Ik had het begin van dit verhaal al gepost op het forum 'het Dramatheater', maar ik besefte steeds meer dat de rest van het verhaal meer avonturistisch is! Ik post het hier gewoon opnieuw en alle tips zijn welkom!
Ik was zeven.
‘Spence, Spencer! Liefje. We gaan naar het strand. We gaan er picknicken, dat vind je toch zo leuk?’
Overdonderd door blijdschap was ik achterin de auto gesprongen. Mijn 24-jarige moeder, 28-jarige vader en ik zouden eindelijk weer is naar het strand gaan. Toen ik vijf was hield ik enorm van het strand. Zee, wind en duinen. Schelpen, zeewier en beestjes. Ik onderzocht er alles, ik rende en rolde net zo lang tot mijn moeder me boos weer mee naar de auto sleurde, mopperend over dat ze me straks weer moest schoonboenen. Ik verzon altijd hoe ik later als prinses aan het strand zou wonen, samen met mijn prins. Maar na die middag wilde ik geen prinses meer zijn. Niet meer aan zee wonen en nooit meer naar het strand.
‘Papa en ik gaan even de picknickmand halen, wacht jij hier?’
Enthousiast knikte ik ja, ik wachtte.
‘Mama, papa?’ Het duurde lang. Zo snel mijn kleine beentjes rennen konden, ging ik naar de parkeerplaats toe. Weg was de auto, weg waren papa en mama. Ze hadden me achter gelaten, alleen bij het strand. Ik huilde, wachtte en hoopte dat ze terug zouden komen. Ik wachtte net zo lang tot de zon verdwenen was. Net zo lang tot er een man aan kwam lopen met zijn hond, totdat hij mij vroeg waar mijn ouders waren. Toen besefte ik dat ze niet meer terug zouden komen. Ik was zeven toen ik in een nieuw gezin terecht kwam.
1:
Het was nu precies tien jaar geleden dat ik gevonden werd door meneer Rosemary. Sindsdien woon ik bij hem. Hij en zijn vier andere kinderen woonden in een groot landhuis ten westen van de kust. Peter, Peter Rosemary, deed altijd erg zijn best om mij net zo te behandelen als zijn andere kinderen. Het lukte hem aardig goed. Ik wist zelf ook wel dat ik meestal niet de makkelijkste kon zijn, maar toch heeft hij me altijd bij zich gehouden.
Ik herinner me niet veel meer van de dag dat ik gevonden werd. Soms komen flarden van herinneringen en emoties opzetten, of droom ik over mijn vader en moeder die samen lachend wegrijden. Mij achtergelaten, overgelaten aan mijn eigen lot. Ik weet nog precies hoe ik me toen voelde. Hulpeloos, angstig, klein en alleen. Schreeuwend om mijn ouders die nooit meer zouden terugkeren, terwijl de tranen over mijn wangen stroomden. Ze brandden zich een weg over mijn gezicht en soms, heel soms, lijkt het alsof ik ze nog kan voelen. Die tranen waren ook de laatste die ik ooit nog voor mijn ouders heb laten vloeien, meer verdriet zijn ze niet waard.
‘Spencer! Kom je liefje?’ Al zingend kwam mijn nieuwe stiefmoeder de trap op lopen en zo vrolijk als ze was gooide ze zwierig de deur open.
‘Aha! Daar ben je! Wat doe je hier nou weer mallerd?’ Mijn stiefmoeder keek me stompzinnig aan, was ze nou serieus zo dom?
‘Nou heel misschien ben ik hier, omdat ik hier slaap? Dit is mijn slaapkamer, snap je? Mijn kamer, mijn terrein.’ Ik kon het niet laten de scherpe ondertoon in mijn stem door te laten klinken. Lilian was nu mijn ‘stiefmoeder’, zover Peter mijn ‘vader’ was. Ik snapte niet wat hij met haar moest. Haar IQ moest wel een negatief getal zijn, ze had nog is een zoon en ze is wel twintig jaar jonger dan hij is.
Zuchtend liep Lilian naar beneden, ik liep achter haar aan de marmeren trap af. Onze voetstappen galmde door de grote ontvangsthal waar de trap uitkwam. Vervolgens liepen we de lange hal door naar de eetkamer. De eetkamer was groot en had een hoog plafond met aan het dak een grote kroonluchter. In het midden stond een lange, houten tafel waaraan iedereen al aan het wachten was op mij. David en Edmund waren een 16-jarige tweeling, ze leken sprekend op hun vader. Ze zouden vast ook wel iets weghebben van hun moeder, maar zij was taboe. Zodra je ook een woord over haar sprak, werd je uit huis gezet. Ik had het tot nu toe twee keer geprobeerd, ik mocht pas na een maand weer terugkomen.
Lucy was 13 en samen met haar 11-jarige zusje Emily waren ze de enige dochters die Peter had. Nouja, biologische dochters. Voor Lucy was ik een voorbeeld, dat zei ze altijd. Ik snapte eigenlijk niet goed waarom ze tegen me opkeek.
Later wil ik absoluut geen kinderen. Kinderen zijn alleen maar lastig, ik ben lastig. Wat heeft het nou voor nut om kinderen te hebben, dacht ik vaak bij mezelf. Als ouder ben je niet zeker over of je er altijd voor je kinderen zal zijn, misschien bezorg je ze alleen maar verdriet. Ouders die liegen alleen maar. Of ze er altijd voor je zijn? Nee. Of je altijd op ze kunt rekenen? Nee. Of ze van je houden? Over het algemeen wel, mijn ouders zijn een uitzondering.
Ontmaskerd
Vervolg:
‘Goedemorgen mijn lievelingetjes!’ Brulde Peter vanaf de andere kant van de eetkamer. Jezus, wat was iedereen opgewekt vandaag.
‘Goedemorgen,’ mompelde ik. Plots viel mijn blik op een jongen aan het eind van de eettafel, hij zat op de plaats waar ik normaal zat. Hij had blond haar, grote blauwe ogen en zag er goed uit. Wie was hij en waarom zat hij hier? Blijkbaar viel het op dat ik hem bekeek want Lilian sloeg net iets té enthousiast haar arm om me heen en zei: ‘Dat is nou mijn zoon, Vincent. Een echte knapperd vind je niet?’ Ik voelde hoe ik bloosde en duwde haar arm weg. Hoe durfde ze me zo voor schut te zetten? Wie dacht ze wel niet dat ze was? Iedereen lachte, ook Vincent. Ik snoof diep en probeerde zonder ook maar enige emotie op m’n gezicht te laten zien naar de enige lege plek aan tafel te lopen, die tegenover Vincent. Uiteraard moest het weer zo zijn dat ik ook nog is naast Lilian zat, die zo te zien nog genoot van haar opmerking van daarstraks.
‘Spence, je wiskunde docente heeft gebeld. Ze vertelde me dat je cijfers zo goed zijn dat ze je een speciaal pakket wil aanbieden.’ Peter keek me trots aan.
‘Ik hoef geen speciaal pakket Peter. De enige reden dat me cijfers zo goed zijn is omdat ik hier niks beters te doen heb dan huiswerk.’ Ik slikte, die opmerking kwam er harder uit dan bedoelt. Ik was onhandig in converseren met mensen om wie ik gaf. Vaak kwam alles wat ik zei naar over.
‘Aha, ik snap het. Nou, misschien heb ik dan nog wel iets voor je om te doen. Alleen maar huiswerk maken is ook niet alles hè?’ Peter gaf me een bemoedigend knikje. Een beetje beschaamd bekeek ik aandachtig het bord dat voor me stond, alsof het een winnend loterij lot was. Peter keek me aan, hij wachtte op een antwoord.
‘Uhm, dat lijkt me fijn.’ Ik glimlachte.
‘Mooi! Mooi! Dan kan je samen met Vincent de zolder opknappen! Hoeft hij het ook niet helemaal alleen te doen. Dat is ook weer mooi meegenomen voor jou, hè Vincent?’
Ik keek naar Vincent, hij leek vrijwel blij met het nieuws. Hoe kon hij dit nou leuk vinden? Een zolder opknappen met mij.
‘Ja! Gezellig Spencer!’ Vincent keek me enthousiast aan. Nou er was er tenminste een blij mee. Om de opmerking van net goed te praten zette ik mijn grootste glimlach en zei: ‘Het lijkt me eigenlijk een super leuk idee,’ Ik slikte even en zei daarna wat zachter, ‘pap.’ Ik had Peter in tijden niet zo blij zien kijken.
Diezelfde middag nog gingen Vincent en ik naar zolder om de ravage die we moesten opknappen te bekijken.
‘Dames eerst.’ Zei Vincent glimlachend toen we onderaan de zoldertrap stonden. Ik slikte, het was donker. Ik hield niet van het donker, in het donker voelde ik me machteloos over alles wat er om me heen gebeurde. Vincent keek me aan, er veranderde iets in zijn blik. Maar zo snel als het gekomen was, was het weer verdwenen.
‘Ik ga wel eerst, geen zorgen.’ Alsof hij had geweten wat ik dacht. De trap kraakte onder onze voeten en eenmaal boven gekomen gingen we op zoek naar licht.
‘Aha, gevonden!’ Ik knipte het licht aan en keek om me heen. De zolder was enorm en overal stond rotzooi. De muren waren behangen met bloemetjesbehang dat op verschillende plaatsen losliet. Er was een klein dakraampje en in het midden hing tot mijn grootste verbazing een schommel aan het dak.
‘Ik vraag me af wie er voor ons gewoond hebben. Jij ook niet, Spence?’ Vincent keek me vagend aan. Ik dacht na, het was inderdaad vreemd. Peter had sinds kort de sleutel van de zolder gevonden, dat was raar aangezien hij hier al ruim twintig jaar woonde. Ik had geen idee wie er hier nog meer had gewoond.
‘Dus,’ zei ik, ‘wat wil Peter dat hier gedaan wordt?’ Vincent keek me aan, ik begon me ongemakkelijk te voelen onder zijn blik.
‘Waarom Peter? Waarom geen pap?’ Hij trok zijn wenkbrauwen op.
‘Omdat hij mijn vader niet is.’ Antwoordde ik simpelweg. Vincent wilde er verder op ingaan, ik liep snel weg. Ik keek om me heen, er stonden veel dozen die van de vorige bewoners geweest moeten zijn. Ik liep naar een doos toe en maakte hem open. Er zaten kleren in, meisjeskleren.
‘Kom is kijken.’ Zei ik tegen Vincent. Toen hij geen aanstalten maakte hierheen te komen draaide ik me geïrriteerd om. Vincent had een andere doos opengemaakt en stond met zijn rug naar me toe, ik liep erheen.
‘Wat heb je gevonden? Laat is zien.’ Ik keek over zijn schouder en zag dat hij in een verder lege doos een foto had gevonden. Ik wilde de foto uit Vincent zijn handen pakken maar hij hield me tegen, er was iets in zijn blik.
‘Wat is het? Vincent, laat gewoon zien.’ Een benauwd gevoel bekroop me.
‘Ik, ik weet het niet.. Zeg jij het me maar.’ Zijn grote, blauwe ogen keken me vreemd aan. Ik pakte de foto uit zijn handen en keek ernaar. Het was een familiefoto, ik begreep niet wat er hier zo vreemd aan was totdat mijn blik viel op een vrouw en een meisje aan de rechterkant van de foto. Het meisje kwam me bekend voor. Het golvende bruine haar langs haar gezicht, de onheilspellende blik in haar bruine ogen. Plots wist ik op wie ze leek, ik liet de foto vallen en deed een stap naar achter. Vincent pakte me vast en keek me aan.
‘Wie is dat Spencer?’
‘Ik, ik weet het niet. Ik weet het echt niet!’ Ik voelden tranen achter mijn ogen branden. Ik draaide me om en liep naar de spiegel in de hoek en keek naar mezelf. Mijn lange, bruine, golvende haar viel langs mijn gezicht en mijn bruine ogen, hadden precies dezelfde onheilspellende blik als die van het meisje op de foto. We leken precies op elkaar.
‘Goedemorgen mijn lievelingetjes!’ Brulde Peter vanaf de andere kant van de eetkamer. Jezus, wat was iedereen opgewekt vandaag.
‘Goedemorgen,’ mompelde ik. Plots viel mijn blik op een jongen aan het eind van de eettafel, hij zat op de plaats waar ik normaal zat. Hij had blond haar, grote blauwe ogen en zag er goed uit. Wie was hij en waarom zat hij hier? Blijkbaar viel het op dat ik hem bekeek want Lilian sloeg net iets té enthousiast haar arm om me heen en zei: ‘Dat is nou mijn zoon, Vincent. Een echte knapperd vind je niet?’ Ik voelde hoe ik bloosde en duwde haar arm weg. Hoe durfde ze me zo voor schut te zetten? Wie dacht ze wel niet dat ze was? Iedereen lachte, ook Vincent. Ik snoof diep en probeerde zonder ook maar enige emotie op m’n gezicht te laten zien naar de enige lege plek aan tafel te lopen, die tegenover Vincent. Uiteraard moest het weer zo zijn dat ik ook nog is naast Lilian zat, die zo te zien nog genoot van haar opmerking van daarstraks.
‘Spence, je wiskunde docente heeft gebeld. Ze vertelde me dat je cijfers zo goed zijn dat ze je een speciaal pakket wil aanbieden.’ Peter keek me trots aan.
‘Ik hoef geen speciaal pakket Peter. De enige reden dat me cijfers zo goed zijn is omdat ik hier niks beters te doen heb dan huiswerk.’ Ik slikte, die opmerking kwam er harder uit dan bedoelt. Ik was onhandig in converseren met mensen om wie ik gaf. Vaak kwam alles wat ik zei naar over.
‘Aha, ik snap het. Nou, misschien heb ik dan nog wel iets voor je om te doen. Alleen maar huiswerk maken is ook niet alles hè?’ Peter gaf me een bemoedigend knikje. Een beetje beschaamd bekeek ik aandachtig het bord dat voor me stond, alsof het een winnend loterij lot was. Peter keek me aan, hij wachtte op een antwoord.
‘Uhm, dat lijkt me fijn.’ Ik glimlachte.
‘Mooi! Mooi! Dan kan je samen met Vincent de zolder opknappen! Hoeft hij het ook niet helemaal alleen te doen. Dat is ook weer mooi meegenomen voor jou, hè Vincent?’
Ik keek naar Vincent, hij leek vrijwel blij met het nieuws. Hoe kon hij dit nou leuk vinden? Een zolder opknappen met mij.
‘Ja! Gezellig Spencer!’ Vincent keek me enthousiast aan. Nou er was er tenminste een blij mee. Om de opmerking van net goed te praten zette ik mijn grootste glimlach en zei: ‘Het lijkt me eigenlijk een super leuk idee,’ Ik slikte even en zei daarna wat zachter, ‘pap.’ Ik had Peter in tijden niet zo blij zien kijken.
Diezelfde middag nog gingen Vincent en ik naar zolder om de ravage die we moesten opknappen te bekijken.
‘Dames eerst.’ Zei Vincent glimlachend toen we onderaan de zoldertrap stonden. Ik slikte, het was donker. Ik hield niet van het donker, in het donker voelde ik me machteloos over alles wat er om me heen gebeurde. Vincent keek me aan, er veranderde iets in zijn blik. Maar zo snel als het gekomen was, was het weer verdwenen.
‘Ik ga wel eerst, geen zorgen.’ Alsof hij had geweten wat ik dacht. De trap kraakte onder onze voeten en eenmaal boven gekomen gingen we op zoek naar licht.
‘Aha, gevonden!’ Ik knipte het licht aan en keek om me heen. De zolder was enorm en overal stond rotzooi. De muren waren behangen met bloemetjesbehang dat op verschillende plaatsen losliet. Er was een klein dakraampje en in het midden hing tot mijn grootste verbazing een schommel aan het dak.
‘Ik vraag me af wie er voor ons gewoond hebben. Jij ook niet, Spence?’ Vincent keek me vagend aan. Ik dacht na, het was inderdaad vreemd. Peter had sinds kort de sleutel van de zolder gevonden, dat was raar aangezien hij hier al ruim twintig jaar woonde. Ik had geen idee wie er hier nog meer had gewoond.
‘Dus,’ zei ik, ‘wat wil Peter dat hier gedaan wordt?’ Vincent keek me aan, ik begon me ongemakkelijk te voelen onder zijn blik.
‘Waarom Peter? Waarom geen pap?’ Hij trok zijn wenkbrauwen op.
‘Omdat hij mijn vader niet is.’ Antwoordde ik simpelweg. Vincent wilde er verder op ingaan, ik liep snel weg. Ik keek om me heen, er stonden veel dozen die van de vorige bewoners geweest moeten zijn. Ik liep naar een doos toe en maakte hem open. Er zaten kleren in, meisjeskleren.
‘Kom is kijken.’ Zei ik tegen Vincent. Toen hij geen aanstalten maakte hierheen te komen draaide ik me geïrriteerd om. Vincent had een andere doos opengemaakt en stond met zijn rug naar me toe, ik liep erheen.
‘Wat heb je gevonden? Laat is zien.’ Ik keek over zijn schouder en zag dat hij in een verder lege doos een foto had gevonden. Ik wilde de foto uit Vincent zijn handen pakken maar hij hield me tegen, er was iets in zijn blik.
‘Wat is het? Vincent, laat gewoon zien.’ Een benauwd gevoel bekroop me.
‘Ik, ik weet het niet.. Zeg jij het me maar.’ Zijn grote, blauwe ogen keken me vreemd aan. Ik pakte de foto uit zijn handen en keek ernaar. Het was een familiefoto, ik begreep niet wat er hier zo vreemd aan was totdat mijn blik viel op een vrouw en een meisje aan de rechterkant van de foto. Het meisje kwam me bekend voor. Het golvende bruine haar langs haar gezicht, de onheilspellende blik in haar bruine ogen. Plots wist ik op wie ze leek, ik liet de foto vallen en deed een stap naar achter. Vincent pakte me vast en keek me aan.
‘Wie is dat Spencer?’
‘Ik, ik weet het niet. Ik weet het echt niet!’ Ik voelden tranen achter mijn ogen branden. Ik draaide me om en liep naar de spiegel in de hoek en keek naar mezelf. Mijn lange, bruine, golvende haar viel langs mijn gezicht en mijn bruine ogen, hadden precies dezelfde onheilspellende blik als die van het meisje op de foto. We leken precies op elkaar.
Leuk spannend en luchtig geschreven. Goede verhouding tussen de dialogen en de rest van het verhaal.
'Lilian was nu haar ‘stiefmoeder’, zover Peter haar ‘vader’ was.' Hier wissel je van perspectief en dat hoort niet. Je moet blijven schrijven vanuit de zelfde persoon.
Bijvoorbeeld: Lilian was nu mijn 'stiefmoeder', voor zover Peter mijn 'vader' was.
'Lilian was nu haar ‘stiefmoeder’, zover Peter haar ‘vader’ was.' Hier wissel je van perspectief en dat hoort niet. Je moet blijven schrijven vanuit de zelfde persoon.
Bijvoorbeeld: Lilian was nu mijn 'stiefmoeder', voor zover Peter mijn 'vader' was.
Een zin vol woorden hoeft nog niet zinvol te zijn.
-
- Potlood
- Berichten: 50
- Lid geworden op: 02 mei 2013 14:20
Ik vind het verhaal leuk geschreven, ik dacht dat Spence een jongen was xD
Maar later in het verhaal ben ik er achter gekomen dat ze een meisje is.
Ik ben erg benieuwt hoe het verhaal verder gaat
Ga vooral zo door
Maar later in het verhaal ben ik er achter gekomen dat ze een meisje is.
Ik ben erg benieuwt hoe het verhaal verder gaat

