Pagina 1 van 1

Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 05 mar 2012 21:05
door Aile
Ok, ik weet niet of ik alles goed heb begrepen over hergeschreven verhalen posten, maar dit is dus de hergeschreven versie van een oud verhaal van mij "De bloedrode vos" :)
Het begin is niet zo heel anders, tweede en derde (en verder) wel.
Veel lees plezier ;)


Hoofdstuk 1
De vreemdelingen


Het was een mooie lentedag in mei. De sleutelbloemen waren uitgebloeid, de vogeltjes zongen een prachtig lied en de lucht was in deze ochtend roodkleurig. Aan de rand van een bos bevond zich een grote, groene heuvel. Het gras wedijverde met het mos op deze heuvel, maar leek de strijd te verliezen. Achter de heuvel waren nog meer, veel verschillende, bloemen uitgebloeid. Paardenbloemen, sleutelbloemen, klaprozen, agave, narcissen en paarse- en blauwe distels. Deze bloemen vormden samen een prachtige bloemenzee. Tussen de heuvel en de bloemenzee in bevond zich een greppel. De grond was er droog en koud en er groeide haast niks anders dan jacobskruid. Deze greppel was de ontmoetingsplek van vele dieren.
Het bos was een prachtige plek en bewoond door vele soorten dieren, zoals vossen. De vossen hadden een groot territorium. Het hol was onder een reusachtige, oude eik gegraven en had een in- en uitgang, zodat ze ongezien konden vluchten als er gevaar dreigde.
Op de eik, de grond en de struiken rondom de holen, hadden de vossen urine achtergelaten. Dit was het teken dat dit hele gebied hun territorium was. De territoriumgrenzen waren onderling vastgelegd en daar hoefde zelden meer over gevochten te worden met andere inwoners van het bos.
Een volgroeide vos was maar weinig groter dan een flinke kat, hoewel hij door zijn lange vacht en dikke staart, vooral in de winter, groot kon lijken. Kenmerkend waren de amberkleurige ogen en de volle, borstelig behaarde staart. De vacht kon variëren van geel tot roodbruin; achter op de rug vaak donkerkleurig. Ze konden zelfs een zwarte of witte vachtkleur hebben. Bij de meeste vossen waren de poten en de achterkant van de oren zwart of donkerbruin van kleur.
Een mannetjesvos, ook wel een rekel genoemd, kwam uit het hol gekropen. Hij heette Red en had zijn naam te danken aan het feit dat zijn vacht helderrood van kleur was. Hij was de zoon van een dominante vos.
Elke ochtend moest hij eten zoeken voor hem en zijn metgezellen. Als hij aan het eind van de ochtend zonder eten thuis zou aankomen, kon hij een flinke beet van zijn vader verwachten, of een nog ergere straf.
Hij stak zijn lange, spitse snuit in de lucht. Hij rook iets. Iets vreemds, iets wat hij nog nooit eerder geroken had. Wat het ook was, hij wilde dit tot op de bodem uitzoeken, want hij was erg nieuwsgierig. Hij verliet het territorium en volgde zijn snuit richting de geur.
Niet veel later kwam hij aan bij een beek van hooguit vijftig centimeter breed, half verstopt door dotterbloemen en waterkers. Rondom deze beek groeiden paardenbloemen en madeliefjes, die tussen de plukken gras uitstaken.
Na ongeveer twintig meter kwam hij aan bij een tra in het midden van het bos. Op de grond lagen vreemde wezens te slapen. Red had deze wezens nog nooit gezien. “Het onbekende is altijd gevaarlijk”, werd er altijd tegen hem gezegd, maar misschien waren deze wezens aardig.
Red zette nieuwsgierig een paar passen in de richting van deze wezens. Nu kon hij ze goed bestuderen.
Ze waren lang en hadden geen vacht. Alleen op hun kop zat iets dat er op leek. Het was zo weinig dat Red dacht dat ze een lange winter niet zouden overleven. Of zouden ze, zoals sommige andere dieren in het bos, een wintervacht krijgen als het kouder werd? Dat zou verklaren waarom ze nu bijna kaal waren. Bijna, want om hun lijf hadden ze grote lompen zitten, waarvan Red niet wist hoe ze eraan gekomen waren. Hij kende de lompen niet en wist zeker dat ze niet in het bos te krijgen waren. Dat zou betekenen dat deze wezens niet uit het bos kwamen en misschien wel heel lang hadden gereisd om hier te komen. Daarom zouden ze misschien slapen.
Naast elk van hen, het waren er vier, lagen vreemde spullen, zoals een lange stok. Deze stokken waren niet helemaal van hout, want toen Red zijn snuit er tegenaan drukte voelde een deel ervan koud aan.
Hij trok zich snel terug, maar struikelde daarbij over één van de wezens.
Eén voor één werden ze wakker, met alle ogen op Red gericht.
‘Hé kijk!’ riep één van de wezens. ‘Dat mormel probeert vast ons eten te stelen!’
De vreemde wezens zagen er boos uit. Ze haalden hun stokken erbij en zette stappen in de richting van Red, die met zijn staart tussen zijn achterpoten en met zijn oren in zijn nek maakte dat hij wegkwam.
Zo snel als hij kon rende hij terug naar het hol. Hij keek een aantal keren om naar die vreemde wezens. Tot zijn verbazing, renden die wezens op twee poten! Dat had hij nog nooit eerder gezien. Gelukkig waren ze niet zo snel als hem.
Toen hij buiten adem aankwam, waarschuwde hij meteen de anderen. De vossen vluchtten het hol in. Ze gingen dicht tegen elkaar aanzitten en probeerden geen enkel geluid te maken. Reds vader, de dominante vos, ging zo dichtmogelijk bij de ingang zitten, wachtend op het gevaar.
Hij hoorde hen al vanaf een afstand aankomen. Ze hadden zo te zien Red zijn voetsporen gevolgd, want ze liepen meteen op het hol af.
Eén van de wezens ging op zijn hurken bij de ingang zitten. De vossen deinsden meteen achteruit.
‘Hij is hier vast naar binnen gegaan!’ zei hij tegen zijn metgezellen.
‘Vernietig de ingang!’ riep de ene.
‘Steek dat hol gewoon in de fik!’ riep een ander.
Het wezen haalde twijfelend, maar met een gemeen lachje, een vreemd, roodkleurig rechthoekig staafje erbij, die hij “een aansteker” noemde. Het wezen maakte een vreemde beweging met zijn hand en meteen daarna verscheen er een klein vlammetje uit het rechthoekje. Hij zette de plantjes en de wortels van de eik in brand. Het vuur breidde zich snel uit en een dikke laag rook drong het hol binnen.
‘Wegwezen hier!’ riep de dominante vos.
De vossen verlieten zo snel als ze konden het hol en vluchtten naar de heuvel aan de rand van het bos.
Vanaf de heuvel zagen ze hoe hun huis, en langzaam ook de rest van het bos, werd platgebrand.
Niet alleen de vossen moesten vluchten, ook allerlei andere inwoners van het bos, zoals de konijnen, eekhoorns, dassen, herten en wezels.
Reds metgezel, een jong vosje met bruinrood gekleurde vacht en met dezelfde zwarte oren en poten, ging dicht tegen hem aanzitten. Het was zijn kleine broertje Dummy. Naast Dummy, had Red ook nog een jongere broer genaamd Bitterzoet en een jongere zus genaamd Lupine. ‘Waar moeten we nu wonen?’ vroeg Dummy terwijl hij met zijn grote starende ogen naar het brandende bos keek, waarbij as, roet en sintels de lucht in stegen.
‘Ik weet het niet,’ zuchtte Red. Hij en zijn broertje keken naar de lucht. De zon was haast niet meer te zien door de dikke rook.
‘Maak je maar geen zorgen broertje,’ zei Red zacht. ‘Ik zal een nieuw huis voor ons zoeken.’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 06 mar 2012 11:13
door mena1998
Ik heb je vorige versie niet gelezen dus heb ik geen vergelijkingsmateriaal (schrijf je dat zo?). Maar wel mooi. Herschrijf snel verder ;)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 06 mar 2012 21:02
door Mooonie
Wat een origineel verhaal! :) Ik heb nog niet eerder een verhaal gelezen vanuit het perspectief van vossen. Wat zijn die mensen trouwens wreed zeg :(
Er vielen me een paar dingen op wat betreft de spelling en leestekens:
Achter de heuvel, waren nog meer, veel verschillende bloemen uitgebloeid.
Ik vind persoonlijk dat deze zin niet lekker wegleest. Ik zou de komma's op een andere plek zetten (of misschien zelfs wel weg laten):
Achter de heuvel waren nog meer, veel verschillende, bloemen uitgebloeid.
Hij trok zich snel terug maar struikelde daarbij over één van de wezens.
Ik zou een komma plaatsen voor 'maar'
Ze haalden hun stokken erbij zette stappen in de richting van Red, die met zijn staart tussen zijn achterpoten en met zijn oren in zijn nek maakte dat hij wegkwam.
Het eerste deel van de zin klopt niet helemaal, volgens mij mis je 'en':
Ze haalden hun stokken erbij en zette stappen in de richting van Red, die met zijn staart tussen zijn achterpoten en met zijn oren in zijn nek maakte dat hij wegkwam.
Ze hadden zo te zien Reds zijn voetsporen gevolgd, want ze liepen meteen op het hol af.
Dit is een beetje dubbelop. Volgens mij is het of 'Red zijn voetsporen', of 'Reds voetsporen'
Waar moeten we nu wonen?’ vroeg Dummy terwijl hij met zijn grote starende ogen naar het brandende bos keek, waarbij as, roet en sintels de lucht in stegen.
Deze zin loopt prima, je bent alleen het aanhalingsteken vergeten aan het begin ;)

Dat was het! Ik ben benieuwd waar dit verhaal heen gaat, schrijf snel verder! :)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 06 mar 2012 21:16
door Jenna
Kom ff langswaaien. Moet bekennen dat ik niet egt van dierenverhalen houdt. Maar die van jou spreekt me aan, het is heel origineel. Heb trouwens je vorige versie niet gelezen, dus zouden we kunnen zeggen dat het nog spannender is voor mij :P

Geen fouten gezien! Schrijf je verder?

XXxxJenna

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 06 mar 2012 21:32
door Aile
@Mooonie: Bedankt dat je er nog een aantal foutjes eruit hebt kunnen vissen, zal het meteen veranderen ;)

En het volgende hoofdstuk komt morgen, moet hem nog een beetje afwerken :)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 06 mar 2012 21:35
door -Maaike-
Ik geloof dat ik de eerste versie van dit verhaal heb gelezen, want het kwam me heel bekend voor! Dus ik ga deze zeker ook volgen :D
Leuk trouwens dat je hem herschrijft ^_^

Groetjes Maaike

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 10 mar 2012 20:41
door Aile
Sorry dat zo lang duurde! Ik had namelijk wat aan mijn darmen, maar dat probleem is nu opgelost :)
Ik had werkelijk geen idee hoe ik dit hoofdstuk moest noemen :/
Vragen, complimenten, kritiek is uiteraard allemaal welkom ;)


Hoofdstuk 2
De greppel

De zon ging langzaam onder. De schaduw van de bomen strekte zich uit over de grasvelden. Reds vader en andere dappere dieren zochten naar overlevenden in het bos. Red broedde in de tijd dat zijn vader weg was, een plan uit. Hij wilde samen met broers en zus opzoek gaan naar een nieuw geschikt huis, zonder zijn vader. Red zou namelijk binnenkort volwassen worden, wat zou betekenen dat hij door zijn vader uit de groep zou worden verjaagd, dat was een gewoonte bij rekels, alleen de moervossen mochten hun hele leven lang in de groep blijven, want zij konden zorgen voor de pups.
Alle vossen moesten zich na maansopgang in de greppel achter de heuvel verzamelen. Red en Dummy bevonden zich in die greppel, wachtend op de anderen. Dummy lag daar vredig te slapen, met het puntje van zijn staart tegen zijn kleine snuit aangedrukt en zijn oren bewogen soms heen en weer omdat er een bij of hommel voorbij zoemde. Hij leek net een klein hoopje wol.

