Beschrijvingen
Geplaatst: 11 mei 2012 23:20
En het is weer eens tijd voor een schrijfles^^ zoals altijd, toevoegingen kunnen hieronder worden gezet of in een pbtje naar mij worden gestuurd, dan zal ik zien of ik het erin kan verwerken =)
--------------------------------------------------------------------
Beschrijvingen van mensen
Hoe kun je het nieuwe karakter dat je introduceert zo goed mogelijk beschrijven zodat iedereen nog weet wie hij of zij is?
Ten eerste moet je weten of hij een hoofd- of bijpersonage is. Stel: je personage komt maar één keer terug in het verhaal, dan is hij niet belangrijk genoeg om hem uitgebreid te beschrijven. Het geven van zijn haar- en oogkleur is genoeg, of, als je wat af wilt wijken, de trekken die hem laten opvallen van de rest van je karakters. Bijvoorbeeld een uitgemergeld gezicht of een heel erg gespierd lichaam.
Nu over naar het hoofdpersonage.
Als je een nieuw hoofdpersonage introduceert, is het belangrijk om meteen een goed beeld van hem of haar over te brengen. Dus probeer de elementen over te brengen die hem ten opzichte van de rest er echt uit laten springen. Is hij lang, heeft hij een vierkant gezicht, heeft ze blond, krullend haar?
Je hoeft niet alle uiterlijkheden meteen erin te proppen. Het ligt aan de tekst hoeveel je erin kan zetten. Is het donker, dan kan je natuurlijk niet vertellen hoe de haarkleur eruit ziet. En als je het personage van een afstand ziet, is de oogkleur natuurlijk onmogelijk.
Verspreiden van de details werkt het beste. Dan bouwt de lezer beetje bij beetje een beter beeld van hem/haar op.
Ook is het een slim idee om af en toe de kleine details nog te noemen verder in je verhaal. Als je meer karakters hebt geïntroduceerd, kan het soms moeilijk zijn om je te herinneren hoe die er nu weer precies uitzag. Gewoon een keer de haarkleur vermelden, of de kenmerkende, krullende neus werkt al heel goed.
Omschrijvingen van omgeving
Hierbij is het belangrijk om er geen opsomming van te maken. Niemand vindt het leuk om dit te lezen:
In het midden stond een lage salontafel met daarop zes lege koffiekoppen en daaromheen stonden twee fauteuils en een leren bank. Een lamp in de hoek met een witte lampenkap scheen op de muur, net onder een fotolijstje dat aan de muur hing, naast een landschapschilderij en een ronde spiegel.
Met zoiets raak je al snel het overzicht kwijt. Mijn tip is om hetgeen te pakken wat je het eerste zou opvallen als je de kamer binnenkomt. En door je hoofdpersoon door de kamer te laten bewegen, loopt het al vloeiender in elkaar over. En zoals het ook met het beschrijven van personen is, ook hier kun je het beste de details verspreiden.
Mijn aandacht werd getrokken door de witte lamp in de hoek die op het fotolijstje scheen, precies voor dat doel er neergezet. Hier, kijk hierheen. Ik liep ernaartoe en bekeek het grondig. Twee meisjes lachten vrolijk terug. Mijn blik gleed naar het schilderij dat aan de muur hing, maar het landschap was saai om naar te kijken. De spiegel was veel interessanter. Ik deed even mijn haar goed en liep daarna naar de leren bank die om een salontafel heen stond. De twee fauteuils die naast elkaar stonden, zagen er ook comfortabel uit, maar ik hield van het gevoel en de geur van leer. Schaamteloos legde ik mijn voeten op de tafel –zorgvuldig de zes lege koffiemokken ontwijkend- en sloeg mijn armen over elkaar. Zo, ik was er klaar voor.
Er zijn veel manieren waarop je kunt beschrijven: je gooit er beeldspraak in, je houdt het realistisch, je overdrijft een beetje.
Beeldspraak
Er zijn veel verschillende soorten beeldspraak. Ik zet er een paar op een rij die belangrijk kunnen zijn, de rest kan je vinden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Beeldspraak
- allegorie:
In een allegorie worden abstracte begrippen voorgesteld als personen. In de literatuur wordt dit door het hele verhaal/gedicht volgehouden
Bv. De Dood, Jaloezie, Deugd.
