Pagina 1 van 1

Bound (Gebonden)

Geplaatst: 08 apr 2013 20:55
door ElLeN.
Hallo. Dit is mijn eerste verhaal dat ik hier online zet. Het is een verhaal waar ik nog maar net aan begonnen ben door een plotse opkomst van inspiratie. Ik zeg op voorhand al dat er hier en daar spellingfouten in kunnen staan, doordat dit niet mijn sterkste kant is. Hoe dan ook, probeer deze te negeren en geniet van het verhaal. Enjoy! ^^

(Een Inleiding heb ik nog niet gecreëerd omdat ik dacht hiervoor een flashforward te gebruiken en nog niet echt weet welke kant ik op wil met het hele verhaal.)


Hoofdstuk 1

“Wat zou de reden zijn dat ze je oproepen?” Camille keek opzij naar Kathe die haar eigen pas moest versnellen om niet achterop te geraken. Camille vroeg zich net hetzelfde af. Wat de reden ook mocht zijn, ze voorspelde dat het niet veel goeds zou zijn.
“Ik heb geen idee.”
“Komt Caleb vandaag niet terug?”
Ja, haar broer kwam vandaag terug van zijn missie en misschien was het daarom wel dat ze dit nare gevoel had. Hij was een maand geleden vertrokken en ze had sindsdien niets meer van hem gehoord. Hij was wel eerder zo lang weg gebleven zonder dat Camille een idee had of hij in orde was, maar dit was anders. Noem het een band tussen broer en zus, maar er klopte iets niet.
“Camille?” Camille keek opnieuw naar Kathe die haar afwachtend aankijk.
“Sorry Kathe. Ja, hij komt normaal vandaag terug.” Een kleine glimlach vormde zich op Kathe haar gezicht. Niet een glimlach van blijheid, maar van zorgen. Alsof Camille haar antwoord net bevestigde wat ze vermoedde.


Camille wist al sinds de eerste ontmoeting van Kathe en Caleb dat Kathe zich tot haar broer aangetrokken voelde. Jammer genoeg wist Camille ook dat die gevoelens niet wederzijds waren. Caleb was een aantrekkelijke jonge man en Kathe bezat ook haar schoonheid, maar ze was niet zijn type. Eerlijk gezegd had ze niet eens een idee wat Caleb zijn type was. Hoe dan ook, Caleb zag Kathe enkel als een goede vriendin. Niets meer. Soms had Camille de drang om tegen Kathe te zeggen dat ze haar gevoelens voor Caleb opzij moest schuiven, maar ze wou Kathe het gevoel van liefde niet wegnemen. Er zou namelijk een moment komen dat ze niet meer zou kunnen kiezen van wie ze hield. De regel hier was namelijk dat meisjes die achttien werden beloofd werden. Alle vrouwen die hier rondliepen waren zusters van het licht. Een groep vrouwen met krachten, magie. De magie kwam enkel tot uiting bij vrouwen. Er liepen ook mannen rond, zoals haar broer, maar zij waren gewone stervelingen. Ze stonden hier bekend als wachters. Ze werden opgeleid om later gebonden te worden aan een zuster, over haar te waken en voor nakomelingen te zorgen. Daarom was de kans erg klein dat Kathe gebonden zou worden aan Camille’s broer.
Er waren in het totaal twee vrouwen die niet gebonden waren, hoewel ze ouder dan achttien waren. De eerste persoon was Sylvia. Ze was een vrouw van de eind dertig die geen kinderen kon krijgen. Dan was er nog de tweede persoon en dat was Camille zelf. Ze was namelijk geen zuster van het licht, maar een gewone sterveling.
Zij en haar broer waren afgestaan aan het instituut toen ze beiden drie waren geweest. Afgestaan was misschien nog te positief uitgedrukt. Maakte daar maar gedumpt van.
Ze waren opgevoed onder het wakende oog van de zusters. Zodra Caleb oud genoeg was begon zijn training om een wachter te worden. Camille daarentegen, als sterveling en als vrouw, werd een hulpje. Ze leerde hoe ze wonden moest verzorgen zodat ze zichzelf nuttig kon maken in de ziekenzaal. Ze hielp graag mensen, dat niet, maar soms verlangde ze er toch naar om één van de zusters te kunnen zijn.
Doordat ze geen taken kreeg die afweken van huishoudelijke klusjes was het feit dat Camille voor een bijeenkomst van de zusters werd opgeroepen niet normaal. De enige verklaring die ze hiervoor kon vinden was dat het over haar broer ging.
“Denk je dat het over Caleb gaat?”
Blijkbaar had Kathe er dezelfde conclusies als Camille uit getrokken.
“Ik vrees van wel. Laten we gewoon niet te veel zoeken achter een verklaring en wachten tot we daar zijn.”
Kathe knikte en de rest van de weg legde de twee in stilte af.


