Red Rose
Geplaatst: 08 apr 2012 18:46
Een heel korte one-shot die ik gisteravond heb geschreven omdat ik een vaag idee had van een begin en het einde. Het middendeel kwam er eigenlijk automatisch bij. Zelf vind ik het een beetje vaag, maar een paar vriendinnen van me vonden het een goed verhaal. Hopelijk denken jullie er hetzelfde over. Feedback of gewoon reactie zijn meer dan welkom, heel motiverend.
Water kon rimpelen door slechts een zachte bries. Net zoals mijn leven was gerimpeld door een simpel handgebaar van een jongen. Een hand met een klein buisje levensgevaarlijke drugs. De beweging die een einde bracht aan het leven van mijn zus. Ze had niets doorgehad en vrolijk gefeest en gedronken. Haar vriendinnen hadden op haar drankje gelet, dus wat kon er gebeuren? Zij waren toch wel te vertrouwen?
Dat ene moment dat hun aandacht was verslapt was genoeg geweest.
Naar hun zeggen was het geen knappe jongen geweest, net zo min als mijn zus knap was geweest. Hij moest zich wanhopig gevoeld hebben, gefrustreerd.
GHB was makkelijk om te maken, vertelde de politie ons later. Het droeg als bijnaam 'partydrug' en deed die naam eer aan. Hoewel het steeds vaker thuis werd gebruikt waren er nog steeds jongeren die er misbruik van maakten. Zoals deze jongen. Hij was inmiddels opgepakt en veroordeeld worden voor doodslag. Geen moord, dan zou hij opzettelijk een overdosis hebben gebruikt. Maar hij was nieuw in het vak en had per ongeluk teveel drugs in het drankje gedaan. En per ongeluk ging mijn zus daardoor dood aan een overdosis.
De vroegste herinnering met haar was van toen ik ongeveer vier jaar oud was. We hadden ruzie om iets kleins - een pop die op magische wijze verdwenen was. Ik beschuldigde haar ervan hem gestolen te hebben, waarop zij dat natuurlijk ontkende en begon te bekvechten. Het liep al snel uit op klappen uitdelen, totdat onze moeder tussen beiden besloot te komen en ons uit elkaar haalde. Een paar blauwe plekken waren de enige gevolgen van de ruzie. De pop werd pas jaren later teruggevonden achterin een kast.
Ze was drie jaar ouder geweest dan ik. Zeventien jaar was ze geweest op de dag dat ze stierf. Volwassenheid werd haar nooit gegeven. Was er een hogere macht die besloten had haar tot zich te nemen? Of was het puur toeval geweest en had zij de pech uitgekozen te worden voor de helse praktijken?
Zelf was ik nu zeventien en ik dacht nog dagelijks aan haar. We hadden nooit een echt goede band gehad. Andere meisjes hadden wel eens ruzie met hun oudere zus, maar ik kon daar nooit over meepraten. Op één of andere manier konden we gewoon niet gesprekken voeren of de ander aanvoelen. Alsof we elkaar iedere dag opnieuw moesten leren kennen, zo voelde het toen. Die ruzie om de pop was een uitzondering geweest, één van de weinige tekenen van een echte zussenrelatie.
We leken te veel op elkaar. Beiden waren het liefste alleen, op een plek waar we niet hoefden te praten.
Toch had ik onvoorwaardelijk van haar gehouden en waarschijnlijk was die liefde wederzijds geweest.
Niemand uit mijn klas wist dat ik ooit een zus had gehad. Ik had weinig vrienden in de eerste twee klassen van de middelbare school. Geen mens om te vertellen dat ik een oudere zus had.
Zeventien. Over twee maanden zou ik achttien worden, een leeftijd die zij nooit had mogen bereiken.
Mijn hand reikte uit en haalde de verwelkte bloemen uit de vaas. Voorzichtig zette ik er nieuwe in, rozen dit keer. Rozen, met de kleur van bloed.
