Pagina 1 van 1

Box of Chocolates

Geplaatst: 10 aug 2013 22:08
door Little_Miss_Perfect
Ik ben vandaag teruggekomen van mijn vakantie in Frankrijk en in Frankrijk vloeide de inspiratie ineens rijkelijk, dus ben ik maar weer begonnen met schrijven. Ik hoop dat het bevalt, persoonlijk vind ik dit een van mijn fijnst lopende verhalen op ASR na natuurlijk, hoewel dat verhaal op dit moment muurvast staat. (:

Veel plezier met lezen! Ik hou van uitgebreide feedback, ik ben er verslaafd aan, dus als je eens een rotbui heb mag je mijn verhaal wel uit gaan pluizen om af te blazen. Graag zelfs. <3


- 1. -


Het is niet zo dat ik ben opgegroeid als een verwend kreng, dat alles maar krijgt wat haar hartje begeert. Nee, integendeel; ik kan me niet herinneren dat mijn ouders me iets hebben geschonken zonder dat ik er lang en met veel zorgvuldigheid om heb moeten bedelen.
Het voordeel daarvan is, dat ik nooit de kans heb gehad om arrogant te doen over mijn nieuwe aankopen, want tegen de tijd dat ik het voor elkaar kreeg dat mijn ouders hun bodemloze portemonnee eindelijk voor me openden, was het gewenste item al niet meer ‘in’. Ik kreeg en krijg nog steeds alleen de dingen die zij echt nuttig vinden.
Achteraf ben ik mijn ouders daar erg dankbaar voor, want toen ik eenmaal beschikking kreeg over het geld dat mijn ouders door de jaren heen voor me apart hebben gezet – en dat is een enorm bedrag – had ik geleerd mijn geld niet meteen roekeloos te verspillen. En dat is geen overbodige luxe, omdat ik vaak genoeg zie, dat andere meisjes en jongens van mijn leeftijd, die zich ook in onze kringen ophouden, hun geld onbedachtzaam over de balk smijten. Blijkbaar hebben zij niet in de gaten dat rijkdom niet onuitputtelijk is. Dat is er bij mij thuis wel ingestampt...
‘Thuis’ is officieel Engeland. Even buiten Londen bezitten mijn ouders een vreselijk groot landgoed met een behoorlijk landhuis en uitgestrekte velden. Ik ben er zeker van dat we op het hele terrein, dat ook nog een groot stallenblok heeft en wat traingelegenheden voor de paarden biedt, wel tien grote weeshuizen kunnen neerzetten.
Maar we zijn daar bijna nooit, mijn ouders en ik. Mijn vader komt uit een legendarisch geslacht van succesvolle zakenmensen. Zijn naam is Matthew Oliver en je hoeft die naam in de zakenwereldtop alleen maar te laten vallen en ze behandelen je als een god – wat denk ik wel uitlegt dat mijn vader een behoorlijk item is. Ook de naam van mijn moeder heeft veel bekendheid. Rosamunde Oliver – Hansse, een Zwitserse van origine.
Toen zij op haar negentiende door haar Zwitserse, hoogstaande ouders naar de Universiteit van Oxford werd gestuurd, om voor accountant of iets dergelijks te studeren, ontmoette ze natuurlijk mijn vader, die daar voor hetzelfde doel was. En hoewel ze elkaar nauwelijks konden volgen door hun verschil in taal, werd al wel snel duidelijk dat ze zoiets als aan elkaar voorbestemd waren. Ze trouwden binnen drie jaar en al snel voegde ik me bij de familie.
