Warfare Abroad

Reizen naar verre landen en vreemde beschavingen. Is de reis belangrijk of juist de bestemming? Laat je meeslepen met de heldhaftige personages.
Plaats reactie
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Zo, een nieuw verhaal van mij, ik kon zo gauw geen betere titel bedenken, dus ik houd het hier maar op. Ik ga proberen om iedere week minstens één stukje te posten. Ik wil graag weten welke stukjes goed lopen en welke niet, waar het te langdradig is en waar ik er te snel doorheen ga, alles wat je er van vindt, ik vind dit zelf altijd moeilijk te beoordelen, dus ik hoor het graag :D , Nou ja, veel meer heb ik niet te zeggen,

Enjoy :D

Warfare Abroad
Hoofdstuk 1

Eindelijk was ik weg bij de controlepost. De metaaldetector was afgegaan, zonder dat daar een reden toe was. Uiteindelijk waren de douanes daar ook achter gekomen, maar dat had veel te lang geduurd. Het vliegtuig zou bijna opstijgen, en dat was mijn laatste kans om hier weg te komen. Dat hadden ze gezegd, de Colombianen, drie vliegtuigen voor de buitenlanders om terug te gaan naar hun eigen land, daarna zou er niets meer mogen vertrekken en zou Ecuador, of tenminste het deel dat al veroverd was, een solide, afgesloten gevangenis zijn. Niets gaat erin, niets gaat eruit, en de Colombianen namen het over, het had niet lang geduurd. Om Ecuador binnen te vallen en er een deel van te veroveren was Colombia binnen een etmaal gelukt. Daarna hadden ze een paar dagen de nieuwe grenzen dichtgehouden en hadden er geen vliegtuigen mogen opstijgen, nu hadden ze half Ecuador veroverd en na lange onderhandelingen met de Navo hadden ze uiteindelijk de buitenlanders toegestaan naar huis te gaan, drie vliegtuigen, precies genoeg voor ons allemaal in dit veroverde deel, geen één meer.
Ik pakte mijn tas en begon te rennen, mijn familie was al doorgelopen, niet wetend dat ik problemen met de douane had. Ik had geen idee waar ik moest zijn, ik had het geluk dat mijn ouders me zelf mijn boardingpas hadden gegeven, anders had ik al helemaal een probleem gehad. Maar het was ook pech, want doordat ik hem zelf had zouden mijn ouders het in zo’n drukke kluwen mensen het ook veel minder snel merken dat ik weg was. Ik keek op de klok en zag dat ik nog anderhalve minuut had, anderhalve minuut om bij het vliegtuig te komen waar hoogstwaarschijnlijk mijn leven vanaf zou hangen, in een oorlog in Zuid-Amerika, met een taal die ik amper sprak en alleen een buitenlands identiteitsbewijs zou ik het waarschijnlijk niet lang overleven. Ik moest het halen, ik stormde de centrale hal binnen, zo rennend zou ik wel veel aandacht trekken en ik hoopte dat in niet nog een keer door een overijverige douane of politieagent zou worden tegengehouden, maarja, als ik niet rende had ik geen schijn van kans om op tijd te komen. Ik keek op de grote digitale borden, het was helemaal in het Spaans , op de derde rij van onder zag ik Amsterdam staan.

Ik minderde heel even vaart om het te kunnen lezen “Amsterdam-Schiphol, entrada cuatro, 19:55”, Ik sprintte meteen weer verder, cuatro betekende vier… dacht ik, het kon ook vijf zijn, geen tijd voor twijfel, nog maar een halve minuut. Ik keek om me heen naar de borden die aan de muur hingen, “7, 10 y 12”, “3 y 11 ”, “1”, “8 y 9”, “4, 5 y 6”, Dat was hem! Ik sloeg af naar links, die gang in, ik pakte vast mijn boardingpas uit mijn achterzak om hem straks meteen te hebben, en liet mijn tas vallen, ik had veel te weinig tijd en dat ding hield me toch alleen maar op. Ik versnelde nog even en kwam toen op een plek waar ik rechtdoor kon, voor gate 5, naar links voor gate 6 en naar rechts voor gate 4, ik twijfelde nog heel even of het niet vijf was en rente toen zo snel als ik kon naar rechts, op hoop van zegen. Ik rende de hoek op en zag de balie waar ik heen moest om het vliegtuig in te gaan. Ik rende er heen en zag een vrouw bij de balie staan. “No puedes intrar en el plano, está saliendo”, ik had geen idee wat ze zei, maar verstond het woordje no, ik liet mijn boardingpas zien,
“No puedes intrar.”, zei ze, nee schuddend, omdat ze begreep dat ik geen Spaans sprak. Ik keek haar smekend aan, “Please?”, ze schudde nee, “Ajm sorrie”, sprak ze in gebrekkig Engels terwijl ze me medelijdend aankeek. Ik stapte naar voren en deed de deur open naar waar normaal gesproken de brug was, nu was er een vier meter hoog gat naar de grond. Ze pakte me bij mijn schouder om me terug te trekken zodat ik niet kon vallen. “No puedes intrar”, zei ze zachtjes, “sorrie”,. Ik schudde haar hand van mijn schouder af en keek naar buiten, daar was halverwege de startbaan een vliegtuig op volle snelheid aan het rijden, één enkel vliegtuig. Mijn laatste hoop…
Laatst gewijzigd door Arin op 24 mar 2013 19:10, 2 keer totaal gewijzigd.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Gebruikersavatar
Saskjezwaard
Computer
Computer
Berichten: 4449
Lid geworden op: 28 aug 2010 21:56
Locatie: in bed

