Pagina 1 van 2
Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 05:27
door lisbeth
Hopelijk is dit ook goed, had het ooit geschreven maar ben toen kwijt geraakt. Dus ga ik proberen het op nieuw te schrijven ^^
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Charl kijkt zuchtend rond in zijn lege slaapkamer. Hij heeft net zijn laatste spullen in gepakt in een kartonnen doos. Zo meteen komt de verhuiswagen en verhuizen hij en zijn moeder naar een nieuwe stad, voor de zoveelste keer. Charls moeder kan om een bepaalde reden nooit haar werk houden en wanneer ze geen werk meer kan vinden dat naar haar zin is besluit ze om te verhuizen. Charl hoort stemmen buiten en stapt naar het raam. Buiten ziet hij een paar jongens voetballen. Door dat hij steeds verhuisd vond hij het moeilijk om afscheid te nemen van zijn vrienden. Uiteindelijk, op zijn elfste, besloot hij om gewoon geen vrienden te maken.
“Charl! De verhuizers zijn er!” Charl verlaat de kamer, kijkt nog één keer om en sluit dan de deur.
Na een lange rit zijn ze er. Charl had het huis alleen nog maar op foto gezien en hij moet toe geven dat het er best wel gezellig uit ziet, maar dat laat hij niet merken.
“Kijk dan toch Charl! Dit is echt het perfecte huis, ik weet het gewoon. Deze keer ga ik geluk hebben, het stond in mijn horoscoop.” Charl draait met zijn ogen. –Zei ze de vorige keer ook.- denkt Charl en stapt naar de verhuiswagen om zijn spullen naar binnen te brengen.
Ze hadden op voorhand al besloten wie waar ging slapen, dus Charl brengt zijn dozen meteen naar zijn slaapkamer en pakt ze uit. De meeste dozen zitten vol met zijn monster verzameling, zo als vampiers en weer wolven. Al van kleins af aan is Charl zot op zulke dingen, ook al probeerde zijn moeder hem het af te leren.
Heel het weekend zijn ze druk bezig met alles te verhuizen. De maandag gaat Charl met zijn moeder naar zijn nieuwe school. Ook al kan Charl het al alleen, hij al dertien, zijn moeder moet en zal mee gaan.
“Goed dan Charl, mevrouw Eehrts zal je naar je klas brengen, onder tussen praat ik nog wat met je moeder.” Zegt de directeur na een poosje en Charl volgt mevrouw Eehrts. De school is veel groter dan zijn vorige school, en ook veel netter. Het is verplicht een uniform te dragen en ook de boekentas moet van die school zijn. Charl heeft er niet veel zin in, maar tegen spartelen helpt niet. Ze stoppen voor een deur en mevrouw Eehrts klopt aan.
“Binnen.” Klinkt er een mannen stem. “Mevrouw Eehrts, waarmee ken u helpen?”
“U heeft een nieuwe leerling, meneer Wouterse.” Charl kijkt naar meneer Wouterse en schud die zijn hand. Het ziet er best wel een vriendelijke man uit, vind Charl. Meneer Wouterse is nog een vrij jonge leerkracht, met bruingroene ogen en donker bruin haar. Mevrouw Eehrts verlaat het lokaal en daar staat Charl, helemaal vanvoor in een vreemde klas.
“Goed dan Charl, zou je je eens willen voorstellen?” –Daar gaan we weer- denkt Charl en stelt zich zo dat iedereen hem kan zien.
“Mijn naam is Charl Lano, ben dertien jaar en ben net dit weekend hier komen wonen.”
“Wel dan Charl, welkom in onze geweldige klas. Nu eens zien waar je kunt zitten.” Een jongen steekt zijn hand op.
“Meneer, naast mij is nog plaats.”
“Goed zo, zet je maar naast Andreas.” Charl stapt naar de bank in de laatste rij en zet zich neer.
“We zitten hier.” Zegt Andreas en schuift zijn boek in het midden zodat Charl mee kan kijken. Die les kent hij al, dus echt moeilijk gaat het niet zijn dit jaar. Zijn vorige school zat al veel verder.
Zo begint Charls eerste dag op zijn nieuwe school.
Tot zijn eigen verbazing begint Charl op te trekken met Andreas. Iedere speeltijd zitten ze samen, in de klas zitten ze naast elkaar, ’s middags eten ze samen in de refter en steeds vaker komt Andreas bij Charl thuis na school. In het begin wist Charl niet hoe hij zich bij moest voelen, maar nu is hij het al gewoon geworden.
“Kom je straks weer langs? Mijn moeder is bezig met koekjes te bakken, het is haar vrije dag.” Andreas ogen glinsteren.
“Dan kom ik zeker langs, jou moeder kan echt de beste dingen bakken.” Charl lacht.
“Zeg haar dat maar eens, meestal zaagt ze dat de kleur niet goed is of dat het plat, te bol staat.”
“Zal ik zeker doen.”
Die avond stappen ze samen naar Charls huis. Wanneer ze de straat in slaan kunnen ze in de verte een bos zien.
“Wat is er eigenlijk in dat bos?” vraagt Charl.
“Daar mogen we niet naar toe, er staat daar een oud onbewoond huis. Maar dat is niet alles, vorige jaar is daar een lijk gevonden.” Charl kijkt Andreas verbaasd aan.
“Een lijk?”
“Ja en het vreemde was dat er geen druppel bloed meer in zat.”
“Wie weet was het een vampier?” Andreas lacht.
“jij ook met je vampiers. Die bestaan helemaal niet.”
“Wie heeft het dan wel gedaan?”
“Weten ze niet. Maar het is nu verboden terrein geworden.” Zegt Andreas. “Kom, anders zijn de koekjes al op.”
“Mijn moeder eet ze niet allemaal op hoor.” Lacht Charl en Andreas rent weg. Charl staart nog even na denkend naar het bos en rent dan ook naar huis.
De week is snel om en het weekend is begonnen. Andreas kon niet komen, want door dat zijn ouders gescheiden zijn moet hij in het weekend naar zijn vader die ver woont.
Charl en zijn moeder zijn rustig aan het ontbijten.
‘Ik ben zo blij dat we gekozen hebben om te verhuizen. Mijn werk is super, jij hebt eindelijk een vriend en dit huis is geweldig.’ Zegt zijn moeder blij en kijkt de keuken. Sinds ze verhuisd zijn is Charls moeder altijd opgewekt, wat Charl best wel leuk vind.
‘Ik ga na het eten wat boodschappen gaan doen. Waarom ga jij dan niet eens lekker op je gemak de buurt wat verkennen?’ steld zijn moeder voor. En zo staat even later Charl buiten voor de voordeur en hij weet al waar hij heen gaat. Op zijn gemak begint Charl richting het bos te wandelen. Helemaal aan het eind van de straat ziet hij een ijzeren omheining die rond heel het bos gaat.
Vlak voor een grote ijzeren poort stopt Charl. Tussen de bomen ziet hij een oud kasteel –Dus dat is het huis- denkt Charl. Het ziet er nu niet bepaald uitnodigend uit, maar Charl zoekt toch een mannier om door het hek te kunnen geraken. Na wat zoeken vind hij een gat in de omheinig en kruipt hij er door. Stilletjes stapt hij richting het kasteel. Maar opeens word hij op de grond geduwd en voelt hij iets zwaars boven op hem. Charl spartelt tegen, maar stopt met bewegen als hij geblaf boven hem hoort. Het ding dat boven op hem zit is een grote, wolf achtige, hond. Charl grinnikt.
“Wat liet jij me schrikken.”Zegt hij tegen de hond en gaat recht zitten na dat de hond van hem af was gegaan.
“Jij bent een mooie, wat is je naam eigenlijk?” Charl ziet dat de hond een hals band om heeft met een naamplaatje.
“Radjan.”
“Woef!” blaft Radjan. Charl staat recht en wil weg stappen, maar Radjan trekt aan zijn broekspijp.
“Wat scheelt er?” vraagt Charl. Radjan blijft maar trekken dus besluit Charl om haar te volgen. Ze leid Charl naar een achterdeur en tot zijn verbazing is die niet op slot. Even kijkt Charl rond zich en opent dan de deur. Binnen bevind hij zich in een lange gang, met allemaal portreten aan de muur. Charl stapt naar één portret waar er een oude man op staat. Onder de portret staat de naam “Graaf Fedor Fladder”. –Zou die hier gewoon hebben?- vraagt Charl zich af. Charl wil verder gaan, maar hij verschiet zich een ongeluk wanneer Radjan opeens luid begint te blaffen.
“Ssst Radjan.” Sist Charl, maar Radjan blijft maar blaffen.
“Radjan, stil nou.” Dan voelt Charl een hand in zijn nek.
“Wat hebben we hier? Een kleine indringer.” Zonder enige moeite tilt de persoon achter Charl hem op met één hand.
“Laat me los!” roept Charl.
“En nog een lawaairige indringer ook. Dat heb je goed gedaan meid.” Zegt de persoon tegen Radjan.
Charl kijkt kwaad naar haar.
“Hahaha, je moet niet zo kwaad kijken naar haar. Ik heb haar geleerd om te beginnen blaffen vanaf er een vreemde dit huis binnen komt. Maar goed, wat gaan we nu met jou doen.’ De persoon draaid Charl zo dat hij kan zien wie hem vast heeft. Het is een jongeman met blond haar en zilverkleurige ogen.
“Laat me los!”
“En waarom zou ik dat doen? Jij bent hier op verbonden gebied.”
“Radjan heeft me deze deur gewezen. Plus er dit huis staat al jaren leeg hebben ze me gezegd.”
“Is dat zou meid?” vraagt de jongeman aan de hond en even staren de twee elkaar aan. Als Charl niet beter wist zou hij haast denken dat die twee elkaar verstonden.
“Goed dan. Op naar de ouwe dan maar.” De jongman blijft Charl vast houden en stapt de gang door. Charl blijft spartelen en word stil aan echt kwaad. Na een poos stopt de jongeman voor een deur en klopt aan.
“Binnen!” roept er een stem en de jongeman gaat naar binnen.
Er brand een openhaard en daar voor staat er een grote stoel met de rugleuning naar hun toe gekeerd.
“Wat kom jij hier nu weer doen?” zegt dezelde stem van daar net.
“Ik heb een indringer.”
“Laat me los!” roept Charl nu kwaad.
“Wat beleefder kan ook ja.” Zegt de jongeman en schud Charl heen en weer.
“Kinderbeul!” roept Charl nu en de jongeman schud hem weer hard heen en weer.
“Klein misbaksel,ik zei dat het wel vriendelijker kon.” Zegt de jongeman nu wat kwaad.
“Je bent zelf een misbaksel!” roept Charl terug.
“Wat zei je daar?”
“Misbaksel, misbaksel, misbaksel, misbaksel,...”
“Zwijg mormel!” roept de jongeman nu echt kwaad.
“Stop!” roept opeens de stem en zowel Charl als de jongeman zwijgen.
“Charlie, je weet drommels goed dat ik zo een gedrag niet tolereer.”
“Jammer ouwe, ik ben nu een maal zo.” Charl gelooft zijn oren niet.
“Wat respect voller kan ook!”
“Ha! Respect? Waarom zou ik dat moeten geven aan de man die mij niet eens respect toont?” Zegt Charlie ijskoud.
Even is het stil.
“Goed, nu gaan het weer hebben over jou.” En de stoel draait zich, waardoor Charl de persoon kan zien.
“U bent die graaf van op het portret, graaf Fedor Fladder.”
“Goed gezien, en wat is jou naam?”
“Charl Lano.”
“Vertel me, Charl, wat doe jij in mijn huis?”
“Ik ben sinds kort hier komen wonen en mijn vriend vertelde over een lijk dat hier gevonden was, bloedloos. Ik was benieuwd en ging op onderzoek. Als ik wist dat u hier woonde was ik nooit naar binnen gegaan, maar uw hond heeft me dus die open deur getoond en daarna werd ik gegrepen door deze kinderbeul.”
“Jij kleine..”
“Charlie, zet hem neer.” zegt de graaf en na wat aarzelen laat Charlie Charl in een zetel ploffen.
Een hele tijd bekijkt de graaf Charl. Ergens heeft Charl wel schrik van de oude man, zijn ogen waren zilver kleurig, net als die van Charlie. Ze leken zo door je heen te kijken.
“Hm, mag ik eens weten wat de namen van je ouders zijn?”
“Mijn moeder is Rita Lano.”
“En jou vader?”
“Heb ik nooit gekend. Mijn moeder zegt dat hij voor mijn geboorte vertrokken was.”
Weer kijkt de graaf hem door dringend aan.
“Ha! Ik zou ook weg gelopen zijn als ik wist dat ik zo een ramp als jou zou krijgen.”Zegt Charlie opeens en lacht gemeen.
“Ik zou iemand als jou toch nooit als vader gewild hebben.” Zegt Charl terug. “Je bent zo een type dat zijn kind het verkeerde pad zou sturen of wel aan zijn lot zou overlaten. In één woord een crimineele beul.” Charlie tilt Charl weer op en wel hem slaan, maar de graaf houd hem weer tegen.
“Wel dan Charl, wat dacht je er van om, als je nog eens besluit hier rond te gaan neuzen, gewoon langs de voordeur komt? Charlie zal je wel een rondleiding geven dan.”
“Had je gedacht ouwe.” Er verschijnt een glimlach op de graafs gezicht.
“Volgens mij kan hij haast al niet wachten om je heel het huis te laten zien.” Na die woorden draait de graaf zijn stoel weer om naar het vuur en Charlie laat Charl buiten.
“Je hebt geluk dat die ouwe er is, anders was je er niet zo goed afgekomen.” Sist Charlie en slaat dan de deur dicht. Charl kijkt nog een keer om en stapt dan naar huis.
Ondertussen keert Charlie terug naar de kamer.
“Waarom laat u hem gaan?”
“Hij laat me denken aan jou, toen jij nog zo jong was.” Charlie trekt een vies gezicht.
“Ik lijk helemaal niet op dat joch.” Tot Charlie’s verbazing hoort hij de graaf grinniken.
“Ik denk dat hij net zo er over zou denken. Maar toch lijken jullie op elkaar, maar hij lijkt niet alleen op jou. Deed hij jou ook niet denken aan haar?”
Even is het stil.
“Wacht even, je bedoelt toch niet... Dat kan niet! Mijn zuster is al jaren vermist, net als haar man. Niemand weet waar ze gebleven zijn.”
“Daarom net. Ik wil dat je hem in de gaten houd en probeert wat te weten komen over zijn moeder en verdwenen vader.”
Charlie kijkt even grimmig maar maakt dan een buiging.
“Zo als je wenst vader.”
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 07:46
door MeTheWriter
Mooi verhaal.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 13:45
door lisbeth
ik weet niet wanneer ik weer kan posten, kan thuis even niet op internet
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 21:36
door lisbeth
In het begin denkt Charl nog aan het gebouw en de vreemde oude graaf met die jongeman, maar al snel denkt hij er niet meer aan. Want er zijn belangrijkere dingen: zijn verjaardag. Die woensdag wordt Charl veertien en het wordt zo als elk jaar gevierd met zijn moeder, maar dit jaar is Andreas er ook bij wat het dubbel zo leuk maakt. Terwijl Charl op school zit die week is Charlie druk bezig met onderzoeken. Dat Charl en zijn moeder net er zijn komen wonen maakt het voor Charlie moeilijker, maar hij heeft zo zijn connecties en al snel heeft hij nieuws.
Charlie opent de brief die hij gekregen heeft die dag en begint hem te lezen.
“Hm, dus zo zit het. Ik denk dat ik dat jochs moeder eens ga spreken, zij weet hier meer van.” Wanneer Rita de deur open doet die middag ziet ze Charlie staan.
“Goeie dag mevrouw, bent u de moeder van Charl Lano?”
“Ja dat ben ik.”
“Dan zit ik toch juist.” Charlie en kijkt Rita recht in de ogen aan. “Ik wil graag met u spreken over uw zoon.” Rita wil van alles zeggen, maar Charlie’s blik maakt haar in de war en zonder iets te zeggen laat ze Charlie binnen.
“Bedankt, u bent erg gastvrij.” Zegt Charlie, met een spottende glimlach. “Laten we gaan zitten, dat praat wat makkelijker.” Charlie zet zich neer in de zetel en Rita volgt zijn voorbeeld. Ze snapt niet waarom ze deze vreemde man zomaar binnen laat.
“Wees gerust, ik zal je niets doen. Voor nu.”
“Wat..wat wil je van me?” vraagt Rita, met een schorre stem.
“Heb je niet geluisterd naar wat ik net zei?” charlie zucht. “Jullie soort zijn ook zo... ach laat ook maar. Van waar heb je Charl?” Rita kijkt hem verrast aan.
“Kijk me niet zo stom aan mens, Charl is niet je eigen zoon. Of heb ik het mis?” Hij ziet dat Rita aan het twijfelen is, maar uit eindelijk geeft ze op.
“Klopt. Charl is niet mijn eigen zoon.” Charlie glimlacht triomfelijk.
“Mijn bronnen hebben het nooit mis.”
“Vertel me, waarom wil je dit allemaal weten?”
“Een tijd geleden is die zoon van jou zomaar mijn huis binnen gedrongen. Mijn ouwe zei toen dat dat joch op mijn verdwenen zuster lijkt en dus moest ik op onderzoek gaan. En wat vind ik? Dat u nooit getrouwd bent geweest en dat van het ene moment op het ander je opeens een zoontje hebt. Om niet te veel vragen te krijgen heb je rond verteld dat zijn vader zo maar spoorloos verdwenen was na Charls geboorte.” Bij ieder woord dat Charlie zegt kijkt Rita hem meer en meer vol ongeloof aan.
“Ik wil weten waar je Charl gevonden hebt.” Zegt Charlie als laatste. Rita slikt en haalt diep adem voor ze het verhaal verteld.
“Goed, ik vertel. Het is zo een twaalf a dertien jaar geleden, ik woonde hier in het huis van mijn ouders in de velden. Op een dag was ik gewoon aan het wandelen toen ik opeens het gehuil van een baby hoorde. Ik negeerde het eerst, maar het bleef maar huilen. Toen ik op die plaats aan kwam vond ik het vreeselijkste wat ik ook zag.” Rita zwijgt even, maar Charlie wil niet dat ze stopt.
“Ga door!” roept hij, waardoor Rita op springt van schrik en stotterend verteld ze verder.
“Op de grond lag een vrouw, ze was prachtig met haar lange zwarte krullen en ook haar kleren waren prachtig. Maar dat was niet wat mijn aandacht trok, ze lag op haar buik en op de plaats van haar hart was er gewoon een staak dwars door haar rug heen geklopt. Ik wilde wegrennen en vergeten wat ik daar zag, maar toen hoorde ik de baby weer. Wat verder op stond er een mandje met twee baby’s in, waar van er eentje luidkeels aan het huilen was. Het was een jongetje en ik nam hem uit de mand om hem stil te krijgen. Daarna keek ik naar de tweede baby, maar die was ijskoud. Het zag er uit dat de tweede het niet gehaald en gestorven was van de kou en honger.” Rita zucht en kijkt naar de grond.
“Dus je besloot om die baby te houden en er over te zwijgen.” Zegt Charlie na een poosje.
“Wat had ik anders moeten doen?”
“Je had de moord kunnen aan geven? Nooit er aan gedacht dat die vrouw familie had die zich afvroegen waar ze bleef al die jaren?” vraagt Charlie en kijkt Rita vol ongeloof aan.
“Maar dan geraakt ik de baby kwijt!” sputterd Rita tegen. “Trouwens als de familie zich zorgen maakten hadden ze zelf naar de politie kunnen gaan.” Charlie kan het niet meer aan en springt woedend recht.
“Wat denk je dat we gedaan hebben al die jaren!” roept Charlie kwaad. “De ouwe heeft miljoenen betaald om haar te vinden, maar nergens was er een spoor van haar.” Rita’s ogen worden steeds groter en groter.
“Dit meen je niet. Ben jij soms...”
“Ja, ze was mijn zuster.” Antwoord Charlie met knarsende tanden. Rita probeert zich te verontschuldigen, wat tot haar verbazing Charlie aan het lachen brengt.
“Doe geen moeite, ik had toch niets anders verwacht van jullie soort.” Rita snapt niet wat hij bedoelt.
“Laat maar, het heeft toch geen zin dat ik dat uit leg.” Zegt Charlie en stapt naar de voordeur.
“Alstublieft,” smeekt Rita hem. “Houd dit geheim voor Charl. Binnen twee dagen is hij jarig en ik wil niet dat zijn feeststemming wordt verpest door zo iets.” Charlie draait zich met een ruk om.
“Wat zeg je? Is hij woensdag jarig?”
“Ja, Charl is echt groot aan het worden.” Zegt Rita met een dromerige glimlach, maar Charlie wil iets anders weten.
“Dat kan me niets schelen, hoe oud wordt hij?”
“Waarom...”
“Hoe oud!” onderbreekt hij Rita ruw.
“Je moet echt niet zo roepen hoor.”
“Zeg me dan hoe oud.” Sist Charlie, die echt zijn geduld aan het verliezen is.
“Goed dan, Charl wordt veertien.” Zegt ze en kijkt Charlie aan. Ziet ze nu verkeerd of kijkt Charlie wat ongerust?
“Oh nee, dan moet er nog zo veel geregeld worden.” Mompeld Charlie. Snel doet Charlie de voordeur open en zonder nog een woord te zeggen stapt hij weg.
“Ik verdien wel wat sterks.” Zucht Rita en sluit de deur.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 22:34
door Dreamrose
Ben benieuwd waar dit heen gaat !
Je schrijft heel boeiend.
Ik heb wel 2 tips