Vier jaar was ik, toen mijn ouders me van het ene land naar het andere begonnen te slepen. Toen de leerplicht eenmaal voor me in ging, reisde er gewoon een privé-lerares met ons mee. En omdat ik niet beter wist, vond ik het allemaal goed.
Ik heb in mijn zeventien jaar meer hotels aan de binnenkant gezien dan goed voor me kan zijn. Er is geen land op de wereld, waarvan ik kan zeggen: “Daar wil ik echt een keer naartoe!” of: “Daar ben ik nog nooit geweest.”
Toch gaat er niets boven onze villa hier in Engeland. Ik vind het onverhuld jammer dat we hier eigenlijk alleen in de wintermaanden komen, van ongeveer begin november tot eind februari. Want het gevoel dat mij overspoelt zodra onze chauffeur de limousine het terrein op draait, zou ik nog voor geen vijftien werelden willen missen. Het gezicht als de auto de draai om de hoek maakt en de villa in zicht komt, geeft me een exclusief gevoel van thuiskomen.
Net als nu.
Het is nu begin november en avond, dus de villa is al in het donker gehuld. De lichten zijn binnen ontstoken en geven de villa een uitnodigende, bijna sprookjesachtige indruk. De lantaarns langs de ellenlange oprijlaan werpen flauw licht in de auto en de regen slaat tegen de ruiten.
Een glimlach verschijnt op mijn gezicht: wat dat betreft had ik geen Engelser welkom kunnen krijgen, want het regent volgens de chauffeur al meer dan een week onophoudelijk. Dat is een van de eerste dingen die hij mij vertelde, trouwens, zodra ik Londen Airport had verlaten. Een groot verschil met Zuid-Afrika, waar de zomer aan het beginnen is en van waaruit mijn vlucht is vertrokken.
Een beweging achterin trekt mijn aandacht. Oh ja... ook dat nog. Mijn ouders hebben na een nietszeggend akkefietje mijn oude bodyguard ontslagen. (Ja, ik loop in het openbaar constant rond met een bodyguard op mijn hielen.) Ze zouden de beste man hebben betrapt op diefstal of zoiets, maar stiekem weet ik dat het mijn eigen schuld was. Eigenlijk was het een beetje de bedoeling. Maar goed, zulke dingen gebeuren nu eenmaal als ik erbij ben. En mijn ouders zijn daar inmiddels aan gewend geraakt. Mijn bodyguards niet, tenminste degenen die ik tot nu toe heb gehad.
En nu zit er dus een reus van een meter negentig – minstens – schuin achter mij. Als ik achter me kijk, zie ik alleen het wit van zijn glimmende ogen en het glanzen van zijn kale, dikke hoofd. Hij is nu echt wat je noemt een stereotype bodyguard: groot, stevig, ontzagwekkend en als toefje op het ijs is hij ook nog eens donker – zo donker dat ik hem nauwelijks kan zien zitten op de achterbank.
Hij houdt mij nauwlettend in de gaten, alsof hij door heeft dat het ‘gevaar’ niet van buitenaf komt, maar van binnenuit – en wel uit mij.
De chauffeur stopt voor de hoofdingang en de bodyguard, die ik tot ‘Reus’ heb omgedoopt omdat hij een naam heeft die ik maar niet kan onthouden, stapt uit met een paraplu in de aanslag.

