My Freedom
Geplaatst: 08 nov 2012 22:27
Hallo. :3 Dit wordt mijn eerste, officiële one-shot als je mijn mislukte verhaal voor belachelijke schrijfwedstrijd Write Now! niet meetelt. (: Een tijdje geleden kwam er een idee in mij op. Ik luister namelijk graag naar de muziek van Two Steps From Hell, Thomas J. Bergersen, Future World Music en die shit. Ik besloot naar een liedje te luisteren en een verhaal te maken over het eerste beeld dat in me opkwam. Ik luisterde het eerst naar My Freedom van Two Steps From Hell (of Thomas Bergersen, als je wilt, praktisch hetzelfde) en dit was wat eruitgekomen is.
My Freedom - Thomas Bergersen
My Freedom
"Nog... een..." mompelde ze geconcentreerd. Haar nagel brak en de scherf verloor zijn grip op de muur. Ze snakte naar lucht toen ze per ongeluk een pijnlijke snede in haar hand maakte. Het bloed gleed langs haar hand naar haar vingertoppen en druppelde op de grond.
Een krankzinnige glimlach verscheen op haar gezicht. Met een angstaanjagende blik in haar ogen drukte ze haar bebloede hand op de stenen, koude muur, achter de letters en tekens die ze in de muur had gekerfd. Er bleef een rode veeg achter.
Ze staarde tevreden naar het resultaat en vouwde haar handen in elkaar. Vandaag was haar dag. Vandaag zou ze haar vrijheid terugkrijgen. Tegen elke prijs.
Een minachtende trek kwam om haar mond. De meeste mensen zagen de doodstraf niet als een bevrijding. Sterker nog, de meesten gilden alsof ze levend werden gevild als ze naar de beul werden gesleept.
Mensen. Zij verdienden geen naam. Ze waren slechts egoïstische, wrede wezens, die alles wat hen gevaar zou kunnen brengen, uit de weg ruimden. Schuldig, of onschuldig.
Ze deed een stap naar voren en streek bijna liefkozend met haar vingers over de bedreigende boodschap in de muur. Ze prevelde een paar onduidelijke woorden in een onbekende taal en deed een paar stappen naar de ijzeren traliedeur, die haar gescheiden hield van de buitenwereld.
De ketenen die om haar enkels gesloten waren, rammelden waarschuwend toen ze haar voeten verzette. Het maakte haar woedend en ze uitte een onmenselijke, angstaanjagende kreet.
Het antwoord was er snel; gehaaste voetstappen, het gekletter van wapens, gealarmeerde kreten. Ze grijnsde om het gewenste effect en reikte haar handen uit naar de tralies, klaar om de eerste de beste die ze zag, voor eens en voor altijd te straffen.
Voor ze ook maar het koude ijzer onder haar vingers had gevoeld, had een soldaat haar bereikt. Ze haalde naar hem uit en haalde daarmee de huid van haar enkels open. Ze negeerde de stekende pijn.
De soldaat keerde zijn zwaard en duwde haar met de harde achterkant van het handvat terug naar achteren. Ze viel, graaiend met haar armen, achterover op de zanderige, smerige celvloer.
"Je kunt het zo vaak proberen als je wilt, schepsel," grijnsde de soldaat en hij spuugde voor haar voeten, "maar de kans dat je vrijkomt, wordt met de dag minder." Hij keek haar met leedvermaak aan. "Sterker nog, al je kansen zijn voorbij. Vanmiddag zijn we eindelijk van je af."
Ze veegde haar helrode haren uit haar gezicht en keek hem met flitsende ogen aan. "Mijn naam is Naevah," beet ze hem toe, "en jij hebt geen idee van wat ik nog kan doen."
"Gillen, protesteren, huilen misschien," schokschouderde de soldaat.
"Nooit." Huilen was voor zwakkelingen. Huilen was voor ménsen. Maar zij wisten niet dat zij geen mens was. Ze wilden niet verder kijken dan ze konden zien, niet verder denken dan ze al wisten.
"Jouw keuze," zei de soldaat onverschillig. "Over een uur kom ik je halen. Waag het niet om..." Zijn stem stierf weg toen hij zijn ogen langs de boodschap in de muur liet glijden.
Naevah grijnsde triomfantelijk.
"Een... een..." bracht hij uit. Zijn alerte houding was verdwenen en had plaatsgemaakt voor ontzag, verbazing. Ontzetting.
