CG ♣ Smith
Geplaatst: 16 sep 2013 14:40
Dit is een repost van mijn inzending voor wedstrijd 22, zodat ik hem op mijn lijstje kan zetten. Ik houd ervan de dingen die ik online zet in een lijstje bij te houden. Ook is CG een collectie van verhalen die ik tzt nog eens moet maken 
==============
“Is deze plek nog vrij?”
Wayne keek verstoord op toen hij uit zijn gedachten werd opgeschrikt door een rauwe stem. Een blonde man met een bruine hoed en een lange trenchcoat torende boven hem uit. In zijn hand hield hij een lederen koffer. Vragend keek hij Wayne aan.
Wayne beantwoorde zijn blik met een vriendelijke glimlach. “Ga gerust uw gang.”
De man knikte en nam plaats in de coupé, recht tegenover Wayne. Hij plaatste zijn koffer naast zich op de bank en ging met een diepe zucht zitten.
Wayne’s aandacht verslapte weer, en hij staarde uit het raam van de coupé. De dorre woestenij waar de trein doorheen reed gaf hem een leeg en eenzaam gevoel.
“Een mistroostig aanzicht, vindt u niet?” De blonde man had zijn hoed afgenomen, en keek Wayne nu aan met zijn helder blauwe ogen.
Wayne haalde zijn schouders op. “Het is wat het is. We zullen er mee moeten leven.”
“Hmmm...” De man keek nadenkend naar het plafond van de trein. “Er zijn genoeg mensen die dat niet met u eens zouden zijn.”
Met één opgetrokken wenkbrauw keek Wayne de man aan. “U bedoelt?”
“U bent bekend met de Apaches, meneer...?” De man kwam iets overeind van zijn zitplek en stak zijn hand uitnodigend uit.
“Wayne.” Wayne schudde de hand van de man.
“Meneer Wayne. Mijn naam is Smith.” Smith liet Wayne’s hand los en nam weer plaats op de lederen bank. In zijn beweging sloeg zijn jas een stukje open, waardoor zijn riem zichtbaar werd. Wayne’s adem stokte en zijn ogen werden groot toen hij het metaal onder de jas zag glimmen.
Smith ving zijn blik en nam de revolver uit zijn holster.
“Een Smith&Wesson 4.6,” zei hij, terwijl hij de revolver op zijn vlakke palm toonde. Met een grijns liet hij de revolver tweemaal rond zijn vinger draaien en stak hem in één beweging terug in de holster. “Geen familie.”
Het was even stil terwijl Smith met een lichtelijk zelfvoldane blik naar Wayne bleef kijken.
Met een zachte kuch doorbrak Wayne de stilte. “U reist zwaar bewapend, meneer Smith.”
“Hmmm.” Smith keek met een diepe frons op zijn gezicht door het raam. “Kansas-Dallas is een lange rit, het is niet meer dan logisch dat Booth een sherrif inhuurt om de orde in de trein te bewaren.”
Wayne ging wat rechterop zitten. “Booth?”
“Ronald P. Booth.” Smith rommelde wat door zijn jas terwijl hij doorsprak. “Voorheen oliemagnaat, nu eigenaar van de Stoomrail. De man die het geld van uw ticket ontvangt, dus.” Smith haalde een dikke sigaar uit de binnenzak van zijn jas en stak hem in zijn mondhoek. Wayne haalde vlug een luciferbox uit zijn zak en stak met een beleefd gebaar Smiths sigaar aan.
Tevreden trok Smith aan zijn sigaar. “Dank u zeer. Kunt u het zich voorstellen dat onze voorvaderen hier elektrische aanstekers voor gebruikten?”
Wayne uitte een honende lach en wees naar buiten, naar de contouren van de ruïnes die aan de horizon te zien waren. “Hoge huizen in de lucht en een digitale wereld die ze met elkaar verbond. Nee, ik vind het niet moeilijk om het me voor te stellen, dat zij hun elektriciteit voor alles wisten te gebruiken.”
“Tot de blackout,” sprak Smith langzaam.
Wayne knikte. “Totdat hun bommen de wereld vernietigden en de atmosfeer verpesten.”
“Inderdaad. De wereld voorgoed vernield, de mensheid gedoemd om zich terug te trekken in de enkele beschermde steden, geïsoleerd van de rest van de mensen.”
Hoofdschuddend keek Wayne uit het raam. “Niet volledig geïsoleerd. De Stoomrail verbindt de steden nog altijd met elkaar.”
