Autobiografie van een overlever
Geplaatst: 23 dec 2012 14:55
Autobiografie van een overlever
Vierentwintig januari tweeduizenvierhonderveertig.
Ik Lyndon Ficher schrijf mijn levensverhaal op. Opdat mijn kleinkinderen te weten komen, hoe onze familie op de prachtige planeet TerraInficta is aangekomen.
Jeugd.
Ik ben opgegroeid in een arm gezin op de fabrieksplaneet Feratzes in het Dagastelsel. Mijn ouders zag ik zelden. Zij waren altijd aan het werk in een van de gigantische fabrieken waarmee de planeet bezaaid is. Mijn oudere broers en zusters, moesten als snel meewerken. Als nakomertje was ik daarom voor het grootse gedeelte alleen. We woonden in een arbeidersflat, een kilometer hoge blokkendoos waar, in kleine kamertjes, hele gezinnen leefden. Alleen op onze etage woonden al duizend mensen. In de hele flat vijfentwintigduizend. Ik herinner me er niet veel meer van. Alleen het constante lawaai en de vuile zwarte rook die de gehele planeet bedekten. Toen ik zes jaar was, werd ik opgehaald door iemand van de overheid. Een strenge humorloze vrouw deelde mij mee dat ik mijn maatschappelijke plicht moest vervullen. En zo werd ik te werk gesteld. In het begin was het leuk, samen met leeftijdgenootjes, leerden we alles over de grote machines en het belang daarvan. Na een paar maanden kon ik echt beginnen. Mijn taak, het poetsen, smeren en onderhouden van een groot tandwiel. Als snel was ik al het besef van tijd kwijt. Het wiel was het belangrijkste in mijn leven. Ik sliep op een stuk karton ernaast, zodat ik de volgende dag meteen kon beginnen. De opzichters gaven me te eten en nieuwe kleding. Zo verliepen de dagen. Tot de dag dat ik een ongeluk kreeg. Tijdens een reparatie aan het wiel, begon het opeens te draaien. Voordat ik er erg in had, was mijn arm gebroken. Ik schreeuwde het uit van pijn. Haastig kwam een opzichter aangelopen. Hij drukte een spuit in mijn arm en alles werd zwart.
Herstel.
Ik werd wakker in een witte kamer, een gezicht keek mij aan. Een man vertelde op droge stem wat er gebeurd was. En dat ik voor alle kosten moest opdraaien. Langzaam herstelde ik, en begon ik ook te beseffen dat er iets niet klopte. De gangen van het ziekenhuis waren van staalplaten gemaakt en hadden geen ramen. Waar was ik een vredesnaam? Toen mij dat uiteindelijk werd getoond barste ik in huilen uit. Ik was in een groot ruimtestation dat in een baan rond de planeet draaide. En die planeet, Feratzes, zag ik nu pas goed. Donkere wolken, gifgroene zeeën. En gaten die diep in de aarde boorden. Maar boven dat alles scheen een prachtige zon. Die zon gaf mij kracht en hoop.
Ontsnapping.