- homerische vergelijking:
Een homerische vergelijking is een uitgebreide vergelijking, volgens het schema "zoals bijzin over datgene waarmee vergeleken wordt, zo hoofdzin over dat wat vergeleken wordt". Meer algemeen is een homerische vergelijking ook een breedsprakige vergelijking, waarbij de schrijver zo opgaat in het vergelijken, dat hij dingen noemt die geen verwantschap meer hebben met het beeld.
Bv. Zoals in de bergen een havik,
vlugger vliegt dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken
— deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend,
schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn
vraatzucht spoort hem tot grijpen — zo snelde toen ook Achilles naar voren,
vol van begeerte.
- metafoor:
Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij geen vergelijkingswoord (als, zoals, net een, ...) gebruikt wordt. Het kan ook een retorische beeldspraak zijn, die zijn effect bereikt via associatie, vergelijking, gelijkenis, antithese (= tegenstelling), hyperbool (= (buitensporige) overdrijving) of metonymie.
Bv. De mens is een wolf (de vorm A = B).
De voorzitter ploegt door de vergadering.
- Personificatie:
Dit vind ik zelf een mooie beeldspraak om te gebruiken. Een personificatie is een vorm van beeldspraak waarbij levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen menselijke eigenschappen krijgen toegeschreven of waarbij ze als een (levend) persoon worden opgevoerd.
Bv. De bomen fluisteren zachtjes haar naam.
Het papier is geduldig.
- Synesthesie:
Synesthesie is een stijlfiguur waarbij een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen in uitdrukkingen wordt gebruikt.
Bv. Schreeuwende kleuren (heeft betrekking op gehoor en gezicht)
Warme gedachten (heeft betrekking op gevoel)
Overdrijven
Door een tikkeltje te overdrijven met je beschrijvingen, lukt het goed om een bepaald beeld over te brengen. Dit lukt vooral goed bij vreemde karakters die er op zichzelf al uitspringen.
JK Rowling gebruikt het overdrijven heel goed. Hagrids handen waren zo groot als prullenbakdeksels en zijn ogen waren net twee kevertjes.
Het nadeel is wel dat de lezer er misschien een cartoonesk beeld van krijgt en het hierdoor niet geschikt is voor alle genres. Als je een kinderverhaal schrijft of een komisch verhaal, kan ik je aanraden om dit te gebruiken.
Bijvoeglijke naamwoorden
Het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in je verhaal maken je verhaal al een stuk levendiger. Spullen krijgen een kleur, een vorm, en een duidelijker beeld. Te weinig bijvoeglijke naamwoorden gebruiken maakt een tekst al snel karig, maar te veel moet je ook niet hebben. Dan kan het te geforceerd over komen, dat je een bepaald beeld bij je lezers naar binnen wil próppen.
Hou in je hoofd dat je één, maximaal twee bijvoeglijk naamwoorden per zin gebruikt. Dan zal het allemaal meevallen.
Zintuigen
Iedereen gebruikt de ogen als zintuig, de oren worden ook nog veel gebruikt, maar de rest wordt vaak vergeten. Terwijl dat juist ervoor kan zorgen dat je je lezer het perfecte beeld geeft. Als je karakter iets vastpakt, zeg er dan bij of het koud of juist warm is. Als je karakter iets proeft, waar het naar smaakt. Stel dat je de ruimte binnenloopt, wat zou je dan ruiken? Hij raakt iets aan, wat voelt hij dan?
Zoals bij alles, probeer het niet te overdrijven. Niet alles hoeft een geur, smaak, textuur enz. te hebben. Maar het af en toe vermelden bij iets wat zeldzaam of speciaal is, maakt het moment juist intenser.
Clichés
Zoals het met alles in schrijven is: vermijd de clichés! Het is dodelijk voor een goed verhaal.
Haar volle lippen waren zo rood als bloed en haar ogen hadden de kleur van een wolkeloze lucht in de zomer.
Probeer zelf je eigen combinaties te verzinnen, dat geeft vaak net dat tikkeltje extra aan je verhaal. Wees origineel!
Opdrachten
- Je hp komt voor het eerst op bezoek bij de familie van zijn/haar vriendinnetje/vriendje. Hoe is de huiskamer ingericht, hoe zien de ouders eruit en hoe ziet je hp dit alles?
- Je hp loopt door het bos, zoekend naar een plekje om rustig de afgelopen paar dagen te overdenken. Het was een drama! Eindelijk vindt hij/zij een klein meertje waar een paar zwanen op drijven. Je hp overdenkt de zaken en natuurlijk komt net degene aan waarvan je niet wil dat hij/zij je nu ziet.
