Verloren
Geplaatst: 13 apr 2012 21:15
1.
Daar stond ik dan, aan een boom vastgebonden. Geblinddoekt en zonder idee hoe ik hier kwam en wie me dit had aangedaan. Mijn rug deed pijn van het constant rechtop staan, het touw sneed in mijn buik en de kou was niet uit te houden. Ik kon me niet veel herinneren. Alleen dat ik de afgelopen uren hier heb gestaan. Gewacht. Geluisterd.
Vogels fluiten vrolijk door. Ze hebben geen zorgen en vliegen vrij door de lucht. Ik daarentegen was vastgebonden aan een boom en kon me nauwelijks bewegen. Wel handig hoor, die vogels, ik kon er in ieder geval uit afleiden dat het waarschijnlijk ochtend was. De touwen op mijn buik en mijn benen dwongen me rechtop te blijven staan, wat met mijn rode naaldhakken een moeilijke opgave was. Hoe meer ik mezelf probeerde te bevrijden, hoe strakker de touwen leken te zitten. Mijn onderarmen en handen kon ik nog wel een klein beetje bewegen. Degene die dit had gedaan moest genoeg ervaring gehad hebben, want de touwen zaten zo, dat ik mezelf niet kon lossnijden met mijn nagels. Het was ook nog eens dik ondoordringbaar touw, dus ookal zou het me gelukt zijn het aan te raken, had ik het waarschijnlijk nooit los gekregen. Geen ontsnapping mogelijk. Wat is er gebeurd? Wie heeft dit gedaan? Hoe kom ik hier? Zoveel vragen en geen ervan kon ik beantwoorden. De wind blies genadeloos in mijn gezicht, mijn lippen leken bevroren en de blinddoek was hard van de kou. Nog één keer probeerde ik het touw los te krijgen. Het was zinloos. Tot zover leek deze situatie op iets wat je in een boek zou lezen, en niet wat je ook daadwerkelijk mee zou maken.
Boeken, Ik was gek op boeken. Zo gek, dat ik zelfs thuis een kamer apart had gehouden en er boekenkasten had ingezet. Elke muur twee kasten en elke kast zat helemaal vol. Een thuis bibliotheek noemde ik het ook wel. Lekker voor de openhaard een boekje lezen met een kop warme thee. In plaats daarvan stond ik nu in de frisse ochtend wind.
Ik had mijn jas gelukkig wel aan. Dat deed me iets realiseren. Kijk in je zakken! Zei een stemmetje in mijn hoofd. Misschien zit er iets bruikbaars in! Als een gek probeerde ik mijn handen in mijn zakken te krijgen. Met resultaat: Een bosje sleutels en wat losgeld. Met mijn laatste beetje hoop greep ik de sleutels en probeerde het touw doortesnijden. Als de onhandige sukkel die ik was liet in het bosje sleutels vallen. Ik vervloekte mezelf en kreeg tranen in mijn ogen. Ik schreeuwde, gilde en riep om hulp tot mijn stem schor werd. Stilte, doodse stilte. Zelfs de o zo vrolijke vogeltjes waren gestopt met fluiten. Ik had ze vast weggejaagd. Het enige gezelschap dat ik had, had ik weggejaagd. Een traan rolde over mijn wang.
'Waar ben ik..?' fluisterde ik.
Met een kop koffie in mijn hand liep ik naar het bureau. Daar stonden Nelson en Rufus afwachtend naar me te kijken. Ik keek ze aan en met grote ogen keken ze terug, verwachtend dat ik iets zou gaan zeggen. Ik hield mijn mond.
'Heb je het al gehoord?' begon Nelson.
'Wat gehoord?'
'Een oude zaak heropent, de moordzaak uit 2003.' Ik verslikte me.
'Jack Welskey?' vroeg ik verbaasd. Rufus knikte kortaf. 'Maar hij was toch gepakt? drie jaar geleden, in West Virginia.'
'Blijkbaar niet.' antwoorde Nelson geiriteerd. 'Ze hadden de verkeerde vent, ze hebben hem drie jaar laten zitten.'
'Ja, en doordat ze hun fout niet wilden toegeven, hebben ze de gegevens veranderd.' maakte Rufus zijn zin af. 'Zogenaamd ontsnapt volgens hen, maar de waarheid kwam al snel boven water toen een van hun agenten in opleiding de verkeerde dingen zei.'
