Het Teken van Doran
Geplaatst: 30 apr 2014 00:18
Woorden: dolk, wilg, kooi.
Aantal woorden: In versie 1 telt mijn verhaaltje 1050 woorden. In versie 2 (scrol naar beneden!) zijn dit 1006 woorden.
De verschijning van de wilg liet Bles direct zijn spieren aanspannen en stilstaan. Zijn oren wezen strak richting de oude boom, waarschuwend voor naderend gevaar. Het paard was niet de enige die het onheil in de lucht opmerkte. Bij het aanzicht van de dode grond rondom de wilg schreeuwde elke cel in Lumens lichaam om terug te keren naar het instituut.
“Lafaard,” klonk Vince’ stem. Lumen zuchtte. Ze voelde hoe hij door haar hersenkwabben wroette en probeerde hem uit haar hoofd te bannen. Zijn vermogen om gedachten te kunnen lezen had haar altijd al op haar zenuwen gewerkt, zeker nu hij het Teken van Doran bij zich droeg. Een zwarte doodskop ontsierde zijn rechter onderarm.
Het Teken had meer dan de macht over de dolk met zich meegebracht; het had Vince in een heel ander persoon veranderd. Ze haatte hem.
“Lulu, toch. Niet zo zwaar op de hand.”
Vince negerend rukte Lumen aan de teugels om Bles aan te sporen. Hij gooide zijn voorbenen echter in de lucht en slingerde haar van zijn rug. Hinnikend rende het paard van Lumen weg en liet haar verdwaasd achter. Vince kwam met zijn ros vlak naast haar staan en stak tot haar verbazing zijn hand uit. Zwijgend probeerde ze zijn bedoelingen te doorgronden, maar er viel niets van zijn stalen gezicht af te lezen. Dus nam Lumen zijn uitgestoken hand aan.
“Ik hou van een vrouw in tweestrijd,” zei hij grijnzend, waarna hij Lumen losliet en opnieuw liet vallen.
“Verdomme, Vincent. We zijn hier niet gekomen voor spelletjes.”
“Nee, hoe kan ik dat denken? Goed. We hebben de dolk, het Teken van Doran en nu moeten we het wapen activeren met het hars van de wilg, bla bla bla. Je hoeft me niet zo te kleineren hoor.”
“Wie kleineert hier nou?!” schreeuwde Lumen in een uitbarsting van woede. Een grijns was zijn enige antwoord. Ze was Vince’ gedrag spuug- en spuugzat. Als ze van te voren had geweten wat voor effect het Teken op hem had gehad, was ze nooit met hem meegegaan.
“En dan de kans om je zusje te redden mislopen? Je weet dat de dolk de enige kans is om een demon te doden.” Geërgerd klom Lumen overeind, waarna Vince zijn paard aanspoorde tot draf.
De wilg stond mistroostig in het midden van de dode cirkel. Toen Vince de grens tussen de levende natuur en dode grond bereikte, sprong hij zwijgend van zijn paard. De ritselende bladeren fluisterden een lied, dat hem wel leek te hypnotiseren. De takken van de wilg wenkten hem als vingers om dichterbij te komen.
Als een tsunami overrompelde de onzekerheid Lumens lichaam. Haar hart bonkte in haar keel en het bloed roffelde in haar oren. De dwang om haar rechterhand op de gescheurde grond neer te leggen, kon ze dan ook niet onderdrukken. Ze moest weten wat zich hier vroeger had afgespeeld.
De energie brandde in haar binnenste en verspreidde zich langzaam door haar aderen, tot het haar vingers bereikte.
Haar vingertoppen tintelden, probeerden de geschiedenis van de kille plek in zich op te nemen. Het verhaal wat zich in de dode grond schuilde, was echter onleesbaar. Iets blokkeerde haar gave.
Bezorgd keek Lumen op naar Vince. Hoe graag ze haar gevoelens ook wilde onderdrukken, ze gaf om hem. Voordat het Teken van Doran zijn karakter totaal had veranderd, was hij de persoon geweest waar ze van hield. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen als hem wat zou overkomen.
Ze zag hoe hij zijn vingers strekte om het schors aan te raken, waarna zich een plotselinge flits van beelden voor haar reebruine ogen afspeelde. Het Teken van Doran. De dolk. De wilg. Een kooi van twijgen. Bloed. Heel veel bloed.
De beelden duizelden door haar hoofd, ramden tegen de binnenkant van haar schedel, tot ze een logisch verhaal vormden.
Het was haar allemaal duidelijk. Het mes werd niet geactiveerd door het hars… Vince moest iemand offeren. Hij moest haar offeren!
De tranen prikten in haar ogen. Elke impuls vertelde haar om te rennen, maar haar spieren waren versteend. Ze kon geen kant op, ze kon enkel toekijken. Vince draaide zich langzaam om. Zijn gezicht stond emotieloos.
