Pagina 1 van 1

Bloedband

Geplaatst: 12 jan 2013 22:58
door mena1998
Een nieuw verhaal van mij, en ik hoop hier ook weer wat meer online te komen. Was erg depri de laatste tijd, wat problemen op school, en ik moet Engels erg veel doen. Loop nogal achter namenlijk. Vandaar dat het hier ook wat langer kan duren voordat ik wat plaats.

Hier de proloog van mijn bieuwe verhaal: Bloedband.
Zelf eigenlijk nog niet echt een idee waar het gaat uitkomen, wel een beetje maar ik moet het nog wat meer uitwerken.
Hopenlijk word het wat.
Kritiek, feedback, complimenten, OV+jes en dergelijke allemaal welkom :D.

Hope you like it!
xXx Anne Floor

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bloedband

~*~

Proloog
Het zweet droop over mijn lichaam terwijl de wind mijn haren de lucht in zwiepte. De ijskoude aarde zorgde dat ik niet meer helder kon denken. Angst stond op het punt mijn doen en laten over te nemen. Ik trachtte na te denken, paniek nam mijn lichaam over.
Met trillende ledematen probeerde ik op te staan, mijn lichaam weigerde. Water, een vloeistof, wat dan ook.
'Help...' Mijn stem klonk iel in de omringende vlakte, alsof het al verstomd was voordat het mijn mond verlaten had.
Ik keek naar mijn schrale handen die rood waren van het bloed. Geen echt bloed, dat zou zichtbaar zijn voor anderen. Nee, het bloed van gevallenen. De gevallenen die ík had kunnen redden!
Ik balde mijn vuisten, mijn knokkels werden wit. Na enige pogingen vouwde ik mijn handen en blies mijn warme adem erin. Het mocht niet baten, de kou was niet te harden. Het werd me te veel, het verdriet om mijn vrienden, mijn familie, alles-
Nog een keer blies ik, maar warmte bleef uit. Mijn handen vielen gevoelloos op de koude aarde, ze trilden. Niet alleen mijn handen trilden, ook de rest van mijn lichaam. Ik keek naar de zon, de zon zonder warmte.
Ik zou alles over hebben voor nog één kans, dat ik deze dag nog één keer over mocht doen.
'Alsjeblieft, alsjeblieft... Dit is mijn schuld-'
Mijn gezichtsveld kromp, duisternis nam het over. 'Alsjeblieft, ik weet niet of ik in een God moet geloven, maar niemand laat zoveel mensen sterven voor de lol. Alsjeblieft, wees geen duivel. Alsjeblieft. Vandaag zijn mijn vrienden gestorven voor de mensheid. Alleen ze houden zich niet aan hun belofte.'
Mijn krassende stem ging over op fluisteren, tot ik alleen nog maar praatte zonder geluid. Ik draaide me op mijn rug.
Ik concentreerde me uit alle macht op de plek van mijn vleugels. Ik stelde me voor hoe ze als gouden stralen eruit zouden komen en zich zouden vormen. Al kon ik ze niet zien, ik voelde hun gewicht.
De laatste glimlach van mijn leven sierde mijn gezicht.
'Vaarwel.'

Re: Bloedband

Geplaatst: 13 jan 2013 12:58
door Marrit
Ik vind dat je een aangename schrijfstijl hebt en ga het verhaal zeker even volgen! Tot nu toe heb ik niet echt wat op te merken.. Wel ben ik zeer benieuwd waarvoor haar vrienden zijn gestorven en nieuwsgierig naar wie zich niet aan de belofte houdt. Het enige wat me wel opviel, de ene keer spreek je over de 'gevallenen' en daarna over de 'gevallenden', volgensmij is dat een foutje.. ga zo door!

Re: Bloedband

Geplaatst: 13 jan 2013 17:45
door mena1998
@Marrit, dankje, en inderdaad dat klopte niet. Ik heb het veranderd in mijn document ;).

Ik heb het plot iets verder uitgewerkt maar nog niet perfect. Tijdens het schrijven kwam er meer in me op en moest ik het telkens aanpassen.
Hope you like it :D

EDIT: feedback Arin verwerkt.