Ga vooral zo door
Welcome in my world
Bedankt voor jullie reacties! En js, Spencer is idd een meisje haha, @strawberrybunny. En bedankt voor de tip, @Raages, ik heb het meteen veranderd 
2:
Ik werd wakker in mijn bed met de deken tot onder m’n kin opgetrokken. Het werd steeds kouder, je kon voelen dat de winter eraan kwam. Zuchtend gooide ik de deken van me af en begaf me naar mijn privébadkamer.
Nadat Vincent gister de familiefoto had gevonden was de rest van de dag als een waas voorbij gegaan. Vincent bleef me bestoken met vragen en op een begeven moment was ik het zo zat dat ik de rest van de dag in mijn kamer had doorgebracht.
Ik bekeek mezelf in de spiegel. Ik kon er niet omheen draaien, het meisje op de foto had mijn eeneiige tweeling kunnen zijn. Terwijl Vincent nog uren na de ontdekking in schok op de bank had gezeten en vragen bleef stellen, was ik nog een keer naar boven gegaan. Ik had de rest van de foto goed bekeken. Het meisje dat zo op mijn leek had een mooi, goud medaillon om en de vrouw die achter het meisje had gestaan was simpelweg de verouderde versie van haar (of van mij, het was maar hoe je het bekeek). En ook de rest van de mensen op de foto hadden allemaal de bruine, onheilspellende ogen. Stuk voor stuk leken ze op elkaar, het was beangstigend om naar te kijken.
Toen ik die ochtend naar beneden ging bleek iedereen al weg te zijn, er lag een briefje op tafel.
‘We zijn naar het dorp. Vermaak jezelf.’ Mompelde ik terwijl ik een appel uit de fruitschaal haalde.
‘Ah, hebben ze ons allebei achtergelaten?’ Fluisterde een plotselinge stem vlak naast mijn oor. Met een ruk draaide ik me om en van schrik liet ik mijn appel op de houten vloer vallen, het was Vincent.
‘Sorry,’ beschuldigend keek hij me aan, ‘ik wilde je niet laten schrikken.’
‘Het geeft niet.’ De woorden kwamen haperend uit mijn mond, wat was er toch met me aan de hand?
‘Heb je lekker geslapen?’ Vroeg Vincent terwijl hij bukte om mijn onder de kast gerolde appel te weer op te rapen.
‘Prima. Jij ook?’ Ik keek toe hoe hij onhandig onder de kast aan het graaien was, ik grinnikte.
‘Die rotap..’ Abrupt kapte hij zijn woorden af en keek me aan. ‘Er zit iets vast aan de onderkant van de kast.’
‘Wat?’
Vincent trok een envelop onder de kast vandaan. Ik liep naar hem toe en pakte de envelop uit zijn handen. De envelop voelde zwaar aan.
‘Hij hing een beetje los aan de onderkant van de kast, dat zal Peter wel gedaan hebben.’ Vincent keek nieuwsgierig over mijn schouder mee terwijl ik de envelop openmaakte. Hij blies zijn warme adem in mijn nek, ik kreeg er kippenvel van.
Zenuwachtig scheurde ik de envelop open, ook al waren er geen zenuwen nodig.
‘Gaat het?’ De warme stem van Vincent haalde me uit mijn gedachten. ‘Anders maak ik hem wel open. Er zit niks raars in hoor, vast iets van Peter.’
‘Nee, het gaat prima.’ Ik scheurde de envelop in een keer open en er viel een medaillon uit op de grond. Mijn adem stokte in m’n keel en ik moest Vincent stevig vasthouden anders was ik zeker flauwgevallen.
‘Spencer, gaat het wel? Hé, Spencer! Antwoord is, gaat het wel goed?’
Het duizelde in mijn hoofd. Hoe kan dit? Ik keek naar het medaillon, als ik niet beter wist was het precies dezelfde als op de foto.

