Een verrassende ontdekking
Geplaatst: 02 apr 2013 23:01
Hallo allemaal,
Bij deze een kort verhaaltje van mij, graag jullie mening. (Weet ook niet of ik een juiste titel heb gepakt)
Alvast bedankt!
Een Verrassende Ontdekking
Ze opent haar ogen en kan niet geloven waar ze is. Wat doet ze hier? Het zal toch niet zo zijn dat ze nou wéér met hem mee is gegaan? Dan kijkt ze om zich heen. Waar is Jack? Hij zal haar toch niet zomaar in de steek hebben gelaten na alles wat ze voor hem gedaan heeft? Dan is hij toch wel echt...
"Rachel.... Ra...chel...." hoort ze iemand roepen. Waar komt dat geluid nou weer vandaan? Is het Jack? Als ze rondkijkt, ziet ze niets bijzonders. Zo veel is er ook niet te zien, midden in de nacht. De pijnbomen en treurwilgen zijn de enige dingen die opvallen in het pikkedonker. En dan is het nog erg mistig ook, dus naar de sterren kijken heeft helemaal geen zin! Toch is Rachel wel nieuwsgierig naar wie haar naam roept. Zal ze wel of niet gaan zoeken waar het geluid vandaan kwam? Terwijl ze nadenkt, voelt ze een enorme brok in haar keel die ze maar moeilijk door kan slikken. De angst neemt duidelijk bezit van haar lichaam. Leuk is dat, dat kan ze nu juist niet gebruiken. Ze is Jack kwijt en ze heeft daarbij ook totaal geen idee waar ze is. Dit wordt dus kiezen of delen. En uiteindelijk, na even flink geslikt en haar angst eruit gestampt te hebben loopt Rachel het uitzichtloze bos door om te zoeken wie haar precies roept. "Hallo????" roept ze tussendoor om te kijken of de persoon reageert. Maar blijkbaar reageert de persoon wanneer die zin heeft want Rachel krijgt geen antwoord.
En zo loopt Rachel door het aardedonkere bos. Het gaat niet zonder slag of stoot. Soms trapt ze in kuiltjes of voelt ze opeens een tak in haar gezicht. En als ze denkt dat ze het ergste heeft gehad, valt ze over een vreemd voorwerp, met haar gezicht in een modderpoel. "Nou, leuk is dat." denkt ze geirriteerd en klimt voorzichtig uit de modderpoel. Vervolgens strompelt ze naar de dichtsbijzijnde boom en plukt daar een paar bladeren uit om haar gezicht mee af te vegen. Dan kijkt ze naar het voorwerp waar ze over gevallen is. Ze kan alleen niet zien wat het is maar het enige dat ze voelt is een stukje stof dat ergens omheen is gemaakt. Hier moet ze wel mee lachen. “Wat mensen toch tegenwoordig niet allemaal achterlaten in een bos…” denkt ze en besluit verder te wandelen.
"Rachel...." klinkt het weer. Rachel luistert en realiseert zich dat ze helemaal de verkeerde kant uit is gelopen omdat het geluid nu steeds verder weg klinkt. Ze slaakt een diepe zucht. Hier was ze net al de hele tijd op aan het wachten, op een reactie van de persoon. Maar net nu, uitgerekend nu, dat ze op zoek is naar een waterbron om haar gezicht mee schoon te maken, krijgt ze een reactie. Dus nu weer het volgende dilemma. Weer het kiezen of delen. Alleen is de keuze deze keer niet zo moeilijk. Ze gaat namelijk op zoek naar de mysterieuze persoon in de hoop dat ze onderweg een beekje vindt. Wat een ellende, waarom moest ze nu ook net in zo’n donker bos achter worden gelaten? Wie laat nou überhaupt iemand in een bos achter midden in de nacht? Ja, een moordenaar of een verkrachter, maar dan is de achtergelaten persoon al lang dood. Met Rachel mankeert verder niets, behalve dat haar gezicht onder de modder zit. Misschien zit er wel iemand achter haar aan, dat diegene haar juist aan het roepen is, dat kan natuurlijk ook. Daar heeft ze nog helemaal niet bij nagedacht. Door die gedachte wordt ze weer angstig en gaat daardoor sneller lopen. Dit snelle loopje duurt alleen niet lang want al snel struikelt ze over een kluit en ligt ze weer op de grond. Gelukkig is ze deze keer met haar gezicht op een hoopje natte bladeren geland. Als ze probeert op te staan voelt ze pijn in haar elleboog opkomen. De pijn trekt door haar hele arm. Rachel vloekt en probeert voorzichtig een hoopje bladeren van de grond te pakken om daar haar gezicht wat schoner mee te maken. Dan besluit ze niet meer te luisteren naar de stem die steeds haar naam roept, maar de uitgang van dit bos te gaan zoeken.