1. Het is duidelijker als je bij een dialoog tussen twee personen een alinea plaatst ff voorbeeld want ik ben niet duidelijk
"Ik ga denk ik maar eens slapen," zegt Jan. "Weltrusten, ik ga ook naar bed".
Het is duidelijker wie wat zegt als je het zo doet:
"Ik ga denk ik maar eens slapen," zegt Jan.
"Weltrusten, ik ga ook naar bed".
Je kan eventueel de schrijflessen doornemen.
En mijn 2e tip is om het stukje even door te lezen om de typfoutjes er uit te halen.
Snel nog een stukje, ik volg in ieder geval! :3
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 22:47
door lisbeth
1. Het is duidelijker als je bij een dialoog tussen twee personen een alinea plaatst ff voorbeeld want ik ben niet duidelijk
"Ik ga denk ik maar eens slapen," zegt Jan. "Weltrusten, ik ga ook naar bed".
Het is duidelijker wie wat zegt als je het zo doet:
"Ik ga denk ik maar eens slapen," zegt Jan.
"Weltrusten, ik ga ook naar bed".
ik weet dat ik een nieuwe regel moet beginnen wanneer de andere praat

als ze achter elkaar staan zegt dezelfde persoon het nog, of ik moet ergens over heen gekeken hebben.
En mijn 2e tip is om het stukje even door te lezen om de typfoutjes er uit te halen.
bedoel je dan echt typfouten of ook dt en spelings fouten? Als het de dt en spelings fouten zijn komt dat door mijn dyslectie. Heb al veel bijgeleerd op deze forum en doe mijn best er op te letten, maar blijf toch nog wel fouten maken

Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 22:49
door lisbeth
Zal snel weer een stukje posten, maar ik heb nog niet verder geschreven dan het vorige stukje.
ben in ieder geval blij dat je het interessant vind en het wilt volgen ^^
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 23:07
door Dreamrose
Van -dt fouten heb ik ook niet zo veel verstand maar ergens in het stukje (sorry kan niet citeren)
Staat duppel en verderop staat conecties in plaats van connecties
Maar ik snap het wel als je dyslexie hebt maar in word haalt de spellingscontrole het meeste er wel uit :p
Re: Half Bloed
Geplaatst: 30 jan 2013 23:09
door lisbeth
die van mij blijkbaar niet, als ik op spellingscontrole druk krijg ik steeds een fout melding.
Maar zal het stuk nog eens goed lezen en die fouten aan passen. Daarom ben ik altijd blij als mensen op mijn verhalen reageren ivm die fouten, dan kan ik ze verbeteren

Re: Half Bloed
Geplaatst: 31 jan 2013 00:03
door lisbeth
Natuurlijk is Charl zich niets van dat voorval bewust en Rita houd het ook geheim. Tot haar opluchting zien ze geen van beide Charlie. Charl verlangt zo naar zijn verjaardag en eindelijk is het dan woensdag. Al van ’s morgens vroeg is Charl opgewekt en samen met Andreas bespreekt hij wat ze allemaal gaan doen die middag.
“Wat als we deze middag naar het winkel centrum gaan en daarna bij mij thuis taart eten en voetballen?”
“Klinkt goed.” Zegt Andreas.
“Super.” Charl glimlacht breed. Eindelijk, na al die jaren, komt er een vriend voor zijn verjaardag. Deze verjaardag zal hij nooit vergeten.
Wanneer de laatste schoolbel klinkt rennen de twee vrienden zo snel als ze kunnen de school poort uit en gaan op de fiets naar het winkelcentrum. Charl heeft van zijn moeder geld gekregen voor middag eten en om iets leuks te gaan doen met Andreas. Ze hebben zo een pret, dat ze niet merken dat er een man hen de hele tijd volgt. Tegen vier uur gaan ze naar Charls huis, waar Rita met een prachtige taart op hen staat te wachten. Het is super gezelig aan tafel, maar dan gaat de bel.
“Verwacht je nog vrienden Charl?” vraagt Rita en Charl schudt met een volle mond van nee. Ze staat recht en stapt naar de deur. Wanneer ze de deur open doet verstijft ze, want voor haar staat Charlie.
“Goede dag mevrouw. Ik kom Charl op halen.” Zegt Charlie als of het dood normaal is en wil naar binnen stappen.
“Ho even, jij komt hier niet binnen.” Zegt Rita wat boos en verspert de door gang.
“Mevrouw, ik wil geen moeilijkheden. Geef Charl aan me en ik laat u voor altijd met rust.”
“Charl aan jou geven? Je maakt een grap.” Maar Rita ziet dat Charlie geen grap maakt.
“Ik denk er niet aan. Eerst kwam je me bedreigen en dwong me alles te vertellen en dan sta je hier voor de deur en eis je dat ik Charl aan je mee geef? Het is zijn verjaardag vandaag en ik haat het als andere mensen dat willen verpesten.” Charlie heeft moeite met zich in te houden en haalt diep adem.
“U weet niet wat Charl is.”
“Natuurlijk weet ik wat hij is, Charl is mijn zoon. Als je nu niet vertrekt bel ik de politie.”
“Tss.” Zegt Charlie gefrustreert. Politie kan hij missen als kiespijn, die gaan alleen maar lastige vragen stellen.
“Dit is uw laatste kans mevrouw. Geef Charl aan mij of u moet de gevolgen er van dragen.” Zegt Charlie, maar Rita slaat met een knal de deur vlak voor Charlie’s neus dicht.
“Goed, dan wens ik u nog een pretige dag. Geniet er van, nu je nog kunt!” roept Charlie kwaad en stapt weg.
Binnen Zet Rita zich kwaad aan de eettafel.
“Wie denkt die niet wie hij is?” mompelt ze kwaad.
“Wie was het?” vraagt Charl. Rita glimlacht geruststellend.
“Iemand die de weg moest weten. Kom, wat denken jullie van een film? Ik heb er eentje gehuurd.”
“Yeey!” roepen ze opgewonden en rennen naar de woonkamer. De rest van de middag loopt rustig en Charlie komt niet meer op dagen. Andreas blijft tot Charls vreugde ook eten en na het eten trekken ze de straat op om te voetballen. Charl is dol gelukkig, zijn dag kan echt niet meer stuk. Maar na een uurtje voetballen krijgt hij opeens steken in zijn buik. –Is zeker omdat ik vlak na het eten ben gaan voetballen- denkt Charl. Ze rusten even, maar het lijkt wel of de steken steeds erger worden. Na een poosje is het zo ondragelijk dat Charl voor over valt.
“Charl!” roept Andreas en rendt naar Charl toe.
“Charl! Wat scheelt er? Zeg dan iets!” Al wat Charl kan doen is kreunen van de pijn en opeens voelt zich zo dorstig. Andreas pakt Charls hoofd vast en legt die op zijn jas.
“Wacht hier, ik roep je moeder.”
“Nee...” kreunt Charl en grijpt Andreas arm vast. Andreas staat versteld dat Charl zo een kracht heeft ondanks de pijn. Stil aan trekt Charl Andreas zo naar zich toe, dat uiteindelijk Andreas nek bij Charls mond is. –dorst!- heel zijn lichaam schreeuwt het uit. Charl doet zijn mond op en wil net zijn tanden in Andreas nek zetten wanneer die door iemand ruw wordt weggetrokken.
“Snel, het is al aan de gang!” hoort Charl iemand roepen. Charl ziet hoe Andreas verweg van hem gehaalt wordt en iets in hem knapt.
De pijn negerend springt Charl recht en rendt richting Andreas en de man.
“Dorst!” krijst Charl luid en springt op Andreas af, maar hij wordt net op tijd door twee andere mannen op de grond geduwt. Met een harde bonk komt Charl op de straat terecht, met de twee mannen boven op hem. Charl blijft maar naar Andreas kijken, die nu staat te trillen als een riet en met grote angstige ogen terug kijkt. Charl probeert zich op te drukken, maar de mannen houden hem zo stevig mogelijk vast. Toch lijkt het of Charl sterker is dan de twee mannen, want steeds weer krijgt Charl zich verder van de grond opgedrukt.
“Help even!” roept één van de mannen en op dat moment duwt Charl de twee van zich af en rendt weer op Andreas af. Wanneer hij bijna bij Andreas is stelt er iemand zich opeens tussen hen in en met één hand duwt hij Charl met zo een harde smak op de grond, dat het asfalt onder Charl gewoon breekt. Snakkend naar adem blijft Charl op de grond liggen.
“Geef hem de spuit en breng hem naar blok A.” Roept de man en Charl voelt hoe er iets in zijn arm prikt. Er wordt een vloestof in hem gespoten en even later valt Charl als een blok in slaap. Een paar mannen pakken hem op en brengen Charl weg.
“Wacht! Waar brengen jullie hem naar toe? Wie zijn jullie? En wat is er met Charl?” De vragen rollen maar uit Andreas mond, die nog steeds staat te trillen van angst. De man die Charl op de grond geduwt had draait zich nu om naar Andreas.
“Wie ben... Oh ja, jij bent die vriend van hem. Neem hem mee, hij kan nog van pas komen.”
“Hé, laat me los!” roept Andreas en spartelt tegen. Dan voelt hij een slag op zijn hoofd en wordt alles zwart.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 31 jan 2013 06:48
door MeTheWriter
Oh vampier... I like it!
Re: Half Bloed
Geplaatst: 31 jan 2013 17:32
door lisbeth
yep^^ ik ben verzot op vampiers, maar mijn vampiers zijn niet helemaal zo als die uit de legendens. Dat zal je wel merken