2:
Ik werd wakker in mijn bed met de deken tot onder m’n kin opgetrokken. Het werd steeds kouder, je kon voelen dat de winter eraan kwam. Zuchtend gooide ik de deken van me af en begaf me naar mijn privébadkamer.
Nadat Vincent gister de familiefoto had gevonden was de rest van de dag als een waas voorbij gegaan. Vincent bleef me bestoken met vragen en op een begeven moment was ik het zo zat dat ik de rest van de dag in mijn kamer had doorgebracht.
Ik bekeek mezelf in de spiegel. Ik kon er niet omheen draaien, het meisje op de foto had mijn eeneiige tweeling kunnen zijn. Terwijl Vincent nog uren na de ontdekking in schok op de bank had gezeten en vragen bleef stellen, was ik nog een keer naar boven gegaan. Ik had de rest van de foto goed bekeken. Het meisje dat zo op mijn leek had een mooi, goud medaillon om en de vrouw die achter het meisje had gestaan was simpelweg de verouderde versie van haar (of van mij, het was maar hoe je het bekeek). En ook de rest van de mensen op de foto hadden allemaal de bruine, onheilspellende ogen. Stuk voor stuk leken ze op elkaar, het was beangstigend om naar te kijken.
Toen ik die ochtend naar beneden ging bleek iedereen al weg te zijn, er lag een briefje op tafel.
‘We zijn naar het dorp. Vermaak jezelf.’ Mompelde ik terwijl ik een appel uit de fruitschaal haalde.
‘Ah, hebben ze ons allebei achtergelaten?’ Fluisterde een plotselinge stem vlak naast mijn oor. Met een ruk draaide ik me om en van schrik liet ik mijn appel op de houten vloer vallen, het was Vincent.
‘Sorry,’ beschuldigend keek hij me aan, ‘ik wilde je niet laten schrikken.’
‘Het geeft niet.’ De woorden kwamen haperend uit mijn mond, wat was er toch met me aan de hand?
‘Heb je lekker geslapen?’ Vroeg Vincent terwijl hij bukte om mijn onder de kast gerolde appel te weer op te rapen.
‘Prima. Jij ook?’ Ik keek toe hoe hij onhandig onder de kast aan het graaien was, ik grinnikte.
‘Die rotap..’ Abrupt kapte hij zijn woorden af en keek me aan. ‘Er zit iets vast aan de onderkant van de kast.’
‘Wat?’
Vincent trok een envelop onder de kast vandaan. Ik liep naar hem toe en pakte de envelop uit zijn handen. De envelop voelde zwaar aan.
‘Hij hing een beetje los aan de onderkant van de kast, dat zal Peter wel gedaan hebben.’ Vincent keek nieuwsgierig over mijn schouder mee terwijl ik de envelop openmaakte. Hij blies zijn warme adem in mijn nek, ik kreeg er kippenvel van.
Zenuwachtig scheurde ik de envelop open, ook al waren er geen zenuwen nodig.
‘Gaat het?’ De warme stem van Vincent haalde me uit mijn gedachten. ‘Anders maak ik hem wel open. Er zit niks raars in hoor, vast iets van Peter.’
‘Nee, het gaat prima.’ Ik scheurde de envelop in een keer open en er viel een medaillon uit op de grond. Mijn adem stokte in m’n keel en ik moest Vincent stevig vasthouden anders was ik zeker flauwgevallen.
‘Spencer, gaat het wel? Hé, Spencer! Antwoord is, gaat het wel goed?’
Het duizelde in mijn hoofd. Hoe kan dit? Ik keek naar het medaillon, als ik niet beter wist was het precies dezelfde als op de foto.
Laatst gewijzigd door Fenn. op 02 nov 2013 21:36, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Potlood
- Berichten: 50
- Lid geworden op: 02 mei 2013 14:20
Ooeeh het word steeds leuker
Ik vind Vincent wel een leuk persoon xD
Ik begin steeds te denken dat die foto iets te maken heeft met Spencer.... misschien is het haar familie??
Ga vooral zo door