Ze hielden halt voor een grote houten deur. De deur was versierd met gouden krullen en in het midden stond een zwaan geschilderd. Het symbool van de zusters.
“Ik wacht wel op je.”
Op dit moment verlangde Camille er naar om Kathe gewoon mee naar binnen te nemen. Ze was de enige echte vriendin die ze hier had en ze stonden altijd voor elkaar klaar. Jammer genoeg was het voor zusters in opleiding verboden om de vergaderzaal binnen te gaan zonder een uitnodiging.
Camille knikte naar Kathe en draaide zich naar de deur toe. Met haar handen trok ze aan de mouwen van haar zwarte blouse. Iets dat ze wel vaker deed wanneer ze zenuwachtig was. Na nog even over haar schouder te hebben gekeken om Kathe te zien duwde ze de deur open.
De ruimte achter de deur was groot. De ramen bestonden uit de meest prachtige glasramen, waardoor het licht dat naar binnen scheen in verschillende kleuren brak en de ruimte een mysterieuze sfeer gaf. In het midden van de ruimte stond een tafel die een driekwart van een cirkel vormde. Er was welgeteld plaats voor dertig mensen, elke plaats was op dit ogenblik bezet. Het was pas toen de deur achter haar dicht viel en het geluid zich door heel de zaal verspreidde dat alle gezichten haar kant op keken.
“Camille. Je bent er.” Het was zuster Létitia die sprak. Ze was de woordvoerster van alle zuster van het licht, ook wel de ‘moeder der zusters’ genoemd. Zij was degene die het hier voor het zeggen had. Zij was ook degene die zich over Camille en haar broer had ontfermd toen ze hier achtergelaten waren.
“Excuseert u mij moeder dat ik te laat ben.” Camille boog diep voor de vrouw en zodra Létitia het teken deed dat ze niet meer moest buigen ging ze terug normaal staan, met haar handen op haar rug gevouwen als teken van beleefdheid.
“Neem plaats Camille.”
Camille liep naar de stoelen die tegen de muur stonden en voorzien waren voor zuster of wachters die niet de eer kregen om aan de grote tafel te gaan zitten. Ze boog haar hoofd een tel en liet zich daarna neerzakken op één van de stoelen.
Haar ogen gleden langs de gezichten aan de tafel en hielden halt bij Marc. Marc was een goede vriend van haar broer. Hij en Caleb waren even oud en werden samen opgeleid tot wachters. Ze waren ook samen vertrokken op de missie een maand geleden. Hij zag er vreselijk uit. Normaal had hij blonde haren die kort geknipt waren en een lichtbruine huid door te trainen op het buitenplein. Nu was de blonde kleur van zijn haren haast niet meer te zien door de aarde en de vele knopen die er in zaten. Langs zijn gezicht, van net onder zijn rechter oog tot zijn kin, liep een grote snee die er niet bepaald gezond uit zag. Camille haar automatische reactie was dat Caleb naast hem moest zitten, maar naast hem zat één van de zusters. Marc vond haar blik en wierp leek de bezorgdheid er in te herkennen. Eén mondhoek vertrok en vormde een gepijnigde uitdrukking op Marc zijn gezicht. Camille wist maar al te goed wat hij met die uitdrukking wou zeggen. Sorry.
Haar maag keerde zich om en ze drukte haar handen tegen haar buik om te voorkomen dat haar ontbijt er terug uit zou komen.
“Zoals wachter Marc daarjuist al vertelde heeft zijn missie een gruwelijk einde gekend. Nu is het dus de vraag wat we hiermee doen.” Létitia liet haar blik over de verschillende zusters en wachters gaan.
“Wat is er gebeurt met mijn broer?” De woorden waren er uit voor ze het wist. Camille wist dat ze het recht niet had om te spreken. Dat ze hier zat was al een eer die haar niet toekwam. Normaal werden zusters in opleiding niet eens binnen gelaten, laat staan een bediende.
“Als onderdaan hoor je je plaats te kennen. Hou dus je mond en blijf stil.” Camille hoefde zelfs niet te kijken om te weten wie deze woorden had gesproken. Het was zuster Hilda. Hilda had altijd al een haat tegenover haar gekend.
“Zuster Hilda, heb een beetje medelijden,” sprak Léitia en Hilda sloot meteen haar mond. Moeder Léittia liep richting Camille en hield voor haar halt. “Camille. Het spijt me dat ik je het nieuws hier moet brengen, maar er is iets fout gelopen tijdens de missie van je broer. Er was een hinderlaag. Marc is de enige die is kunnen ontsnappen.”