Maar na een hele tijd lopen is de uitgang nog steeds onvindbaar. Rachel heeft het idee dat ze al uren door dit bos aan het slenteren is. Ze heeft het gevoel dat ze gek aan het worden is. “Er moet nu toch wel een keer een uitgang komen?” mompelt ze. “Het kan toch niet zo zijn dat….”
Plotseling ziet ze ergens een lichtje. “Jippie!!!!” roept ze. “Ik ben verlost!” En Rachel stapt stevig, al oplettend, door naar het lichtje. De pijn in haar elleboog lijkt opeens verdwenen te zijn.
Als ze daar aankomt, kijkt ze perplex naar een kerkje dat midden in het bos staat. Dit heeft ze nog nooit meegemaakt, een kerk midden in een groot bos. Aarzelend loopt ze er naartoe. Eenmaal daar aangekomen klopt ze op de deur. Een priester doet open. “U bent niet van de Kiwiti’s?” is het eerste dat hij vraagt. Rachel schudt haar hoofd. De priester knikt en zet de deur van de kerk ver open zodat Rachel naar binnen kan. Rachel bedankt de priester vriendelijk en loopt verder. Eenmaal binnen is ze sprakeloos. De kerk zit namelijk vol met Indianen. Deze indianen hebben allemaal een deken over zich heen en zitten groentesoep te eten. Rachel kijkt intussen of Jack ook in dit kerkje is, maar die zit er niet bij. Ze lijkt intussen gefascineerd te zijn door de indianen en kijkt naar de schmink die ze op hun gezichten hebben. Het ziet er prachtig uit. Ze heeft indianen altijd een bijzonder volk gevonden. Voor haar verjaardag had ze een Indianenboek gekregen, dat had ze binnen een dag al uit. Na het volkje aandachtig bekeken te hebben vraagt ze aan de priester of hij Jack heeft gezien. Helaas blijkt de priester nogal dement te zijn en is Rachel gedoemd om Jack in haar eentje te gaan zoeken.
Eerst maar eens uitrusten. Helaas zijn alle kerkbankjes bezet dus de enige zitplaats is een van de vensterbankjes. Het scheelt dat Rachel zo moe is dat ze blij is als ze überhaupt kan zitten. Terwijl ze zit ziet ze dat een van de indianen haar een kommetje groentesoep komt brengen. Ze kent de indianentaal net niet goed genoeg om de indiaan met woorden te bedanken dus glimlacht ze vriendelijk na het ontvangen van de groentesoep. De indiaan vat het gelukkig goed op en loopt weg.
“Rachel…” klinkt het weer. Rachel schrikt want de stem klinkt nu wel erg dichtbij. Ze aarzelt en vraagt wat er is. De persoon vraagt of ze een stuk vlaai wil. He? Vlaai? Serveren ze nu ook al vlaai in de kerk? Wat een service! Maar voordat Rachel wat wil zeggen verzoekt de persoon haar om haar boek eens weg te leggen. Welk boek? Dan knippert ze met haar ogen en kijkt verbaasd rond waar ze is. Ze zit thuis aan de eettafel met haar indianenboek voor haar neus. Naast haar staat Jack. Giechelend kijkt ze naar hem. “Sorry.” Zegt ze terwijl ze haar boek aan de kant legt. “Ik was even te zeer in het boek verdiept.” Jack lacht. “Dat dacht ik al.” Zegt die. “Misschien had ik toch iets anders voor je moeten kopen.” Rachel schudt meteen haar hoofd, geeft Jack een schouderklopje om hem te bedanken en gaat vlug naar de keuken om een stuk vlaai te pakken. Het is immers haar verjaardag en die wil ze verder voor geen goud missen. Als ze de vlaai aansnijdt ziet ze nog even het vriendelijke gezicht van de indiaan voor zich. Hier glimlacht ze om en gaat met een tevreden blik naar de huiskamer om daar van de vlaai en de dag te genieten.