Smith trommelde met zijn vingers op de holster aan zijn riem. “Maar dat is dan ook het enige wat ons nog bij elkaar houdt.” Zuchtend keek Smith weer naar het plafond. “Al zouden de Apaches dat graag anders willen zien...”
Met een ongemakkelijk gevoel keek Wayne naar Smith. “De wereld herbevolken, ons weer uitspreiden over de vlaktes... Is dat zo fout?”
Het getrommel op de holster stopte, en Wayne zag hoe Smith zijn hand op de kolf legde. “Weet u wat de primaire taak van de sherrifs is?” vroeg hij met onheilspellende stem.
Wayne voelde hoe de adrenaline door zijn lichaam gierde, terwijl hij zijn uiterste best deed kalm te blijven. “Nee?”
“Het opsporen, berechten en elimineren...” Smiths vinger sloot zich om de trekker van zijn revolver terwijl hij op het punt stond zijn wapen te trekken. “Van iedere Apache die Booth in de weg staat.”
In één vlugge beweging sprong Wayne overeind en trok zijn colt. Met de punt van de loop op Smith gericht keek hij hem diep in de ogen.
“Hoe heeft u me gevonden?”
Met een grimmige blik keek Smith hem aan. “Onderschat de macht van CG niet. Deze wereld is van ons.”
“Als wij winnen,” antwoordde Wayne, “zal het Conglomeraat zijn macht eindelijk verliezen. Mensen zullen niet langer geregeerd worden door een klein aantal rijken, verheven boven de rest, maar we zullen allen als gelijken kunnen leven.”
Smith uitte een rauwe lach, terwijl hij Wayne met woeste ogen aankeek. “Jullie hebben ons nodig! Zonder het Conglomeraat stort deze wereld in. Zonder ons zijn jullie niets!”
Met een zucht spande Wayne de haan van zijn revolver. “De tijd zal het ons leren.”
Het geluid van de twee geloste schoten werd overstemd door het geluid van de locomotief, luid en onveranderd. De Stoomrail vervolgde ongestoord haar rit. Wat er ook gebeurt, ze heeft maar één doel, één taak om de mensheid bijeen te houden.
De trein moet blijven rijden.

==============
CG ♣ Smith
De zeven uur durende rit tussen Kansas en Dallas, de twee kleinste overgebleven steden in het continent, is een van de kortere ritten die de Stoomrail maakt. De meeste plaatsen worden bezet door handelaars en andere zakenlui, die voor hun werk tussen de steden heen en weer reizen. Een enkele plek wordt echter bezet door andere reizigers, individuen met een ander doel.“Is deze plek nog vrij?”
Wayne keek verstoord op toen hij uit zijn gedachten werd opgeschrikt door een rauwe stem. Een blonde man met een bruine hoed en een lange trenchcoat torende boven hem uit. In zijn hand hield hij een lederen koffer. Vragend keek hij Wayne aan.
Wayne beantwoorde zijn blik met een vriendelijke glimlach. “Ga gerust uw gang.”
De man knikte en nam plaats in de coupé, recht tegenover Wayne. Hij plaatste zijn koffer naast zich op de bank en ging met een diepe zucht zitten.
Wayne’s aandacht verslapte weer, en hij staarde uit het raam van de coupé. De dorre woestenij waar de trein doorheen reed gaf hem een leeg en eenzaam gevoel.
“Een mistroostig aanzicht, vindt u niet?” De blonde man had zijn hoed afgenomen, en keek Wayne nu aan met zijn helder blauwe ogen.
Wayne haalde zijn schouders op. “Het is wat het is. We zullen er mee moeten leven.”
“Hmmm...” De man keek nadenkend naar het plafond van de trein. “Er zijn genoeg mensen die dat niet met u eens zouden zijn.”
Met één opgetrokken wenkbrauw keek Wayne de man aan. “U bedoelt?”
“U bent bekend met de Apaches, meneer...?” De man kwam iets overeind van zijn zitplek en stak zijn hand uitnodigend uit.
“Wayne.” Wayne schudde de hand van de man.
“Meneer Wayne. Mijn naam is Smith.” Smith liet Wayne’s hand los en nam weer plaats op de lederen bank. In zijn beweging sloeg zijn jas een stukje open, waardoor zijn riem zichtbaar werd. Wayne’s adem stokte en zijn ogen werden groot toen hij het metaal onder de jas zag glimmen.
Smith ving zijn blik en nam de revolver uit zijn holster.