Natuurlijk maakte ze er gebruik van. Ze wierp zichzelf naar voren en greep hem, door de tralies heen, vast bij zijn kraag. Voor hij precies doorhad wat er gebeurde, brak ze zijn nek en duwde hem van zich af. Levenloos viel het lichaam op de grond.
Ze deed een paar stappen achteruit en ging in kleermakerszit op de grond zitten. De wond in haar hand bloedde nog steeds en had afdrukken op de kleren van de soldaat achtergelaten. Ze grinnikte; het zag er daardoor nog erger uit dan het al was.
Uren verstreken, niemand kwam opdagen. Uiteindelijk, toen het wachtwissel was, kwamen er voetstappen Naevah's kant op. Het was tijd.
Haar hart ging sneller kloppen toen de wachters verschenen. Ze waren met zes man; een teken dat ze wisten dat ze haar niet aankonden. Ze krabbelde overeind en kreeg een opgetogen, verwachtingsvolle blik in haar ogen.
Drie mannen slaakten een ontzette kreet bij het zien van het levenloze lichaam op de grond; de drie anderen stapten kordaat op Naevah af.
"Monster!" schreeuwde een van de mannen naar haar. "Jij verdient het om te sterven!"
"Zwijg," beet een ander hem toe. Hij had overduidelijk de leiding, want de eerste zweeg bedrukt.
De celdeur werd geopend. Terwijl de dode man werd weggebracht, werden Naevah's boeien losgemaakt. Twee mannen grepen haar bij beide armen beet. Ze protesteerde niet. Nog niet.
Ze liepen de gang door en de andere soldaten voegden zich bij hen. Twee voor, twee naast, twee achter.
Naevah grinnikte minachtend; ze waren bang voor haar. Mooi.
De deur werd opengeduwd en even knipperde ze met haar ogen tegen het felle zonlicht. Ze ademde de frisse buitenlucht diep in. Buitenlucht die snel zou stinken door vergoten bloed.
Buiten de kerkers stond een menigte mensen. Ze schreeuwden, juichten... waren uit op haar bloed.
Ze trok haar kin omhoog en keek minachtend om zich heen. Ze bleef kalm, zelfs toen iemand met rotte tomaten begon te gooien. Het was nog geen tijd.
"Geniet nog maar van je tijd buiten," smaalde een van de soldaten voor haar. "Het zal niet lang meer duren voor je dat niet meer kunt."
"Dat klopt," zei Naevah uiterst kalm. Naarmate ze dichter bij het schavot kwamen, werd de menigte stiller en Naevah voelde de adrenaline door haar lichaam stromen. Haar hart bonkte wild, maar niet van angst. Ze was niet bang voor de dood, omdat die nog niet dichtbij was.
De beul werd zichtbaar. Naevah zag de triomfantelijke blik van de man. De rest van zijn gezicht was verborgen achter een masker.
De twee soldaten naast haar duwden haar het schavot op. Ze stapte langzaam naar de beul toe. De soldaten hielden de kettingen van de boeien om haar polsen stevig vast, uit angst dat ze weg zou lopen, maar dat deed ze niet.
"Maak haar dood!" schreeuwde plots iemand.
"Laat het lang duren," reageerde iemand, "dat is wat ze verdient!"
Naevah draaide haar hoofd in de richting van het geschreeuw, terwijl de menigte om haar heen bijviel en de lelijkste verwensingen naar haar hoofd gooiden. Het deed haar niets. Wie waren zij eigenlijk?
Ze grijnsde veelbetekenend en stapte naar het blok toe, maar in plaats van te knielen, bleef ze doodstil staan.
Terwijl de menigte om haar heen joelde en wachtte op haar bloed, spreidde ze uiterst kalm haar handen. Het was tijd. Ze draaide de palmen naar buiten en sprak een krachtige zin in dezelfde onbekende taal.
De pijn die vrijkwam bij het uitslaan van haar vleugels, werd onderdrukt door het geweldige gevoel van macht en wraak. Ze sloot haar ogen en gooide haar hoofd in haar nek. Op datzelfde moment doorkliefde een bliksemschicht de hemel, die inmiddels zwart zag van de donderwolken.
