Pagina 1 van 1

Overval

Geplaatst: 29 sep 2013 16:20
door Raages
Afbeelding
Dit is mijn tweede boek(je). Het is een kort verhaal in 7 hoofdstukken. Na ieder hoofdstuk zal ik een paar dagen wachten om lezers de gelegenheid te geven er op te reageren. Dat werkt prettiger dan helemaal aan het eind te gaan reageren op iets uit het begin, denk ik zelf. Maar misschien kan het ook anders, we zien wel. :?
Om een categorie/genre aan te geven vind ik lastig, want het is een avontuur uit het dagelijks leven, doorspekt met fantasie en enige humor en een tikkeltje 16+.
Dus voor de zekerheid die tac 16+ maar aangevinkt.
Ik wens jullie veel leesgenoegen.


1. Nicole en Nicon.

Als jong meisje had ze een Zoniet camera en maakte ze foto's van al haar vrienden en vriendinnen. Eigenlijk maakte ze van alles wat ze tegenkwam wel een foto. Op school was ze er als de kippen bij om mee te werken aan de schoolkrant en schreef er menig aardig stukje in. Ze vond het heerlijk om een leraar of een lerares te mogen interviewen. En zo als het vaak gaat, als je ergens in slaagt, gaan mensen je er vaker voor vragen.
Bij Nicole Geelman was dat ook niet anders. Nadat ze haar middelbare schoolopleiding had afgesloten met een goed diploma, wilde ze graag naar de fotovakschool en daar leefde zich helemaal uit. Ze slaagde er dan ook binnen de kortste keren met een mooie lijst met cijfers en kon zodoende bij elk magazine of krant aan werk komen.
Op de fotovakschool hadden ze haar de wat verouderde Zoniet afgeraden en een nieuwe Kanon camera aangepraat. Nadat ze daar een tijdje mee gewerkt had, deed ze het zware 'onding' toch van de hand en stapte over op een wat lichtere Nicon. Die vond ze beter bij haar passen en ze had wat met de naam van de camera. Je schiep een band met een dergelijk ding. Ze praatte soms zelfs tegen haar camera en noemde hem dan liefkozend: 'Nic'. Als het haar tegenzat en ze even niet de gewenste foto kon maken werd Nic ook regelmatig uitgemaakt voor: 'Dat kutding'.
Ze lette scherp op wat ze zag en bedacht dan razendsnel of er een verhaal voor de krant in zat. Op den duur leerde ze zo te leven en had er weinig moeite meer mee, zodat ze redelijk vaak bij haar baas een hoge score haalde. Nicole en Nicon waren dan ook onafscheidelijk en als zij sliep, lag de Nicon altijd, voor gebruik gereed, binnen handbereik op het tafeltje naast haar bed, net als haar mobieltje.

Ze woonde in een flat en huurde daar een appartement op de zevende verdieping, van waaruit je een goed uitzicht had over de stad. Boven haar woonde een vrouw van een jaar of zestig, ene Mw. T. H. Dodewaarth, met th, had ze op de brievenbus beneden gelezen. Die twee keer th was haar meteen opgevallen en ze had er even om geglimlacht. Een aardig mens, vond ze.
Dat uitzicht vanaf haar flat had haar eens een primeur voor haar krant opgeleverd, omdat vanuit haar kamer ergens verderop een dikke zwarte rookwolk zag opstijgen. Ze graaide onmiddellijk naar haar jas en haar camera. Nic brulde meteen: "Maak hier een foto!" Ze maakte die foto en stoof vervolgens op haar motor door de stad naar die brand, waar zij al stond te fotograferen, toen de gewaarschuwde brandweer pas kwam aanrijden. Na de eerste stralen water, had ze haar bullen gepakt en was op weg naar de krant gegaan. Ze kwam bij de redactie binnen toen ze daar juist hadden vernomen dat er brand was.
"Je moet als de sodemieter naar garage van Dijk", had de hoofdredacteur tegen haar geroepen. "Die tent schijnt goed in de fik te staan. Zie dat je een goede foto schiet. Vooruit, waar wacht je nog op?"
Nicole keek hem een beetje meewarig aan en zei slijmend hem haar camera voorhoudend: "Nu kijk maar effe, misschien zit er wel een geschikte bij."
Zijn mond zakte open en hij stamelde iets van: "Godsamme, hoe flik jij dat nu weer?" Hij keek haar nog eens streng aan en vroeg: "Je hebt het toch niet zelf aangestoken hè?"
Nicole grijnsde wat en verklaarde: "De eerste foto heb ik vanuit mijn appartement gemaakt. Ik zat net te eten toen ik die rookpluim zag en ben meteen op mijn motor gesprongen. De brandweer was er nog niet eens, daar heb ik nog op moeten wachten, anders was ik hier nog tien minuten eerder geweest."
De hoofdredacteur schudde nog eens met zijn hoofd en bromde: "Mazzelwijf."

Haar mobieltje ging en toen ze die beantwoordde bleek het Nico Geels te zijn van de plaatselijke recherche, die haar ook al wilde tippen over de brand. Ze wilde hem niet voor het hoofd stoten en bedankte voor zijn tip en zei er gebruik van te zullen maken. Hij zou het morgen wel in de krant zien.
Ze kenden elkaar van het werk dat de deden en op een dag waren ze samen iets gaan drinken op een terras. Van het een kwam het ander en daarom wisselden hun privé adressen en telefoonnummers uit. Nico was niet gebonden en Nicole ook niet en ze wilden beiden dat zo houden. Niet dat ze hem niet leuk vond. Ze kickte eerlijk gezegd wel een beetje op hem.
Nicole wilde echter vrij zijn om te doen wat ze wilde en had geen trek in allerlei verantwoording achteraf. Dus spraken ze wel eens af met elkaar, meestal voor een goede maaltijd bij haar thuis. Hij was zelfs eens een nacht gebleven, met alles er op en er aan. Een relatie mocht het niet genoemd worden. Hij zij altijd 'Niek' tegen haar, daarmee haar dwingend hem dan Nico te noemen, want allebei 'Niek' was ook geen gehoor, vonden ze zelf. Hun beider initialen waren ook al gelijk om de verwarring nog groter te maken.

Journaliste was een veelzijdig beroep vond ze en ze deed haar werk met veel plezier. Ze had een positieve instelling en was altijd vol enthousiasme om ergens op af te gaan en het gebeuren dan vast te leggen. Op een dag werd ze gebeld door iemand van de krant, die haar vertelde dat er in de Hoofdstraat een kind was aangereden door een stadsbus. Of ze even wilde gaan kijken? Het was vlakbij haar huis.
Ze vond er de bus en een ambulance, waarvan het personeel alle mogelijke moeite deed om het kind te redden, omgeven door een drom kijkers. Met haar perskaart wist ze door de menigte heen te wringen en kwam oog in oog met het slachtoffertje en de zwoegende ziekenbroeders te staan. Het zag er afschuwelijk uit en zelfs Nic, die anders toch voor alles een oog had, weigerde iedere dienst. Ze besloot dan ook er geen foto's van te maken.
Een beetje uit het lood geslagen door de aanblik van het gewonde meisje, dat daar op straat lag te knokken voor haar jonge leven, trok ze zich terug uit het gedrang en zag een verdrietige vrouw van in de veertig op een muurtje zitten. Ze hoopte hier een getuige van het gebeuren te treffen en ging naast de vrouw zitten en vroeg of die iets van het incident gezien had. De vrouw vertelde haar half huilend wat er gebeurd was en halverwege het gesprek ontdekte Nicole, dat het niet zomaar een getuige was waar ze mee sprak, maar dat de vrouw de moeder was van het kind.
De vrouw verkeerde beslist in shock. Er knapte iets bij Nicole en samen met de vrouw hadden ze er even zitten janken. Inmiddels had de opgetrommelde politie de omstanders weggestuurd en Nicole wenkte een van de agenten. Ze vertelde hem dat de vrouw bij het slachtoffertje hoorde en droeg hem de zorg voor de vrouw over. Zij nam afscheid van haar en ging in een café een kop koffie drinken. Daar was ze nu wel even aan toe. Opeens was fotojournaliste toch niet meer zo leuk als voorheen. Dit incident zou haar nog lang bij blijven. De krant kreeg deze keer geen foto en geen verhaal, ze kon het even niet opbrengen.
Het hele weekend bleef het door haar hoofd spoken en ontregelde haar normale manier van leven. Later die week stond ze samen met Mw. Dodewaarth, die door de hele flat Tante Tee werd genoemd, in de lift en die had het er ook al over het meisje en de bus gehad.

Thuis gekomen bedacht ze dat ze geen aardappelpuree en geen kerrie meer in huis had. Ze besloot om naar de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant te gaan, om haar spullen te gaan kopen. Voor de deur zag ze Tante Tee staan praten met een vrouw en staan wijzen naar iets naast de deur. Nicole ging achter in de winkel op zoek naar de aardappelpuree.

Re: Overval

Geplaatst: 30 sep 2013 10:56
door Christian Damen
Altijd spannend om voor het eerst te posten! Ik heb al wat van je commentaren op andere verhalen gelezen, dus ik ben er van overtuigd dat je zelf ook (opbouwende) kritiek op prijs stelt! Allereerst wat tekstuele dingetjes:

Boven haar woonde een vrouw van een jaar of zestig, ene Mw. T. H. Dodewaarth, met th, had ze op de brievenbus beneden gelezen. Die twee keer th was haar meteen opgevallen en ze had er even om geglimlacht. Een aardig mens, vond ze.
Door je eerste stukjes krijg ik het idee dat ze deze persoon niet echt kent, maar dan zeg je dat ze het een aardig mens vindt. Voor mij strookt het dus niet helemaal met elkaar, zoals je het nu neerzet.