Hoe ik op het idee kwam om te ontsnappen weet ik zelf ook niet, maar ik piekerde er dagen over. De artsen en zusters lieten mij met rust, een klein ongeletterd kind dat is tenslotte tot niet veel in staat? Maar toen ze mij vertelden dat ik over een paar dagen weer aan het werk moest gaan, wist ik dat ik snel moest handelen. Tijdens mijn speurtochten door het station ontdekte ik een klein onbewaakt platform. Ik had al snel door dat daar spullen werden gelost die voor de artsen waren. Toen het weer zo ver was, en iedereen druk bezig was, lukte het me om in het vrachtruim van het schip te verstoppen. Ergens achterin tussen een stapel kratten vond ik een oude deken, ik wikkelde me erin en viel in een diepe slaap. Ik werd wakker van beweging in mijn buurt. Toen ik mijn ogen open deed schrok ik heel erg. Een grote man keek mij aan. “wat hebben wij hier” brulde hij. “een verstekeling?’ “weet jij wat we met verstekelingen doen?” “die gooien we over boord” Een brede grijns verscheen op zijn gezicht. En ik werd heel bang. Opeens kwam een lief gezicht in beeld. Een vrouw zei “stil toch Natata je maakt dat jong bang” Ze wenden zicht tot mij “het is goed, wees maar niet bang, je bent veilig hier” Ik ontspande me. De twee mensen namen me mee. Ze gaven me te eten, kleding en een slaapplaats. Het waren prachtige jaren die volgden, Natata en Nellie adopteerden mij als hun eigen kind. Ze leerden me lezen, schrijven en rekenen. Alles kwam ik te weten over het universum, de talloze planeten en beschavingen. Tot het moment kwam dat ik achttien werd. Ik kreeg toen van mijn ouders de keuze. Of bij hen blijven en uiteindelijk zelf kapitein van het schip worden en de zaak voortzetten. Of ze zouden mij op een planeet van mijn eigen keuze afzetten en mij daar met een buidel geld achterlaten. Ik dacht er lang over na. Dagenlang piekerde ik, alle opties en mogelijkheden bekeek ik. Maar toen maakte ik mijn keuze bekend. Ik zou zelf mijn eigen weg kiezen.
Eigen weg.
Als planeet om te leven koos ik TerraInficta, een planeet die totaal het tegenover gestelde is van mijn geboorteplaneet. Mens en natuur leefden in volledige harmonie met elkaar. De planeet telde een groot aantal universiteiten in alle mogelijke disciplines. Met een geloofsbrief geschreven door mijn vader melde ik mij aan bij het hoofd van de immigratie dienst. Voordat ik er erg in had, kreeg ik een huisje toegewezen, een baan bij een kleine winkel. En een plaats aan de universiteit voor schone energie. Ik leerde veel, kreeg vrienden deed ontdekkingen en promoveerde. Ik begon een eigen bedrijf in handelsvluchten. Als kroon op alles werd ik stapelverliefd. Jessia was een van de mooiste vrouwen die ik ooit had gezien. Maar ze was niet menselijk, en relaties tussen mensen en buitenaardse werden niet overal gewaardeerd. De verrassing dat zij ook van mij hield maakten het er niet gemakkelijker op. Maar toch begonnen we een relatie, in het geheim trouwden we. Ik had ondertussen voldoende verdiend voor een mooi landhuis midden in de natuur. Jessia die architect was trok bij me in. Prachtige jaren volgenden, samen reisden wij het heelal af. We maakten van alles mee. Toen ons eerste kind werd geboren voelde ik mij de gelukkigste man in het universum. Marly was een engeltje en haar broertjes en zusjes die volgenden waren perfect. Maar zoals altijd, na een mooie periode komt ook een moeilijke periode.
Verlies.
Ik verloor Jessia, na jaren samen stierf zij. De pijn van het verdriet laten mij nog steeds tranen in mijn ogen schieten. Ik voelde de leeftijd op mij drukken. Mijn kinderen, inmiddels volwassen geworden ondersteunden mij zo goed als ze konden. Maar het maakte niets meer uit. Toen mijn eerste kleinkind werd geboren, besefte dat ik nog een ding moest doen. In al die jaren heb ik regelmatig aan mijn geboorteplaneet gedacht, ik wilde het nog een keer zien. Tegen de tijd dat ik terug ben, zal ik gestorven zijn. Leg mijn lichaam dan naast dat van mijn vrouw. Plant op ons graf een boom, zaai er bloemen en planten, en maak er een plek van rust er vrede van.
In memoriam.
Het is dertig jaar geleden dat Lyndon is overleden. Zijn eerste kleinzoon, Quinto, heeft het verhaal van zijn opa gelezen. Hij heeft besloten, zijn opa zo goed als kan te eren.