Ik gooide de andere bloemen weg en knielde bij de grote, marmeren steen. Mijn vingertoppen streken over het gladde gesteente en mijn mond opende zich. "Gefeliciteerd met je verjaardag."
Water kon rimpelen door slechts een zachte bries. Net zoals mijn leven was gerimpeld door een simpel handgebaar van een jongen. Een hand met een klein buisje levensgevaarlijke drugs. De beweging die een einde bracht aan het leven van mijn zus. Ze had niets doorgehad en vrolijk gefeest en gedronken. Haar vriendinnen hadden op haar drankje gelet, dus wat kon er gebeuren? Zij waren toch wel te vertrouwen?
Dat ene moment dat hun aandacht was verslapt was genoeg geweest.
Naar hun zeggen was het geen knappe jongen geweest, net zo min als mijn zus knap was geweest. Hij moest zich wanhopig gevoeld hebben, gefrustreerd.
GHB was makkelijk om te maken, vertelde de politie ons later. Het droeg als bijnaam 'partydrug' en deed die naam eer aan. Hoewel het steeds vaker thuis werd gebruikt waren er nog steeds jongeren die er misbruik van maakten. Zoals deze jongen. Hij was inmiddels opgepakt en veroordeeld worden voor doodslag. Geen moord, dan zou hij opzettelijk een overdosis hebben gebruikt. Maar hij was nieuw in het vak en had per ongeluk teveel drugs in het drankje gedaan. En per ongeluk ging mijn zus daardoor dood aan een overdosis.
De vroegste herinnering met haar was van toen ik ongeveer vier jaar oud was. We hadden ruzie om iets kleins - een pop die op magische wijze verdwenen was. Ik beschuldigde haar ervan hem gestolen te hebben, waarop zij dat natuurlijk ontkende en begon te bekvechten. Het liep al snel uit op klappen uitdelen, totdat onze moeder tussen beiden besloot te komen en ons uit elkaar haalde. Een paar blauwe plekken waren de enige gevolgen van de ruzie. De pop werd pas jaren later teruggevonden achterin een kast.
Ze was drie jaar ouder geweest dan ik. Zeventien jaar was ze geweest op de dag dat ze stierf. Volwassenheid werd haar nooit gegeven. Was er een hogere macht die besloten had haar tot zich te nemen? Of was het puur toeval geweest en had zij de pech uitgekozen te worden voor de helse praktijken?
Zelf was ik nu zeventien en ik dacht nog dagelijks aan haar. We hadden nooit een echt goede band gehad. Andere meisjes hadden wel eens ruzie met hun oudere zus, maar ik kon daar nooit over meepraten. Op één of andere manier konden we gewoon niet gesprekken voeren of de ander aanvoelen. Alsof we elkaar iedere dag opnieuw moesten leren kennen, zo voelde het toen. Die ruzie om de pop was een uitzondering geweest, één van de weinige tekenen van een echte zussenrelatie.
We leken te veel op elkaar. Beiden waren het liefste alleen, op een plek waar we niet hoefden te praten.
Toch had ik onvoorwaardelijk van haar gehouden en waarschijnlijk was die liefde wederzijds geweest.
Niemand uit mijn klas wist dat ik ooit een zus had gehad. Ik had weinig vrienden in de eerste twee klassen van de middelbare school. Geen mens om te vertellen dat ik een oudere zus had.
Zeventien. Over twee maanden zou ik achttien worden, een leeftijd die zij nooit had mogen bereiken.
Mijn hand reikte uit en haalde de verwelkte bloemen uit de vaas. Voorzichtig zette ik er nieuwe in, rozen dit keer. Rozen, met de kleur van bloed.
Ik gooide de andere bloemen weg en knielde bij de grote, marmeren steen. Mijn vingertoppen streken over het gladde gesteente en mijn mond opende zich. "Gefeliciteerd met je verjaardag."