Het gejuich van de menigte vervaagde. Iemand schreeuwde gealarmeerd, maar het was te laat. Niemand zou ontkomen. Geen enkel mens zou ongestraft blijven. De lucht zou bedorven worden door de rotte geur van gevloeid bloed. De lijken zouden rotten in de hete zon tot iemand zou ontdekken wat voor slachtveld er was ontstaan, maar dan zou het al te laat zijn... want Naevah zou, met de dood van deze egoïstische schepsels, eindelijk haar vrijheid verkrijgen.
My Freedom - Thomas Bergersen
My Freedom
"Nog... een..." mompelde ze geconcentreerd. Haar nagel brak en de scherf verloor zijn grip op de muur. Ze snakte naar lucht toen ze per ongeluk een pijnlijke snede in haar hand maakte. Het bloed gleed langs haar hand naar haar vingertoppen en druppelde op de grond.
Een krankzinnige glimlach verscheen op haar gezicht. Met een angstaanjagende blik in haar ogen drukte ze haar bebloede hand op de stenen, koude muur, achter de letters en tekens die ze in de muur had gekerfd. Er bleef een rode veeg achter.
Ze staarde tevreden naar het resultaat en vouwde haar handen in elkaar. Vandaag was haar dag. Vandaag zou ze haar vrijheid terugkrijgen. Tegen elke prijs.
Een minachtende trek kwam om haar mond. De meeste mensen zagen de doodstraf niet als een bevrijding. Sterker nog, de meesten gilden alsof ze levend werden gevild als ze naar de beul werden gesleept.
Mensen. Zij verdienden geen naam. Ze waren slechts egoïstische, wrede wezens, die alles wat hen gevaar zou kunnen brengen, uit de weg ruimden. Schuldig, of onschuldig.
Ze deed een stap naar voren en streek bijna liefkozend met haar vingers over de bedreigende boodschap in de muur. Ze prevelde een paar onduidelijke woorden in een onbekende taal en deed een paar stappen naar de ijzeren traliedeur, die haar gescheiden hield van de buitenwereld.
De ketenen die om haar enkels gesloten waren, rammelden waarschuwend toen ze haar voeten verzette. Het maakte haar woedend en ze uitte een onmenselijke, angstaanjagende kreet.
Het antwoord was er snel; gehaaste voetstappen, het gekletter van wapens, gealarmeerde kreten. Ze grijnsde om het gewenste effect en reikte haar handen uit naar de tralies, klaar om de eerste de beste die ze zag, voor eens en voor altijd te straffen.
Voor ze ook maar het koude ijzer onder haar vingers had gevoeld, had een soldaat haar bereikt. Ze haalde naar hem uit en haalde daarmee de huid van haar enkels open. Ze negeerde de stekende pijn.
De soldaat keerde zijn zwaard en duwde haar met de harde achterkant van het handvat terug naar achteren. Ze viel, graaiend met haar armen, achterover op de zanderige, smerige celvloer.
"Je kunt het zo vaak proberen als je wilt, schepsel," grijnsde de soldaat en hij spuugde voor haar voeten, "maar de kans dat je vrijkomt, wordt met de dag minder." Hij keek haar met leedvermaak aan. "Sterker nog, al je kansen zijn voorbij. Vanmiddag zijn we eindelijk van je af."
Ze veegde haar helrode haren uit haar gezicht en keek hem met flitsende ogen aan. "Mijn naam is Naevah," beet ze hem toe, "en jij hebt geen idee van wat ik nog kan doen."
"Gillen, protesteren, huilen misschien," schokschouderde de soldaat.
"Nooit." Huilen was voor zwakkelingen. Huilen was voor ménsen. Maar zij wisten niet dat zij geen mens was. Ze wilden niet verder kijken dan ze konden zien, niet verder denken dan ze al wisten.
"Jouw keuze," zei de soldaat onverschillig. "Over een uur kom ik je halen. Waag het niet om..." Zijn stem stierf weg toen hij zijn ogen langs de boodschap in de muur liet glijden.
Naevah grijnsde triomfantelijk.
"Een... een..." bracht hij uit. Zijn alerte houding was verdwenen en had plaatsgemaakt voor ontzag, verbazing. Ontzetting.
Natuurlijk maakte ze er gebruik van. Ze wierp zichzelf naar voren en greep hem, door de tralies heen, vast bij zijn kraag. Voor hij precies doorhad wat er gebeurde, brak ze zijn nek en duwde hem van zich af. Levenloos viel het lichaam op de grond.
