Verscheurde Ziel
Geplaatst: 02 jan 2013 00:30
Allereerst wil ik iedereen een gelukkig en schrijverig (raar woord xD) nieuwjaar wensen! En hoe kan je beter het nieuwe jaar starten dan met een nieuw verhaal? :3
Voor de mensen die deze titel bekend voorkomt, dat kan kloppen want ik heb hem gejat van de prequel van BT (a) hij past bij allebei de verhalen, dus misschien kan deze later een andere titel krijgen, of juist de prequel. Nog onder voorbehoud :p
Voor de mensen die nu pas aansluiten, dit is het vervolgdeel op Bloederige Tranen (http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=7&t=7438). Omdat denk ik niet echt veel mensen zijn die het nu helemaal terug willen lezen, zal ik een kleine samenvatting hieronder plaatsen. En proberen het niet te cheesy te maken, elke keer als ik een samenvatting wil maken gebeurt dat --'
Rose groeit op in Nadir, een dorpje dat van de buitenwereld en oorlog is afgeschermd. Haar rustige leven wordt op de kop gezet als in één nacht haar verloofde een toeval krijgt, haar moeder gedood wordt en zijzelf aangerand wordt. De volgende morgen komt ze erachter dat dat alles door één dader kwam: haar verloofde. Hij is echter haar verloofde niet, maar heeft hem twee maanden geleden gedood en zijn plek overgenomen. Dat alles om chaos en haat te zaaien.
Jonathan neemt haar mee naar zijn huis. Na een mislukte ontsnapping waarbij een vreemde, beeldschone vrouw een rol speelt, krijgt ze per ongeluk een deel van zijn herinneringen te zien. Jonathan wordt woest en jaagt haar angst aan. Als ze zich op sluit in haar kamer probeert hij binnen te dringen. In de chaos die daarna volgt weet ze te ontsnappen.
Als ze wordt aangevallen door een stel monsters weet hij haar te redden, maar wel ten koste van zijn leven.
Ziek geworden door het slechte weer en het tekort aan eten dwaalt Rose rond door het bos. Tot haar grote geluk komt ze op een grote weg uit, waar ze wordt opgepikt door twee elfenbroers: Elmen en Dillan. Zij brengen haar naar Myniadèn, waar een grote jaarmarkt wordt gehouden. Ze vertelt haar ware verhaal niet, maar na een paniekaanval kan het niet anders.
De twee broers weten meteen over wie Rose het heeft: de zwarte verrader. Hij is een moordenaar en de enige Lys die ooit voor de Tywell heeft gewerkt. Hij wordt gehaat in alle omstreken. Zijn dood moet aan de stadhouder, Aneirin, gerapporteerd worden.
De stadhouder neemt haar mee terug naar de markt, waar hij een man gevangen neemt die Jonathan blijkt te zijn. De verrader wordt opgesloten, maar nog niet veroordeeld. Aneirin wil informatie van hem.
Ondertussen heeft Rose nachtmerries: flitsen van Jonathans herinneringen. Ze weigert ook Jonathan te zien, niet van plan om naar zijn pijpen te dansen. Maar na nachtenlang slecht te hebben geslapen gaat ze naar hem toe en eist om met rust gelaten te worden. In de confrontatie die de volgende dag volgt weet hij te ontsnappen en verwondt Dillan. Dat was de trigger. Aneirin besluit dat de gevangene de volgende dag opgehangen wordt.
Rose krijgt in de nacht weer een nachtmerrie, deze keer over een vreemde betovering waarbij de Keizerin Jonathans hart vergiftigt, waarna hij de macht over zijn eigen lichaam verliest. Rose vertelt het aan Elmen, waarna het balletje begint te rollen. Tegen haar zin wordt het aan Aneirin doorgegeven, die besluit Jonathan niet te executeren, maar te gebruiken voor zijn eigen plannen. Rose is er allesbehalve blij mee, de geestelijke wonden die Jonathan met zijn optreden heeft veroorzaakt zijn nog lang niet geheeld...
Hm, het is langer geworden dan ik dacht xD sorry daarvoor :p nu nog even snel een paar verklarende namen:
Dorionach, dorchôn en nádúra vormen samen de Tywell. Al vanaf het begin van de wereld zijn ze de aartsvijanden van de Lys.
De Lys bestaan uit de mensen, elfen en wynings. Ze zijn al eeuwenlang in oorlog met de Tywell.