Ik vind Vincent wel een leuk persoon xD
Ik begin steeds te denken dat die foto iets te maken heeft met Spencer.... misschien is het haar familie??
Ga vooral zo door

Leuk verhaal! Ik heb wel iets met avontuurlijke verhalen en rommelige zolders vol schatten, hehe. Ik ben dus erg benieuwd waar het verhaal heen gaat.
Oh, is er trouwens een reden waarom je de naam Spencer hebt gekozen? Kan er niets aan doen, maar ik zie iedere keer de grote broer van Carly van de tvserie ICarly voor me. Hij heet namelijk ook Spencer

Het einde van het tweede stuk dat je gepost hebt, vind ik erg snel gaan. Er wordt een foto gevonden waar kennelijk een meisje op staat dat op Spencer lijkt en die Vincent bombardeerd haar gelijk met vragen. Ik snap dat hij nieuwsgierig is, maar hij kent haar niet eens, het lijkt mij dat hij dan hooguit nieuwsgierig reageert en het aanstipt hoe toevallig het is dat ze erop lijkt. Het is voor haar immers ook een schok. Nu lijkt het net of hij daar stiekem veel meer van weet en het opzet was dat hij de foto vond
Dat laatste had ik ook bij het vinden van het amulet. Het is wel heel toevallig dat wanneer een appel onder een kast rolt daar een envelop zit. Als dat op die stoffige zolder gebeurt kan ik me dat nog voorstellen, maar onder kasten in de keuken wordt meestal wel schoongemaakt
Misschien was het met opzet, deze toevalligheden, dan moet je dit maar als niet geschreven beschouwen 