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1


Diep in de donkere krochten van het Rijk woedde het Vuur. De intense warmte verschroeide alles wat het tegenkwam. Flakkerende schaduwen sierden de wanden van de grot. torenhoge vlammen likten aan de muren, en aan het afschuwelijke wezen dat tegen de muur aan leunde. De vlammen van het Vuur leken hem niet te deren.
'Alsof je me te pakken kan krijgen,' siste het wezen. Het wezen had slijm over zijn hele lichaam lopen, zijn kleverige handen hielen iets vast wat verdacht veel leek op een boek.
'Niemand krijgt Goraw te pakken,' grinnikte hij, 'niet wanneer ik het verhaal maak. Niet wanneer ik alles in handen heb.'
Zijn lach galmde door de grot. De vlammen leken zich terug te trekken van het angstaanjagende geluid. Goraw pakte het Boek en een langwerpig bot dat naast hem op de grond had gelegen. Hij streek met de punt langs zijn arm zodat een slijmlaagje op de punt ontstond, daarmee begon hij te schrijven op het papier.
Woorden vormden de geschiedenis van het verhaal, het verhaal van zijn volk, zijn verhaal, het verhaal van zijn verleden...


De normale wereld van de waarneembare dingen is voor de mens vertrouwd. De mens was niet geneigd diegene te geloven die beweert dat er een hogere werkelijkheid en waarheid bestaat dan datgene dat je ziet.
Zelfs al was iemand geneigd het te geloven en te zíen, dan nog zal hem een lange en moeizame weg zijn om het aan iedereen te laten zien, de medemens beschouwd je dan als een wereldvreemde dwaas. Je zal worden uitgekotst en verbannen.
Immers is de mens zo zeker van wat hij ziet, dat slechts een overdosis moeite ervoor nodig is om de mens het te laten zien, de wereld van de rest.
Want de waarheid is, de mens is niet het machtigste wezen op de wereld. Dat zijn de wezens die ze hebben verdreven. Verdreven naar buiten. De mens is zelfs zo goed geweest om mijn soort, de Neyams, uit hun gezichtsvelden te bannen. Vaak genoeg liep ik langs een mens zonder dat ze mijn vleugels of zelfs mijn gezicht konden zien. Af en toe zagen ze wel een flikkering als ik probeerde met ze in contact te komen. Maar verder niet.
Toch hadden sommige Neyams een manier ontdekt om zich zichtbaar te maken aan de mensen. Onze Leiders vonden dit raar. De mensen hebben ons verbannen uit het zicht. Waarom zouden we überhaupt dan nog met ze in contact komen.
Toch was het handig om in contact te blijven met de mensheid. De Neyams zijn namelijk nogal gevoelig voor leed. Ze hebben al talloze en onnuttige gevechten gezien. Bij de dingen die door de mensen wereldoorlogen genoemd worden hebben wij vele malen getracht om ze te stoppen. We hadden honderden Neyams opgeroepen om een Neyamse muur te maken. Het mocht niet baten, vele van onze soortgenoten zijn gestorven. Zodra een Neyam gewond raakt word hij of zij zichtbaar voor de mensen, mét hun vleugels. Gelukkig kunnen Neyams hun vleugels onzichtbaar maken, anders zouden ze laboratoria terechtkomen en zal het volk verslonden worden door de mensheid. Neyams kunnen namelijk slecht liegen, het vergt voor hun jaren van intensief trainen.
Natuurlijk lopen er vele Neyams tussen de mensen om ze te leiden, zelfs tegen de wil van de Leiders in.
Neyams worden soms opgemerkt omdat we toch andere gewoontes hebben dan de mens. Enkele kenmerken zijn onze ogen, donkerbruin die in het donker lichtgevend zijn. 'S nachts loopt onze soort dan ook niet buiten.
Toch zijn er enkele Neyams die zo dom zijn om te proberen meer te doen in de mensenwereld. Lang geleden, toen de elektronica er nog niet was, was het makkelijker. Neyams werden gewoon gezien als mensen die paranormaal begaafd waren. Nu kan dat niet meer, nu worden ze als gekken gezien en opgesloten. Opgesloten in steen, één van de weinige zwakke punten van een Neyam.
Steen, stenen pijlen doorboren ons als messen bij een mens. De messen bij een mens deren ons niet. Ze raken ons, wij voelen pijn maar geen zichtbaar gat is zichtbaar. Het enige wat ze raken is ziel. Onze ziel is kwetsbaar, kwetsbaarder dan bij andere soorten.
Onze ziel is bloed bij de rest, Neyams hebben geen bloed.
Lang geleden was May jong, jong en toch dom zoals ik al eerder zei. Ze wilde de mensheid veranderen, ervoor zorgen dat ze in vrede samen konden leven. May was één van de weinige die toestemming hadden van de Leiders.
Één van de weinige die zich openlijk mochten laten zien zonder vervolgd te worden.
Vanaf hier begon het verhaal, het verhaal van een jonge Neyam genaamd May. Ik vertel over dat verhaal...