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 13 aug 2013 23:09
door Little_Miss_Perfect
Ik hoop dat er mensen zijn die meelezen...

Ik graai mijn spullen bij elkaar, pak mijn lege beker waar eerder nog heerlijke Starbucks Coffee in zat en die ik op het vliegveld heb gekocht, en wacht tot Reus de deur voor me open doet.
In de korte stilte die volgt als de chauffeur de motor afzet, hoor ik de regen op de ruiten tikken. Even overspoelt me een vaag gevoel van heimwee: mijn ouders zijn vanuit Johannesburg doorgereisd naar Tokyo in Japan voor een erg belangrijke zakenmeeting. Zij komen pas na het volgende weekend naar huis.
Natuurlijk was ik graag meegegaan, ik ben immers verliefd op Japan, maar mijn beste vriendin Stella is over een paar dagen jarig – zij wordt alweer achttien – en dat zou ik voor nog geen tien Tokyo’s willen missen.
“Miss Katherine,” klinkt ineens Reus’ dreunende stem in mijn oor. Ik krimp in elkaar, niet alleen om zijn bombastische stemgeluid en om het feit dat ik de deur niet eens open heb horen gaan, maar ook omdat ik er een hekel aan heb om mijn volledige naam te horen.
“Kate, alsjeblieft,” zeg ik daarom wat kortaf, terwijl ik me aan zijn uitgestoken, donkere hand uit de auto trek.
“Pardon,” haast hij zich te zeggen, terwijl hij moeite doet om me de paraplu boven het hoofd te houden. Dat resulteert in dat ik nog veel natter word en ik veel beter zelf de paraplu vast had kunnen houden, maar ik zeg er niets van.
Zodra ik een stap vooruit doe, voel ik hoe mijn nieuwe, suède ballerina’s, gekocht in een dure zaak in Johannesburg, vollopen met modderig regenwater. Vlug doe ik een sprong opzij, waardoor ik bijna uitglijd.
Ik slik een lelijk woord in en kijk met een zuur gezicht naar beneden. Ja hoor, de lichtroze stof van de peperdure schoenen kleurt langzaam donkerrood en ik wil al boos uitvaren, maar terwijl ik nog sta te bedenken tegen wie ik dat eens zal doen, besef ik dat het voor iedereen laat is.
Met een zachte zucht keer ik me om naar Reus, die me ondoorgrondelijk gade staat te slaan. Eigenlijk zou ik willen weten wat hij nu van me vindt. Of hij me zo’n verwend kreng vind, als waar ik het eerder over had. Of hij me het liefste uit zou willen lachen of met zijn ogen zou willen rollen, omdat ik zuinig had willen zijn op mijn schoenen. Want tja, waarom zou ik zuinig zijn op iets, waarvan ik er wel vijftig tegelijk van zou kunnen betalen...? Ik zou ze nog exclusief kunnen krijgen als ze al uitverkocht zijn. Ik zou ze zelfs nu uit de schappen kunnen laten halen, ik hoef maar met mijn vingers te knippen.
En plotseling moet ik vechten tegen mijn tranen en ik ben verbaasd: waarom sta ik nu te huilen...? Omdat hij de zoveelste is die het blijkbaar allemaal verkeerd ziet? Uiteindelijk is het toch allemaal zo?
Met moeite dring ik mijn tranen terug en pers ik tot mijn verrassing nog een redelijk vriendelijke glimlach op mijn gezicht. Ik hang mijn schoudertas goed over mijn schouder, sop wat in mijn schoenen en wacht tot Reus begint te lopen. Mijn glimlach beantwoordt hij slechts met een koele hoofdknik.
Ik realiseer me plots dat mijn ouders hem beter ingelicht moeten hebben dan alle vorige bodyguards. Zijn ogen zijn veel te wetend voor iemand die pas een paar dagen om me heen hangt. Misschien is dat een verklaring voor het feit dat er steeds van die ongemakkelijke stiltes tussen ons blijven hangen. Mijn vorige bodyguards hadden het lef nog om met me aan te pappen – wat ik natuurlijk maar al te graag gebruikte om onder van alles en nog wat uit te komen. Vervelend... Dat wordt nu een heel stuk moeilijker.
Binnen is het gelukkig behaaglijk warm. De grote kroonluchter in de hal, die ik samen met Stella bij wijze van ‘experiment’ eens met een voetbal van het plafond heb geschoten en die inmiddels weer is gerepareerd, is aan en verspreidt een sfeervol, verwelkomend licht.
Joseph, officieel dienstdoende als butler, staat al klaar om me op te vangen. Op het gebeitelde gezicht van de mij zo dierbare man verschijnt een vriendelijke, opgeluchte glimlach. Joseph loopt al tegen de zestig en ik ken hem al mijn hele leven, zo goed dat ik weet dat hij zich zorgen gemaakt moet hebben met het weer van de afgelopen week. Ik zou zijn mooie, gerimpelde gezicht nog uit mijn hoofd kunnen tekenen.
“Joseph!” roep ik opgetogen. Ik laat mijn schoudertas op de grond glijden, duw mijn lege beker in Reus’ handen en vlieg, soppend op mijn natte schoenen, de butler in zijn uitgestrekte armen.
“Dag, Kathi,” mompelt hij tevreden. “Is je reis goed verlopen?” Zijn stem is warm en een beetje schor, zoals altijd, en zijn kleren ruiken naar zijn pijp en de zoete, zachte geur van zijn vertrouwde after-shave.
Kathi. Ik hou ervan als hij me zo noemt. En hij is samen met mijn ouders en Stella de enige die me zo mag noemen.
“Ja, het ging prima,” zeg ik. “Ik heb zelden zo’n rustige vlucht gehad.” Even valt er een stilte. Reus is weer naar buiten verdwenen – hoogstwaarschijnlijk om mijn koffers uit de auto te halen – en de lege koffiebeker staat op de rand van de bloembak bij de deur. Een glimlachje verschijnt op mijn gezicht. Blijkbaar heeft hij door dat hij voor dat soort dingen niet is ingehuurd.