Een van de punten waar ik heel erg op hamer, is een sterk begin. Een beginzin moet je eigenlijk meteen ontzettend nieuwsgierig maken naar de rest van het verhaal, simpelweg omdat dat het eerste is wat de lezer leest. En jij hebt er zo'n lange zin van gemaakt dat ik halverwege niet meer wist wat er aan het begin gezegd werd :p Ik heb ooit ergens op een site gevonden dat als een zin meer dan 35 woorden heeft, het meestal een te lange zin is. Die richtlijn zou ik, als ik jou was in gedachten houden ;)
Als ik jou was, zou ik daarin gaan knippen :p en eigenlijk is het wel leuk om te beginnen met de metaaldetector die afgaat, in plaats van het even te noemen. En dan de 'shit, daar gaan mijn ouders' laten denken door je hp. Dat leest een stuk fijner dan het allemaal achteraf te horen, zoals je het nu opgeschreven hebt.

Oh, een tip waar je misschien iets aan hebt! Lees je verhaal aan jezelf voor! Dan zie je denk ik al snel waar de zinnen wat slordig zijn. Want je stuk is nu best slordig, niet qua spelling (dat is goed!), maar qua interpunctie. En daardoor leest het minder. Als je het verhaal aan jezelf voorleest zie je sneller als zinnen niet lopen. Ik zou het alleen niet doen in een volle kamer, dan kijkt iedereen raar op haha xD

Maar voor de rest is het een leuk stukje^^ wat slordig qua interpunctie, maar daar kan aan gewerkt worden! Je zet het meteen lekker spannend neer, ik ben erg benieuwd wat hij allemaal gaat meemaken in dat land! En of het hem lukt om uiteindelijk weer thuis te komen.... dundundunnnn xD
And by the way, everything in life is writable about if you have the outgoing guts to do it, and the imagination to improvise. The worst enemy to creativity is self-doubt ― Sylvia Plath
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Oh, ja, nou je het zegt. Dat van die eerste zin had ik niet gezien, zal ik aanpassen, en goed idee, dat aan jezelf voorlezen, ga ik eens proberen :D , in ieder geval bedankt voor de feedback. :D
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Christian Damen
Toetsenbord
Toetsenbord
Berichten: 2110
Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37

Qua interpunctie sluit ik me aan bij Saskia.

Wat het verhaal betreft; ik heb het gevoel dat je nu veel in 1 stukje wilt proppen, door het omschrijvend te vertellen. Ik heb hier zelf ook vaak last van, dan schrijf ik bepaalde stukken "passief". Het stuk over de metaaldetector komt nogal passief over, zeker gecombineerd met het hele "situatie-uitleg" stuk. Het komt nu allemaal een beetje over als een infodump zodat je snel met je daadwerkelijke verhaal kunt beginnen.

Misschien is het een idee om het oorlog gebeuren in een krantenartikel-stijl te schrijven, en, zoals saskia al voorstelde, dan te beginnen met de metaaldetector. Of beginnen met de detector en dan terwijl hij daar wordt vastgehouden hem angstig maken om de tijd die hij verliest, en daarmee uit te leggen waarom hij per se dat vliegtuig moet halen e.d.

Ik denk dat zoiets het begin ten goede zal komen, waardoor de informatie wat meer verspreid wordt en het verhaal wat meer actief geschreven zal zijn dan passief.
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Dat idee van het krantenartikel heb ik van te voren ook al eens aan gedacht, maar op een of andere manier lukte het niet echt om daarmee te beginnen. Ik dacht zelf ook al dat ik er te snel doorheen ging, maar wist niet of dat op anderen ook zo overkwam, het actief/passief zal ik op proberen te letten, bedankt voor de tip!
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Spannend begin van het verhaal. Ik ben benieuwd hoe hij nu gaat overleven in dit land en hoe hij gaat proberen thuis te komen :)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Bedankt! :D Ik ga misschien binnenkort nog even kijken naar het beginstukje en het misschien proberen te herschrijven met de tips die ik heb gekregen, maar nu eerst een nieuw stukje, ik hoop dat deze wat actiever geschreven is en het wat minder leest als een infodump. En tsja, interpunctie, ik hoop dat die ook wat beter is, maar als ik kijk naar de zin hiervoor weet ik niet of er nog veel hoop is voor mij en interpunctie :P ;)