Re: Bloedband

Geplaatst: 15 jan 2013 13:49
door Arin
Oeh, ziet er leuk uit :D , mooi geschreven ook. Ik ga het zeker volgen, de proloog was echt top :super die heeft mijn aandacht dan ook getrokken, daar heb ik verder niets op aan te merken, op dit stukje heb ik wel twee kleine dingetjes,
mena1998 schreef:Toch was het handig om in contact te blijven met de mensheid. de Neyams zijn namelijk nogal gevoelig voor leed.
Hier was je aan het begin van de zin een hoofdletter vergeten.
mena1998 schreef:Neyams kunnen namelijk niet liegen, dat vergt voor hun jaren van intensief trainen.
Dit is een beetje tegenstrijdig, in het eerste deel van de zin zeg je dat ze het niet kunnen, maar daarna zeg je dat ze er lang voor moeten trainen, maar dan kunnen ze het dus wel.

Oh ja, en ik zou als ik jou was die laatste paar zinnen weglaten, deze wekken namelijk de suggestie dat die may later het monster onder de aardkorst wordt waar het over ging in het schuingedrukte stukje aan het begin van hoofdstuk 1, en als dat klopt en may later dat monster wordt is het denk ik leuker om dat nog even geheim te houden, dat zorgt er namelijk voor dat je meer de drang krijgt om door te lezen, omdat je ook wil weten wat dat schuingedrukte stukje er nou mee te maken heeft. Just a tip ;)

Nou, dat was eigenlijk het enige wat ik erop aan te merken heb, mooi geschreven en het ziet er uit als leuk idee voor een verhaal, schrijf snel verder @.@ :mrgreen:
Arin.

Re: Bloedband

Geplaatst: 30 jan 2013 14:48
door mena1998
@Arin, beetje laat maar ik heb alles gewijzigd in mijn worddocument en volgensmij hier ook al.

Hier is het laatste deel van hoofdstuk 1 en een groot deel van hoofdstuk 2.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Ik neem je veertien eeuwen mee terug in de tijd, naar het jaar tweeduizenddertien. Het jaar van De Wereldoorlog, zoals het door de Neyams genoemd werd. De mensen noemden het, het eind der jaren. Enkele mensen overleefden het, het was sinds eeuwen dat de Neyams weer in de meerderheid waren.
Ik neem je mee naar haar jeugd en het begin van De Wereldoorlog.
Hoofdstuk 2


Goraw snifte en grinnikte bij deze herinnering. 'Ja, lieve, lieve meid.' Het geluid van gegrinnik vulde de grot. Het eeuwig brandende Vuur had het blijkbaar opgegeven, het was verdwenen.
Een beetje teleurgesteld snoof hij. 'Vuur, vuur waar ben je? Bang geworden van de waarheid? De waarheid van die meid? Ik weet wel wat je bent, bahng!'
Het laatste woord kwam er misvormd uit. Goraw gaf een krijs, pakte zijn bot en streek met de punt over zijn wang. 'De waarheid moet bekend worden, daarna zal ik je helpen Vuur. Vuur der waarheid. Mag ik je zo noemen? Hahaha, daar ben je weer.'
Het Vuur had blijkbaar zijn moed weer bij elkaar geraapt en was de grot weer in gegaan. Opnieuw schoot het Vuur richting Goraw. Even grimaste Goraw, alsof hij pijn had.
'Je word sterker.'
Goraw kneep zijn ogen samen en speurde de ruimte af naar, ja naar wat. Hij wist het zelf niet eens.
Na nog één enkele blik de ruimte rond begon hij te schrijven. 'Zo, May, jou verhaal...'