Nic brulde meteen: Maak hier een foto!
Vanwege personificatie van de camera zou ik hier toch kiezen voor een gesproken tekst, i.e.
Nic brulde meteen: "Maak hier een foto!" (en daarna op volgende regel verder, of deze zin op nieuwe regel beginnen)

Ze maakte die foto en stoof vervolgens op haar motor door de stad naar die brand

Had hier, na de introductie van je HP, eerlijk gezegd geen motor verwacht, eerder een scooter of fiets (zeker als er binnen stad wordt gereden)

Nicole Geelman en Nico Geels? Als je dit expres hebt gedaan prima, maar anders zou ik toch met de naam van Nico spelen; nu lijken deze twee wel heeeel erg op elkaar.
Hun beider initialen waren ook al gelijk om de verwarring nog groter te maken.
Niet alleen initialen, de namen zijn vrijwel identiek!

Ze kickte eerlijk gezegd wel een beetje op hem.

Ik moet eerlijk gezegd bekennen dat ik geen flauw idee heb wat je hier bedoelt met 'kicken op iemand'.

Journaliste was een veelzijdig vak
Journalist is een beroep, geen vak. Beter is: Journalistiek was een veelzijdig vak, of Journaliste was een veelzijdig beroep.

In het algeheel; spelling is prima en correct, dat is erg fijn.
Wat me opvalt is dat je alles heel afstandelijk neerzet; je verhaalt over de gebeurtenissen, in plaats van dat je de lezer meeneemt in het gebeuren. Bijvoorbeeld conversaties; je vertelt mij als lezer wat het verloop van het gesprek was, maar laat het gesprek zelf niet zien. Ook daarom kan ik de emotie van de moeder van het kind niet voelen; als je dit uit zou schrijven, de situatie voor me schetst en laat zien hoe ze met moeite vertelt wat er gebeurt is, dan kun je de emotie veel beter overbrengen.

Los van bovenstaande, is het prima. Ik zie alleen nog geen echte verhaallijn, ik heb nu een situatie, een journaliste die fotos maakt, maar geen 'doel' of plot. Dat is nog niet erg op dit punt, maar ik merkte wel dat mijn aandacht aan het einde een beetje begon te verslappen omdat ik niet echt 'ergens naar toe las'. Hoop dat ik een beetje duidelijk ben hier.

Re: Overval

Geplaatst: 30 sep 2013 12:04
door Raages
Fijn dat je wilde reageren Christian.
Hier mijn reacties:
Een aardig mens, vond ze.
Door je eerste stukjes krijg ik het idee dat ze deze persoon niet echt kent, maar dan zeg je dat ze het een aardig mens vindt. Voor mij strookt het dus niet helemaal met elkaar, zoals je het nu neerzet. De dames ontmoetten elkaar wel eens vluchtig in de lift en Nicole geeft hier haar eerste indruk weer.

"Maak hier een foto" heb ik aangepast, vind ik ook beter.
De namen zijn bewust zo gekozen. Verderop in het verhaal moge dat duidelijker worden.

Kicken op iemand= voor iemand een bovenmatige belangstelling hebben.
Het beroep van journaliste heb ik aangepast.

Een verhaal moet als geheel beschouwd worden, dit is slechts het eerste hoofdstuk. Als je de plot/ontknoping aan het eind wilt hebben, kun je alleen met inleidende hoofdstukken beginnen. De spannende plot aan het begin kan ook, maar dan krijg je allemaal terugblikken achteraf. Misschien had ik nog wat geraffineerder een hint naar een volgende gebeurtenis moeten weggeven. En "meer show en minder tell" is een veel voorkomend euvel, maar in mijn ogen is een boek om iets te vertellen en geen soap op de tv. Verhalen die hoofdzakelijk uit "show (dialogen)" bestaan vind ik ook niet te lezen. Zoals gewoonlijk zal de waarheid wel weer ergens in het midden liggen. Het, de manier van schrijven, is iets waar ik sinds kort pas mee bezig ben, dus ik zal nog wel eens een zeperd halen. Maar ik ben nog niet te oud om wat te leren. ;)

Binnenkort gaat het verhaal weer verder.

Re: Overval

Geplaatst: 30 sep 2013 12:34
door Christian Damen
Raages schreef: Een aardig mens, vond ze.
Door je eerste stukjes krijg ik het idee dat ze deze persoon niet echt kent, maar dan zeg je dat ze het een aardig mens vindt. Voor mij strookt het dus niet helemaal met elkaar, zoals je het nu neerzet. De dames ontmoetten elkaar wel eens vluchtig in de lift en Nicole geeft hier haar eerste indruk weer.
Ah kijk, dat verklaart. Maar het is dan wel handig als dat in het verhaal staat, zodat de lezer (ik) niet in de war raakt.
Raages schreef: De namen zijn bewust zo gekozen. Verderop in het verhaal moge dat duidelijker worden.
Daar ging ik eigenlijk al wel van uit, maar wilde er toch even op wijzen.
Raages schreef: Een verhaal moet als geheel beschouwd worden, dit is slechts het eerste hoofdstuk. Als je de plot/ontknoping aan het eind wilt hebben, kun je alleen met inleidende hoofdstukken beginnen. De spannende plot aan het begin kan ook, maar dan krijg je allemaal terugblikken achteraf. Misschien had ik nog wat geraffineerder een hint naar een volgende gebeurtenis moeten weggeven. En "meer show en minder tell" is een veel voorkomend euvel, maar in mijn ogen is een boek om iets te vertellen en geen soap op de tv. Verhalen die hoofdzakelijk uit "show (dialogen)" bestaan vind ik ook niet te lezen. Zoals gewoonlijk zal de waarheid wel weer ergens in het midden liggen. Het, de manier van schrijven, is iets waar ik sinds kort pas mee bezig ben, dus ik zal nog wel eens een zeperd halen. Maar ik ben nog niet te oud om wat te leren. ;)
Ik herken veel van mijn eigen schrijfstijl hierin terug toen ik ongeveer een halfjaartje schreef; vooral het omschrijvende waar ik het over had, deed ik zelf ook veel. Je moet ook absoluut niet teveel dialogen erin stoppen, maar een dialoog (dus niet alleen tekst maar ook non-verbale dialoog) kan wel de lezer veel meer in het verhaal betrekken.
Het is ook iets dat veranderd wanneer je bewust bezig bent met schrijven, naarmate je meer schrijft veranderd je stijl, zeker in het begin.

Hint naar een volgende gebeurtenis zou voor mij wel meer een drijfveer geven om door te lezen; dan heb je iets om 'naar uit te kijken' zeg maar. Het hoeft niet veel te zijn, kleine dingetjes zijn meestal al genoeg.

*Alles wat ik zeg blijft overigens altijd mijn mening, ik kan het natuurlijk heel goed fout hebben. Dus altijd zelf bepalen wat je ervan meeneemt; alles waar je het niet mee eens bent kun je zonder problemen volledig naast je neerleggen :-)

Re: Overval

Geplaatst: 03 okt 2013 10:15
door nurias
Vele punten zijn al gegeven, vind je verhaal goed geschreven en het intresseerd mij om er meer van te lezen.

Re: Overval

Geplaatst: 03 okt 2013 11:16
door -Maaike-
Apart begin van het verhaal. Meestal heb ik er niet zoveel mee als ik in één keer al zoveel informatie krijg van een hoofdpersoon, want het langzaamaan ontdekken hoe iemand in elkaar zit is meestal leuker. Maar, ik vond dit helemaal niet storend. Ze is een heel boeiend personage.

Het is wel duidelijk dat Nicole nog van de kaart is. Met haar scherpe oog voor nieuws, zou je verwachten dat ze wel een goede blik naar die deur werpt. :) Ben benieuwd wat daar blijkt te zitten, het heeft vast een of andere kettingreactie in petto.

Ga zo door :)

Re: Overval

Geplaatst: 03 okt 2013 17:20
door Raages
Hier is het tweede hoofdstuk van mijn verhaal waarin we kennis maken met een tweede karakter. Om een tipje van de sluier op te lichten, er zijn 6 van deze karakter kennismakingen. In het 7e en laatste hoofdstuk vindt de beloofde overval plaats. Meer verklap ik niet lees het verhaal maar door.
Vanwege de andere opmaak op het forum kan er wel eens iets wat beter op 2 regels kan staan, toch op een regel staan.

Overval.
2. BB.