Re: Half Bloed
Geplaatst: 31 jan 2013 19:56
door Dreamrose
Spannend! Je schrijfstijl spreekt me wel aan.
Dit zijn een paar kleine dingetjes die me opvielen:
lisbeth schreef:Tot haar opluchting zien ze geen van bijde Charlie.
Bijde is met ei beide
Eerst kwam je me bedrijgen
Bedrijgen is met ei bedreigen
“Wie denkt die niet wie hij is?” mompeld ze kwaad.
Mompeld is met een t
Ik vind het knap dat je een verhaal schrijft terwijl je dyslexie hebt, ik heb er soms al moeite mee zonder dyslexie.
Snel verder ! ^^,
Re: Half Bloed
Geplaatst: 31 jan 2013 20:58
door lisbeth
bedankt^^ zal het meteen aanpassen.
In het begin hield mijn dyslexie me ook tegen, maar door een opdracht op school ontdekte ik hoe graag ik eigenlijk schrijf. Plus door steeds weer op mijn fouten gewezen te worden heb ik veel woorden goed leren schrijven
Ik zal zo meteen nog een stukje zetten, heb nog niet verder geschreven.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 31 jan 2013 22:22
door lisbeth
Charl heeft het gevoel dat hij in een vreselijke nachtmerrie zit. Wanneer hij voor het eerst weer wakker wordt bevindt hij zich in een kleine kamer met betonnen muren, zonder meubels er in. Charl ligt gewoon op de grond, maar dat deert hem niet. Heel zijn lichaam doet vreselijke pijn en zijn keel staat in brand. Even is het verdraagbaar, maar al snel kronkelt hij van de pijn en verliest weer het beswustzijn. In het totaal verliest Charl ongeveer om het uur het bewustzijn.
Buiten komt de zon langzaam omhoog en starten de vogels te fluiten. Charl merkt er niets van in zijn kamer, want er zijn geen ramen. Er is enkel een stevige deur, die op slot zit. Na dat de pijn verdwenen is blijft Charls keel branden en wordt hij haast gek van de dorst. Opeens hoort hij geknars van het slot en gaat de deur open. Charl draait zich om en ziet een kleine mollige man de kamer binnen komen met een plateau waar een bord en een glas op staan. –drinken!- galmt er door Charls hoofd en wanneer de man dicht genoeg is graait Charl het glas van de plateau en drinkt in grote slokken leeg.
“Zo, jij hebt dorst.” Lacht de man, maar het is niet genoeg. Charl heeft nog steeds dorst, dus kijkt hij naar de man en wil om meer vragen wanneer hij verstart. Zijn blik gaat naar de nek van de man en voor dat Charl goed en wel beseft wat hij doet, springt hij op de man af en samen vallen ze op de grond. Charl houdt de spartelende man tegen en brengt zijn mond naar die zijn nek. De man duwt Charl van zich af en rent naar de deur, waar net om de hoek een knopje zit. Hij kan nog net op de knop duwen voor hij weer besprongen wordt door Charl, waar door de man zijn hoofd tegen de deur knalt en zijn bewustzijn verliest.
Wanneer de versterking bij Charls kamer komt vinden zien ze de man, levenloos, in de deur opening en Charl zit bevend in elkaar gedoken in een hoek van de kamer.
“Zorg dat de deur dicht kan en bel de baas.” Beveelt één van de mannen. Ze sleuren het lijk uit de kamer en sluiten de deur weer goed af. De man die orders gaf bekijkt de dode.
“Hm, helemaal leeg gezogen. Hoe lang is die jongen hier al?” vraagt hij aan een anderen die snel in de papieren kijkt.
“Dit zult u niet geloven Dirk, maar deze jongen is hier gisteravond binnen gebracht.” Dirk kijkt hem vol ongeloof aan.
“Gisteren avond? Hoe kan hij dan nu al recht op komen en Hendrik aan gevallen hebben? Normaal gezien kunnen ze zich een week totaal niet bewegen, laat staan dat ze bij bewust zijn.”
“Hij is geen normale jongen.” Horen ze een stem achter hen.
“Oh baas, sorry dat we u om dit uur laten komen.” Zegt Dirk, maar de baas negeert hem en bekijkt Hendriks lichaam. Tot ieders verbazing verschijnt er een grijns op zijn gezicht.
“Wel wel, de ouwe gaat nog gelijk hebben over deze.”
“Euh baas?”
“Vertel, wat is er gebeurt?”
“Weten we niet precies. Hendrik deed zijn ronde met het eten en ik zag net een etens plateau op de grond liggen, dus ik denk dat hij hier binnen gind om eten te brengen. Persoonlijk denk ik dat de jongen niet genoeg aan het drinken had en dus Hendrik aangevallen heeft. Hendrik is volgens mij toen naar hier gelopen om versterking te vragen, maar we kwamen te laat.” Dirk ziet de grijns op de baas zijn gezicht breder worden.
“Wat ik niet begrijp is dat de jongen na Hendrik niet weg gelopen is om een ander slachtoffer te zoeken.”
“Komt omdat hij nog te veel om mensen geeft.” Zegt de baas. “Zijn dorst was gelest en toen hij zag wat hij gedaan had, schrok hij. Dat is wat er gebeurt is.” Even denkt de baas na.
“Goed, breng dat lichaam weg en ga maar weer verder met wat je bezig was. Ik ga met dat joch spreken.”
“Maar baas! Wat als hij jou aanvalt?” De baas grijpt Dirks kraag en trekt hem naar zich toe.
“Wie denk je wel niet dat ik ben?” Dirk slikt als hij in de zilvergrijze ogen kijkt. De baas duwt Dirk ruw weg.
“Verdwijn uit mijn ogen.” Zegt hij, doet de deur open en verdwijnt naar binnen.
Binnen ziet hij hoe Charl nog steeds bevend, in de hoek zit.
“Zo, dus je hebt je eerste slachtoffer al gemaakt. Haha, doet me denken aan mijn wisseling.” Charl kijkt op en kijkt recht in Charlies ogen.
“Wat... Wat gebeurt er met me?” Charlie zucht.
“Zei ik net, je zit midden in je wisseling.”
“Wisseling?”
“Ja wisseling, je bent nu geen mens meer.”
“Geen mens meer? Wat ben ik dan?”
“Heb je het nog niet door na wat je met die arme Hendrik gedaan hebt?” zegt Charlie met een brede grijns. Even kijkt Charl hem vragend aan, maar dan worden zijn ogen groter en staart hij vol ongeloof naar Charlie.
“Ah, je hebt het door.”
“Ik... Ik ben veranderd in een vampier?!” roept Chal en zijn stem schiet uit. “Maar vampiers bestaan niet, alleen maar in de boeken. Dit kan toch niet? Waarom zou ik nu een vampier... Wacht! Heb jij me gebeten?” Charlie draait met zijn ogen.
“Kom aan zeg, waarom gelooft iedereen toch die rommel. Je kunt niet tot vampier gemaakt worden, dat is onmogelijk. Wanneer iemand gebeten wordt door een vampier is dat alleen maar om dat die vampiet dorst heeft.” Charlie kijkt Charl serieus aan.
“Nee, jij bent een vampier omdat je moeder er een is. Of beter gezegt was, ze is nu dood.”
“Wat? Mijn moeder is helemaal geen vampier en ze is zeker niet dood.” Charl begint boos te worden.
“Ik weet wat dit is, jij hebt me gewoon ontvoerd en me iets gegeven waardoor ik dingen zie die er niet zijn. Mijn moeder zal we dood ongerust zijn, ik ga naar haar toe.” Charl staat recht en wil naar de deur toe stappen, maar Charlie verspert zijn weg.
“Luister goed knul,” zegt Charlie wat geïrriteerd. “geloof het of niet, dat mens is niet je moeder. Ze heeft je gevonden en heeft nooit verteld dat je niet haar echte zoon bent. Ze is een leugenaar en een laffaard.”
“Spreek niet zo over haar!” roept Charl kwaad en duwt tegen Charlie, waardoor die haast de hele kamer door vliegt. Er verschijnt grote angst op Charls gezicht.
“Dit...”
“Zie je? Je bent niet langer een mens. Of je het nu leuk vind of niet, jij bent een vampier en je kunt niet meer onder de mensen leven.” Charl schudt wild zijn hoofd.
“Nee, dit kan niet. Ik wil dit niet!” roept Charl luid en valt in een hoopje op de grond. Charlie staat weer recht en stapt naar de deur.
“Vandaag blijf je nog hier, vanaf morgen ga je naar de HB school waar je meer zult leren over onze soort. Vergeet die valse moeder en je mensenleven, dat stuk van je leven is nu voor bij.” Na die woorden verlaat Charlie de kamer en doet de deur weer op slot. Op de koude vloer blijft Charl alleen achter.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 01 feb 2013 09:34
door -Maaike-
Leuk weer een verhaal van jou!

(Moet er geloof ik nog twee lezen, een oude en een andere waar je momenteel aan schrijft

)
Ik vind het leuk dat je elke keer weer een totaal ander onderwerp hebt, maar dat ik er toch in kan vinden waar je graag overschrijft. Haha, duistere dingen ^_^
Is er een reden waarom je twee zo op elkaar lijkende namen hebt gekozen? Charl en Charlie. Voor mij, is dat wat lastig, want ik haal namen ontzettend vaak door de war (als ik ze al niet vergeet). Misschien heb je er een hele goede reden voor, maar bij een volgend verhaal zou ik je aanraden toch iets meer verschillende namen te kiezen
Spellingscontrole!

(Alleen van het laatste stukje)
hij in een vreeselijke nachtmerrie zit
Heel zijn lichaam doet vreeselijke pijn
vreeselijke = vreselijk
Ik heb je dit al meer zien doen en ik vroeg me steeds af hoe ik je kon uitleggen dat er één e moest. Misschien helpt de volgende manier. Breek je weleens woorden in stukjes? vre-se-lijk-e Als je dat doet, zie je dat het stukje met vre open eindigt, dus die klinkt lang en krijgt er daarom maar 1. Doe je dat bij bijvoorbeeld beelden; beel-den dan is het gesloten en moet je dubbele klinkers, want dan klinkt één e kort en krijg je belden

Ik hoop dat je het een beetje snapt
verliest weer het beswust zijn
het uur het bewust zijn.
beswust zijn = bewustzijn
Charl houd de spartelende man tegen
houd = houdt
De man die orders gaf bekijkt de doden.
doden = dode (Er is immers maar één iemand dood)
“Dir zult u niet geloven Dirk, maar deze jongen is hier gisteren avond binnen gebracht
dir = dit; gisteren avond = gisteravond
maar deze jongen is hier gisteren avond binnen gebracht
gisteren avond = gisteravond
en je mensen leven
mensen leven = mensenleven
Ik vind het een spannend verhaal en ik kijk uit naar het volgende stukje! Ga zo door

Re: Half Bloed
Geplaatst: 01 feb 2013 10:05
door lisbeth
die twee namen hebben een reden ja. Normaal zorg ik er voor dat de namen niet zo op elkaar lijken, maar hier heb ik dat wel gedaan. Als het echt te storend is verander ik één van de namen.
Ik vind het leuk dat je elke keer weer een totaal ander onderwerp hebt, maar dat ik er toch in kan vinden waar je graag overschrijft. Haha, duistere dingen ^_^
klopt, ik lees zelf ook graag zulke boeken. Soms probeer ik wat minder duister te schrijfen, maar vind dat het dan niet echt zo goed lukt en maak het dan toch weer duister, soms zelfs onbewust.
Ik heb je dit al meer zien doen en ik vroeg me steeds af hoe ik je kon uitleggen dat er één e moest. Misschien helpt de volgende manier. Breek je weleens woorden in stukjes? vre-se-lijk-e Als je dat doet, zie je dat het stukje met vre open eindigt, dus die klinkt lang en krijgt er daarom maar 1. Doe je dat bij bijvoorbeeld beelden; beel-den dan is het gesloten en moet je dubbele klinkers, want dan klinkt één e kort en krijg je belden Ik hoop dat je het een beetje snapt
veel mensen hebben me dat proberen uit leggen zo, en toch maak ik steeds weer die fout. Zal er echt super goed op proberen te leten in het vervolg
super dat je hier ook weer verbeterd, zal het meteen aanpassen ^^
Re: Half Bloed
Geplaatst: 01 feb 2013 13:28
door lisbeth
Natuurlijk was Rita dood ongerust toen Charl niet thuis kwam die avond en ’s morgens er nog niet was. De woorden van Charlie galmen na in haar hoofd en om dat ze vreesd dat die haar zoon mee genomen heeft besluit ze om naar de politie te gaan.
“Zo mevrouw, wat is er aan de hand?”
“Wel, mijn zoon is gisteren avond gaan voetballen met zijn vriend en hij is niet meer thuis gekomen, net als zijn vriend.” De agent zucht en kijkt haar aan.
“Maakt u zich geen zorgen, die komt wel weer terug.”
“Maar wat als hij niet terug komt?”
“Dan komt u nog eens langs. Nog een pretige dag.” Rita gelooft niet wat ze hoort.
“Dus u gaat niets doen?”
“Mevrouw, er verdwijnen hier regelmatig jongeren en allemaal komen ze na een drie a vier dagen weer terug naar huis. We hebben in het begin vaak gezocht naar de vermiste jongeren, maar steeds vonden we ze niet. Dus het beste is om gewoon rustig te wachten tot uw zoon terug thuis komt. Zo niet komt u gewoon weer naar hier en zullen we zien wat we kunnen doen.” Na die woorden laat de agent haar uit. Verontwaardigt keert ze naar huis, waar ze direct naar haar geheime kast gaat een er een fles sterke drank uit haalt.
“Ik ging hier eigenlijk mee stoppen, maar nu heb ik het meer dan ooit nodig.” Sust ze zich zelf en gaat naar de living waar ze de dop er af haalt en gewoon van de fles drinkt.
In het begin blijft Charl gewoon op de grond zitten, maar na een poosje gaat hij op zoek naar een eventueele ontsnappings route. Hij kijkt in alle hoeken en rammelt aan de deur, maar niets helpt. Hij zit daar vast tot de volgende dag. Charl begint te ijsberen en denkt na over wat er allemaal gebeurd was de vorige avond. Jammer genoeg kan hij het niet echt voor zich halen, hij herinnert zich maar vaag wat er gebeurt was. De dag kruipt traag voorbij en buiten het moment dat ze het eten brengen ziet Charl geen kat. Hij had verwacht dat hij geen oog zou dicht doen die nacht, maar hij valt toch als een blok in slaap.
“Slaapkop!” ruw wordt Charl wakker geschud en geschrokken doet hij zijn ogen open.
“Wwwat?” stammelt hij nog half slaperig.
“Sta op, de lessen beginnen in twee uur en je moet nog je uniform krijgen.” Zegt de man en trekt Charl recht. Slaapdronken waggelt Charl achter hem aan, de kamer uit. Ze gaan verschillende gangen in en uit tot ze in een grote kamer uitkomen, met tegen de linker muur een soort balie.
“Ga daar heen om je in te schrijven, je krijgt dan ook je uniform.” Charl stapt naar de balie waar een vrouw achter zit.
“Naam, leeftijd, soort en bloedgroep.” Zegt de vrouw kort af.
“Charl Lano, veertien jaar, ehm..”
“Soort?”
“Wat bedoelt u met soort?” Charl krijgt het gevoel als of hij een vreemde vraag gesteld heeft, want de vrouw kijkt hem zo vreemd aan.
“Hij is een speciaal geval.” Hoort Charl de man achter hem zeggen. De vrouw knikt, schrijft wat op en pakt dan een paktje. Charl neemt het aan en bedankt haar.
“Volg.” Is al wat de man dan zegt en Charl moet zich haasten om hem te volgen. Hij krijgt een kleedhokje aangewezen, waar hij het uniform aan moet doen. Het is helemaal zwart, zowel de broek als de vreemde vest. Op de vest staat er in het bloedrood het HB logo. –Waarvoor zou dat eigenlijk staan?- vraagt Charl zich af.
“Op schieten!” wordt er geroepen en snel trekt hij alles aan. Zijn eigen kleren moet hij achter laten en hij moet de man weer volgen.
Na uren gangen in en uit te gaan komen ze bij een trap uit. Charl volgt de man naar boven en ziet dat ze in een gebouw uit gekomen zijn. Over al om zich heen ziet hij jongeren vanaf veertien jaar rond lopen en allemaal hebben ze dezelfde zwarte kleren aan als Charl nu aan heeft.
Lang heeft Charl niet de tijd om alles te bekijken want de man stapt gewoon door. Even later staan ze in een grote zaal, een soort sporthal, waar een hele groep jongens staan die ook allemaal het uniform aan hebben. Er komt iemand naar hen toe gestapt en Charl herkent hem meteen.
“Charlie.” Fluisterd hij wat boos. Charlie legt zijn hand op Charls schouder en knijpt er even in. Dan wendt hij zich naar de man.
“Je kunt weer gaan Dirk.” Zegt Charlie en Dirk verlaat de kamer.
‘Dit is de laatste Frank.’ Zegt Charlie tegen een goed gespierde man die voor de groep staat.
‘Eindelijk, dan kunnen we beginnen.’ Bromt Frank en wend zich naar de groep. Snel stelt Charl zich achter aan de groep;
‘Goed, om te beginnen moeten jullie al niet verwachten dat het hier als op die mensen scholen gaat. De lessen voor jullie beginnen zelfs vroeger dan op de mensen school en ik waarschuw jullie, de lessen hier zijn niet voor slappelingen. De meeste van jullie wisten niet eens dat ze vampier waren tot vandaag. Jullie zijn dat ook niet, het is echt raar om een puur bloed te zijn. Jullie allemaal zijn Half bloeds, één van jullie ouders was vampier. ‘ even zwijgt Frank om het allemaal door te laten dringen. Al snel worden er over al vragen geroepen en met beginnen ze met elkaar te praten.
‘Stilte!’ bulderd Frank, maar niet iedereen stopt met praten.
‘Luister naar jullie meester.’ Zegt Charlie en tot Charls verbazing staat hij midden in de groep. Niemand had hem zien bewegen, het ene moment stond hij nog naast Frank en het ander moment midden in de groep.
‘De eerste les gaat dus zijn om directe orders op te volgen van mij en andere meesters.’ Zegt meester Frank en grijnst. ‘Dit word plezant.’
Van dat moment moesten ze in twee rijen staan en zo blijven staan. Dan moesten ze echt alles doen wat meester Frank zei, en wie niet snel genoeg was of het weigerde kreeg zware straf. Al snel deed iedereen dus zo snel mogelijk wat meester Frank zei. Ook Charl deed alles, maar ergens diep in zich begon er iets te gloeien. Het was een gevoel die Charl nog nooit echt gevoeld had, het was opstandigheid. Meestal deed hij alles wat mensen van hem vroegen, maar dit was te veel. Ondanks de opstandigheid bleef hij doen wat meester Frank zei. Na een tijdje stopte ze.
"Goed, dit is al wat beter. Nu begint het echte werk. Jullie krijgen zo meteen verschillende proefen en aan de hand van de uitslag worden jullie in ranken verdeeld. Ik roep één voor één jullie namen af. Goed, de eerste test is snelheid.” Meester Frank kijkt op zijn papier en roept de eerste naam. De proef van snelheid was eigenlijk heel makkelijk. Meester Frank stond aan de andere kant van de zaal en in het midden lag een stok. De bedoeling was om voor meester Frank de stok te pakken en dan terug te lopen.
"Ha, dit winnen we zo." lacht de jongen naast Charl.
"Zeker weten, we zijn veel jonger en sneller dan hem."
"Stilte!" brult meester Frank en de jongens worden meteen stil.
Toen dat de eerste begon veranderde meteen de sfeer in de zaal. Want het startsein werd gegeven en voor dat ze het wisten stond meester Frank al met de stok aan zijn kant. Zo ging het ook bij de tweede en ook bij de derde. Niemand kreeg de stok te pakken. Charl moest en zou het halen dus keek hij goed hoe dat het kwam dat meester Frank zo snel was. In het begin zag hij ook niets, maar op een bepaald moment leek het of meester Frank trager en trager begon te lopen. Eindelijk, na dat iedereen gefaald had was het Charls beurt. Het startsein wordt gegeven en meester Frank begint te rennen. Maar Charl blijft gewoon staan.
"Hé! Je moet starten!" roept iemand en ook anderen beginnen te roepen, maar Charl kijkt gewoon naar de stok. Wanneer hij ziet dat meester Frank de stok heeft rent Charl weg en tot ieders ongeloof laat hij meester Frank struikelen over zijn voet. Snel neemt Charl de stok die uit meester Franks hand rold en begint terug te lopen. Jammer genoeg is Meester Frank al snel weer op de been en in het einde verliest Charl toch nog.
‘Volgende test!’ roept meester Frank zonder iets te zeggen tegen Charl en roept de eerste naam af.
Zo ging het heel de dag door.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 01 feb 2013 20:45
door lisbeth
goed, het stuk hier boven lijkt misschien wat op mijn ander verhaal Nr.26 (met die rangen en klas verdelen aan de hand van testen) maar het gaat echt wel anders hoor