- Je hp gaat samen met een vriend voor het eerst inbreken. Natuurlijk gaat het niet goed en worden ze betrapt. Wat gebeurt er verder?
--------------------------------------------------------------------
Beschrijvingen van mensen
Hoe kun je het nieuwe karakter dat je introduceert zo goed mogelijk beschrijven zodat iedereen nog weet wie hij of zij is?
Ten eerste moet je weten of hij een hoofd- of bijpersonage is. Stel: je personage komt maar één keer terug in het verhaal, dan is hij niet belangrijk genoeg om hem uitgebreid te beschrijven. Het geven van zijn haar- en oogkleur is genoeg, of, als je wat af wilt wijken, de trekken die hem laten opvallen van de rest van je karakters. Bijvoorbeeld een uitgemergeld gezicht of een heel erg gespierd lichaam.
Nu over naar het hoofdpersonage.
Als je een nieuw hoofdpersonage introduceert, is het belangrijk om meteen een goed beeld van hem of haar over te brengen. Dus probeer de elementen over te brengen die hem ten opzichte van de rest er echt uit laten springen. Is hij lang, heeft hij een vierkant gezicht, heeft ze blond, krullend haar?
Je hoeft niet alle uiterlijkheden meteen erin te proppen. Het ligt aan de tekst hoeveel je erin kan zetten. Is het donker, dan kan je natuurlijk niet vertellen hoe de haarkleur eruit ziet. En als je het personage van een afstand ziet, is de oogkleur natuurlijk onmogelijk.
Verspreiden van de details werkt het beste. Dan bouwt de lezer beetje bij beetje een beter beeld van hem/haar op.
Ook is het een slim idee om af en toe de kleine details nog te noemen verder in je verhaal. Als je meer karakters hebt geïntroduceerd, kan het soms moeilijk zijn om je te herinneren hoe die er nu weer precies uitzag. Gewoon een keer de haarkleur vermelden, of de kenmerkende, krullende neus werkt al heel goed.
Omschrijvingen van omgeving
Hierbij is het belangrijk om er geen opsomming van te maken. Niemand vindt het leuk om dit te lezen:
In het midden stond een lage salontafel met daarop zes lege koffiekoppen en daaromheen stonden twee fauteuils en een leren bank. Een lamp in de hoek met een witte lampenkap scheen op de muur, net onder een fotolijstje dat aan de muur hing, naast een landschapschilderij en een ronde spiegel.
Met zoiets raak je al snel het overzicht kwijt. Mijn tip is om hetgeen te pakken wat je het eerste zou opvallen als je de kamer binnenkomt. En door je hoofdpersoon door de kamer te laten bewegen, loopt het al vloeiender in elkaar over. En zoals het ook met het beschrijven van personen is, ook hier kun je het beste de details verspreiden.
Mijn aandacht werd getrokken door de witte lamp in de hoek die op het fotolijstje scheen, precies voor dat doel er neergezet. Hier, kijk hierheen. Ik liep ernaartoe en bekeek het grondig. Twee meisjes lachten vrolijk terug. Mijn blik gleed naar het schilderij dat aan de muur hing, maar het landschap was saai om naar te kijken. De spiegel was veel interessanter. Ik deed even mijn haar goed en liep daarna naar de leren bank die om een salontafel heen stond. De twee fauteuils die naast elkaar stonden, zagen er ook comfortabel uit, maar ik hield van het gevoel en de geur van leer. Schaamteloos legde ik mijn voeten op de tafel –zorgvuldig de zes lege koffiemokken ontwijkend- en sloeg mijn armen over elkaar. Zo, ik was er klaar voor.
Er zijn veel manieren waarop je kunt beschrijven: je gooit er beeldspraak in, je houdt het realistisch, je overdrijft een beetje.
Beeldspraak
Er zijn veel verschillende soorten beeldspraak. Ik zet er een paar op een rij die belangrijk kunnen zijn, de rest kan je vinden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Beeldspraak
- allegorie:
In een allegorie worden abstracte begrippen voorgesteld als personen. In de literatuur wordt dit door het hele verhaal/gedicht volgehouden
Bv. De Dood, Jaloezie, Deugd.
- homerische vergelijking:
Een homerische vergelijking is een uitgebreide vergelijking, volgens het schema "zoals bijzin over datgene waarmee vergeleken wordt, zo hoofdzin over dat wat vergeleken wordt". Meer algemeen is een homerische vergelijking ook een breedsprakige vergelijking, waarbij de schrijver zo opgaat in het vergelijken, dat hij dingen noemt die geen verwantschap meer hebben met het beeld.