___________________________________________________________________________________________

Het vliegtuig was op volle snelheid en kwam langzaam los van de grond, het steeg al snel hoog in de nog warme, donkerblauwe avondlucht, en al na een halve minuut zag ik alleen nog maar een klein stipje met de lampen die altijd aan een vliegtuig zitten. Met mijn schouders hangend deed ik de deur dicht en keek ik om me heen, ik zat gevangen in een land, in een oorlog, en ik sprak amper Spaans. Ik had al zo vaak gehoopt op een avontuur, maar kom op… Dit? Ik kon het allemaal nog niet zo goed bevatten. Ik keek om me heen, een gang met een zwarte linoleum vloer, grijze muren en een beige dak, ik draaide me om en zag de vrouw daar met een medelijdende blik kijken. Ik sjokte langs haar heen, haar in de gang achter me latend en liep richting de grote hal, onderweg zag ik mijn tas liggen, ik tilde hem op en hees hem op mijn schouder. Daarna liep ik verder, het enige waar ik over nadacht was dat ik mijn familie kwijt was. Sayea , mijn zus, ze kon vervelend zijn, maar was altijd lief en zorgzaam, als ik haar nu had. Of mijn vader, hij zou me kunnen beschermen. Of mijn moeder, of iemand, maar ik had niemand, ik was alleen. Ik merkte dat ik was gaan zitten op een bankje in de inmiddels verlaten grote hal, de digitale borden waren uit, want er zouden geen vliegtuigen meer vertrekken, vandaag niet, nooit meer. Nou ja, misschien een paar Colombiaanse gevechtsvliegtuigen. Of, over een paar jaar, als heel Ecuador, of misschien zelfs heel Zuid-Amerika definitief van Colombia was. Als dat ook geaccepteerd werd door andere landen, misschien zouden er dan weer vliegtuigen opstijgen. Maar dat ging nog jaren duren, als het al ooit zou gebeuren.
Ik keek naar de klok, het was drie kwartier geleden dat ik het vliegtuig had zien opstijgen, in die drie kwartier was mijn leven voorgoed veranderd, en ik kon er maar beter aan wennen. Ik begon wat tot rust te komen en dacht na over de op dit moment meest urgente vraag, waar moest ik slapen? Als er vannacht patrouilles kwamen om het vliegveld te controleren op mensen die er niet mochten zijn had ik een groot probleem. Dus ik moest ergens heen, ergens waar ik veilig de nacht door kon brengen. Ik liep rond bij de tax-free winkeltjes en kwam uiteindelijk uit bij het magazijn van één van die winkeltjes, ik liep naar binnen en keek om me heen, helemaal donker, ik zette mijn tas op de grond en pakte mijn zaklamp eruit, niet nadenkend over wat er zou gebeuren als er camera’s, of een alarm, of iemand was knipte ik hem aan. Er was niemand, het enige wat ik zag was rekken, rekken vol spullen. In deze winkel blijkbaar vooral alcohol, maar ergens achterin zag ik een stel van die kampeermatjes in een kast liggen. Ik liep erheen. Mijn voetstappen weergalmden door het magazijn waardoor iedere stap die ik zette als een kanonslag de doodse stilte doorbrak. Eenmaal achter in het magazijn aangekomen, het was niet erg ver weg, waren er drie rijen rekken van ieder een paar meter. Ik twee matjes en installeerde ik me in een hoek achter de kasten. Ik legde de twee matjes neer en ging liggen. Een tijdje kon ik niet in slaap komen en lag ik alleen maar te woelen, ik was nog veel te wakker. Na een tijdje te hebben liggen woelen viel ik uiteindelijk toch in slaap.
Ik werd wakker van weergalmende voetstappen, het moest een groep of zes mensen zijn, ik had geen idee wie het waren, maar de enige mensen die laat in de nacht in een verlaten magazijn op een vliegveld zouden rondlopen konden soldaten zijn die op patrouille waren, en dat was niet goed, soldaten over het algemeen was niet goed, maar soldaten die de wacht liepen hadden wapens bij, altijd.
Laatst gewijzigd door Arin op 24 mar 2013 19:41, 2 keer totaal gewijzigd.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Dan staat de wereld toch wel even stil, als het besef van alleen op de wereld te zijn op je neerdaalt :( En je bent spannend geëindigd, ik ben benieuwd of het inderdaad soldaten zijn. Ik denk het niet, ik denk dat het mensen zijn die het vliegveld gaan plunderen (A) Hehe, nieuwsgierig waar het heen gaat.

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Dat... was een geniaal idee geweest! :D maar nee, dat is het niet, en volgens mij is het weer tijd (geweest) voor een nieuw stukje, dus hier is ie.


