Pagina 1 van 1

“All the world’s a stage” – William Shakespeare

Geplaatst: 11 jul 2014 19:30
door NJH
Twaalf jaar geleden was ik acht. Ik had een bloempotkapsel, overbijt, was mollig en een beetje socially awkward. Kortom: niet het mooiste, en al helemaal niet het populairste meisje van de klas. Gepest? Ja, een beetje.

Rond diezelfde tijd hadden mijn ouders een abonnement op het Chassétheater in Breda. Voor mij een magische plek. Groot en luxe, met die typische muffige geur van de rode theaterstoelen. Op een avond werden ik en mijn zusje meegenomen naar een musical: Alladin. Het sprookje over duizend-en-één nachten. Met de stoere prins, de mooie prinses, de vliegende tapijten, geesten uit lampen, buikdanseressen en de 40 krijgers.

Ik was betoverd. Op dat moment wist ik het: dit wil ik ook.
Op een podium staan: zingen, dansen, acteren, voor heel even iemand anders zijn.

Mijn ouders gaven mij de kans, en daar ging ik dan: op theaterles bij de Nieuwe Veste!

Een aantal jaar heb ik daar les gehad en ik leerde de beginselen van het toneelspelen. Zorg dat je hard genoeg praat en vooral arti-cu-leert, maak gebruik van de ruimte en sta nooit met je rug naar het publiek toe. Mijn eerste echte rol was een kleine. In toneelstuk ‘De Zevensprong’ van Tonke Dragt. Maar de rollen werden steeds groter. Tot het tijd was om naar een andere school te gaan: het Newmancollege.

Op mijn twaalfde ging ik naar de midelbare school. Ik deed auditie (blijft verschrikkelijk om te doen) voor het Newmantoneel en ik werd meteen aangenomen! Als irritant, klein zusje uit een nogal vreemde familie. Edet was mijn naam. Er volgden nog drie rollen. Thérèse, Lieke, en uiteindelijk Suus: een hoofdrol!

Niet alleen mijn rollen werden groter, ook ik werd ‘groter’. Ik had een beugel gehad waardoor mijn tanden nu recht staan, mijn haar groeide, ik viel af omdat ik langer werd. Ik had een vriendengroep waar ik altijd op terug kon vallen en ‘kreeg’ zelfs mijn eerste vriendje. Ik was betrokken bij van alles en nog wat. Ik kende vrijwel iedereen en vrijwel iedereen kende mij. Het waren vijf hele mooie jaren en ik voelde me goed.

En toen kwam het afstuderen. Geslaagd! Op naar het HBO, Communicatie studeren.

Zo groen als ik maar kon zijn kwam ik aan op het Avans. Alleen. Nog nooit was ik zo erg op mezelf aangewezen. En dat viel tegen. Ik verloor vriendinnen, ik haalde mijn eerste onvoldoende, ik kwam aan en de relatie ging kapot. Mijn zelfverzekerdheid was flink gedaald en ik kreeg er juist faalangst voor terug.

Alles veranderde, maar er was één constante: toneel. Ook daar kwam ik in een nieuwe groep en veranderde er veel voor mij. Maar ze namen me daar zoals ik ben. Het boeit hen niet als ik soms te hard praat, hoe ik er uit zie of als ik af en toe een beetje socially awkward ben. Juist niet. Vorig jaar hebben we zelf een zelfgeschreven toneelstuk opgevoerd over pesten en de gevolgen er van.

Nu ben ik twintig, heb ik super vriendinnen, een drukker sociaal leven dan ooit te voren, ben ik voorzitter bij de studievereniging en ben ik secretaris bij mijn toneelvereniging. Ik speel ondertussen al 12 jaar toneel en ik zit goed in mijn vel.

Ik ben niet meer dat meisje van 8 met bloempotkapsel en overbijt, en daar is niets gespeeld aan.