Gesnapt
Geplaatst: 12 mei 2012 13:23
Hey Allemaal,
Dit is een oud verhaal dat ik schreef voor een opdracht voor school. Het is een van de twee kortverhalen die ik ooit heb afgekregen. Op deze ben ik nog het meest fier, vooral omdat het eigenlijk niet echt het genre is wat ik lees. De opdracht luidde als volgt: lees een boek en schrijf zelf een kortverhaal over hetzelfde thema dat in het boek werd gebruikt. Het boek was een science-fictionthriller met het thema van sabotage en verraad.
Ik wou jullie toch al iets laten zien van mijn hand, ook al heb ik niet veel tijd om te beginnen aan een nieuwe verhaal.
Geniet ervan! ;)
Gesnapt
Alle leden van de raad waren al aanwezig en iedereen had zijn plaats aan de grote ovale tafel al ingenomen. Meneer Bertolex, directeur van Ventorix, kwam binnen en smeet zijn aktetas op een zeer arrogante manier op tafel en legde zijn handen erlangs. Hij keek de leden van de raad van het bestuur één voor één aan.
‘Het gaat niet goed met ons bedrijf, mensen,’ zei hij op een gefrustreerde manier. Hij nam zijn handen van tafel en greep zijn stoel, de grootste die er in de kamer stond, en ging zitten.
‘We lijden enorm verlies sinds de komst van het bedrijf Windsell. We hebben al vele mensen moeten afgeven en als dit zo doorgaat zullen er nog meer volgen.’ Weer keek hij iedereen één voor één aan.
‘Daarom kom ik nu met grote plannen,’ vervolgde meneer Bertolex. Hij nam zijn aktetas van tafel en zette hem op zijn schoot. Hij deed hem open en haalde er een cd-rom uit. Hij gaf de cd aan zijn secetaresse die hem in de laptop achter zich stopte. Meneer Bertolex stond weer op en duwde de secetaresse op een zachte manier en met een plezante blik in zijn ogen weg en nam zijn plaats achter de laptop in. De secetaresse liet een wit scherm zakken en schakelde de beamer aan.
‘Ik heb alles al uitgestippeld en het plan kan niet mislukken. Wat ik gedacht had is het volgende.’ Hij liet een scherm zien waarop het hele plan was uitgelegd.
‘Ik ben van plan de computersystemen van het bedrijf Windsell te hacken en een onherstelbare schade aan hun productie toe te brengen.’ Een hard gefluister tussen de leden klonk op.
‘Laat me het alstublieft even beter uitleggen.’ Het gefluister verstomde en het werd weer stil in de kamer.
‘Met behulp van een slimme computerprogrammeur kan ik het computersysteem van Windsell binnendringen en de productie saboteren. Nadat dat gebeurd is, kan een explosievenspecialist het gebouw ongehinderd binnenwandelen en explosieven aanbrengen aan de productielijn.’ Weer klonk er gefluister, harder deze keer.
‘Dat kunt u toch niet maken. Dat is veel te drastisch. U bent toch niet van plan u schuldig te maken aan terrorisme gewoon omdat het nu even slecht gaat met het bedrijf.’ Het was de vrouw links van meneer Bertolex die had gesproken.
‘Ik ga volledig akkoord met wat Eve zegt. Hierdoor geef je het bedrijf een slechte naam en dat is nu wel het laatste wat het bedrijf kan gebruiken in deze situatie.’ Meneer Bertolex keek meneer Quin boos aan.
‘Dit is het enige idee wat misschien wel echt kan helpen. En het is zo waterdicht als het maar zijn kan. Als je er niet mee instemt is dat jouw mening en een risico dat je neemt om ontslagen te worden,’ zei meneer Bertolex op een zeer zelfberaden manier. Quin kon niet meer doen dan zich weer achterover in zijn stoel te laten zakken. Hij wist dat als meneer Bertolex iets in zijn hoofd haalde het er niet meer uit te praten was.
‘Zo dan, laten we eens zien wie er met me mee gaat en wie niet. Iedereen wie voor is steekt zijn hand op.’ Eerst was er aarzeling maar dan stak de man aan de rechterzijde van meneer Bertolex zijn hand op.
‘Dat is één, wie nog?’ vroeg Bertolex terwijl hij enkele met een doordringende blik aankeek. Langzaam maar zeker stak bijna iedereen zijn hand op, alleen Eve en meneer Quin hadden nog niet voor gestemd. Eve keek in de richting van Quin, zei geluidloos ‘sorry’ en stak haar hand op.
‘Alleen jij nog, meneer Quin,’ zei Bertolex. Quin keek hem met zijn duisterste blik aan en schudde zijn hoofd.
‘Goed dan, de plannen gaan door met de meerderheid van de stemmen.’ Bertolex kwam achter de laptop vandaan en ging weer aan tafel staan.
‘Ik laat jullie wel iets weten zodra ik het hele plan voorbereid heb. Jullie kunnen nu gaan.’
Quin stond als eerste op en verliet de kamer als eerste. Hij liep meteen door naar zijn kantoor en zei tegen zijn secetaresse dat ze Bill, Charlie, Sam en Sean moest roepen om bij hem in zijn kantoor te komen.
Quin deed de deur van zijn kantoor met een smak dicht en gooide zijn tas in zijn stoel. Hij liep een paar keer door zijn kantoor tot er op de deur geklopt werd.
‘Binnen,’ riep Quin. De deur ging open en Eve verscheen.
