Anders
Geplaatst: 07 dec 2013 05:15
- 1 -
Eeuwenlang hebben mensen gedroomd, mannen gemoord en vrouwen god gesmeekt om onsterfelijkheid. Mannen stierven, schoonheden vergingen en harten verbitterden in een verwoede poging de verdwaasde fantasie tot werkelijkheid te brengen. Echter kon noch god noch de duivel de mensheid zegenen met hun gewenste vloek. Want deze scheppingskracht was uitbesteed aan een van de duistere geheimen van moeder aarde, Gaia's bastaard waarvoor elke godheid zich schaamde. De gave van het eeuwige leven werd gegund aan hen bij wie de vreugde van het leven ontbrak, de stukken verdriet die weg mochten kruipen in de mysterie van de nacht. Zij wiens leven bestond uit strijd, leed en onstilbare lusten.
In mijn jongere jaren kende ik een mensenmeisje, lichtblonde golvende haren die het zonlicht met zich meedroegen lagen als manen om haar hartvormige gezicht. Beeldschoon was ze, altijd druk bezig met het baren van zorgen en het dragen van de pijn en wanhoop van anderen. Ze wekte in mij meer warmte dan mijn soort ooit dacht te kunnen verdragen, alsof ik bloot werd gesteld aan zonlicht en het verdragen kon.
Toen mijn familie lucht kreeg van onze vriendschap verbrak ik alle banden in de hoop haar te kunnen beschermen, maar mijn hoop was vergeefs. Ik was achttien jaar toen ik toe moest kijken hoe ze gevoerd werd aan de halfbloeden, nog nooit ben ik zo getroffen geweest door verdriet. Dat was het enige moment in mijn leven dat ik werkelijk besefte een fout te hebben begaan.
Ongetwijfeld zullen veel ontoegekende fouten hebben gevolgd. Inmiddels ben ik eeuwen ouder in leeftijd, maar is het gevoel nog net zo vers. Madeleine was voor mij geen geliefde, die gevoelens ken ik niet. Ze was de vrouw die ik wilde zijn, ze droeg de zorgen die ik wilde dragen. Maar helaas was ze ook het prooi waar niet alleen mannen op joegen en ik wilde niets liever dan te ruilen met mijn prooi. Ze was een mens , van vlees en bloed, die kon lachen liefhebben en leven. Ze was het object dat ik aanbad en daarbij mijn beschermelinge. Dat was de eerste keer dat ik in iets faalde, en ik droeg het verlies met schaamte.
Mijn naam zal jullie onbekend voorkomen. Ik ben Catherine de Grave, de oudste dochter en de bloedhond van de koninklijke familie.
Eeuwenlang hebben mensen gedroomd, mannen gemoord en vrouwen god gesmeekt om onsterfelijkheid. Mannen stierven, schoonheden vergingen en harten verbitterden in een verwoede poging de verdwaasde fantasie tot werkelijkheid te brengen. Echter kon noch god noch de duivel de mensheid zegenen met hun gewenste vloek. Want deze scheppingskracht was uitbesteed aan een van de duistere geheimen van moeder aarde, Gaia's bastaard waarvoor elke godheid zich schaamde. De gave van het eeuwige leven werd gegund aan hen bij wie de vreugde van het leven ontbrak, de stukken verdriet die weg mochten kruipen in de mysterie van de nacht. Zij wiens leven bestond uit strijd, leed en onstilbare lusten.
In mijn jongere jaren kende ik een mensenmeisje, lichtblonde golvende haren die het zonlicht met zich meedroegen lagen als manen om haar hartvormige gezicht. Beeldschoon was ze, altijd druk bezig met het baren van zorgen en het dragen van de pijn en wanhoop van anderen. Ze wekte in mij meer warmte dan mijn soort ooit dacht te kunnen verdragen, alsof ik bloot werd gesteld aan zonlicht en het verdragen kon.
Toen mijn familie lucht kreeg van onze vriendschap verbrak ik alle banden in de hoop haar te kunnen beschermen, maar mijn hoop was vergeefs. Ik was achttien jaar toen ik toe moest kijken hoe ze gevoerd werd aan de halfbloeden, nog nooit ben ik zo getroffen geweest door verdriet. Dat was het enige moment in mijn leven dat ik werkelijk besefte een fout te hebben begaan.
Ongetwijfeld zullen veel ontoegekende fouten hebben gevolgd. Inmiddels ben ik eeuwen ouder in leeftijd, maar is het gevoel nog net zo vers. Madeleine was voor mij geen geliefde, die gevoelens ken ik niet. Ze was de vrouw die ik wilde zijn, ze droeg de zorgen die ik wilde dragen. Maar helaas was ze ook het prooi waar niet alleen mannen op joegen en ik wilde niets liever dan te ruilen met mijn prooi. Ze was een mens , van vlees en bloed, die kon lachen liefhebben en leven. Ze was het object dat ik aanbad en daarbij mijn beschermelinge. Dat was de eerste keer dat ik in iets faalde, en ik droeg het verlies met schaamte.
Mijn naam zal jullie onbekend voorkomen. Ik ben Catherine de Grave, de oudste dochter en de bloedhond van de koninklijke familie.