___________________________________________________________________________________________

Één begon in het Spaans te praten, ik begreep er niets van, maar hij klonk behoorlijk aangeschoten, hij had een beetje een dubbele tong en leek heel vrolijk. Ik kroop naar de kast toe, ze leken aan de andere kant te lopen, en keek voorzichtig tussen de flessen door, ik zag een lichtbundel afkomstig van een zaklamp op de grond aan de andere kant van de kast schijnen. Ik volgde met mijn blik de lichtbundel naar waar hij vandaan kwam en zag een lichtgevend puntje, de zaklamp. Hij werd gewoon stevig vastgehouden dus ik begreep dat er ook nog minstens één nuchtere soldaat moest zijn, waarschijnlijk meer. Toen zag ik hun donkere silhouetten afsteken tegen de iets minder donkere achtergrond, ik meende dat het er vijf waren, maar kon het niet goed zien omdat ik tegen het licht in moest kijken, wel zag ik dat ze allemaal een geweer over hun schouder hadden hangen. Ze kwamen mijn kant op, ik bleef zo stil mogelijk zitten, ik hoorde één paar voetstappen stoppen en later de rest ook, die terug kwamen lopen. Toen hoorde ik de aangeschoten stem weer, ik wist zeker dat het dezelfde was. “Teneís ganas para tomar algo?”, hoorde ik hem zeggen, een andere, iets nuchtere stem, maar die toch nog duidelijk aardig wat drank op had zei. “Ah, porque no?”, “Hay whisky, y aqui, vodka, me apetece beber vodka”, toen besefte ik dat ze iets wilden gaan drinken, en dus een fles uit de kast gingen pakken. En de stem stond vlak voor me, er werd een fles weggepakt vlak voor mijn gezicht, ik dook opzij om niet gezien te worden, een niet al te zachte landing op beton, maar ik was tenminste niet gezien. Wel waren de mannen ineens stil, volgens mij hadden ze me gehoord, ik verstijfde, maar kroop daarna toch zo zachtjes mogelijk naar een donkere hoek waar ik zo stil mogelijk bleef zitten. “Será nada”, hoorde ik een van de mannen zeggen, waarna ik hun voetstappen hoorden terwijl ze wegliepen, vlak daarna hoorde ik het geplop van een kurk en de vrolijk pratende mannen terwijl ze de alcohol naar binnen werkten, ik bleef nog een paar minuten stil zitten zonder ook maar een spiertje te verroeren tot de mannen hun controle in dit magazijn hadden uitgevoerd en hun voetstappen wegstierven. Daarna bleef ik nog even zitten, luisterend naar mijn langzaam kalmerende hartslag, alvorens ik weer op de matjes ging liggen. Ik wist niet hoe lang ik wakker lag, maar na een hele tijd viel ik pas weer in slaap.

Hoofdstuk 2:
Ik werd langzaam wakker maar hield mijn ogen nog even dicht, ik had nog geen zin om op te staan, het verbaasde me dat ik niet wakker was geworden van de wekker, ik zou wel het eerste uur vrij hebben en mijn moeder zou mijn wekker wel een uurtje later hebben gezet zoals ze wel vaker deed. Ik voelde mijn dekens niet op mijn lijf drukken zoals normaal, ik zou ze wel van me afgewoeld hebben. Maar het was donker, abnormaal donker, in mijn kamer was het nooit zo donker, in twee van de vier muren zaten ramen, in mijn kamer was het nooit don-. Ik opende met een schok mijn ogen en keek een paar tellen in paniek in het donker om me heen.
Laatst gewijzigd door Arin op 24 mar 2013 19:40, 1 keer totaal gewijzigd.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Heh, maar het kan nog komen, want hij zit nog steeds vast op het vliegveld (stiekem is het tijd om een vliegtuig te kapen met bemanning en al :P )

Oef, even dacht ik dat ze hem zouden vinden en dan.. maar ze liepen gelukkig weg :P

Mag ik je een tip geven? Het is duidelijker en overzichtelijker voor lezers als je dialogen op een nieuwe regel plaatst. (Dan krijgt je tekst ook gelijk wat lucht, in plaats van dat het zo'n blok is) Dus als iemand wat zegt, plaats je een enter (Geen witregel) :)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

'T is al weer een heule tijd geleden, skivakantie, drukke schoolweek enzovoort, maar nu dan toch weer een nieuw stukje, ik vind plunderaars nog steeds een geweldig idee, en ben nu aan het bedenken of en hoe ik het er in kan schrijven, ik loop een stukje voor met schrijven op wat ik gepost heb. En dat met de enter als er iemand iets zegt zal ik in het vorige stukje aanpassen en ik zal erop letten, bedankt! :D Maargoed, ik moet niet te lang blijven zwetsen, dus hier is gewoon het volgende stukje.
___________________________________________________________________________________________