‘Het spijt me, Chin.’ Quin keek op en keek haar aan, ‘maar ik kan het niet riskeren mijn baan te verliezen.’
‘Denk je dat je dat niet doet als je met de plannen akkoord gaat?’ vroeg hij. ‘Door dat te doen riskeer je het verlies van ieders baan in dit bedrijf.’ Eve bleef stil en wendde haar ogen naar de grond.
‘Je had me ooit gezegd dat je me zou volgen in alles wat ik zou doen en ik zie nu dat ik dat nooit zomaar had mogen aannemen.’ Eve keek weer op, in de ogen van Chin.
‘Ik weet dat ik dat gezegd heb en ik meende dat toen wel. Maar nu,...’
‘Maar nu wat?’ beet Chin haar toe. Eve deed haar mond open om iets te zeggen maar werd tegengehouden door het geklop op de deur.
‘Binnen,’ riep Chin terwijl hij een boze blik wierp op Eve. De deur ging weer open en deze keer stonden er vier mannen.
‘Je had ons geroepen, Chin,’ zei de kleinste en schijnbaar de jongste van de vier.
‘Ja, Sam, kom nu binnen en doe de deur dicht. Eve en ik hebben jullie wat te vertellen.’ Chin wees op de twee tweepersoons sofa’s en nam er een stoel bij voor Eve die hem verwonderd aankeek. Chin glimlachtte lichtjes tegen haar. De vier namen plaats in de sofa’s en Chin trok de deur achter hen dicht. Hij bleef even tegen de deur staan en ging toen naar zijn plaats.
‘Eve en ik komen net van een vergadering. De directeur heeft weer een absurd plan bedacht om de concurrentie uit te schakelen. Hij wil de computersystemen van Windsell overnemen en hun productielijn vernietigen door middel van explosieven.’
‘Dat meen je niet,’ zei de man die langs Sam zat.
‘Ja, dat meen ik wel, Charlie. Hij heeft ons er zelfs al over laten stemmen.’
‘Jullie hebben dan toch tegen gestemd?’ vroeg Charlie weer.
‘Ik wel’ zei Chin kalm’, maar zij niet.’ Hij knikte naar Eve.
‘Dat was een stomme zet van mij,’ mompelde Eve. ‘Ik dacht toen alleen maar aan mijn eigen goed en niet dat van anderen en het bedrijf.’
‘Hoe bedoel je, je eigen goed?’ vroeg Bill, de man met het minste haar van allemaal.
‘Bertolex dreigde ermee diegenen die niet vóór stemden te ontslaan,’ verklaarde Chin.
‘Bedoel je dan dat je ontslagen bent?’ vroeg Sean, de man met het zwarte korte haar die langs Bill zat.
‘Neen, ik laat me niet ontslaan. Dan neem ik nog liever zelf ontslag en dat is net hetgene wat ik ga doen. Ik doe hier niet langer aan mee. Ik ga er alles aan doen om dit niet te laten gebeuren.’ De vier mannen keken hem een klein ogenblik verbijsterd aan.
‘Als jij gaat, ga ik ook,’ zei Bill.
‘Ik ook,’ zei Sean.
‘Ik ga ook.’
‘En ik ook,’ riep Sam terwijl hij opsprong van de zetel.
‘Ik ga ook.’ Chin keek verbaasd naar Eve, maar glimlachtte meteen daarna.
‘Goed dan,’ zei Chin,’laten we er dan maar werk van maken. Maar Sam moet hier blijven om zoveel mogelijk over de plannen te weten te komen.’
Chin lag in de zetel en staarde naar het plafond. Hij wachtte op een telefoontje van Sam. Het was nu al twee dagen geleden toen hij zijn ontslag ingediend had. Sam had al paar dingen opgevangen over de uitvoer van de plannen, maar hij wist nog niet alles zeker. Chins medewerkers die ook hun ontslag hadden ingediend hadden hem elk uur van de dag opgebeld om te vragen of er al nieuws was, maar hij had ze steeds moeten teleurstellen.
Plots ging de telefoon. Chin greep meteen naar de hoorn.
‘Hallo?’
‘Hey, Chin.’ Het was Eve. ‘Heb je al nieuws?’
‘Neen, nog niet. Maar het kan ieder moment komen. We moeten afwachten.’
‘Oké, goed dan. Je belt maar als je iets hoort.’
‘Ja, beloofd.’
Chin legde af en liet zich weer achterover in de sofa vallen. Meteen daarna ging de telefoon weer. Chin greep weer naar de hoorn.
‘Nee, ik heb nog geen nieuws ontvangen.’
‘Maar dat ga je zo meteen wel krijgen.’
Chin ging meteen rechtzitten.
‘Sam! Vertel, wat heb je gehoord?’
‘Ze hebben net gedaan met vergaderen. Het hele plan is al uitgeschreven. De hacker heeft het systeem al overgenomen en is nu bezig met het verzamelen van videobeelden om de specialist een vrije doorgang te geven naar de productieruimte en het computersysteem. De explosieven worden zaterdagmorgen aangebracht en tot ontploffing gebracht om negen uur ’s avonds stipt.’
‘Goed Sam, dank je voor die grote hulp. Nu kan ik de anderen op de hoogte brengen.’
‘Goed. Wat ga je nu doen?’ vroeg Sam.
‘Ik ga eerst de anderen bellen en dan nadenken over wat wij gaan doen. Kom deze avond naar hier. Dan zal ik het plan aan jullie vertellen.’
‘Oké, ik zie jullie vanavond.’