Nadat hij onder de douche vandaan kwam en gedroogd werd, voelde hij zich lekker fris en schoon. BB dacht te zien dat zijn omgeving bewoog en hij stilstond, al snel ontdekte hij dat hij degene was die bewoog en niet de omgeving. De vloer waar hij op stond bewoog namelijk. Vóór hem en achter hem zag hij een soortgenoot staan en hij vroeg zich juist af wat hier nu de bedoeling van zou kunnen zijn, toen hij op een wiebelige metalen plaat gezet werd.
Meteen werd er een grote klodder vette gele brei op zijn buik gekwakt en werd hij door een sterke arm weer verder gestuurd op een andere bewegende vloer. Hij keek eens naar de brei op zijn buik en vond het wel een interessant goedje. Vóór hem en achter hem hadden ze ook een dergelijk kwak gekregen en in spanning wachtte hij af wat er verder komen zou. Opeens werd hem een pet opgezet en drukte iemand met een stempel een nummer op zijn rug.
Er werd hem ingefluisterd dat het de bedoeling was dat hij bij een familie het ontbijt en de lunch zou helpen regelen. Nu, dat leek BB wel wat. De bewegende vloer hield op en hij werd met zijn lotgenoten in een grote container geduwd. Ze stonden mannetje aan mannetje en konden echt geen kant op. Zien deed hij ook niets meer, want de container werd gewoon dicht gedaan door een vent in een witte jas. Daar stond hij dan. De lui naast hem zeiden geen boe of bah en reageerde niet op zijn vragen of opmerkingen. Wat een stelletje mafketels dacht BB, ik heb weer wat getroffen.
Ze stonden er al enige tijd toen er beweging in de container kwam. Hij hoorde stemmen en geronk van een machine. Aan de G-krachten kon hij voelen dat ze verplaatst werden. Af en toe ging het flink te keer en hij moest zich soms even schrap zetten om niet om te vallen.
"Hé, kan het wat rustiger?", schreeuwde BB al een keer, doch de container bleef hobbelen en bonken. Eensklaps stond het hele ding stil en verdwenen de stemmen en het geronk. BB had geen idee waar hij nu was en zag geen kans ergens een glimp van de buitenwereld op te vangen. Wel merkte hij dat het langzaam steeds kouder werd in de container. Onaangenaam kouder vond hij en wilde dat er iemand hem uit de container zou halen. Op zijn geroep reageerde geen hond en op het laatst kon hij nauwelijks meer roepen, zo stijf was hij geworden. Tjonge, wat een leven, daar had hij zich toch meer van voorgesteld. Hij had het door en door koud en was bijna zover dat hij het bijltje er bij neer wilde gooien, toen hij weer iets hoorde buiten de container.
Er waren geen stemmen of gebrom. Nee, af en toe hoorde hij iets piepen en nu werd er aan de container gekrabbeld, dacht hij. "Wie is daar?", riep BB voorzichtig. Er kwam geen antwoord, het gekrabbel hield een paar minuten op en ging toen weer opnieuw verder. Weer riep hij: "Wie is daar?" En weer werd het even stil. Ook nu begon het krabbelen weer en zelfs op twee plaatsen, dacht BB te horen. Zou iemand hem komen redden?
In zijn wanhoop putte hij moed uit het krabbelen. Plotseling verschenen er een paar flinke snijtanden links van hem in de wand van de container. Dit had hij nog nooit eerder meegemaakt en er bekroop hem een angstig gevoel en een stemmetje in hem fluisterde hem in dat dit geen goed teken was.
Dit was geen redder, dit was een aanvaller, een rat en een grote rat ook. Wat kon hij doen? Hij hield zich zo stil mogelijk. De rat scheurde nog meer stukken uit de container en zette zijn tanden in zijn buurman. "Au! Ben je gek geworden?", brulde nu zijn buurman, die kennelijk toch iets kon zeggen, al had hij dat de hele tijd nog niet gedaan. De rat keek even op en luisterde of hij iets verdachts hoorde. Hij likte zijn snuit uitvoerig schoon en was net van plan weer een nieuwe hap uit de buurman te nemen, toen het licht aan ging en er stemmen snel dichterbij kwamen. De rat was als bij toverslag verdwenen.
Een man begon te schelden en te vloeken en beloofde al die 'klote beesten' tot de laatste rat uit te zullen roeien. Hij had er nu schoon genoeg van kennelijk. BB wilde juist vriendelijk vragen of de man niet wat aan de temperatuur kon doen, toen zijn wens op slag verhoord werd, want Meneer haalde een machine en tilde de container er mee op.
Nadat ze een paar deuren waren doorgereden kwamen ze in een ruimte die meer verlicht en warmer was. BB verzuchtte dat het nu wel beter zou gaan, nu het directe gevaar geweken was en hij keek eens naar de schade bij zijn buurman. Daar zat een flinke scheur in zijn zij en een gele brei hing er door naar buiten. Nee, dat zag er niet best uit bij buurman. Nadat de man met de machine de container had neergezet, kwam er een vrouw die de container open deed en BB en zijn lotgenoten er allemaal uithaalde. Ze wees naar een nieuwe container en bekeek BB en de anderen nauwlettend, toen ze hen daar weer in duwde. De buurman met de schade bleef er buiten en even later bracht de vrouw een nieuweling, die de plaats van de buurman in nam.
De container ging weer dicht en BB stond weer in het donker, het was in elk geval niet meer zo koud, bedacht hij. Dank aan de rat en zijn ongelukkige buurman. Lang duurde zijn geluk niet, want na een uurtje werd de container weer opgepakte en hobbelden ze terug naar die 'Noordpool' ruimte. Het werd weer een nachtje blauwbekken.
De volgende morgen, er drong een streepje zonlicht de container in, beloofde in elk geval een verandering. Ze werden opnieuw verplaatst naar een andere ruimte. Elke verandering is nog geen verbetering constateerde BB, want behalve dat het hier ook steenkoud was, hobbelde het ook voortdurend en was hem geen rust gegund om nog wat te slapen. Aan alle ellende komt eens een eind wist hij uit een vorig leven. En dat gebeurde ook.
Hoera, het gehobbel hield op en ze werden weer verplaatst. Niet onbelangrijk, het werd weer wat warmer. De container werd ergens neergezet en het lange wachten begon weer. Volgens BB bestond het leven hoofdzakelijk uit wachten. Het was de moeite waard zo bleek, want na twee uur staan te staan, werd de container opengemaakt en zag BB een allerliefste jonge vrouw, die hem en zijn soortgenoten met haar zachte en vooral lekkere warme handen uit de container haalde.
Ze bekeek het stempel op BB's rug eens goed en zei: "Nu, jij mag wel vooraan staan zie ik." BB glunderde en zei:
"Oh, wat aardig van je. Hoe heet jij?"
"Ik ben Cassy", zei zacht, "en wie ben jij dan?"
"Nah, dat staat op mijn jas", zei BB verontwaardigd, "hier, kijk, Bakje Besel, noem me maar gewoon BB, dat vind ik ook vet." Cassy moest er even om glimlachen, waardoor BB helemaal voor haar 'smolt'. Hij hoopte dat hij bij haar het ontbijt zou mogen verzorgen. Dat leek hem het 'einde'. Voorlopig zette Cassy hem bij de andere bakjes Besel in een koele vitrine. BB stond nog na te zwijmelen, toen ze de deur van de vitrine al lang dicht had gedaan.
Later die dag kwam er een dikke man naar de vitrine, die BB oppakte en hem in een winkelwagentje bij zijn boodschappen zette. BB zei de andere levensmiddelen gedag, alleen een fles slaolie keek hem hooghartig aan en mompelde iets van: "Kijk voor je, vetbak." BB was ietwat teleurgesteld en hoopte op een wonder, zodat hij bij Cassy zou kunnen blijven. Toen de dikke man bij de kassa kwam, stond er een nog dikkere vrouw op hem te wachten. Ze loerde, getergd door het wachten op de man, in diens wagentje en als ze daar BB ontwaart, bijt ze haar echtgenoot toe: "Die boter hoeft niet, die heb ik al gehaald."
De man haalt BB uit de wagen en staat wat besluiteloos te dralen of hij hem nu terug zal brengen of niet. Cassy schiet hem te hulp en zegt: "Geeft U maar hier, meneer, ik breng het straks wel terug." En ze steekt haar hand uit naar de man. Hij legt BB in Cassy's hand en BB kan haar wel zoenen. Hij voelt de warmte van haar hand weer door zijn huid heen en begint meteen inwendig te smelten. Zijn dag kan niet meer stuk als Cassy hem, vlak voor haar lieve gezicht, naast de kassa zet.
BB bidt er voor dat de klanten haar lang bezig houden en ze hem vergeet terug te brengen. Helaas komt na tien minuten de chef, van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, bij de kassa kijken en hij ziet BB natuurlijk staan. Hij grist hem mee en voor dat Bakje Besel het weet, staat hij weer bij de andere Besel in de vitrine. Dit keer niet vooraan, want de chef, van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, kijkt niet zo nauw.
Tjonge, jonge, poeh, poeh, denkt BB, ik heb nog een nieuwe kans, het scheelde weinig of had haar nooit meer gezien. Het geluk was weer met hem, want aan het eind van de dag kwam Cassy weer alles rechtzetten in de vitrine en ze zag meteen dat BB niet op zijn plaats vooraan stond.
"Wie heeft jou daar achteraan gezet?", mopperde Cassy, "vooruit, hier moet je staan." BB vond elke vorm van aandacht van Cassy heerlijk, dus hij glimlachte vettig en zei: "Oh, graag, want dan kan ik je zien zitten hier vandaan. Ik hoop, dat je mij ook ziet zitten." Cassy keek hem fronsend nog eens schuin aan en dacht zeker te weten dat ze hem helemaal niet zag zitten, ze zei echter niets.
De chef, van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, kwam zeggen dat hij de boel af wilde sluiten en verzocht hen vriendelijk doch dringend het gesprek te beëindigen. "Morgen is zij er weer de hele dag", zei hij met een knikje in de richting van Cassy, "van jou weet ik het nog niet zo zeker." Hij keek even op de rug van BB en zei toen dreigend: "Als jij niet zorgt, dat een klant je morgen meeneemt, stuur ik je naar de Voedselbank. En daar weten ze wel raad met jou." BB schrok even en pijnigde zijn gedachten om een uitweg te vinden.
De volgende dag sloeg het noodlot toch toe voor onze smeuïge vriend. Er kwam een kind van een jaar of twaalf naar de vitrine en BB zag het al naar hem kijken. BB raakte zo opgewonden, dat hij begon te beven en misschien was het daardoor, dat het jongetje hem liet vallen op de keiharde vloer. Een vrouw zag het allemaal gebeuren en het kind kreeg een kleur van schaamte tot achter zijn oren. Snel bekeek hij de schade en dacht dat het wel meeviel. Er zat een stevige buts op de hoek van BB en in zijn zij zat een scheur. Het joch deed net als of er niks gebeurd was en zette BB in het winkelwagentje van zijn moeder tussen andere boodschappen.
Als zijn moeder even later naar de kassa gaat schuift het kind BB ongemerkt tussen een brood en een pak macaroni in de hoop dat niemand iets merkt van zijn onhandigheid. Als Cassy BB beet pakt, drukt hij snel wat boter uit de scheur tegen haar vingers. Cassy voelt het en zet BB naast de kassa en roept in haar microfoon: "Kan iemand even een nieuwe grote Besel naar kassa 2 brengen?" Ze gaat verder met haar werk. Door toeval valt er een papieren memo half over BB heen.
Even later komt de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, zelf het gevraagde bakje Besel brengen en Cassy rekent het voor de moeder van het kind af. Er zijn nog meer klanten voor de kassa en ze vergeet BB helemaal. Hij vergeet haar niet, want nu zit hij zowat op haar schoot. BB geniet met volle teugen van de warmte en het mooie meisje, waar hij zo graag bij had willen werken aan haar ontbijt. Hij beseft dat het lot anders heeft beschikt en berust in zijn aanstaande afgang naar de afvalbak. Zover is het echter nog niet.

