Pagina 1 van 1

Gekte.

Geplaatst: 28 apr 2012 20:30
door Kimmutju
Eh, nou, eh, hai! Dit is een verhaal over een drugsverslaafde in Amsterdam. De namen zijn niet bepaald Hollands, maar ik hou niet van Nederlandse namen dus daar zul je maar mee moeten leven - het spijt me.

Begin stuk:


Een hysterische lach schalde luid door de duistere stegen van de overdag zo heldere stad. Een man met viezig, lang haar en een smerige baard keek naar een lege muur in een steeg. Hij mompelde er tegen en begon plotseling panisch te grinniken terwijl hij met gebalde vuisten tegen de stenen stompte tot zijn vel open scheurde en het bloed langzaam langs zijn polsen naar zijn armen sijpelde als plakkerige stroop. Zijn ogen flonkerde gevaarlijk in het schemerige licht dat afkomstig was van een scheef gereden lantaarnpaal. De man wankelde op zijn benen en viel opeens met een harde klap op de straat neer. Zijn gelach vulde de straten en een angstige straatkat schoot weg onder een stilstaande auto.
Langzaam was het sterke middel aan het uitwerken terwijl hij daar op straat lag te schokken. Twee heldere lichten verschenen in zijn blikveld en de man keek er als een hert op een autoweg naar, zijn ogen gevangen in angst en zijn mond wijd open gesperd. De man kwam strompelend overeind, zijn rechterhand naar de twee autokoplampen gericht.
“Nee!” schreeuwde hij naar de auto. Zijn stem trilde terwijl hij naar achter wankelde. Hij struikelde over een losse stoeptegel en met smak voelde hij de straat voor de tweede keer. De lucht werd uit zijn longen geslagen.
De schim van een tweede man kwam uit de auto. De man weifelde en bleef voor de auto kijken naar de eerste.
“Harry, kom terug,” zei een vrouwenstem vanuit de auto. Ze had haar hoofd naar buiten gestoken en ze keek met een hard bonzend hart naar Harry en de man op de grond.
De man op de grond keek moeizaam op toen hij de stem hoorde. “Giselle?” vroeg hij zachtjes, en hij stond weer moeilijk op.
Harry wapperde met zijn hand naar de vrouw dat ze haar mond moest houden, en langzaam liep hij naar de man toe. “Het spijt me,” begon hij. “Ik verstond niet wat je net zei, kun je het misschien herhalen?” Zijn stem klonk warm en vriendelijk, maar in de oren van de man kwamen ze koud en kil aan.
Met een enorme strijdkreet sprong de man op Harry en duwde hem op de grond. De vrouw in de auto gilde hard en sloeg haar handen voor haar mond.
De man hing over Harry heen en spuwde terwijl hij tegen hem te keer ging. “Jij!” riep hij continu terwijl hij dreigend zijn handen om de keel van Harry sloot.
Harry kon niet antwoorden en probeerde de greep van de man weg te duwen. Met een laatste kracht duwde hij de man van zich af en haastte hij zich vlug naar zijn auto. Hij struikelde een maal en viel met zijn handen op de stenen. De vrouw in de auto trok Harry de auto in terwijl tranen over haar wangen stroomden. Ze mompelde zijn naam en trok de portier dicht zodra hij binnen zat. “Rijden,” zei ze Harry en deze trapte het pedaal in, weg van de man, die nu alleen op straat lag.


Alsjeblieft, vertel als er fouten in zitten of als je het prut vindt, als je het leuk vindt ook, natuurlijk. ^^

Re: Gekte.

Geplaatst: 28 apr 2012 20:46
door Little_Miss_Perfect
Yah need to go on. <3 EN DAT ONDERSCHRIFT ZOCHT IK. IK BESEF NU PAS DAT IK DIE HAD WILLEN GEBRUIKEN. >:3

het is trouwens niet een maal, maar eenmaal. :3

Re: Gekte.

Geplaatst: 28 apr 2012 21:07
door Kimmutju
Het was dan één maal, ipv een maal, lees de zin nog maar eens ^^ 'hij struikelde eenmaal en viel met zijn handen op de stenen'. Dat lijkt alsof het zijn bedoeling is te vallen. Oké, ik ga zo door (:

Re: Gekte.

Geplaatst: 30 apr 2012 19:17
door Saskjezwaard
Ik had het al eerder gelezen, maar geen tijd gehad om een reactie achter te laten, dus doe ik dat nu^^ Ik zag ook dat je nieuw was, dus welkom op OV! We hebben een voorstelgedeelte dat je al gevonden hebt, maar je mag zelfs je eigen topic aanmaken :O Tis altijd leuk om meer van de schrijver te weten dan alleen de naam :P

Wat me als eerste opvalt is dat je veel bijvoegelijke naamwoorden gebruikt. Helemaal niks mis mee, ik hou er juist van als schrijvers deze gebruiken, maar zoals bij alles in het schrijven, moet je er gematigd mee omgaan. Te veel bijvoeglijke naamwoorden gebruiken, geeft al snel iets geforceerds, dat je als schrijver te eh... ja, dichterig wil doen. Te veel alles een kleur en vorm wil geven.
Wat ik bij mezelf in gedachten hou, is 1 maximaal 2 bijvoeglijke naamwoorden per zin. Dat houdt dat geforceerde weg en maakt het een stuk fijner om door te lezen^^