'Dus om een lang verhaal kort te maken, Welskey is terug?' vroeg ik. Er viel een korte stilte en Rufus keek zwijgzaam naar de grond.
'Ja, en het schijnt dat hij alweer een nieuw slachtoffer heeft gevonden,' zei Nelson.
'Ik neem deze zaak. Wat ik toen niet kon voorkomen, ga ik nu rechtzetten,' zei ik vastberaden.
'Er zijn al mensen op de zaak gezet,' reageerde Rufus snel, terwijl hij met zijn hand door zijn blonde haren streek. Neslon keek me in mijn ogen.
'Hou je hierbuiten John. Wij wilden ook, maar de baas heeft het nieuwe team ingeschakelt. Kansloos natuurlijk, maar toen ik er over begon, dreeg ze me te ontslaan.' Hij keek me even doordringend aan en keerde toen zijn blik weg.
'Hoezo het nieuwe team? Welskey is gevaarlijk en profesioneel, waarom zetten ze zulke amateurs op het spel?' vroeg ik terwijl ik door het raam naar buiten keek. Ik was kwaad en vroeg me af waarom ze mij niet eerder hadden ingelicht.
'Het blijkt dus dat het nieuwe team connecties heeft met de baas, althans, dat vermoeden we.' zei Nelson langzaam. Ik vloekte. Ik staarde naar het bureau en sloeg mijn hand op de tafel. Woedend was ik, dit was ooit mijn zaak geweest en nu wordt hij overgelaten aan een stelletje amateurs. Dit kon niet anders dan fout aflopen.
Rufus legde zijn hand op mijn schouder en ik draaide me om.
'We weten waar Welskey toe in staat is en...' hij stopte even, keek naar Nelson, die hem een een knikje toe gaf en ging verder 'En we hebben besloten dat we hier een privezaak van moeten maken. Jij, Nelson, ik, en David en Rose uit het andere team.' Ik was opgelucht dit te horen, en glimlachte kort.
'Wanneer beginnen we?' vroeg ik uitdagend.
Daar stond ik dan, aan een boom vastgebonden. Geblinddoekt en zonder idee hoe ik hier kwam en wie me dit had aangedaan. Mijn rug deed pijn van het constant rechtop staan, het touw sneed in mijn buik en de kou was niet uit te houden. Ik kon me niet veel herinneren. Alleen dat ik de afgelopen uren hier heb gestaan. Gewacht. Geluisterd.
Vogels fluiten vrolijk door. Ze hebben geen zorgen en vliegen vrij door de lucht. Ik daarentegen was vastgebonden aan een boom en kon me nauwelijks bewegen. Wel handig hoor, die vogels, ik kon er in ieder geval uit afleiden dat het waarschijnlijk ochtend was. De touwen op mijn buik en mijn benen dwongen me rechtop te blijven staan, wat met mijn rode naaldhakken een moeilijke opgave was. Hoe meer ik mezelf probeerde te bevrijden, hoe strakker de touwen leken te zitten. Mijn onderarmen en handen kon ik nog wel een klein beetje bewegen. Degene die dit had gedaan moest genoeg ervaring gehad hebben, want de touwen zaten zo, dat ik mezelf niet kon lossnijden met mijn nagels. Het was ook nog eens dik ondoordringbaar touw, dus ookal zou het me gelukt zijn het aan te raken, had ik het waarschijnlijk nooit los gekregen. Geen ontsnapping mogelijk. Wat is er gebeurd? Wie heeft dit gedaan? Hoe kom ik hier? Zoveel vragen en geen ervan kon ik beantwoorden. De wind blies genadeloos in mijn gezicht, mijn lippen leken bevroren en de blinddoek was hard van de kou. Nog één keer probeerde ik het touw los te krijgen. Het was zinloos. Tot zover leek deze situatie op iets wat je in een boek zou lezen, en niet wat je ook daadwerkelijk mee zou maken.
Boeken, Ik was gek op boeken. Zo gek, dat ik zelfs thuis een kamer apart had gehouden en er boekenkasten had ingezet. Elke muur twee kasten en elke kast zat helemaal vol. Een thuis bibliotheek noemde ik het ook wel. Lekker voor de openhaard een boekje lezen met een kop warme thee. In plaats daarvan stond ik nu in de frisse ochtend wind.