Camille voelde tranen opkomen, maar hield ze in bedwang. Nee, ze zou niet huilen voor al deze mensen. Ze zou zich sterk houden.
“L-leeft hij nog?” vroeg ze. Ze kon niet geloven dat ze deze vraag stelde. Caleb moest leven. Het kon niet anders.
“Dat weten we niet. Marc heeft één van de demonen verwond en naar hier gebracht. Hij wordt ondervraagd, maar laat niets los. Tot nu toe lijkt het dat onze wachters en je broer gevangen worden gehouden.”
Hij leefde nog. Camille was er zeker van. Haar broer was sterk. Hij zou het volhouden, tot ze hem zouden gaan redden.
“En .. wat gaat er nu gebeuren? Jullie gaan hem toch zoeken?”
“We doen ons best Camille. We gaan overleggen wat het beste is dat we kunnen doen.”
Dat antwoord was niet genoeg voor Camille. Ze wou dat ze beloofde dat ze er alles aan zouden doen om haar broer levend terug te brengen.
“Ik stel voor dat je Marc meeneemt naar de ziekenzaal en hem verzorgd. Zodra we meer weten beloof ik dat ik het je persoonlijk komt vertellen.”
Camille wou niet weg. Ze wou hier blijven, aanhoren wat ze besloten over het lot van haar broer. Toch knikte ze en stond op.
“Marc. Je gaat mee met Camille. Die wonden moeten verzorgd worden.”
Marc stond op bij de woorden van Létitia, boog kort voor haar en volgde Camille mee de zaal uit. Eenmaal de deur achter hen sloot kwam Kathe op hen af gelopen. Vlak voor Marc hield ze halt en bestudeerde hem van kop tot teen. Al snel trok ze dezelfde conclusie als Camille.
“Camille?” Ze klonk bezorgd. Camille forceerde een kleine glimlach op haar gezicht. Ze wist dat zij er even hard onder leed als Camille zelf, dus wou ze Kathe de pijn en bezorgdheid besparen.
“Hij is gevangen genomen. Ze zijn aan het overleggen hoe ze hem terug krijgen. Het komt vast goed.” Vanbinnen twijfelde ze over haar eigen woorden. “Ik moet Marc verzorgen. Daarna kom ik naar jou toe. Oké?” Camille wou niet dat ze meekwam. Ze wou Marc spreken, alleen. Ze wou zijn verhaal aanhoren. Kathe knikte en verdween in één van de gangen.
“Je houd je sterk voor haar. Dat is dapper.”
Camille wou dat Marc die woorden niet had gezegd. Het betekende enkel dat het werkelijk zo ernstig was als ze dacht. Zij en Marc begonnen richting de ziekenzaal te wandelen.
“Is er hoop?”
“Er is hoop. Ik heb enkel geen idee hoeveel. Als ze nu actie ondernemen is er nog hoop. Als ze een week wachten niet meer.”
“Wat is er gebeurt?” vroeg ze daarna.
“Dat kan ik je niet vertellen Camille, dat weet je.”
Camille keek opzij naar Marc. “We hebben het hier over mijn broer Marc. Ik heb het recht te weten wat er met hem gebeurt is.”
“Goed. We moesten een groep demonen lokaliseren. Ze teisteren al enkele weken een dorp hier enkele kilometers vandaan.”
“Demonen?” Camille slikte moeizaam. De gedachte aan demonen bezorgde haar de rillingen. Ze had nog maar enkele keren een demon gezien en die wezens waren meedogenloos. Er zat geen greintje goed in hen.
“We volgde hen al enkele dagen. Overdag, wanneer ze het minst actief waren besloten we hun kamp binnen te dringen om te zoeken naar iets dat ons zou kunnen vertellen wie hen de bevelen gaf. We hadden namelijk al lang een vermoeden dat die demonen voor iemand werkte. Ze waren ons echter te slim af, want het was een hinderlaag. Voor we het wisten waren we omsingeld. We probeerde te vechten, maar ze waren met teveel. Ik zag hoe ze Caleb en de anderen bewusteloos sloegen en meenamen. Echt waar Camille ik heb geprobeerd om tot bij hem te geraken, maar elke keer als ik er eentje wist te doden doken er twee nieuwe op. Ze dwongen me op mijn knieën en zeiden dat ik als boodschapper diende en moest zeggen tegen de zusters dat we het niet moesten wagen achter hen aan te komen. Ze sloegen me bewusteloos en toen ik wakker werd waren ze weg.”
Beelden van hoe het verlopen was schoten voor mijn ogen en deden mijn maag haast keren. Het moest vreselijk geweest zijn.
“Ik neem het je niet kwalijk Marc. Je deed wat je kon.” Ze wou vooral niet dat hij zich schuldig zou voelen, want daar had hij geen reden tot. Marc was altijd al een goede vriend van Caleb geweest en zou hem nooit zomaar achterlaten tenzij hij niet anders kon.
“Maar ik neem het mezelf wel kwalijk.”

