Fragment tegenwind - Dood
Geplaatst: 27 okt 2012 21:13
Dit is een framgent dat ik geschreven heb voor Tegenwind, mijn lange verhaal. Dit moest eigenlijk gewoon een one-shot worden maar ik denk dat ik hem toch maar ga gebruiken voor Tegenwind.
Ik heb geprobeerd om het ontbindingsproces hier in te verwerken. Voor mijn gevoel is het niet heel erg duidelijk maar misschien is het handig om als je er absoluut niet tegen kan dit niet te lezen
.
Kritiek, feedback oid is welkom
Hope you like it
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Mijn hand gleed zachtjes over je lijkbleke wang. Wezenloos staarde je omhoog, alsof je wachtte op je beschermengel. Langzaam pakte ik je hand vast, deze voelde koud aan. Mijn blik gleed naar je beeldschone lijf. Een glimlach nam de overhand in mijn gezicht. Herinneringen van ons tweeën voelden zo ver weg, en tegelijk zo dichtbij. Ik probeerde je lichaam voor me te zien van vroeger. Alsof ik je nooit meer zou zien als toen. Ik keek omlaag.
Je had geen schoenen aan waardoor ik je litteken op je enkel kon zien. Een huivering verscheen bij de herinnering aan hoe je die opliep. Ik schudde deze gedachte van me af, het was nog steeds pijnlijk om aan terug te denken. Snel keek ik verder
Ik volgde de contourlijnen van de spieren in je benen die helemaal ontspannen waren. Enkele ontstoken plekken sierden je enkels en onderarmen. Een paar uren geleden rende je nog weg. Waarvoor kon ik niet meer zeggen.
Je droeg een korte, donkerblauwe broek die strak om je lichaam heen zat. Erboven was je buik zichtbaar, even aarzelde ik bij dit aanzicht. Je eens zo bruine huid as witter dan de laatste keer dat ik je zag, bijna de kleur van perkament. Toch keek ik verder, je handen waren nog steeds zo mooi als vroeger, niets had ze aangetast. Lange slanke vingers met eens korte nagels, nu waren ze langer. Maar ik wist wel beter. Schijn bedriegt.
Ik had je gezicht voor het laatst bewaard. Het beste voor het laatst, natuurlijk. Ik keek in je ogen, een steek fing door mijn hart. Je ene oog was blauw, niet alleen je iris as blauw, nee. Juist je hele oog. Je neus zag eruit alsof hij was platgeslagen. Hij was kleiner dan vroeger. Mijn blik schoot terug naar je doffe ogen.
Pijn nam de overhand van mijn emoties. Mijn geest dwong me terug te denken aan de laatste keer dat ik iemand zo zag kijken. Vlak voordat er een naam naar boven kwam kapte ik de gedachtestroom af. Daar wilde ik nu niet aan denken.
Je lippen waren uitgedroogd. Voorzichtig boog ik me voorover en drukte er een kus op. Vroeger zou je me tegen je aan getrokken hebben, je handen door mijn haren hebben gewoeld, nu lag je daar stil. Alsof niets je meer boeit.
Er biggelt een traan over mijn wang, langzaam glijd hij naar beneden. Vlak voordat hij uit elkaar spatte op de grond zag ik jou gezicht erin weerspiegeld. Ik woele met mijn hand door je haar. Zou je het nog voelen?
Over een tijdje zal je lichaam uit elkaar vallen, dieren zullen je lichaam opeten. Maden eten je op, samen met de rest. Je lichaam zal veranderen in voedsel van de natuur. En ik zal er niets aan kunnen doen.
Moedeloos liet ik je hand los en verplaatste hem naar je buik. Jouw hele lichaam voelde koud aan. Zou het al begonnen zijn? Zou je ziel al vervlogen zijn met de wind?
Vragen vulden mijn hoofd tot ik er gek van werd. Ik viel achteruit en knalde tegen een muur op. Pijn voelde ik al niet meer, het verdriet overspoelde me. Tot ik helemaal doorweekt was.
Het leek of ik verdronk in de emotie. Ik keek naar je op, mijn zicht vertroebelt door tranen van verdriet. Onderaan je rug heeft zich een donkere vlek gevormd. Verwondert staar ik ernaar. Nu al? Ik krabbel overeind, tenminste, dat probeer ik. Er lukt niets van.
‘Waarom liet je me achter?’
De woorden zul je nooit horen. Ik was er niet voor je toen je stierf. Dus waarom zou je er nu wel voor mij zijn?
Vlekken verschenen in mijn gezichtsveld, ze hadden dezelfde kleur als die op je onderrug.
‘Ik hou van je,’ fluisterde ik.
Mijn ogen sloten zich en ik viel in de kloof tussen leven en dood.
‘voor eeuwig.’
Ik heb geprobeerd om het ontbindingsproces hier in te verwerken. Voor mijn gevoel is het niet heel erg duidelijk maar misschien is het handig om als je er absoluut niet tegen kan dit niet te lezen