Sam legde af en Chin begon het nummer van Eve te draaien om haar het nieuws te brengen.
De hele keukentafel lag vol met papieren waarop getekend en geschreven was. Chin was nog steeds bezig met tekenen toen er werd aangebeld. Hij liep naar de voordeur van zijn klein huisje en deed hem open. Iedereen was er. Chin liet ze binnen en bood hen de stoelen rond de keukentafel aan. Iedereen ging zitten en bekeek de papieren die over de ronde tafel verspreid waren. Niemand zei een woord.
‘Zo, hier zitten we dan,’ zei Chin in de poging om de sfeer een beetje op te vrolijken. Hij liep even naar de keuken en nam wat flesjes bier uit de koelkast. Hij gaf ieder één en ging zitten.
‘Nu, de plannen voor de sabotage van de plannen van Bertolex. Ik heb ze hier getekend en opgeschreven maar het is beter om er even uitleg bij te geven. Het is eigenlijk heel simpel,’ begon Chin. Iedereen luisterde aandachtig en knikte om te zeggen dat ze het begrepen.
‘Ik sluip het gebouw van Ventorix in en ga op zoek naar de hacker die alles zal controleren en de explosieven tot ontploffing zal brengen. Jullie vier,’ hij wees op Bill, Eve, Sean en Charlie,’gaan naar Windsell en proberen de explosieven los te koppelen van het ontstekingsmechanisme.’ Sam keek teleurgesteld op.
‘Wat moet ik dan doen?’ vroeg Sam.
‘Jij blijft achter en houdt ons in contact. Je waarschuwt ons als er iets mis gaat.’
‘Ook goed. Ik blijf wel achter,’ mompelde Sam meer in zichzelf dan tegen de anderen.
‘Goed, dat is dan geregeld?’ Iedereen knikte.
‘Waar en wanneer spreken we af?’ vroeg Charlie.
‘We vertrekken hier om 10 voor zes. Sam voert ons naar onze bestemmingen en zoekt dan een goede schuilplaats waar hij met ons in contact kan blijven.’
‘En hoe ga je aan al die apparatuur geraken om contact te houden? En moeten we ook wapens meenemen?’ vroeg Eve.
‘Ik heb al alles geregeld met een oude vriend van me. Hij zorgt ervoor dat we alles bijhebben, inclusief wapens. Wees gewoon op tijd en draag onopvallende kleding. Nog vragen?’ vroeg Chin. Hij keek iedereen aan, maar niemand die reageerde.
Meneer Bertolex zat nog in zijn kantoor en wachtte op een werknemer die hem wilde spreken. Het was waarschijnlijk weer een klacht over het koffieapparaat dat weer niet werkte. Er werd geklopt.
‘Binnen,’ zei Bertolex. De deur ging stilletjes open en in de deuropening verscheen een kleine man met een vierkante bril op zijn neus. Zijn haar was in een scheiding gekamd.
‘Dag meneer Bertolex.’
‘Dag Roeland, neem plaats.’ De man kwam binnen en deed de deur stilletjes achter zich dicht. Daarna liep hij naar de stoel die voor de bureau van Bertolex stond en ging zitten.
‘Beste Roeland, wat drijft u naar hier?’ vroeg Bertolex terwijl hij achterover in zijn stoel leunde.
‘Ik heb nieuws meneer. Misschien wel iets dat van pas kan komen,’ zei de man toen hij met de knoop van zijn hemd speelde.
‘Wat voor nieuws is dat dan?’
‘Ik hou niet van mensen verklikken maar ik vond dat u wel het recht had om te weten dat u werd afgeluisterd.’
‘Hoezo?’ vroeg Bertolex. Hij leunde weer naar voor en legde zijn handen op de bureau.
‘Ik werk dicht bij de vergaderzaal en ik zie iedereen die daar voorbij komt. Deze middag, toen u aan het vergaderen was zag ik een gewone werknemer naar de vergaderzaal lopen en ik wist dat die daar niets te zoeken had dus ik achtervolgde hem. Ik zag dat hij meeluisterde aan de deur. Niet zo een subtiele manier om af te luisteren, vindt u niet?’
‘Mhm, ga door.’
‘Hij stond daar de hele tijd en keek steeds om zich heen. En toen de vergadering gedaan was keerde hij terug naar zijn bureau, belde iemand op en vertelde die persoon over bepaalde plannen. En meer ben ik niet te weten gekomen.’
‘Zozo, en weet je wie die werknemer was?’
‘Ja, meneer, het was die jongen, Sam.’
‘Goed, bedankt voor de tip. Je zal nog beloond worden. Je kunt gaan.’
‘Dat was graag gedaan, meneer. Dank u, meneer.’ De man stond weer op en liep het kantoor uit. Bertolex nam de telefoon en draaide een nummer.
‘Hallo?’
‘Er is een wijziging in het plan. Kom meteen naar hier!’
‘Goed, meneer, tot zo meteen.’
Meneer Bertolex smeet de telefoon neer, stond op en begon te wandelen door zijn kantoor.
Het was kwart voor zes. De deurbel ging en Chin deed open. Het was Eve. Achter haar stonden Charlie en Bill. Sean zou samen met Sam komen om hen op te halen met de gehuurde bestelwagen. Chin liet hen binnen terwijl hij de straat eens inkeek, op zoek naar de bestelwagen. Hij zag nog niets en deed de deur dicht.
‘Is alles klaar?’ vroeg Eve.
