Nomina animorum
Geplaatst: 15 okt 2013 10:53
Waarom ik? Deel 1
Olinia stapt de Nitroc binnen, een plaatselijk eetcafé. Zoekend kijkt Olinia naar de verschillende rijen. Welke is het kortst? De rijen verschillen in lengte van elkaar. Helemaal links, in het hoekje, ziet Olinia een korte rij. Vlug voegt ze zich toe aan de éénpersoons rij. Met haar handen over elkaar, richt ze haar blik op het menu. Voordat ze iets kan kiezen loopt er een dikke man voor haar weg met een zak friet in zijn hand. Een patat wordt, door de dikke man, ondergedompeld in een dikke klodder mayonaise. Olinia ziet de man genieten van zijn delicatessen.
‘Wat wil je bestellen?’ vraagt de jongen achter de toonbank met een vriendelijke lach. Zijn smalle gestalte is gehuld in een Nitroc uniform. Het blauw en geel staan perfect bij zijn blauwe ogen en zijn zongebruinde huid. Een hitte bekruipt Olinia's gezicht.
'Ik ehm...' Ze kijkt vlug naar de menukaart en kiest het eerste wat ze ziet. "Een hamburger. Doe mij maar een hamburger."
'Anders nog wat?’
Olinia ontwijkt zijn blik en schudt haar hoofd.
'Oké.'De jongen draait zich om en gaat met haar bestelling aan de gang. Olinia voelt hoe de blos op haar wangen vervaagd en slaakt een zucht van verlichting. Ze leunt met haar rug tegen de toonbank en laat haar ogen door het eetcafé dwalen. Een videoclip van een leuk liedje, dat al een maand in de top 30 staat, verschijnt op de televisie die aan de muur hangt. Ze luistert naar het liedje en ziet een paar jongetjes rennen met ballonen in hun hand. Het is al een tijd geleden dat ze in de Nitroc is geweest. De vakantie naar Kior duurde lang, het plezante eiland dat in het zuiden van het land dobbert. De snackbar is veranderd, in de tijd dat ze weg was. De banken hebben een nieuw bekleedsel, de tegels zijn nieuw en de winkel heeft een frisse uitstraling.
Alles gaat zonder mij verder. De tijd staat niet stil in deze wijk. Kior was zo rustig en de tijd leek er dood te zijn. Hier moet alles zo snel mogelijk, de tijd is je vijand.
‘Mevrouw?’
Beschaamd draait ze richting de toonbank. Gedachtes varen weg, terug in de echte wereld. De honger versterkt door een blik naar de verpakte hamburger.
‘Alstublieft.’
'Dankjewel,’ zegt ze zacht.
Ze slaat haar hand uit en grijpt de burger. Net voordat ze de verpakking eraf kan scheuren, schreeuwt ze. Iedereen stopt waarmee ze bezig zijn en kijkt naar Olinia. Een vrouw heeft Olinia vast geklemd, die met een pijnlijke blik kijkt. De gezelligheid vervormt zich tot een onheilspellende sfeer. De mevrouw is bruin van huidskleur, ze heeft gevlochten haar tot haar schouders, bruine ogen en is lang. Ze heeft een zwart wapen in haar hand. Olinia kijkt naar het pistool en begint te transpireren. Wilde bewegingen uit angst, de spanning ligt te hoog. Er klinken stappen in het restaurant, een paar mensen hollen de zaak uit. De vrouw kijkt achter zich, maar houdt Olinia stevig vast zodat ze niet kan wegglippen. Het pistool is gericht op Olinia en een traan valt op de vloer. Ze wilt groot blijven, maar dat gaat niet, de vrees om dood te gaan is te groot en ze begint te snikken.
'Geef me het geld of dit meisje gaat er aan,’zegt de vrouw met een snauwende stem. De vrees van het meisje mindert. Tranen van angst en verdriet kijken de werknemer aan. Haar lot ligt in zijn handen.
‘Nee!’ zegt de Jongen.
Krak, haar mond valt open. Het schriele touwtje dat haar hoop vast hield, breekt in tweeën.
’Wat zei je!’ schreeuwt de vrouw. Die nu van woede kookt. Uit boosheid houdt ze Olinia strakker vast. De greep weerhoudt haar van ademen.
De klanten weten niet wat ze zien. Met grote ogen kijken ze naar de jongen. Is het zo geld zo belangrijk voor hem?
Nee ! Waarom geef je het geld niet.
De vrouw drukt op de trekker.
Dus op deze manier ga ik dood.