Ik hoop dat je iets aan de feedback hebt. Ga zo door!
Oh, is er trouwens een reden waarom je de naam Spencer hebt gekozen? Kan er niets aan doen, maar ik zie iedere keer de grote broer van Carly van de tvserie ICarly voor me. Hij heet namelijk ook Spencer

Staat het verhaal daar nog? Als je me de titel geeft, haal ik hem daar wegIk had het begin van dit verhaal al gepost op het forum 'het Dramatheater'

Het einde van het tweede stuk dat je gepost hebt, vind ik erg snel gaan. Er wordt een foto gevonden waar kennelijk een meisje op staat dat op Spencer lijkt en die Vincent bombardeerd haar gelijk met vragen. Ik snap dat hij nieuwsgierig is, maar hij kent haar niet eens, het lijkt mij dat hij dan hooguit nieuwsgierig reageert en het aanstipt hoe toevallig het is dat ze erop lijkt. Het is voor haar immers ook een schok. Nu lijkt het net of hij daar stiekem veel meer van weet en het opzet was dat hij de foto vond

Dat laatste had ik ook bij het vinden van het amulet. Het is wel heel toevallig dat wanneer een appel onder een kast rolt daar een envelop zit. Als dat op die stoffige zolder gebeurt kan ik me dat nog voorstellen, maar onder kasten in de keuken wordt meestal wel schoongemaakt


Ik denk dat je bedoelt dat hij schuldig kijkt, want nu staat er dat hij het Spencer kwalijk neemt‘Sorry,’ beschuldigend keek hij me aan

Ik hoop dat je iets aan de feedback hebt. Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
Het duurde lang maar hier is het vervolg, ik had het erg druk met leren de afgelopen tijd.. @Maaike , hahah! De naam Spencer kwam meer uit de serie Pretty Little Liars, dan uit iCarly
. Voor de rest kan ik alleen maar zeggen dat Vincent misschien ook niet helemaal is wie hij lijkt te zijn.. Of toch wel? En @strawberrybunny , dankjewel!
3.
Ik had besloten me er verder niet druk over te maken, ook al vond ik het allemaal maar vreemd. Naast mijn nieuwe, lastige stiefmoeder wilde ik me niet ook eens hiermee laten kwellen. Het was uiteraard lastiger gezegd dan gedaan, maar elke keer als Vincent erover begon zei ik hem dat ik het er niet over wilde hebben.
Ik liep de woonkamer in met een boek terwijl Vincent voor de tv zat. Hij keek op, een warm gevoel verspreidde zich door mijn lichaam.
‘Laten we een wandeling maken, het bos hierachter is heel mooi heb ik gehoord.’ Vincent keek me aan en trok vragend zijn wenkbrauwen op.
‘Prima.’ Zei ik. We pakten onze jassen en liepen naar buiten. De achtertuin grensde aan een groot bos dat liep tot de duinen bij de zee, het was prachtig.
We liepen zwijgend naast elkaar tussen de bomen door. Een zee van rode, oranje en gele bladeren spreidde zich voor ons uit.
‘Het is mooi hè, vind je ook niet?’ Ik snoof de buitengeur diep op en voelde hoe de stress van vandaag langzaam wegebde. ‘Ik hou van de natuur, buiten zijn is heerlijk.’ Ik voelde de blik van Vincent op me rusten, hij zuchtte.
‘Ja, je hebt gelijk. Vroeger toen ik klein was konden mijn vader en ik urenlange wandelingen maken door het bos. Jammer genoeg is mijn moeder niet echt een buitenmens.’
‘Waarom bleef je dan niet bij je vader?’ We stopten, Vincent draaide zich naar me toe en keek me strak aan.
‘Dood,’ zei hij. ‘Al een aantal jaar.’
‘Het spijt me.’ Er hing een ongemakkelijke stilte tussen ons. Niemand had me ooit verteld dat Vincent zijn vader dood was, dus hoe kon ik dat weten? We liepen verder, nog steeds zwijgend.
Plotseling greep Vincent mijn arm. ‘Ik snap het niet. Ik snap het echt niet. Hoe bedoel je, “ik wil het er niet meer over hebben”? Het is toch raar? Eerst vind Peter na 20 jaar de sleutel van een deur waarvan hij dacht dat er niks achter zat. Blijkt het een zolder te zijn waarin dozen met meisjeskleren en foto’s liggen. En jij, jij lijkt sprekend op het meisje op foto!’ Hij schreeuwde de laatste zin zowat uit. En ik? Ik wist het niet.
'Vincent, hou erover op oké?' Het kostte me moeite om niet boos weg te lopen.
‘Ik weet dat je nieuwsgierig bent naar de waarheid, het is te zien in je ogen. Waarom wil je niet achter de waarheid komen, Spencer?’ Ik wist niet wat ik moest zeggen, ik wilde heus wel weten hoe het zat. Maar ik was bang voor de waarheid en dat mocht Vincent niet weten.
‘Morgen, morgen gaan we weer naar boven.’ Zei ik tegen hem. Hij glimlachte, sloeg een arm om me heen en we vervolgden onze wandeling door het bos.