Re: Overval

Geplaatst: 07 okt 2013 11:20
door -Maaike-
Eh, ik vind het nogal een omslag met het eerste stuk. Ik verwachte niet een pakje boter te gaan volgen en ik weet niet zo goed wat ik ervan vind :$ De schrijfstijl en de mysterie van het hoofdstuk vind ik wel erg leuk!

Ben benieuwd waar het volgende hoofdstuk ons brengt. Ga zo door!

Re: Overval

Geplaatst: 07 okt 2013 12:11
door Raages
Je wordt op je wenken bediend hier is hoofdstuk 3 van de 7

3. Mw. T.H. Dodewaarth.

Thea Hendrika Dodewaarth met th was een weduwe van in de zestig en woonde in de flat op de achtste etage in een 3-kamer appartement. Precies boven dat aardige vrouwtje met die motor, een journaliste, dacht ze gehoord te hebben, toen ze elkaar eens in de lift hadden aangesproken. Ze werd door iedereen die ze kende in het flat gebouw altijd Tante Tee genoemd en dat vond ze eigenlijk wel zo leuk. Het gaf iets familiairs en gemoedelijks.
Ze was helemaal geen tante, want ze had geen neefjes of nichtjes, omdat ze zelf enig kind was geweest en de enige broer van haar man kinderloos was gebleven. Hij leefde nog en kwam haar een enkele keer opzoeken. Samen haalden ze dan oude dingen van vroeger op en soms keken ze nog eens in een oud fotoalbum, dat Tante Tee zuinig bewaarde. Ze keek altijd uit naar zijn bezoek en verzamelde dan allerlei nieuwtjes voor die dag, om wat te kletsen te hebben.
Haar zwager was een paar maanden terug nog geweest. Nadat ze eerst uitgebreid koffie hadden gedronken, compleet met een stukje van Tantes veelvuldig geroemde huisgemaakte appeltaart, hadden ze een lange wandeling in het park gemaakt, omdat het al zulk zacht weer was geweest die dag. Hij was zo als gewoonlijk blijven eten en na het avondeten weer naar zijn huis in Leiden vertrokken. "Goh", verzuchtte Tante Tee, "kwam hij maar vaker, want het is altijd zó gezellig." Tenslotte was alleen maar alleen.
Naar hem toe gaan had ze ook wel eens overwogen. Vanwege haar incontinentie probleem, wilde ze echter niet lang van huis af. Nee, haar zwager moest naar haar toe komen, dat vond ze beter.
Tante Tee had vroeger op de administratie bij een grote handelsonderneming in elektra artikelen gewerkt en daar als boekhoudster de centen beheerd en gecontroleerd. Een paar jaar geleden had ze veertig jaar trouwe dienst gehaald en toen vond ze het genoeg geweest. Er was haar een mooie, druk bezochte, receptie aangeboden door het bedrijf en die journaliste van beneden, had haar wat vragen gesteld en een foto gemaakt. Zo was ze ook nog in de krant gekomen.
Ze ging met vervroegd pensioen en na twee jaar kreeg ze haar AOW uitgekeerd. Ach, het was wel geen vetpot, toch kon ze zich er uitstekend mee redden en hoefde nergens op te beknibbelen. Ze had het meer dan goed, alleen jammer dat haar man al op zestig jarige leeftijd was gestorven aan die 'rotziekte'.

In de buurt was er voor ouderen mensen genoeg te doen en Tante Tee verveelde zich dan ook zelden of nooit. Ze wandelde met enkele leeftijdgenoten altijd op donderdag door het park en kwam vrijwel dagelijks in de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, om iets te halen en voor een loopje en een praatje. Ze kende dan ook de halve buurt van gezicht, want namen onthouden was niet haar sterkste kant.
Ze was altijd goed gehumeurd en vriendelijk tegen iedereen die haar groette of aansprak. Ze parfumeerde zich wat overdreven met Sjanel 5. Mevrouw Dodewaarth was bepaald nog niet levensmoe te noemen in tegendeel. Ze was vaak een stimulans voor jongere mensen om niet bij de pakken neer te zitten, hun schouders er onder te zetten en door te gaan met waar ze mee bezig waren.

Tante Tee hield van lekker en vet eten en dat was haar ook wel een beetje aan te zien. Het mens was gewoon veel en veel te dik en haar huisarts had haar al eens gewaarschuwd, dat ze zo een verhoogd risico liep op een beroerte of ander hartproblemen. Het maakte op Tante Tee niet veel indruk, ze at gewoon door, zoals ze al jaren gewend was. Daardoor kwam ze vaak naar de winkel, om te zoeken naar een vers hapje, dat ze nog niet kende, of eerder gebruikt had in iets lekkers. Ze kookte altijd voor zich zelf de lekkerste dingen en genoot er dan dubbel van.
Doordat ze verzot was op Italiaanse gerechten, maakte ze dan ook altijd haar eigen onovertroffen pasta's zelf. Mw. Dodewaarth bezat daarvoor dan ook een fraaie pastamachine en genoot vaak van een Italiaanse opera onder haar kookwerk. Soms konden de buren mee genieten, als Tante de wijn van tevoren al even 'geproefd' had en dan het geluid opeens te zacht vond.
Tante Tee speurde ook altijd op de drankafdeling naar een passende wijn bij haar gerechten en vond die ook altijd. Want zonder een goed glas wijn had Tante niet gegeten.
Ook vandaag stond er weer een heerlijke met pesto gevulde Lasagna op haar menu en ze spoedde zich naar de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, om haar gewenste ingrediënten in te slaan. De drank zou haar bijna parten spelen deze keer.

Re: Overval

Geplaatst: 07 okt 2013 12:17
door Raages
Aangezien het derde hoofdstuk nogal kort is geef ik meteen het vierde hoofdstuk er bij.

4. Cassy Wijlre.

Iedere morgen fietste Cassy naar haar werk en stalde haar fiets in het voorportaal van het magazijn, waar ze een sleutel van had gekregen. Je kon daarmee niet in het eigenlijke magazijn komen en ook niet in de winkel. Daarvoor was er nog een stevig beveiligde tussendeur, die alleen door de bedrijfsleiding van het filiaal, geopend kon worden, net als de toegangsdeur voor het publiek.
In dat voorportaal waren ook de toiletten en de kleedkamers met stalen kastjes voor het personeel. De kleedkamer voor de meisjes grensde aan het kantoor van de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant.
Er ging het verhaal, dat iemand de man eens had betrapt op het gluren door een spleet in de betimmering. Het had hem rap de bijnaam Grote Viezerik opgeleverd. Nu heette de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, toevallig Gerben Victor Dolman. Wanneer de personeelsleden het dan ook over GV hadden, werd er echter meestal gerefereerd aan zijn bijnaam Grote Viezerik.

De meiden verkleedden zich sindsdien altijd in een bepaalde hoek, waarvan ze wisten, dat ze daar veilig waren voor de spiedende ogen van hun, altijd erg vriendelijk naar hen glimlachende, werkgever.
Momenteel werkte er slechts vier meisjes en twee jongens in de kleine supermarkt. Het was een leuk gezelschapje en de ploeg kon goed met elkaar overweg. De aanwezigheid van GV werd door allemaal als een noodzakelijk kwaad getolereerd en iedereen deed zelf wat hem of haar goeddunkte. Alleen de rotklussen werden in opdracht van GV aangepakt en dat waren er nog al wat. Het personeel zag het liefst geen klanten in de winkel, die daar, van alles wat zij er juist hadden neergezet, weer dingen meenamen. Want, zo redeneerden zij, dan konden ze wel aan het vakken vullen blijven en de toegestane pauzes waren toch al zo kort.

Cassy heette officieel Cassandra Wijlre, ze werd echter door alles en iedereen altijd Cassy of Kassiewijle genoemd. Ze was tweeëntwintig en werkte al een tijdje in de supermarkt, aangenomen als kassière, ze werd echter voor allerlei hand- en spandiensten ingezet. Haar baas, de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, dreigde gewoon haar te ontslaan, als ze een beetje tegen stribbelde, omdat ze nu eenmaal geen poetsvrouw wilde zijn.
Hij liet haar op een dag gewoon de hondenpoep opruimen voor de winkeldeur. Cassy was des duivels geweest en had gezworen dat ze daar voor wraak zou nemen, als ze de kans kreeg. Wat dacht die GV wel van haar, dat ze een doetje was?
De mooie Cassy vulde dus braaf de vakken bij, als er niemand aan de kassa wachtte en dweilde gemorste rommel op, wanneer een klant iets uit zijn of haar handen liet vallen en reikte ze dan poeslief glimlachend een nieuw exemplaar van het verspilde artikel aan. Want het was nóóit de schuld van de klant, dat er zomaar iets uit een stelling op de grond kletterde. Je mocht als personeel blij zijn, dat je niet voor de letselschade werd aangesproken door zo'n 'muts'.