Het was na maansopgang. De sterren verschenen en de velden werden verlicht door de volle maan. Dummy werd net wakker en ging naast Red zitten.
Het was doodstil op de velden en de tijd vloog voorbij. Red gaf de hoop al bijna op. Bitterzoet en Lupine waren vast bang dat hun vader ze wat aan zou doen als ze met Red meegingen. Even later hoorde Red voetstappen. Hij spitste zijn oren en vroeg: ‘Wie is daar?’ op een fluisterende toon.
‘Ik ben het, Bitterzoet,’ zei de gedaante toen hij over de rand van de greppel gluurde. Hij keek naar Red met zijn lichtgele ogen, die in de duisternis net licht leken te geven. Zijn vacht was bruinrood van kleur. In het donker leek het zelfs helemaal zwart. De vos gleed naar beneden en kwam tot stilstand net voor Dummy zijn neus. Hij, Dummy en Lupine waren even oud, al merkte je daar haast niks van. Dummy was namelijk de laatste – en de kleinste van het nest.
‘Bitterzoet,’ lachte Red. ‘Fijn je te zien.’
‘Hetzelfde,’ zei Bitterzoet.
‘Komt Lupine ook?’ vroeg Red op een fluistertoon.
‘Dat weet ik niet,’ antwoordde zijn broertje. ‘Ik heb haar net nog bij vader gezien.’
‘Laten we nog maar even wachten dan,’ besloot Red.
Een paar tellen later hoorde Red iets, of iemand aankomen. Ook hoorde hij een boze, bekende stem. Een vossenkop gluurde over de rand van de greppel. Het dier keek Red boos aan met zijn donkerbruine ogen. Naast de gedaante verscheen ook een andere vossenkop, deze was kleiner en smaller en had een vriendelijkere uitstraling.
Het waren Reds vader en Lupine. De jonge moervos gleed de greppel in.
‘Oh Red!’ zei ze zacht. ‘Het spijt me zo! Vader is me gevolgd!’
‘Het is niet jouw schuld Lupine,’ zei Red.
De dominante rekel kwam er ook bijstaan. Dreigend gromde hij naar Red. ‘Zo, Jij wilt dus zonder mijn toestemming mijn kinderen meenemen? Hoe durf je!’
De dominante rekel liet zijn tanden zien, plaatste zijn oren zijdelings en gromde. Dit was typisch het gedrag van een agressieve vos. Red hield zijn oren naar achteren en zette een aantal kleine passen achteruit. Zijn vader volgde hem en gromde, toen deed hij zijn bek wagenwijd open en maakte zich groot. Red hield zijn staart tussen zijn poten en hield lichtjes zijn ogen dicht.
‘Laag!’ schreeuwde zijn vader. ‘Blijf laag aan de grond! Zodat ik je niet meer hoef te zien of ruiken!’
Red maakte zich klein en liet zich langzaam zakken naar de grond. Dummy, Bitterzoet en Lupine keken hulpeloos toe hoe hij door zijn vader werd gestraft.
‘Hou op,’ zei Dummy zacht terwijl er tranen over zijn wang rolden. ‘Hou op!’
Meteen nadat de kleine vos dat zei, hield de dominante vos ermee op en kwam Red weer overeind.
De dominante vos zag er geschrokken uit, en rende richting het afgebrande bos.
‘Blijf hier,’ zei Red tegen zijn broertjes en zusje. ‘Ik zal even met hem praten.’
Hij klom uit de greppel en volgde het geurspoor van zijn vader.
Toen Red bij het bos aankwam, geloofde hij zijn ogen niet. Het leek wel alsof hij in de hel was beland. Hier en daar lagen onder het puin lichamen van verschillende dieren, ook waren alle holen ingestort. Toen hij bij het oude territorium aankwam, zag hij zijn vader voor de oude, brandende eik zitten, met daaronder het halfingestorte hol.
‘Ik weet best dat u het niet zo bedoelde,’ zei Red toen hij naast zijn vader kwam zitten.
‘Het spijt me,’ zei de dominante vos zacht. ‘Ik besef nu pas dat ik een vreselijke vader voor je ben geweest.’
‘Weet u wat voor wezens dat waren?’ onderbrak Red.
Zijn vader zuchtte. ‘Dat waren mensen,’ zei hij zacht.
‘Mensen?’ herhaalde Red. ‘Die naam komt me vreemd genoeg bekend voor, maar het is allemaal vaag voor mijn ogen.’
‘Je hebt ze ook een keer gezien, toen je nog een jonkie was,’ zei zijn vader. ‘De mensen jagen op ons om verschillende “zogenaamde” redenen. Omdat wij hun eten stelen, omdat we op hun kippen jagen, enzovoort. En dankzij de mens verloren jullie je moeder..’
Er viel een doodse stilte. Red had zijn vader nog nooit zo emotioneel gezien, behalve dan op de dag van zijn moeders dood. Alle herinneringen kwamen langzaam naar boven. Hij zag voor zijn ogen zijn moeder met een mannetjesfazant in haar bek, rustig lopend over het met bladeren bedekte bospad. Ze was onderweg naar het hol, Bitterzoet, Lupine en Dummy eten te geven, in die tijd waren zij nog maar twee weken oud. Red en zijn vader moesten voor hun eigen voedsel zorgen, de drie jonkies waren nu namelijk nog afhankelijk van hun moeder. In die tijd konden Red en zijn vader het nog goed met elkaar vinden. Elke ochtend gingen ze met zijn tweetjes op jacht, en daarna pasten zij op de jonkies. Zijn moeder kwam altijd aan het einde van de middag terug met het eten voor de drie kleintjes, maar één dag maakte daar een verandering in.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 11 mar 2012 01:10
door Jenna
Sorry regeageer super laat, moet slapen maar dacht eerst ff je verhaal lezen. :P
Hmm Red's plan was bijna gelukt.. Jammer dat zijn vader erachter kwam, maar zou wel heel erg lullig zijn als hij zijn vader alleen liet. Wat zielig dat Red geen moeder meer heeft, drm is die vader zo streng.
Ga verder, je was net bij een spannend stukje !!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 11 mar 2012 11:12
door Rubenorignal
hallo,

Allereerst een erg origineel verhaal ik ben nog geen verhaal tegen gekomen over dieren. :super

Een paar dingen die mij opvielen.
Je maakt af en toe hele korte zinnen en dan een paar achter elkaar, en persoonlijk vindt ik dat niet zo lekker lezen. omdat je dan net de zin hebt en dan komt er weer een punt.

Ook viel me op dat je een van de weinige bent die daadwerkelijk verteld hoe je hoofdpersoon eruit ziet op de manier van rode vacht, zwarte oren. Daar is natuurlijk niets verkeerds aan maar het zou misschien leuker zijn als je het niet zo zou zeggen maar meer iets van

Dummy stond achter zijn grote broer Red en keek naar zijn glimmende rode vacht, zijn ogen gleden verder naar boven en hij zag red zijn mooie zwarte oren.

deze manier is natuurlijk niet perfect maar het is een voorbeeldje.

Verder heb ik eigenlijk niets gezien spelling was in orde interpunctie ook. :app:
Ik heb de eerste versie niet gelezen dus heb geen vergelijkingsmateriaal maar ja deze versie is vast en zeker wel beter.

Greetzz :)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 11 mar 2012 11:16
door Mooonie
Leuk stuk! Jammer voor Red dat zijn plannentje mislukte. Ben benieuwd wanneer hij weg moet.
Ik kwam een paar foutjes tegen:
De vos gleed naar beneden en kwam tot stilstand net voor Dummy’s zijn neus.
Dit is eigenlijk een beetje dubbelop. Het is of 'Dummy's neus', of 'Dummy zijn neus'
‘Ik heb haar toen net nog bij vader gezien.’
Deze zin klopt niet helemaal. 'Toen net' hoort 'daarnet' te zijn, of je kan 'toen' weglaten, dan krijg je:
‘Ik heb haar net nog bij vader gezien.’
Red en zijn vader moesten voor hun eigen voedsel zorgen, de drie jonkies waren nu nog namelijk afhankelijk van hun moeder.
Het tweede deel van deze zin loopt niet zo lekker. 'Nu nog namelijk' klopt niet helemaal. Ik zou 'namelijk' en 'nog' omdraaien:
Red en zijn vader moesten voor hun eigen voedsel zorgen, de drie jonkies waren nu namelijk nog afhankelijk van hun moeder.

Dat waren de foutjes, zijn maar kleine dingetjes ;) Ik heb nog één tip voor je. Probeer 'zei' en synoniemen daarvan (zoals riep, zuchtte, gromde etc.) te vermijden. Natuurlijk kun je het af en toe gebruiken, maar nu geburik je het erg vaak. Je kunt proberen om uit de context duidelijk te maken wie wat zegt. Bijvoorbeeld:

De dominante rekel kwam er ook bijstaan.
‘Zo,’ gromde hij. ‘Jij wilt dus zonder mijn toestemming mijn kinderen meenemen? Hoe durf je!’

Het kan ook zo:
De dominante rekel kwam er ook bijstaan. Dreigend gromde hij naar Red.
‘Zo, Jij wilt dus zonder mijn toestemming mijn kinderen meenemen? Hoe durf je!’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 13 mar 2012 10:42
door -Maaike-
Wat sneu dat die vader zo'n agressieve vos is :( Dat komt vast door de dood van hun moeder..

Nu alles zo verbrand is, vraag ik me af of die vader meegaat op zoek naar een nieuwe plek : )

Ga zo door!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 05 apr 2012 16:35
door Aile
Sorry dat het zo lang duurde! Ik zat nogal vast :S
Maar hier is dan hoofdstuk 3.
Enjoy!
----------------------------------------------------------------------------

Hoofdstuk 3
Een herinnering met tranen

Flashback
Het was een warme dag. Red en zijn vader zaten voor de ingang van het hol, en wachtten al een hele tijd op de terugkomst van de moedervos.
De kleine Red keek met zijn grote, bezorgde ogen naar zijn vader. ‘Wanneer komt mama terug?’
‘Ze zal zo wel komen,’ antwoordde zijn vader, die dezelfde bezorgde blik had in zijn ogen.
Red hoorde zijn kleine broertjes en zusje piepen van de honger. Bitterzoet en Lupine waren haast niet te onderscheiden, maar Dummy viel al meteen op, hij was namelijk veel kleiner dan de andere twee. De drie vosjes hadden een gitzwarte vacht, stompe snuitjes en kleine oren. De jonkies waren al gespeend, wat betekende dat ze geen moedermelk meer hoefden, maar de moedervos moest het eten wel eerst voorkauwen.
Opeens klonk er geschreeuw, gevolgd door drie harde knallen. Red deinsde achteruit en de jonkies begonnen steeds harder te piepen.
Red ging weer snel naast zijn vader zitten, met een stem trillend van angst. ‘W..w..wat was dat, papa? Dat klonk als mama!’
Red keek in zijn vaders ogen, opzoek naar antwoorden. Zijn ogen stonden nog bezorgder als even geleden, dat zei wel wat. Het was duidelijk dat er iets was gebeurd met de moedervos.
‘Red, let goed op je broertjes en zusje, ik ga jullie moeder zoeken.’
De dappere rekel verliet het hol.
‘Wees voorzichtig!’