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 14 aug 2013 19:02
door corinaaa
Ik ben heel benieuwd waar dit verhaal naar toe gaat.
Vooral waarom de andere butlers zijn weg gegaan, wat ze heeft gedaan.
Dus schrijf maar snel door, ik wacht met smacht ^^.

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 15 aug 2013 21:51
door Little_Miss_Perfect
Bedankt voor je reactie! :3

“Heb je nog last gehad van het slechte weer?” vraagt Joseph nieuwsgierig.
“Het duurde erg lang voor we Londen uit waren,” zeg ik en ik snuif ontevreden: “Ik was die drukte bijna vergeten.”
“Dat is eigenlijk wel logisch. Je bent een behoorlijke tijd weggeweest.” Hij laat me los en bekijkt me eens goed. “Je bent magerder geworden!”
Ja, natuurlijk ben ik magerder geworden. Het eten in de laatste hotels was – zachtjes uitgedrukt – niet te eten geweest. Zeker in Johannesburg. Van alles met vis, waar ik helemaal niet van hou.
Maar ik praat er gewoon overheen en zeg: “En jij ouder!” De laatste keer dat ik hem heb gezien, beperkte het grijs van zijn haar zich nog tot zijn bakkebaarden. Nu is al het mooie, glimmend zwarte haar, dat hij altijd netjes naar achteren kamt, allemaal grijs geworden.
“Bijkomstigheidje,” zegt hij met een ondeugende glinstering in zijn ogen, als hij opmerkt dat ik he zo uitgebreid monster. “Hoe heb je het gehad in Zuid-Afrika?” Hij weet dat dat het laatste land op de wereld is waar ik tot voorheen nog geen stap had gezet.
“Mm...” Ik huiver en kijk naar mijn natte kleding. “Ik heb alleen het hotel aan de binnen- en buitenkant gezien. En de zee, van een afstandje.” Een glimlach verschijnt op mijn gezicht als ik denk aan de vele uren die ik op het balkon doorbracht, terwijl ik de tijd doodde met naar de zee staren. “Maar de sfeer was erg prettig. Iedereen was er erg vriendelijk en ontspannen.” Ik knijp mijn haar uit en begin me af te vragen hoe het komt dat het zo drijfnat is terwijl ik zo weinig buiten ben geweest. “Het weer is wel een grote verandering...”
Inmiddels heeft Reus mijn koffers binnen neergezet – het zijn er twee, maar wel twee enorme – en hijzelf is verdwenen, vast om zijn eigen kamer op te zoeken of iets dergelijks. Ik wens hem succes, zelfs ik verdwaal soms nog.
Al kwebbelend loop ik samen met Joseph naar boven. Hij heeft mijn grootste koffer voor zijn rekening genomen, ik volg hem met de kleinere. Hij wil alles weten over de landen waar ik ben geweest, en ik vertel hem wat hij wil weten.
In de hal merk ik dat de regen tegen de ramen slaat en de wind de luiken doet klapperen. Ik klem mijn kaken op elkaar – als er iets is waar ik een hekel aan heb, is het wel harde wind...
“Waait het al lang zo?” vraag ik Joseph, die met een bedachtzame blik naar de inktzwarte ruiten staart – dus praktisch naar zijn eigen spiegelbeeld.
“Nee, pas sinds een paar dagen.” Hij duwt mijn slaapkamerdeur voor me open. Een vertrouwde lucht komt me tegemoet en ik hoor bijna Joseph niet, die op zijn laatste opmerking laat volgen: “Alsof het een voorbode was op jouw komst.”
