachten waar het gesprek over ging.
‘Zo,’ zei meneer Stichter toen Bella binnenkwam, ‘Dus jij bent Bella?’
‘Ja, dat heeft u goed onthouden,’ Ze ging zitten. Ze nam aan dat het niet de bedoeling was dat ze eeuwen bleef staan.
‘Ik onthoud meestal dingen goed,’ grinnikte de leraar. Bella keek hem ongelovig aan.
‘Oh, onthoud u de volgende keer dan ook dat het eerste uur om vijf voor half negen begint, en niet om kwart voor?’ flapte ze er uit. Oeps, misschien was ze iets te brutaal geweest.
Hij keek haar met een besmuikte grijns en half dichtgeknepen ogen aan.
‘Je bent niet op je mondje gevallen hé?’ Ze bleven elkaar een paar minuten peilend aankijken. Blijkbaar besloot hij dat ze geen uitbrander verdient had, want hij ging gewoon verder met zijn verhaal.
‘Ik heb gehoord dat je enige problemen hebt thuis. De afdelingsleider heeft verteld dat je een tweelingbroer hebt die ernstig ziek is, dat klopt toch?’ Blijkbaar verwachtte hij een antwoord, want hij bleef haar vragend aan staren. Ze knikte.
‘Wij moeten samen gaan bedenken hoe we deze omstandigheden kunnen combineren met je schoolwerk. Maar ten eerste, hoe gaat het met je?’
Verbouwereerd keek Bella hem aan.
‘Gewoon, goed.’
Meneer Stichter trok zijn wenkbrauwen op, Bella zuchtte.
‘Oké, niet helemaal dan! Maar ik ben niet degene die ziek is! Dat is Daniël. Hij verdient aandacht, ik niet.’
‘Ik ben niet van mening dat je geen aandacht verdient Bella,’ zei hij, ‘Je moet je eigen verdriet niet onderschatten, jij bent ook wat waard.’ Hij dacht even na. ‘Ik was hier eerlijk gezegd al bang voor. Mensen in situaties als die van jou hebben altijd de neiging om..,’ hij leek naar woorden te zoeken, ‘zichzelf… weg te cijferen.’
Woede borrelde er in Bella om. Wat was dit voor een idioot?
‘Ik cijfer mezelf niet weg. Ik vind mezelf gewoon niet drie keer zo belangrijk als anderen!’
Ze zag dat de leraar onwillekeurig onder de indruk was van haar lef. Ze was hier stilletjes blij mee, dan wist hij tenminste wat hij aan haar had. Ze was nooit echt het type geweest dat graag slijmde bij leraren. Toch vond ze dat ze niet helemaal moest liegen. Ze zuchtte.
‘Natuurlijk is het niet makkelijk,’ zei ze, ‘En ik ga ook niet beweren dat ik het er niet moeilijk mee heb. Het is mijn tweelingbroer, we zijn onafscheidelijk. Er is nog nooit een dag geweest dat ik hem niet zag. We hebben dezelfde vrienden, dezelfde school, dezelfde klas. Het is gewoon moeilijk te geloven dat hij er niet meer zal zijn. Ik geloof ook het ook niet. Hij gaat niet dood, hij zal beter worden.’ Koppig staarde ze de leraar aan, alsof ze hem uitdaagde om er tegen in de gaan, iets wat hij ook deed.
‘Isabella? Je weet dat dokters meestal gelijk hebben hè? En iedere dokter heeft tot nu toe gezegd dat het niet over zal gaan, dat de medicijnen niet werken. Het heeft geen zin om jezelf voor de gek te houden.’ Woedend sprong ze overeind.
‘Ik dacht dat jij me moest helpen! Ik wist niet dat ik hier moest komen om mijn enige hoop de grond in te laten boren!’ Ze zag dat de leraar gekwetst was. Vlug ging ze weer zitten.
‘Ik bedoel.. ik wilde niet.. het is gewoon moeilijk.. oké?’ Hij keek haar zwijgend aan.