3.
Ik had besloten me er verder niet druk over te maken, ook al vond ik het allemaal maar vreemd. Naast mijn nieuwe, lastige stiefmoeder wilde ik me niet ook eens hiermee laten kwellen. Het was uiteraard lastiger gezegd dan gedaan, maar elke keer als Vincent erover begon zei ik hem dat ik het er niet over wilde hebben.
Ik liep de woonkamer in met een boek terwijl Vincent voor de tv zat. Hij keek op, een warm gevoel verspreidde zich door mijn lichaam.
‘Laten we een wandeling maken, het bos hierachter is heel mooi heb ik gehoord.’ Vincent keek me aan en trok vragend zijn wenkbrauwen op.
‘Prima.’ Zei ik. We pakten onze jassen en liepen naar buiten. De achtertuin grensde aan een groot bos dat liep tot de duinen bij de zee, het was prachtig.
We liepen zwijgend naast elkaar tussen de bomen door. Een zee van rode, oranje en gele bladeren spreidde zich voor ons uit.
‘Het is mooi hè, vind je ook niet?’ Ik snoof de buitengeur diep op en voelde hoe de stress van vandaag langzaam wegebde. ‘Ik hou van de natuur, buiten zijn is heerlijk.’ Ik voelde de blik van Vincent op me rusten, hij zuchtte.
‘Ja, je hebt gelijk. Vroeger toen ik klein was konden mijn vader en ik urenlange wandelingen maken door het bos. Jammer genoeg is mijn moeder niet echt een buitenmens.’
‘Waarom bleef je dan niet bij je vader?’ We stopten, Vincent draaide zich naar me toe en keek me strak aan.
‘Dood,’ zei hij. ‘Al een aantal jaar.’
‘Het spijt me.’ Er hing een ongemakkelijke stilte tussen ons. Niemand had me ooit verteld dat Vincent zijn vader dood was, dus hoe kon ik dat weten? We liepen verder, nog steeds zwijgend.
Plotseling greep Vincent mijn arm. ‘Ik snap het niet. Ik snap het echt niet. Hoe bedoel je, “ik wil het er niet meer over hebben”? Het is toch raar? Eerst vind Peter na 20 jaar de sleutel van een deur waarvan hij dacht dat er niks achter zat. Blijkt het een zolder te zijn waarin dozen met meisjeskleren en foto’s liggen. En jij, jij lijkt sprekend op het meisje op foto!’ Hij schreeuwde de laatste zin zowat uit. En ik? Ik wist het niet.
'Vincent, hou erover op oké?' Het kostte me moeite om niet boos weg te lopen.
‘Ik weet dat je nieuwsgierig bent naar de waarheid, het is te zien in je ogen. Waarom wil je niet achter de waarheid komen, Spencer?’ Ik wist niet wat ik moest zeggen, ik wilde heus wel weten hoe het zat. Maar ik was bang voor de waarheid en dat mocht Vincent niet weten.
‘Morgen, morgen gaan we weer naar boven.’ Zei ik tegen hem. Hij glimlachte, sloeg een arm om me heen en we vervolgden onze wandeling door het bos.
Laatst gewijzigd door Fenn. op 02 nov 2013 21:34, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Potlood
- Berichten: 50
- Lid geworden op: 02 mei 2013 14:20
Yaay weer een stukje ^w^
Ik had een beetje moeite met deze zin:
‘Ik, ik snap het niet.
Het lijkt net alsof hij stottert misschien is het handiger om er gewoon ''Ik snap het niet'' van te maken.
Dat leest denk ik veel makkelijker
Het is ook handig dat Spencer iets terug zegt, in plaats van dat Vincent aan één stuk door praat.
Ik hoop dat je hier wat aan hebt
Ik had een beetje moeite met deze zin:
‘Ik, ik snap het niet.
Het lijkt net alsof hij stottert misschien is het handiger om er gewoon ''Ik snap het niet'' van te maken.
Dat leest denk ik veel makkelijker

Het is ook handig dat Spencer iets terug zegt, in plaats van dat Vincent aan één stuk door praat.
Ik hoop dat je hier wat aan hebt

Welcome in my world
Heel spannend opgebouwd tot nu toe, doe zo verder!
Enkele schoonheidsfoutjes:
Moet zijn: een gegeven moment
Zo heb je er nog een paar gemaakt. Op zich vind ik ze niet zo storend maar je kunt ze er zelf vrij gemakkelijk uitfilteren.
Enkele schoonheidsfoutjes:
Moet zijn: privébadkamerprivé badkamer
een begeven moment
Moet zijn: een gegeven moment
Moet zijn: mij leekmijn leek
Zo heb je er nog een paar gemaakt. Op zich vind ik ze niet zo storend maar je kunt ze er zelf vrij gemakkelijk uitfilteren.
Wat een drammerige jongen is dat toch, die Vincent. Geen idee wat hij wil, behalve alles ontraadselen. Misschien blijken ze wel familie te zijn -hmmz-....
Leuk vervolg. Ga zo door!
Leuk vervolg. Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
@Maaike @strawberrybunny ; bedankt voor de tips! Ik heb het verandert
. Hier komt het vervolg:
We liepen door het bos naar het strand toe, bovenaan de duinen stopte ik even. Ik was al zo lang niet meer op het strand geweest en ik voelde me ook niet echt geneigd verder te gaan dan de top van de duinen.
‘Wat is het, Spence?’ Zei Vincent terwijl zijn arm nog steeds om mijn schouders lag. Vincent was de eerste met wie ik, naast Peter, een connectie voelde. Hij kon wel goed doordrammen om zijn zin te krijgen, maar hij was aardig voor me. Ik kende hem dan ook maar een paar dagen, maar ik had sinds de kleuterklas geen vrienden meer gehad. Zou Vincent mijn vriend zijn? Ik zuchtte, wat een zielig bestaan had ik toch, ik was 17 en had nu pas sinds heel lang weer een vriend. Ik glimlachte.
‘Niks, ik ben alleen lang niet meer op het strand geweest.’ Mijn levensverhaal hoefde hij nu nog niet te weten.
‘Ah, vanwege je ouders? Mijn moeder had het me vanochtend nog verteld. Ik vind het echt verschrikkelijk voor je. Het spijt me, als je terug wil gaan moet je het maar zeggen.’ Hij drukte me dichter tegen zich aan. Was dit normaal voor vrienden? Ik wist het niet.
‘Het maakt niet uit.’ Het bleef een poos stil voor ik zei: ‘Laten we naar zee lopen.’
‘Wat dacht je ervan om van de duin af te rollen?’ Vincent keek me met een brede glimlach aan, was hij serieus? ‘Kom, ik eerst!’ Hij trok zijn jas uit, ging liggen en rolde zo naar beneden. Ik begon hard te lachen, ik kon het niet helpen, het zag er zo dom uit. Eenmaal beneden begon hij hard met me mee te lachen. ‘Nu jij!’ Riep hij. Ik trok mijn jas uit en rolde achter hem aan.
‘Er zit zand op plaatsen waar het niet hoort te zitten!’ Riep ik al lachend tegen Vincent die weer omhoog was gerend.
‘Maakt niet uit, bij mij ook!’ En daar kwam hij weer aan. Hij stond op, pakte mijn hand en trok me al rennend mee naar de zee. De wind liet mijn haren dansen en de geur van de zee drong diep tot me door. Ik had de zee gemist en ik besefte het me nu pas. We waren aangekomen bij de zee, de zon kleurde rood raakte bijna de horizon. Vroeger dacht ik altijd dat de zon elke avond de zee in ging om af te koelen.
‘Zwemmen?’ Zijn ogen schitterden en hij grijnsde breed.
‘Het is hartstikke koud!’ Ik keek hem aan, van al drammende gedrag was niks meer over. Ik kreeg het gevoel dat ik hem nu pas echt leerde kennen.
‘De zee is warmer dan hier op het land. Het is nog warm van de zon afgelopen zomer, de zee koelt niet zo snel af als het land. Wat zeg je ervan?’ Hij begon zich langzaam uit te kleden, ik kon maar met moeite mijn ogen afwenden. Ik moest zeggen dat hij er goed uit zag.
‘Vincent, dit is raar. Ik bedoel, jij bent..’
‘Je stiefbroer?’ Hij keek me aan. ‘Dat is zo, maar jij bent niet echt Peters dochters toch? En broers en zussen zien elkaar ook wel is in ondergoed, is het niet?’ Normaal had ik heftig geprotesteerd, maar hij had een punt vond ik. Misschien kwam het ook omdat ik merkte dat ik het vervelend vond hem zonder shirt te zien. Dus deze keer trok ik me er niets van aan en trok mijn T-shirt uit. Zijn grijns werd nog breder. ‘Zo mag ik het zien!’ Riep hij terwijl hij al struikelend zijn broek uit trok.
‘Sukkel.’ Lachend duwde ik hem omver en ik rende de zee in. Hij had gelijk, het water was dan wel niet warm, maar ook niet koud. Vincent kwam me achterna en begon te spetteren met het water, hij dook onderwater en toen hij boven kwam duwde hij me omver. Ik had in jaren niet zoveel plezier gehad, ik voelde me gelukkig. De zon ging onder en we besloten eruit te gaan en terwijl we onze kleren aantrokken over ons natte ondergoed praatten we over van alles en nog wat. Zo kwam ik te weten dat Vincent allergisch was voor ananas en hij niet van voetbal hield, zoals de meesten, maar van waterpolo.
‘Ik moet je wel iets vertellen.’ We liepen terug over het strand terwijl de zon al bijna onder was. Vincent pakte mijn schouders beet en keek me aan met een serieuze blik.
‘Wat is er? Je maakt me zenuwachtig.’ Ik lachte, maar het kwam niet gemeend over zoals bedoeld.
‘Nog even over dat meisje..’ Begon hij.
‘Nee!’ Waarom begon hij er nou weer over?
‘Hé, rustig maar. Ik wilde alleen mijn excuses aanbieden dat ik er zo op doordrong, het was alleen zo dat ik erg geschrokken was. Maar dat ben jij natuurlijk ook, dus ik kan niks anders zeggen dan dat het me spijt. We hoeven morgen ook helemaal niet weer terug te gaan, het uit te zoeken, of wat dan ook. Alleen als jij het wil, oké?’ Hij glimlachte, ik werd weer helemaal warm van binnen.
‘Oké.’ Zei ik, ik glimlachte. Dit was één van de beste dagen ooit.