‘Ja. De apparatuur ligt in de bestelwagen samen met de wapens. Voor we weggaan overloop ik het plan nog even, zodat iedereen weet wat hij moet doen.’
Op dat moment ging de deurbel weer. Chin deed open en zag Sean staan. Sam zat nog in de bestelwagen.
‘Kunnen we?’ vroeg Sean.
‘Ja, komaan, we gaan.’ Chin liet Eve, Charlie en Bill voorgaan en deed dan de deur achter zich dicht en liep achter hen aan naar de bestelwagen. Hij keek nog even door de straat en sprong toen in de bestelwagen. Charlie smeet de schuifdeur van de wagen dicht en Sam vertrok met volle gas.
‘Oké, ik overloop het plan nog één keer,’ zei Chin terwijl hij iedereen aankeek.
‘Sam zet mij af aan het gebouw van Ventorix. Ik sluip het gebouw binnen en ga naar de systeemkamer. Jullie gaan verder tot het gebouw van Windsell. Met behulp van oortjes en microfoontjes helpt Sam jullie naar binnen. Bill, Eve en Charlie zoeken naar de explosieven terwijl Sean naar het ontstekingsmechanisme zoekt. Probeer zoveel mogelijk explosieven te vinden. Eens Sean het ontstekingsmechanisme heeft gevonden, ontkoppelt hij het. Daarna maken jullie dat jullie daar meteen weg zijn. Eigenlijk hebben jullie er geen nodig, maar neem toch maar enkele handwapens mee. Je weet maar nooit wie je tegen komt.’ Chin pakte de wapens, de oortjes en de microfoontjes en deelde ze uit. Ze waren bijna aan het gebouw van Ventorix en Chin zat al klaar om uit de wagen te springen. Hij moest alleen zijn oortje nog goed stellen en hij was klaar voor de grote missie. Sam stopte abrupt en Chin gooide de schuifdeur open, sprong eruit, smeet de deur weer dicht en klopte op de auto. Sam drukte het gaspedaal weer in en weg was de wagen. Chin stopte zijn handwapen achter zijn riem aan de rugzijde en rende gebukt naar het gebouw toe. Hij keek om zich heen of hij niemand zag. Op de parking stonden nog enkele auto’s. Een daarvan herkende hij als de auto van meneer Bertolex. Chin sloop tussen de auto’s door naar een kleine zij-ingang. Hij keek nog een keer om zich heen en probeerde de deur. Op slot. Chin sprak stil een vloek uit en liep naar de ingangen waar de vrachtwagens met de producten werden volgeladen. Hij probeerde de eerste deur. Deze was ook op slot. Hij probeerde de tweede, ook hier had hij evenveel geluk. Weer vloekte Chin en hij keek door het raampje van de deur in het magazijn. Er was niemand te zien. Chin deed een stap achteruit en trapte toen de deur in. Snel ging hij naar binnen en zocht het magazijn af, op zoek naar een deur. Hij hoopte dat hij de hacker zou vinden in de systeemkamer.
‘Sam? Hoor je me?’ fluisterde hij in zijn microfoontje.
‘Klaar en duidelijk,’ antwoordde Sam.
‘Sam, kun je me zeggen of de gangen vrij zijn? Ik zit nu in het magazijn.’
‘Een klein secondje.’ Het was even stil.
‘Ja, alles is veilig. Je kunt gaan.’
‘Goed, hoe gaat het met de rest?’ Het bleef stil.
‘Sam?’ Het bleef nog steeds stil.
‘Sam, hoor je me?’ Niemand.
‘Shit!’ riep Chin. Hij controleerde of zijn microfoontje en zijn oortje nog werkten. Hij probeerde nog een keer.
‘Sam, hoor je me?’ Weer geen geluid. Chin gaf het op en schakelde alles uit. Hij haalde zijn wapen boven en liep naar de deur die naar de gang van de kantoren van de productieleider en de receptionisten leidde. Hij deed de deur stilletjes open en keek de gang heen en weer. Niemand te zien. Hij sloop de gang in en zette koers naar de systeemkamer, niet in het besef dat de nieuwe bewakingscamera’s zijn bewegingen registreerden. Hij liep de trappen af naar de kelder waar zich de systeemkamer moest bevinden. Hij zocht naar de deur en trapte hem in. Hij richtte zijn wapen in de kamer en zocht hem helemaal af. Er was niemand. Chin vloekte hard en liep de trappen weer op naar de gang met de bewakingscamera’s. Waar kon de hacker dan zijn? Toen viel hem in dat Sam iets had gezegd van zijn kantoor. Het was nooit leeggehaald. Chin liep de trappen op, naar zijn kantoor. Hij trapte de deur in en achter de computers en monitors zag hij een man van Spaanse afkomst. Hij keek op met een grijns op zijn gezicht en drukte op de entertoets van zijn keyboard.
‘Je bent te laat,’ zei de man, nog steeds met die grijns op zijn gezicht.