“Een Smith&Wesson 4.6,” zei hij, terwijl hij de revolver op zijn vlakke palm toonde. Met een grijns liet hij de revolver tweemaal rond zijn vinger draaien en stak hem in één beweging terug in de holster. “Geen familie.”
Het was even stil terwijl Smith met een lichtelijk zelfvoldane blik naar Wayne bleef kijken.
Met een zachte kuch doorbrak Wayne de stilte. “U reist zwaar bewapend, meneer Smith.”
“Hmmm.” Smith keek met een diepe frons op zijn gezicht door het raam. “Kansas-Dallas is een lange rit, het is niet meer dan logisch dat Booth een sherrif inhuurt om de orde in de trein te bewaren.”
Wayne ging wat rechterop zitten. “Booth?”
“Ronald P. Booth.” Smith rommelde wat door zijn jas terwijl hij doorsprak. “Voorheen oliemagnaat, nu eigenaar van de Stoomrail. De man die het geld van uw ticket ontvangt, dus.” Smith haalde een dikke sigaar uit de binnenzak van zijn jas en stak hem in zijn mondhoek. Wayne haalde vlug een luciferbox uit zijn zak en stak met een beleefd gebaar Smiths sigaar aan.
Tevreden trok Smith aan zijn sigaar. “Dank u zeer. Kunt u het zich voorstellen dat onze voorvaderen hier elektrische aanstekers voor gebruikten?”
Wayne uitte een honende lach en wees naar buiten, naar de contouren van de ruïnes die aan de horizon te zien waren. “Hoge huizen in de lucht en een digitale wereld die ze met elkaar verbond. Nee, ik vind het niet moeilijk om het me voor te stellen, dat zij hun elektriciteit voor alles wisten te gebruiken.”
“Tot de blackout,” sprak Smith langzaam.
Wayne knikte. “Totdat hun bommen de wereld vernietigden en de atmosfeer verpesten.”
“Inderdaad. De wereld voorgoed vernield, de mensheid gedoemd om zich terug te trekken in de enkele beschermde steden, geïsoleerd van de rest van de mensen.”
Hoofdschuddend keek Wayne uit het raam. “Niet volledig geïsoleerd. De Stoomrail verbindt de steden nog altijd met elkaar.”
Smith trommelde met zijn vingers op de holster aan zijn riem. “Maar dat is dan ook het enige wat ons nog bij elkaar houdt.” Zuchtend keek Smith weer naar het plafond. “Al zouden de Apaches dat graag anders willen zien...”
Met een ongemakkelijk gevoel keek Wayne naar Smith. “De wereld herbevolken, ons weer uitspreiden over de vlaktes... Is dat zo fout?”
Het getrommel op de holster stopte, en Wayne zag hoe Smith zijn hand op de kolf legde. “Weet u wat de primaire taak van de sherrifs is?” vroeg hij met onheilspellende stem.
Wayne voelde hoe de adrenaline door zijn lichaam gierde, terwijl hij zijn uiterste best deed kalm te blijven. “Nee?”
“Het opsporen, berechten en elimineren...” Smiths vinger sloot zich om de trekker van zijn revolver terwijl hij op het punt stond zijn wapen te trekken. “Van iedere Apache die Booth in de weg staat.”
In één vlugge beweging sprong Wayne overeind en trok zijn colt. Met de punt van de loop op Smith gericht keek hij hem diep in de ogen.
“Hoe heeft u me gevonden?”
Met een grimmige blik keek Smith hem aan. “Onderschat de macht van CG niet. Deze wereld is van ons.”
“Als wij winnen,” antwoordde Wayne, “zal het Conglomeraat zijn macht eindelijk verliezen. Mensen zullen niet langer geregeerd worden door een klein aantal rijken, verheven boven de rest, maar we zullen allen als gelijken kunnen leven.”
Smith uitte een rauwe lach, terwijl hij Wayne met woeste ogen aankeek. “Jullie hebben ons nodig! Zonder het Conglomeraat stort deze wereld in. Zonder ons zijn jullie niets!”
Met een zucht spande Wayne de haan van zijn revolver. “De tijd zal het ons leren.”
Het geluid van de twee geloste schoten werd overstemd door het geluid van de locomotief, luid en onveranderd. De Stoomrail vervolgde ongestoord haar rit. Wat er ook gebeurt, ze heeft maar één doel, één taak om de mensheid bijeen te houden.
De trein moet blijven rijden.