We liepen door het bos naar het strand toe, bovenaan de duinen stopte ik even. Ik was al zo lang niet meer op het strand geweest en ik voelde me ook niet echt geneigd verder te gaan dan de top van de duinen.
‘Wat is het, Spence?’ Zei Vincent terwijl zijn arm nog steeds om mijn schouders lag. Vincent was de eerste met wie ik, naast Peter, een connectie voelde. Hij kon wel goed doordrammen om zijn zin te krijgen, maar hij was aardig voor me. Ik kende hem dan ook maar een paar dagen, maar ik had sinds de kleuterklas geen vrienden meer gehad. Zou Vincent mijn vriend zijn? Ik zuchtte, wat een zielig bestaan had ik toch, ik was 17 en had nu pas sinds heel lang weer een vriend. Ik glimlachte.
‘Niks, ik ben alleen lang niet meer op het strand geweest.’ Mijn levensverhaal hoefde hij nu nog niet te weten.
‘Ah, vanwege je ouders? Mijn moeder had het me vanochtend nog verteld. Ik vind het echt verschrikkelijk voor je. Het spijt me, als je terug wil gaan moet je het maar zeggen.’ Hij drukte me dichter tegen zich aan. Was dit normaal voor vrienden? Ik wist het niet.
‘Het maakt niet uit.’ Het bleef een poos stil voor ik zei: ‘Laten we naar zee lopen.’
‘Wat dacht je ervan om van de duin af te rollen?’ Vincent keek me met een brede glimlach aan, was hij serieus? ‘Kom, ik eerst!’ Hij trok zijn jas uit, ging liggen en rolde zo naar beneden. Ik begon hard te lachen, ik kon het niet helpen, het zag er zo dom uit. Eenmaal beneden begon hij hard met me mee te lachen. ‘Nu jij!’ Riep hij. Ik trok mijn jas uit en rolde achter hem aan.
‘Er zit zand op plaatsen waar het niet hoort te zitten!’ Riep ik al lachend tegen Vincent die weer omhoog was gerend.
‘Maakt niet uit, bij mij ook!’ En daar kwam hij weer aan. Hij stond op, pakte mijn hand en trok me al rennend mee naar de zee. De wind liet mijn haren dansen en de geur van de zee drong diep tot me door. Ik had de zee gemist en ik besefte het me nu pas. We waren aangekomen bij de zee, de zon kleurde rood raakte bijna de horizon. Vroeger dacht ik altijd dat de zon elke avond de zee in ging om af te koelen.
‘Zwemmen?’ Zijn ogen schitterden en hij grijnsde breed.
‘Het is hartstikke koud!’ Ik keek hem aan, van al drammende gedrag was niks meer over. Ik kreeg het gevoel dat ik hem nu pas echt leerde kennen.
‘De zee is warmer dan hier op het land. Het is nog warm van de zon afgelopen zomer, de zee koelt niet zo snel af als het land. Wat zeg je ervan?’ Hij begon zich langzaam uit te kleden, ik kon maar met moeite mijn ogen afwenden. Ik moest zeggen dat hij er goed uit zag.
‘Vincent, dit is raar. Ik bedoel, jij bent..’
‘Je stiefbroer?’ Hij keek me aan. ‘Dat is zo, maar jij bent niet echt Peters dochters toch? En broers en zussen zien elkaar ook wel is in ondergoed, is het niet?’ Normaal had ik heftig geprotesteerd, maar hij had een punt vond ik. Misschien kwam het ook omdat ik merkte dat ik het vervelend vond hem zonder shirt te zien. Dus deze keer trok ik me er niets van aan en trok mijn T-shirt uit. Zijn grijns werd nog breder. ‘Zo mag ik het zien!’ Riep hij terwijl hij al struikelend zijn broek uit trok.
‘Sukkel.’ Lachend duwde ik hem omver en ik rende de zee in. Hij had gelijk, het water was dan wel niet warm, maar ook niet koud. Vincent kwam me achterna en begon te spetteren met het water, hij dook onderwater en toen hij boven kwam duwde hij me omver. Ik had in jaren niet zoveel plezier gehad, ik voelde me gelukkig. De zon ging onder en we besloten eruit te gaan en terwijl we onze kleren aantrokken over ons natte ondergoed praatten we over van alles en nog wat. Zo kwam ik te weten dat Vincent allergisch was voor ananas en hij niet van voetbal hield, zoals de meesten, maar van waterpolo.
‘Ik moet je wel iets vertellen.’ We liepen terug over het strand terwijl de zon al bijna onder was. Vincent pakte mijn schouders beet en keek me aan met een serieuze blik.
‘Wat is er? Je maakt me zenuwachtig.’ Ik lachte, maar het kwam niet gemeend over zoals bedoeld.
‘Nog even over dat meisje..’ Begon hij.
‘Nee!’ Waarom begon hij er nou weer over?
‘Hé, rustig maar. Ik wilde alleen mijn excuses aanbieden dat ik er zo op doordrong, het was alleen zo dat ik erg geschrokken was. Maar dat ben jij natuurlijk ook, dus ik kan niks anders zeggen dan dat het me spijt. We hoeven morgen ook helemaal niet weer terug te gaan, het uit te zoeken, of wat dan ook. Alleen als jij het wil, oké?’ Hij glimlachte, ik werd weer helemaal warm van binnen.
‘Oké.’ Zei ik, ik glimlachte. Dit was één van de beste dagen ooit.
Aww lief hoofdstuk! Ik geloof dat ze daar echt aan toe was, om even gek te doen en alles om haar heen te vergeten 
Goed geschreven, ga zo door