Toen realiseerde ik me waar ik was. Nog steeds in het magazijn waar ik gisteren in slaap was gevallen, ik had geen eerste uur vrij waarop ik rustig en warm thuis kon zitten, nee, ik zat in een of ander godsvergeten oord, alleen, in een oorlog. Ik kon het nog steeds niet helemaal bevatten, ik zeeg weer neer op de matjes en bleef daar een halfuur in zelfmedelijden ondergedompeld zitten. De enige reden dat ik weer uit deze depressieve staat kwam was dat ik dorst had en een hoofdpijn begon op te komen, ik had wel vaker hoofdpijn, soms van het te weinig drinken, soms om een andere reden. Ik ging rechtop zitten en knipte mijn zaklamp aan, ik groef in mijn tas en vond een één liter fles Sprite, ik draaide de dop eraf en hoorde het gesis van het ontsnappende koolzuur. Ik zette de fles aan mijn lippen en voelde het vocht mijn mond binnenstromen en de koolzuurbubbels op mijn tong prikken. Hoewel ik wist dat ik er waarschijnlijk nog lang mee zou moeten doen en mezelf aanzette niet te veel te drinken, had ik zo’n dorst dat ik minstens een kwart liter dronk, hierna haalde ik de fles weer van mijn lippen en draaide de dop er resoluut weer op.
Geen druppel meer, zei ik tegen mezelf, niet voordat ik bedacht heb wat ik ga doen. Ik had ook honger, maar wist me in te houden om mijn karige voedselvoorraad van één pak sultanas en één minizakje chips aan te breken. Ik wist dat ik het waarschijnlijk later nog meer nodig zou hebben. Ik stopte alles, inclusief de zaklamp, weer terug in mijn tas en liep op de tast naar de deur van het magazijn, daar hurkte ik neer naast de deur. Even dacht ik erover om een fles alcohol mee te nemen, ik bedoelde maar, drinken is drinken, maar besloot het toch niet te doen. Ik had zo het idee dat ik mijn zintuigen en verstand de komende tijd wel nodig zou hebben, maar dan volledig werkend en niet beneveld. Ik drukte mijn oor tegen het koele hout van de deur en luisterde, ik hoorde voetstappen en Spaanse stemmen, heel zachtjes, maar ze waren er wel, zeker. Voor zover ik me kon herinneren van gisteren stond er ongeveer een meter voor deze deur een kast stond die de deur aan het zicht onttrok, ik zou nog steeds op mijn tellen moeten passen. Maar ik was buiten het blikveld van de Colombianen, van wie ik vermoedde dat het soldaten waren. Wie anders zouden er op een afgesloten vliegveld komen waar al geen enkel vliegtuig meer vanaf vertrok? Heel even kwam er een afschuwelijke gedachte in me op, wat nou als ze dit vliegveld zouden gebruiken als stationeringspost van hun soldaten, hoe zou ik hier dan nu weg komen? Ik besloot daar maar niet aan te denken en te hopen dat er niet te veel mensen waren, ik bleef diep gehurkt zitten en trok de deur open.
Ik sprong de deur door zonder te kijken naar of er wel een rek voor stond en deed hem zo snel mogelijk dicht. Ik hurkte achter het rek, dat er dus toch stond, neer en hoopte dat niemand het zachte geluid van de dichtslaande deur had gehoord. Ik keek, nog steeds hurkend, de winkel rond en zag dat er in deze winkel niemand was. Ik stond op, nog steeds lichtjes voorover gebukt om niet per ongeluk boven de schappen uit te komen. En liep snel op mijn tenen richting de deur. Ik had geen idee wat ik ging doen, maar ik wist wel dat ik hier weg moest. Ik had hier niets te zoeken. Het was niet ver naar de deur, aangezien de winkel niet erg lang was. Ik hurkte neer achter het laatste schap voor de grote ruiten met daarop de reclames, daardoorheen zou ik heel makkelijk zichtbaar zijn. Ik bleef een paar minuten zitten, luisteren. Ik hoorde een aantal stemmen, maar nog niet heel veel, een stuk of tien. Naar mijn gevoel was het nog best vroeg, dus als er hier vannacht soldaten gestationeerd waren was de kans groot dat de meesten nog lagen te pitten en besefte me dat als dat zo was en ik nog weg wilde komen, ik nu moest gaan. Niet wanneer het wemelde van de soldaten.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hm, ik ben benieuwd of hij kans ziet om langs de soldaten te komen. Als het inderdaad soldaten zijn :P Ik weet het, ik weet het, nog geen plunderaars :P Haha, maar misschien is het wel personeel voor vliegtuigen (A)

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Anneke
Balpen
Balpen
Berichten: 286
Lid geworden op: 10 mei 2012 21:21
Locatie: Hutje op de hei

Hoi!

Ik denk dat ik dit verhaal maar eens ga volgen.. Normaal ben ik niet zo van de avonturenverhalen, maar nu wil ik er toch wel een keerje 1 lezen (:

't Viel me wel een beetje op wat Saskia zei; de lengte van je zinnen. Dat vind ik niet erg lekker lezen, maar het is al beter dan in het eerste stukje :D

Ook nog ff één tip: talen schrijf je met een hoofdletter (dus Spaans), Zuid-Amerika schrijf je zo --> met hoofdletters en een streepje ;p

Ik ben benieuwd hoe het verder gaat! Soldaten, plunderaars, weet ik veel wat voor mensen nog meer.. Belooft leuk te worden! =)
Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats van dat van jezelf - Arthur Schopenhauer
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Dank je voor de feedback Anneke! Ik zal het proberen aan te passen. En leuk dat je nog steeds meeleest Maaike :D. Nou, het is al lang tijd geweest voor een nieuw stukje, drukke schoolweken gehad met een heleboel projecten die ik allemaal nog moest maken, en nog een uitwisseling met school met Duitsland enzovoorts, maar ik ga vanaf nu proberen het weer goed bij te houden.
Naar mijn idee loopt dit stukje echt heel erg stroef en is het op een of andere manier best wel cliché, maar ik heb het een aantal keer opnieuw proberen te schrijven en heb geen idee hoe ik het beter kan maken, dus elk idee en feedback is meer dan welkom.