Ik had mijn jas gelukkig wel aan. Dat deed me iets realiseren. Kijk in je zakken! Zei een stemmetje in mijn hoofd. Misschien zit er iets bruikbaars in! Als een gek probeerde ik mijn handen in mijn zakken te krijgen. Met resultaat: Een bosje sleutels en wat losgeld. Met mijn laatste beetje hoop greep ik de sleutels en probeerde het touw doortesnijden. Als de onhandige sukkel die ik was liet in het bosje sleutels vallen. Ik vervloekte mezelf en kreeg tranen in mijn ogen. Ik schreeuwde, gilde en riep om hulp tot mijn stem schor werd. Stilte, doodse stilte. Zelfs de o zo vrolijke vogeltjes waren gestopt met fluiten. Ik had ze vast weggejaagd. Het enige gezelschap dat ik had, had ik weggejaagd. Een traan rolde over mijn wang.
'Waar ben ik..?' fluisterde ik.
Met een kop koffie in mijn hand liep ik naar het bureau. Daar stonden Nelson en Rufus afwachtend naar me te kijken. Ik keek ze aan en met grote ogen keken ze terug, verwachtend dat ik iets zou gaan zeggen. Ik hield mijn mond.
'Heb je het al gehoord?' begon Nelson.
'Wat gehoord?'
'Een oude zaak heropent, de moordzaak uit 2003.' Ik verslikte me.
'Jack Welskey?' vroeg ik verbaasd. Rufus knikte kortaf. 'Maar hij was toch gepakt? drie jaar geleden, in West Virginia.'
'Blijkbaar niet.' antwoorde Nelson geiriteerd. 'Ze hadden de verkeerde vent, ze hebben hem drie jaar laten zitten.'
'Ja, en doordat ze hun fout niet wilden toegeven, hebben ze de gegevens veranderd.' maakte Rufus zijn zin af. 'Zogenaamd ontsnapt volgens hen, maar de waarheid kwam al snel boven water toen een van hun agenten in opleiding de verkeerde dingen zei.'
'Dus om een lang verhaal kort te maken, Welskey is terug?' vroeg ik. Er viel een korte stilte en Rufus keek zwijgzaam naar de grond.
'Ja, en het schijnt dat hij alweer een nieuw slachtoffer heeft gevonden,' zei Nelson.
'Ik neem deze zaak. Wat ik toen niet kon voorkomen, ga ik nu rechtzetten,' zei ik vastberaden.
'Er zijn al mensen op de zaak gezet,' reageerde Rufus snel, terwijl hij met zijn hand door zijn blonde haren streek. Neslon keek me in mijn ogen.
'Hou je hierbuiten John. Wij wilden ook, maar de baas heeft het nieuwe team ingeschakelt. Kansloos natuurlijk, maar toen ik er over begon, dreeg ze me te ontslaan.' Hij keek me even doordringend aan en keerde toen zijn blik weg.
'Hoezo het nieuwe team? Welskey is gevaarlijk en profesioneel, waarom zetten ze zulke amateurs op het spel?' vroeg ik terwijl ik door het raam naar buiten keek. Ik was kwaad en vroeg me af waarom ze mij niet eerder hadden ingelicht.
'Het blijkt dus dat het nieuwe team connecties heeft met de baas, althans, dat vermoeden we.' zei Nelson langzaam. Ik vloekte. Ik staarde naar het bureau en sloeg mijn hand op de tafel. Woedend was ik, dit was ooit mijn zaak geweest en nu wordt hij overgelaten aan een stelletje amateurs. Dit kon niet anders dan fout aflopen.
Rufus legde zijn hand op mijn schouder en ik draaide me om.
'We weten waar Welskey toe in staat is en...' hij stopte even, keek naar Nelson, die hem een een knikje toe gaf en ging verder 'En we hebben besloten dat we hier een privezaak van moeten maken. Jij, Nelson, ik, en David en Rose uit het andere team.' Ik was opgelucht dit te horen, en glimlachte kort.
'Wanneer beginnen we?' vroeg ik uitdagend.