Re: Half Bloed
Geplaatst: 01 feb 2013 22:08
door lisbeth
Twee weken verblijven de nieuwe op de HB school zonder naar huis te mogen gaan. Hun dagen zijn gevuld met de speciale groentjes training. Ze leerde blindlings de meesters gehoorzamen en ze kregen zware lessen waaronder verschillende gevechtsporten. In het begin worden ze vaak gestraft of uitgescholden omdat ze slap waren of niet luisterde, maar dat veranderde al na de eerste week.
Charl merkt dat hij stil aan beter zijn krachten onder controle kan houden, waar iedereen blij om was want Charl vernietigde veel in het begin. Charlie beweert dat het komt omdat het aan zijn vampierbloed ligt. Charl heeft namelijk ontdekt dat Charlie zijn oom is en dat heel zijn familie puurbloed is, die boven al de vampierrangen staan en de sterkste zijn.
Meestal is Charl de beste in de testen en lessen, toch wordt hij niet gepest en uit gemaakt als uitslover. Integendeel: hij word hoog aangezien door iedereen. Maar Charl houd zich niet echt bezig met zijn rang of vrienden op HB. Zijn gedachten gaan steeds terug naar zijn moeder en Andreas, wat hem helpt om het menselijke deel in zich nog levend te houden. Sinds het begin dat hij daar kwam wiegerd Charl om bloed te drinken, want in de eerste week heeft hij er al veel in zijn HB klas zien veranderen nadat ze bloed gedronken hebben. Ze werden sterker, dat wel, maar ze hunkerde naar meer en na een poosje vergaten ze dat ze eigenlijk zelf half mens zijn.
Deels komt dat ook door de lessen, want ze leeren daar dat mensen alleen voedsel zijn en niets meer. En diep van binnen weet Charl dat het niet waar is wat ze op de school leren over de mensen. Vandaar dat zijn vriendschap met Andreas en zijn herinneringen aan zijn moeder echt alles voor hem betekenen.
In die twee weken woonde Charl bij Charlie en de graaf Fedor, maar ieder deed zijn ding. Charlie zat in zijn bureau te werken, de graaf zat in zijn stoel voor de openhaard en Charl zat op zijn kamer. Na één van de zo vele uitbranders van meester Frank is het Charl te veel en stormt hij naar zijn kamer, waar hij uren tegen de muren klopt tot die vol met putten zitten. Na een half uur tegen de muren te kloppen krijgt hij een idee. Zo snel als hij kan gaat Charl naar zijn ooms kamer. Hij smijt de deur open zonder te kloppen.
‘Train me alstublieft!’ Roept hij naar de toch iets verbaasde Charlie. Maar al snel veranderde die verbaasheid in boosheid.
‘Nog nooit geleerd om te kloppen!’ Roept Charlie. ‘En pas op met je krachten, ik heb geen zin om iedere keer een gat te moeten dichten of een nieuwe deur te kopen.’ Charl kijkt achter zich en ziet hoe de deur nog maar in één scharnier hangt en er zit een heel gat in de muur van de deur klink.
‘Ik zal in het vervolg opletten, kan je me trainen?’
‘Ik kan het, maar willen niet. Je zit nog maar net op de HB en je gaat daar ook veel leren. Pas als ik merk dat je sterk genoeg bent om mijn training aan te kunnen zal ik je die geven. En nu naar je bed, je moet morgen terug naar de mensen wereld.’ Charl heeft het gevoel dat hij gewoon niet kan slapen van de opwinding, maar toch valt hij na een poosje in een diepe slaap.
Natuurlijk krijgt hij veel vragen op school over waar hij was enzo, maar al snel merken ze dat Charl niets gaat vertellen dus laten ze hem met rust. Andreas is er ook gewoon, maar toch is er een soort spanning tussen hen. Charl herinnert dat zijn oom iets had gezegt over dat ze Andreas een twee tal dagen vast gehouden hadden voor als hij zelf weigerde naar de school te gaan en dan komt er ook nog eens bij dat Andreas hem had gezien wanneer zijn wisseling was begonnen.
Charl vreesd dat hun vriendschap nooit meer het zelfde zou zijn, maar tot zijn opluchting is de spanning weg tegen de middag en ’s avonds gaat hij voor het eerst weer naar zijn echt huis.
Hij doet de voordeur open rent naar de keuken.
“Mam! Ik ben terug!” maar er is niemand in de keuken, dus gaat hij naar de woonkamer. Wanneer hij daar binnen stapt struikelt hij haast over de lege glaze flessen die op de grond liggen. Op de zetel ligt Rita, met haar ogen dicht.
“Mam?” Rita’s ogen vliegen open en ze zet zich recht.
“Charl? Ben jij dat?” lispelt ze. Charl glimlacht en rent naar haar toe om haar te omhelzen, maar in plaats van een omhelzing krijgt Charl een slag in zijn gezicht.
Geschrokken kijkt Charl naar Rita.
“Waarom deed je dat?”
“Ha, moet je dat nog vragen? Jij ondankbaar joch. “ De walm van alcohol vult Charls neus waardoor hij zich misselijk begint te voelen.
“Mam, je bent zat.”
“Helemaal niet. Ik heb gewoon wat gedronken om al deze elende weg te krijgen.” Rita pakt een nieuwe fles en wil er van drinken, maar Charl houdt haar tegen.
“Stop nu, ik ben terug thuis. Al de elende is weg.”
“Denk je nu echt dat je hier nog welkom bent, jij ondankbaar kind? Al die jaren heb ik me kapot gewerkt voor jou ookal ben je maar een vondeling en dan loop je zo maar weg met die oom van je. Ga maar bij hem wonen, ik moet je niet meer!” Ze wil zich los trekken uit Charls greep, maar daar door verliest ze haar evenwicht en valt op de grond die vol ligt met glazen flessen. Met veel gerinkel valt ze en blijft doodstil liggen.
“Mam?” Charl hurkt zich en ziet tot zijn schrik dat Rita aan haar hoofd bloed.
“Kom op mam, doe nu niet zo flauw. Als meester Frank hier was zou je zwaar onder voeten gekregen hebben.” Charl pakt Ritas hoofd vast en wil haar op tillen, maar de geur van het bloed bedwelt hem en zijn keel begint te branden. –Nee, dit kan ik niet doen. Ze is mijn moeder- schiet er door Charls hoofd heen en hij probeert tegen de dorst te vechten, wat even lukt maar al snel neemt de honger de bovenhand en zorgt het voor dat Charl aan niets anders dan bloed kan denken.
Voor hij het door heeft staat hij al klaar om zijn moeder te buiten, maar dan krijgt hij zelf weer controle over de dorst en rent hij naar boven. Op zijn kamer riekt hij nog steeds het bloed, maar na een paar dorstremmers ingenomen te hebben kan het verdagen. Tot diep in de nacht is hij wakker en hij besluit om niemand iets te vertellen van dit.
De volgende dag heeft Charl zich overslapen waardoor hij pas tijdens de middagpauze aankomt. Charl kijkt de eetzaal rond maar vind Andreas nergens, dus vraagt hij het aan een klasgenoot.
“Ik zag Andreas net met twee gasten uit het zesde de eetzaal verlaten. Ze zeiden iets over de gymzaal.” Charl rent zo snel als hij kan naar waar ze Andreas gebracht hadden. In de verte hoord hij gejoel en dus flinzte hij naar daar. Het is eigenlijk verboden om zijn krachten te gebruiken, maar dit was een noodgeval en daar heeft hij groot gelijk in. Andreas ligt opgerold op de grond en is omsingeld door een groep gasten uit het zesde, en ze waren hem gewoon in elkaar aan het kloppen.
“Ha! Waar is je vriend nu? Die zwartekop beschermd je altijd, omdat jij zo zwak bent. Hij had gewoon medelijden met je. Waarom zou hij anders bevriend willen geraak met iemand als?”
“Niet waar...Charl..Charl is niet zo. En als hij dit hoord krijgen jullie op jullie donder.” Zegt Andreas. Maar de groep lacht gewoon en begint nog harder te schoppen.
“Volgens mij is hij gewoon weggkropen van angst.” Zegt er eentje en weer lachen ze.
Charl is verlamd van woede. Hij wist dat Andreas gepest werd voor dat ze vrienden werden en dat ze niets meer deden omdat ze Charl te sterk vonden. Charl moet zich in houden om niet op de groep af te stormen, want met zijn kracht kan hij hun breken als tandestokers. Hij is stil aan aan het kalmeren als hij één van de gaste een mes boven ziet halen. Weer laait de woede op in Charl en deze keer loopt hij de zaal binnen.
“Laat hem met rust!” roept hij woedend. De groep draait zich om.
“Daar hebben we de zwartekop.”
“Charl!” juicht Andreas.
“Zwijg jij!” roept een van de jongens en geeft een kei harde schop in Andreas maag waardoor die naar adem hapt. De gebeurtenis van gistereavond had hem laten twijfelen aan de perfecte mensen wereld waar hij zo naar verlangt had. Door wat hij hier nu ziet laait er een woede in hem op en ook voelt hij afgunst.
“Jullie hebben net jullie eigen graf gegraven.”Zegt hij ijskoud. De groep lacht hem gewoon uit.
“Hoor hem Brent! Volgens mij daagt hij je uit.” Zegt eentje tegen een goed gespierde jongen met rosig haar dat met gel in stekels recht staat.
‘‘we wouden eigenlijk alleen dat nietsnutje een lesje leren, maar zo te zien wil jij ook wat bij leren.” Zegt Brent en stormt op Charl af. In plaats van Charl te raken mept Brent in de lucht.
“Je moet op letten met waar je kijkt.” Fluisterd Charl in Brents oor die zich verrast omdraaid maar Charl staat al achter een andere en met één slag ligt die bewusteloos op de grond. Even later is alleen Brent nog over, die nu met knikkende knieën, naar zijn vrienden staart.
“Wat ben jij?” vraagt Brent stamelent.
“Ik? Ik ben een woedende vriend die wraak neemt.” Zegt Charl en kijkt Brent met donkere ogen aan.
“Ik heb begrepen dat jij de leider van hen bent, vandaar dat ik jou als laatste liet.”Charl Flinzt tot vlakvoor Brents gezicht. “En ik heb iets speciaals voor jou in peto.”
Brent verschiet zo hard dat hij op de grond valt. Charl kijkt op hem naar.
“Zie je, ik heb sinds gistereavond zo een dorst en die stomme pillen werken langs geen kanten meer. Dus wordt jij mijn eerste echte maal.” Zegt Charl en likt langs zijn lippen.
“Help! Hij gaat me vermoorden!” gilt Brent terwijl hij probeert recht te staan, maar Charl tilt hem met één hand op.
“Klopt.” Zegt Charl grijnzend en tot Brents schrik ziet hij hoe Charls hoektand scherper worden. Brent wil roepen maar het blijft in zijn keel hangen wanneer Charl zijn tanden in Brents nek zet en begint te drinken.
“Charl?” Charl draaid zich om en ziet Andreas recht op zitten en hem angstig aan kijken. Charl laat Brent op de grond vallen.
“Het is allemaal in orde. Ze zullen je nooit meer aanraken.” Zegt Charl en stapt naar Andreas toe.
“Kom niet dichterbij!” roept Andreastot Charls verbazing.
“Wat scheeld er Amos?” en weer zet Charl een stap richting Amos.
“Blijf uit mijn buurt! Je bent niet Charl, hij... hij is niet zo een monster als jij!” de woorden van Andreas boorden zich als pijnlijke pijlen in Charl.
-“Jij monster!” “Mensen hebben schrik van ons. En dat komt omdat ze niets anders zijn dan voedsel.” “Ze gaan hun gang maar en kwetsen anderen. Zij zijn de monsters, niet wij.” “Ze moeten leren wie ze te danken hebben aan hun miezerig leven, als we wilden hadden we ze al lang uitgeroeid”- Charls gedachten gaan van de ene naar de anderen. Opeens word het hem te veel en valt Charl op de grond. Even blijft hij zo op zijn knieën zitten en begint dan gewoon te lachen. Steeds harder en harder.
“Al deze tijd dacht ik dat jij me kon helpen om menselijk te blijven, dat je anders was dan de rest. Wat had ik het verkeerd.” Zegt Charl en staat weer recht. “Je noemt mij een monster, maar volgens mij ben jij het monster hier. Ik dacht dat we vrienden waren en nu verraad je me.”
Andreas kijkt hem doodsbang aan.
“Tsss, oom en meester hadden toch gelijk. Jullie zijn allemaal het zelfde, bang omdat jullie weten dat we sterker zijn dan jullie.” Charl stapt op Andreas af die angstig weg probeert te kruipen, maar Charl is sneller bij hem en tilt hem op.
“Mensen zijn voedsel. Nooit meer laat ik me vangen door jou soort.Maar toch, Bedankt voor al deze geweldige tijd Andreas.”En Charl plant zijn tanden in Andreas nek.
Een gil klinkt door heel de school wanneer de turnleerares de turn zaal even later binnen komt. door het raam van uit een boom kijkt Charl toe hoe er allemaal leerkrachten en leerlingen zich verdringen voor de turnzaal en hoe even later de politie en ambulance toe komen. De groep jongens staan weer op been, maar Brent en Amos liggen nog op de grond. De Ambulanciers rennen naar hen toe en voelen aan hun hals. Het is muisstil opeens. Want bij Brent voelen ze geen polsslag meer.
“Tot mijn spijt is er niets meer te doen.” Zegt de ambulancier. Ook de ambulancier bij Andreas schud zijn hoofd.
“Het is te laat.”
Er rolt een traan over Charls wang wanneer hij zich omdraait en weg flinzt.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 17:11
door Dreamrose
Ahw :c
Ben benieuwd of Charl zijn menselijkheid behoud..
Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 18:17
door K.C. Warro
Goed geschreven. Ik hou van dit verhaal

Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 18:23
door lisbeth
Goed geschreven.
echt super om dat te horen

Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 18:35
door lisbeth
Natuurlijk staat het de volgende dag overal in het nieuws.
“Moord op twee schooljongens. Dader onbekend.”
“Vrouw dood aangetroffen in haar huis, oorzaak onbekend.”
"Hebben de twee schooljongens en de vrouw een link?"
Charl krijgt een hele uitbrander van zijn grootvader, de graaf, en wordt naar zijn kamer gestuurd. Tot zijn verbazig staat Charlie voor zijn deur kamer.
“Kom.” Is alles wat hij zegt en Charl volgt zijn oom. Ze gaan weer naar dezelfde ondergrondse plaats als toen Charl veertien werd.
Dirk komt naar hen toe gelopen.
‘baas, wat een verrassing. Kan ik u met iets helpen?’
‘Ik ga naar de trainingskamer en wil door niets of niemand gestoord worden, begrepen?’
‘En wat moet ik met dit joch doen?’
‘Die gaat met me mee.’ Zegt Charlie en wenkt Charl. Dirk kijkt hen verbaasd na. In al die jaren dat hij hier werkte had Charlie nog nooit iemand mee genomen naar de trainingskamer. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht en hij stapt weg.
Charl is nu wel wat nieuwsgierig geworden naar waar zijn oom hem brengt. Charlie stopt voor een stevige metalen deur en opent hem door zijn hand op een plaat te leggen. Ze gaan naar binnen en de deur sluit zich weer. Charl kijkt rond maar ziet niets anders dan een grote leege kamer.
“Waar zijn we?” vraagt hij. Charlie zet zich zonder te antwoorden midden in de kamer op de grond.
“Zet je voor me.” Zegt Charlie op een dood serieuse toon, dus haast Charl zich en zet zich ook neer.
“Vertel me nu eerst wat er op je school gebeurd is en waarom je je vriend hebt gedood.” Even wil Charl liegen, maar besluit dan toch het hele verhaal te vertellen. Wanneer hij uitverteld is verwacht Charl een uitbrander, maar die komt helemaal niet.
“Je hebt dat goed gedaan.” Is alles wat Charlie zegt.
“Huh? Bent u dan niet boos?” Charlie begint te lachen, een ijskoude lach die Charl kouwe rillingen geeft.
“Waarom zou ik boos moeten zijn om zo iets kleins? Je vriend zou alles hebben verklapt en dan zaten wij in te problemen. Snap je nu wat we jullie leren op de HB school? Mensen zijn gewoon niet te vertrouwen. Plus ze zijn enkel voedsel.’
“De graaf dacht er nogtans anders over.”
“Die ouwe is net zo erg als al die andere oude generatie. Ze willen vrede met de mensen en laten ze dus ook met rust. Wanneer ze drinken doden ze hun prooi niet, de zwakkelingen. Wij zijn gemaakt om te heersen over de mensen en dat willen de ouwe en al die anderen niet zien. Vandaar dat de HB school geheim is, zelfs de ouwe weet er niets van.” Charlie kijkt Charl recht in de ogen. “Ben je het met me eens als ik zeg dat de mensheid niet het recht heeft om te regeren en dat het onmogelijk is om met hen samen te leven?” Charl moet even na denken over al dit nieuws. Even twijfelt hij over de woorden, maar dan komen de gedachtens van de groep en Brent weer boven.
"Ja, u hebt gelijk. Ze verdienen het niet." Zegt Charl uiteindelijk en Charlie kijkt zijn neef tevreden aan.
"Goed, dan kan je echte trainingen nu beginnen." Zegt Charlie.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 18:40
door lisbeth
vijf maand later
Op de HB school gaat het zoals elke dag. De bel gaat en de school stroomt vol met allemaal jongeren en volwassenen. Iedereen snelt zich naar zijn eigen klas want wie te laat is krijgt gevolgen die niet al te licht te zijn. Meester Frank is net bezig met de namen af te roepen wanneer er op de deur geklopt wordt.
“Binnen.”Dondert zijn zware stem en de deur gaat open. Tot ieders verwondering staat meester Charlie in de deuropening.
“Wel wel wel, wie we daar hebben! Hoe lang was het deze keer?”
‘Vijf maand.’ Is het antwoord en meester Frank kijkt lichtjes verwonderd.
“Maar vijf maand? Vorige keer was het voor acht jaar.”
“Weet ik, alleen deze keer was het niet alleen ik. Mijn...”
“Ik dacht dat de les was begonnen.” Iedereen in de klas is benieuwd van wie die stem is.
“Rustig aan, je mag zo naar binnen. Je moet nog heel wat bijleren over geduld.” Antwoordt Charlie en draait zich weer naar Frank.
“Wat ik dus aan het zeggen was is...”
“Dat ik mee was.” En weer onderbreekt de persoon in de gang Charlie. Charlie begint stil aan geïriteert te geraken.
“Laat me nu uitspreken!”
“Ha, en ik moet bijleren over geduld? Je bent nu al geïriteerd door me.” Er volgt een zucht.
“Laat me gewoon binnen. Meester Frank heeft al lang door wie ik ben.” De onbekende staat opeens vooraan de klas.
“Charl! Hoe vaak heb ik je gezegd om niet te flinzen?”
Heel de klas kijkt eerst verrast naar Charl, maar al snel staan er een paar recht en gaan naar Charl toe. Voor één keer laat meester Frank het toe.
“Dus ik wou zeggen dat deze keer mijn neef er bij was.”
“Ik dacht dat je nooit iemand mee nam op training?”
“Normaal ook niet, maar dit was een dringende zaak. Herinner je je nog dat voor val met die twee jongens op die ene mensen school?”
“Ha, die waren vermoord?” Charlie knikt.
“Wat is er daar mee?”
“Het was Charls school en één van de jongens was zijn beste vriend.’ Antwoordt Charlie zacht.
‘Wat dan nog? Die jongen komt daar wel over heen. Lang blijft hij er niet verdrietig om, want hij kan beter vrienden van zijn eigen soort maken.” Frank bekijkt Charlie.
“Ik dacht dat je niets om mensen gaf?”
“Dat is ook zo, of er nu eentje meer of minder sterft maakt met niet uit. Nee, wat ik bedoel is dus dat er een andere reden is dat ik het me aantrek.” Meester Frank kijkt hem vragend aan.
“Welke reden dan?”
“Hij heeft het zelf gedaan.”
Meester Frank fluit.
“Wat maakt hem om zijn eigen vriend te doden? Charl was de enige die zo erg aan zijn mensen kant bleef hangen, dat ik soms vreesde dat er voor hem geen hoop meer was.”
“Dat vroeg ik me af. En ik weet nog steeds niet de reden. Volgens de verhalen die rond gaan was de tweede jongen de leider van een groepje uit het zesde en die waren Charls vriend aan het inelkaar slaan. Charl werd kwaad en is er tegen in gaan. Je weet net zo goed als ik wat er gebeurd als Charl kwaad is.’
Meester Frank lacht en knikt.
“Vergeleken met hem lijk jij zelfs een slapping.” Charlie doet als of hij dat niet gehoord heeft en vertelt gewoon verder
“Dus al snel lagen ze allemaal op de grond. Vanaf dat moment weet niemand wat er gebeurd is. De twee enige getuigenen zijn imers dood.” Ze kijken zwijgend toe hoe Charl zich op zijn oude plaats zet.
“Goed, ik ga maar eens naar huis. De ouwe is benieuwd naar waar ik gebleven ben al die maanden.” Zegt Charlie en heeft er totaal geen zin in.
“Sterkte.” Ze groeten elkaar en meester Frank begint met de les.
Al snel merkt iedereen dat Charls persoonlijkheid totaal omgekeerd is. De vroeger vriendelijk kijkende jongen die totaal niets van zijn vampierenkant wilde weten, is verandert in een hooghartige jongen die op iedereen neerkijkt en niet vies is van een paar mensen te doden. Zijn haat voor mensen is in de vijf voorbije maanden goed gegroeid en als het aan hem lag waren ze al lang van de aarde gewist. De jongeren op de school keken in het begin al naar hem op, maar nu hebben ze ook echt schrik van hem, omdat de geruchten rongaan dat hij zijn mensenmoeder en beste vriend gedood had. Na een week merkt Charl dat hij door een jongen van zijn klas gevolgd wordt.
“ik weet dat je daar bent.” Zegt Charl tijdens de pauze. De jongen komt achter de kast vandaan en stapt naar Charl toe.
“Wow jij bent goed! Ik ben de beste in sluipen en zelfs de leerkrachten kunnen me niet horen.”
“Dat interesseert me langs geen kanten. Waarom volg je me?”
“Hm, moeilijke vraag. Ten eerste wilde ik weten of je echt zo super goed bent als iedereen zegt, wat dus ook zo is. Ten tweede wilde ik met je praten, maar durfde het niet.”
“Je praat nu toch met me.” De jongen kijkt hem verrast aan.
“Ah, je hebt gelijk.” Zegt de jongen en lacht.
“je hebt met me gesproken, laat me nu alleen.”
“Wacht! Ik wilde je vragen of je mijn vriend wil zijn.” Roept de jongen Charl na, waardoor Charl moet lachen.
“Vrienden zijn alleen maar een zwakte, ik heb die niet nodig.”
“Zie me dan niet als een vriend. Ik volg je waar je ook heen gaat en doe wat je ook vraagt. Al wat telt is dat ik bij jou mag horen.” Charl kijkt de jongen doordringend aan en hij is aangenaam verrast wanneer de jongen gewoon terug kijkt, met een blik in zijn ogen die Charl maar al te goed kent.
“Wat is je naam?” vraagt hij na een poosje.
“Tjesto.” Zegt de jongen snel en glimlacht breed wanneer Charl hem de hand toe steekt. Sinds die dag zijn ze altijd samen.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 22:04
door K.C. Warro
Mooi geschreven, alleen een paar schrijf/typfouten. Sorry dat ik alles verbeter, ik ben nogal een spellingsfreak
Op de HB school gaat het zo als elke dag.
Zo als kan ook zoals zijn, maar of dat moet weet ik niet
af te roepen wanneer er op de deur geklopt word
Volgens mij is word met een t erachter, dus wordt
“Binnen.”Donderd zijn zware stem en de deur gaat open.
Donderd is dondert
Tot ieders verwondering staat meester Charlie in de deur opening.
Deur opening = deuropening
Je moet nog heel wat bijleren over geduld.” Antwoord Charlie
Antwoord = antwoordt
jongens was zijn beste vriend.’ Antwoord Charlie zagt.
Antwoord = antwoordt en zagt = zacht
Charl was de enigste die zo erg aan zijn mensen kant bleef hangen
Enigste = enige
“Vergeleken met hem lijk jij selfs een slapping.”
Selfs = zelfs
Charlie doet als of hij dat niet gehoord heeft en verteld gewoon verder
Verteld = vertelt
De twee enigste getuigenen zijn imers dood.”
Enigste = enige
“Goed, ik ben maar eens naar huis.
Ben = ga
De vroegere vriendelijke kijkende jongen die totaal niets van zijn vampiere kant wilde weten,
De vroegere vriendelijke kijkende. Daar kan je beter van maken: De vroeger vriendelijk kijkende. En vampiere kant = vampierenkant
vies is van een paar mensen de doden
De = te
is in de vijf voorbije maanden goed gegroeit en als
Gegroeit = gegroeid
maar nu hebben ze ook echt schrik van hem omdat de geruchten gaan rond dat hij zijn mensenmoeder en beste vriend gedood had.
Gaan rond = rondgaan. Dit is een best lang stuk zin, je kan het beste een komma plaatsen tussen
hem en
omdat.
Charl dat hij door een jongen van zijn klas gevolgt wordt.
Gevolgt = gevolgd
De jongen komt achter de kast vandaan en stapt naar Charl toe.
Je was vandaan vergeten
[quote“Dat interessert me langs geen kanten. Waarom volg je me?”][/quote] Interessert = interesseert
“Welke reden dan?”
“Hij heeft het zelf gedaan.”
Ik hou gewoon van dit soort zinnetjes

Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 22:27
door lisbeth
bedankt voor de verbeteringen ^^ zal ze meteen aanpassen.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 22:30
door -Maaike-
Haha, K.C. Warro is vandaag de spellingscontrole
Goed vervolg! Ik zat te denken, eigenlijk hoort dit verhaal in "De poort naar de andere wereld". Vampieren zijn fantasie... Dus ik ga het voor je verplaatsen
Ik had gelezen dat je de regel "show don't tell" lastig vond, omdat de ene keer het commetaar was dat je het te weinig deed en anders weer te veel. Ik moet zeggen, dat ik nu niet het gevoel had dat het te weinig was

Het las goed weg en de dialogen werden afgewisseld door genoeg andere tekst (geen idee hoe je dat noemt, achtergrond verhaal misschien?

)
Wat je wellicht nog zou aan kunnen vullen is hoe het lokaal van meester Frank er uitziet. Ik heb het nergens voorbij zien komen, terwijl je de trainingszaal van Charlie wel kleur geeft door te zeggen dat er niets is. Dat spreekt behoorlijk tot de verbeelding

haha.
Ga zo door!
Re: Half Bloed
Geplaatst: 02 feb 2013 22:37
door lisbeth
hm, nu dat je het zegt. Heb helemaal niet aan het lokaal gedacht.
Komt waarschijnlijk omdat dit verhaal uit veel stukken bestaat die ik ooit geschreven heb en aan elkaar plak.
Zal eens zien of ik het er tussen kan steken ^^
Re: Half Bloed
Geplaatst: 03 feb 2013 00:06
door lisbeth
denk dat dit nog langer gaat worden dan mijn vorig verhaal. Er staat hoopelijk geen lemiet op de aantal pagina's hier