Op een avond was Cassy, onderweg naar huis, van haar fiets getrokken door een kerel. Ze was bang geweest dat hij haar zou aanranden, tot haar stomme verbazing was hij echter alleen geïnteresseerd in haar sleutelbos. Die moest ze onder bedreiging van een mes afgeven en de rotzak verdween er mee in de bosjes. Ze was hevig geschrokken en ook wat teleurgesteld. Ze had tenslotte een mooi smoeltje en een goed geproportioneerd lichaam. Dat had de vent niet kunnen verleiden, om haar zelfs maar aan te raken, anders dan dat hij haar bij haar jas had vastgepakt en zijn mes had laten zien.
Aan de ene kant was ze natuurlijk blij, dat het zo goed was afgelopen, aan de andere kant was haar eer gekrenkt. Ze had zich zelf altijd als erg aantrekkelijk beschouwd en er was al menig oogje op haar geworpen door deze en gene.
Toen ze die avond bij haar ouders thuis kwam, had ze hen het voorval verteld en haar vader raadde haar aan meteen de filiaalchef en de politie te waarschuwen. Zelf sliep hij die nacht ook slecht, omdat ze niet wisten of de dader het ook op hun huis voorzien had. De keuze voor de supermarkt lag meer voor de hand natuurlijk. Wie weet hoelang de man Cassy al gevolgd was en in de gaten had gehouden. Er gebeurde echter niets.

Het leven in de winkel ging gewoon verder en het voorval werd snel vergeten. Bij de recherche hadden ze dagwerk aan dit soort meldingen en ook Nico Geels las het genoemde voorval bij de meldingen en aangiften.
Cassy hield er wel van om haar schoonheid ten toon te spreiden. Ze ging regelmatig naar een kapper en zag er altijd keurig opgemaakt uit. Haar ogen waren altijd van oogschaduw voorzien en liefst in de kleur van haar onafscheidelijke opplaknagels.
Ze droeg meestal een vrij strak bloesje of een strakke trui, zodat er weinig te raden viel over de vorm van de inhoud. Een Bh vond ze een onding, die droeg ze niet. Als er mannen naar haar keken, genoot ze en begon dan allerliefst te glimlachen naar ze.
Zelfs haar chef had de neiging om meer in haar buurt rond te hangen als Cassy weer eens iets nieuws aan had getrokken. Gezien zijn reputatie was dat ook niet verwonderlijk en het deed zijn bijnaam recht.
Het liefst schoof Cassy toch de boodschappen van rechts naar links over de barcodesensor en rekende met haar klanten af. Die ze steevast vroeg of ze de bon mee wilden hebben en hen verder een prettige dag toewenste. De klanten vonden Cassy een prima kassière en er kwam nooit een klacht over haar bij de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant.

Re: Overval

Geplaatst: 08 okt 2013 13:41
door -Maaike-
Leuk vervolg. Hmm, we hebben nu de journalist, de caissière, het pakje boter (waarvan ik z'n rol niet begrijp :P ) en Tante Tee. Ik gok dat die Nico ook nog een hoofdstuk heeft en de overvaller die Cassy lastig viel, haha. Het voelt een beetje als een kwartet spelletje (A) Dat idee kreeg ik opeens.

Ga zo door! Ben benieuwd wie het volgende personage is.

Re: Overval

Geplaatst: 08 okt 2013 14:27
door Raages
Dank je Maaike. Laat ik je dan nog eens verrassen met hoofdstuk 5.

5. Gele paardenbloem.

Het was in de late zomer dat een 'parapluutje', je weet wel, een paardenbloem zaadje uit zo’n pluisbol, langzaam neerdaalde naast de winkeldeuren en even later door de wind in een kleine spleet tussen de stenen van de straat geblazen werd. Dit zaadje kwam helemaal uit Vlaanderen hier heen waaien.
Het werd kouder en kouder en de mensen die langs kwamen zeiden wel eens tegen elkaar, dat ze het een kale boel vonden. De supermarkt zelf was zoveel mogelijk geel geschilderd als een soort huiskleur. Klanten vroegen daarom, beweerde het adviesbureau dat er voor ingehuurd was.
Nu het volop winterde werd er ook stevig gestrooid met wegenzout, want de chef, van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, wilde tot elke prijs voorkomen dat zijn klanten op zijn stoep letsel zouden oplopen. Daar kende hij de gruwelijke rechtszaken van, die collega’s waren overkomen en die nu nog steeds geen baan meer konden vinden. Ja, als vakkenvuller in hun eigen voormalige filiaal.
Het Paardenbloemzaadje stak zowat de moord van al dat zout en verschrompelde ongeveer 15 à 20 %. Gelukkig had er op de stoep voor de winkeldeur een hond gepoept.
Natuurlijk had de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, het gevaarlijke obstakel meteen in de gaten en stuurde Cassy met een emmer sop en een bezem om de stoep in tip top conditie te brengen. Cassy sloeg de keutel met een klap, een golfkampioen waardig, de struiken in en smeet de emmer sop over de straat, waarna ze verwoed begon te boenen met de bezem. Paardenbloemzaadje was er niet echt blij mee, want ze kreeg nu wel water, echter van een aller belabberde slechte kwaliteit. De troep prikte in haar tere huidje en het schuim lag er op. Mopperen en klagen bij Cassy had weinig succes, die was voor zoiets stoïcijns doof en bekeek Paardenbloemzaadje minachtend en van uit de hoogte.
Dit voorjaar bleef het veel te koud voor de tijd van het jaar. De dames op de 'HvH' plek, met HvH geven ze op het stadhuis in het gemeentelijk bestemmingplan de bekende Hangplekken voor Huisvrouwen aan, stonden te klagen dat het een lieve lust was. Wat hen betreft mocht het wel warm water gaan regenen, beweerden ze.
"Ja", riep Paardenbloemzaadje zo hard ze kon, en in goed verstaanbaar Nederlands met een beetje Vlaams accent, "dat zou ik ook wel wensen." De vrouwen keken even verbouwereerd naar haar en vervolgden hun uitwisseling van roddel en ellende. Die wens van Paardenbloemzaadje werd onmiddellijk vervuld. Hoewel?
Een grote bruine hond snuffelde even op haar plekje, tilde een poot op en liet een straal stinkende warme urine op Paardenbloemzaadje neerkletteren.
"Allee zeg, vuilen vieze viervoeter, sodemietert op, zeikert, gaat over de schoenen van Uwe madame staon pissen!", wist ze met moeite door de urinedouche heen te schreeuwen.
De hond kwam nog even terug, snoof de geur nog even goed in zijn neus en gromde tussen zijn ontblote tanden: "Hoorde ik nu iets?" Paardenbloemzaad koos de verstandigste weg en verklaarde de hond voor lucht.
Lang hoefde ze niet in de stank te liggen, want later op de dag begon het inderdaad te regenen en die regen spoelde alle viezigheid meteen de uitgedroogde grond in, zeer tot genoegen van Paardenbloemzaadje, die er meteen groter van groeide tot een volwassen PB zaadje.
Nu moest het nog wachten op het ingebouwde klokje dat het vertelde wanneer het Paardenbloemenseizoen begon. Het zaadje begon alvast zijn jasje open te trekken en stak voorzichtig en paar klein worteltjes de grond in. "Gatverpielekes, dat is koud", klaagde Paardenbloemzaadje kleumerig. Maar ja, voordat al die cellen zich gedeeld zouden hebben en tot een volwassen Paardenbloem waren uitgegroeid. "Amay, dan moest ze subiet nog aan gaan poten", sprak ons Vlaamse Paardenbloemenzaadje zowat bij zich zelf. Ze besloot al die gesprekken van de dames voor de deur eens goed te gaan volgen, zodat zij zich wat kon bekwamen in het Nederlands. Ze begon meteen met een paar oor-vormige bladeren te laten groeien. Dat zou wel helpen om het gekwek beter te verstaan. Haar bloemen kwamen later wel, want ze wilde niet teveel aandacht trekken in het begin.
Het stiekem afluisteren van de gesprekken, die vooral dames met elkaar voerden, voor de deur van de winkel, liet af en toe wel de kleur van haar bladeren verbleken, dan deed ze net of ze dat gesprek nooit gehoord had. Intussen oefende ze vlijtig op haar Nederlands en begon het al goed onder de knie te krijgen.
Langzaam werd het weer steeds beter en de zon verwarmde de stenen waar ons Paardenbloempje tussen woonde. Inmiddels was het geen zaadje meer te noemen, maar een heuse kleine paardenbloem, echter nog zonder bloem. Zelfs geen knop was er nog gemaakt.
De chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, was al eens komen kijken en overwoog om wat mest te gaan strooien. De man was helemaal gefascineerd door alles wat geel was of heette en hij wilde de paardenbloem voor zijn winkel deur dan ook graag in bloei zien komen. Hij begon met turfmolm aan te laten rukken, dat moest de jonge paardenbloem tegen eventuele nachtvorst beschermen. Een beetje kalk kon ook geen kwaad dacht hij, en Paardenbloem vond dat gewoon lekker spul. Water, dat mocht hij wel wat vaker brengen, want ze had al snel dorst.
Het was nu tijd om bloemen te gaan maken, mooie gele bloemen. Ze hield ook van een lekker warm zonnetje, vooral 's-morgens vroeg. Dan kon ze veel honing produceren en de bijen die op haar fel gele hoofd en de gele supermarkt af kwamen waren dan erg blij en zoemden de hele dag dat het een lust was.
De kinderen van de winkelklanten gingen dan juist lopen zeuren en gillen dat ze bang van die 'wespen' waren. Wisten zij veel. Die bijen deden nota bene 'geen vlieg kwaad' zo te zeggen. Paardenbloem moest wel eens lachen als er weer een moeder met een tas vol boodschappen door een dergelijk bang jongentje haast tegen de grond gewerkt werd. De schijterts. Paardenbloem kon roepen wat ze wilde, ze luisterden gewoon niet naar haar.
Helemaal leuk werd het als die kinderen iets van limonade of andere zoetigheid bij zich hadden. Ook een bij is nieuwsgierig en dan ging er wel eens één wat dichterbij zo'n kind kijken, om te zien wat zij toch rook. Gillen werd het dan. Krijsen om zijn moeder en gewoon beweren dat hij gestoken was. Paardenbloem deed het dan haast in haar broek van het lachen. En zo'n moeder kon dan geen kant meer op, omdat dat jong van d'r niet meer door de deur dorst. Als hij buiten stond te krijsen kreeg ze hem niet naar binnen en als hij binnen stond was hij met geen stok naar buiten te slaan. Heerlijk, heerlijk. Paardenbloem was geweldig blij dat haar kinderen straks met één flinke windvlaag allemaal de deur uit vlogen en verder zagen ze wel waar ze heen gingen. Terug komen was er niet bij. Wie weg ging, die bleef weg.
Paardenbloem haalde het beste uit haar zelf naar boven en begon meer bloemen te maken. Ze knalde de ene na de andere gele bloem naar boven en de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, kwam als hij de zaak open deed, persoonlijk op zijn knieën even ruiken aan haar bloemen. Bij wijze van geintje nieste zij dan weleens even en dan was zijn hele neus geel van het stuifmeel. De stakker liep dan de hele ochtend niesend en proestend door de winkel en beweerde dat hij een hooikoorts aanval te voorduren had, doch op zijn post zou blijven tot hij er bij neer zou vallen. De opschepper.
Nu ze zo groot was geworden was, kon ze ook door de open deur naar binnen kijken en zag ze Cassy achter haar kassa zitten. Haar blikveld verruimde zich en het leven lachte haar toe. Binnenkort zou ze de eerste bloemen gaan omvormen tot mooie ronde zaadpluisbollen en kon de wind ze meevoeren als ze rijp waren. Ze was wel benieuwd naar het gezicht van de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, als de wind een hele wolk van haar nakomelingen de winkel in zou blazen. Daar was hij vast niet zo blij mee, veronderstelde Paardenbloem. Die gebeurtenis was echter niet aan haar. Ze zag wel.