Tragisch valt haar gestalte na beneden.
Olinia stapt de Nitroc binnen, een plaatselijk eetcafé. Zoekend kijkt Olinia naar de verschillende rijen. Welke is het kortst? De rijen verschillen in lengte van elkaar. Helemaal links, in het hoekje, ziet Olinia een korte rij. Vlug voegt ze zich toe aan de éénpersoons rij. Met haar handen over elkaar, richt ze haar blik op het menu. Voordat ze iets kan kiezen loopt er een dikke man voor haar weg met een zak friet in zijn hand. Een patat wordt, door de dikke man, ondergedompeld in een dikke klodder mayonaise. Olinia ziet de man genieten van zijn delicatessen.
‘Wat wil je bestellen?’ vraagt de jongen achter de toonbank met een vriendelijke lach. Zijn smalle gestalte is gehuld in een Nitroc uniform. Het blauw en geel staan perfect bij zijn blauwe ogen en zijn zongebruinde huid. Een hitte bekruipt Olinia's gezicht.
'Ik ehm...' Ze kijkt vlug naar de menukaart en kiest het eerste wat ze ziet. "Een hamburger. Doe mij maar een hamburger."
'Anders nog wat?’
Olinia ontwijkt zijn blik en schudt haar hoofd.
'Oké.'De jongen draait zich om en gaat met haar bestelling aan de gang. Olinia voelt hoe de blos op haar wangen vervaagd en slaakt een zucht van verlichting. Ze leunt met haar rug tegen de toonbank en laat haar ogen door het eetcafé dwalen. Een videoclip van een leuk liedje, dat al een maand in de top 30 staat, verschijnt op de televisie die aan de muur hangt. Ze luistert naar het liedje en ziet een paar jongetjes rennen met ballonen in hun hand. Het is al een tijd geleden dat ze in de Nitroc is geweest. De vakantie naar Kior duurde lang, het plezante eiland dat in het zuiden van het land dobbert. De snackbar is veranderd, in de tijd dat ze weg was. De banken hebben een nieuw bekleedsel, de tegels zijn nieuw en de winkel heeft een frisse uitstraling.
Alles gaat zonder mij verder. De tijd staat niet stil in deze wijk. Kior was zo rustig en de tijd leek er dood te zijn. Hier moet alles zo snel mogelijk, de tijd is je vijand.
‘Mevrouw?’
Beschaamd draait ze richting de toonbank. Gedachtes varen weg, terug in de echte wereld. De honger versterkt door een blik naar de verpakte hamburger.
‘Alstublieft.’
'Dankjewel,’ zegt ze zacht.
Ze slaat haar hand uit en grijpt de burger. Net voordat ze de verpakking eraf kan scheuren, schreeuwt ze. Iedereen stopt waarmee ze bezig zijn en kijkt naar Olinia. Een vrouw heeft Olinia vast geklemd, die met een pijnlijke blik kijkt. De gezelligheid vervormt zich tot een onheilspellende sfeer. De mevrouw is bruin van huidskleur, ze heeft gevlochten haar tot haar schouders, bruine ogen en is lang. Ze heeft een zwart wapen in haar hand. Olinia kijkt naar het pistool en begint te transpireren. Wilde bewegingen uit angst, de spanning ligt te hoog. Er klinken stappen in het restaurant, een paar mensen hollen de zaak uit. De vrouw kijkt achter zich, maar houdt Olinia stevig vast zodat ze niet kan wegglippen. Het pistool is gericht op Olinia en een traan valt op de vloer. Ze wilt groot blijven, maar dat gaat niet, de vrees om dood te gaan is te groot en ze begint te snikken.
'Geef me het geld of dit meisje gaat er aan,’zegt de vrouw met een snauwende stem. De vrees van het meisje mindert. Tranen van angst en verdriet kijken de werknemer aan. Haar lot ligt in zijn handen.
‘Nee!’ zegt de Jongen.
Krak, haar mond valt open. Het schriele touwtje dat haar hoop vast hield, breekt in tweeën.
’Wat zei je!’ schreeuwt de vrouw. Die nu van woede kookt. Uit boosheid houdt ze Olinia strakker vast. De greep weerhoudt haar van ademen.
De klanten weten niet wat ze zien. Met grote ogen kijken ze naar de jongen. Is het zo geld zo belangrijk voor hem?
Nee ! Waarom geef je het geld niet.
De vrouw drukt op de trekker.
Dus op deze manier ga ik dood.
Tragisch valt haar gestalte na beneden.