Einde
Bij deze een kort verhaaltje van mij, graag jullie mening. (Weet ook niet of ik een juiste titel heb gepakt)
Alvast bedankt!
Een Verrassende Ontdekking
Ze opent haar ogen en kan niet geloven waar ze is. Wat doet ze hier? Het zal toch niet zo zijn dat ze nou wéér met hem mee is gegaan? Dan kijkt ze om zich heen. Waar is Jack? Hij zal haar toch niet zomaar in de steek hebben gelaten na alles wat ze voor hem gedaan heeft? Dan is hij toch wel echt...
"Rachel.... Ra...chel...." hoort ze iemand roepen. Waar komt dat geluid nou weer vandaan? Is het Jack? Als ze rondkijkt, ziet ze niets bijzonders. Zo veel is er ook niet te zien, midden in de nacht. De pijnbomen en treurwilgen zijn de enige dingen die opvallen in het pikkedonker. En dan is het nog erg mistig ook, dus naar de sterren kijken heeft helemaal geen zin! Toch is Rachel wel nieuwsgierig naar wie haar naam roept. Zal ze wel of niet gaan zoeken waar het geluid vandaan kwam? Terwijl ze nadenkt, voelt ze een enorme brok in haar keel die ze maar moeilijk door kan slikken. De angst neemt duidelijk bezit van haar lichaam. Leuk is dat, dat kan ze nu juist niet gebruiken. Ze is Jack kwijt en ze heeft daarbij ook totaal geen idee waar ze is. Dit wordt dus kiezen of delen. En uiteindelijk, na even flink geslikt en haar angst eruit gestampt te hebben loopt Rachel het uitzichtloze bos door om te zoeken wie haar precies roept. "Hallo????" roept ze tussendoor om te kijken of de persoon reageert. Maar blijkbaar reageert de persoon wanneer die zin heeft want Rachel krijgt geen antwoord.
En zo loopt Rachel door het aardedonkere bos. Het gaat niet zonder slag of stoot. Soms trapt ze in kuiltjes of voelt ze opeens een tak in haar gezicht. En als ze denkt dat ze het ergste heeft gehad, valt ze over een vreemd voorwerp, met haar gezicht in een modderpoel. "Nou, leuk is dat." denkt ze geirriteerd en klimt voorzichtig uit de modderpoel. Vervolgens strompelt ze naar de dichtsbijzijnde boom en plukt daar een paar bladeren uit om haar gezicht mee af te vegen. Dan kijkt ze naar het voorwerp waar ze over gevallen is. Ze kan alleen niet zien wat het is maar het enige dat ze voelt is een stukje stof dat ergens omheen is gemaakt. Hier moet ze wel mee lachen. “Wat mensen toch tegenwoordig niet allemaal achterlaten in een bos…” denkt ze en besluit verder te wandelen.
"Rachel...." klinkt het weer. Rachel luistert en realiseert zich dat ze helemaal de verkeerde kant uit is gelopen omdat het geluid nu steeds verder weg klinkt. Ze slaakt een diepe zucht. Hier was ze net al de hele tijd op aan het wachten, op een reactie van de persoon. Maar net nu, uitgerekend nu, dat ze op zoek is naar een waterbron om haar gezicht mee schoon te maken, krijgt ze een reactie. Dus nu weer het volgende dilemma. Weer het kiezen of delen. Alleen is de keuze deze keer niet zo moeilijk. Ze gaat namelijk op zoek naar de mysterieuze persoon in de hoop dat ze onderweg een beekje vindt. Wat een ellende, waarom moest ze nu ook net in zo’n donker bos achter worden gelaten? Wie laat nou überhaupt iemand in een bos achter midden in de nacht? Ja, een moordenaar of een verkrachter, maar dan is de achtergelaten persoon al lang dood. Met Rachel mankeert verder niets, behalve dat haar gezicht onder de modder zit. Misschien zit er wel iemand achter haar aan, dat diegene haar juist aan het roepen is, dat kan natuurlijk ook. Daar heeft ze nog helemaal niet bij nagedacht. Door die gedachte wordt ze weer angstig en gaat daardoor sneller lopen. Dit snelle loopje duurt alleen niet lang want al snel struikelt ze over een kluit en ligt ze weer op de grond. Gelukkig is ze deze keer met haar gezicht op een hoopje natte bladeren geland. Als ze probeert op te staan voelt ze pijn in haar elleboog opkomen. De pijn trekt door haar hele arm. Rachel vloekt en probeert voorzichtig een hoopje bladeren van de grond te pakken om daar haar gezicht wat schoner mee te maken. Dan besluit ze niet meer te luisteren naar de stem die steeds haar naam roept, maar de uitgang van dit bos te gaan zoeken.