Re: Overval

Geplaatst: 09 okt 2013 11:05
door -Maaike-
Hm,, apart vervolg. Ik vraag me af hoe zij een rol gaan spelen in de overval. In elk geval is het creatief bedacht! Een vraagje, kunnen de mensen nu wel of niet horen en zien wat die planten en dingen doen? Of lijkt dat alleen maar zo? :)
Klanten vroegen daarom beweerde het adviesbureau dat er voor ingehuurd was.
Volgens mij moet er een komma tussen "daarom" en "beweerde"

[De kinderen van de winkelklanten gingen dan juist lopen zeuren en gillen dat ze bang van die 'wespen' waren. Wisten zij veel. Die bijen deden nota bene 'geen vlieg kwaad' zo te zeggen. [/quote]
Bij of wesp? :P Ik zou er bij zetten "het waren bijen en die deden" want nu was het even verwarrend :$

Ga zo door!

Re: Overval

Geplaatst: 09 okt 2013 11:59
door Raages
-Maaike- schreef:Hm,, apart vervolg. Ik vraag me af hoe zij een rol gaan spelen in de overval. In elk geval is het creatief bedacht! Een vraagje, kunnen de mensen nu wel of niet horen en zien wat die planten en dingen doen? Of lijkt dat alleen maar zo? :)
Klanten vroegen daarom beweerde het adviesbureau dat er voor ingehuurd was.
Volgens mij moet er een komma tussen "daarom" en "beweerde"

[De kinderen van de winkelklanten gingen dan juist lopen zeuren en gillen dat ze bang van die 'wespen' waren. Wisten zij veel. Die bijen deden nota bene 'geen vlieg kwaad' zo te zeggen.
Bij of wesp? :P Ik zou er bij zetten "het waren bijen en die deden" want nu was het even verwarrend :$

Ga zo door![/quote]

Die komma lijkt mij ook beter.
De bijen werden al genoemd in de voorgaande zin Maaike.

Re: Overval

Geplaatst: 09 okt 2013 12:04
door Raages
Hier is het voorlaatste hoofdstuk 6 waarin we kennis maken met Nico Geels. Ja juist, die rechercheur waar Nicole mee bevriend is.
Lees maar mee.


6. Nico Geels.

Als opleiding had Nico Geels na de lagere school het VMBO gevolgd en daarna had hij zich aangemeld bij een Politie opleiding. Nadat hij zijn scholing met succes had afgesloten was hij eerst in de straatdienst als wijkagent te werk gesteld en had heel wat kilometers lopen surveilleren. Als regel liep je altijd met zijn tweeën en zo had hij al heel wat collega's leren kennen. Het waren vaak mannen geweest, maar hij had ook enige tijd met een jonge vrouw gelopen.
Dat vond hij een moeilijke periode. Hij wist al snel van haar dat ze een vaste vriend had buiten de politie. Vooral als de emoties op straat hoog opliepen en er wel eens geweld tegen hen gebruikt werd, was het moeilijk om zijn vrouwelijke collega te helpen en te troosten als ze pijn had. Nico vond dat lastig en was blij dat de vrouw weer naar een ander bureau overgeplaatst werd en hij weer een man toegewezen kreeg.
Hij was inmiddels al opgeklommen tot Hoofdagent en moest daarom vaak leiding geven aan jongere collega's, die net in dienst waren gekomen. Op een dag was er weer een meisje aan zijn zorg toevertrouwd en daarmee klikte het beter. Zij was een jaar of vier jonger en zei geen relatie meer te hebben en Nico bekende haar ook niemand te hebben die op hem rekende. Het werkte wel makkelijker dan met het eerdere vrouwtje, alleen moest je toch goed oppassen het werk en het meisje gescheiden te houden. Hij nam haar wel eens mee uit eten of naar een leuke film. Collega's hadden hen wel eens samen gezien buiten de diensturen en de roddelpers begon op stoom te komen.
Ook de hoofdcommissaris had al eens gemerkt dat de twee elkaar door een roze bril bekeken en op een dag moest Nico op het matje komen. Zijn chef verweet hem niets, doch waarschuwde hem, dat er eerdere gevallen bekend waren van relaties binnen het korps, die geleid hadden tot veel vervelende zaken. Hij had alle vertrouwen in Nico, doch hoopte stilletjes dat ze de verhouding zouden verbreken. Al zouden ze zelf niets verkeerds doen, er waren altijd mensen die aan hun integriteit ging twijfelen. En dan werden de poten, zonder dat je het zelf wist, langzaam onder je stoel weggezaagd.
Nico besprak het allemaal met zijn collega vriendin en eerlijk gezegd zagen ze beiden wel in, dat het altijd in hun nadeel zou uitpakken, als er maar iets gebeurde dat moeilijk lag bij de pers. Ze besloten een bedenktijd van veertien dagen te nemen en daarin te overwegen of ze het werk belangrijker vonden dan de relatie. Ze namen beiden om de beurt een week vrij, zodat ze elkaar veertien dagen niet hoefden te ontmoeten. Na die periode kwamen ze weer bij elkaar in een restaurant en beiden besloten een punt achter de nog jonge relatie te zetten en hun baas te vragen om een van hen over te plaatsen naar een ander bureau.
Hij moest blijven en het meisje verhuisde naar een ander korps. Ze namen als goede vrienden afscheid en daarna was Nico erg voorzichtig met relationele zaken. Het deed hem toch verdriet, want hij had best van de vrouw willen houden. Hij wist dat hij graag bij de recherche wilde werken en dat was werk waarbij er eigenlijk geen plaats voor een partner was. Je was bij nacht en ontij op pad en het beheerste vaak je eigen leven. Praten over het werk was ook niet verstandig, zodat je eventuele partner met een boel vragen bleef zitten. Nee, het boeven vangen was echt werk voor singles.
Nico draaide zijn diensten en studeerde in zijn vrije tijd om bij de recherche te komen. Het lukte hem na twee jaar om als Brigadier het werk te mogen doen, waar hij altijd naar uit gekeken had. In zijn nieuwe werkkring had hij met andere mensen te maken en die werkten ook volgens andere normen. Vaak werd er door politiemensen met criminelen onderhandeld om tot een voor beiden acceptabel resultaat te komen. Hier gold niet het recht van de sterkste, echter meer het gezegde 'voor wat, hoort wat'.
Hij leerde ook dat de recherche graag gebruik maakte van informanten en undercover agenten. Er bestond ook een speciale verhouding met de media, die natuurlijk graag het nieuws heet van de naald hadden, echter zelf ook wel eens iets uitzochten of hoorde in allerlei 'kringen'. En die informatie was dan weer zeer gewild bij 'Oom agent'.
Zo gebeurde het dat Nico Nicole en haar Nicon ontmoette bij een lijk van een jongeman, dat ergens langs een weiland gevonden was. Toen hij er aankwam, wist zij al wie het was en had al foto's gemaakt. Zij wilde natuurlijk wel het exclusieve politierapport als eerste inzien en zo kwamen ze met elkaar in contact. Het klikte goed tussen hen en beiden gaven meteen aan geen interesse te hebben in een vaste relatie. Het werk van beiden paste echter prima bij elkaar. Ze leefden met een mobiel aan hun oren en aten zwaar ongeregeld. Dus waren ze blij als ze samen weer eens tijd hadden voor een behoorlijke maaltijd, die ze meestal bij haar thuis gebruikte.
Het was zelfs eens uitgelopen op een stevige vrijpartij en hij was pas de volgende morgen vertrokken. Hoewel beiden er met veel plezier aan terug dachten, was het geen reden tot het 'aanhalen van de wederzijdse betrekkingen'. Ze belden elkaar regelmatig, meestal uit werk oogpunt. Het ging dan meestal om tips die de een voor de ander had gevonden.
Onlangs had hij haar nog gebeld over een brandmelding die hij toevallig als eerste op het bureau had aangenomen. De volgende morgen stonden de foto's in de krant en Nico veronderstelde dat zijn tip haar snel bij de brand gebracht had.
Het speet hem, dat ze geen foto's van de omstanders en kijkers had genomen, vaak kwamen daar nog bruikbare gegevens uit.