Bv. Zoals in de bergen een havik,
vlugger vliegt dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken
— deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend,
schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn
vraatzucht spoort hem tot grijpen — zo snelde toen ook Achilles naar voren,
vol van begeerte.
- metafoor:
Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij geen vergelijkingswoord (als, zoals, net een, ...) gebruikt wordt. Het kan ook een retorische beeldspraak zijn, die zijn effect bereikt via associatie, vergelijking, gelijkenis, antithese (= tegenstelling), hyperbool (= (buitensporige) overdrijving) of metonymie.
Bv. De mens is een wolf (de vorm A = B).
De voorzitter ploegt door de vergadering.
- Personificatie:
Dit vind ik zelf een mooie beeldspraak om te gebruiken. Een personificatie is een vorm van beeldspraak waarbij levenloze zaken, niet-menselijke levensvormen of abstracte begrippen menselijke eigenschappen krijgen toegeschreven of waarbij ze als een (levend) persoon worden opgevoerd.
Bv. De bomen fluisteren zachtjes haar naam.
Het papier is geduldig.
- Synesthesie:
Synesthesie is een stijlfiguur waarbij een combinatie van de indrukken van verschillende zintuigen in uitdrukkingen wordt gebruikt.
Bv. Schreeuwende kleuren (heeft betrekking op gehoor en gezicht)
Warme gedachten (heeft betrekking op gevoel)
Overdrijven
Door een tikkeltje te overdrijven met je beschrijvingen, lukt het goed om een bepaald beeld over te brengen. Dit lukt vooral goed bij vreemde karakters die er op zichzelf al uitspringen.
JK Rowling gebruikt het overdrijven heel goed. Hagrids handen waren zo groot als prullenbakdeksels en zijn ogen waren net twee kevertjes.
Het nadeel is wel dat de lezer er misschien een cartoonesk beeld van krijgt en het hierdoor niet geschikt is voor alle genres. Als je een kinderverhaal schrijft of een komisch verhaal, kan ik je aanraden om dit te gebruiken.
Bijvoeglijke naamwoorden
Het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden in je verhaal maken je verhaal al een stuk levendiger. Spullen krijgen een kleur, een vorm, en een duidelijker beeld. Te weinig bijvoeglijke naamwoorden gebruiken maakt een tekst al snel karig, maar te veel moet je ook niet hebben. Dan kan het te geforceerd over komen, dat je een bepaald beeld bij je lezers naar binnen wil próppen.
Hou in je hoofd dat je één, maximaal twee bijvoeglijk naamwoorden per zin gebruikt. Dan zal het allemaal meevallen.
Zintuigen
Iedereen gebruikt de ogen als zintuig, de oren worden ook nog veel gebruikt, maar de rest wordt vaak vergeten. Terwijl dat juist ervoor kan zorgen dat je je lezer het perfecte beeld geeft. Als je karakter iets vastpakt, zeg er dan bij of het koud of juist warm is. Als je karakter iets proeft, waar het naar smaakt. Stel dat je de ruimte binnenloopt, wat zou je dan ruiken? Hij raakt iets aan, wat voelt hij dan?
Zoals bij alles, probeer het niet te overdrijven. Niet alles hoeft een geur, smaak, textuur enz. te hebben. Maar het af en toe vermelden bij iets wat zeldzaam of speciaal is, maakt het moment juist intenser.
Clichés
Zoals het met alles in schrijven is: vermijd de clichés! Het is dodelijk voor een goed verhaal.
Haar volle lippen waren zo rood als bloed en haar ogen hadden de kleur van een wolkeloze lucht in de zomer.
Probeer zelf je eigen combinaties te verzinnen, dat geeft vaak net dat tikkeltje extra aan je verhaal. Wees origineel!
Opdrachten
- Je hp komt voor het eerst op bezoek bij de familie van zijn/haar vriendinnetje/vriendje. Hoe is de huiskamer ingericht, hoe zien de ouders eruit en hoe ziet je hp dit alles?
- Je hp loopt door het bos, zoekend naar een plekje om rustig de afgelopen paar dagen te overdenken. Het was een drama! Eindelijk vindt hij/zij een klein meertje waar een paar zwanen op drijven. Je hp overdenkt de zaken en natuurlijk komt net degene aan waarvan je niet wil dat hij/zij je nu ziet.
- Je hp gaat samen met een vriend voor het eerst inbreken. Natuurlijk gaat het niet goed en worden ze betrapt. Wat gebeurt er verder?