Het onheil circuleerde samen met de donkere wolken als een draaikolk boven de boom. De wilgentakken grepen Lumen vast; omklemden haar lichaam als een te kleine kooi. Hun rode bladeren sneden in haar huid. Lumen gilde het uit.
Vince greep de dolk uit zijn riem en bestudeerde het, terwijl de fluisterende bladeren hem bemoedigend toespraken. Ze hoopte dat de dolk na haar dood geactiveerd zou zijn, ze hoopte dat Vince haar zusje zou redden van de demonen en ze hoopte dat hij wist dat ze van hem hield.
Een vreemd geluid welde zich op vanuit haar keel. Wanhopig hapte ze naar adem en stond zichzelf toe om te huilen. Tot haar verbazing verdween Vince achter haar. De wilgentakken maakten het onmogelijk hem te volgen. Onzeker wachtte Lumen af. Laat het alsjeblieft snel zijn.
Een schreeuw dat wel van een beest afkomstig leek te zijn, verspreidde zich over de vlakte. Was dat Vince’ paard? Ten einde raad legde Lumen haar handen over haar oren. Het geschreeuw bleef hoorbaar, liet haar oren suizen.
Ze wilde dat de marteling van onzekerheid voorbij was. Schreeuwend sloot ze haar ogen en probeerde zich af te schermen van de buitenwereld. Tot het geluid van naderende voetstappen haar alarmeerde. Schichtig keek ze om zich heen en zag Vince weer voor haar verschijnen. Het bloed droop over zijn armen en kleurde zijn witte blouse rood. De spetters op zijn gezicht maakten hem haast onherkenbaar. Bang hield Lumen haar adem in en luisterde naar de voor haar onverstaanbare fluisteringen die Vince het vervolg vertelden.
Stram draaide hij zich om richting de wilgenstam en wierp de dolk in het hout, wat een nieuwe scheur in de grond liet ontstaan.
De wilgentakken lieten Lumen los. Verward bleef ze op haar rug liggen en zag de draaiende massa boven haar tot een blauwe lucht veranderen. Was het voorbij?
“Ja, het is voorbij,” antwoordde Vince haar. Haar tranen bleven rollen.
“Ik dacht… ik dacht dat je me ging…”
“Ik weet wat je dacht.” Zijn ogen keken ongerust op haar neer en voor Lumen het wist legde hij zijn armen sussend om haar heen. Haar angst verdween langzaam in hun omhelzing.
Aantal woorden: In versie 1 telt mijn verhaaltje 1050 woorden. In versie 2 (scrol naar beneden!) zijn dit 1006 woorden.
De verschijning van de wilg liet Bles direct zijn spieren aanspannen en stilstaan. Zijn oren wezen strak richting de oude boom, waarschuwend voor naderend gevaar. Het paard was niet de enige die het onheil in de lucht opmerkte. Bij het aanzicht van de dode grond rondom de wilg schreeuwde elke cel in Lumens lichaam om terug te keren naar het instituut.
“Lafaard,” klonk Vince’ stem. Lumen zuchtte. Ze voelde hoe hij door haar hersenkwabben wroette en probeerde hem uit haar hoofd te bannen. Zijn vermogen om gedachten te kunnen lezen had haar altijd al op haar zenuwen gewerkt, zeker nu hij het Teken van Doran bij zich droeg. Een zwarte doodskop ontsierde zijn rechter onderarm.
Het Teken had meer dan de macht over de dolk met zich meegebracht; het had Vince in een heel ander persoon veranderd. Ze haatte hem.
“Lulu, toch. Niet zo zwaar op de hand.”
Vince negerend rukte Lumen aan de teugels om Bles aan te sporen. Hij gooide zijn voorbenen echter in de lucht en slingerde haar van zijn rug. Hinnikend rende het paard van Lumen weg en liet haar verdwaasd achter. Vince kwam met zijn ros vlak naast haar staan en stak tot haar verbazing zijn hand uit. Zwijgend probeerde ze zijn bedoelingen te doorgronden, maar er viel niets van zijn stalen gezicht af te lezen. Dus nam Lumen zijn uitgestoken hand aan.
“Ik hou van een vrouw in tweestrijd,” zei hij grijnzend, waarna hij Lumen losliet en opnieuw liet vallen.
“Verdomme, Vincent. We zijn hier niet gekomen voor spelletjes.”
“Nee, hoe kan ik dat denken? Goed. We hebben de dolk, het Teken van Doran en nu moeten we het wapen activeren met het hars van de wilg, bla bla bla. Je hoeft me niet zo te kleineren hoor.”
“Wie kleineert hier nou?!” schreeuwde Lumen in een uitbarsting van woede. Een grijns was zijn enige antwoord. Ze was Vince’ gedrag spuug- en spuugzat. Als ze van te voren had geweten wat voor effect het Teken op hem had gehad, was ze nooit met hem meegegaan.