Nico zat, met een vers bakkie koffie voor zich, een rapport nog eens door te lezen, toen er een stil alarm binnen kwam. Hij bekeek de melding en zag dat er door de kassière van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, een alarmknop ingetrapt was met de code 4. Dat hield in dat ze een gewapende winkelovervaller hadden. Hij waarschuwde de collega's en ze sprongen met zijn vieren in een dienstauto en raceten er heen. Onderweg stuurde hij meteen een gecodeerde SMS naar Nicole die er vlak bij woonde. Dat hadden ze, al enige tijd geleden, eens met elkaar uitgedokterd om snel en vooral onbegrijpelijk voor derden met elkaar te kunnen communiceren als er plotseling iets bijzonders gebeurde.

Re: Overval

Geplaatst: 09 okt 2013 22:40
door chanell
Het is wel een leuk geschreven verhaal, maar vindt het moeilijk om de 'rode' draad te vinden. Verder kom ik wel heel vaak een supermarktketen met de bijnaam van een olifant tegen, daar zou ik echt iets aan doen. Eventueel kun je dit vervangen door De Klus, of de Albert Peijn, maar volgens mij is de naam Jumbo ook geen probleem. Ik zie soms een wat verouderde spelling, maar daar lees ik gemakkelijk doorheen . Bijvoorbeeld ; ogenschaduw, de centen beheerd, raceten.
Ze leefden met een mobiel aan hun oren.. die vind ik leuk gevonden! :lol:
Lekker doorschrijven, ik ben wel benieuwd hoe het verder gaat! :app:

Re: Overval

Geplaatst: 10 okt 2013 09:45
door Raages
chanell schreef:Het is wel een leuk geschreven verhaal, maar vindt het moeilijk om de 'rode' draad te vinden. Verder kom ik wel heel vaak een supermarktketen met de bijnaam van een olifant tegen, daar zou ik echt iets aan doen. Eventueel kun je dit vervangen door De Klus, of de Albert Peijn, maar volgens mij is de naam Jumbo ook geen probleem. Ik zie soms een wat verouderde spelling, maar daar lees ik gemakkelijk doorheen . Bijvoorbeeld ; ogenschaduw, de centen beheerd, raceten.
:app:
Er zit in dit verhaal geen rode maar een gele draad. :lol:
De keuze voor de aanduiding van de supermarkt is natuurlijk bewust gemaakt en dus essentieel voor het verhaal.
De oogschaduw heb ik bijgewerkt.
Wat is er verkeerd aan de uitdrukking "de centen beheren" en aan raceten?

Re: Overval

Geplaatst: 10 okt 2013 11:12
door chanell
Bedankt voor je reactie, die gele draad ga ik wel vinden :)

Hierbij mijn antwoord op je vragen;

Tante Tee had vroeger op de administratie bij een grote handelsonderneming in elektra artikelen gewerkt en daar als boekhoudster de centen beheerd en gecontroleerd.

Het is geen foute zin, maar deze zin suggereert een mevrouw achter een bureau met een lade waar een kluisje in zit. Vol met contant geld ( de centen) .. dat ze iedere avond na zit te tellen. Nu zijn contante betalingen wel van vroeger.. dat klopt, maar in deze tijd klinkt het wat vreemd.

Mijn idee; Tante Tee had vroeger bij een handelsonderneming in elektrotechnisch materiaal gewerkt, en was daar verantwoordelijk voor de debiteuren- en crediteurenadministratie.

Hij waarschuwde de collega's en ze sprongen met zijn vieren in een dienstauto en raceten er heen.

Het is geen foute zin, maar als lezeres struikelde ik over raceten, in de nieuwe spelling is het racete, dus zonder n, maar met of zonder n blijft het een lastig woord

Mijn idee: Hij waarschuwde zijn collega's, en met vier man in één dienstauto gingen ze op weg.

Ik zie wel dat je je 'veldwerk' een stuk beter hebt gedaan dan ik.. je weet precies te omschrijven hoe het zit met de opleiding tot agent, hoofdagent, brigadier en rechercheur. TOP :app:

Re: Overval

Geplaatst: 10 okt 2013 12:28
door Raages
Het is natuurlijk waar dat dingen anders geschreven kunnen worden Chanell, maar er is ook nog zoiets als stijl en trant in verhaal. Dit verhaal is licht humoristisch en zeker niet zakelijk bedoeld.
Daarom gebruik ik HP's die niet voor de hand liggen en creëer situaties die ook niet gebruikelijk zijn. Het was niet de bedoeling om een verhaal te schrijven als een documentaire.
Niet te min is het prettig te lezen hoe een andere lezeres er tegen aan kijkt. Dus blijf gewoon kritisch in je opmerkingen, niks mis mee.
Ik hoop dat je met het lezen van het laatste en langste hoofdstuk er een beter geheel in ziet. :)

Hier komt het.

7. Kassa.

De man stormde de winkel binnen en rende, met een pistool zwaaiend, naar de kassa. Daar brulde hij tegen Cassy:

"GELD! En een bé..bé..beetje vlug."

Ze schrok zich rot, doch was wel zo bijdehand om een trap op de alarmknop onder de kassa te geven, waarmee ze een stil alarm in werking stelde, dat op het politiebureau juist alle bellen liet rinkelen.
Niet iedereen had het vooral opgemerkt. Toen de man echter een waarschuwingsschot afvuurde, waarvan de kogel in de vitrine met bakjes boter verdween en er daar verscheidene doorboorde, was iedereen bij de les. Ze stonden als versteend stil, waar ze waren. Behalve de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, die 'op hoge poten' eens even polshoogte kwam nemen. Hij bleef toch op enige afstand van de kassa staan.

Nicole en Nicon stonden juist achter een stelling toen het gebeurde en ze bracht haar camera meteen in de aanslag klaar om ook te gaan 'schieten'. Voorzichtig sloop ze stilletjes naar een beter standpunt, vanwaar ze de situatie beter in beeld kon krijgen. Als altijd gebrand op nieuws en sensatie.

Tante Tee stond met haar karretje juist achter de kassa, bij de drankafdeling en schrok zich een beroerte. Ze trok helemaal wit weg en haar ogen flitsten van boven naar beneden en weer terug. Ze verloor haar evenwicht en helde overdreven naar rechts. Niet meer bij machte haar lichaam te corrigeren, viel ze tegen de grond. In haar val drukte ze tegen de flessen in de stelling, waardoor er aan de andere kant van de stelling zo'n zes flessen rode Port op de grond aan splinters kletterden. De plas rode Port liep onder de stelling door terug naar Tante Tee, die er daarna half in lag. Toen ze even later weer bijkwam en met haar hand aan haar bonzende hoofd voelde, zag ze allemaal bloed aan haar vingers.
"Oh, ik ga dood", kermde ze luid en viel meteen weer in katzwijm. Ze kon helemaal niet tegen bloed, nooit goed tegen gekund. Door haar onhandige bewegingen, zat de rode port nu overal op haar gezicht, haar handen en haar kleding. Het zag er ernstig en smerig uit. De chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, zag haar uit zijn ooghoeken liggen, alleen stond als aan de grond genageld.

BB had gezien wat er met zijn soortgenoten in de koeling gebeurde en was blij dat hij daar niet meer woonde. Hij kreeg het er helemaal warm van en het was al warmer dan in de koele vitrine. De boter in zijn buik werd nu bijna vloeibaar en hij moest zijn best doen om alles binnenboord te houden bij de scheur in zijn zij.

Cassy was natuurlijk erg geschrokken van de aanval. Een getrainde kassière als zij echter herpakte zich snel en dacht na wat ze kon doen. Haar eerste reactie was van zelf sprekend alarm slaan. De meeste vrouwen deden dat door een gil te geven, zo ook Cassy. Achter in de winkel begon nu een vrouw te gillen en een kind te huilen. Verwarring alom dus.

De overvaller keek eens de zaak in en brulde: "Koppen dicht daar!" Hij zwaait nog eens met zijn wapen en riep weer:

S..s..schiet op, Geld!! O.. o..of ik schiet trut.

De jonge kassière keek de man nog eens onderzoekend aan. Het was nog een jonge kerel. Door de zonnebril, die hij droeg, kon ze zijn ogen niet goed zien. Ze maakte de geldlade van haar kassa met tegenzin tergend langzaam open. Zou deze vent nu ook weer geen belangstelling voor haar hebben, weer alleen voor haar spullen? De eerdere overvaller speelt weer door haar hoofd. Ze moest het weten. Kon ze hem misschien afleiden.

Cassy trok haar blouse strak en wiegelde verleidelijk met haar borsten, terwijl ze hem zo uitdagend mogelijk aankeek.

De hand, boven de geldlade, bleef even zweven. De overvaller aarzelde, hij was van zijn stuk gebracht. Zijn ogen dwaalden over Cassy's fraaie rondingen en twijfelde opnieuw. Zijn manlijke driften speelden hem parten en het testosteron gierde door zijn lijf. Hij reikte iets verder naar Cassy, echter kon daar niet goed bij. Ze zat net te ver weg. Hij zocht een steunpunt met zijn linkerhand met het wapen er in en zette die pardoes boven op BB neer.
BB bezweek onder de druk en spoot de halve inhoud van zijn buik tegen de broek van de man, vanwaar de boter in vette klodders omlaag droop en op zijn schoenen en de vloer uiteen spatte.
Opnieuw was de man afgeleid en hij deed een stap terug en keek omlaag naar zijn nog vrij nieuwe spijkerbroek, waar nu langzaam een enorme vetvlek zich in begon af te tekenen. Hij vloekte hardgrondig.