De rest moet duidelijk worden in de tekst zelf
zoals altijd: als jullie feedback hebben, ik vind het geweldig om te hebben! Het geeft me altijd zoveel meer inzicht op wat mijn stukjes precies overbrengen. Dus als ik te snel door iets heen ga, te langzaam, iets is saai, iets is onduidelijk: spill it! Ik ben er alleen maar blij mee^^
En nu kan ik met trots aankondigen.... het volgende deel van Bloederige Tranen: Verscheurde Ziel!
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
In de duisternis van de nacht had ze nooit goed kunnen zien. In een ver, naamloos verleden moest er altijd een kaarsje op haar nachtkastje branden. Die luxe was van haar afgepakt op het moment dat haar twee leraren haar haar ware doel hadden laten zien. Ze was een uitverkorene.
Ze hadden haar geleerd dat het donker niets was om te vrezen, maar iets was waarnaar ze moest verlangen. De oneindige nacht zou binnenkort voor haar aanbreken. Maar eerst moest ze het verdienen.
Duisternis raasde langs haar heen. Er was geen maan aan de bewolkte hemel te zien en ook de sterren waren onvindbaar. Haar zicht was verdwenen. Ze was het gewend, dus lukte het haar om rechtop op het bewegende paardenlijf te blijven zitten. Maar ook al zou ze haar evenwicht verliezen, de man achter haar zou voorkomen dat ze uit het zadel zou glijden. Zijn armen liepen aan weerszijden van haar lichaam en zijn handen hielden de teugels in bedwang. Hij zou haar beschermen terwijl zij haar lotsbestemming zou vervullen.
Een vonk magie werd zichtbaar en volgde de vinger die de rune trok. De voorste ruiter maakte het teken af en neuriede een onverstaanbaar woord. Het werd overgenomen door de andere ruiters. De rune groeide met iedere stem die zich in de magie gooide. Ze voelde en hoorde achter haar de bromstem van haar beschermer ook invallen.
De magie spon zich verder en hulde zich als een glanzende koepel om de groep heen. De duisternis was niet meer zo diep; ze kon de met maskers afgeschermde gezichten van haar beschermers zien. Ze wist dat het wynings waren: dat hadden hun verticale pupillen verraden. Voor de rest wist ze namen noch gezichten.
En dan was er nog het kleine mensenmeisje dat op het paard naast haar reed, begeleid door haar persoonlijke beschermer. Ook zij was een uitverkorene.
De voorste ruiter stak twee vingers op en wees ermee naar voren. Alsof het een geoliede machine was verhoogde ieder zijn tempo. De met lappen afgedekte paardenhoeven stampten dof in het zandpad.
Dit betekende maar één ding: ze waren er bijna!
Zoals ze geleerd had, begon ze de gebeden aan de heilige Lyrian te prevelen. Het vervulde haar met een warme, opgewonden gloed die als een tweede hart klopte in haar borst.
De silhouetten van de bomen aan weerszijden weken uiteen en onthulden een open vlakte die werd vervuild door een plompe massa. Lichtjes brandden in de torens. Het werden er steeds meer. Zelfs boven het paardengeroffel kon ze kreten horen.
Ze waren gezien.
Een zoevend geluid trok door de lucht. Tientallen pijlen hingen een moment boven hen. Toen daalden ze met een verwoestende vaart en sprongen kapot tegen de magische koepel.
Een rilling trok door haar lichaam. Ze bleef de gebeden prevelen. De kloppende gloed werd warmer en de hitte verspreidde zich tintelend door haar aderen naar haar armen. Haar zintuigen trokken zich langzaam terug uit de buitenwereld en richtten zich op zichzelf.
Vaag kreeg ze nog door dat het bewegende paardenlijf stilhield en ze er vanaf werd getild, tegen een ruwe muur aan. Buiten het bereik van de pijlen.
Haar ademhaling stokte. De heilige warmte had alle behoefte tot zuurstof verdreven.
“…tien tellen…” bulderde een rauwe stem in haar oor.
De hitte bereikte haar vingertoppen en tenen, zinderde in haar haren. Haar hele lijf gonsde van de heilige macht.
Ze opende haar ogen. De duisternis was weggedreven, overgenomen door een netwerk aan energie. Alles was zichtbaar. De groep die op terugtocht was naar het bos, de man die meters boven haar een nieuwe pijl op zijn boog legde, zelfs de uil die mijlen verderop een duikvlucht inzette naar een muis. Alles had zijn eigen energie. Maar niets stroomde en kolkte zo van de macht als het meisje naast haar.