Voor de rest leest het allemaal prettig weg, je hebt een fijne schrijfstijl om te lezen. Veel details zodat je als lezer zijnde een goed beeld krijgt, je zet duidelijk een man neer die niet helemaal goed bij zijn hoofd is en ook een vaag stukje wat uitnodigt tot meer lezen^^ je hebt trouwens een leuk onderwerp gekozen! Dat zie je niet veel, zoiets toch wel heftigs. Ik ben benieuwd wat je ervan maakt!
Oh, nog een klein foutje gevonden:
Zijn ogen flonkerde gevaarlijk in het schemerige licht dat afkomstig was van een scheef gereden lantaarnpaal.
ogen is meervoud, dus flonkerde moet flonkerden zijn ;)

Re: Gekte.

Geplaatst: 01 mei 2012 13:10
door Kimmutju
Wow, thanks voor het compliment! Ik ga misschien wel zo'n topic openen, maar daar moet ik nog even kijken wat ik er moet neerzetten d:

Ja, ik hou van bijvoeglijk naamwoorden, dat komt ook door het boek dat ik nu aan het lezen ben; Eragon. Daar in gebruiken ze het echt onwijs veel, vind ik leuk (;
Maar, ja, ik zal er aan denken, mijn zus heeft dit ook al gezegd en me op mijn vingers getikt. Dit heb ik al een paar weken geleden geschreven, dus ga straks wel verder - morgen of zo.

Yeey! Ik vind het fijn dat je mijn schrijfstijl prettig vindt lezen.

CRAPIT! Jaaaaaaa, die had ik moeten zien xD

Re: Gekte.

Geplaatst: 01 mei 2012 19:05
door Kimmutju
Verder:

“Julio?!”
De man draaide zich langzaam om en nam nog een slok van de fles die losjes in zijn hand. Hij grijnsde zijn gele tanden bloot en knikte als antwoord. Hij slenterde weer door, maar de man die hem had geroepen legde zijn hand op zijn schouder als teken dat hij stil moest houden.
“Julio,” zei hij weer en keek hem streng aan, “Waar heb je vannacht gezeten?”
Julio grinnikte dommig en sloeg zijn armen in de lucht waardoor de tweede man met spetters drank werd besmeurd. “Overal… en nergens…” antwoorde Julio vaag en hij maakte weer aanstalten om door te lopen.
De tweede man schraapte zijn keel en schudde verdrietig zijn hoofd terwijl hij in de vroege ochtendzon keek. “Julio, je bent mijn broertje, en je gooit je leven weg op deze manier!” Hij wees naar de fles met sterke drank.
Julio haalde zijn schouders op, “Familie…” begon hij langzaam. “Is dood!” maakte hij af en slenterde door.
De man beet op zijn lip en hij schudde zijn hoofd. “Julio…” Zijn stem klonk smekend met een vleugje angst en verdriet. “Doe dit nou niet. Alsjeblieft.” Hij trok de fles uit zijn handen en hield het achter zijn rug.
Een harde oerkreet kwam uit Julio’s keel en hij greep naar de fles. De man hield hem tegen. “Nee,” zei hij, als een baas tegen zijn hond. “Je hebt genoeg gehad voor een week.”
Julio schudde zijn hoofd en de smerige slierten haar kwamen in het gezicht van de man. “Ik… heb nooit… genoeg.” Hij keek de man kwaad aan van onder zijn wenkbrauwen terwijl hij een tweede nutteloze poging deed de fles te bemachtigen.
De man gooide de fles weg de straat op waar het zodra het de grond raakte in scherven brak. Julio schreeuwde het uit van wanhoop. De man hield de wangen van zijn broer vast met zijn hand, “Julio,” zei hij ernstig. “Julio, hoe heet ik?”
Julio keek zijn oudere broer kwaad aan; zijn tot vuisten gebalde handen trilden. “Fernando.” Julio spuwde de naam uit over het gezicht van zijn broer.
Fernando probeerde zijn broertjes spuug te ontwijken, maar was te dichtbij om zich te wenden van de spetters. Langzaam knikte hij en verslapte zijn greep. “Julio, broertje, ga je met mij mee?” Hij had weer hoop, hij wist in ieder geval zijn naam nog, iets wat hij een week geleden niet meer wist.
De hoop van Fernando kon Julio aflezen in zijn ogen en langzaam liet hij zijn hoofd hangen. “Oké.” In zijn achterhoofd wist Julio nog prima wat er aan de hand was, en dat dit niet het leven was wat hij wilde leiden, maar het was er nu en hij had het nooit van zich af gezet. Misschien was dit de laatste kans dat zijn broer hem wilde vergeven.
Fernando gaf zijn broer een klap op zijn rug en leidde hem naar zijn oude auto, waar Julio met grote, wonderbaarlijke ogen in ging zitten. Op weg naar vernieuwing.