Buiten had Paardenbloem het schot ook gehoord en had reikhalzend naar binnen staan gluren om een glimp op te vangen van wat er gebeurde. Toen ze een moeder met een meisje aan zag komen, die de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant binnen wilden gaan, schudde ze zo wild van NEE, dat het meisje haar moeder tegenhield en naar Paardenbloem ging staan kijken.
Opeens hoorden ze het glasgerinkel en de gil van Cassy. De moeder keek nog even naar binnen, besloot een andere keer terug te komen en vertrok met haar dochter. Verderop in de straat werden ze bijna omver gelopen door vier politiemannen, die met getrokken pistool op de winkel af slopen.
Paardenbloem had zo hard staan schudden en slaakte zo'n diepe zucht als de moeder vertrekt, dat al haar zaadpluisjes en haar stuifmeel in een grote wolk de winkel in waaiden.

Toen de overvaller weer opkeek, werd zijn beeld vertroebeld door de pluisjes en hij moest onmiddellijk hard niezen. Zijn voeten gleden weg door de boter en hij viel voorover over de kassa met zijn gezicht in de geldlade. Dat ruikt goed, dacht hij nog, daarna werd het zwart voor zijn ogen.

Cassy had namelijk de conclusie getrokken, dat ook deze hufter zich niet voor haar mooie lichaam interesseerde en alleen op het geld uit was. Ze zag een vergeten fles olijfolie staan en sloeg de vent er mee vol op zijn achterhoofd. Helaas voor Cassy was het een plastic fles. De fles scheurde prompt en alle eurobriefjes waren meteen voor het leven gemerkt, evenals de kop van de overvaller, die nu niet alleen een moddervette broek had, maar de olijfolie droop met stralen van zijn hoofd en liep ook in zijn ogen. Ook Cassy's toch al dunne blouse plakte nu als transparant plastic aan haar lijf en haar borsten glommen van de vette olijfolie. Hij bleef net lang genoeg versuft liggen voor Cassy, om zijn hand op zijn rug te wringen en het vette pistool er uit te slaan. Hem in die houdgreep hebbend, werd ze zo kwaad, dat ze de kerel met zijn vette kop in de door olie overstromende geldlade ramde. Zijn zonnebril vloog over de grond en zij gilde:
"Hier is je geld lul, pak het dan!!"

En dat herhaalde ze wel een keer of vijf.

Nicole en Nicon hadden het allemaal gezien en goed in zich opgenomen natuurlijk. Dit zou het meest smeuïge verhaal worden, dat ze ooit zou schrijven, grinnikte ze bij zich zelf. Ze had Cassy, met haar schijnbaar naakte borsten vol in beeld, terwijl die heel heldhaftig haar overvaller molesteerde. Die foto zou ze niet naar de krant sturen, die ging naar de Pleeboy.
Succes verzekerd, vetter kon het niet.
De rest van het artikel zou ook met een hele 'vette kop', hahaha, in de krant van morgen staan.

De chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, liep de kwijl uit zijn mondhoeken. Dit was nog eens iets anders dan door een spleet in de wand gluren. Dit was live. En hij stond helemaal vooraan. Hij staarde gebiologeerd naar Cassy en besloot haar voortaan geen rotklussen meer te laten opknappen. Dit was zijn topkassière. Hij zou haar een opslag geven van 250 euro, dan verdiende ze meteen de hoogste loonschaal voor winkelpersoneel. Wat een super griet. Wauw. Hij ontwaakte pas uit zijn trance, toen Nico met zijn collega's de zaak binnen stormden.

Nico had eerst buiten, links en rechts van de deur voorzichtig naar binnen gegluurd, omdat de melding aangaf dat het om een gewapende overval ging. Eén agent bleef buiten en loerde de omgeving af of er soms een handlanger met een vluchtauto klaar stond. Hij kon niets bijzonders ontdekken. Nico ontwaarde binnen een krijsende kassière, die ogenschijnlijk half naakt, een vent stond te mollen. Daar moest eerst een stokje voor gestoken worden. Hij vloog schreeuwend op het stel af:
"Politie! Hé, ophouden daarmee dame. Nu!" Hij wenkte een collega en wees hem het vette wapen van de overvaller op de grond.
"Meenemen Henk, voor vingerafdrukken."
"Vingerafdrukken?", schamperde Henk, "je kunt het ding wel frituren. Als ik mijn dienstwapen zo zou invetten…"
"Ja, schiet nu maar op."

Zijn andere collega had intussen een paar handboeien om de polsen van de overvaller gedaan en trok het 'slachtoffer' mee naar een hoek om hem daar te bewaken.
"Zeg", vroeg Henk, naar Cassy's transparante voorgevel wijzend, "moet ik daar ook even naar vingerafdrukken zoeken?"
"Als je voor de rest van je loopbaan parkeerbonnen wilt gaan uitschrijven, zou ik het doen", adviseerde Nico fijntjes.
Nico keek nog eens naar Cassy en zei fluisterend tegen haar: "Je mag wel wat anders aantrekken, voordat die persmuskieten binnenkomen, voor je het weet sta je in de Pleeboy met dat wetsuit. En je chef zijn ogen rollen zowat uit de kassen."

Zij probeerde haar borsten te bedekken in haar geoliede blouse, waar je nu gewoon dwars doorheen kon kijken.
Daarna vroeg hij, in het algemeen en een beetje rechtstreeks aan de chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant:
"Is er geschoten, zijn er slachtoffers?"

BB riep, met een brok in zijn keel, dat er zes soortgenoten van hem gedood waren. Allemaal door een en het zelfde schot en tijdens het uitoefenen van hun functie. Waarmee hij meteen wilde pleiten om een gedenkteken voor de gevallenen in de winkel te laten ophangen. Zelf beschouwde hij zich als afgeschreven en kon daar goed vrede mee hebben, helemaal nu het beeld van Cassy's glimmende borsten nog op zijn netvlies gebrand stond. Hij zou het allemaal nooit, nooit vergeten.
"Schrijf op", commandeerde Nico tegen Henk.

De chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant keek even uitvoerig om zich heen, om te zien of hij tijd had voor zo'n lastige vraag en knikte daarna in de richting van Tante Tee. Nico ging kijken en zag Nicole ook opdoemen uit de winkel.
"God, wat ben jij toch altijd snel", zei hij verbaasd.
"Ik was al hier, toen jij belde", bekende ze eerlijk.
"Heb je het allemaal gezien?"
"Bijna, toen ik keek stond ie er al."
"Ze heeft hem goed te grazen genomen zeg."
"Dat had ik ook gedaan in haar plaats."
"Dit ziet er niet goed uit", zei Nico op Tante Tee wijzend, "daar gaat ie goed voor brommen."
Nicole bukt zich en stak een vinger in de plas 'bloed'.
Ze rook er aan en zei grijnzend: "Bel maar een ambulance, dit is geen bloed, dit is port."
Hij deed het meteen en zei lachend tegen Nicole: "Maak een foto, een kleurenfoto, daar gaan we een paar broekies mee verrassen op de cursus."

Het ambulance personeel, dat even later arriveerde, haalde eerst Tante Tee uit de drek en bracht haar bij haar positieven. Ze kon zich niets herinneren en mopperde dat ze zo vies was geworden. Het was verdorrie haar beste jas, die nu wel de vuilnisbak in kon. Zonde, zonde. Ze beweerde op eigen kracht naar huis te kunnen en deed dat ook.

De overvaller werd ook even bekeken, die had behalve een stevige bloedneus, een blauw opgezwollen oog en een knappe buil op zijn achterhoofd, weinig ander letsel. Zijn grootste schade was zijn eigen psychologische falen en de ongelofelijke afgang, die hem morgen in de krant te wachten stond.
Voor dat laatste tekende Nicole en Nicon natuurlijk en op de redactie van de krant werd er letterlijk gesmuld van deze ranzige reportage. Zoiets zag je toch niet vaak. Een kassière die een overvaller in elkaar timmert en dan vooral hoe.

Natuurlijk werd hij gearresteerd en meegenomen naar het bureau, waar hij eerst onder de douche gezet werd, want één vette dienstauto vonden ze wel genoeg en de vent was te glibberig om vast te pakken.

Een ander meisje viel de 'eer' te beurt om de vettigheid op te ruimen, want morgen ging de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant weer gewoon open.
Op het bureau circuleerde die volgende ochtend de krant veelvuldig rond. Nico kon smakelijk om lachen om het fraaie verhaal dat Nicole ervan gemaakt had. Dat was wel aan haar besteed.

De chef van de gele supermarkt met de bijnaam van een olifant, had toch pech. Want, nadat de foto van Cassy inderdaad in de Pleeboy verschenen was, kon ze een veelvoud van het loon als kassière verdienen als fotomodel. Ze zegde haar baan dan ook meteen op en vertrok naar de glamourwereld.

Re: Overval

Geplaatst: 10 okt 2013 17:20
door chanell
:lol: Humor! :app:
Verder geen commentaar..

Re: Overval

Geplaatst: 13 okt 2013 16:07
door -Maaike-
Ik vind het gehele verhaal grappig. De personages heb je leuk uitgewerkt en de rol van het bakje boter en de paardenbloem waren verrassend.

Het enige wat ik een beetje ongeloofwaardig vond was hoe snel de overvaller overmeesterd was. Ik had op zijn minst verwacht dat hij in het rond zou schieten, naast dat waarschuwingsschot. En dat het meer moeite zou kosten om hem te overmeesteren, hij heeft toch een wapen, etc. Verder vond ik het einde wel goed geschreven en geloofwaardig, hoor ;) Ik vond het vooral leuk hoe alles samen komt en een belangrijke rol bleek te spelen.

Ik denk dat je Playboy bedoelt in plaats van de Pleeboy :P

Leuk verhaal, goed geschreven :)

Re: Overval

Geplaatst: 13 okt 2013 16:19
door Raages
-Maaike- schreef:Ik denk dat je Playboy bedoelt in plaats van de Pleeboy :P
Dank je Maaike.
Ik had juist mijn best gedaan om vooral geen bestaande merknamen te noemen, maar iets wat er op lijkt. ;)