Ze stak haar hand uit, op hetzelfde moment als het meisje dat deed. Eén vederlichte aanraking. Alles ontlaadde.
Heilige Lyrian, neem mij in uw armen op!
Edit: aangepast na Abels en Mooonies feedback
Voor de mensen die deze titel bekend voorkomt, dat kan kloppen want ik heb hem gejat van de prequel van BT (a) hij past bij allebei de verhalen, dus misschien kan deze later een andere titel krijgen, of juist de prequel. Nog onder voorbehoud :p
Voor de mensen die nu pas aansluiten, dit is het vervolgdeel op Bloederige Tranen (http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopic.php?f=7&t=7438). Omdat denk ik niet echt veel mensen zijn die het nu helemaal terug willen lezen, zal ik een kleine samenvatting hieronder plaatsen. En proberen het niet te cheesy te maken, elke keer als ik een samenvatting wil maken gebeurt dat --'
Rose groeit op in Nadir, een dorpje dat van de buitenwereld en oorlog is afgeschermd. Haar rustige leven wordt op de kop gezet als in één nacht haar verloofde een toeval krijgt, haar moeder gedood wordt en zijzelf aangerand wordt. De volgende morgen komt ze erachter dat dat alles door één dader kwam: haar verloofde. Hij is echter haar verloofde niet, maar heeft hem twee maanden geleden gedood en zijn plek overgenomen. Dat alles om chaos en haat te zaaien.
Jonathan neemt haar mee naar zijn huis. Na een mislukte ontsnapping waarbij een vreemde, beeldschone vrouw een rol speelt, krijgt ze per ongeluk een deel van zijn herinneringen te zien. Jonathan wordt woest en jaagt haar angst aan. Als ze zich op sluit in haar kamer probeert hij binnen te dringen. In de chaos die daarna volgt weet ze te ontsnappen.
Als ze wordt aangevallen door een stel monsters weet hij haar te redden, maar wel ten koste van zijn leven.
Ziek geworden door het slechte weer en het tekort aan eten dwaalt Rose rond door het bos. Tot haar grote geluk komt ze op een grote weg uit, waar ze wordt opgepikt door twee elfenbroers: Elmen en Dillan. Zij brengen haar naar Myniadèn, waar een grote jaarmarkt wordt gehouden. Ze vertelt haar ware verhaal niet, maar na een paniekaanval kan het niet anders.
De twee broers weten meteen over wie Rose het heeft: de zwarte verrader. Hij is een moordenaar en de enige Lys die ooit voor de Tywell heeft gewerkt. Hij wordt gehaat in alle omstreken. Zijn dood moet aan de stadhouder, Aneirin, gerapporteerd worden.
De stadhouder neemt haar mee terug naar de markt, waar hij een man gevangen neemt die Jonathan blijkt te zijn. De verrader wordt opgesloten, maar nog niet veroordeeld. Aneirin wil informatie van hem.
Ondertussen heeft Rose nachtmerries: flitsen van Jonathans herinneringen. Ze weigert ook Jonathan te zien, niet van plan om naar zijn pijpen te dansen. Maar na nachtenlang slecht te hebben geslapen gaat ze naar hem toe en eist om met rust gelaten te worden. In de confrontatie die de volgende dag volgt weet hij te ontsnappen en verwondt Dillan. Dat was de trigger. Aneirin besluit dat de gevangene de volgende dag opgehangen wordt.
Rose krijgt in de nacht weer een nachtmerrie, deze keer over een vreemde betovering waarbij de Keizerin Jonathans hart vergiftigt, waarna hij de macht over zijn eigen lichaam verliest. Rose vertelt het aan Elmen, waarna het balletje begint te rollen. Tegen haar zin wordt het aan Aneirin doorgegeven, die besluit Jonathan niet te executeren, maar te gebruiken voor zijn eigen plannen. Rose is er allesbehalve blij mee, de geestelijke wonden die Jonathan met zijn optreden heeft veroorzaakt zijn nog lang niet geheeld...
Hm, het is langer geworden dan ik dacht xD sorry daarvoor :p nu nog even snel een paar verklarende namen:
Dorionach, dorchôn en nádúra vormen samen de Tywell. Al vanaf het begin van de wereld zijn ze de aartsvijanden van de Lys.
De Lys bestaan uit de mensen, elfen en wynings. Ze zijn al eeuwenlang in oorlog met de Tywell.