Kritiek, feedback oid is welkom

Hope you like it

Mijn hand gleed zachtjes over je lijkbleke wang. Wezenloos staarde je omhoog, alsof je wachtte op je beschermengel. Langzaam pakte ik je hand vast, deze voelde koud aan. Mijn blik gleed naar je beeldschone lijf. Een glimlach nam de overhand in mijn gezicht. Herinneringen van ons tweeën voelden zo ver weg, en tegelijk zo dichtbij. Ik probeerde je lichaam voor me te zien van vroeger. Alsof ik je nooit meer zou zien als toen. Ik keek omlaag.
Je had geen schoenen aan waardoor ik je litteken op je enkel kon zien. Een huivering verscheen bij de herinnering aan hoe je die opliep. Ik schudde deze gedachte van me af, het was nog steeds pijnlijk om aan terug te denken. Snel keek ik verder
Ik volgde de contourlijnen van de spieren in je benen die helemaal ontspannen waren. Enkele ontstoken plekken sierden je enkels en onderarmen. Een paar uren geleden rende je nog weg. Waarvoor kon ik niet meer zeggen.
Je droeg een korte, donkerblauwe broek die strak om je lichaam heen zat. Erboven was je buik zichtbaar, even aarzelde ik bij dit aanzicht. Je eens zo bruine huid as witter dan de laatste keer dat ik je zag, bijna de kleur van perkament. Toch keek ik verder, je handen waren nog steeds zo mooi als vroeger, niets had ze aangetast. Lange slanke vingers met eens korte nagels, nu waren ze langer. Maar ik wist wel beter. Schijn bedriegt.
Ik had je gezicht voor het laatst bewaard. Het beste voor het laatst, natuurlijk. Ik keek in je ogen, een steek fing door mijn hart. Je ene oog was blauw, niet alleen je iris as blauw, nee. Juist je hele oog. Je neus zag eruit alsof hij was platgeslagen. Hij was kleiner dan vroeger. Mijn blik schoot terug naar je doffe ogen.
Pijn nam de overhand van mijn emoties. Mijn geest dwong me terug te denken aan de laatste keer dat ik iemand zo zag kijken. Vlak voordat er een naam naar boven kwam kapte ik de gedachtestroom af. Daar wilde ik nu niet aan denken.
Je lippen waren uitgedroogd. Voorzichtig boog ik me voorover en drukte er een kus op. Vroeger zou je me tegen je aan getrokken hebben, je handen door mijn haren hebben gewoeld, nu lag je daar stil. Alsof niets je meer boeit.
Er biggelt een traan over mijn wang, langzaam glijd hij naar beneden. Vlak voordat hij uit elkaar spatte op de grond zag ik jou gezicht erin weerspiegeld. Ik woele met mijn hand door je haar. Zou je het nog voelen?
Over een tijdje zal je lichaam uit elkaar vallen, dieren zullen je lichaam opeten. Maden eten je op, samen met de rest. Je lichaam zal veranderen in voedsel van de natuur. En ik zal er niets aan kunnen doen.
Moedeloos liet ik je hand los en verplaatste hem naar je buik. Jouw hele lichaam voelde koud aan. Zou het al begonnen zijn? Zou je ziel al vervlogen zijn met de wind?
Vragen vulden mijn hoofd tot ik er gek van werd. Ik viel achteruit en knalde tegen een muur op. Pijn voelde ik al niet meer, het verdriet overspoelde me. Tot ik helemaal doorweekt was.
Het leek of ik verdronk in de emotie. Ik keek naar je op, mijn zicht vertroebelt door tranen van verdriet. Onderaan je rug heeft zich een donkere vlek gevormd. Verwondert staar ik ernaar. Nu al? Ik krabbel overeind, tenminste, dat probeer ik. Er lukt niets van.
‘Waarom liet je me achter?’
De woorden zul je nooit horen. Ik was er niet voor je toen je stierf. Dus waarom zou je er nu wel voor mij zijn?
Vlekken verschenen in mijn gezichtsveld, ze hadden dezelfde kleur als die op je onderrug.
‘Ik hou van je,’ fluisterde ik.
Mijn ogen sloten zich en ik viel in de kloof tussen leven en dood.
‘voor eeuwig.’