De avond brak aan. De drie jonkies waren in slaap gevallen, en Red wachtte nog steeds trouw op de terugkomst van zijn ouders. Hij was moe, maar kon maar niet in slaap komen met het feit dat zijn ouders in gevaar konden zijn. Hij liep naar de uitgang van het hol en keek naar de door de maan verlichte duisternis om zich heen. Er was geen teken van de moervos of van de rekel, daarom besloot Red om naar zijn ouders te gaan zoeken.
Hij keek even naar zijn broertjes en zusje, die lagen nog vredig te slapen. Met kleine, muisstille stapjes verliet Red het hol en volgde het bospad. Het was er doodstil, te stil.
Opeens werd de stilte verbroken door geritsel achter een bosje. Red schrok, en keek achterom. Hij zag iets, of iemand bewegen. Red probeerde te achterhalen wat datgene kon zijn. Hij zette nieuwsgierig een klein stapje in de richting van het bosje en probeerde de geur van het wezen op te snuiven. Al vrijsnel kwam hij erachter wat dat ding was. Geen vriend of bontgenoot, dat was wel duidelijk. Uit angst deed Red zijn oren naar achter en zijn staart tussen zijn pootjes. Het wezen kwam achter het bosje vandaan, met zijn lichaam verlicht door het maanlicht. Het was een hond, en niet zomaar een hond. Het was een grote jachthond.
Red maakte dat hij wegkwam. Zo snel als zijn kleine pootjes dat konden, volgde hij het bospad.
Uiteindelijk kwam hij aan bij een tra in het midden van het bos. Aan de andere kant zag hij de achterkant van een vos, die hem wel heel bekend voor kwam.
‘Papa!’
Red rende opgewonden naar de vos tegenover hem. Toen hij dichtbij zijn vader was, zag hij voor de rekel nog een andere vos. Deze vos lag languit op de grond. Haar ogen waren gesloten, en uit haar zij kwam een sliert bloed. Het was zijn moeder.
‘Papa?’ vroeg Red. ‘Wat is er met mama?’
De rekel keek naar zijn zoon. ‘Ga weg,’ zei hij zacht. ‘Maak dat je hier wegkomt.’
Red schrok een beetje van het antwoord van zijn vader. Hij hoorde angst en verdriet in zijn stem. Zo had hij zijn vader nooit gezien.
‘Ga weg,’ herhaalde de rekel.
Red deed wat zijn vader zei, en keerde terug naar het hol. Deze keer was er gelukkig geen spoor meer te bekennen van de jachthond, het bos leek weer veilig.

Toen Red bij het hol aankwam, lagen de drie jonkies nog als een blok te slapen. Even later kwam ook zijn vader weer thuis, nog niet ontkomen van de schrik. Hij keek met een boze, maar tegelijkertijd ook een teleurstellende blik naar zijn zoon.
‘Red, waarom verliet je het hol?’ vroeg hij. ‘Er lopen hier honden rond, je had wel dood kunnen zijn!’
‘Sorry papa maar…’
‘Je hebt me diep teleur gesteld,’ onderbrak zijn vader hem. ‘En tegelijkertijd, bracht je ook nog eens je broertjes en zusje in gevaar!’
De dominante rekel liep naar Red, en liet zijn klauwen en tanden zien. Red keek in zijn vaders ogen, die gevuld waren met woede en verdriet. De kleine vos bleef laag aan de grond en verstopte zijn gezicht achter zijn voorpootjes. Hij was bang, en wist niet wat hij kon verwachten.
Hij werd door zijn vader opgepakt bij zijn nekvel en werd een aantal keer flink heen en weer geschud. Daarna gooide zijn vader hem met een zwaai hard op de grond.
De kleine vos stond langzaam, en met veel moeite op. Zijn nek bloedde, en hij barstte in tranen uit.
Zijn vader keerde hem de rug toe.
‘Je moeder komt nooit meer terug,’ was het enige wat hij nog zei tegen zijn zoon. ‘De mens heeft dit gedaan.’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 05 apr 2012 20:56
door Xatham
Hey Alie!
Wat me opvalt als ik je verhaal lees is dat je wat betreft grammatica, spelling en originaliteit op een zeer hoog peil zit. Daarom ben ik op andere punten vrij kritisch gaan kijken.
Wat ik wel een klein beetje mis is spanning, die je onder andere kan bereiken door iets meer in detail te treden op sommige punten. Probeer meer emoties weer te geven, geef de gedachtes van je hoofdpersonen weer etc. Details zijn een moeilijk punt voor elke schrijver maar ik weet zeker dat je door veel te oefenen dit goed kunt trainen.
Wat me verder ook direct op viel was dat je de vossen vrij menselijk beschrijft. Kunnen vossen praten? Gebruiken vossen dezelfde begrippen als mensen? Op een punt vergeleek je de opgerolde Dummy met een hoopje wol, maar ik denk niet dat vossen veel van wol weten en ik denk eerder dat zij een hoopje wol voor een opgerolde vos aan zien. Snap je wat ik bedoel? Probeer je in de vos in te leven. Vergeet als je schrijft even dat je een mens bent. Dingen die voor een mens vanzelfsprekend zijn hoeven voor een mens niet vanzelfsprekend te zijn. En als je dingen met elkaar vergelijkt of dingen probeer te benoemen, ga dan op zoek naar een natuurlijke gelijkenis in plaats van een menselijke.

Paar concrete dingetjes nog:
Op de eik, de grond en de struiken rondom de holen, hadden de vossen urine achtergelaten. Dit was het teken dat dit hele gebied hun territorium was. De territoriumgrenzen waren onderling vastgelegd en daar hoefde zelden meer over gevochten te worden met andere inwoners van het bos.
Een volgroeide vos was maar weinig groter dan een flinke kat, hoewel hij door zijn lange vacht en dikke staart, vooral in de winter, groot kon lijken.
De overgang tussen deze twee alinea's is een beetje vreemd. Aan het eind van de vorige alinea heb je het als laatste over 'andere inwoners van het bos' en het eerste waar je dan weer op doorgaat is de 'vos' zelf. Ik zou de eerste alinea eindigen met als onderwerp 'een vos' of een stukje tussen deze twee alinea's invoegen.
Als hij aan het eind van de ochtend zonder eten thuis zou aankomen, kon hij een flinke beet van zijn vader verwachten, of een nog ergere straf.
Als je het hebt over 'een nog ergere straf' zou ik daar dan ook wel een voorbeeld van willen weten naast de flinke beet die kennelijk nog een milde straf is.
Elke ochtend moest hij eten zoeken voor hem en zijn metgezellen. Als hij aan het eind van de ochtend zonder eten thuis zou aankomen, kon hij een flinke beet van zijn vader verwachten, of een nog ergere straf.
Hij stak zijn lange, spitse snuit in de lucht.
Ook deze alinea's zou ik wat meer aan elkaar koppelen. Klein ideetje:
Zo stak hij zijn lange, spitse snuit in de lucht.
Dat zou verklaren waarom ze nu bijna kaal waren. Bijna, want om hun lijf hadden ze grote lompen zitten,
'Bijna kaal' en 'bijna' contrasteren een beetje met het woordje 'grote' voor 'lompen'. Ik zou voor één van de twee kiezen.
De vreemde wezens zagen er boos uit. Ze haalden hun stokken erbij en zette stappen in de richting van Red,
'Ze' is meervoud dus 'zette' moet 'zetten' zijn.
De vossen verlieten zo snel als ze konden het hol en vluchtten naar de heuvel aan de rand van het bos.
Vanaf de heuvel zagen ze hoe hun huis, en langzaam ook de rest van het bos, werd platgebrand.
Hier gaat het verhaal qua tijd in een soort van mega-stroomversnelling. Ik denk dat het mooier was geweest als je dit dramatischer had beschreven.
‘Ik weet het niet,’ zuchtte Red. Hij en zijn broertje keken naar de lucht. De zon was haast niet meer te zien door de dikke rook.
‘Maak je maar geen zorgen broertje,’ zei Red zacht. ‘Ik zal een nieuw huis voor ons zoeken.’
Hier is het wat vreemd dat in de ene zin Red het nog niet weet terwijl hij in de andere zin al zelfverzekerd genoeg is om te zeggen dat zijn broertje zich geen zorgen hoeft te maken. En waar zijn andere vossen, de dominante vos bijvoorbeeld?
Hij wilde samen met broers en zus opzoek gaan naar een nieuw geschikt huis, zonder zijn vader. Red zou namelijk binnenkort volwassen worden, wat zou betekenen dat hij door zijn vader uit de groep zou worden verjaagd, dat was een gewoonte bij rekels, alleen de moervossen mochten hun hele leven lang in de groep blijven, want zij konden zorgen voor de pups.
Ik zou voor 'broers' en 'zus' het woordje 'zijn' toevoegen. Verder is de tweede zin een beetje mosterd na de maaltijd informatie. Mooier zou geweest zijn als je eerst verteld zou hebben dat hij binnenkort volwassen wordt etc. en dan komt met de conclusie/gevolg dat hij dus opzoek gaat naar een nieuw huis zonder zijn vader.
Ze was onderweg naar het hol, Bitterzoet, Lupine en Dummy eten te geven,
Voor mijn gevoel mist hier ergens na de eerste komma het woordje 'om'.
Flashback
Als je een flashback geeft, zet je dat er meestal niet bij, maar maak je in het stukje duidelijk dat het om een flashback gaat door bijvoorbeeld in de verleden tijd of de voltooid verleden tijd te schrijven.
Deze keer was er gelukkig geen spoor meer te bekennen van de jachthond, het bos leek weer veilig.
Wat is er dan met die jachthond gebeurt? Hoe is Red hem kwijt geraakt?

Verder kan ik nog zeggen dat je je goed verdiept hebt in informatie over de vos. Dat een vos door middel van urine zijn territorium kenbaar maakt bijvoorbeeld, wist ik nog niet. Dat feitje heb je heel leuk in je verhaal verwerkt.

Hopelijk heb je wat aan mijn feedback en mocht je nog vragen hebben kun je dat altijd via een PB'tje doen of de vraag stellen in het tipp-ex team board.