Re: Half Bloed
Geplaatst: 03 feb 2013 19:40
door lisbeth
Op een donderdag middag sluipen Charl en Tjesto de school uit. Normaal hebben ze les, maar Charl heeft er geen zin in en waar hij gaat, gaat Tjesto ook. Ze komen langs een schoolpoort wanneer er opeens iemand naar hen roept.
“Jullie daar!” Charl loopt door, maar Tjesto blijft staan. De leerkracht op de speelplaats komt naar hen toe gerend.
“Hebben jullie geen school?”
“Jawel, maar we hebben er geen zin in,” Zegt Tjesto en glimlacht. Even weet de man niet wat hij moet zeggen.
“Tjesto, negeer hem.” Zegt Charl en Tjesto wil door stappen wanneer zijn arm vast gepakt wordt.
“Van welke school zijn jullie?”
“Gaat je niet aan.”
“Zet niet zo een grote mond op tegen me.” Mep, de man slaat Tjesto zomaar in het gezicht.
“Je hebt geluk dat je niet op deze school zit, anders had je nog meer straf gekregen dan dit,” Sist de man en laat Tjesto los, die verrast zijn hand op de gloeiend plek legt. Charl stapt snel naar Tjesto.
“Laat zien.” Wanneer Charl de rode plek ziet wordt hij kwaad.
“Jij..” Maar Tjesto houdt hem tegen.
“Laat maar, ik kan er tegen.”
“Dat mens moet leren wie hier de baas is.”
“Kom Charl, laten we gaan. Hij is het niet waard dat je je zo kwaad op hem maakt.” Tjesto trekt Charl mee, weg van de schoolpoort.
Een hele tijd lopen ze rond in de stad en even lijkt het als of ze weer gewone jongens zijn die aan het spijbelen zijn. Even denkt Charl terug aan de tijd dat hij met Rita daar vaak winkelde en hij zucht.
“Hé Charl, wat denk je van een snoepje?”
“Ik hou niet zo van snoep.”
“Dat snoep bedoel ik ook niet.” Charl volgt Tjesto’s wijzende vinger en ziet een jonge vrouw achter de kassa staan in een snoep winkel. Ze gaan voor het winkelraam staan en kijken binnen.
De winkel is best wel gezellig, maar erg klein. De muren zijn spekroze en aan het plafont hangen er reuzen namaak snoepjes. Het zo een snoep winkel dat snel schoolieren aantrekt. Alleen deze keer trekt de vrouw de aandacht en niet de winkel.
Charl gaat met zijn tong over zijn tanden die scherp worden.
“Dat soort snoep sla ik nooit af.” Samen stappen de de drukke winkel binnen en wachten tot iedereen weg gaat.
“Nog een prettige dag verder.” De laatste klant verlaat de winkel en Charl stapt naar de kassa.
“Zo zo, aan het spijbelen?” Charl negeert de vraag.
“Ik heb zin in wat zoetigheid.”
“Wel dan, wat zou je graag gewild hebben?”
“Jou.” De vrouw springt een gat in de lucht wanneer ze Tjesto’s stem achter haar hoort.
“Je mag niet achter de kassa komen.”
“Dan moet jij hier komen.” De vrouw kijkt van Tjesto naar Charl en weet niet wat ze er van moet denken.
“Ze wilt niet.”
“Dan kom ik ook naar daar.” Charl flinzt tot voor de vrouw die nu staal aan wat angstig wordt.
Ik moet de politie bellen, denkt ze en kijkt vluchtig naar de telefoon.
“Haha, ze zullen hier nooit optijd zijn als je ze belt,” Lacht Charl.
“Zeg, mag ik nu? Begin echt dorst te krijgen.” Charl knikt en de vrouw zet grote ogen op wanneer ze voelt hoe Tjesto zijn tanden in haar nek zet.
“Wat.. stop dat.” Maar wat ze ook sparteld, ze graakt niet los en haar krachten verminderen vrij vlug. Smekend kijkt ze na een poosje naar Charl.
“Alstublieft...ik wil..niet sterven,” Stamelt ze en Charl grijnst. Vol ongeloof kijkt ze toe hoe Charls ogen opeens van zwart naar bloedrood kleuren.
“Hé, laat wat over voor mij,” Zegt hij tegen Tjesto, wiens ogen ook bloedrood zijn. Snel, maar met veel moeite laat hij de vrouw los.
“Sorry, hier.” Charl neemt de zwakke vrouw over.
“Nee...” jammert de vrouw en er rolt een traan over haar wang.
Even later staan Charl en Tjesto te kijken naar de vrouw die op de grond ligt.
“Wel dan, waar nu naar toe?”
“Zouden we niet beter naar school gaan? Meester Charlie zal niet blij zijn als hij dit hoort.”
“Ha, mijn oom doet me niets.”
“Jou niet nee, maar mij wel.”
“Daar zal hij dan grote spijt van krijgen.”
“Charl! Je oom is veel sterker dan je.”
“Zeker weten?” Ze kijken elkaar even aan. Dan pas merkt Tjesto de ogen van Charl.
“Hé, je ogen zijn bloedrood.”
“Die van jou ook hoor.” Tjesto kijkt naar zijn weerspiegeling in het raam.
“Wel heb je ooit. Hoe komt het?”
“Elke vamier heeft dat als hij erge dorst heeft of als hij bloed ruikt en drinkt.”
“Wanneer gaat het weg?” Charl haalt zijn schouders op en stapt naar de deur.
“Kom.”
Wanneer Charl de deur open doet stapt er net een man met twee jongetjes naar binnen.
Spijbelaars, denkt de man en schudt triest zijn hoofd. Als mijn jongens dat maar niet doen later.
“Mama, kijk eens wat ik gemaakt heb!” roept één van de jongetjes en rent tot achter de kassa, waar hij blijft staan.
“Papa, waarom ligt mama op de grond?”
Met een ruk draait de man, die nog steeds naar buiten aan het kijken was, zich om.
“Wat!” zo snel als hij kan gaat hij achterde kassa en valt op zijn kieën bij zijn vrouw, die wel degelijk op de grond ligt.
“Mina! Zeg dan toch iets! Mina!” Hij grijpt naar de telefoon en belt de hondert.
“Snel! Mijn vrouw ademt niet meer!”
Even later staat er een reuze grote groep voor de winkel en kijken ze toe hoe de vrouw, helemaal bedekt met een witte doek, In de ambulance gedragen wordt. Haar man zet zich er naast en rijdt mee. De zoontjes worden, huilend, in de winkel achtergelaten.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 03 feb 2013 20:12
door MeTheWriter
Meer! Zouden ze die jongetjes ook leegzuigen (hoe je dat ook noemt)? Niet slim om ze daar achter te laten....
Re: Half Bloed
Geplaatst: 03 feb 2013 21:15
door lisbeth
Tjesto en Charl beslissen om het laatste les uur toch nog naar de les te gaan, dus keren ze terug naar de school en stappen zonder te kloppen het lokaal binnen. Verrast volgt iedereen Charl, die zoals altijd heel de klas door moet, want zijn bank staat helemaal achteraan, op de hoogste treden. Het verbaast Charl steeds hoe erg het lokaal op een soort trap lijkt. Op iedere treden staan er op een horizontale lijn banken, met in het midden een padje om omhoog te kunnen.
Meester Frank is te overrompelt en kijkt zwijgend toe, maar dan wordt hij woedend.
“Charl en Tjesto! Jullie hebben lef om hier nu pas binnen te komen."
"Oh maar we hebben nog meer lef hoor."
"Waar waren jullie heel de middag?”
“In de stad, we hebben plezier gemaakt.” Antwoordt Tjesto met een brede glimlach, waardoor meester Frank nog kwader wordt.
“Het is verboden om naar buiten te gaan zonder begeleiding! Dat staat in de regels!” Charl draait met zijn ogen en kijkt dan naar Tjesto, die twee treden lager zit.
“Zeg, waarom zit je eigenlijk zo ver van me?”
“Ik wist niet of je het wilde dat ik naast je zat.”
“Kom naar hier.”
Tjesto staat recht, tilt zijn bank op en zet die naast Charls bank. Hij pakt ook zijn stoel en tas en zet zich, ondanks het geroep van meester Frank, naast Charl neer.
“Zo dat is beter.” Lacht Tjesto. Charl knikt en kijkt dan naar meester Frank, die nu een knalrood hoofd heeft en hen hijgend aan kijkt.
“Zeg, ik ben niet naar de les gekomen om heel de tijd te luisteren naar een bloedvat die ieder moment kan ontploffen.” Tjesto schiet in de lach en na een poosje lacht heel de klas.
“Nu is het genoeg geweest!” met een geweldige zwaai trekt meester Frank de deur open, maar hij gebruikt te veel kracht en met een luid gekraak trekt hij heel de deur los. Hij smijt de deur op de grond en met grote stappen stampt hij weg.
“Die is kwaad.” Zegt Tjesto uiteindelijk.
“Zou ik iets verkeerds gezegd hebben?” vraagt Charl aan Tjesto die weer in de lach schiet.
“Geen idee.”
“Charl!” iedereen kijkt geschrokken naar de deuropening, waar meester Frank en ook Charlie staan.
“Jij komt nu meteen met me mee.” Charl staat zonder iets te zeggen recht, maar ook Tjesto staat recht en samen stappen ze naar Charlie toe.
“Ik moet alleen Charl spreken.”
“Waar hij heengaat ga ik ook.” Antwoordt Tjesto en hij blijft staan. Charlie zucht.
“Goed dan.” Met z’n drieën verlaten ze het klaslokaal, waar meester Frank de les begint alsof er niets gebeurd is. Tjesto en Charl volgen Charlie naar zijn bureau, waar Charlie zich neer zet en Charl aan kijkt.
“Je hebt het weer eens voor elkaar gekregen Charl. Je weet dat de regels zijn dat je de school niet mag verlaten tijdens de les uren. Waarom deed je dat?”
“Ik had geen zin in de lessen.”
“Dat is geen echte reden.”
“Oh nee? Wat wil je dan horen? Dat ik naar buiten ben gegaan om de mensen uit te roeien en dat ik angst wil zaaien?” Tjesto kijkt van de één naar de ander en ziet hoe neef en oom elkaar een poosje aan staren. Charlie glimlacht.
“Dat zou niet echt geloofwaardig over komen denk ik.”
“Dacht ik ook al.”
“Vertel eens, wat heb je zoal uitgespookt? Ik heb zo iets gehoort bij de politie dat er een aanval in een snoepwinkel was.”
“Ah dat, ik had zin in een snoepje en zij zag er goed uit. Toch jammer dat ze niet zo zoet was hè Tjesto.” Tjesto knikt.
“Zeg oom, je moet meester Frank eigenlijk onder zijn voeten geven. Hij heeft de deur kapot gemaakt.”
“Dan zal ik dat zometeen maar eens doen.” Tjesto gelooft zijn oren niet. Hij had verwacht dat ze echt straf zouden krijgen, maar in plaats van dat zitten Charl en zijn oom te bespreken welke straf meester Frank zou moeten krijgen. Na een poosje mogen ze weer naar de klas, die net op het moment dat ze toe komen gedaan is.
Maanden gaan voorbij zonder nog meer voorvallen. Het is nu bijna een jaar geleden dat Charl op de HB school kwam en tot zijn vreugde is er geen school die dag. De leerkrachten hebben een grote vergadering met andere leerkrachten en dus heeft iedereen vrij. Charl beslist om rond te hangen in de stad samen met Tjesto, maar voordat hij het weet hangt er een groep rond hem. In het begin genieten ze van hun vrijheid, maar al snel vervelen ze zich.
“Ik had niet gedacht dat ik me zo zou vervelen buiten de lessen.”
“Ja, ik moet toe geven dat ze nog niet zo slecht zijn.”
“Zeg Charl, heb je een idee voor wat we kunnen doen?” Charl denkt na en grijnst dan.
“We moeten daarvoor wel met veel meer zijn.” Snel zoeken ze anderen van de school en even later staan ze met een hele groep.
“Dit is het plan: We verdelen ons in groepjes van zeven en elke groep heeft zeker één gsm met mijn nummer. De groepen gaan elk naar een winkel en je zorgt er voor dat op één of andere manier niemand het kan verlaten. Wanneer je een sms krijgt van me start de wedstrijd.”
“Wat moeten we doen?”
“Wat denk je?” Even is het stil, maar dan hebben ze het door en is iedereen opgewonden.
“Goed, verdeel je maar.” Tjesto staat al bij Charl en even later is zijn groep al gemaakt.
“Zoek maar een winkel uit en wacht op mijn teken!” roept Charl en de groepen verspreiden zich. Alleen Charls groep blijft staan en ze kijken naar Charl.
“Welke gaan wij nemen?”
“Luister, ik heb een plan en als jullie die volgen komt alles in orde.” Ze steken hun hoofden bij elkaar en Charl legt het uit.
Even later gaan er in verschillende winkels één enkele gsm af.
“Laat de nachtmerrie beginnen.”
Re: Half Bloed
Geplaatst: 03 feb 2013 22:52
door K.C. Warro
verrast volgt iedereen Charl, die zo als
Zo als = zoals
Het verbaasd Charl steeds
Volgens mij is verbaasd in dit geval met een T aan het eind
Meester Frank is te overrompelt
Volgens mij is overrompelt met een D, maar dat weet ik niet zeker. Het is laat en ik slaap half
Antwoord Tjesto met een
Antwoord is met DT aan het eind, hij antwoordt
Die twee tredens lager zit
Tredens = treden (maar tredes zou ook kunnen, volgens mij mag het allebei)
en hen heigend aankijkt
Heigend = hijgend
Met een gewelfdige zwaai
Geweldige
Zou ik iets verkeerds gezegt hebben?
Gezegt = gezegd
Nog steeds mooi. Ik heb maar een paar foutjes hierboven neergezet, als niemand me voor is doe ik morgen de rest. Met mijn nintendo is dat gewoon teveel werk

Re: Half Bloed
Geplaatst: 04 feb 2013 18:50
door lisbeth
zal deze foutjes alvast verbeteren. Bedankt om ze er uit te halen ^^
Re: Half Bloed
Geplaatst: 04 feb 2013 19:00
door lisbeth
Het is druk in de winkel grote supermarkt, het is ook de grootste van heel de stad. Omdat het zo druk is let niemand op de zeven jongens die één voor één de winkel binnen gaan en wat rond hangen. Eén van de jongens slenterd tot helemaal achteraan, waar er een deur in de muur is met een verbodsteken op. Wanneer niemand kijkt gaat de jongen binnen. Even later valt tot ieders verbazing heel de stroom uit en sluiten de schuifdeuren zich.
“wat gebeurt er?”
“Stroompanne?”
“Rustig aan mensen, we gaan dit zo snel mogelijk maken!” roept een verkoopster, pakt haar sleutel en wil handmatig de schuifdeuren openen. Ze steekt de sleutel in het sleutelgat, wanneer opeens de grote rolluik naar beneden gaat.
“Wat is er hier in hemels naam aan de hand.” Vraagt ze zich verbaasd af.
“Ik ga wel eens naar beneden,” zegt een verkoper, pakt een zaklamp en vertrekt naar de deur achteraan. Hij doet de deur open en gaat de stijle trap af naar beneden.
“Dit is vreemd, iemand heeft het zelf uitgezet.” Mompelt hij en pakt de handel vast. Wanneer hij die naar boven wil duwen hoort hij lawaai achter zich.
“Wie is daar?” vraagt hij en kijkt het keldertje rond met zijn zaklamp. Verstijft blijft hij staan wanneer hij op een gezicht schijnt, een jongensgezicht met bloedrode ogen.
In de winkel gaat ieders zijn haren rechtstaan wanneer ze de gil horen. Stilletjes aan ontstaat er paniek, maar de verkoopers en verkoopsters proberen hen kalm te houden. Niemand ziet iets, want het is pikkedonker in de winkel
“Rustig aan, we schieten er niets mee op als we in paniek slaan. Blijf alstublieft op de plaats waar jullie zijn en eventueel zet je neer. Ik zal voor help vragen.” Zegt de bazin die zich er bij gevoegt heeft en pakt haar gsm.
“Dacht het niet.” Hoort ze iemand zeggen en de gsm wordt uit haar handen gtrokken.
“Wie ben je?” vraagt ze en probeert te zien wie haar gsm afgepakt heeft.
“Maakt dat uit wie ik ben?” de bazin kijkt angstig rond zich en hoort dan opeens iemand roepen.
“Lieselot! Waar ben je?”
“Mama! Help me!”
“Lieselot!”
“Mama! Mama!” De moeder kijkt wild rond zich en probeert haar dochter te zoeken, maar het is zo donker dat ze niets kan vinden. Uiteindelijk verstomt het geroep van haar dochter en is het weer muisstil in de winkel. Tot even later er weer geroepen wordt en deze keer op twee plaatsen. Zo gaat het een hele tijd door. Niemand kan iets doen en ze moeten machteloos wachten tot iemand buiten merkt dat er iets mis is.
Charl en zijn groep lopen versprijd in de winkel en nemen steeds willekeurig iemand uit de groep om leeg te zuigen. Het verloopt allemaal volgens zijn plan en ze hebben plezier, want ze kunnen zo veel doden als ze willen zonder op hun dak te krijgen dat ze ontdekt zouden worden. Het voordeel aan vampier zijn is dat ze een perfecte zicht hebben in het donker, dus terwijl de mensen niets zien, zien Charl en zijn groep perfect.
Opeens ziet Charl een lichtje en hoort hij zacht gefluister.
“Hallo met de politie.”
“Alstublieft help ons, we zitten vast in de supermarkt.” Fluisterd de man.
“Kunt u wat harder praten? Ik versta u niet zo goed.”
“Alstublieft, kom naar de super markt. Ze zijn ons één voor één aan het moorden.” Zegt de man wat harder. Hij merkt niet dat Charl naar hem toe aan het stappen is.
“Is dit soms een grap?”
“Dit is geen grap, ik smeek u kom ons...aaaaaah!”
“Hallo? Meneer bent u daar? Hallo?” de agent legt de telefoon neer.
“Wat is er?” vraagt een andere agent.
“Een nood geval bij de supermarkt denk ik. Iemand belde dat ze vast zitten en dat er hen één voor één aan het vermoorden zijn.”
“Kom we gaan.”
“Goed.”
Ondertussen laat Charl de man levenloos op de grond vallen en vernietigd de gsm met één stamp van zijn voet.
“Blauwtjes komen er aan!” roept Charl door heel de winkel. “Speeltijd is voorbij!” Iedereen probeert te zien van waar de stem komt, wanneer er verschillende mensen beginnen te roepen.
Buiten klinkt er een sirene en de politie wagen stopt voor de winkel.
“Hm, ik dacht dat de winkel open was vandaag.”
“Dit is vreemd.” De agenten stappen uit en gaan naar de rolluik. Hoe dichterbij ze komen hoe beter ze het geroep binnen horen. Ze kijken elkaar aan en de ene haast zich terug naar de wagen om versterking te vragen en ook de brandweer.
Niet veel later staat het vol met mensen die allemaal staan te kijken hoe de brandweer het rolluik proberen open te krijgen. Wanneer ze eindelijk binnen geraakt zijn geloven ze hun ogen niet.
Overal liggen er mensen op de grond en de bazin zit op de grond, met grote ogen, voor zich te staren.
“Bel de ambulances!” roept een agent.
Op dat moment krijgen ze het bericht dat er op zes andere plaatsen ook zo iets plaats gevonden heeft. De politie heeft zijn handen vol.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 04 feb 2013 20:59
door K.C. Warro
“Charl!” iedereen kijk geschrokken naar de deur opening
Kijk = kijkt en deur opening = deuropening
“jij komt nu meteen met me mee.”
Jij is met een hoofdletter
“Waar hij heen gaat ga ik ook.” Antwoord Tjesto en
Heen gaat kan ook heengaat zijn (mag je zelf weten)
Frank de les begint als of er niets
Als of = alsof
In Charlie’s bureau zet Charlie zich neer achter zijn bureau.
Beetje gekke zin. Volgens mij bedoelen jullie met de eerste bureau een soort werk/studeerkamer? Ik weet niet wat je zou kunnen veranderen, je kan ook Charlie's veranderen in zijn. Owja, Charlie's zou volgens mij Charlies zijn, zonder apostrof (hoge komma) omdat als je de letter S erachter zou plakken de klank niet veranderd. Bij het woord komma's moet het wel, omdat er anders kommas staat, en de klank mag niet veranderen. Dus een apostrof mag als de klank van het woord anders veranderd. Hopelijk snap je de uitleg, ik ben nogal vaag soms
Je weet dat de regels zijn dat je het school niet mag
Het school = de school
Waarom deed je het?”
Het kan je beter veranderen in dat (vind ik)
De twee staren elkaar een poosje aan.
Welke twee? Ik denk Charl en Charlie, maar het is wat onduidelijk.
“Vertel eens, wat heb je zo al uitgespookt?
Zo al = zoal
Toch jammer dat ze niet zo zoet was hé Tjesto.”
Hé = hè
Tjesto gelooft zijn ogen niet.
Ogen = oren, Tjesto gelooft zijn oren niet, over wat er is gezegd, als hij iets heeft gezien mag het wel ogen zijn.
tot zijn vreugde is het geen school die dag.
Het = er
maar voor dat hij het weet hangt er een groep rond hem.
Voor dat = voordat
“Ik had NIET gedacht dat ik me zo zou vervelen buiten de lessen.”
Zie het woord dat ik ertussen heb geplakt, volgens mij klopt de zin anders niet.
“We moeten daar voor wel met veel meer zijn.”
Daar voor = daarvoor
Snel zoeken ze andere van de school en even later
Andere = anderen
“Goed verdeel je maar.”
Na goed een komma
roept Charl en de groepen versprijden zich.
Versprijden = verspreiden
Verder heb ik nog wat foutjes gezien met hoofdletters na de " " enzo, maar daar had ik geen tijd voor om die eruit te halen. Als je dat alsnog wil, doe ik dat wel hoor
Ps. Dit is niet van het laatste stukje, maar van die daarvoor..
Groetjes,
Spellingsfreak