Ze deed een paar stappen achteruit en ging in kleermakerszit op de grond zitten. De wond in haar hand bloedde nog steeds en had afdrukken op de kleren van de soldaat achtergelaten. Ze grinnikte; het zag er daardoor nog erger uit dan het al was.
Uren verstreken, niemand kwam opdagen. Uiteindelijk, toen het wachtwissel was, kwamen er voetstappen Naevah's kant op. Het was tijd.
Haar hart ging sneller kloppen toen de wachters verschenen. Ze waren met zes man; een teken dat ze wisten dat ze haar niet aankonden. Ze krabbelde overeind en kreeg een opgetogen, verwachtingsvolle blik in haar ogen.
Drie mannen slaakten een ontzette kreet bij het zien van het levenloze lichaam op de grond; de drie anderen stapten kordaat op Naevah af.
"Monster!" schreeuwde een van de mannen naar haar. "Jij verdient het om te sterven!"
"Zwijg," beet een ander hem toe. Hij had overduidelijk de leiding, want de eerste zweeg bedrukt.
De celdeur werd geopend. Terwijl de dode man werd weggebracht, werden Naevah's boeien losgemaakt. Twee mannen grepen haar bij beide armen beet. Ze protesteerde niet. Nog niet.
Ze liepen de gang door en de andere soldaten voegden zich bij hen. Twee voor, twee naast, twee achter.
Naevah grinnikte minachtend; ze waren bang voor haar. Mooi.
De deur werd opengeduwd en even knipperde ze met haar ogen tegen het felle zonlicht. Ze ademde de frisse buitenlucht diep in. Buitenlucht die snel zou stinken door vergoten bloed.
Buiten de kerkers stond een menigte mensen. Ze schreeuwden, juichten... waren uit op haar bloed.
Ze trok haar kin omhoog en keek minachtend om zich heen. Ze bleef kalm, zelfs toen iemand met rotte tomaten begon te gooien. Het was nog geen tijd.
"Geniet nog maar van je tijd buiten," smaalde een van de soldaten voor haar. "Het zal niet lang meer duren voor je dat niet meer kunt."
"Dat klopt," zei Naevah uiterst kalm. Naarmate ze dichter bij het schavot kwamen, werd de menigte stiller en Naevah voelde de adrenaline door haar lichaam stromen. Haar hart bonkte wild, maar niet van angst. Ze was niet bang voor de dood, omdat die nog niet dichtbij was.
De beul werd zichtbaar. Naevah zag de triomfantelijke blik van de man. De rest van zijn gezicht was verborgen achter een masker.
De twee soldaten naast haar duwden haar het schavot op. Ze stapte langzaam naar de beul toe. De soldaten hielden de kettingen van de boeien om haar polsen stevig vast, uit angst dat ze weg zou lopen, maar dat deed ze niet.
"Maak haar dood!" schreeuwde plots iemand.
"Laat het lang duren," reageerde iemand, "dat is wat ze verdient!"
Naevah draaide haar hoofd in de richting van het geschreeuw, terwijl de menigte om haar heen bijviel en de lelijkste verwensingen naar haar hoofd gooiden. Het deed haar niets. Wie waren zij eigenlijk?
Ze grijnsde veelbetekenend en stapte naar het blok toe, maar in plaats van te knielen, bleef ze doodstil staan.
Terwijl de menigte om haar heen joelde en wachtte op haar bloed, spreidde ze uiterst kalm haar handen. Het was tijd. Ze draaide de palmen naar buiten en sprak een krachtige zin in dezelfde onbekende taal.
De pijn die vrijkwam bij het uitslaan van haar vleugels, werd onderdrukt door het geweldige gevoel van macht en wraak. Ze sloot haar ogen en gooide haar hoofd in haar nek. Op datzelfde moment doorkliefde een bliksemschicht de hemel, die inmiddels zwart zag van de donderwolken.
Het gejuich van de menigte vervaagde. Iemand schreeuwde gealarmeerd, maar het was te laat. Niemand zou ontkomen. Geen enkel mens zou ongestraft blijven. De lucht zou bedorven worden door de rotte geur van gevloeid bloed. De lijken zouden rotten in de hete zon tot iemand zou ontdekken wat voor slachtveld er was ontstaan, maar dan zou het al te laat zijn... want Naevah zou, met de dood van deze egoïstische schepsels, eindelijk haar vrijheid verkrijgen.