Groetjes,
Xatham
Namens het tipp-ex team

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 08 apr 2012 00:34
door Aile
@Xatham: Heel erg bedankt voor je feedback! :)
Ik zal morgen (wat eigenlijk al vandaag is xD) de foutjes eruit halen ;)

Ik post (denk ik) in de middag hoofdstuk 4. Hoofdstuk 4 is al ver af, ik moet alleen nog de puntjes op de i zetten als jullie begrijpen wat ik bedoel :P

Xxx Aile

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 08 apr 2012 15:11
door Aile
Hier is dan hoofdstuk 4 zoals beloofd :)
Enjoy!
------------------------------------------------------------

Hoofdstuk 4
Het begin van de reis

Red zag weer het afgebrande bos en zijn vader voor zich. Zonder ook maar gedag tegen zijn vader te zeggen verliet hij het territorium en ging weer terug naar de greppel. Eenmaal aangekomen, besloot Red om te vertrekken.
Een voor een verlieten de vossen de greppel en doorkruisten de bloemenzee. Door het hoge gras wat tussen de bloemen groeide, kon je alleen de puntjes van hun oren zien. Opeens hoorde de vossen een bekende stem.
‘Wacht op mij! Ik ga ook mee!’
De vossen spitsten hun oren, draaiden om en stonden doodstil midden in de bloemenzee. In de verte zagen ze hun vader. Hij rende zo snel als hij kon naar zijn kinderen toe.
‘Wat is er?’ vroeg hij hijgend toen alle ogen op hem gericht waren.
Red liep naar hem toe. ‘Ik had niet verwacht dat je mee zou gaan.’
‘Nee ik ook niet,’ zei Zilvervlies. ‘Maar ik kan mijn kinderen toch niet alleen laten?’
Er verscheen een lach op Reds gezicht. Het leek erop dat zijn vader eindelijk het licht weer had gezien.
‘Laten we maar weer verder gaan.’
De vossen liepen weer verder en kwamen uiteindelijk aan bij een open veld. Er was geen ander dier te bekennen, dat kwam omdat het er heel gevaarlijk was. Er waren geen bomen of struikjes waar de dieren zich konden verstoppen als er gevaar dreigde. Om de zoveel tellen, hoorden de vossen een kraai of een uil.
Niemand wist precies waar ze naartoe gingen. Zelfs Red niet. Hij luisterde naar de stemmen in zijn hoofd, of volgde een vreemde geur, als hij die rook. Zijn neus was zijn gids. Dwalend en bij elkaar blijvend liepen de vossen over het veld. In de verte, zo’n vijfhonderd meter van hen vandaan, zag Red een bos. Hij besloot daar naartoe te gaan, want hij was erg nieuwsgierig, en wilde weten wat er daar te beleven viel.
Het begon tegen maansondergang te lopen toen ze bij het bos aankwamen. Er hing er een geur van vochtige bladeren en het was er pikkedonker en erg stil. Te stil.
Niemand durfde iets te zeggen, want misschien lagen er jachthonden op de loer. De stilte en de afwezigheid van dieren zorgden ervoor dat Red en zijn metgezellen nauwelijks adem durfden te halen. Stilte betekende bijna altijd gevaar en vele dieren wisten dat uit ervaring.
Al snel had iedereen door dat ze verdwaald waren, niemand had echter de moed om de woorden hardop uit te spreken. Steeds liepen ze langs dezelfde reusachtige eik, opnieuw, opnieuw en opnieuw.
Toen rook Red iets, een bekende geur. De geur van waterkers. Zijn metgezellen volgden hem, en ze kwamen aan bij een tra midden in het bos, aan een rivier van minstens zes meter breed.
‘We moeten hem oversteken,’ zei Red. ‘Weet iedereen zeker dat ie dat kan?’
Dummy, die nog nooit had gezwommen, begon te trillen en keek met zijn grote starende ogen naar het water.
‘Ik kan niet zwemmen!’ snikte hij.
‘Oh Dummy, probeer het! Ik weet dat je het kunt,’ zei Red. ‘Zo moeilijk is het helemaal niet. Het valt echt reuze mee!’
Dummy slikte.
‘Maar wat nou als er aan de overkant een gevaarlijk beest rondloopt?’
Even viel er een stilte, Red durfde hier geen zeker antwoord op te geven.
Bitterzoet zette een stap naar voren. Alle ogen waren op hem gericht.
‘Ik wil wel als eerste de rivier oversteken,’ zei hij. ‘Dan kan ik kijken of het aan de overkant wel veilig is.’
Bitterzoet liep dwars door de dotterbloemen en waterkerst het water in. Hij zwom zo snel als hij kon naar de overkant. Hij was een hele goede en snelle zwemmer. Als je hem in het water zou zien, zou je bijna denken dat hij zwemvliezen zou hebben.
Nog voor dat Red zijn naam kon zeggen, bereikte Bitterzoet al de overkant. Hij keek om zich heen en spitste zijn grote oren. Na een tijdje liet hij merken dat het veilig was.
Eén voor één gingen de vossen het water in.
Het zwemmen ging moeiteloos. Behalve bij eentje dan. Dummy kwam maar net met zijn kop boven water en hij spartelde wild met zijn korte pootjes. Toen de anderen de overkant hadden bereikt, was Dummy nog niet eens op de helft, maar hij bleef doorzetten. Toen hij eindelijk op de helft was, ging hij kopje onder. Red dook meteen weer het water in en zwom zo snel als hij kon naar zijn kleine broertje.
Hij pakte hem beet bij zijn schoudervel en trok hem met een ruk omhoog. Dummy’s ogen waren gesloten, maar Red voelde zijn hart nog kloppen. Met Dummy in zijn bek, zwom hij terug naar de overkant. Daar zette hij zijn broertje voorzichtig op de grond.
Langzaam opende Dummy zijn ogen.
‘Laat me nooit meer zo schrikken!’ hijgde Red.
Dummy kwam dicht tegen hem aan zitten en snikte.
‘Ik was zo bang! Ik dacht dat ik dood ging!’
‘Het is al goed,’ zei Red die zijn broertje gerust probeerde te stellen.
De vossen gingen weer verder met hun reis. Het einde van het bos was al in zicht, ze hoefden misschien nog maar vijftig meter te lopen. Ze schrokken van een bloedend lichaam van jong konijn, wat midden op het pad lag. Het arme dier was helemaal open gekrabd. Red kwam dichterbij het lijk en besnuffelde het. ‘Arm dier,’ zei hij. ‘Hij is gedood door een grote hond.’
Hij snuffelde ook rondom het lijk.
‘En dat is nog niet alles,’ zei hij tegen zijn metgezellen. ‘Diezelfde hond is nog hier in de buurt..’
Uit de bosjes kwam hij dan tevoorschijn; Een grote, sterke hond. Met scherpe klauwen en een hatende blik in zijn bijna zwarte ogen. Red ging meteen in de vechthouding staan en liet zijn tanden zien, terwijl de andere vossen zich verstopten in de dichtstbijzijnde struik.
De grote jachthond kwam recht op de rode vos afgerend. Even voelde Red angst. Het woeste beest die wel minstens twee koppen groter was dan hijzelf, was misschien wel sterk genoeg om zijn hele strot door te bijten.
De hond sperde zijn bek wijd open en probeerde de vos in zijn nek te bijten. Red dook net op tijd opzij, maar meteen daarna beukte de hond hem omver. Tien tellen lang bleef de vos roerloos op de grond liggen. De hond liep naar hem toe en sperde zijn bek weer open om de vos te kunnen bijten.
Opeens klonk er gefluit, waarop de hond reageerde. Hij keek daarna naar Red en gromde.
‘Je hebt dit keer geluk Langstaart, maar als ik je weer tegenkom wordt het je dood!’

---------------------------------------------
Nog wat onzinnige feiten over dit hoofdstuk:
- Het had al vrijdag af kunnen zijn, maar ik had het "te druk" met mijn Kingdom hearts :P
- De hond aan het einde van dit hoofdstuk, was in de originele versie een beer.
- Ikzelf vind dit hoofdstuk niet zo denderend, vooral het einde, dus als iemand een suggestie heeft voor een goed einde kun je die altijd hier plaatsen :)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 09 apr 2012 15:43
door -Maaike-
Als je de hond beter vindt in je vorige versie, waarom plak je die dan niet in deze versie? Je verbetert toch alleen datgene waar je niet tevreden over bent? :P
Ik vind dit hoofdstuk wel goed :) Al snap ik wel waarom je het niet zo denderend vindt. Behalve de grote enge hond, gebeurt er niet zo heel veel, maar ik vind dat niet storend :)

Ga zo door!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 12 apr 2012 21:10
door Aile
Zoals sommige misschien weten, ga ik aanstaande maandag naar Italië. Dan ben ik vijf dagen weg, wat betekend dat ik dus 5 dagen niks kan posten. Ik zal proberen om daarom dit weekend nog een hoofdstukje te kunnen plaatsen, maar ik weet niet of ik daar de puf voor heb, aangezien ik eerst nog wat foutjes uit de vorige hoofdstukken eruit ga pikken, en sommige stukjes wat beter ga proberen te beschrijven.

Zo, even een kleine mededeling :P

Xxx Aile

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 22 apr 2012 19:41
door Aile
I'm back! ^^
Voortaan ga ik de hoofdstukken in delen posten, want straks worden hoofdstukken misschien van 5 tot 10 wordpagina's lang, en dat lijkt me nogal onprettig lezen voor jullie xD
Hier het eerste stukje van hoofdstuk 5 :)
Enjoy
-----------------------------------------------------------------------------------------

Hoofdstuk 5
Slachtpartij

De avond was aangebroken. De vossen waren nu een dag onderweg, opzoek naar een nieuw geschikt leefgebied. Ze besloten uit te rusten bij een boerderij. De vossen begonnen meteen de omgeving te verkennen. Bitterzoet ging opzoek naar bessen, bramen of zelfs frambozen die de anderen niet hadden opgemerkt, terwijl Lupine zocht naar een lekkere veldmuis. Dummy krabde met zijn kleine pootjes achter zijn oren en dronk daarna water van een regenplas. Een hommel vloog naar een paardenbloem die achter hem stond, de kleine vos hoorde het gezoem en maakte een klein sprongetje in de lucht en draaide zich daarna meteen om. Hij kwispelde met zijn pluizige staart en rende speels achter de wegvliegende hommel aan.
Red en zijn vader namen plaats onder een reusachtig voorwerp op vier grote wielen. De oude rekel legde uit dat de mensen dit een “tractor” noemden. Red was heel erg verbaasd over wat zijn vader allemaal wist over de mensen en hun creaties. Vanaf die plek keken ze uit over de boerderij. Helemaal aan de linkerkant van het erf stond een groot, lichtblauw geverfde kippenhok.
‘Bij maansopgang is het zover,’ fluisterde de oude rekel. ‘Je gaat je eerste kip vangen.’
Reds ogen waren gericht op zijn vader. ‘Waarom pas bij maansopgang? Kan het niet nu?’
Zijn vader schudde heftig met zijn kop. ‘Nee,’ antwoordde hij. ‘De mensen kunnen bijna niets zien in het donker, dan zijn wij in het voordeel.’
Red keek naar het boerderijhuisje. Voor de ingang zag hij twee grote honden.
‘Wees maar niet bang voor hen. Ze zijn dommer dan dat ze eruit zien,’ grinnikte zijn vader. ‘Zolang we uit het zicht blijven doen ze ons niks.’