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 10 apr 2013 19:07
door -Maaike-
Leuk onderwerp van je verhaal! Ben benieuwd waar het heen gaat.

Ik wil je aanraden in het vervolg kortere stukken te plaatsen, iets van 1 à 1,5 pagina. Het lezen op een scherm vergt veel concentratie en vaak haken lezers af als ze een lange lap tekst zien. En dat is zonde want je begin is leuk!
Daarnaast, probeer op een spannend punt te eindigen (ook wel cliffhanger genoemd), bijvoorbeeld op het punt, waar je tweede nieuwe alinea begint. Daarmee zou je veel lezers in spanning laten afwachten ;)

Verder heb je veel vragen opgeroepen en ik ben nieuwsgierig naar het vervolg. Ga zo door!

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 11 apr 2013 00:44
door lisbeth
Het spreekt me direct aan, verhalen met demonen enzo vindt ik altijd interessant :)
ik ga zeker je verhaal volgen ^^

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 11 apr 2013 09:37
door ElLeN.
Alvast bedankt voor de tips en de reacties :)
Ik zal de tips zeker en vast proberen toe te passen.

Hier is een stukje van het vervolg:


Camille begeleidde Marc de ziekenzaal in en liet hem op één van de bedden neerzitten. Terwijl ze al het nodige materiaal bijeen zocht begon Marc zijn gezicht al schoon te vegen met een natte handdoek.
“Hoe gaat het eigenlijk met jou?” vroeg Camille terwijl ze een doekje in warm water drenkte en voorzichtig de huid rond de snee begon schoon te vegen. De snee was niet erg diep, maar als hij niet verzorgd werd kon hij ontsteken en dat zou enkel narigheid met zich meebrengen.
“Het gaat wel. Enkele blauwe plekken en hier en daar een schram. Wat de emotionele schade betreft ….”
Camille keek op naar Marc. Zijn ogen stonden afwezig. Ze wou dat ze hem er van kon overhalen dat hij hier niet de schuld trof, maar wist dat hij hoe dan ook met zijn schuldgevoelens zou blijven zitten.
“We krijgen hem wel terug. Moeder zal de anderen wel overhalen dat ze hem moeten gaan halen.”
“Daar ben ik niet zo zeker van.”
“Hoezo?”
“Die demons trekken verder en het is zoizo al moeilijk om hun spoor te volgen. In een dag kunnen ze kilometers afleggen. We hebben geen idee waar ze nu zijn. Het is bijna onmogelijk hen te vinden. Voor de zusters maakt het niet uit dat er enkele wachters weg zijn. Ze gaan het leven van anderen niet op het spel willen zetten om die enkele wachters terug te vinden.”
Camille vergat door zijn woorden uit te kijken waar ze het doekje hield tot Marc een kreun van pijn liet horen.
“Sorry,” zei ze meteen en zette het verzorgen verder. Ze kon niet geloven dat ze Caleb en de anderen zomaar zouden achterlaten. Ze konden toch proberen?
“Er was iets gezegd over een demon die ze hebben gevangen. Weet hij niets?”