‘De explosieven zijn afgegaan. Al je vrienden zijn dood, inclusief die luistervink van je.’ Chin bleef verbijsterd staan en keek de man in de ogen. Hij voelde de woede opkomen, samen met schuldgevoel en rouw. Hij richtte zijn wapen op de man en vuurde af. De kogel ging door het hoofd en de man was op slag dood. Chin bleef daar even staan, denkend aan zijn vrienden die hij de dood had ingejaagd. Hij liet het wapen op de grond vallen en liep tot bij de stoel waar de man nog inzat. Hij schopte de stoel opzij en bekeek de monitors. Allemaal sneeuw. Hij greep er een en gooide hem in zijn woede op de grond. Hij greep alles wat hij vast kon nemen en vernielde zo het hele kantoor tot alles kapot was. Dan rustte hij met zijn handen op de vensterbank en keek uit het raam. Hij zag een politiewagen op de parking staan. Paniek kwam in hem op, hij draaide zich vliegensvlug om, maar het was al te laat. In de deuropening stond twee politieagenten. Een ervan richtte een wapen op hem. Chin stak meteen zijn handen in de lucht. De andere agent greep naar zijn handboeien, nam de handen van Chin en zei terwijl hij ze boeide: ‘Hierbij wordt u gearresteerd wegens moord en aanslag op Windsell. Alles wat u nu nog zegt kan tegen u gebruikt worden, u hebt het recht ...’ Chin luisterde al niet meer. Beschuldigd van moord en terrorisme? Dat kan toch niet! Hij was niet de schuldige, de schuldige was Bertolex.
De politieagent nam zijn handen en boeide ze met de handboeien. Hij werd door de twee agenten naar buiten gebracht en in de auto geduwd. In de verte zag Chin de bestelwagen van Sam staan, omringd door brancardiers die het lijk van Sam aan het opruimen waren. Verslagen keek Chin naar zijn voeten. Dit had hij helemaal niet verwacht. Hij keek nog een keer de straat in, met tranen in de ogen om het verlies van zijn vrienden.
Dit is een oud verhaal dat ik schreef voor een opdracht voor school. Het is een van de twee kortverhalen die ik ooit heb afgekregen. Op deze ben ik nog het meest fier, vooral omdat het eigenlijk niet echt het genre is wat ik lees. De opdracht luidde als volgt: lees een boek en schrijf zelf een kortverhaal over hetzelfde thema dat in het boek werd gebruikt. Het boek was een science-fictionthriller met het thema van sabotage en verraad.
Ik wou jullie toch al iets laten zien van mijn hand, ook al heb ik niet veel tijd om te beginnen aan een nieuwe verhaal.
Geniet ervan! ;)
Gesnapt
Alle leden van de raad waren al aanwezig en iedereen had zijn plaats aan de grote ovale tafel al ingenomen. Meneer Bertolex, directeur van Ventorix, kwam binnen en smeet zijn aktetas op een zeer arrogante manier op tafel en legde zijn handen erlangs. Hij keek de leden van de raad van het bestuur één voor één aan.
‘Het gaat niet goed met ons bedrijf, mensen,’ zei hij op een gefrustreerde manier. Hij nam zijn handen van tafel en greep zijn stoel, de grootste die er in de kamer stond, en ging zitten.
‘We lijden enorm verlies sinds de komst van het bedrijf Windsell. We hebben al vele mensen moeten afgeven en als dit zo doorgaat zullen er nog meer volgen.’ Weer keek hij iedereen één voor één aan.
‘Daarom kom ik nu met grote plannen,’ vervolgde meneer Bertolex. Hij nam zijn aktetas van tafel en zette hem op zijn schoot. Hij deed hem open en haalde er een cd-rom uit. Hij gaf de cd aan zijn secetaresse die hem in de laptop achter zich stopte. Meneer Bertolex stond weer op en duwde de secetaresse op een zachte manier en met een plezante blik in zijn ogen weg en nam zijn plaats achter de laptop in. De secetaresse liet een wit scherm zakken en schakelde de beamer aan.
‘Ik heb alles al uitgestippeld en het plan kan niet mislukken. Wat ik gedacht had is het volgende.’ Hij liet een scherm zien waarop het hele plan was uitgelegd.
‘Ik ben van plan de computersystemen van het bedrijf Windsell te hacken en een onherstelbare schade aan hun productie toe te brengen.’ Een hard gefluister tussen de leden klonk op.
‘Laat me het alstublieft even beter uitleggen.’ Het gefluister verstomde en het werd weer stil in de kamer.
‘Met behulp van een slimme computerprogrammeur kan ik het computersysteem van Windsell binnendringen en de productie saboteren. Nadat dat gebeurd is, kan een explosievenspecialist het gebouw ongehinderd binnenwandelen en explosieven aanbrengen aan de productielijn.’ Weer klonk er gefluister, harder deze keer.
‘Dat kunt u toch niet maken. Dat is veel te drastisch. U bent toch niet van plan u schuldig te maken aan terrorisme gewoon omdat het nu even slecht gaat met het bedrijf.’ Het was de vrouw links van meneer Bertolex die had gesproken.
‘Ik ga volledig akkoord met wat Eve zegt. Hierdoor geef je het bedrijf een slechte naam en dat is nu wel het laatste wat het bedrijf kan gebruiken in deze situatie.’ Meneer Bertolex keek meneer Quin boos aan.
‘Dit is het enige idee wat misschien wel echt kan helpen. En het is zo waterdicht als het maar zijn kan. Als je er niet mee instemt is dat jouw mening en een risico dat je neemt om ontslagen te worden,’ zei meneer Bertolex op een zeer zelfberaden manier. Quin kon niet meer doen dan zich weer achterover in zijn stoel te laten zakken. Hij wist dat als meneer Bertolex iets in zijn hoofd haalde het er niet meer uit te praten was.
‘Zo dan, laten we eens zien wie er met me mee gaat en wie niet. Iedereen wie voor is steekt zijn hand op.’ Eerst was er aarzeling maar dan stak de man aan de rechterzijde van meneer Bertolex zijn hand op.
