
------------------------------------------------------------------------------------------------------
Heel de school gonst van het nieuws dat er vreemdelingen in de stad zijn komen wonen. Iedere leerling heeft het er over, waaronder ook de vriendinnen van Hanna.
“Wat is er nu zo vreemd aan mensen die hier in de stad komen wonen?” vraagt Hanna die zich bij haar vriendinnen zet.
“Het zijn vreemdelingen.”
“Ja en? Er wonen hier wel meer vreemdelingen.”
“Maar dit zijn echte vreemdelingen.” Hanna kijkt haar twee vriendinnen niet begrijpend aan.
“Ze zijn in ‘het’ huis gaan wonen.” Fluistert Rita en Hanna moet grinniken van de serieuze gezichten.
“Dat is niet om te lachen en dat weet je.”
“Kom op zeg, dat voorval is al bijna dertig jaar geleden gebeurt.”
“Men zegt dat het er spookt.”
“Liza, hoe vaak moet ik nog zeggen dat spoken niet bestaan?”
“Ze bestaan wel, waarom zouden die verhalen er anders zijn?” Hanna zucht.
“Die zijn er omdat mensen dat huis binnen gegaan waren en omdat ze bang waren zagen ze dingen die er totaal niet waren. Mensen hun verbeelding speelt vaak met hen als ze bang zijn.”
“Toch spookt het er.” Zegt Liza koppig, zo als altijd. Dan gaat de bel en begint de les, maar tijdens de les gaan Hanna’s gedachten toch naar de vreemdelingen en het huis met zijn vreselijke geschiedenis. Ze heeft het zelf van haar grootvader gehoord toen ze nog jong was. Ze had er nachtmerries van gehad, maar nu vraagt Hanna zich af hoe het echt was gegaan.
Volgens haar grootvader had er een gezin in gewoond met drie kinderen, twee jongens en één meisje. Ze waren best wel rijk, want ze hadden bediendes en de kinderen kregen thuis les van een privé leerkracht. Ondanks dat waren ze vaak in de stad en ze waren geliefd bij de mensen en ze leefde er vredig, tot op die ene avond. De bediendes vonden de ouders en hun dochter dood, alle drie onthoofd, maar van de twee jongens was er geen spoor en tot op de dag van vandaag weet niemand wie de dader is en waar de jongens heen waren.
Vanwege dat durfde er jaren niemand daar te wonen en stil aan gingen er geruchten rondt dat de moeder daar rondt spookt op zoek naar haar twee vermiste zoons, wat natuurlijk onmogelijk is want spoken bestaan niet. Hanna wordt op eens ruw uit haar gedachten geschud door dat er een boek hard op haar lessenaar knalt. Geschrokken staart ze naar de wat boos kijkende leerkracht voor haar.
“U laat me verschieten meneer.”
“Dat zou niet gebeuren als je oplet, geef nu maar eens antwoordt op de vraag die ik stelde.”
“Ehm, wat was de vraag?”
“In welk jaar is Napoleon geboren?”
“Weet ik niet.” Hanna kijkt geboeid hoe de linker wenkbrauw van meneer Streaf omhoog schiet. Steeds wanneer ze het ziet vraagt ze zich af hoe die dat doet.
“Als je dat niet weet betekend dat dus dat je je huiswerk niet gemaakt hebt?”
Stomkop, schiet er door Hanna’s hoofd heen. Ze was helemaal vergeten dat ze die taak hadden. Nou ja, vergeten was niet echt juist, ze moesten een stom boek lezen over de levensweg van Napoleon wat vreselijk saai was.
Snel iets verzinnen Hanna...
“Oh dat boek, ik was er aan begonnen meneer maar toen heeft mijn hond het ergens in de tuin begraven.” Nu ziet Hanna hoe de linker wenkbrauw weer naar beneden gaat en nu kijkt meneer Streaf echt boos.
“Na de les wil ik je spreken.” Hij draait zich om en gaat verder met de les, maar al snel dwalen Hanna’s gedachten weer af.
Wanneer Hanna eindelijk op de speel koer komt haasten haar vriendinnen zich naar haar.
“En wat is het deze keer?”
“Drie boeken lezen en van elk een opstel van tien pagina’s. Die gaat er nog eens voor zorgen dat ik een napoleon zombie wordt.” Bromt Hanna.
“Dat komt er van, als je gewoon dat boek had gelezen had je dit niet gekregen.”
“Wie leest er nu zulke saaie boeken? Ik was er echt in begonnen maar viel toen in slaap bij de eerste drie regels.”
“Zo saai was het nu niet hoor.” Hanna en Rita kijken tegelijk naar Liza die vragend terug kijkt.
“Wat?”
“jij bent echt vreemd.” Lacht Hanna en veranderd dan van onderwerp.
“Zeg ik ga na school naar dat huis.”
“En dan noem je mij vreemd.”
“Ik wil die mensen wel eens zien.”
“Dan ga je zonder mij, ik zet geen stap in dat spookhuis.” Hanna kijkt naar Rita, maar die schudt ook van nee.
“Ik heb dans na school en mijn moeder brengt me.”
“Jammer, dan ga ik wel alleen.” De rest van de dag proberen haar vriendinnen haar van gedachten te veranderen, maar niets helpt en dus gaat Hanna na school richting het spookhuis.