Het einde en nieuw begin.
Ik, Quinto, zoon van Marly, dochter van Lyndon en Jessia Ficher, schrijf deze laatste woorden. Als eerbetoon aan de man die ons het leven schonk. Lyndon is overleden, en zijn laatste wens is in vervulling gebracht. Onze familie is nog altijd groeiende op het mooie TerraInficta. Zoals de takken op het graf van Lyndon en Jessia ieder jaar langer en sterken worden, zo wij ook. De erfenis die ons is achtergelaten is niet gering. Een mooie planeet, erkende plekken in de raad. Rijkdom en kennis. Maar ook een taak. Tussen de papieren van mijn opa, vond ik nog een laatste wens. Dat Feratzes, ooit net zo mooi zal zijn als TerraInficta. Vandaar deze boodschap. Een boodschap voor alle leiders. Laten wij de mensen van Feratzes niet vergeten. Laten wij ervoor zorgen, dat zij net zo mooi leven kunnen leiden als mijn opa. Als iedere ander vrij mens. Geef ze een teken van hoop.
De UNI raad.
Geachte leden van de raad.
Het verhaal van Lyndon heeft ons alle diep geraakt. De situatie op Feratzes is dusdanig ernstig dat het tijd is om actie te ondernemen. Hierom doe ik een voorstel, om de burgers van Feratzes te helpen. Laten wij gezamenlijk een straal van licht op de planeet afvuren. Een straal die sterk genoeg is om door de dichte wolken heen te gaan. En alle mensen zal doen beseffen dat er hulp op komst is.
Uw voorzitter.
Feratzes.
Een ongekende vreugde was op de planeet aanwezig. Toen de wolken uiteenscheurde en de stralende zon te zien was, legde iedereen het werk neer. Een gevoel van hoop begon te gloeien. Zo sterk dat toen de wolken weer sloten. Iedereen beseften dat het leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Dat er hoop is. Dat we vrij kunnen zijn.
Einde
Vierentwintig januari tweeduizenvierhonderveertig.
Ik Lyndon Ficher schrijf mijn levensverhaal op. Opdat mijn kleinkinderen te weten komen, hoe onze familie op de prachtige planeet TerraInficta is aangekomen.
Jeugd.
Ik ben opgegroeid in een arm gezin op de fabrieksplaneet Feratzes in het Dagastelsel. Mijn ouders zag ik zelden. Zij waren altijd aan het werk in een van de gigantische fabrieken waarmee de planeet bezaaid is. Mijn oudere broers en zusters, moesten als snel meewerken. Als nakomertje was ik daarom voor het grootse gedeelte alleen. We woonden in een arbeidersflat, een kilometer hoge blokkendoos waar, in kleine kamertjes, hele gezinnen leefden. Alleen op onze etage woonden al duizend mensen. In de hele flat vijfentwintigduizend. Ik herinner me er niet veel meer van. Alleen het constante lawaai en de vuile zwarte rook die de gehele planeet bedekten. Toen ik zes jaar was, werd ik opgehaald door iemand van de overheid. Een strenge humorloze vrouw deelde mij mee dat ik mijn maatschappelijke plicht moest vervullen. En zo werd ik te werk gesteld. In het begin was het leuk, samen met leeftijdgenootjes, leerden we alles over de grote machines en het belang daarvan. Na een paar maanden kon ik echt beginnen. Mijn taak, het poetsen, smeren en onderhouden van een groot tandwiel. Als snel was ik al het besef van tijd kwijt. Het wiel was het belangrijkste in mijn leven. Ik sliep op een stuk karton ernaast, zodat ik de volgende dag meteen kon beginnen. De opzichters gaven me te eten en nieuwe kleding. Zo verliepen de dagen. Tot de dag dat ik een ongeluk kreeg. Tijdens een reparatie aan het wiel, begon het opeens te draaien. Voordat ik er erg in had, was mijn arm gebroken. Ik schreeuwde het uit van pijn. Haastig kwam een opzichter aangelopen. Hij drukte een spuit in mijn arm en alles werd zwart.
