Iedere cel in je lichaam doet pijn.
Je wilt dat de tijd stilstaat,
Dus je stopt met ademen.
Je longen doen pijn,
Met iedere ademscheut die je neemt.
Want met iedere scheut,
Komt dichterbij wat niet uit te stellen is.
Je weet het, je vecht er tegen
Je houdt je groot en vecht tegen de tranen
Maar met ieder gevecht voel je het
Hoe je van binnen kapot gaat,
Er aan onderdoor gaat
Je wilt niet toegeven
De waarheid, de realiteit niet erkennen
Georg Fabricius zei ooit
De dood komt aan allen
Maar grote prestaties bouwen een monument
Die zullen volharden tot de zon oud wordt
Dat is het gene wat mij troost biedt
Dat ik straks ondanks alles
Slechts in de spiegel hoef te kijken
Of opzij naar mijn zus en moeder
En dan een prestatie zie die zal volharden
Je wilt dat de tijd stilstaat,
Dus je stopt met ademen.
Je longen doen pijn,
Met iedere ademscheut die je neemt.
Want met iedere scheut,
Komt dichterbij wat niet uit te stellen is.
Je weet het, je vecht er tegen
Je houdt je groot en vecht tegen de tranen
Maar met ieder gevecht voel je het
Hoe je van binnen kapot gaat,
Er aan onderdoor gaat
Je wilt niet toegeven
De waarheid, de realiteit niet erkennen
Georg Fabricius zei ooit
De dood komt aan allen
Maar grote prestaties bouwen een monument
Die zullen volharden tot de zon oud wordt
Dat is het gene wat mij troost biedt
Dat ik straks ondanks alles
Slechts in de spiegel hoef te kijken
Of opzij naar mijn zus en moeder
En dan een prestatie zie die zal volharden