Goed geschreven, ga zo door

- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
@Maaike, dankjewell! Leuk dat je na elk stukje reageert
4.
‘Spencer!’ Lucy en Emily sprongen blij op toen ze Vincent en mij binnen zagen komen.
‘Waar waren jullie de hele dag?’ David kwam de hoek omlopen gevolgd door Edmund, Peter en Lilian.
‘Gewoon, we hebben een wandeling gemaakt door het bos en over het strand.’ Zei Vincent. Toen het woord strand viel keek Peter me kort aan, hij was bezorgd.
‘Je kleren zijn helemaal nat!’ Emily liep naar met toe en sloeg haar armen om me heen. Ik moest lachen en drukte haar dicht tegen me aan.
‘We hebben gezwommen en het was super koud, toch Vincent?’ Ik kietelde Emily kort en streek met mijn hand door Lucy’s haren.
‘Nou, er is er iemand vrolijk vandaag. Eindelijk, mevrouw chagrijn kan ook nog lachen.’ Lilian keek me met een vieze blik aan, wat was haar probleem nou weer?
‘Kom, kom,’ zei Peter, ‘Laten we uiteten gaan vanavond.’ Hij liep naar me toe en gaf me een kort kneepje in mijn schouder. ‘Waarom niet naar jou favoriet, Spencer?’
‘Leuk! Mag ik me wel eerst even omkleden?’ Vincent kwam naast me staan en ik voelde hoe zijn arm naast de mijne hing.
Ik trok alle lades van mijn kledingkast open op zoek naar een perfect truitje voor vanavond. Het klonk raar, maar voor het eerst in een lange tijd wilde ik er goed uitzien. Het was ook wel een erg chique restaurant waar we heen gingen, dus iets meer aandacht voor mijn uiterlijk was wel nodig. Een kort klopje en een ‘Mag ik binnenkomen?’ haalde me uit mijn gedachten. Ik trok snel wat kleren aan.
‘Prima.’ Als het Lilian was zou de deur zo gauw hij open ging weer dicht gaan. Maar het was Lilian niet, het was Vincent.
‘Hé..’ De stilte die daarna volgde was ongemakkelijk. ‘Het spijt me van mijn moeder, ik snap ook niet waarom ze zo doet.’ Nog steeds een stilte, maar ik was niet van plan mijn leuke dag te laten verpesten door Lilian.
‘Het is niet jou schuld, of wel soms?’ Ik keek Vincent aan, hij glimlachte naar me. Hij liep naar me toe en kwam voor me staan.
‘Wat ben je aan het doen?’ Vroeg hij. Ik voelde zijn warme adem bij elk woord dat hij uitsprak in mijn nek kriebelen. Plotseling werd ik nerveus.
‘Ik kleed me om.’ Hij hoefde niet perse te weten dat ik zocht naar iets extra leuks.
‘Maar je ziet er al goed uit.’ Weer zijn warme adem, ik voelde hoe mijn hart sneller begon te kloppen. Hij kwam nog iets dichterbij en bijna, bijna stonden we tegen elkaar aan. Hij legde zijn hand op m’n schouder en..
‘Komen jullie nog?’ Het was David die de deur open gooide en Vincent en mij mee naar buiten sleurde.




4.
‘Spencer!’ Lucy en Emily sprongen blij op toen ze Vincent en mij binnen zagen komen.
‘Waar waren jullie de hele dag?’ David kwam de hoek omlopen gevolgd door Edmund, Peter en Lilian.
‘Gewoon, we hebben een wandeling gemaakt door het bos en over het strand.’ Zei Vincent. Toen het woord strand viel keek Peter me kort aan, hij was bezorgd.
‘Je kleren zijn helemaal nat!’ Emily liep naar met toe en sloeg haar armen om me heen. Ik moest lachen en drukte haar dicht tegen me aan.
‘We hebben gezwommen en het was super koud, toch Vincent?’ Ik kietelde Emily kort en streek met mijn hand door Lucy’s haren.
‘Nou, er is er iemand vrolijk vandaag. Eindelijk, mevrouw chagrijn kan ook nog lachen.’ Lilian keek me met een vieze blik aan, wat was haar probleem nou weer?
‘Kom, kom,’ zei Peter, ‘Laten we uiteten gaan vanavond.’ Hij liep naar me toe en gaf me een kort kneepje in mijn schouder. ‘Waarom niet naar jou favoriet, Spencer?’
‘Leuk! Mag ik me wel eerst even omkleden?’ Vincent kwam naast me staan en ik voelde hoe zijn arm naast de mijne hing.
Ik trok alle lades van mijn kledingkast open op zoek naar een perfect truitje voor vanavond. Het klonk raar, maar voor het eerst in een lange tijd wilde ik er goed uitzien. Het was ook wel een erg chique restaurant waar we heen gingen, dus iets meer aandacht voor mijn uiterlijk was wel nodig. Een kort klopje en een ‘Mag ik binnenkomen?’ haalde me uit mijn gedachten. Ik trok snel wat kleren aan.
‘Prima.’ Als het Lilian was zou de deur zo gauw hij open ging weer dicht gaan. Maar het was Lilian niet, het was Vincent.
‘Hé..’ De stilte die daarna volgde was ongemakkelijk. ‘Het spijt me van mijn moeder, ik snap ook niet waarom ze zo doet.’ Nog steeds een stilte, maar ik was niet van plan mijn leuke dag te laten verpesten door Lilian.
‘Het is niet jou schuld, of wel soms?’ Ik keek Vincent aan, hij glimlachte naar me. Hij liep naar me toe en kwam voor me staan.
‘Wat ben je aan het doen?’ Vroeg hij. Ik voelde zijn warme adem bij elk woord dat hij uitsprak in mijn nek kriebelen. Plotseling werd ik nerveus.
‘Ik kleed me om.’ Hij hoefde niet perse te weten dat ik zocht naar iets extra leuks.
‘Maar je ziet er al goed uit.’ Weer zijn warme adem, ik voelde hoe mijn hart sneller begon te kloppen. Hij kwam nog iets dichterbij en bijna, bijna stonden we tegen elkaar aan. Hij legde zijn hand op m’n schouder en..
‘Komen jullie nog?’ Het was David die de deur open gooide en Vincent en mij mee naar buiten sleurde.
Laatst gewijzigd door Fenn. op 07 nov 2013 12:48, 2 keer totaal gewijzigd.
Eh ik geloof dat er iemand een beetje gek is op Spencer en dat iemand anders dat niet zo leuk vind... Dat beloofd nog wat 
Een kleine opmerking; je schrijft dat Spencer de kast overhoop haalt - ga er even vanuit dat ze de natte kleding al heeft uitgedaan. Betekent dat dan dat ze in der ondergoed/badjas de trap wordt afgesleurd of heeft ze stiekem al iets heel leuks aangedaan voor dat Vincent haar kamer in kwam?
Leuk stukje weer! Ga zo door!

Een kleine opmerking; je schrijft dat Spencer de kast overhoop haalt - ga er even vanuit dat ze de natte kleding al heeft uitgedaan. Betekent dat dan dat ze in der ondergoed/badjas de trap wordt afgesleurd of heeft ze stiekem al iets heel leuks aangedaan voor dat Vincent haar kamer in kwam?
Leuk stukje weer! Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
-
- Potlood
- Berichten: 50
- Lid geworden op: 02 mei 2013 14:20
heel leuk ga zo door 

Welcome in my world