‘Dat is één, wie nog?’ vroeg Bertolex terwijl hij enkele met een doordringende blik aankeek. Langzaam maar zeker stak bijna iedereen zijn hand op, alleen Eve en meneer Quin hadden nog niet voor gestemd. Eve keek in de richting van Quin, zei geluidloos ‘sorry’ en stak haar hand op.
‘Alleen jij nog, meneer Quin,’ zei Bertolex. Quin keek hem met zijn duisterste blik aan en schudde zijn hoofd.
‘Goed dan, de plannen gaan door met de meerderheid van de stemmen.’ Bertolex kwam achter de laptop vandaan en ging weer aan tafel staan.
‘Ik laat jullie wel iets weten zodra ik het hele plan voorbereid heb. Jullie kunnen nu gaan.’
Quin stond als eerste op en verliet de kamer als eerste. Hij liep meteen door naar zijn kantoor en zei tegen zijn secetaresse dat ze Bill, Charlie, Sam en Sean moest roepen om bij hem in zijn kantoor te komen.
Quin deed de deur van zijn kantoor met een smak dicht en gooide zijn tas in zijn stoel. Hij liep een paar keer door zijn kantoor tot er op de deur geklopt werd.
‘Binnen,’ riep Quin. De deur ging open en Eve verscheen.
‘Het spijt me, Chin.’ Quin keek op en keek haar aan, ‘maar ik kan het niet riskeren mijn baan te verliezen.’
‘Denk je dat je dat niet doet als je met de plannen akkoord gaat?’ vroeg hij. ‘Door dat te doen riskeer je het verlies van ieders baan in dit bedrijf.’ Eve bleef stil en wendde haar ogen naar de grond.
‘Je had me ooit gezegd dat je me zou volgen in alles wat ik zou doen en ik zie nu dat ik dat nooit zomaar had mogen aannemen.’ Eve keek weer op, in de ogen van Chin.
‘Ik weet dat ik dat gezegd heb en ik meende dat toen wel. Maar nu,...’
‘Maar nu wat?’ beet Chin haar toe. Eve deed haar mond open om iets te zeggen maar werd tegengehouden door het geklop op de deur.
‘Binnen,’ riep Chin terwijl hij een boze blik wierp op Eve. De deur ging weer open en deze keer stonden er vier mannen.
‘Je had ons geroepen, Chin,’ zei de kleinste en schijnbaar de jongste van de vier.
‘Ja, Sam, kom nu binnen en doe de deur dicht. Eve en ik hebben jullie wat te vertellen.’ Chin wees op de twee tweepersoons sofa’s en nam er een stoel bij voor Eve die hem verwonderd aankeek. Chin glimlachtte lichtjes tegen haar. De vier namen plaats in de sofa’s en Chin trok de deur achter hen dicht. Hij bleef even tegen de deur staan en ging toen naar zijn plaats.
‘Eve en ik komen net van een vergadering. De directeur heeft weer een absurd plan bedacht om de concurrentie uit te schakelen. Hij wil de computersystemen van Windsell overnemen en hun productielijn vernietigen door middel van explosieven.’
‘Dat meen je niet,’ zei de man die langs Sam zat.
‘Ja, dat meen ik wel, Charlie. Hij heeft ons er zelfs al over laten stemmen.’
‘Jullie hebben dan toch tegen gestemd?’ vroeg Charlie weer.
‘Ik wel’ zei Chin kalm’, maar zij niet.’ Hij knikte naar Eve.
‘Dat was een stomme zet van mij,’ mompelde Eve. ‘Ik dacht toen alleen maar aan mijn eigen goed en niet dat van anderen en het bedrijf.’
‘Hoe bedoel je, je eigen goed?’ vroeg Bill, de man met het minste haar van allemaal.
‘Bertolex dreigde ermee diegenen die niet vóór stemden te ontslaan,’ verklaarde Chin.
‘Bedoel je dan dat je ontslagen bent?’ vroeg Sean, de man met het zwarte korte haar die langs Bill zat.
‘Neen, ik laat me niet ontslaan. Dan neem ik nog liever zelf ontslag en dat is net hetgene wat ik ga doen. Ik doe hier niet langer aan mee. Ik ga er alles aan doen om dit niet te laten gebeuren.’ De vier mannen keken hem een klein ogenblik verbijsterd aan.
‘Als jij gaat, ga ik ook,’ zei Bill.
‘Ik ook,’ zei Sean.
‘Ik ga ook.’
‘En ik ook,’ riep Sam terwijl hij opsprong van de zetel.
‘Ik ga ook.’ Chin keek verbaasd naar Eve, maar glimlachtte meteen daarna.
‘Goed dan,’ zei Chin,’laten we er dan maar werk van maken. Maar Sam moet hier blijven om zoveel mogelijk over de plannen te weten te komen.’
Chin lag in de zetel en staarde naar het plafond. Hij wachtte op een telefoontje van Sam. Het was nu al twee dagen geleden toen hij zijn ontslag ingediend had. Sam had al paar dingen opgevangen over de uitvoer van de plannen, maar hij wist nog niet alles zeker. Chins medewerkers die ook hun ontslag hadden ingediend hadden hem elk uur van de dag opgebeld om te vragen of er al nieuws was, maar hij had ze steeds moeten teleurstellen.
Plots ging de telefoon. Chin greep meteen naar de hoorn.
‘Hallo?’
‘Hey, Chin.’ Het was Eve. ‘Heb je al nieuws?’