De zon ging onder en maakte plaats voor de volle maan en de sterren. Red en zijn vader verlieten de tractor en de andere vossen. Ze slopen van struik naar struik en kwamen zo steeds dichter bij het kippenhok. Red keek nog eens goed naar de twee honden. Ze hadden een bruine vachtkleur en de ene was net iets groter en breder dan de ander. De grootste droeg een rode halsband, de ander een groene.
‘Nu moeten we voorzichtig zijn,’ fluisterde de oude rekel. ‘We zijn nu binnen hun bereik.’
Hij drukte zijn buik tegen de koude aardbodem en legde zijn oren in zijn nek. Red deed precies hetzelfde.
‘Zorg dat je dicht bij me blijft,’ fluisterde zijn vader.
De twee vossen renden naar het volgende struikje. Ze waren nu nog maar één struik verwijderd van het kippenhok.
Opeens renden de twee honden af op het struikje waar de vossen zich achter verstopten. Tegelijkertijd ging de deur van het oude boerderijhuis open. De honden draaiden zich meteen om en renden kwispelend naar binnen. Nadat de twee honden verdwenen door de voordeur, scheen hun baas met een zaklamp bij het struikje, en deed daarna de deur weer dicht.
‘Dat scheelde niks,’ fluisterde Red.
De twee vossen renden zo snel en stil mogelijk naar het kippenhok. Ze hoorden geen geluid, de kippen lagen waarschijnlijk te slapen.
Red keek naar het gigantische hok. ‘Hoe komen we binnen?’ vroeg hij aan zijn vader.
‘Kijk en leer.’

----------------------------------------------------------------------------------

Niet zo'n heel spannend begin van het hoofdstuk i know :P
Tips, kritiek, commentaar, ideeën? Alles is welkom ;)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 23 apr 2012 18:53
door chocoladetoetje
tot nu toe is het een heel leuk verhaal
ik hoop dat het ook zo blijft
-xxx- je lieve vriendinnetje :super

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 23 apr 2012 18:56
door Aile
Bedankt dat je me verhaal volgt Inge ^^
Als je kritiek hebt, of denkt dat er iets beter kan, kun je dat altijd zeggen ;)

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 24 apr 2012 21:15
door Aile
Hier is het tweede deel van Hoofdstuk 5,
Veel leesplezier ;)

--------------------------------------------------------------


Zijn vader liep naar het gaas toe en begon te graven. Het gat werd niet diep, dat zou anders teveel opvallen.
De oude rekel kroop door het gat. Hij paste er maar net doorheen.
‘Kom!’ de oude rekel liep naar binnen.
Red wurmde zich door het gat. Hij keek zijn ogen uit. Het kippenhok was gigantisch! De ruwe, houten vloer was bedekt met een dikke laag stro, met hier en daar een paar eitjes. Er bevonden zich hier wel twintig kippen. Misschien zelfs meer.
Ze hadden geluk, de kippen werden niet wakker door hun lawaai.
Reds vader wees met zijn neus naar de bovenste plank. Daar zaten drie grote hanen.
‘Kijk uit voor hen,’ fluisterde de oude rekel. ‘Ze kunnen behoorlijk vervelend zijn wanneer je ze wakker maakt.’
De rekel liet zijn tanden zien en maakte zich klein. Hij sloop muisstil op een kleine zwarte kip af, die lag te slapen op de onderste plank. Hij sprong en pakte het arme dier bij haar nek. Hij schudde de kip wild heen en weer. Het dier spartelde wild met haar pootjes en kakelde om hulp. Daardoor werden alle kippen wakker en begonnen in paniek door elkaar te rennen en te kakelen. Sommigen probeerden zelfs te ontsnappen via het gat onder het gaas, maar zonder succes.
Het werd een enorme chaos in het kippenhok. De oude rekel begon harder in zijn kip te bijten, waardoor het dier erg begon te bloeden. Hij sloeg de kip een paar keer hard tegen de grond en smeet daarna het dier tegen de muur. Het arme dier lag roerloos op de grond. Haar ogen waren dof en haar hart was gestopt met kloppen. De oude rekel liep naar het lichaam toe en raapte het op met zijn bek. Hij liep, terwijl hij de paniekerende kippen en hanen ontweek, naar de uitgang van het hok en legde het lichaam voor het gaas neer.
Nu was het Red zijn beurt om een kip te vangen. Red keek om zich heen, hij zocht naar een geschikte prooi.
Niet zo ver van hem vandaan zag hij een uitgeputte kip. Dit was het dan, dacht Red. Hij rende op de kip af, maar opeens sprong er een haan van de bovenste plank bovenop de vos en klemde zich aan hem vast met zijn poten, terwijl hij begon te pikken met zijn snavel. De rode vos probeerde hem van zich af te schudden.
De oude rekel, die net zijn tweede kip had gedood, zag dat zijn zoon in moeilijkheden verkeerde. Hij rende naar hem toe en beukte de opgefokte haan met zijn kop van de rode vos.
Red stond op, hij zat onder de veren en had hier en daar kleine wondjes. Hij schudde de veren van zich af en zocht naar zijn prooi, die hij uit het oog was verloren.
Zijn vader was in gevecht met de haan. Met een snelle sprong zat hij boven op het dier en beet hem in zijn nek, maar net niet ver genoeg naar zijn kop toe. De haan pikte de vos bijna in zijn oog. Uit schrik liet de vos het dier los. De haan fladderde wild met zijn vleugels. De vos waagde nog een poging en beet het dier nogmaals. Deze keer in zijn poot. Hij gooide het dier met een zwaai de lucht in. De haan kwam met een harde klap op de grond terecht, maar was nog niet dood. Hij pakte het dier weer op bij zijn nek, hield hem stevig vast tussen zijn kaken en beet hard door.
Uit de snavel van de haan kwam een dun laagje bloed en het dier begon steeds minder erg te spartelen. Uiteindelijk haalde het dier geen adem meer. Zijn hart was gestopt met kloppen en zijn lichaam werd slap.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 26 apr 2012 18:58
door Aile
Red keek om zich heen. Niet zo ver van hem vandaan zag hij een kleine witte kip, die gewond was aan haar pootje. Het dier probeerde op te staan, maar zonder succes, want even later viel ze al weer om. Dit was het dan, dacht Red. Deze kip zou een makkelijke prooi kunnen zijn.
Hij liet zijn tanden zien en sprong op het dier af. Hij beet de kip in haar zij, zodat ze niet met haar vleugels zou kunnen fladderen om zich los te kunnen wurmen. De rode vos zette meer kracht op zijn kaken en beet harder totdat er bloed verscheen. Het bloed droop langs zijn bek naar beneden. Hij legde het dier neer en drukte met zijn voorpoot het kleine kippenkopje tegen de grond. Een zacht gekakel was het laatste wat de kip nog te zeggen had. Hij dumpte het lichaam bij de anderen bij het gaas en begon aan zijn volgende prooi.
Zijn vader was nu al zelfs aan zijn vierde kip begonnen. De vossen richtten een ware slachtpartij aan. Dat deden vossen wanneer ze op een plek waren waar veel prooidieren dicht op elkaar leefden en niet konden ontsnappen.
Uiteindelijk hadden de twee vossen wel tien kippen gedood, waarvan ze er maar vier nodig hadden. Ze duwden de vier kippen een voor een door het gat en kropen er daarna zelf doorheen.
De oude rekel keek tevreden naar de kippen.
‘Je hebt het goed gedaan voor de eerste keer,’ zei hij trots.
Met de kippen in hun bek, liepen ze zo snelmogelijk terug naar de tractor, waar de andere vossen al op hen zaten te wachten.
Hijgend kwamen ze aan bij de tractor. Dummy kwam naar voren en rook nieuwsgierig aan de kip terwijl hij kwispelde met zijn staart.
‘Eet maar lekker op,’ lachte Red. ‘Er is genoeg.’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 27 apr 2012 10:20
door -Maaike-
En daar ging het knuffelgehalte dat ik bij die vosjes had (met name voor Dummy hihi). :P Maar ik vind je verhaal nog altijd erg leuk om te lezen.
Het stuk van het kippenhok heb je goed beschreven, voor zover mijn kennis over vossen gaat, klopt het geloof ik ^_^ De geloofwaardigheid aan het verhaal is dus er hoog :D

Ga zo door!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 05 mei 2012 13:14
door Aile
Ik had even geen inspiratie D:
Nu gelukkig weer wel, dus hier is het eerste deel van hoofdstuk 6.
-----------------------------------------------------