“Waarschijnlijk wel, maar hij wilt niets zeggen. Ze hebben hem naar de cellen genomen, maar hij wil blijkbaar geen woord kwijt over de groep en wat ze van plan zijn. Daarbij, volgens mij hoorde hij niet echt bij de groep gezien ze hem zomaar achterlieten”
“Maar als ze hem hebben achter gelaten dan moet hij zich toch verraden voelen?”
“Ja, maar hij blijft een demon en die doen er alles aan om ons dwars te zitten.”
Camille moest iets doen. Ze wist dat als ze de beslissing bij de zusters liet het zou eindigen zoals Marc voorspelde. Ze zouden beslissen dat hij het niet waard was en haar broer zou sterven, samen met de anderen die gevangen waren. De demon die hier was moest iets weten, dat kon niet anders. Als ze met de demon kon spreken, dan kon ze misschien informatie bij hem los krijgen. Ze kon enkel proberen.
“Camille.”
Ze werd uit haar gedachten gehaald en knipperde een paar keer met haar ogen om Marc haar bezorgd te zien bekijken.
“Ik ken die blik bij jou. Je wilt die demon gaan ondervragen is het niet?”
Soms vergat Camille dat Marc haar beter kende dan ze dacht. Ze ontkende niets, maar zei ook niet dat ze dat inderdaad van plan was. In de plaats van te antwoorden begon ze een verband op de snee te plakken zodat er geen vuil meer in kon dringen en de wonde kon genezen.
“Zo,” zei ze terwijl ze het resultaat bekeek en haar spullen begon op te ruimen.
Marc stond op van het bed en liep naar de deur van de ziekenzaal.
“Bedankt Camille,” zei hij nog toen hij zich in de deuropening naar haar toe draaide.
“Geen probleem Marc. Ga wat slapen, je zult wel moe zijn.”
Hij knikte en leek te vertrekken, maar hield toch nog halt.
“En Camille. Wees voorzichtig. Demons zijn enorm goede leugenaars.”
Camille keek hem wat vragend aan, maar begreep al snel waar hij op doelde. Hij wist wat ze van plan was en zou haar niet tegenhouden of verraden.

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 11 apr 2013 14:06
door -Maaike-
Ohooo, dat beloofd een gevaarlijk avontuur te worden :O Alleen een demon ondervragen kan weinig goeds voorspellen :P

De lengte van je bericht is nu prima ;) Houden zo!

Ga zo door!

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 12 apr 2013 11:01
door ElLeN.
Het volgende stukje:

Camille beende zo snel als ze kon langs de cellen heen. Ze waren allemaal leeg. De zusters hielden er niet van om gevangen te houden. Het gebeurde maar uitzonderlijk dat iemand langer dan een week bleef. Meestal gebruikte ze een spreuk die ervoor zorgde dat de crimineel al zijn herinneringen kwijt was en zo opnieuw kon beginnen. Persoonlijk was Camille niet echt voor die methode. Ze vond niet dat iemand het recht had om met de herinneringen van een persoon te knoeien. De kelder waar de cellen zich bevonden, bezorgde haar de rillingen. Ze kwam hier helemaal niet graag. Het rook er muf en overal om je heen was het vochtig en koud.