‘Neen, nog niet. Maar het kan ieder moment komen. We moeten afwachten.’
‘Oké, goed dan. Je belt maar als je iets hoort.’
‘Ja, beloofd.’
Chin legde af en liet zich weer achterover in de sofa vallen. Meteen daarna ging de telefoon weer. Chin greep weer naar de hoorn.
‘Nee, ik heb nog geen nieuws ontvangen.’
‘Maar dat ga je zo meteen wel krijgen.’
Chin ging meteen rechtzitten.
‘Sam! Vertel, wat heb je gehoord?’
‘Ze hebben net gedaan met vergaderen. Het hele plan is al uitgeschreven. De hacker heeft het systeem al overgenomen en is nu bezig met het verzamelen van videobeelden om de specialist een vrije doorgang te geven naar de productieruimte en het computersysteem. De explosieven worden zaterdagmorgen aangebracht en tot ontploffing gebracht om negen uur ’s avonds stipt.’
‘Goed Sam, dank je voor die grote hulp. Nu kan ik de anderen op de hoogte brengen.’
‘Goed. Wat ga je nu doen?’ vroeg Sam.
‘Ik ga eerst de anderen bellen en dan nadenken over wat wij gaan doen. Kom deze avond naar hier. Dan zal ik het plan aan jullie vertellen.’
‘Oké, ik zie jullie vanavond.’
Sam legde af en Chin begon het nummer van Eve te draaien om haar het nieuws te brengen.
De hele keukentafel lag vol met papieren waarop getekend en geschreven was. Chin was nog steeds bezig met tekenen toen er werd aangebeld. Hij liep naar de voordeur van zijn klein huisje en deed hem open. Iedereen was er. Chin liet ze binnen en bood hen de stoelen rond de keukentafel aan. Iedereen ging zitten en bekeek de papieren die over de ronde tafel verspreid waren. Niemand zei een woord.
‘Zo, hier zitten we dan,’ zei Chin in de poging om de sfeer een beetje op te vrolijken. Hij liep even naar de keuken en nam wat flesjes bier uit de koelkast. Hij gaf ieder één en ging zitten.
‘Nu, de plannen voor de sabotage van de plannen van Bertolex. Ik heb ze hier getekend en opgeschreven maar het is beter om er even uitleg bij te geven. Het is eigenlijk heel simpel,’ begon Chin. Iedereen luisterde aandachtig en knikte om te zeggen dat ze het begrepen.
‘Ik sluip het gebouw van Ventorix in en ga op zoek naar de hacker die alles zal controleren en de explosieven tot ontploffing zal brengen. Jullie vier,’ hij wees op Bill, Eve, Sean en Charlie,’gaan naar Windsell en proberen de explosieven los te koppelen van het ontstekingsmechanisme.’ Sam keek teleurgesteld op.
‘Wat moet ik dan doen?’ vroeg Sam.
‘Jij blijft achter en houdt ons in contact. Je waarschuwt ons als er iets mis gaat.’
‘Ook goed. Ik blijf wel achter,’ mompelde Sam meer in zichzelf dan tegen de anderen.
‘Goed, dat is dan geregeld?’ Iedereen knikte.
‘Waar en wanneer spreken we af?’ vroeg Charlie.
‘We vertrekken hier om 10 voor zes. Sam voert ons naar onze bestemmingen en zoekt dan een goede schuilplaats waar hij met ons in contact kan blijven.’
‘En hoe ga je aan al die apparatuur geraken om contact te houden? En moeten we ook wapens meenemen?’ vroeg Eve.
‘Ik heb al alles geregeld met een oude vriend van me. Hij zorgt ervoor dat we alles bijhebben, inclusief wapens. Wees gewoon op tijd en draag onopvallende kleding. Nog vragen?’ vroeg Chin. Hij keek iedereen aan, maar niemand die reageerde.
Meneer Bertolex zat nog in zijn kantoor en wachtte op een werknemer die hem wilde spreken. Het was waarschijnlijk weer een klacht over het koffieapparaat dat weer niet werkte. Er werd geklopt.
‘Binnen,’ zei Bertolex. De deur ging stilletjes open en in de deuropening verscheen een kleine man met een vierkante bril op zijn neus. Zijn haar was in een scheiding gekamd.
‘Dag meneer Bertolex.’
‘Dag Roeland, neem plaats.’ De man kwam binnen en deed de deur stilletjes achter zich dicht. Daarna liep hij naar de stoel die voor de bureau van Bertolex stond en ging zitten.
‘Beste Roeland, wat drijft u naar hier?’ vroeg Bertolex terwijl hij achterover in zijn stoel leunde.
‘Ik heb nieuws meneer. Misschien wel iets dat van pas kan komen,’ zei de man toen hij met de knoop van zijn hemd speelde.
‘Wat voor nieuws is dat dan?’
‘Ik hou niet van mensen verklikken maar ik vond dat u wel het recht had om te weten dat u werd afgeluisterd.’
‘Hoezo?’ vroeg Bertolex. Hij leunde weer naar voor en legde zijn handen op de bureau.
‘Ik werk dicht bij de vergaderzaal en ik zie iedereen die daar voorbij komt. Deze middag, toen u aan het vergaderen was zag ik een gewone werknemer naar de vergaderzaal lopen en ik wist dat die daar niets te zoeken had dus ik achtervolgde hem. Ik zag dat hij meeluisterde aan de deur. Niet zo een subtiele manier om af te luisteren, vindt u niet?’
‘Mhm, ga door.’
