Adams vrouw
Geplaatst: 03 aug 2013 20:37
Nja, spreekt voor zich, denk ik. En wat porno voor Chris, natuurlijk, want die kwam blijkbaar wat te kort. ;p
Ik heb het eigenlijk juist geschreven, omdat ik de deadline wilde halen, maar ik ben toch iets (niet veel hoor ;p) laat. Het kan dus zij dat er wat foutjes in staan...
____
‘Wij zijn uit dezelfde klei gemaakt, Adam!’ zei Lilith verontwaardigd. ‘Je hoort me als een gelijke te behandelen!’
Een man en een vrouw, respectievelijk Adam en Lilith, stonden in een kleine open plek, omringd door bomen. Beiden waren naakt, aangezien het Hof van Eden volmaakt was, net zoals de beide mensen. Enkele dieren hadden zich rondom hen verzameld, op de bosgrond, of in een boom. Hier stond een vos, daar een raaf… Hoewel er ook enkele prooien waren voor de vos, joeg hij niet op ze: hij keek vleiend naar de zwarte vogel.
De jonge vrouw trilde over haar hele lichaam. In haar ooghoeken glinsterde water, zodat ze moest knipperen. Ze dwong zichzelf om niet te huilen en balde haar vuisten. Haar nagels drongen in de huid van haar palmen. Er ontstonden ondiepe sneeën en daarin verzamelde zich bloed. De rode vloeistof sijpelde langzaam en onregelmatig uit enkele van de verwondingen. De druppels glinsterden, alsof het robijnen tranen waren, ter vervangen van het zoute water dat haar ogen niet verliet. Door de pijn gingen haar armen harder schokken.
Adam lachte alleen denigrerend; zijn mondhoeken vormden een minachtende grijns.
De vrouw maakte aanstalten om iets te zeggen, maar haar onderlip begon gewoon te trillen. Haar ogen waren met haat (en tranen) gevuld en ze wierp hem giftige blikken toe. Ze zou dat echter alleen kunnen gebruiken, als ze een slang of een ander giftig dier was.
De vrouw draaide zich abrupt om en wandelde eerst voort; ze voelde Adams ogen op haar rug, of al dan niet wat lager. Toen dat gevoel verdween (en ze dus uit ‘s mans blikveld verdwenen was), begon ze te rennen. Haar lichaam schampte vaak doornen en takken, en meer dan eens raakten haar voetzolen iets scherps. Toen ze iets nats over haar wangen voelde lopen, kon het haar niet eens schelen of dat water of bloed was. Een enkele gedachte had haar volledig overgenomen.
Ze haatte Adam.
God gaf Lilith vleugels, en daarmee vloog ze weg van het Aardse Paradijs, weg van Adam. Dat bleef zo voor een lange tijd, totdat ze hoorde dat God een nieuwe vrouw voor Adam had gemaakt, uit één van zijn ribben…
Een regelmatige, snelle vleugelslag, bracht Lilith terug naar het Hof van Eden. Hoewel ze vroeger geen kleren had gedragen, hield ze een rode jurk in haar armen, die ze stevig tegen haar borst aan drukte. (Ze kon de jurk alleen dragen, als ze haar vleugels rond haar lichaam boog en dus niet tijdens het vliegen.) Haar lichaam volgde de stotende bewegingen van het vliegen: op en neer, op en neer…
Toen ze het Aardse Paradijs uiteindelijk bereikte, bekeek ze Adam en zijn nieuwe vrouw, Eva. Haar ex-man deed met dat tutje wat hij ooit met haar had gedaan, beleefde dezelfde pleziertjes. Het enige verschil was dat Eva alles gewillig onderging. Lilith zag figuurlijk groen van jaloezie en letterlijk rood van woede.
Terwijl het koppel deed wat het eerder ook aan het doen was, ging Lilith op zoek naar de verboden boom. Vroeger had God haar en Adam verboden de vruchten ervan te eten. Dus dan mag Eva dat ook niet…
De boom stond nog steeds op dezelfde plek: op de aard waaruit God ook hen had gemaakt. Ze strekte haar hand uit om de vrucht te plukken, zodat haar rode gewaad wat open viel. Trots bekeek ze haar “vangst”, terwijl ze de rode stof haar borsten weer liet bedekken.
Het duurde lang voordat Eva Adam verliet. Al die tijd wachtte Lilith geduldig. Zodra de huidige vrouw van Adam Liliths schuilplaats passeerde, sprak ze haar slissend toe, alsof ze een slang was; ze was er zich van bewust dat Eva alleen haar glanzende, giftige blik kon zien.
‘Sag, jongesame,’ zei ze. ‘Gaas allesss goes?’
‘Hum…’ Eva keek verlegen en bang in de bosjes; ze zag er daadwerkelijk als een prooi uit. ‘Wie bent u?’
‘Ik ben een ssslang, jongesame,’ antwoordde Lilith. ‘Sas isss een seer ssslim dier…’
‘Een ssslang?’
‘Ja, kins…’ Een geniepige glimlach tekende zich op Lilith’s gezicht. ‘Mag ik je was raas geven?’
‘Eh…’
Lillith rolde de vrucht vanonder het struikgewas naar Eva’s voeten. Het fruit glom geel-rood-oranje. ‘Neem saar maar een hapje van, kins.’
‘Maar… Is dat niet de verboden…’
‘Wees je waarom Gos je sas verbosen heefs?’
‘Nee…’
‘Sosas jullie nies meer machs san hij sousen krijgen,’ verklaarde Lilith. ‘Echs waar, als je sie vruchs ees, kan Gos nies soen…’
Eva bracht de vrucht wat dichter naar haar mond en zette haar tanden erin. Dat domme kins, dacht Lilith. Ach, nu moet ik het slissen onsleren!