Ik werp een blik naar binnen en vergeet meteen te antwoorden. “Oh,” mompel ik verrukt als ik constateer dat mijn kamer er nog precies zo bij ligt als ik hem heb achtergelaten. Het grote hemelbed tegen de westmuur is in tegenstelling tot mijn vertrek wél opgemaakt, en de aangestoken lampjes op mijn nachttafeltjes geven de kamer een warme, gezellige gloed. Aan de deurknop van de inloopkast tegenover mijn bed hangt een nieuwe, perzikkleurige gala-jurk die me het bloed naar het hoofd doet stijgen: dat is een cadeautje van mijn ouders, daar is geen twijfel aan mogelijk.
“Ik zal je ouders op de hoogte stellen van je thuiskomst,” leidt Joseph me af. “Stella heeft eerder vanavond ook een bericht achtergelaten. Ze vroeg of je zo snel mogelijk na je thuiskomst naar haar wilde bellen.”
“Dat is geen vraag,” merk ik bijna verontwaardigd op. “Ze weet dat ik dat toch wel zal doen.”
Joseph lacht voluit. “Dat zei ik ook al en ze stemde bijna meteen met me in.” Hij geeft me op mijn beide wangen een kus. “Ik ben blij dat je veilig bent aangekomen. Ik zal je nu alleen laten. Vergeet je ouders niet te bellen.” Waarschuwend kijkt hij me aan, maar voor ik hem antwoord kan geven, verdwijnt hij alweer.
Ik grinnik even: al zo lang ik me kan herinneren, is Joseph meer voor me dan slechts een butler. Hij is mijn opa, mijn kindermeisje, mijn oppasser, mijn psycholoog, mijn beste vriend. Als hij met pensioen zou gaan, zou dat vergelijkbaar zijn met het eruit rukken van mijn hart. Hij hoort gewoon bij het huis, als een onderdeel van het interieur.
Met een plof laat ik mijn schoudertas weer op de grond glijden en kijk naar mijn koffers. Het wordt nog een heel karwei om alle bagage op te ruimen. Al vanaf half mei ben ik niet meer thuis geweest en in elke stad zijn er wel dingen bij gekomen.
Omdat ik niet echt weet waar te beginnen, besluit ik eerst een uitgebreid bad te nemen en ondertussen wat telefoontjes te plegen. Gelukkig heb ik het voorrecht een badkamer aan mijn slaapkamer vast te hebben – eentje die alleen via mijn slaapkamer bereikbaar is. In de hele villa zijn wel acht badkamers. Maar ja, als je dat kunt betalen, waarom zou je ze er dan niet in zetten? Uiteindelijk hebben we, vooral in de wintermaanden, altijd wel gasten.
Even later laat ik het water lopen, terwijl ik een paar badartikelen, die ik heb meegenomen uit verschillende hotels, in het water mik. Al snel is de badkamer gehuld in een aangenaam stoomgordijn.
Pas als ik heb besloten dat het bad vol genoeg is en lekker genoeg ruikt, pak ik de rest van mijn spulletjes – na mijn beide koffers overhoop gehaald te hebben, op zoek naar mijn pyjama – en ontdoe me van mijn natte, plakkerige kleding.

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 18 aug 2013 23:58
door daantjeschrijft
Ook ik heb meegelezen. Heb geen fouten kunnen ontdekken, maar wilde wel even kwijt dat ik benieuwd ben waar het heen gaat.

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 27 aug 2013 09:21
door corinaaa
Goed stukje weer! ga je snel verder?