Re: Half Bloed
Geplaatst: 04 feb 2013 21:12
door lisbeth
Super bedankt
Word zet geen hoofletters achter de " dus ik moet daar steeds zelf aan denken en soms vergeet ik het, zal het eens bekijken en aanpassen.
Zal ook eens zien of ik die zin kan aanpassen van Charlies bureau
Re: Half Bloed
Geplaatst: 04 feb 2013 21:13
door lisbeth
Die avond zit iedereen bij elkaar het nieuws te kijken.
“Wie zal gewonnen hebben denk je?”
“Charls groep natuurlijk.”
“Nee wij hebben gewonnen.”
“Stil, hier komt het!” meteen is iedereen stil en kijken ze naar het nieuws.
“Deze middag heeft er op zes plaatsen zich een gruwel plaats gevonden. De winkels werden door een onbekende reden totaal vergrendeld en niemand kon er in of uit. Op dat moment heeft er zich een massa moord plaats gevonden. De nog overlevende zijn naar het ziekenhuis overgebracht. Het aantal die men tot nu toe geteld hebben zijn: achtien doden en twee gewonden in Videoland, Negentien doden in Drankcentral, tweeëntwintig doden en vier gewonden in Speelfun, drieëntwintig doden in Delhaize, achtentwintig doden in speelhal, achtentwintig doden en één overlevende in de grote super markt. De politie is nog steeds op zoek naar de da...” Tjesto zet de televisie uit.
“Dus het is een gelijkstand.”
“Toch niet? Wij hebben één meer.”
“Het gaat om de doden, die gewonden of overlevende tellen niet mee.”
“Wat nu Charl?” ze kijken allemaal naar Charl.
“Ze zullen het wel in het nieuws zetten wanneer die overleden is. We houden ons kalm en houden het nieuws in de gaten.” Iedereen vind het een goed plan. Charl verlaat de kamer samen met Tjesto. De vijf die bij hem in de winkel waren volgen hem ook.
“Zo te zien is je groep groter.” Zegt Tjesto en Charl haalt zijn schouders op. Het kan hem niets schelen of ze hem volgen of niet, al wat hij nu wil weten is of hij gewonnen heeft of niet.
Ondertussen loopt er een vrouw het politie kantoor binnen.
“Goeie middag, ik heb een afspraak met de commissaris.”
“De verste deur rechts.” De vrouw stapt naar de deur en klopt aan.
“Binnen.” Ze doet de deur open en gaat naar binnen.
“Ah, je hebt het kunnen halen.”
“Toen ik het nieuws hoorde besloot ik om meteen te komen. Ondertussen al iets wijzer?” De commessaris schudt van nee.
“De daders zijn nergens te vinden en het enigste wat de overlevende kunnen zeggen is dat het donker was en dat ze door iets of iemand in de nek werden gebeten.” De vrouw zet zich neer op de stoel voor het bureau en pakt het mapje met de gegevens. Ze bladert er door.
“En wat denk je er van?” Even zegt de vrouw niets, maar kijkt dan naar de commissaris.
“Het is een spel.”
“Een spel?”
“Ja, een spel om te zien wie de meeste dood.”
“Dat is toch te gruwelijk om te verzinnen. Zelfs voor een psycholoog als u.”
“Ik heb al met meerdere moordenaars gewerkt en hun gedachtegang ken ik maar al te goed. Als ik dit lees denk ik meteen aan een spel om de meeste doden. Waarom denkt u anders dat er zo weinig overlevende zijn?” De commessaris moet haar daar gelijk in geven.
“Ah, maar als het een spel is om ter meeste hebben ze wel een probleem.”
“Hoezo?”
“Wel het aantal zijn achtien, negentien, tweeëntwintig, drieëntwintig en twee keer achtentwintig.”
“Dus gelijkstand.”
“Toch niet, de laatste plaats heeft één overlevende die aan het vechten is voor haar leven in het ziekenhuis. Dus als zij overleid heeft de supermarkt gewonnen.”
“Dus als ze de uitslag niet te horen krijgen komen ze het hier halen.” Denkt ze hard op.
“Wat?”
“Ze zullen waarschijnlijk het nieuws gehoord hebben en wachten nu af of die vrouw het zou overleven of niet. Als we nu niets over die vrouw zeggen gaan ze op zoek naar een manier om het te weten te komen. En waar kunnen ze dat beter vragen dan hier?”
“Dat is slim gezien. Als ze dan hier komen kunnen we ze oppakken. Goed, ik geef het door aan iedereen dat ze niets over de vrouw mogen tonen of schrijven.” De commissaris pakt de telefoon en begint druk te bellen. De vrouw kijkt nog eens door het mapje en bekijkt de foto’s zeer aandachtig.
Als ik niet beter wist zou ik denken dat het vampiers geweest zijn die dit deden, denkt ze maar glimlacht dan. Wat denk ik nu, vampiers bestaan niet. Ze staat recht, begroet de commissaris en verlaat het politie bureau.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 05 feb 2013 02:07
door lisbeth
Iedereen van de HB school houdt het nieuws goed in de gaten, want ze willen allemaal weten wie er nu uiteindelijk gewonnen heeft, maar er wordt niets van gezegd op het nieuws en ook in de kranten staat er niets van. Tjesto en de anderen merken dat het Charl irriteert.
“Zeg Charl, waarom tonen ze het niet?”
“Zouden ze ons door hebben?”
“Als ze het door hebben en daarom niets over de overlevende zeggen kunnen we het toch gewoon gaan vragen?”
Charl kijkt hen nors aan.
“Denk eens na, ze weten drommels goed dat we het gaan vragen. Ze willen ons gewoon lokken zodat ze ons kunnen pakken.” Daar hadden ze niet aan gedacht.
“Wat gaan we dan doen Charl?”
“We gaan het vragen, maar we gaan er niet zomaar binnen stormen. Die blauwtjes hebben bewakingscameras overal hangen, als we die kunnen uitschakkelen zal alleen maar de persoon aan wie we het vragen ons zien.”
“En die zal het niet doorvertellen.” Vult een jongen lachend aan.
“Zeer goed Pablo.” Charl staat recht en met de anderen achter hem aan verlaten ze de school.
Even later ziet de agent achter de inkombalie een groep van zeven jongens binnen komen. Eentje van hen stapt naar voren.
“Waar kan ik jullie mee helpen?” vraagt de agent vriendelijk.
“Kan je ons de kamer tonen waar alle beelden van de cameras te zien zijn?” De agent kijkt de jongen wat verrast aan.
“Dat kan ik jammer genoeg niet doen, alleen bevoegde mensen mogen daar komen.”
“Goed, dan vraag ik het wel aan iemand anders.” De jongen draait zich om naar de andere van de groep.
“Deze kan niet helpen zegt die.” De groep komt nu ook naar de balie toe.
“Dan is hij niet meer nodig.” Voor dat de agent iets kan doen zet één van de jongens zijn tanden in de nek van de agent, de rest gaat naar binnen. Na drie mensen gevraagt te hebben vinden ze het. Pablo heeft er wat verstand van en schakelt zo de cameras uit. Charl geeft Tjesto een teken en die gaat op weg naar de commissaris.
“Dus nog steeds geen nieuws van de daders?” de psycholoog loopt te ijsberen en de commissaris schudt van nee.
“Dus of wel heb ik het mis, of ze hebben een andere mannier gevonden om het te weten te komen.”
“Welke andere mannier?”
“Het ziekenhuis, maar daar zal het moeilijker zijn om binnen te komen omdat enkel familie op bezoek mag komen.” Ze zet zich uiteindelijk neer. “Hoe is het eigenlijk met haar?” De commissaris opent zijn mond om te antwoorden wanneer de deur open gesmeten wordt.
“Dat zou ik nu ook graag eens willen weten.” Ze staren alle twee verbaasd naar de deuropening waar een jongen met bloedrode ogen staat. Hij stapt naar binnen en sluit de deur.
“Wie ben je en wat doe je hier?” vraagt de commissaris kwaad. De jongen grijnst.
“Ik ben hier niet gekomen om me voor te stellen, al wat ik wil weten is hoe de uitslag nu is.”
“Uitslag?”
“Dus toch,” zegt de vrouw en de jongen kijkt haar aan.
“Zo, het was dus jou idee om niets te zeggen. Jij bent geen blauwtje, want die zijn echt niet zo slim om ons door te hebben.”
“Ik ben psycholoog en ik heb al vaak met moordenaars gewerkt en ik weet ongeveer hoe ze denken. Maar als ik dit las had ik verwacht dat het een plan was van veel oudere mensen.”
“Tja, de leider is nu eenmaal slim.”
“De leider?” De jongen zucht.
“Moet je niet weten, zeg me nu gewoon de uitslag en er zal verder niets gebeuren.” De vrouw en de commissaris kijken elkaar even aan.
“En denk maar niet dat je me kunt vangen, dit gebouw is in onze macht.” De commissaris doet zo onopvallend een schuif van zijn bureau open en wil een wapen er uit halen.
“Dacht het niet.”
“Hij.. hij staat achter je.” Stamelt de vrouw en de commissaris wil zich om draaien, maar is te traag. Hij voelt hoe de jongen hem vastpakt en hoe er twee puntige dingen in zijn nek geduwd worden. De vrouw staart met open mond naar het tafereel voor haar. Er drupt bloed langs de commissaris nek en de jongen blijft de vrouw aanstaren met zijn ogen die nog roder worden. Na een poosje laat hij de commissaris op de grond vallen, waar die levenloos blijft liggen.
“Zo, nu ga je me vertellen wat die uitslag is.”
“Wat ben jij? Ik heb nog nooit een moordenaar gezien die zo iets doet.”
“Wil je het weten?” De jongen staat plots naast haar. “Ik zal je laten voelen hoe ik het doe.” En ook in de vrouws nek zet hij zijn tanden. Het laatste wat door haar hoofd gaat is een paar vreemde zaken waar ze ook van gehoord had. Van die jongens op school, die vrouw in haar huis en de snoepwinkel.
“Je bent een vampier.” Fluisterd ze en dan stopt haar hart.
“Goed geraden.” De jongen laat haar vallen en begint het bureau te onderzoeken. Hij vindt het mapje en neemt het mee naar buiten, waar Charl en de anderen op hem staan te wachten.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 05 feb 2013 08:41
door -Maaike-
Goed vervolg weer! Charl is wel een typische puber hoor

Beetje baldadig om al die mensen te vermoorden voor een spelletje

Wat ik er wel in mis, is dat alles goed gaat. Het is leuker en spannender als er af en toe ook iets mis gaat. Dat hij gesnapt wordt of dat zijn oom toch tegen hem uitbarst
En zou je alsjeblieft iets langzamer willen posten?

Ik kan het nauwelijks bijbenen nu school weer begonnen is
De spellingscontrole:
4 februari
“Wie zal gewonen hebben denk je?”
gewonen = gewonnen
meteen aan een spel om ter meeste doden.
ter = de
Pablo heeft er wat verstand van en schakkeld zo de cameras uit.
schakkeld = schakelt (scha-kelt en het is tegenwoordige tijd