Hoofdstuk 6
De lijster en de moervos

Nadat de vossen hun kippen hadden opgepeuzeld eb de zon weer langzaam op begon te komen, vervolgden zij hun reis. Hun schaduw strekte zich lang uit over de wij die zij moesten doorkruisen. Hier en daar stonden koeien rustig te grazen. Toen de vossen hen passeerden, toonden zij geen angst en graasden onverstoord verder. Zij wisten dat de vossen hen niets zouden aandoen, want vossen joegen alleen op dieren die kleiner waren dan zijzelf.
Aan het einde van de wei stond een grote boom, met daarnaast een smal beekje van hooguit zestig centimeter breed dat midden door het veld liep. Bitterzoet nam een kleine aanloop en sprong over het beekje. De kleine Dummy probeerde zijn broer na te doen, maar struikelde met zijn twee linkerpoten over een steen, die verstopt zat tussen het gras, waardoor hij in het water viel. Red hielp hem overeind en lachte.
‘Wel uitkijken waar je loopt!’
De kleine vos knikte naar zijn grote broer en schudde zich flink heen en weer. Spetters water vlogen alle kanten uit en maakten de andere vossen nat, wat best wek verfrissend kon zijn met dit benauwde weer.
Een eindje verderop kwamen ze aan bij een park, dicht in de buurt van het territorium van de mens. Het park was afgesloten met een hek, die te hoog was om er overheen te springen. In plaats daarvan kropen ze er onderdoor via een ondiep gat, waarschijnlijk gegraven door een dier. De eerste die onder het hek doorkroop was Dummy, aangezien hij de kleinste was en het voor hem daarom toch geen probleem zou zijn. Na hem kroop Bitterzoet er onderdoor, gevolgd door Lupine en de oude rekel, en Red ging als laatste.
Ze stonden op een kiezelpad, die zigzaggend doorliep tot aan de andere kant van het park. Hier en daar stonden bomen en bramenstruiken verspreid en het gras was bedekt met een dunne laag verkleurde boombladeren.
‘Red kijk, de lucht begint te bewolken. We moeten een schuilplaats vinden voordat het gaat regenen,’ zei de oude rekel terwijl hij naar de hemel keek.
‘Laat dat maar aan mij over,’ antwoordde Red nadat hij een lijster hoorde zingen. Hij liep naar de boom toe waar de vogel zijn prachtige lied zong.
‘Lijster, weet jij een plek voor ons om te schuilen?’
De lijster stopte met zijn hemelse gezang en wees met zijn vleugel naar een bramenstruik, niet ver van hen vandaan. ‘Daar zal je onderdak vinden.’
Red keek naar het bramenstruikje. Er bevond zich iets erachter, maar hij kon niet goed zien wat precies.
‘Bedankt,’ zei hij toen de lijster weer begon te zingen.
Hij keerde terug naar zijn metgezellen, en gezamenlijk gingen ze naar de aangewezen bramenstruik. Red duwde de takjes voorzichtig opzij met zijn kop. Achter deze struik lag een grote omgevallen boom, met daaronder een hol, merkte Red op. De ingang was bijna niet te zien omdat het zat verstopt achter het hoge gras.
‘Laten we maar naar binnen gaan,’ stelde de oude rekel voor toen de eerste regendruppels al uit de hemel vielen.
De vossen knikten. Een voor een gingen ze naar binnen.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 16 mei 2012 19:45
door Aile
Het hol was gerieflijk, de grond was zacht en voelde droog aan. Red snuffelde en gebruikte zijn snorharen als “ogen”, het was namelijk veel te donker in het hol om te kunnen zien. Aan zijn rechterzijde voelde hij met zijn snorharen de aarde en aan zijn linkerzijde was er genoeg ruimte om te kunnen bewegen. Hij kon er zelfs de lucht voelen bewegen. Boven zijn hoofd was er ook een aanzienlijke ruimte. Het hol was niet groot, het bestond uit één ruimte en had maar één ingang.
Het zag er verlaten uit toen ze het aantroffen, maar toch was er een teken van leven, er hing er namelijk een vossengeur in de lucht.
Red ging zitten en begon zich met een onzekere gedachte achter zijn zwarte oren te krabben. Misschien was dit hol nog bewoont? Dat zou verklaren waarom er hier een vossengeur in de lucht hing. Met deze gedachte was Red niet zo op zijn gemak, want als de eigenaar straks misschien terug zou komen, zouden ze in een gevecht kunnen belanden, maar het was nu te laat om een andere schuilplaats te zoeken. Regendruppels vielen met bakken uit de hemel. Er klonken voetstappen. Iets, of iemand kwam in de richting van het hol. Was het een mens? Was het de eigenaar van het hol? De vossen gingen zo dichtmogelijk bij elkaar zitten en probeerden geen enkel geluid te maken.
Het klein beetje licht wat door de ingang van het hol scheen werd geblokkeerd.
‘Kom, laten we maar gaan...’ zei Red vlug terwijl hij opstond, weg wilde lopen, maar werd tegengehouden door de persoon die voor de ingang stond. Hij zag nu dat het een jonge vos was, een moervos. Hij keek haar aan in haar mooie donkerbruine ogen. Ze scheen niet agressief te zijn, ze hield zich stil en had een vriendelijke uitstraling.
‘Arme dieren, blijf toch,’ zei ze met bezorgdheid in haar stem.
‘O-ok dan,’ zei Red terwijl hij zich weer voegde bij zijn metgezellen.
De moervos kwam in beweging en liep met kleine pasjes naar de vreemdelingen toe. Zij en Red raakten elkaars neuzen snuffelend aan. De moervos had geen onaangename geur, ze rook naar vers gras. Toen Red met zijn neus over haar vacht wreef, voelde hij hoe zacht het was, zo zacht als mos.
‘Woon jij hier?’ vroeg Red na een stilte.
‘Ja,’ antwoordde de moervos terwijl ze bochtig kwispelde met haar staart en voegde eraan toe: ‘Maar jullie zijn niet van hier hè?’
‘Nee,’ antwoordde Red.
‘Waar zijn je ouders eigenlijk?’ vroeg de oude rekel nadat hij in de gaten kreeg dat de moervos in haar eentje was.
‘Ik woon op mezelf,’ zei de moervos flink.
De vossen keken elkaar verbaasd aan.
‘Je wilt toch niet zeggen dat je dit hol in je eentje hebt gegraven?’
Voor een paar seconde bleef het stil in het vossenhol, daarna grinnikte de moervos en zei: ‘Natuurlijk niet! Dit is een oud dassenhol, ik heb het alleen wat ruimer gemaakt.’
‘Waarom woon je eigenlijk op jezelf?’ vroeg Red nieuwsgierig.
De moervos zuchtte.
‘Nou,’ begon ze. ‘Ik wil gewoon mijn eigen leven kunnen leiden, zonder dat mijn ouders me daarbij lastigvallen.’
Die gedachte kwam Red wel bekend voor. Voordat hij aan deze reis begon, dacht hij precies hetzelfde over zijn vader, maar dat heeft hij nu wel uit zijn hoofd gezet. Als hij dat niet zou hebben gedaan, was hij misschien nooit zo ver gekomen.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 17 mei 2012 22:14
door Aile
Toen realiseerde hij zich dat hij zich nog helemaal niet had voorgesteld, waar waren zijn manieren? Dus daarom zei: ‘Mijn naam is Red.’
‘Red,’ herhaalde de moervos met een lach. ‘Ik ben Klaver.’
De andere vossen stelden zich ook voor.
‘Mijn naam is…’ begon de oude rekel, maar stopte omdat hij werd onderbroken door Dummy, die kwispelde en vrolijk riep: ‘Ik ben Dummy!’
‘En ik heet Bitterzoet,’ vervolgde Bitterzoet.
‘Lupine, aangenaam.’
Klaver lachte, en draaide zich daarna om naar de oude rekel. Ze hield haar kop een beetje scheef en vroeg: ‘Sorry, wat was uw naam ook alweer?’
De oren van de oude rekel gingen meteen overeind staan en hij zei toen op een ietwat onzekere manier: ‘Misschien is het beter als je die voorlopig maar niet te weten komt..’
Red keek zijn vader vreemd aan. Wat was zijn naam eigenlijk? Hij heeft daar eigenlijk nooit bij stilgestaan. Zijn vader vertelde nooit wat zijn naam was, zelfs Reds moeder noemde hem niet bij zijn echte naam, hij werd door haar altijd “schat”, “lieverd” of “lieveling” genoemd. Bij vossen en andere dieren stond hij beter bekend als “de oude rekel” of “knorrepot”. Waarom zou hij zijn naam voor zich zelf willen houden? Het is tenslotte maar een naam, hoe gênant zou dat nou weer kunnen zijn? Vossennamen hadden meestal namelijk alleen te maken met de natuur. Vaak werden ze vernoemd naar bloemen of planten en in Reds geval naar kleuren.
‘Wilt er iemand met mij gaan jagen?’ vroeg Klaver uit het niets.
‘Ik wil wel,’ zei Red vrijwillig nadat hij merkte dat het was opgehouden met regenen.
Klaver knikte, en samen verlieten ze het hol.
Er klonk gezang. De twee vossen draaiden zich om, en zagen dat er op de tak van de omgevallen boom een lijster zat te zingen, dezelfde als die Red die ochtend nog had ontmoet.
‘Hallo daar vreemdeling! Ik zie dat je Klaver hebt ontmoet!’ zei hij nadat hij de twee vossen had opgemerkt.
‘Ik had het kunnen weten,’ lachte Klaver. ‘Meneer Lijster, heb jij Red onderdak aangeboden in mijn hol?’
De lijster knikte en zei: ‘Natuurlijk! Dat deed ik voor jou.’
‘Voor mij?’ vroeg Klaver.
‘Ja!’ antwoordde de lijster. ‘Jij hebt ook liefde nodig, zodat je niet meer zo eenzaam bent.’
‘Ik ben helemaal niet eenzaam,’ zei Klaver flink en vulde daarbij aan: ‘Ik heb jou en de andere dieren in het park toch?’
‘Dat bedoel ik niet,’ zei de lijster. ‘Ik heb het over iemand van je eigen soort.’
‘Het is aardig dat je dit voor me doet Lijster, maar ik red me wel. Kom maar met me mee Red.’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 18 mei 2012 16:06
door -Maaike-
Ik dacht dat de vossen ergens in de buurt van een bos waren, het was dus een beetje een omschakeling dat ze plotseling in een park waren. Ik zag echt zo'n verlaten boerderij voor me, met een kippenhok, vandaar :P Misschien dat ik er overheen heb gelezen dat ze dicht bij een dorp/stad waren..

Leuk dat je een vrouwelijk karakter voor Red erbij hebt geschreven. :D Ik ben benieuwd of het tussen hen klikt, om die "liefde" van de lijster, uit te laten komen ^_^

Ga zo door!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 27 mei 2012 01:03
door Aile
Hier is weer een nieuw stukje.
Klavers naam heb ik veranderd in "Jewel", en waarom? Nou, door de simpele rede dat ik al de hele tijd de neiging had om haar zo te noemen :P Ik zal het binnenkort ook nog aanpassen aan de vorige stukjes, maar wanneer weet ik niet, nu ben ik daar te moe voor.

-------------------------------
De twee vossen namen afscheid van de lijster en samen gingen ze naar de andere kant van het park. Daar kwamen ze aan bij een klein, met prikkeldraad afgesloten bosje. Ze kropen met gemak onder het prikkeldraad door. Ze liepen nog een aantal meters verder en kwamen aan bij een open plek, omringd door struiken. De grond was er bedekt met oude boombladeren en zaadjes en nootjes. De grond was vochtig, waardoor er hier en daar een paar kleine paddenstoelen groeiden. Een groepje bosmuizen, een stuk of zes, zaten van de zaadjes te eten. De muizen maakten opvallende bewegingen, waardoor ze direct werden opgemerkt door de vossen, wat het jagen een stuk makkelijker maakte, want een stilstaande prooi zien vossen minder goed.
Klaver en Red zaten verstopt achter één van de struiken.
‘Wat is het plan?’ vroeg Red op een fluistertoon.
‘Ik besluip ze van achteren, dan jaag ik ze naar jou toe zodat jij ze kan doden,’ legde Jewel fluisterend uit.
‘Oké.’
Red kende deze manier van jagen wel, hij deed dit vroeger heel vaak met zijn vader. Toch kwam het niet vaak voor dat vossen samenwerkend deden jagen, meestal gewoon solitair.
Jewel drukte haar lichaam tegen de aardbodem en kroop snel, maar ongezien langs de struiken, totdat ze zich achter het groepje bosmuizen bevond. Op dat zelfde moment, zette Red nog voor de zekerheid een paar passen achteruit, zodat hij zeker wist dat de muizen hem niet zouden opmerken.
Jewel spitste haar oren en trok haar lip een beetje op, zodat je haar scherpe tanden kon zien. Met haar zwarte klauwen kraste ze over de aardbodem, en ze wachtte af op het juiste moment om toe te slaan.
De muizen hadden, gelukkig voor de vossen, niks door.
Uit het niets sprong de moervos achter de struik tevoorschijn, met haar bek wagenwijd open. Het groepje bosmuizen schrok zich een ongeluk en renden in paniek door elkaar heen. Jewel probeerde ze nog bij elkaar te drijven, wat niet meteen lukte. Daarna stuurde ze de knaagdieren in de richting van Red.
Toen de eerste muis langs hem liep, hief de rekel zijn rechter voorpoot een beetje op, daarna greep hij met een snelle beweging naar zijn prooi en drukte het dier tegen de grond. Voor een paar seconden spartelde het knaagdiertje, daarna werden zijn ogen dof en werd hij veel rustiger, totdat hij geen adem meer kon halen.
Nu kwam de tweede muis. Deze was een stuk ouder en trager dan de vorige, dus daarom makkelijker te doden.
Red deed precies hetzelfde als wat hij bij de vorige deed, eerst hief hij zijn poot een beetje op en daarna greep hij naar de muis. Voordat hij het dier te pakken kreeg, ging hij al dood van de schrik.
De derde was wel een stuk lastiger. Deze was snel, te snel voor de vos om naar zijn prooi te kunnen grijpen met zijn voorpoten. Daarom moest Red dit dier op een andere manier te pakken zien te krijgen.
Hij maakte een sprong, en landde net voor de muis. Zo snel als hij kon beet hij in zijn prooi. Hij hield zijn prooi vast tussen zijn kaken en hoefde niet eens hard door te bijten voordat de muis doodging.
Nadat hij zijn derde muis had gedood, had Jewel er ondertussen ook drie te pakken gekregen. Dat waren in totaal dus alle muizen.
‘We zijn een goed team,’ zei Jewel die hijgend kwam aangelopen.
‘Dat zijn we zeker!’ zei Red tevreden.
Jewel begroef vier muizen, zodat ze later terug zou kunnen komen om die op te kunnen eten. Met haar snuit duwde ze er een in de richting van Red.
‘Hier, dit heb je wel verdiend,’ zei ze met een lach.
Red weigerde het aanbod.
‘Ik hoef hem niet hoor, ik heb net nog een kip gegeten.’
‘Oké dan,’ zei de moervos terwijl ze de vijfde muis begroef en de zesde opraapte. ‘Kom, we gaan weer terug.’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 27 mei 2012 20:22
door -Maaike-
Wat een leuk stel zo, haha. Leuk ook dat ze goed samenwerkte en slim dat ze die muisjes begroef. Doen vossen dat altijd? Ik dacht namelijk dat wat ze niet hoefde gewoon achterlieten?

