Bloedverleden (herschreven)
Geplaatst: 04 mar 2012 16:27
Hoofdstuk I
6 december 1630 17de eeuw, in het dogepaleis, in de stad Venetië
Lucia was het zat, deze arrogante kwasten waren alleen maar aan het praten over koetjes en kalfjes. Terwijl buiten deze muren mensen het loodje legde.
Ze had op het moment de neiging hun allemaal te doden, maar dit liet ze achterwegen. Ze mocht immers haar missie niet in gevaar brengen.
‘Gaan we nog over zaken praten of is dit een theekransje, ’vroeg Lucia cru.
Allen edelen zwegen en keken haar stomverbaasd aan en haar botte opmerking was niet het enige wat hen tot zwijgen bracht.
Zij was de enige vrouw in deze zaal, een vrouw die de raad van de doge bijwoonde, een zeer uitzonderlijk geval. Deze vrouw, was de raadzaal zomaar binnengedrongen.
‘Mevrouw ik verzoek u om deze zaal te verlaten, deze zaal is alleen voor de tien hoge raadsleden, ’zei een man van in de zeventig volgens haar schatting.
‘Wie mag u dan wel zijn, ’vroeg Lucia bot en met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Ik ben Nicolò Contarini, de doge en ik verzoek u nogmaals om deze zaal te verlaten, ’zei hij beleefd.
‘Ik zal niet vertrekken, ik ben hier om te praten over de slechte omstandigheden buiten deze muren. Hierbuiten heerst wanorde en dat veroorzaakt nog veel meer doden, ’zei Lucia vol medelijden en diepe droefheid, maar tevens verontwaardigd over het slechte beleid.
‘Mevrouw ik vraag het u niet nog eens, verlaat de zaal of ondervind de consequenties, ’zei de doge nu minder vriendelijk.
‘Dan aanvaard ik de consequenties, maar u moet weten dat ik mij niet zonder slag of stoot zal overgeven, ’zei ze met veel felheid.
‘Ach, laat haar toch blijven, wat kan het voor kwaad, ’zei Levantin die zeer geïnteresseerd naar de vrouw keek.
Lucia glimlachte op een manier die een aantal mensen in de zaal de koude rillingen bezorgde.
‘Laat ik mij voorstellen, ik ben Lucia Moirae en recentelijk verhuist uit Rome wegens de zwarte herinneringen. Ik ben weduwe, mijn man is gestorven aan een gruwelijke ziekte. Hij stierf aan de zwarte dood en als ik langer in Rome was gebleven zou ik ook gestorven zijn. Gestorven van verdriet, herinneringen en eenzaamheid, dus besloot ik te verhuizen met grootte pijn in mijn hart. Ik ben vastbesloten om deze raad bij te wonen. Wat mij is overkomen mag geen ander overkomen, hoewel het onvermijdelijk is en naar mijn oordeel doen jullie vrij weinig aan preventie van uitzaaiing, ’zei Lucia bekritiserend.
‘Wij proberen al het mogelijke dat wij kunnen, maar niets is toereikend genoeg, de dood blijft maar doorgaan. De lijken worden zo snel mogelijk vernietigd, verbrand of aan de zee gegeven. Mensen die besmet zijn worden door de pestmeester naar de pesthuizen vervoerd een daar verder behandeld, ’zei Nicolò rood aangelopen van woede.
6 december 1630 17de eeuw, in het dogepaleis, in de stad Venetië
Lucia was het zat, deze arrogante kwasten waren alleen maar aan het praten over koetjes en kalfjes. Terwijl buiten deze muren mensen het loodje legde.
Ze had op het moment de neiging hun allemaal te doden, maar dit liet ze achterwegen. Ze mocht immers haar missie niet in gevaar brengen.
‘Gaan we nog over zaken praten of is dit een theekransje, ’vroeg Lucia cru.
Allen edelen zwegen en keken haar stomverbaasd aan en haar botte opmerking was niet het enige wat hen tot zwijgen bracht.
Zij was de enige vrouw in deze zaal, een vrouw die de raad van de doge bijwoonde, een zeer uitzonderlijk geval. Deze vrouw, was de raadzaal zomaar binnengedrongen.
‘Mevrouw ik verzoek u om deze zaal te verlaten, deze zaal is alleen voor de tien hoge raadsleden, ’zei een man van in de zeventig volgens haar schatting.
‘Wie mag u dan wel zijn, ’vroeg Lucia bot en met opgetrokken wenkbrauwen.
‘Ik ben Nicolò Contarini, de doge en ik verzoek u nogmaals om deze zaal te verlaten, ’zei hij beleefd.
‘Ik zal niet vertrekken, ik ben hier om te praten over de slechte omstandigheden buiten deze muren. Hierbuiten heerst wanorde en dat veroorzaakt nog veel meer doden, ’zei Lucia vol medelijden en diepe droefheid, maar tevens verontwaardigd over het slechte beleid.
‘Mevrouw ik vraag het u niet nog eens, verlaat de zaal of ondervind de consequenties, ’zei de doge nu minder vriendelijk.
‘Dan aanvaard ik de consequenties, maar u moet weten dat ik mij niet zonder slag of stoot zal overgeven, ’zei ze met veel felheid.
‘Ach, laat haar toch blijven, wat kan het voor kwaad, ’zei Levantin die zeer geïnteresseerd naar de vrouw keek.
Lucia glimlachte op een manier die een aantal mensen in de zaal de koude rillingen bezorgde.
‘Laat ik mij voorstellen, ik ben Lucia Moirae en recentelijk verhuist uit Rome wegens de zwarte herinneringen. Ik ben weduwe, mijn man is gestorven aan een gruwelijke ziekte. Hij stierf aan de zwarte dood en als ik langer in Rome was gebleven zou ik ook gestorven zijn. Gestorven van verdriet, herinneringen en eenzaamheid, dus besloot ik te verhuizen met grootte pijn in mijn hart. Ik ben vastbesloten om deze raad bij te wonen. Wat mij is overkomen mag geen ander overkomen, hoewel het onvermijdelijk is en naar mijn oordeel doen jullie vrij weinig aan preventie van uitzaaiing, ’zei Lucia bekritiserend.
‘Wij proberen al het mogelijke dat wij kunnen, maar niets is toereikend genoeg, de dood blijft maar doorgaan. De lijken worden zo snel mogelijk vernietigd, verbrand of aan de zee gegeven. Mensen die besmet zijn worden door de pestmeester naar de pesthuizen vervoerd een daar verder behandeld, ’zei Nicolò rood aangelopen van woede.