)
De commissaris doet zo on op vallend
on op vallend = onopvallend
Hij voelt hij de jongen hem vast pakt en hoe er twee puntige dingen in zijn nek geduwt worden.
vast pakt = vastpakt, geduwt = geduwd (geduwd worden)
Ga zo door!
Re: Half Bloed
Geplaatst: 05 feb 2013 09:33
door lisbeth
Yep, het gaat allemaal goed, voor nu ^^ je zult wel zien in het volgend stukje.
tja, dat hij wat baldadig is moet wel. Hij is inderdaad een tiener, heeft krachten die een mens niet heeft en de HB school wordt er in gestampt dat mensen niet meer zijn dan voedsel. Dus hij test uit wat hij zo al kan doen.
Ik zal niet meer zo veel posten zodat je kunt verbeteren ^^
Re: Half Bloed
Geplaatst: 05 feb 2013 10:51
door lisbeth
“En Tjesto? Iets gevonden?”
“Ze weigerden om iets te zeggen, dus heb ik ze voor altijd het zwijgen op gelegd.”
“Dus weet je de uitslag niet?” Tjesto haalt het mapje boven.
“Volgens mij staat het hier in.” Charl neemt het en begint er in te bladeren. Er verschijnt een grijns op zijn gezicht en begint te lezen wat er staat.
“Bij deze moeten we met spijt vertellen dat de overlevende uit de supermarkt deze nacht overleden is.” De groep juicht, want ze hebben wel degelijk gewonnen.
“Zo, dat was dus dat. Laten we naar de school gaan en het daar bekend maken,” stelt Pablo voor en iedereen gaat er mee akkoord.
Natuurlijk verhoogt dit Charls possitie op school, het staat nergens geschreven, maar iedereen kijkt naar hem op en iedereen is jaloers op de zes die bij hem mogen zijn. Een jaar is voorbij en Charl mag een klas hoger, net als Tjesto en de anderen. Tot zijn vreugde zit hij nu bij zijn oom in de klas, waar hij al lang naar verlangde. De lessen die meester Frank gaf zijn niets vergeleken met wat zijn oom geeft. Hij is strenger en ook zijn lessen zijn veel zwaarder en gevaarlijker. Na de eerste les van Charlie belanden er al een paar in de ziekenboeg. De enigste die tegen hem op kunnen zijn Charl en Tjesto, die dan ook de lievelingetjes van Charlie zijn. Het makkelijke is dat wanneer Charl geen zin heeft in school, dat hij het gewoon moet zeggen en dan mag hij samen met zijn groep naar buiten, waar ze wat rondhangen. Je zou verwachten dat de anderen jaloers zouden zijn, maar dat is totaal niet het geval. Ze streven allemaal er naar om zo goed te zijn als Charl en ze zien het naar buiten mogen gaan als iets dat alleen de sterke mogen.
Natuurlijk haalt Charl dan allemaal streken uit met zijn groep en het doden aantal stijgt met de dagen. Al wat de getuigenen, als die er zijn, kunnen vertellen is dat de daders bloedrode ogen hadden. De rest weten ze niet meer. Al snel kan de politie het niet aan en vragen ze versterking. In het begin waren er veel meer agenten, maar wanneer dat niet hielp kwamen er mannen en vrouwen van het leger , die dagen aan een stuk door alles bewaken.
Het werkt al snel op Charls zenuwen, want ze kunnen minder rap iets ongeziens doen.
Het is maandagochtend en Charl zit met zijn groep in het park wat rond te hangen.
“Zeg Charl, gaan we iets doen vandaag?”
“Ja, wat als we nu eens jagertje gaan spelen?”
“Ben je die groentjes al vergeten? We kunnen haast niets doen zonder opgemerkt te worden.”
“Tss, wie is er nu bang van die kikkers? We kunnen hen toch als prooi gebruiken?” Een paar vinden dat goed klinken, maar Tjesto ziet dat Charl er niet echt mee eens is.
“Wat scheelt er Charl?”
“We moeten iets doen aan die groentjes.”
“Weet ik, maar wat kunnen we doen? Ze hebben hun nekken beschermt met een hoge kraag, we geraken daar nooit doorheen met onze tanden.”
“Ooit al eens er aangedacht ergens anders te bijten dan in de nek?” Iedereen staart hem nu aan.
“Ergens anders? We leren op school dat het in de nek moet.”
“We kunnen het toch net zo goed in de arm doen? Overal loopt er bloed door het lichaam, niet enkel door de nek.”
“Hm, daar heb je gelijk in.” Charl staat recht.
“Laten we jacht op de groentjes maken en probeer eens in de pols te buiten, het werkt.”
“Hoe weet je dat het werkt?” Charl grijnst.
“Ik heb het al geprobeerd.” Er stijgt gemompel op. Tjesto staat dan ook recht.
“Laten we het proberen. Maar voor zekerheid gaan we in groepen van twee.” Tjesto en Pablo gaan met Charl en de groep splitst zich.
Niet veel later wordt er geroepen in de straten en wanneer de mensen gaan kijken vinden ze mensen van de speciale dienst dood op de grond. Charls groep merkt dat het sneller gaat als ze met z’n tweeën elke een pols nemen. De jacht gaat goed, maar ze hadden op iets niet gerekend. Het lijkt wel als of er steeds meer en meer van de speciale dienst er kwamen en al snel waren er vier van de groep gevangen. Charl en de twee anderen hadden het ook moeilijk en al snel bleef alleen Charl over. Tjesto en Pablo kregen een doek voor de mond en kregen zilvere handboeien om. Of het nu toeval was of niet weet Charl niet, maar vampiers verzwakken door echt zilver. Normaal hadden Tjesto en Pablo zich zo kunnen bevrijden, maar door de handboeiens hebben ze haast geen kracht meer.
“Geef je over!” roept er iemand en Charl wordt omsingeld. Hij verweert zich, maar al snel krijgen ze hem op de grond en ook hij krijgt handboeien om. Zo zitten ze even later in een wagen die hen uit de stad brengt.
“Jullie hebben geluk, normaal zouden jullie naar de rechtbank gebracht moeten worden, maar om één of andere reden mogen jullie meteen naar een speciale instelling.” Zegt één van hun bewakers.
“Ze hadden jullie moeten opsluiten, na al die moorden,” gromt een andere kwaad, waardoor hij een dodelijk blik van Charl krijgt. Ook de andere staren de bewakers aan, met ogen vol haat.
“Man, ik krijg kippenvel van die gasten. Kunnen ze niet hun ogen in plaats van hun mond bedekken?”
“Kijk gewoon niet naar hen ogen dan.”
De rest van de rit wordt er niets meer gezegd. Het lijkt wel uren te duren, maar dan stopt de wagen eindelijk. Wanneer ze uitstappen bevinden ze zich op een binnenplaats, helemaal omringt door hoge muren waar er bewaking op staat.
Charl krijgt een duw in zijn rug. “Naar binnen jullie.” Roept de bewaker, maar dat had hij beter niet gedaan. Charl struikelt door de duw en valt op de grond, de groep draait zich om naar de bewaker en wil hem bespringen.
“Stop dit onmiddelijk!” roept opeens een vrouwenstem. Ze kijken allemaal naar de vrouw wie zo riep. Ze heeft bruin haar dat in een dot opgestokken zit, heeft een net lichtblauw bloesje aan en een iets donker blauwe rok, met daar onder witte hakken.
“Breng de jongens naar binnen, en zonder geduw deze keer.” Charl staat weer recht en volgt de vrouw, zonder de man die hem duwde aan te kijken. De groep kijkt de man nog één keer woedend aan en volgt Charl dan. Binnen worden ze in een zaal gezet en worden de doeken van voor hen mond gedaan. Voor hen zit een man, die hen één voor één bekijkt. De vrouw zet zich naast hem neer.
“Dus dit zijn ze?” De vrouw knikt.
“Ze zien er nog al jong uit om een hele stad te terroriseren.”
“Onderschat ze niet, ze zijn misschien jong maar ik heb daarnet al mogen zien hoe opvliegend ze zijn.” Charl en de anderen staren alleen maar voor zich. De man schraapt zijn keel.
“Wel dan, ik zal me eens voorstellen. Ik ben dokter Erik, de psycholoog van hier. Jullie zullen zo lang jullie hier zitten regelmatig met mij praten over waarom jullie die daden hebben gedaan.”
“Ha, iemand als jij zou dat nooit begrijpen.” Erik kijkt Charl aan.
“Waarom niet? Probeer het me uit te leggen en zie dan of ik het nog steeds niet kan begrijpen.” Erik kijkt naar de vrouw.
“Zou u mij even alleen willen laten met deze jongen?”
“Is dat wel slim?”
“Ik zal bij het minste gevaar meteen op de knop duwen.” De vrouw twijfelt nog even, maar staat dan recht en roept de bewaking.
“Brengen deze jongens naar hun kamers.” Tjesto kijkt naar Charl.
“Ik blijf hier.” Zegt hij en ook de anderen zeggen dat ze niet weg willen.
“Kom op jongens, wees nu flink en ga naar jullie kamers. Jullie vriend zal meteen weer bij jullie komen.”
“Maar...”
“Het is goed Tjesto.”
“Zeker?” Charl knikt.
“Ik ben er zo. Ga gewoon mee, als er iets is roep ik je wel.” Tjesto zucht en geeft zich gewonnen. De anderen kijken elkaar wat twijfelend aan, maar gaan toch ook zonder probleem mee. Zo blijft Charl alleen achter met dokter Erik.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 07 feb 2013 00:29
door lisbeth
Het is Erik die de stilte breekt.
“Jullie zijn wel erg gehecht aan elkaar. Echt goede vrienden zo te zien.”
“Ze zijn mijn vrienden niet.”
“Oh nee? Waarom zijn jullie dan samen?”
“Tjesto is de enigste die mij iets kan schelen, de anderen volgen me gewoon.” Erik schrijft wat op en bekijkt Charl goed. Wat hij voor zich ziet is een smalle, lange jongen, met zwart haar en donkere ogen die hem vol haat aanstaren.
“Enig idee waarom ze je volgen?”
“Ik ben de sterkste, dus dan volgen ze je. Dat is toch ook zo bij jullie soort?”
Soort? Erik snapt er niets van en verrandert van onderwerp.
“Vertel eens, wat is je naam?”
“Wat maakt jou dat uit?”
“Het praat wat gemakkelijker.” Charl weigert zijn naam te zeggen en Erik zucht.
“Als je niet mee werkt kan je hier nog lang zitten en moeten je vrienden lang op je wachten.” Er verschijnt een grijns op Charls gezicht.
“Dat zou niet erg slim zijn, als ik te lang weg blijf zullen ze me zoeken en iedereen die in de weg staat zal het niet overleven.” Er loopt een rilling over Eriks rug, hij heeft al met veel jongeren gepraat in deze instelling, maar de jongen voor zich is totaal anders dan de normale jongeren. Het lijkt wel of hij plezier heeft in de gedachten dat zijn vrienden er gaan doden, denkt Erik.
“Oké, vertel het dan niet. Antwoord een paar vragen en ik laat je gaan.”
“Goed.”
“Ongeveer een jaar geleden was er een vrouw in een snoepwinkel dood gevonden nadat twee jongens rond jou leeftijd daar binnen zijn geweest. Was je één daar van?”
“Stel dat ik er één van was, wat ga je dan doen?”
“Ik wil dat je vertelt hoe je haar gedood hebt.”
“Ha, weten ze dat nog niet?”
“Het enigste wat ze weten is dat er geen druppel bloed meer in haar zat.”
“Daar heb je het antwoord al.” Erik kijkt Charl aan.
“Wat bedoel je?”
“Jullie zijn echt wel dom hè. Waar denk je het eerste aan als je hoort dat iemand bloedloos gevonden is?” Erik denkt even na en kijkt dan verrast Charl aan, die moet lachen.
“Ik zie dat je het gevonden hebt.”
“Je had gezegd dat je de vragen zou beantwoorden.” Zegt Erik uiteindelijk en Charl kijkt hem uitdagend aan.
“Doe ik toch ook?”
“Hier schieten we geen meter mee op.” Zucht Erik en kijkt op zijn papier. “Laten we het eens hebben over dat winkel geval.”
“Oh ons spelletje.” Erik kijkt verrast naar Charl
“Spelletje?”
“Yep,we verveelde ons. Dus bedacht ik een spel om ons bezig te houden.” Erik kijkt vol afschuw naar Charl.
“Je bedoelt toch niet dat...”
“Om de meeste doden, dat was het doel. Het was jammer genoeg een gelijkstand, buiten dan dat mijn groep een overlevende had. Als die blauwtjes zich er niet mee hadden gemoeid hadden die groentjes nooit moeten komen.”
Hij is ziek in zijn hoofd, schiet door Eriks hoofd die bleekjes zit.
“Voelt u zich wel goed, dokter?” vraagt Charl zo lief mogelijk, met ogen die fonkelen van plezier.
“Ja ja, het is hier gewoon te warm.” Zegt Erik snel.
“Zal ik u wat helpen met afkoelen?” vraagt Charl en voor Eriks ogen verdwijnt Charl en staat opeens vlak naast hem. Met stoel en al valt Erik om en staart omhoog naar Charl.
“Wilde u niet weten hoe die vrouw dood gegaan is? Wel zo.” Charl doet zijn mond open en Eriks gezicht wordt nog bleker wanneer hij Charls hoektanden langer ziet worden.
“Dit is onmogelijk.” Fluisterd hij, bevend duwt hij op de alarm knop en verliest dan het bewust zijn.
Wanneer de bewaking binnen komt zien ze dokter Erik op de grond liggen en Charl zit verbaasd op zijn eigen stoel naar hem te kijken.
“Hij zei dat hij het warm had en is opeens flauw gevallen,” zegt Charl met een onschuldig gezicht.
“Kom, ik breng je naar je vrienden.” Charl staat recht en volgt de bewaker de kamer uit.
De groep rent meteen naar Charl en de vragen vliegen rond zijn oren.
“Stop met vragen te stellen, die clown heeft me al genoeg gevraagd.” Bijt Charl hen toe en het gevraag stopt. Enkel Tjesto stelt nog een vraag.
“Gaan we uitbreken?” Charl grijnst.
“Laten we hier nog een poosje zitten, die Erik is best wel leuk om mee te spelen. Hij viel daarnet al flauw van mijn tanden te zien.” De groep lacht en ze zetten zich neer.
De komende dagen houden ze zich, zo als Charl had bevolen, koest. Natuurlijk hebben ze wel bloed nodig, maar ze zorgen er voor dat niemand er iets van merkt en doden hun slachtoffers niet. Om de beurt moeten ze één keer in de week met dokter Erik praten en ze moeten Charl gelijk geven. Regelmatig gebeurde het dat iemand het zo ver kreeg dat dokter Erik flauw viel of dat hij bleek wegtrok. Na een poosje maakte de groep er een spel van wie er het snelst de dokter flauw kon laten vallen. Tot nu toe lukte het Charl steeds het snelste. Hij moest Erik nog maar recht aankijken of die begon al hevig te zweten. Maar niet alleen Erik kon er niet tegen, al de andere begeleiders kregen niets van de groep gedaan en al de andere jongeren hadden schrik van hen. Uit eindelijk kwamen de begeleiders klagen bij de directrice.
“We eisen dat die groep gesplitst wordt.”
“Ze luisteren niet en staren je aan als of je vuil bent.”
“Ze jagen ook de andere het stuipen op het lijf.” De directrice hoort het aan en twijfelt lang over het, maar uiteindelijk stemt ze toe. Ze beslist de groep in drie groepjes te splitsen en twee er van stuurt ze dan naar een andere instelling.
Die middag worden Charl en de anderen naar de binnenkoer gebracht.
“Jongens, met spijt in mijn hart moet ik jullie uit elkaar halen.” De groep staart de directrice aan als of ze hen bedreigt.
“Nooit!” roept Pablo.
“We blijven bij Charl.”
“Ja.” Ze stellen zich rond Charl en nemen een dreigende houding aan.
“Wie hem of iemand anders aanraakt zal het duur komen te staan.” Zegt Tjesto. Charl kijkt van de directrice naar dokter Erik die alles goed aan het volgen is. De directrice zucht.
“Bewaking, haal ze uit elkaar en breng ze naar de wagens.” Eén van de bewakers grijpt Charls arm vast, wat hij beter niet gedaan had. Want meteen wordt hij door heel de groep besprongen en krijgt Pablo’s tanden in zijn nek. Meer bewaking komt er aan en probeert de jongens van de man af te trekken, met als gevolg dat ze zelf aangevallen worden. Charl kijkt gewoon toe en draait zich naar Erik, die met knikkende knieën toe kijkt. Stap voor stap gaat Charl dichter naar Erik.
“Kom niet dichterbij Charl.” Stamelt Erik, maar Charl blijft gewoon door stappen.
“Blijf waar je ben!” roept Erik nu. Charl grijnst en stapt gewoon door. Dan gebeurt alles opeens snel.
Dokter Erik haalt een geweer boven en richt op Charl, die gewoon door blijft stappen omdat vampiers niet dood gaan van kogels. Erik haalt de trekker over en wanneer het wapen afgaat springt Tjesto voor Charl, kreunt en valt in Charls armen. Iedereen stopt met wat hij bezig is en staart naar Tjesto in Charls armen.
Re: Half Bloed
Geplaatst: 08 feb 2013 08:37
door -Maaike-
Hihi, ik vroeg me ook al af waarom vampieren altijd maar voor de nek gaan. Er zijn zoveel plekken meer waar ze kunnen bijten.
Het blijft spannend

En gelukkig ging er iets niet helemaal volgens plan. Ik vraag me af of het ook in de laatste scene misgaat. Want als die jongens gesplitst worden, zullen ze dan nog steeds naar Charl opkijken of vormen die groepjes zich tegen hem.
Oh en ik denk dat Tjesto stervende is

Die man heeft vast met zilver ofzo geschoten
De spellingscontrole
5 februari
“Ze weigerde om iets te zeggen, dus heb ik ze voor altijd het zwijgen op gelegd.”
weigerde = weigerden (ervan uitgaande dat je met "ze" meer dan één iemand bedoelt)
iedereen gaat er mee accoord.
accoord = akkoord
die dan ook de lievelings van Charlie
lievelings = de lievelingetjes van Charlie zijn
met zijn groep rond gaan hangen buiten.
Ik denk dat de zin mooier loopt als je het zo schrijft: met zijn groep buiten gaat rond hangen
vrouw van het leger
vrouw = vrouwen
die dagen aan een stuk alles bewaken.
aan een stuk door
wat als we nu eens jaagertje gaan spelen?”
jaagertje = jagertje (ja-ger-tje)
“Ik heb het al geprobeert.”
geprobeert = geprobeerd (heb geprobeerd)
magen jullie meteen naar een speciale instelling
magen = mogen/moeten
waardoor hij een doodelijk blik van Charl krijgt.
doodelijk = dodelijke blik (do-de-lijke)
de groep draait zich om naar de bewaker en willen hem bespringen.
en willen hem = en wil hem (groep wordt als enkelvoud aangesproken)
roept opeens een vrouwen stem
vrouwen stem = vrouwenstem / vrouwelijke stem
7 februari
Je had gezegt dat je de vragen zou beantwoorden
gezegt = gezegd (had gezegd)
waren die groentjes nooit moeten komen.”
waren = hadden
die clown heeft me al genoeg gevraagt.
gevraagt = gevraagd (heeft gevraagd)
twijfeld lang over het
twijfeld = twijfelt
De groep staart de directrice aan als of ze hen bedrijgt.
bedrijft = bedreigt
Ga zo door! Ben benieuwd hoe het verder gaat