Maar na een hele tijd lopen is de uitgang nog steeds onvindbaar. Rachel heeft het idee dat ze al uren door dit bos aan het slenteren is. Ze heeft het gevoel dat ze gek aan het worden is. “Er moet nu toch wel een keer een uitgang komen?” mompelt ze. “Het kan toch niet zo zijn dat….”
Plotseling ziet ze ergens een lichtje. “Jippie!!!!” roept ze. “Ik ben verlost!” En Rachel stapt stevig, al oplettend, door naar het lichtje. De pijn in haar elleboog lijkt opeens verdwenen te zijn.
Als ze daar aankomt, kijkt ze perplex naar een kerkje dat midden in het bos staat. Dit heeft ze nog nooit meegemaakt, een kerk midden in een groot bos. Aarzelend loopt ze er naartoe. Eenmaal daar aangekomen klopt ze op de deur. Een priester doet open. “U bent niet van de Kiwiti’s?” is het eerste dat hij vraagt. Rachel schudt haar hoofd. De priester knikt en zet de deur van de kerk ver open zodat Rachel naar binnen kan. Rachel bedankt de priester vriendelijk en loopt verder. Eenmaal binnen is ze sprakeloos. De kerk zit namelijk vol met Indianen. Deze indianen hebben allemaal een deken over zich heen en zitten groentesoep te eten. Rachel kijkt intussen of Jack ook in dit kerkje is, maar die zit er niet bij. Ze lijkt intussen gefascineerd te zijn door de indianen en kijkt naar de schmink die ze op hun gezichten hebben. Het ziet er prachtig uit. Ze heeft indianen altijd een bijzonder volk gevonden. Voor haar verjaardag had ze een Indianenboek gekregen, dat had ze binnen een dag al uit. Na het volkje aandachtig bekeken te hebben vraagt ze aan de priester of hij Jack heeft gezien. Helaas blijkt de priester nogal dement te zijn en is Rachel gedoemd om Jack in haar eentje te gaan zoeken.
Eerst maar eens uitrusten. Helaas zijn alle kerkbankjes bezet dus de enige zitplaats is een van de vensterbankjes. Het scheelt dat Rachel zo moe is dat ze blij is als ze überhaupt kan zitten. Terwijl ze zit ziet ze dat een van de indianen haar een kommetje groentesoep komt brengen. Ze kent de indianentaal net niet goed genoeg om de indiaan met woorden te bedanken dus glimlacht ze vriendelijk na het ontvangen van de groentesoep. De indiaan vat het gelukkig goed op en loopt weg.
“Rachel…” klinkt het weer. Rachel schrikt want de stem klinkt nu wel erg dichtbij. Ze aarzelt en vraagt wat er is. De persoon vraagt of ze een stuk vlaai wil. He? Vlaai? Serveren ze nu ook al vlaai in de kerk? Wat een service! Maar voordat Rachel wat wil zeggen verzoekt de persoon haar om haar boek eens weg te leggen. Welk boek? Dan knippert ze met haar ogen en kijkt verbaasd rond waar ze is. Ze zit thuis aan de eettafel met haar indianenboek voor haar neus. Naast haar staat Jack. Giechelend kijkt ze naar hem. “Sorry.” Zegt ze terwijl ze haar boek aan de kant legt. “Ik was even te zeer in het boek verdiept.” Jack lacht. “Dat dacht ik al.” Zegt die. “Misschien had ik toch iets anders voor je moeten kopen.” Rachel schudt meteen haar hoofd, geeft Jack een schouderklopje om hem te bedanken en gaat vlug naar de keuken om een stuk vlaai te pakken. Het is immers haar verjaardag en die wil ze verder voor geen goud missen. Als ze de vlaai aansnijdt ziet ze nog even het vriendelijke gezicht van de indiaan voor zich. Hier glimlacht ze om en gaat met een tevreden blik naar de huiskamer om daar van de vlaai en de dag te genieten.
Einde