Herstel.
Ik werd wakker in een witte kamer, een gezicht keek mij aan. Een man vertelde op droge stem wat er gebeurd was. En dat ik voor alle kosten moest opdraaien. Langzaam herstelde ik, en begon ik ook te beseffen dat er iets niet klopte. De gangen van het ziekenhuis waren van staalplaten gemaakt en hadden geen ramen. Waar was ik een vredesnaam? Toen mij dat uiteindelijk werd getoond barste ik in huilen uit. Ik was in een groot ruimtestation dat in een baan rond de planeet draaide. En die planeet, Feratzes, zag ik nu pas goed. Donkere wolken, gifgroene zeeën. En gaten die diep in de aarde boorden. Maar boven dat alles scheen een prachtige zon. Die zon gaf mij kracht en hoop.
Ontsnapping.
Hoe ik op het idee kwam om te ontsnappen weet ik zelf ook niet, maar ik piekerde er dagen over. De artsen en zusters lieten mij met rust, een klein ongeletterd kind dat is tenslotte tot niet veel in staat? Maar toen ze mij vertelden dat ik over een paar dagen weer aan het werk moest gaan, wist ik dat ik snel moest handelen. Tijdens mijn speurtochten door het station ontdekte ik een klein onbewaakt platform. Ik had al snel door dat daar spullen werden gelost die voor de artsen waren. Toen het weer zo ver was, en iedereen druk bezig was, lukte het me om in het vrachtruim van het schip te verstoppen. Ergens achterin tussen een stapel kratten vond ik een oude deken, ik wikkelde me erin en viel in een diepe slaap. Ik werd wakker van beweging in mijn buurt. Toen ik mijn ogen open deed schrok ik heel erg. Een grote man keek mij aan. “wat hebben wij hier” brulde hij. “een verstekeling?’ “weet jij wat we met verstekelingen doen?” “die gooien we over boord” Een brede grijns verscheen op zijn gezicht. En ik werd heel bang. Opeens kwam een lief gezicht in beeld. Een vrouw zei “stil toch Natata je maakt dat jong bang” Ze wenden zicht tot mij “het is goed, wees maar niet bang, je bent veilig hier” Ik ontspande me. De twee mensen namen me mee. Ze gaven me te eten, kleding en een slaapplaats. Het waren prachtige jaren die volgden, Natata en Nellie adopteerden mij als hun eigen kind. Ze leerden me lezen, schrijven en rekenen. Alles kwam ik te weten over het universum, de talloze planeten en beschavingen. Tot het moment kwam dat ik achttien werd. Ik kreeg toen van mijn ouders de keuze. Of bij hen blijven en uiteindelijk zelf kapitein van het schip worden en de zaak voortzetten. Of ze zouden mij op een planeet van mijn eigen keuze afzetten en mij daar met een buidel geld achterlaten. Ik dacht er lang over na. Dagenlang piekerde ik, alle opties en mogelijkheden bekeek ik. Maar toen maakte ik mijn keuze bekend. Ik zou zelf mijn eigen weg kiezen.
Eigen weg.