Bij de laatste cel hield ze halt. Het was te donker om de persoon die er zat te kunnen zien. Het enige dat Camille zag was een donkere gedaante die met zijn rug tegen de muur aan zat, zijn armen op zijn knieën leunend en zijn hoofd naar beneden hangend.
“Hé!” riep ze om zijn aandacht te trekken. Ze zag hoe zijn hoofd iets omhoog kwam, haar aankeek en daarna terug ging hangen.
“Ik spreek tegen je.” zei ze wat luider, maar vloekte in zichzelf dat haar stem hees klonk door de zenuwen. Het was niet dat ze bang was, maar het was het feit dat ze hier alleen was en het leven van haar broer af hing van een demon. Een wezen dat niet eens hoorde te bestaan.

“Goed voor jou.” Zijn stem klonk … normaal. Jonger en menselijker dan ze verwacht had. Camille moest toegeven dat ze nog nooit een demon had gezien. Als hulpje was het niet haar taak om zich te moeien met bovennatuurlijke zaken. Als ze zich moest baseren op boeken en mythes, dan zat er nu voor haar een monster met grote tanden en klauwen die gemaakt waren om te moorden. Haar broer had echter verteld dat je demons haast niet opmerkte wanneer ze zich onder de mensen begaven. Velen hadden de eigenschap om een menselijk gedaante aan te nemen.

“Ik wil dat je me zegt waar ze mijn broer naar toe hebben gebracht.” Camille kruiste haar armen over haar borst en nam een beschermende houding aan. Niet omdat ze echt het gevoel had dat ze bescherming nodig had, maar deze houding gaf haar een wat zelfverzekerder gevoel.
“Natuurlijk. Ze proberen dat antwoord al een hele dag uit me te slagen, maar omdat jij het zo lief vraag zal ik het jou meteen vertellen.”
Camille wist dat hij sarcastisch was en ze had niets anders kunnen verwachten van een demon. Daarbij geloofde ze niet dat ze hem sloegen. De zusters deden nooit aan lichamelijk geweld.
“Als je me verteld waar ze zijn dan geef ik aan jou wat je op dit moment het meeste verlangt.”
Zijn hoofd kwam terug omhoog en ze wist dat ze zijn interesse had gewekt.
“En wat mag dat dan zijn? Wat verlang ik het meest?”
“Je vrijheid.”

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 12 apr 2013 14:04
door -Maaike-
Heh cliffhanger xD Waarom had ik ook alsweer die tip gegeven, haha :P
Ben heel benieuwd wat de demon gaat doen, ik denk niet dat hij gelijk toehapt, dat zou te makkelijk zijn :roll:

Ga zo door!

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 13 apr 2013 12:27
door ElLeN.
LAten we zeggen dat hij het haar niet al te makkelijk gaat maken ;)
En nog een stukje. :)