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 28 aug 2013 23:01
door Anneke
En zoals altijd ben ik weer een vaste lezer (:

Ik weet niet hoe je het voor elkaar krijgt, maar ik blijf altijd geboeid door jouw schrijfstijl... Soms heb je wel eens, als je veel van een persoon leest, dat je het zat wordt, of dat je in verschillende verhalen toch heel de tijd dezelfde elementen tegenkomt. Soms is dat leuk, maar meestal wordt dat vrij irritant. Ik wou alleen even zeggen dat dat bij jouw verhalen helemaal niet heb, ze zijn heel verschillend! (:

En als je het écht niet erg vind dat ik een paar kleine puntjes heb, dan zijn ze hier, doe ermee wat je wilt ;)
Ik kreeg en krijg nog steeds alleen de dingen die zij echt nuttig vinden.
Achteraf ben ik mijn ouders daar erg dankbaar voor, want toen ik eenmaal beschikking kreeg over het geld dat mijn ouders door de jaren heen voor me apart hebben gezet – en dat is een enorm bedrag – had ik geleerd mijn geld niet meteen roekeloos te verspillen.
Ze krijgt het nog steeds, maar ze is er al wel achteraf blij om? Sorry, ik ben een pietlut (a)
Ik graai mijn spullen bij elkaar, pak mijn lege beker waar eerder nog heerlijke Starbucks Coffee in zat en die ik op het vliegveld heb gekocht, en wacht tot Reus de deur voor me open doet.
Deze zin loopt iets minder lekker door het dubbele 'en' (;
“Bijkomstigheidje,” zegt hij met een ondeugende glinstering in zijn ogen, als hij opmerkt dat ik he zo uitgebreid monster.
Slordigheidsfoutje (:

Ik ben niet meer zo vaak online, dus ik reageer ook minder. Maar ik blijf lezen! Misschien krijg je pas na een paar weken een reactie, maar ik probeer vaker te kijken!

Keep going this way :)

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 03 sep 2013 20:51
door Little_Miss_Perfect
Bedankt voor je review @Anneke, @anderen, leuk dat jullie meelezen!

Due to een schrijversdip post ik aanzienlijk minder, ik wil er nogmaals mijn excuses voor aanbieden maar er zijn gewoon echt veel te veel dingen die ik nog uit moet zoeken, dus het kan nog even duren. (:

Re: Box of Chocolates

Geplaatst: 12 okt 2013 01:16
door Little_Miss_Perfect
Het badwater is heerlijk warm, een welkome afwisseling na de winterachtige herfstkou buiten. Met een tevreden zucht laat ik me achterover leunen en sluit ik mijn ogen.
Mijn gedachten glijden als vanzelf naar mijn ouders en ik vraag me af of zij al in hun hotel in Tokyo zijn aangekomen. En vooral of het daar even slecht weer is. Zelfs nu de kraan nog zachtjes loopt – en een heleboel schuim veroorzaakt – kan ik de wind om het huis horen. Een ongemakkelijk gevoel overvalt me en ik doe een greep naar mijn telefoontoestel.
Door mijn onvoorzichtigheid in het verlangen Stella’s stem weer te horen, valt het gloednieuwe ding bijna in het water. Ik grijns: dat zou niet de eerste keer zijn.
Zoals ik al had verwacht, is Stella dolblij als ik haar aan de telefoon krijg. “Ik dacht dat je nooit meer zou bellen!” Ze steekt me aan met haar enthousiasme en ontlokt een lachje over mijn lippen.
“Sorry dat ik nog zo laat bel.” Ik klink hoogst onschuldig – het is nog maar half tien. Voor Stella, wiens ouders een heel stuk makkelijker zijn dan die van mij, begint de avond eigenlijk pas. Niet dat ze het ermee eens zijn dat ze er ’s nachts vaak vandoor gaat, hoor, maar mijn ouders zouden me maanden huisarrest geven en Stella komt er vaak af met een standje. Vandaar dat ze het nooit afleert.
“Laat?” snuift Stella, zoals verwacht, verontwaardigd. “De avond begint nu pas.” Zei ik het niet? “Ik wil je vanavond echt nog zien, hoor!” Haar stem klinkt vastbesloten.
“Vanavond nog?” zeg ik verbaasd. En dan bedenk ik: ach, waarom ook niet... Papa is er toch niet om zijn belerende blikken op me te doen neerkomen en mama’s teleurgestelde ogen zou ik ook niet kunnen zien. Desnoods zou ik Reus omkopen – wat me nooit zou lukken – en Joseph zal zijn mond ongetwijfeld wel houden. En ik vraag me af wie mijn ouders eerder zouden geloven, Joseph of Reus.
“Ja. Ik ben al onderweg.” Aan Stella’s stem kan ik horen dat ze een brede grijns op haar gezicht heeft. Ze is zelfs lichtelijk buiten adem, waaruit ik op kan maken dat ze bezig is uit haar slaapkamerraam te klimmen.
“Stella...” begin ik met mijn revue over dat ze veel beter een sluiproute kan maken aan de binnenkant van het huis in plaats van via de buitenkant naar buiten te klimmen. Eén maal was het zo glibberig dat ze haar grip verloor en haar arm brak. Ze heeft zich toen in alle mogelijke bochten moeten wringen om een goed verhaal op te zetten over de reden van haar blessure – hoewel Stella en ik allebei heus wel weten dat haar ouders niet op hun achterhoofd gevallen zijn en vrij goed ingelicht zijn over haar nachtelijke wandelingen.
“Zeg maar niets,” onderbreekt ze me zodra ze doorheeft welke kant ik op wil. “Ik ben nu toch al bijna beneden.”
“Maar het regent,” zeg ik. Dat moet haar wel op andere gedachten brengen. Als er iemand is die een gruwelijke hekel heeft aan de Engelse regen, is het Stella wel. Oh, wat klaagt ze vaak over haar ouders die haar niet mee willen nemen op zakenreis... Ze is altijd al jaloers geweest dat ik zo veel mag reizen – terwijl ik er juist alles voor over zou hebben om twee hele maanden achter elkaar in Engeland te mogen vertoeven.
“Kan me niet schelen,” zegt Stella koppig. “Het is precies vier maanden en zestien dagen geleden dat ik je voor het laatst heb gezien. Dat vind ik veel te lang.” Ik hoor haar voetstappen op het grint, wat betekent dat ze veilig beneden is geraakt. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. De wetenschap dat ze de dagen vanaf mijn vertrek zorgvuldig heeft bijgehouden, maakt me warm vanbinnen; Stella is haar gewicht in goud waard. Een betere vriendin dan haar kan ik me niet wensen.
“Ik ook,” geef ik toe. “Ik vraag pap en mam binnenkort of ik wat vaker tussen de reizen door naar huis mag. Het is zo chaotisch... We zijn deze keer maar anderhalve dag in Parijs geweest, daarna moesten we alweer verder naar Stockholm. Begrijp me niet verkeerd, het reizen is geweldig, maar ik zou het liever wat rustiger aan doen.”
“Oh ja... die conferentie in Stockholm. Wat heb je deze keer uitgevreten? Mijn ouders waren er ook bij en ze zeiden dat je gedrag uit de hand begon te lopen. Toen ik vroeg wat je had gedaan, wilden ze er geen woord meer over kwijt.” Ze klinkt oprecht nieuwsgierig.
Ik lach. “Dat vertel ik straks wel. Het was hilarisch, maar ik kan het alleen vertellen als ik je tegenover me heb.”
Stella kreunt. “Jouw ‘hilarisch’ heeft bij je ouders een heel andere definitie. Hebben ze je erg op je kop gegeven?”
Met getuite lippen neem ik wat sop in mijn vrije hand en blaas het er weer af. “Ze hebben me een telefoonverbod gegeven,” zeg ik dan droog. “Niet dat het zinvol was, hoor. Twee dagen na het congres waren ze het alweer vergeten. Pap heeft me wel een behoorlijke preek gegeven – ernstiger dan normaal, zelfs. Maar ik denk dat ze het me al wel weer vergeven hebben.”