___________________________________________________________________________________________

Ik gluurde om de kast heen door de etalageruit, de grote hal in, het stond vol met rijen van die plastic kuipstoeltjes, zo snel telde ik negen soldaten, vier zaten er op bankjes te praten, best dicht in de buurt van de winkel waar ik was, en dan liep er nog een groepje van twee en een groepje van drie rond. Er waren dus wel soldaten hier, wat een idioot was ik ook geweest! Wat had ik dan verwacht, een vliegveld in de buurt van de linies, de perfecte uitvalsbasis, en je kon ook nog eens controleren of er geen vliegtuigen stiekem opstegen. Ik vloekte hardgrondig en dook meteen daarna terug achter de kast, hopend dat niemand me gehoord had. Als ik hier weg wilde komen moest ik echt wat meer gaan nadenken voor ik iets deed, ik kroop weer opzij naar de zijkant van de kast, en gluurde er weer langs, hopend dat de mensen in de hal niets gehoord zouden hebben, maar ze leken niets door te hebben. Mijn ogen gleden door de hal, er waren twee uitgangen die niet naar de gates gingen. Eentje best een eind weg, maar een andere maar een meter of twintig van de winkeluitgang opzij, wel zou ik dan vol in het zicht lopen. De bankjes begonnen namelijk pas vijf meter van de winkeluitgang. Ik zou daarheen moeten, zo snel mogelijk, als ik dan daar op mijn knieën zou zakken en verder zou kruipen zouden die me aan het zicht moeten onttrekken. Dan, als ik ter hoogte van de uitgang van de hal zou zijn zou ik die vijf meter weer moeten sprinten en als ik door de deur was zou ik veilig zijn. Dat was mijn plan, maar met die tas en die rondlopende soldaten zou het makkelijker gezegd dan gedaan zijn. Ik schoof weer achter de kast. Ik ging zitten, met mijn rug tegen de kast, ik voelde de koele metalen planken door mijn shirt heen terwijl de zenuwen mijn hele lichaam lieten trillen. Geen gewone zenuwen, maar angst, doodsangst. In verhalen was de hoofdpersoon altijd koelbloedig, van angst was geen sprake, niemand had mij ooit verteld dat het zo zou voelen. Mijn hart stuiterde in mijn borstkas en ik probeerde mijn veel te snelle ademhaling weer onder controle te krijgen.

Toen ik mezelf weer onder controle had stond ik rustig op, stijf van de zenuwen, maar hield mijn rug lichtelijk gebogen, zodat ik niet boven de lage schappen zou uitsteken. Ik gluurde even langs het schap tot ik zeker wist dat er niemand keek, ademde diep in en uit, en sloop snel naar de deur. Ik pakte de deurklink vast, het metaal voelde koud aan in mijn klamme handen en bewoog hem stilletjes naar beneden, hopend dat de deur niet zou piepen. De vorige avond had ik daar niet op gelet. De optie dat de deur op slot zou zitten kwam niet eens in me op en gelukkig was dat ook niet zo. De deur gleed stilletjes open. Ik deed hem niet verder open dan strikt noodzakelijk om geen tijd te verliezen waarna ik meteen op mijn tenen doorrende naar de bankjes. Zodra ik de bankjes had bereikt ging ik er half achter, half onder liggen, mezelf zo stil mogelijk houdend en luisterend naar of er verschillen waren in hoe de stemmen praatten, waaraan ik zou kunnen opmerken dat ik gezien was. Ik hoorde niets opvallends. Ik kroop richting de uitgang. Ik had ongeveer vijftien meter gekropen toen ik de stemmen hoorde verstommen. Ik verstijfde en keek om, waar had ik gezien kunnen worden? Mijn blik viel op de deur, die stond nog open, ik was zo’n idioot geweest om te vergeten dat ding dicht te doen. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan, maar daar had ik de tijd niet voor, ik hoorde de voetstappen mijn kant op komen en overdacht mijn opties, ik kon er eigenlijk maar één bedenken, Rennen! De adrenaline gierde door mijn lijf terwijl ik de voetstappen op de deur af hoorde komen, kwam op één knie, me nog net laag genoeg houdend om niet gezien te worden en begon te sprinten. Na twee stappen hoorde ik geschreeuw achter me. Ik sprintte zo hard ik kon naar de deur, op twee meter afstand hoorde ik de metalige klik van een geweer. En iedereen weet wat er na die klik komt. Na klik komt pang. De rennende voetstappen en het gevloek achter me verstomden terwijl ik me opmaakte voor de knal. Ik vroeg me af hoe het zou voelen, doodgaan, toen hoorde ik de knal. Steen spatte van de muur af terwijl de kogel zich erin boorde, maar een halve meter van mijn hoofd. En alsof door deze knal het hele vliegveld nog niet gealarmeerd was begonnen er ook nog eens een paar soldaten achter mij “Alarma! Alarma!”, te schreeuwen, wat naar mijn idee niet heel veel kon betekenen.

