De Golvende Voorspoed

[Atlynox]

Hoofdstuk 1


Om het uur klonk het fijn gestemd carillon.
Een moderate veel-noten-structuur die langzaam wegstierf.
De kwartieren werden uren; toegevoegd aan de aeonen van tijd.
Ik was hier in de ondergrondse bibliotheek van het soevereine
Lavra klooster in Griekenland om onderzoek te doen naar de oude geschriften
en commentaren over Dante.
Mijn povere poging om de leemten in de wereldliteratuur op te vullen.
Ik las verder uit de veel geroemde Commedia Divina:


Ma l’atra (par, XXXI, 46-49)
Dante werd door Beatrice naar het middelpunt
der hemelroos gevoerd, die trapsgewijs oploopt
en alwaar de heiligen gezeten zijn. De hemelse
heerscharen, engelen in grote getallen vliegen
van God naar de mensen en weer tot Hem terug,
evenals bijen uit de korf naar de bloemen vliegen,
en dan terugkeren.’


Het leven op de berg Athos was met een woord goed te omschrijven.
Rust. Alles op dit Griekse eiland ademde een sfeer van rust.
De oude kloosters waren monumenten geworden en werden secuur bijgehouden door de werknemers uit Karyes,
de hoofdstad van het schiereiland.
Vanaf ongeveer de derde eeuw zijn hier monniken gevormd in de athonite traditie. De oude rituelen van de
woestijnvaders werden hier in ere gehouden.

Ik wilde weer verder lezen toen ik plotseling geroezemoes hoorde achter de linkerdeur naar de serre.
Stemmen die ik niet kon thuisbrengen. De taal wel.
Het was het klassieke Esperanto dat ik van mijn grootvader geleerd had. Ik stond op en liep zachtjes naar de deur.
Ik besloot even te wachten voordat ik mij bekend maakte.
Ik hoorde vervlogen klanken en zocht in mijn geheugen naar betekenis. De ene stem vervolgde:....
‘Neen, dat zijn drogredenen die het beeld van de werkelijkheid vertroebelen. Je moet verder terug in de tijd.’
‘Maar professor we praten nu over duizenden jaren voor Christus. De oude Semitische religiën van Babylon,
de oude heilig boeken, de Sepher Jezirah, de Shuking en de Thoth-Hermes dus daarvoor nog.’
‘Ja, dat weet ik. Ik probeer het pad van de kennis terug te brengen daar waar dat hoort. Bij het begin.
De meeste paden komen terecht in het huidige Tibet. In het westelijke Tsaidam in de passen van het Kwen-Lun gebergte.
Daar waar volgens de legenden ondergrondse galerijen en grotten zijn waar de eerste vormen van beschaving bewaard zijn gebleven.’
‘U bedoeld net als de bibliotheek van Alexandrië die door brand verwoest zou zijn.
‘Of dat werkelijk waar is, is nog de vraag. Ten eerste maakte men in die tijd altijd kopieën van belangrijk werk.
En ten tweede: De hoge beschavingsgraad van het oude Egypte schijnt zomaar uit het niets te zijn opgedoken.
Wat natuurlijk zeer verdacht is.
Mijn motto is: Hou de discussie zuiver, ga terug naar de bron.
En het zou me niets verbazen dat ze toen de gehele inhoud van de bibliotheek gedupliceerd en ergens anders ondergebracht hebben.
Waarschijnlijk hebben de priesterorden die in het Senzar communiceerden dat zeer goed bewaard.’

‘U beweerd dus dat er hogere beschavingen voor Egypte zijn geweest.
Het zou een hoop verklaren in de archeologie. Onder ander de oorsprong van de sfinx.’
‘Ja, mijn zoon.
De laatste verifieerbare bewijzen wijzen in de richting van de Dhyan-Chohans, de architecten van de zichtbare wereld.
De goddelijke gedachte die overging in materie.
De oude mysteriën en heilige boeken verwijzen naar grotbibliotheken rondom de Lamakloosters.
De paleografen denken dat daar vele oosterse mystieken liggen begraven.’
‘Maar professor, dat zou verklaren waarom de Chinezen daar een invasie zijn begonnen.
Er zijn al ontelbare kloosters met de grond gelijk gemaakt. Ze zijn op zoek naar de heilige graal, de steen van Rosetta, het ei van…..’
‘Ach ja, de wereld is gek geworden. Door de eeuwen is veel gezocht daar de vele boekrollen.
De Russen dachten in de zeventiger jaren dat er een kopie van de bibliotheek in Afghanistan bestond.
En later in de jaren negentig in de buurt van Agram bij de rivier de Sara bij Zagreb.
De Balkan stond in vuur en vlam.
Servië was toen het vazalgebied van de Russen.’

‘Dus u denkt dat de grootmachten van de moderne tijd nog steeds op zoek zijn naar de bibliotheek?’
‘Ja, en dat is alleen voor tussen deze vier muren.
Ga alstublieft niet zoeken op het Internet want de spionagenetwerken zijn actiever dan ooit.
Ze traceren je en maken het leven voor je onmogelijk.
De kennis over de bibliotheek is na het jaar vijftienhonderd misbruikt door tal van organisaties.
De rozenkruisers, de vrijmetselarij, de theosofie, en tal van orden in de religieuze sfeer die beweren delen ervan in bezit te hebben.
De kennis in de boekrollen van de bibliotheek moet je niet onderschatten.
Het schijnt dat vooral de occulte lectuur op aanraden van de adviseurs van Ptolemaens II in 265
voor Christus op verschillende plaatsen op aarde verborgen zijn.
De poëet Callimachus heeft het over 500.000 boekrollen die in de Koninklijke bibliotheek opgeslagen waren.
Ze waren alleen toegankelijk voor de adepten in de orde van Mechizedek en aanhangers van Zarathoestra.
De magie van de hogepriesteressen van het oude Egypte en van de kabbalistische Hebreeën stammen af van die geschriften.’
‘Maar professor dat betekent…….’

(Aantekening: Geschiedenissen van de mysterie godsdiensten bestuderen en het bedenken van een spannende plot die leidt tot de openbaring van verborgen kennis uit de kopieën van de bibliotheek van Alexandrië verborgen op een onverwachte plaats)

[-Maaike-]

Spannend begin van je verhaal!

Al had ik wel even moeite om erin te komen doordat je elke zin praktisch op een nieuwe regel plaatst. De eerste twee alinea's gaven mij het idee dat je in een soort van gedichtstijl het verhaal schreef, maar daarna klopte die gedachtegang van mij niet meer, omdat er naar mijn idee willekeurige enters staan. De leesbaarheid zou verbeteren als je de zinnen meer achter elkaar zet zoals in doorsnee boeken het geval is

Ik ben erg benieuwd waar het verhaal heen gaat, dus ik kijk uit naar het volgende stukje!