Als planeet om te leven koos ik TerraInficta, een planeet die totaal het tegenover gestelde is van mijn geboorteplaneet. Mens en natuur leefden in volledige harmonie met elkaar. De planeet telde een groot aantal universiteiten in alle mogelijke disciplines. Met een geloofsbrief geschreven door mijn vader melde ik mij aan bij het hoofd van de immigratie dienst. Voordat ik er erg in had, kreeg ik een huisje toegewezen, een baan bij een kleine winkel. En een plaats aan de universiteit voor schone energie. Ik leerde veel, kreeg vrienden deed ontdekkingen en promoveerde. Ik begon een eigen bedrijf in handelsvluchten. Als kroon op alles werd ik stapelverliefd. Jessia was een van de mooiste vrouwen die ik ooit had gezien. Maar ze was niet menselijk, en relaties tussen mensen en buitenaardse werden niet overal gewaardeerd. De verrassing dat zij ook van mij hield maakten het er niet gemakkelijker op. Maar toch begonnen we een relatie, in het geheim trouwden we. Ik had ondertussen voldoende verdiend voor een mooi landhuis midden in de natuur. Jessia die architect was trok bij me in. Prachtige jaren volgenden, samen reisden wij het heelal af. We maakten van alles mee. Toen ons eerste kind werd geboren voelde ik mij de gelukkigste man in het universum. Marly was een engeltje en haar broertjes en zusjes die volgenden waren perfect. Maar zoals altijd, na een mooie periode komt ook een moeilijke periode.
Verlies.
Ik verloor Jessia, na jaren samen stierf zij. De pijn van het verdriet laten mij nog steeds tranen in mijn ogen schieten. Ik voelde de leeftijd op mij drukken. Mijn kinderen, inmiddels volwassen geworden ondersteunden mij zo goed als ze konden. Maar het maakte niets meer uit. Toen mijn eerste kleinkind werd geboren, besefte dat ik nog een ding moest doen. In al die jaren heb ik regelmatig aan mijn geboorteplaneet gedacht, ik wilde het nog een keer zien. Tegen de tijd dat ik terug ben, zal ik gestorven zijn. Leg mijn lichaam dan naast dat van mijn vrouw. Plant op ons graf een boom, zaai er bloemen en planten, en maak er een plek van rust er vrede van.
In memoriam.
Het is dertig jaar geleden dat Lyndon is overleden. Zijn eerste kleinzoon, Quinto, heeft het verhaal van zijn opa gelezen. Hij heeft besloten, zijn opa zo goed als kan te eren.
Het einde en nieuw begin.
Ik, Quinto, zoon van Marly, dochter van Lyndon en Jessia Ficher, schrijf deze laatste woorden. Als eerbetoon aan de man die ons het leven schonk. Lyndon is overleden, en zijn laatste wens is in vervulling gebracht. Onze familie is nog altijd groeiende op het mooie TerraInficta. Zoals de takken op het graf van Lyndon en Jessia ieder jaar langer en sterken worden, zo wij ook. De erfenis die ons is achtergelaten is niet gering. Een mooie planeet, erkende plekken in de raad. Rijkdom en kennis. Maar ook een taak. Tussen de papieren van mijn opa, vond ik nog een laatste wens. Dat Feratzes, ooit net zo mooi zal zijn als TerraInficta. Vandaar deze boodschap. Een boodschap voor alle leiders. Laten wij de mensen van Feratzes niet vergeten. Laten wij ervoor zorgen, dat zij net zo mooi leven kunnen leiden als mijn opa. Als iedere ander vrij mens. Geef ze een teken van hoop.
De UNI raad.
Geachte leden van de raad.
Het verhaal van Lyndon heeft ons alle diep geraakt. De situatie op Feratzes is dusdanig ernstig dat het tijd is om actie te ondernemen. Hierom doe ik een voorstel, om de burgers van Feratzes te helpen. Laten wij gezamenlijk een straal van licht op de planeet afvuren. Een straal die sterk genoeg is om door de dichte wolken heen te gaan. En alle mensen zal doen beseffen dat er hulp op komst is.
Uw voorzitter.
Feratzes.
Een ongekende vreugde was op de planeet aanwezig. Toen de wolken uiteenscheurde en de stralende zon te zien was, legde iedereen het werk neer. Een gevoel van hoop begon te gloeien. Zo sterk dat toen de wolken weer sloten. Iedereen beseften dat het leven nooit meer hetzelfde zal zijn. Dat er hoop is. Dat we vrij kunnen zijn.
Einde