Ik ben benieuwd hoe het verder zal gaan :) Ga zo door!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 27 mei 2012 21:04
door Aile
Vossen begraven het teveel aan voedsel, maar later vind ie, of een ander familielid het weer terug, iets in die richting in ieder geval xD maar het zou ook wel kunnen dat ze het gewoon achter laten.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 27 mei 2012 21:30
door -Maaike-
Ah, oké :) Zover mijn vossenkennis gaat wist ik alleen dat ze kinderboerderijtjes overvallen, alle kippen doden en de helft achterlaten. Maar ze gaan dus beter met hun eten om :angel hihi

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 07 jun 2012 21:13
door Aile
Hoofdstuk 7
Gevaar

Red en Jewel waren nog onderweg naar het hol. Ze huppelden vrolijk rond en gooiden een aantal keer over met de muis die ze hadden die zij deze ochtend hadden gevangen.
‘Weet je?’ begon Red. ‘Ik heb het heel erg naar mijn zin met jou.’
Jewel legde de muis neer op de grond en ging zitten.
‘Ik ook,’ lachte ze.
‘Het is gewoon dat ik nog nooit zo’n wezen als jij heb ontmoet,’ zei Red. ‘Je vacht is de zachtste en je ogen zijn de mooiste van alle vossen die ik ooit heb gezien.’
‘Zo iets liefs heeft nog nooit iemand tegen mij gezegd,’ zei de moervos een beetje verlegen. ‘Misschien is dat wel het nadeel aan alleen zijn,’ voegde ze eraan toe.
‘Maar nu ben je niet meer alleen,’ zei Red. ‘Je hebt mij. Waarom kom je niet met mij en mijn familie mee? Ik kan je tijdens onze reis beschermen voor de gevaren, dus je hoeft nergens bang voor te zijn.’
‘Doe niet zo mal! Ik ben niet bang!’ zei de moervos flink.
De twee vossen lachten en begonnen een heel gesprek, terwijl Jewel de muis aan het opeten was. Ze praatten over verschillende dingen; over hun eigen ervaringen in hun leven, en vergeleken die met elkaar. Red merkte tijdens het gesprek dat hij en Jewel veel met elkaar gemeen hadden. Ze wilden bijvoorbeeld allebei op reis en ergens anders “opnieuw” beginnen.
Hoe langer Red met haar praatte en hoe beter hij haar leerde kennen, hoe meer hij voor haar begon te voelen. Hij voelde iets voor haar wat hij bij geen andere vos ooit heeft gevoelt.
Het gesprek tussen de twee vossen werd verstoord door het gekwaak van een eend, die met haar eendenkuikens de vossen passeerden.
‘Wat lief hè?’ lachte Jewel die naar de kuikens keek en ze begon ze te tellen: ‘Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht.’
De eend waggelde weer verder en haar kuikens waggelden braaf achter haar aan.
‘Hoeveel welpen zou jij willen hebben?’ vroeg Jewel.
Red dacht na. Hij had hier eigenlijk nog nooit over nagedacht, sterker nog, hij heeft eigenlijk nooit welpen gewild.
‘Twee,’ zei hij uiteindelijk. ‘Niet meer en niet minder.’
‘Twee?’ herhaalde de moervos. ‘Ik zou er wel zes willen hebben.’
‘Zes? Zou jij dat eigenlijk wel aankunnen?’ zei Red plagerig.
‘Natuurlijk!’ zei Jewel. ‘Ik ben heel goed met kinderen.’
Red slikte. Hij zat met een vraag. Zal hij die nu maar aan haar stellen? Of zou het misschien verstandiger zijn om er even mee te wachten? Het kon misschien opdringerig overkomen. Hij zuchtte, en vroeg: ‘Jewel, wil jij mijn levensgezel worden?’
Levensgezel?’ herhaalde Jewel.
‘Ja..’ antwoordde Red zacht. ‘Als je het niet wilt moet je dat gewoon zeggen natuurlijk.’
‘Red,’ zei Jewel. ‘Het is mij een eer om jouw levensgezel te mogen zijn.’
Er verscheen een lach op Reds gezicht.
‘Ik ben nu de gelukkigste vos die er bestaat!’ zei hij vrolijk toen Jewel hem likte op zijn snuit.
Ze waren nog maar een aantal meters verwijdert van het hol van de moervos. Toen ze er aankwamen, besloten ze te vertrekken.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 10 jun 2012 20:17
door -Maaike-
Awhh wat lief!
Ik vind dat je de vossen beschrijft, je maakt hun emoties heel goed kenbaar.

Je mag wel iets langere stukjes posten :angel

Ga zo door!

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 16 jun 2012 12:58
door Aile
De lijster zat weer op dezelfde struik en was op de vossen aan het wachten. Met tranen in zijn oogjes nam hij afscheid van Jewel en de anderen.
‘Veel geluk,’ zei hij tegen de moervos. ‘En kijk uit voor de vele gevaren die je zult tegenkomen.’
‘Het komt wel goed,’ zei Jewel terwijl ze naar Red keek en lachte.
De lijster snikte.
Jewel duwde haar snuit tegen de kop van de lijster en probeerde hem te troosten.
‘Ik kom je ooit nog eens een keertje opzoeken,’ zei ze zacht. ‘Samen met mijn welpen.’
‘Belooft?’ vroeg de lijster.
‘Belooft Lijster.’
De lijster probeerde zijn tranen weg te vegen met zijn vleugels en zei: ‘En je hebt gelijk. Waar maak ik me druk om? Je hebt een levensgezel die jou kan beschermen.’
‘Inderdaad. Nou, vaarwel Lijster,’ zei Jewel toen de vossen wegliepen.
‘Ik zal op je wachten!’ riep de lijster.
De vossen liepen naar het hek, waar het gat was gegraven.
‘Heb jij dit gat gegraven?’ vroeg de oude rekel aan Jewel.
Jewel schudde haar kop.
‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Waarschijnlijk heeft een hond dit gegraven, er zijn er namelijk veel hier in de buurt omdat de mensen hier wonen.’
‘Je zult wel gelijk hebben,’ zei de oude rekel.
Eén voor één kropen ze onder het hek door en liepen daarna snel door, totdat ze aankwamen bij een splitsing.
‘Welke kant op?’ vroeg Red.
‘Laten we het linkerpad nemen,’ zei zijn vader. ‘Het andere pad leid naar het territorium van de mensen.’
De vossen knikten en volgden het linkerpad.
Uiteindelijk kwamen ze aan bij een prachtige heide, waar hier en daar fazanten rondliepen en rondvlogen.
‘Wacht!’ waarschuwde Red voordat ze de heide betraden. Hij stak zijn snuit in de lucht en zei daarna: ‘Er is hier iets niet pluis.’
De vossen bleven achter de struikjes zitten.
Opeens klonk er een harde knal en viel er een mannetjesfazant op de grond, vlak voor het struikje waar de vossen zich achter verstopten.
Dummy schrok zich een ongeluk en verstopte zich snel achter zijn grote broer.
Voorzichtig stak Red zijn kop door de struik zodat hij kon zien wat er was gebeurd. Tussen het gras lag de fazant met zijn ogen dicht en een zwarte steen in zijn buik.
Jewel stak ook haar kop door de struik en keek om zich heen.
In de verte zag ze een mens, die een lange stok bij zich had. Uit die stok kwam waarschijnlijk die zwarte steen vandaan.
‘Jagers!’ krijste Jewel angstig terwijl ze achteruit deinsde. ‘Jagers! Wat moeten we nu doen? Als ze ons vinden zullen ze ons doden!’
Ze ging liggen en verstopte zich achter haar voorpootjes.
‘Jewel blijf kalm!’ zei Red. ‘Ze zijn veel te druk bezig met de fazanten, ze zullen ons vast niet eens opmerken.’
‘M-maar...’
‘En waar is je moed gebleven? Je zei tegen mij dat je nergens bang voor bent,’ zei Red.
‘Ik ben nog nooit zo dicht in de buurt van een jager geweest,’ antwoordde Jewel. ‘Ben jij dan niet bang?’
‘Natuurlijk zijn wij bang,’ onderbrak de oude rekel. ‘Maar wij laten het niet merken. Die honden ruiken namelijk angst, weet je?’
‘En zoals ik al zei zal ik je beschermen, zelfs in de moeilijkste situaties,’ zei Red die Jewel gerust probeerde te stellen.
Weer klonken er harde knallen. Dit maal vier keer vlak achter elkaar en er vielen steeds meer fazanten op de grond.
De trouwe honden raapten één voor één de fazanten op en brachten die naar hun baasje, terwijl die ondertussen verder op de vogels aan het jagen waren.
‘Monsters,’ mompelde Red zacht.
‘Er valt niks aan te doen,’ zei zijn vader. ‘De mensen mogen het hele jaar lang op de fazanten jagen.’
‘Waar gaan ze die fazanten voor gebruiken?’ vroeg Red.
‘Wie weet,’ antwoordde zijn vader. ‘We zullen er misschien nooit achterkomen.’