“En dan de kans om je zusje te redden mislopen? Je weet dat de dolk de enige kans is om een demon te doden.” Geërgerd klom Lumen overeind, waarna Vince zijn paard aanspoorde tot draf.
De wilg stond mistroostig in het midden van de dode cirkel. Toen Vince de grens tussen de levende natuur en dode grond bereikte, sprong hij zwijgend van zijn paard. De ritselende bladeren fluisterden een lied, dat hem wel leek te hypnotiseren. De takken van de wilg wenkten hem als vingers om dichterbij te komen.
Als een tsunami overrompelde de onzekerheid Lumens lichaam. Haar hart bonkte in haar keel en het bloed roffelde in haar oren. De dwang om haar rechterhand op de gescheurde grond neer te leggen, kon ze dan ook niet onderdrukken. Ze moest weten wat zich hier vroeger had afgespeeld.
De energie brandde in haar binnenste en verspreidde zich langzaam door haar aderen, tot het haar vingers bereikte.
Haar vingertoppen tintelden, probeerden de geschiedenis van de kille plek in zich op te nemen. Het verhaal wat zich in de dode grond schuilde, was echter onleesbaar. Iets blokkeerde haar gave.
Bezorgd keek Lumen op naar Vince. Hoe graag ze haar gevoelens ook wilde onderdrukken, ze gaf om hem. Voordat het Teken van Doran zijn karakter totaal had veranderd, was hij de persoon geweest waar ze van hield. Ze kon het niet over haar hart verkrijgen als hem wat zou overkomen.
Ze zag hoe hij zijn vingers strekte om het schors aan te raken, waarna zich een plotselinge flits van beelden voor haar reebruine ogen afspeelde. Het Teken van Doran. De dolk. De wilg. Een kooi van twijgen. Bloed. Heel veel bloed.
De beelden duizelden door haar hoofd, ramden tegen de binnenkant van haar schedel, tot ze een logisch verhaal vormden.
Het was haar allemaal duidelijk. Het mes werd niet geactiveerd door het hars… Vince moest iemand offeren. Hij moest haar offeren!
De tranen prikten in haar ogen. Elke impuls vertelde haar om te rennen, maar haar spieren waren versteend. Ze kon geen kant op, ze kon enkel toekijken. Vince draaide zich langzaam om. Zijn gezicht stond emotieloos.
Het onheil circuleerde samen met de donkere wolken als een draaikolk boven de boom. De wilgentakken grepen Lumen vast; omklemden haar lichaam als een te kleine kooi. Hun rode bladeren sneden in haar huid. Lumen gilde het uit.
Vince greep de dolk uit zijn riem en bestudeerde het, terwijl de fluisterende bladeren hem bemoedigend toespraken. Ze hoopte dat de dolk na haar dood geactiveerd zou zijn, ze hoopte dat Vince haar zusje zou redden van de demonen en ze hoopte dat hij wist dat ze van hem hield.
Een vreemd geluid welde zich op vanuit haar keel. Wanhopig hapte ze naar adem en stond zichzelf toe om te huilen. Tot haar verbazing verdween Vince achter haar. De wilgentakken maakten het onmogelijk hem te volgen. Onzeker wachtte Lumen af. Laat het alsjeblieft snel zijn.
Een schreeuw dat wel van een beest afkomstig leek te zijn, verspreidde zich over de vlakte. Was dat Vince’ paard? Ten einde raad legde Lumen haar handen over haar oren. Het geschreeuw bleef hoorbaar, liet haar oren suizen.
Ze wilde dat de marteling van onzekerheid voorbij was. Schreeuwend sloot ze haar ogen en probeerde zich af te schermen van de buitenwereld. Tot het geluid van naderende voetstappen haar alarmeerde. Schichtig keek ze om zich heen en zag Vince weer voor haar verschijnen. Het bloed droop over zijn armen en kleurde zijn witte blouse rood. De spetters op zijn gezicht maakten hem haast onherkenbaar. Bang hield Lumen haar adem in en luisterde naar de voor haar onverstaanbare fluisteringen die Vince het vervolg vertelden.
Stram draaide hij zich om richting de wilgenstam en wierp de dolk in het hout, wat een nieuwe scheur in de grond liet ontstaan.
De wilgentakken lieten Lumen los. Verward bleef ze op haar rug liggen en zag de draaiende massa boven haar tot een blauwe lucht veranderen. Was het voorbij?
“Ja, het is voorbij,” antwoordde Vince haar. Haar tranen bleven rollen.
“Ik dacht… ik dacht dat je me ging…”
“Ik weet wat je dacht.” Zijn ogen keken ongerust op haar neer en voor Lumen het wist legde hij zijn armen sussend om haar heen. Haar angst verdween langzaam in hun omhelzing.