Ik greep de deur vast en duwde er zo hard mogelijk tegenaan. Hij ging niet open. “Verdomme!”, riep ik.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Anneke
Balpen
Balpen
Berichten: 286
Lid geworden op: 10 mei 2012 21:21
Locatie: Hutje op de hei

Oeeh spannend! Waarom stop je nu :(

Ik vind dit niet cliché! En het loopt naar mijn idee ook gewoon goed, hoor! (:

Misschien heb ik een tip voor de lange zinnen; als je het niet nodig vindt, gewoon lekker niet doen! Het leest waarschijnlijk lekkerder als je een nieuwe zin begint waar nu ,ik staat. Voorbeeldje uit je verhaal:
Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan, maar daar had ik de tijd niet voor, ik hoorde de voetstappen mijn kant op komen en overdacht mijn opties, ik kon er eigenlijk maar één bedenken, Rennen!
Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan, maar daar had ik de tijd niet voor. Ik hoorde de voetstappen mijn kant op komen en overdacht mijn opties. Ik kon er eigenlijk maar één bedenken, rennen!

Dan heb je gelijk ook iets meer de spanning te pakken. Wat wel een probleempje is, is dat er dan vaak 'ik' aan het begin van de zin komt te staan. Vaak kun je dat oplossen door het eind van de zin naar voren te halen...

Doe ermee wat je wilt!
En ga vooral zo door :D
Lezen is denken met het hoofd van een ander, in plaats van dat van jezelf - Arthur Schopenhauer
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Zo, al lang weer tijd, dit keer heb ik niet zo veel om het stukje boven de lijn vol te kletsen, dus dat ga ik ook niet, doen :D
___________________________________________________________________________________________

Ik trok aan de deur, en dit keer ging hij gelukkig wel open. Ik rende er doorheen, nu buiten het bereik van de schutters, die nog steeds een spervuur van kogels aan het verschieten waren. Ik was bang, de paniek gierde door mijn lijf samen met de adrenaline. Het liefst was ik op dit moment door mijn benen gezakt, ergens achter gaan zitten en me verstopt tot dit allemaal over was. Maar zelf wist ik ook wel dat ik dit niet kon doen, over een paar tellen zouden die soldaten met geladen geweren door de deur komen. Waarschijnlijk zouden ze eerst schieten en dan pas vragen stellen, en het feit dat ik net voor ze op de vlucht was geslagen zou me niet veel helpen. Ik rende door naar een kruising in de gangen, daar ging ik naar rechts, ik wist niet waarom, maar puur op gevoel, intuïtie, en ik hoopte dat die maar zou helpen. Ik rende door, door de gang waar nu en dan posters hingen met reclame voor vakanties, vakanties met vliegtuigen, die nooit meer vanaf hier gehouden zouden worden. Het leek iets uit een andere wereld, vakantie, terwijl dat nu juist was hoe ik hier verzeild was geraakt. Mijn tas remde me sterk af terwijl hij tegen mijn zij bonkte. Maar ik wilde hem hier niet achterlaten, al mijn spullen zaten erin, met uitzondering van wat ik in mijn zakken had. Zonder die tas zou ik verloren zijn. Volgende splitsing. De roffelende voetstappen van soldaten een eindje achter me. Linksaf. Volgende kruising. Rechtdoor. Waarom was dit verdomme zo’n groot vliegveld? Ik sprintte door, niet wetend of ik de soldaten had afgeschud. Maar al was dat zo en bleef ik hier, dan nog zouden ze het hele vliegveld doorzoeken en zouden ze me vinden. Waarschijnlijk zouden ze binnen een minuut het hele vliegveld gealarmeerd hebben. Ik wist niet hoeveel man dat was, maar… Alsof je over de duivel sprak snerpte er ineens een schelle alarmtoon in mijn oor. Ik vloekte hardgrondig terwijl ik de laatste meters naar de volgende splitsing aflegde en nadacht of ik links of rechts moest gaan. Links, besloot ik, ik rende de splitsing op en-. Een flink gewicht van tenminste een volwassen man kwam op volle snelheid van de zijkant tegen me aan waardoor ik tegen de grond gewerkt werd.
Ik wilde mezelf vervloeken dat ik zo stom was geweest om niet een beetje te luisteren, ik had makkelijk kunnen horen dat er mensen aankwamen. Nu was ik gepakt, alle moeite was voor niets geweest. Ik keek op en zag tot mijn verbazing even bange ogen als die van mij. Ogen van een man van een jaar of vijfendertig, bepakt en bezakt met spullen. Achter hem kwam nu uit een zijgangetje nog een ander groepje mensen, ook volgeladen met spullen. Ik had geen idee wie het waren, maar soldaten waren het zeker niet, dat kon ik al wel zien aan de blik in de ogen van de man. Langzaam vielen alle stukjes op zijn plaats. Een ongebruikt vliegveld, ’s ochtends vroeg, taxfree shops en mensen volgeladen met spullen. Dit waren plundelaars! Dus dan wisten ze ook… Even kreeg ik geen woord uit mijn mond, maar toen stamelde ik: “Exit?”,
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
-Maaike-
Computer
Computer
Berichten: 2696
Lid geworden op: 27 okt 2010 18:51