‘Ik snap dat het moeilijk voor je is Isabella.. en ik weet dat je me ziet als een oude man met waanbeelden…’
‘Ik vind u niet…’ onderbrak ze hem.
‘Ik weet heel goed wat je van me vind, en dat is ook logisch. Het is niet niks wat je meemaakt, iedereen zou daar een beetje raar van worden. Maar zorg dat je jezelf niet voor de gek houdt oké?’
‘Oké,’ was het simpele antwoord dat hij terug kreeg.
‘En dan gaan we nu een einde maken aan dit gesprek. Het lijkt me het beste als je gelijk door gaat naar je lessen, want de bel gaat over exact één minuut. Probeer na te denken wat je wilt dat ik voor je regel. Vrije dagen, minder toetsen, bijles.. je zegt het maar.’
Bella keek hem zwijgend aan. Misschien was hij toch wel aardig.
Re: De Mentor
Geplaatst: 11 mar 2012 00:36
door Jenna
Wil ook zo een chille mentor XD
Jammergenoeg moet ik genoegen hebben met een oud wijf :S
Best wel hard dat je eigen mentor zegt dat je broer dood gaat, ik zou hem egt een klap verkopen (denk ik)
Schrijf snel verder

Re: De Mentor
Geplaatst: 20 mei 2012 14:19
door Abel
Wauw, ik vind dit echt heel mooi verhaal om te lezen. Het vertelperspectief vind ik heel erg leuk. Je hebt het goed uitgewerkt. Door de data boven aan het stukje is het verhaal goed te begrijpen. Ik ben erg benieuwd hoe het verder gaat. Ik hoop dat je snel verder schrijft!
Groetjes Abel
Re: De Mentor
Geplaatst: 20 mei 2012 17:35
door ROMEH
Het is erg origineel hoe je van achter naar voren schrijft. Eerst was ik een beetje confussed, totdat ik meer op de data ging letten. Ik ga straks hoofdstuk 4 lezen, maar ik vind het tot nu toe echt een erg mooi verhaal. Ik zat er in het begin heel erg tegenop om alles te lezen, omdat het zoveel is, maar ik werd er werkelijk ingezogen. Ik vraag me af wat die mentor heeft gedaan, dat hij zo mensenschuw is geworden en bang is voor de politie. Heeft hij soms Daniël gedood, zodat Isabella van haar lijden was verlost of wat? Hahaha, ja ik ga meteen fantaseren.
Ik heb een paar foutjes ontdekt:
Nu hij ziek was praten ze vaak uren met elkaar.
= praatten
Voor ik het wist stikte ik bijna in een knuffel die, hoewel hij een beetje ongemakkelijk was, veel goed maakte.
‘Ik heb thee gezet,’ bracht ik het gesprek op een ander onderwerp, ‘straks wordt het koud.’
Je gaat hier ineens in ik-vorm schrijven, terwijl je normaal in de derde persoon schrijft.
De middag was ging in een vrolijke, gezellige waas voorbij.
Re: De Mentor
Geplaatst: 20 mei 2012 18:05
door xILY.
Mijn feedback was wat Romy hierboven ook al aanhaalde ^^
En verder ben ik gewoon heel erg benieuwd naar een vervolg!
Kom maar op met je verhaal, de feedbackmonsters zitten er al helemaal klaar voor, zoals je merkt

Re: De Mentor
Geplaatst: 21 mei 2012 20:21
door Rianne.
Whahaha, bedankt voor de reacties allemaal
Ik ga even mijn examens afmaken en dan schrijf ik het verder, beloofd.
Re: De Mentor
Geplaatst: 22 mei 2012 23:03
door Knijster
Heey!
First of all: Oefff.. wat ben ik jaloers op je schrijfstijl. Je weet alles erg mooi te verwoorden zonder te overdrijven. Mijn enige feedback is eigenlijk wat al eerder is gezegd; blijf niet te lang in de gedachtenstroom van de hoofdpersonages hangen. Al merkte ik wel dat het in de daarop volgende hoofdstukken minder was!
Ga zo door!
Groetjes Knijster