Hij liet een lach horen. Niet een aangename lach die je hoorde wanneer iemand iets grappig vond, maar een spottende lach. Hij wist dat ze hem zijn vrijheid niet kon geven.
De demon kroop recht en kwam op haar af gewandeld. Camille wist dat er een tralies tussen hen in stond, maar ze zette toch een stap naar achteren zodat ze op een veilige afstand stond van de tralies. Het was niet dat ze bang was voor de demon, zeker niet als hij zich in een cel bevond. Het was enkel dat hij haar het gevoel gaf dat hoewel hij een gevangene was, hij toch de bovenhand had in dit gesprek. Niet dat er een echt gesprek aan de gang was.
Het eerste dat ze van hem zag waren zijn lange smalle vingers die zich om de tralies sloten. Zijn knokels zagen er gekneusd uit, met sporen van opgedroogd bloed. Of het zijn bloed was, was voor haar de vraag. De rest van hem was nog steeds omsloten door de duisternis.
“En waarom zou ik je vertrouwen? Ik voorspel dat als ik je het antwoord geef je me hier gewoon gaat laten rotten.”
Hij legde zijn voorhoofd tegen de tralies en zijn gezicht werd nu zichtbaar. Hij zag er anders uit dan Camille verwacht had. Zijn stem had jong geklonken, maar toch met een zware ondertoon waardoor ze zich een kast van een persoon had voorgesteld. Rond de twee meter had ze hem voorgesteld met een lichaam dat enkel bestond uit spieren, een stel tanden die bruin waren gekleurd door het ongezonde voedsel en haren die vettig en ongewassen langs zijn gezicht hingen. Haar broer mocht haar dan verteld hebben dat ze een menselijk gedaante konden aannemen, Camille dacht dat die menselijke gedaante op zich ook onaantrekkelijk zou zijn. Een demon was en zou een demon blijven. In mensen vorm of niet. Niets was echter minder waar. Het licht van de fakkel aan de muur achter haar liet een gloed van goud, koper licht over zijn gezicht vallen. Voor haar stond een jonge man van rond de twintig jaar oud. Hij was inderdaad groot, ze schatte rond de 1 meter en iets in de tachtig of negentig. Hij was niet zo breed als ze gedacht had, eerder slank. Zijn gezicht zou door sommige vrouwen als knap beschreven worden, maar voor Camille stonden zijn junkbeenderen en kaaklijn daarvoor te fel af tegen de rest van zijn gezicht en waren zijn lippen te vol. Wat haar op dit moment het ergste ergerde aan zijn gezicht waren zijn ogen, of beter gezegd de manier waarop hij haar aankeek. Hij keek haar aan met een blik die haar het gevoel gaf dat ze naakt voor hem stond.

“Omdat… omdat ik het beloof.” Zei ze snel en herstelde haar houding in de hoop zelfverzekerder over te komen.
“En daar ben ik vet mee. Sorry, maar tenzij je me kan bewijzen dat je je belofte zal nakomen zeg ik niets. Waarom wil je trouwens weten waar ze de gevangenen naar toe brengen?”
Bewijs. Camille zag niet in hoe ze bewijs kon leveren dat ze haar belofte zou nakomen. Tenzij hij wou dat ze hem eerst vrijliet vooraleer hij haar zou beantwoorden.
“Eén van de gevangenen is mijn broer en ik laat hem niet zomaar doden gewoon omdat niemand hier de moed heeft om hem te gaan halen.”
De mondhoeken van de demon trokken omhoog tot een grijns en dit gaf hem een sinistere uitdrukking.
“En wie is je broer?”
Camille zag niet in wat hij met die informatie kon doen.
“Wie weet kan ik je zeggen wat hun plannen met hem zijn als je me een naam geeft.”
Nu was hij diegene die haar aandacht had.
“Caleb.”
“Caleb hoe?”
“Caleb Prior.”
Zijn donkerbruine ogen vernauwde zich en de grijns die eerder nog op zijn gezicht had gestaan verdween als sneeuw voor de zon.

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 16 apr 2013 16:16
door ElLeN.
“Wat?” vroeg ze meteen. De naam van haar broer had duidelijk iets betekend voor de demon en Camille wou weten wat.
De demon duwde zich af van de tralies en verdween terug in de duisternis van de cel.
“Je broer is dood. Als je slim bent dan rouw je om zijn dood en ga je verder met je leven.”
“Nee. Hij is niet dood.” Als er iets was waar ze zeker van was, dan was het wel dat haar broer nog leefde. “Weet je waar ze hem naar toe brengen?”
Het bleef stil. Alsof de demon had besloten dat het gesprek hier geëindigd was.
“Wat als ik je kan beloven dat je uit deze cel mag als jij me naar mijn broer brengt. Zodra ik hem heb gezien beloof ik dat je mag gaan.” Camille wist dat als ze deze demon bevrijdde ze niet meer welkom zou zijn bij de zuster. Op dit moment kon haar dat dan ook weinig schelen. Ze wou gewoon haar broer terug hebben. Levend.
“En hoe wou je dat dan wel doen?” De stem was dichtbij, dus hij moest nog steeds dicht bij de tralies staan.
“Ooit gehoord van een gelofte?”
Opnieuw diezelfde lach en zijn gezicht kwam terug in het licht.
“Het spijt me, maar ik ben niet dom. Ik ga geen gelofte zweren aan de eerste de beste persoon. ”
“Volgens mij is dit je enige oplossing. Je keuzes zijn beperkt demon.” Camille wist niet of ze hier wel goed aan deed. Een gelofte was niet zomaar iets. Het was hetgene dat een zuster en een wachter deden wanneer ze aan elkaar beloofd waren. Elke gelofte kon over eender wat gaan. Het was een soort onbreekbare overeenkomst die gemaakt werd. Zoals een contract, maar dan enkel niet op papier. Een gelofte tegenwerken zou de dood betekenen.
“Matthew”
“Matthew?”
“Mijn naam is Matthew, niet demon.”
Matthew. Camille vond het een erg … menselijke naam.
“Dus Matthew … stem je er mee in of niet?”