Hahaha! Daar zijn de hulptroepen :D Cool ^_^

Ben benieuwd wat er gaat gebeuren, ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -

My head is a jungle...
Arin
Fijnschrijver
Fijnschrijver
Berichten: 552
Lid geworden op: 23 sep 2011 14:45
Locatie: In my fantasy.

Al weer veel en veel en veel te lang geleden dat ik iets gepost heb, ik moet dit echt beter gaan bijhouden, maarja, nu wel weer een nieuw stukje dusseh enjoy :D
___________________________________________________________________________________________

de man keek me opgelucht, maar ook niet-begrijpend aan. “You know where the exit is?”, vroeg ik.
De man leek me nu te begrijpen, “La salida?”, vroeg hij, ik knikte heftig,
“La salida, sí, exit.”, zei ik, hij knikte snel en gebaarde me mee te komen. Snel liepen we door de gangen van het gebouw, links, nog een keer links, rechts, terwijl het alarm in ons oor bleef loeien en we nu van alle kanten geroep hoorden. Eindelijk! De uitgang, we renden naar buiten en kwamen in het zonlicht terecht, heel even werd ik erdoor verblind, maar lang duurde dat niet, toen kreeg ik de parkeerplaats scherp in mijn blikveld. Helemaal volgeladen met legervoertuigen, vooral transportwagens, maar ook een aantal pantservoertuigen en tanks, ook stonden er een paar motors. De plunderaars sprongen in een transportauto van het Colombiaanse leger en de man tegen wie ik opgebotst was knikte me nog een keer toe. Toen hoorde ik de motor starten, “Merci”, zei ik, me niet realiserend dat dit Frans was, en niet Spaans, waarna de auto wegreed.

Nu stond ik hier alleen, en moest snel een manier bedenken om hier weg te komen, het zou dacht ik namelijk niet meer zo lang duren tot de soldaten het vliegveld uit zouden komen, en dan moest ik weg zijn. Even verderop hoorde ik geschreeuw, waarschijnlijk van bewakers die hier bij de parkeerplaats op wacht moesten staan. Die zouden hier waarschijnlijk ook meteen naartoe komen. Ik keek snel rond, de parkeerplaats over. Een auto kon ik niet besturen, een pantservoertuig ook niet, dus dan bleven de motors over. Ik sprintte naar de dichtstbijzijnde motor, in de wetenschap dat er straks van de uitgang van de parkeerplaats én uit de uitgang van het vliegveld soldaten zouden komen. Ik pakte het stuur vast, zwaaide mijn been over de motor, die overduidelijk te groot was, en ging op het zadel zitten met nog één voet aan de grond. Ik had nog nooit op een motor gereden, maar een vriend van school had me een keer een stukje op zijn brommer laten rijden. Niet dat dat waarschijnlijk zou helpen. Nergens zag ik de contactsleutel zitten, maar ik zag ook geen plek waar die in zou moeten zitten, dus ik hoopte maar dat die niet nodig waren op een legermotor. Ik probeerde me alles voor de geest te halen wat ik wist over motors, in films zag je altijd dat mensen op een kickstarter trapten. Ik keek bij mijn beide voeten en zag rechts een soort hendeltje waarvan ik dacht dat het hem wel zou zijn. Ik trapte er flink op en voelde de motor brullend onder me tot leven komen.
Om gas te geven moest ik dan , meende ik me te herinneren, het rechterhandvat naar me toe draaien. De motor spoot meteen met een flinke snelheid vooruit. Als de bewakers nog niet gealarmeerd waren door het geluid van de startende motor, waren ze dat nu wel, door het brullende geluid van de motor als die reed. Ik plaatste mijn beide voeten op de voetsteunen aan de zijkanten van de motor en kreeg nu door hoe ik de snelheid kon regelen. Ik gaf gas en reed met een matige snelheid, omdat ik niet wilde botsen, in de richting waarin ik de plunderaars had zien wegrijden en waar dus waarschijnlijk de uitgang van de parkeerplaats zou zijn. Allerhande voertuigen, waarvan ik sommige soorten nog nooit had gezien, passeerde ik. Ik gaf meer gas tot de wijzer van de snelheidsmeter zo ongeveer 40 kilometer per uur aangaf. Ik keek op. Vlak voor me stond een man.
I'm so sneaky, I sometimes can't even trust myself.
Plaats reactie

Terug naar “Het Avonturen Pad”