De rest moet duidelijk worden in de tekst zelf

En nu kan ik met trots aankondigen.... het volgende deel van Bloederige Tranen: Verscheurde Ziel!
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Verscheurde Ziel
Proloog
In de duisternis van de nacht had ze nooit goed kunnen zien. In een ver, naamloos verleden moest er altijd een kaarsje op haar nachtkastje branden. Die luxe was van haar afgepakt op het moment dat haar twee leraren haar haar ware doel hadden laten zien. Ze was een uitverkorene.
Ze hadden haar geleerd dat het donker niets was om te vrezen, maar iets was waarnaar ze moest verlangen. De oneindige nacht zou binnenkort voor haar aanbreken. Maar eerst moest ze het verdienen.
Duisternis raasde langs haar heen. Er was geen maan aan de bewolkte hemel te zien en ook de sterren waren onvindbaar. Haar zicht was verdwenen. Ze was het gewend, dus lukte het haar om rechtop op het bewegende paardenlijf te blijven zitten. Maar ook al zou ze haar evenwicht verliezen, de man achter haar zou voorkomen dat ze uit het zadel zou glijden. Zijn armen liepen aan weerszijden van haar lichaam en zijn handen hielden de teugels in bedwang. Hij zou haar beschermen terwijl zij haar lotsbestemming zou vervullen.
Een vonk magie werd zichtbaar en volgde de vinger die de rune trok. De voorste ruiter maakte het teken af en neuriede een onverstaanbaar woord. Het werd overgenomen door de andere ruiters. De rune groeide met iedere stem die zich in de magie gooide. Ze voelde en hoorde achter haar de bromstem van haar beschermer ook invallen.
De magie spon zich verder en hulde zich als een glanzende koepel om de groep heen. De duisternis was niet meer zo diep; ze kon de met maskers afgeschermde gezichten van haar beschermers zien. Ze wist dat het wynings waren: dat hadden hun verticale pupillen verraden. Voor de rest wist ze namen noch gezichten.
En dan was er nog het kleine mensenmeisje dat op het paard naast haar reed, begeleid door haar persoonlijke beschermer. Ook zij was een uitverkorene.
De voorste ruiter stak twee vingers op en wees ermee naar voren. Alsof het een geoliede machine was verhoogde ieder zijn tempo. De met lappen afgedekte paardenhoeven stampten dof in het zandpad.
Dit betekende maar één ding: ze waren er bijna!
Zoals ze geleerd had, begon ze de gebeden aan de heilige Lyrian te prevelen. Het vervulde haar met een warme, opgewonden gloed die als een tweede hart klopte in haar borst.
De silhouetten van de bomen aan weerszijden weken uiteen en onthulden een open vlakte die werd vervuild door een plompe massa. Lichtjes brandden in de torens. Het werden er steeds meer. Zelfs boven het paardengeroffel kon ze kreten horen.
Ze waren gezien.
Een zoevend geluid trok door de lucht. Tientallen pijlen hingen een moment boven hen. Toen daalden ze met een verwoestende vaart en sprongen kapot tegen de magische koepel.
Een rilling trok door haar lichaam. Ze bleef de gebeden prevelen. De kloppende gloed werd warmer en de hitte verspreidde zich tintelend door haar aderen naar haar armen. Haar zintuigen trokken zich langzaam terug uit de buitenwereld en richtten zich op zichzelf.
Vaag kreeg ze nog door dat het bewegende paardenlijf stilhield en ze er vanaf werd getild, tegen een ruwe muur aan. Buiten het bereik van de pijlen.
Haar ademhaling stokte. De heilige warmte had alle behoefte tot zuurstof verdreven.
“…tien tellen…” bulderde een rauwe stem in haar oor.
De hitte bereikte haar vingertoppen en tenen, zinderde in haar haren. Haar hele lijf gonsde van de heilige macht.
Ze opende haar ogen. De duisternis was weggedreven, overgenomen door een netwerk aan energie. Alles was zichtbaar. De groep die op terugtocht was naar het bos, de man die meters boven haar een nieuwe pijl op zijn boog legde, zelfs de uil die mijlen verderop een duikvlucht inzette naar een muis. Alles had zijn eigen energie. Maar niets stroomde en kolkte zo van de macht als het meisje naast haar.
Ze stak haar hand uit, op hetzelfde moment als het meisje dat deed. Eén vederlichte aanraking. Alles ontlaadde.
Heilige Lyrian, neem mij in uw armen op!
Edit: aangepast na Abels en Mooonies feedback