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 22 jun 2012 20:41
door Aile
‘Kijk,’ zei Bitterzoet. ‘Ze gaan weer weg.’
Toch bleven de vossen nog achter het struikje, voor het geval er nog een mens terug zou komen. Toen het bleek dat de kust veilig was, gingen ze weer verder. Ze kwamen tevoorschijn achter de struikjes en liepen op de heide. Hier en daar lagen die vreemde zwarte steentjes op de grond, waardoor de fazanten werden geraakt. Red duwde zijn snuit er tegen aan. Het rook vreemd en voelde koud aan.
Het was doodstil op de heide. Er was geen dier te bekennen.
Vogelveren die rood waren verkleurd door het bloed, dreven mee op de stroming van de wind. Zo snel als ze konden verlieten de vossen de heide, ze wilden er geen moment langer nog rond blijven dwalen.
Een eindje verderop kwamen de vossen aan bij een brede weg, met aan de overkant een klein naaldbomenbos.
‘Is dit wat ik denk dat het is?’ vroeg Red toen hij naar de brede weg keek.
‘Ja,’ zei zijn vader. ‘Een weg waar de auto’s op rennen, sneller dan elk ander dier.’
‘Wat gebeurd er eigenlijk precies als je de overkant niet op tijd haalt?’
De oude rekel ging zitten.
‘Dat weet ik niet precies,’ zei hij. ‘Maar ik heb gehoord dat de auto’s je ziel stelen en je lichaam laten liggen.’
Midden op het asfalt lag een dode vogel.
‘Laat ons alsjeblieft niet hetzelfde overkomen,’ zei de oude rekel zacht.
‘Zolang we op tijd oversteken en snel genoeg zijn zal ons niks overkomen,’ zei Red met een zekere gedachte.
‘We kunnen niet met z’n allen tegelijk,’ waarschuwde zijn vader.
Red dacht even na.
‘Dan gaan we met twee tegelijk,’ zei hij na een tijdje. ‘Ik en Dummy, Bitterzoet en Lupine en jij kan met Jewel.’
‘Goed idee.’
Red haalde de anderen erbij en legde het plan ook aan hen uit.
De eerste twee die zouden oversteken waren Bitterzoet en Lupine, aangezien zij de snelste van de zes waren.
De kust leek veilig, maar voor de zekerheid keek Red nog één keer om zich heen. Hij zag en hoorde geen auto’s aankomen, dus dit was hun kans.
‘Nu!’ riep Red.
Bitterzoet en Lupine draafden meteen weg. Na een paar tellen hadden ze al de overkant bereikt.
Toen rende er een auto voorbij.
‘Jewel, jij steekt zodadelijk over met mijn vader. Oké?’ vertelde Red aan haar.
Jewel knikte.
‘Is goed.’
Red keek nog een keer goed om zich heen, slechts twee auto’s passeerden hen.
‘Zijn jullie er klaar voor?’ vroeg Red aan Jewel en zijn vader.
‘Ja,’ antwoordden de twee vossen tegelijk.
‘Nu!’ riep Red.
Jewel en de oude rekel staken meteen over, zo snel als ze konden en bereikten de overkant al snel.
Red keek naar Dummy.
‘Nu moeten wij oversteken,’ zei hij tegen hem.
‘Oké!’ zei Dummy en ging aan de rand van de weg staan. ‘Wanneer moeten we gaan?’
Red keek om zich heen. De kust leek veilig, er was geen auto te bekennen en hij hoorde er ook geen aankomen.
‘Nu!’
Hij en Dummy renden snel naar de andere kant van de weg, waar de andere vossen op hun stonden te wachten.
Ze bereikten de overkant met gemak, daarna werd het druk op de weg. De ene auto na de andere rende voorbij.
Ze rustten even uit, vooral Dummy was doodop.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 23 jun 2012 20:57
door Aile
Hoofdstuk 8
De vreemde stenen in het veld

Het begon schemerig te worden en een halve maan verscheen in de lucht.
Red en Bitterzoet waren aan het stoeien, Jewel en Lupine waren met elkaar aan het babbelen, de oude rekel was opzoek naar eten en Dummy was een dutje aan het doen.
Het was rustiger aan het worden op de weg. Er kwamen steeds minder auto’s voorbij.
‘Red is echt een top vos,’ zei Jewel.
‘En een top broer,’ vulde Lupine aan. ‘Hij doet altijd zijn best om ons te laten lachen.’
‘En als ik naar hem kijk, zie ik dat hij geniet van elke seconde van zijn leven,’ zei Jewel.
Lupine keek naar de grond.
‘Dat was ooit anders geweest,’ zei ze.
‘O ja?’
Lupine knikte. ‘Vader en Red waren vroeger de beste maatjes, die alles samen deden. Ze jaagden samen, speelden samen, lachten samen en huilden samen. Maar toen kwam die dag die alles veranderde. Vader werd heel erg agressief en richtte zijn woede vaak af op Red. Het was zo erg om te zien hoe hij werd gebeten en gekrabd door zijn eigen vader. Maar toch deed Red er alles voor om een lach op onze gezichten te kunnen zien, hij wilde niets anders. En ondanks wat vader hem aandeed, leek hij gelukkig, ook al was hij dat diep van binnen niet. Hij haatte zijn vader en langzamerhand, begon hij zichzelf ook te haten. Soms zei hij tegen mij dat hij een einde aan zijn leven wilde maken.’
Jewel schrikte en vroeg: ‘Heeft hij dat ooit geprobeerd?’
Lupine schudde met haar kop.
‘Nee,’ antwoordde ze. ‘Hij deed het niet vanwege ons. Wij hebben een sterke band met hem, vooral Dummy.
En hoe erg hij vader ook haatte, wilde hij aan de ene kant geen één seconde van zijn leven missen. Iets gaf hem de kracht om na elke val weer op te staan.’
‘Ik denk dat jullie hem die kracht gaven,’ zei Jewel.
‘Misschien,’ lachte Lupine. ‘Hij heeft heel wat tegenslagen meegemaakt in zijn leven, vooral het verlies van onze moeder had een groot impact op zijn leven, vanaf die dag deed vader al die vreselijke dingen met hem.
Maar toen kwam die dag, die dag die aan de slechte band tussen vader en zoon een einde maakte.
Er kwamen jagers in ons bos, dit was de eerste keer dat ik er een heb gezien. Maar voor Red was dit de tweede keer, ook al herinnerde hij zich dat niet meer goed.
De jagers hadden ons bos in brand gezet en wij en alle andere dieren die er woonden, moesten vluchten. Vele dieren redde het niet tot aan de heuvel, holen werden verwoest en vogelnesten gingen in vlammen op.
Wij konden alleen maar toekijken hoe ons huis, en die van honderden andere dieren werd verwoest.
Die nacht wilde Red, samen met mij, Bitterzoet en Dummy vertrekken en opzoek gaan naar een nieuw huis, zonder vader.
Maar toen ik naar de ontmoetingsplek wilde gaan, kwam ik vader tegen, en hij achtervolgde mij.

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 24 jun 2012 20:43
door Tesserell
Heeeee :)

Ik vind het heel interessant om te lezen hoe je vanuit het oogpunt van vossen schrijft! Het is erg vernieuwend voor mij.
Ik heb een paar opmerkingen, maar die gooi ik niet in één post. Ik zie dat Xatham tot en met hoofdstuk 3 getypp-exet heeft (geen idee hoe je dat schrijft) dus mijn opmerkingen beginnen bij hoofdstuk 4 :P
De vossen spitsten hun oren, draaiden om en stonden doodstil midden in de bloemenzee.
Achter 'draaiden' moet 'zich' staan. Ook is het de tweede keer dat je het woord 'bloemenzee' gebruikt, misschien een van de twee veranderen? Het is maar een idee ;)
‘Nee ik ook niet,’ zei Zilvervlies. ‘Maar ik kan mijn kinderen toch niet alleen laten?’
'Nee, ik ook niet,' zei Zilvervlies, 'maar ik kan mijn kinderen toch niet alleen laten?'
Het leek erop dat zijn vader eindelijk het licht weer had gezien.
Deze zin leest voor mij een beetje raar. Ik zou er van maken: 'Het leek er op dat zijn vader eindelijk weer het licht had gezien.'
‘Laten we maar weer verder gaan.’
De vossen liepen weer verder en kwamen uiteindelijk aan bij een open veld.
Twee keer 'weer verder' achter elkaar.
Om de zoveel tellen, hoorden de vossen een kraai of een uil.
Na 'tellen' hoeft geen komma, het is hier geen werkwoord.
Hij luisterde naar de stemmen in zijn hoofd, of volgde een vreemde geur, als hij die rook.
Niet zeker of er na 'geur' een komma moet...
Dwalend en bij elkaar blijvend liepen de vossen over het veld. In de verte, zo’n vijfhonderd meter van hen vandaan, zag Red een bos.
Dwalend en bij elkaar blijvend'? Ik zou er van maken: 'Samen dwaalden de vossen over het veld.'
Het begon tegen maansondergang te lopen toen ze bij het bos aankwamen.
De eerste keer dat ik het woord 'maansondergang' ergens zie staan :P Persoonlijk vind ik het een raar woord, ik zou er 'De maan begon onder te gaan' van maken, maar dat is mijn smaak ;)
Er hing er een geur van vochtige bladeren en het was er pikkedonker en erg stil. Te stil.
Niet fout, alleen een beetje cliché :P
De geur van waterkers.
Bitterzoet liep dwars door de dotterbloemen en waterkerst het water in.
Ik heb me laten vertellen dat waterkers en waterkerst hetzelfde is (geen idee), maar het zou mooier zijn als je een van de twee aanhoudt.
Het zwemmen ging moeiteloos. Behalve bij eentje dan. Dummy kwam maar net met zijn kop boven water en hij spartelde wild met zijn korte pootjes. Toen de anderen de overkant hadden bereikt, was Dummy nog niet eens op de helft, maar hij bleef doorzetten. Toen hij eindelijk op de helft was, ging hij kopje onder. Red dook meteen weer het water in en zwom zo snel als hij kon naar zijn kleine broertje.
Hij pakte hem beet bij zijn schoudervel en trok hem met een ruk omhoog. Dummy’s ogen waren gesloten, maar Red voelde zijn hart nog kloppen. Met Dummy in zijn bek, zwom hij terug naar de overkant. Daar zette hij zijn broertje voorzichtig op de grond.
Langzaam opende Dummy zijn ogen.
‘Laat me nooit meer zo schrikken!’ hijgde Red.
In dit stukje mis ik echt de spanning en schrik van het moment dat Dummy bijna verdrinkt. Probeer de emoties van Red en Dummy te beschrijven.
Het woeste beest die wel minstens twee koppen groter was dan hijzelf, was misschien wel sterk genoeg om zijn hele strot door te bijten.
'die' moet 'dat' zijn. Het stukje met de hond mag van mij wat meer beschreven worden, hoe hij er uit ziet, zijn opkomst, uitstraling etc.

Dat was hoofdstuk 4 :)

Ik wil je even een complimentje maken over je kennis van planten. Ik heb namelijk geen idee wat dotterbloemen en waterkers zijn (ben ik nou dom, of ben jij slim?) :P

Liefs,

Tessa

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 24 jun 2012 21:07
door Aile
Bedankt voor je reactie en heel fijn dat je er nog een paar fouten uit hebt kunnen halen :)
:O Ik kom er nu pas achter dat ik Reds vader perrongeluk naar Zilvervlies, uit de oude versie heb genoemd :O, moet ik ook nog even veranderen xD
En mijn plantenkennis is ook niet zo heel goed hoor, maar op school leer ik toevallig dingen over planten. Dotterbloemen en waterkers zijn plantjes in/aan het water :3

Re: Bloedrode vos (herschreven)

Geplaatst: 07 jul 2012 12:10
door -Maaike-
Op het moment dat je de oversteek beschreef, dacht ik dat je een van de vossen zou laten aanrijden, omdat dat op dat soort wegen vaak gebeurt. Helemaal toen de eerste twee net op tijd aan de overkant waren, gelukkig ging het helemaal goed :)

Stukje van 16 juni
‘Belooft?’ vroeg de lijster.
‘Belooft Lijster.’
Beide "belooft" horen met een 'D', 'beloofd'

Stukje van 22 juni
Toen rende er een auto voorbij.
Ik denk dat je hier 'reed' bedoelt in plaats van 'rende', of is dit uit het perspectief van de vossen geschreven, die denken dat een auto rent?

Ik vind het mooi hoe Lupine het levensverhaal van Red verteld, maar ik zou haar niet alles laten vertellen. Dan blijft er niets over voor Red om zijn leven aan zijn vriendinnetje te vertellen ;) Ik ben benieuwd hoe Jewel op het verhaal gaat reageren, want is het best heftig.

Ga zo door!