Hoofdstuk 1: May's opdracht

Gekraak vulde haar oren en een zwak licht haar ogen. Ze gromde.
'May! opstaan,' siste een stem. Een hand raakte haar wang aan.
Met een schok trok May zich terug. Ze voelde hoe haar kracht toenam en ze onzichtbaar werd voor de mensen, maar zag het wezen dat haar gewekt had haar nog. May opende haar vleugels en zweefde zo hoog de lucht in zodat ze de grond niet raakte en vloog over de gestalte heen die ze vaag kon zien in de duisternis van deze ruimte.
Gegrinnik galmde door de ruimte. 'Je kan je wel verstoppen maar je vleugels herken ik.'
Een opgeluchte zucht verliet haar mond. Ze liet zich met een plof op de grond zakken en trok haar vleugels in haar rug. Ze zag hoe de gestalte een kaars aanstak, geen gewone kaars van de mensen. Een kaars die gemaakt is door de dwergen. Dwergen, dat ze er nog waren. Verwonderd liep ze erheen.
'Kai, wil je me niet zo laten schrikken de volgende keer? En hoe kom je in Leiders wet aan die kaarsen?'
Een glimlach verscheen op het gezicht van de jongen, 'Er zijn nog enkele dwergen in het zuiden van de wereld, de koude vlakten hebben ze beschermd. De rest loopt vrij op de wereld maar zijn vergeten wie ze zijn. Dat gebeurt er met de wezens die de mensen willen veranderen.'
May wist waarom hij dat zei, de lilliputters - oftewel de dwergen - waren vergeten wie ze zijn. Neyams hadden al vaak de fout gemaakt door met ze te praten over hun eigen wereld. Maar dat was niet de reden waarom Kai dat zei, May wilde hetzelfde. In vrede samenleven met de mensen omdat ze slim waren, niet zo slim als Neyams, maar op een andere manier. Ze hebben zichzelf alles afgenomen wat mens was.
'De mensen moeten weer leren wat ze zijn? Gewoon genieten van het leven al is dat van hun kort,' hierbij legde ze haar hand op een ketting die om haar hals hing, 'dat heeft Kaat me gezegd.'
'Kaat was een huisdier,' siste Kai.
Ze voelde hoe zijn humeur omvloog.
'Ze was een mens,' reageerde May woedend, 'en zij wist dat de mensen hun leven vergallen!'
Kai's handen vouwden zich om haar gezicht. 'Zij wel, maar zij is één van die zeldzame mensen die eens in de tijd ons tegenkomen en ons zíen. Ik zag het, ik zag het May, ze stamt af van ons. De Neyams. Daarom kan ze ons zien. Het is niet bewust in haar hoofd geweest.'
May sloeg haar ogen neer.
'Dat zeg jij.'
'En heb ik ooit tegen je gelogen?'
'Nee, dat kan-'
'Je weet net zogoed als ik wat er gebeurde toen we dat dachten van Avar. Hij kón liegen,' zijn stem sloeg over.
'Hij heeft er twee millennia over gedaan om het te leren.'
'Mensen doen het in hun eerste vier levensjaar.'
May rukte zich los en liet zich op de grond vallen, 'in verhouding is het goed! Wij leven negentigduizend jaar als minimum tenzij we gedood worden. De mensen van deze tijd worden maar negentig. Dus het is in verhouding toch wel wat-'
Een deur ging open en snoerde haar de mond. Kai keek me geschrokken aan. Mensen.
Gelukkig had May haar vleugels verborgen en Kai's vleugels waren door mensen doorboord. Een geschrokken uitdrukking kwam op het gezicht van de man. Een vreemd voorwerp lag trillend in zijn uitgestoken hand.
Is dat zo'n moderne katapult?
Ik denk het
, zei hij terug in telepathie.
'Hoe komen jullie hier? Wie zijn jullie?' siste de man.
Kai opende zijn mond om wat te zeggen maar May was hem voor, 'Wij zijn hier ten onrechte vastgehouden en konden niet naar buiten. Ik ben blij u te zien.' May legde zoveel mogelijk macht in haar stem zodat hij gehoorzaamde. Vanuit haar ooghoek zag ze dat Kai haar aankeek, hij voelde de macht.
'Tuurlijk, fijn dat ik heb kunnen helpen, ga maar,' de blik op de man zijn gezicht verzachte en hij stapte opzij. Ik walg van mezelf. zond ik door.