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 17 apr 2013 22:58
door lisbeth
ben benieuwd of Matthew het gaat doen of niet :)
is echt een interessant verhaal ^^

Re: Bound (Gebonden)

Geplaatst: 18 apr 2013 17:07
door ElLeN.
Bedankt. Het doet me een plezier om te zien dat er een paar dit verhaal volgen. Het geeft me de moed om verder te schrijven. Normaal stop ik altijd na de proloog of de eerste paar zinnen.
Hier is het volgende stukje:

“En waarom zou ik je hierin willen helpen? Wie weet rot ik liever weg in deze cel dan dat ik jou help.”
Camille haar mondhoek trok iets naar boven tot een grijns. Het gevoel dat hij de macht had in de gesprek was verdwenen. Het was haar duidelijk geworden dat Matthew geen kant op kon en zij hier misbruik van kon maken.
“Heb je enig idee waarom alle andere cellen leeg zijn?”
De handen van Matthew sloten zich opnieuw rond te tralies en hij drukte zijn voorhoofd er tegen aan zodat hij Camille beter kon bekijken.
“Waar wil je hier naar toe gaan?”
“Ik wil je een keuze geven.”
“En wat mag die keuze dan wel zijn?”
“Oftewel sla je mijn voorstel af en komt er volgende week een zuster naar je toe om je geheugen te ‘herprogrammeren’ en bent je al je herinneringen kwijt en wordt gewoon menselijk. Je andere keuze is dat je mijn aanbod aanneemt, mijn broer helpt zoeken en daarna je vrijheid krijgt.”

Camille kon zien hoe de spieren in zijn kaken zich verstrakte en ervoor zorgde dat zijn junkbeenderen nog meer uitstaken. Dit vertelde haar dat Matthew wist dat hij geen kant op kon. Zij had deze strijd gewonnen.
“Je dacht toch niet dat de zusters je hier gewoon zouden laten zitten?”
Hij dacht wel dat de Zusters hem hier zouden laten wegrotten. Camille kon het zien aan de uitdrukking en de blik in zijn ogen. Hij had er op gerekend dat hij hier vast zou blijven zitten en … iemand hem uiteindelijk zou komen halen. Nu was het aan haar om te lachen.
“Je hoopte dat iemand je zou komen redden.”
Matthew zijn ogen schoten naar haar en zijn blik was alles behalve vriendelijk.
“Ik heb gehoord wat er met je gebeurt is. Je bent gewoon achtergelaten door hen. Als ze iets om je gaven dan hadden ze je toen wel meegenomen en niet achtergelaten alsof je niets waard was.”
Zijn knokels werden wit door dat hij de tralies steviger vast nam.

“Dus wat wordt het?” vroeg ze terwijl ze Matthew zijn gezicht bestudeerde. In één vlaag leek alle emotie van zijn gezicht te verdwijnen, draaide hij zich om en verdween terug in de duisternis. Er kwam niets anders dan stilte. Goed, dan moest hij het zelf maar weten. “Ik kom deze avond terug. Zorg dat je tegen dan weet of je kiest voor mijn voorstel of niet.” Zonder verder nog iets te zeggen beende Camille weg. Weg uit de kelder.