Ik heb het eigenlijk juist geschreven, omdat ik de deadline wilde halen, maar ik ben toch iets (niet veel hoor ;p) laat. Het kan dus zij dat er wat foutjes in staan...
____
‘Wij zijn uit dezelfde klei gemaakt, Adam!’ zei Lilith verontwaardigd. ‘Je hoort me als een gelijke te behandelen!’
Een man en een vrouw, respectievelijk Adam en Lilith, stonden in een kleine open plek, omringd door bomen. Beiden waren naakt, aangezien het Hof van Eden volmaakt was, net zoals de beide mensen. Enkele dieren hadden zich rondom hen verzameld, op de bosgrond, of in een boom. Hier stond een vos, daar een raaf… Hoewel er ook enkele prooien waren voor de vos, joeg hij niet op ze: hij keek vleiend naar de zwarte vogel.
De jonge vrouw trilde over haar hele lichaam. In haar ooghoeken glinsterde water, zodat ze moest knipperen. Ze dwong zichzelf om niet te huilen en balde haar vuisten. Haar nagels drongen in de huid van haar palmen. Er ontstonden ondiepe sneeën en daarin verzamelde zich bloed. De rode vloeistof sijpelde langzaam en onregelmatig uit enkele van de verwondingen. De druppels glinsterden, alsof het robijnen tranen waren, ter vervangen van het zoute water dat haar ogen niet verliet. Door de pijn gingen haar armen harder schokken.
Adam lachte alleen denigrerend; zijn mondhoeken vormden een minachtende grijns.
De vrouw maakte aanstalten om iets te zeggen, maar haar onderlip begon gewoon te trillen. Haar ogen waren met haat (en tranen) gevuld en ze wierp hem giftige blikken toe. Ze zou dat echter alleen kunnen gebruiken, als ze een slang of een ander giftig dier was.
De vrouw draaide zich abrupt om en wandelde eerst voort; ze voelde Adams ogen op haar rug, of al dan niet wat lager. Toen dat gevoel verdween (en ze dus uit ‘s mans blikveld verdwenen was), begon ze te rennen. Haar lichaam schampte vaak doornen en takken, en meer dan eens raakten haar voetzolen iets scherps. Toen ze iets nats over haar wangen voelde lopen, kon het haar niet eens schelen of dat water of bloed was. Een enkele gedachte had haar volledig overgenomen.
Ze haatte Adam.
God gaf Lilith vleugels, en daarmee vloog ze weg van het Aardse Paradijs, weg van Adam. Dat bleef zo voor een lange tijd, totdat ze hoorde dat God een nieuwe vrouw voor Adam had gemaakt, uit één van zijn ribben…
Een regelmatige, snelle vleugelslag, bracht Lilith terug naar het Hof van Eden. Hoewel ze vroeger geen kleren had gedragen, hield ze een rode jurk in haar armen, die ze stevig tegen haar borst aan drukte. (Ze kon de jurk alleen dragen, als ze haar vleugels rond haar lichaam boog en dus niet tijdens het vliegen.) Haar lichaam volgde de stotende bewegingen van het vliegen: op en neer, op en neer…
Toen ze het Aardse Paradijs uiteindelijk bereikte, bekeek ze Adam en zijn nieuwe vrouw, Eva. Haar ex-man deed met dat tutje wat hij ooit met haar had gedaan, beleefde dezelfde pleziertjes. Het enige verschil was dat Eva alles gewillig onderging. Lilith zag figuurlijk groen van jaloezie en letterlijk rood van woede.
Terwijl het koppel deed wat het eerder ook aan het doen was, ging Lilith op zoek naar de verboden boom. Vroeger had God haar en Adam verboden de vruchten ervan te eten. Dus dan mag Eva dat ook niet…
De boom stond nog steeds op dezelfde plek: op de aard waaruit God ook hen had gemaakt. Ze strekte haar hand uit om de vrucht te plukken, zodat haar rode gewaad wat open viel. Trots bekeek ze haar “vangst”, terwijl ze de rode stof haar borsten weer liet bedekken.
Het duurde lang voordat Eva Adam verliet. Al die tijd wachtte Lilith geduldig. Zodra de huidige vrouw van Adam Liliths schuilplaats passeerde, sprak ze haar slissend toe, alsof ze een slang was; ze was er zich van bewust dat Eva alleen haar glanzende, giftige blik kon zien.
‘Sag, jongesame,’ zei ze. ‘Gaas allesss goes?’
‘Hum…’ Eva keek verlegen en bang in de bosjes; ze zag er daadwerkelijk als een prooi uit. ‘Wie bent u?’
‘Ik ben een ssslang, jongesame,’ antwoordde Lilith. ‘Sas isss een seer ssslim dier…’
‘Een ssslang?’
‘Ja, kins…’ Een geniepige glimlach tekende zich op Lilith’s gezicht. ‘Mag ik je was raas geven?’
‘Eh…’
Lillith rolde de vrucht vanonder het struikgewas naar Eva’s voeten. Het fruit glom geel-rood-oranje. ‘Neem saar maar een hapje van, kins.’
‘Maar… Is dat niet de verboden…’
‘Wees je waarom Gos je sas verbosen heefs?’
‘Nee…’
‘Sosas jullie nies meer machs san hij sousen krijgen,’ verklaarde Lilith. ‘Echs waar, als je sie vruchs ees, kan Gos nies soen…’
Eva bracht de vrucht wat dichter naar haar mond en zette haar tanden erin. Dat domme kins, dacht Lilith. Ach, nu moet ik het slissen onsleren!