Re: Bloedband

Geplaatst: 17 feb 2013 22:37
door mena1998
May en Kai stonden op en liepen zo normaal mogelijk naar buiten, eenmaal buiten merkten ze dat het donker was. 'Sluit je ogen,' siste Kai.
'Hoezo?' vroeg May.
'Lichtgevende ogen misschien?'
May sloeg zichzelf voor het hoofd en sloot haar ogen. Tuurlijk, hoe had ze het kunnen vergeten. May stuurde een sein naar haar rug en oren. Halverwege het proces voelde ze een hand op haar schouder, in een reflex opende ze haar ogen. Kai.
'Ik had toch gezegd, laat me niet schrikken!' riep May uit.
Kai rolde met zijn ogen. 'Ik-'
Voetstappen. Ze voelde hoe de oeroude magie in zijn lichaam begon te werken. 'Voguataolkionfi,' mompelde hij.
May volgde zijn voorbeeld. Haar stem galmde over de binnenplaats, 'Voguatoaolkionfi bi mias.'
Lichtstralen schoten uit hun rug en even was alles verlicht. Door een spleetje tussen Kai's oogleden zag hij een man staan, hij keek hun aan. Sneller, we zijn gezien.
Kai, hij word toch wel als gek gezien. Dus zeik niet.
May, luister, hij is geen mens. Hij bezit dan wel niet de magie om ons te zien als we onzichtbaar zijn, maar hij is géén mens.

Kai voelde hoe haar lichaam verstijfde en ze de magie op topsnelheid zette, wat hij ook deed. Binnen enkele milliseconden waren ze onzichtbaar, voor de mens tenminste. Niet voor de man, die stond daar en begon te praten. 'Denk je echt dat het werkt May?'
May's lichaam verstijfde, hoe wist hij haar naam? 'Hoe ik je naam weet? Simpel, denk eens goed na.'
De man stapte in het licht. May zou op dit moment een speld hebben horen vallen als ze niet zo bang was geweest... Dit was inderdaad geen mens.
May, loop niet naar hem toe. Je weet hoe het werkt. Vlieg weg, NU!
May negeerde hem. Nou, nee ze negeerde hem niet ze kon haar lichaam niet meer besturen. Haar gedachten vervaagden, zijn gezicht werd helderder. Een enkele gedachte wist zich door de stilte heen te wringen: niet hij...
'Marvel,' fluisterde ze.
'May, eindelijk zien we elkaar weer.' Zijn spottende stem galmde in haar oren. 'Is het geen tijd voor een nieuwe opdracht?' Een angstaanjagende glimlach sierde zijn gezicht.
'Marvel, o mijn god, waarom Marvel?' prevelde May.
Kai's hand greep haar schouder, met een krampachtige schok sprong ze achteruit. 'Wat,' siste May.
'Je moet hier weg, nog even en het is te laat.'
'Alsof het al niet te laat is, Kai.'
May zag hoe Kai's gezicht verkrampte van pijn. Gedachten, bewegingen, herinneringen. Dat zijn de dingen waar Marvel dingen mee doet. Hij doet...
Geweldpogingen van mensen schoten voor haar ogen langs. Hoe de man enkele minuten geleden een pistool op haar gericht had, zou hij geschoten hebben? Haar gedachten schoten terug naar de twintigste eeuw. Bloed. Ze zag het, overal bloed. Pijn. Haar lichaam verkrampte. Gegil. Het vulde haar oren.
'Ga uit mijn hoofd,' gilde May.
De gedachtestroom hield niet op. Kai glipte tussen haar vingers door, wat deed Marvel verdomme?
Haar lichaam verstijfde. 'Wat-'
Kai brak haar af, 'Ga weg, laat me. Marvel kan me niets doen.'
'Je kent hem niet?'
'Jij wel dan?'
'Jammer genoeg wel,' fluisterde May.
'Ga!'
Tranen vulde May haar ogen. Hoe kon ze hem achterlaten? Kai, hem. Waarom?