‘Hij stond daar de hele tijd en keek steeds om zich heen. En toen de vergadering gedaan was keerde hij terug naar zijn bureau, belde iemand op en vertelde die persoon over bepaalde plannen. En meer ben ik niet te weten gekomen.’
‘Zozo, en weet je wie die werknemer was?’
‘Ja, meneer, het was die jongen, Sam.’
‘Goed, bedankt voor de tip. Je zal nog beloond worden. Je kunt gaan.’
‘Dat was graag gedaan, meneer. Dank u, meneer.’ De man stond weer op en liep het kantoor uit. Bertolex nam de telefoon en draaide een nummer.
‘Hallo?’
‘Er is een wijziging in het plan. Kom meteen naar hier!’
‘Goed, meneer, tot zo meteen.’
Meneer Bertolex smeet de telefoon neer, stond op en begon te wandelen door zijn kantoor.
Het was kwart voor zes. De deurbel ging en Chin deed open. Het was Eve. Achter haar stonden Charlie en Bill. Sean zou samen met Sam komen om hen op te halen met de gehuurde bestelwagen. Chin liet hen binnen terwijl hij de straat eens inkeek, op zoek naar de bestelwagen. Hij zag nog niets en deed de deur dicht.
‘Is alles klaar?’ vroeg Eve.
‘Ja. De apparatuur ligt in de bestelwagen samen met de wapens. Voor we weggaan overloop ik het plan nog even, zodat iedereen weet wat hij moet doen.’
Op dat moment ging de deurbel weer. Chin deed open en zag Sean staan. Sam zat nog in de bestelwagen.
‘Kunnen we?’ vroeg Sean.
‘Ja, komaan, we gaan.’ Chin liet Eve, Charlie en Bill voorgaan en deed dan de deur achter zich dicht en liep achter hen aan naar de bestelwagen. Hij keek nog even door de straat en sprong toen in de bestelwagen. Charlie smeet de schuifdeur van de wagen dicht en Sam vertrok met volle gas.
‘Oké, ik overloop het plan nog één keer,’ zei Chin terwijl hij iedereen aankeek.
‘Sam zet mij af aan het gebouw van Ventorix. Ik sluip het gebouw binnen en ga naar de systeemkamer. Jullie gaan verder tot het gebouw van Windsell. Met behulp van oortjes en microfoontjes helpt Sam jullie naar binnen. Bill, Eve en Charlie zoeken naar de explosieven terwijl Sean naar het ontstekingsmechanisme zoekt. Probeer zoveel mogelijk explosieven te vinden. Eens Sean het ontstekingsmechanisme heeft gevonden, ontkoppelt hij het. Daarna maken jullie dat jullie daar meteen weg zijn. Eigenlijk hebben jullie er geen nodig, maar neem toch maar enkele handwapens mee. Je weet maar nooit wie je tegen komt.’ Chin pakte de wapens, de oortjes en de microfoontjes en deelde ze uit. Ze waren bijna aan het gebouw van Ventorix en Chin zat al klaar om uit de wagen te springen. Hij moest alleen zijn oortje nog goed stellen en hij was klaar voor de grote missie. Sam stopte abrupt en Chin gooide de schuifdeur open, sprong eruit, smeet de deur weer dicht en klopte op de auto. Sam drukte het gaspedaal weer in en weg was de wagen. Chin stopte zijn handwapen achter zijn riem aan de rugzijde en rende gebukt naar het gebouw toe. Hij keek om zich heen of hij niemand zag. Op de parking stonden nog enkele auto’s. Een daarvan herkende hij als de auto van meneer Bertolex. Chin sloop tussen de auto’s door naar een kleine zij-ingang. Hij keek nog een keer om zich heen en probeerde de deur. Op slot. Chin sprak stil een vloek uit en liep naar de ingangen waar de vrachtwagens met de producten werden volgeladen. Hij probeerde de eerste deur. Deze was ook op slot. Hij probeerde de tweede, ook hier had hij evenveel geluk. Weer vloekte Chin en hij keek door het raampje van de deur in het magazijn. Er was niemand te zien. Chin deed een stap achteruit en trapte toen de deur in. Snel ging hij naar binnen en zocht het magazijn af, op zoek naar een deur. Hij hoopte dat hij de hacker zou vinden in de systeemkamer.
‘Sam? Hoor je me?’ fluisterde hij in zijn microfoontje.
‘Klaar en duidelijk,’ antwoordde Sam.
‘Sam, kun je me zeggen of de gangen vrij zijn? Ik zit nu in het magazijn.’
‘Een klein secondje.’ Het was even stil.
‘Ja, alles is veilig. Je kunt gaan.’
‘Goed, hoe gaat het met de rest?’ Het bleef stil.
‘Sam?’ Het bleef nog steeds stil.
‘Sam, hoor je me?’ Niemand.
‘Shit!’ riep Chin. Hij controleerde of zijn microfoontje en zijn oortje nog werkten. Hij probeerde nog een keer.
‘Sam, hoor je me?’ Weer geen geluid. Chin gaf het op en schakelde alles uit. Hij haalde zijn wapen boven en liep naar de deur die naar de gang van de kantoren van de productieleider en de receptionisten leidde. Hij deed de deur stilletjes open en keek de gang heen en weer. Niemand te zien. Hij sloop de gang in en zette koers naar de systeemkamer, niet in het besef dat de nieuwe bewakingscamera’s zijn bewegingen registreerden. Hij liep de trappen af naar de kelder waar zich de systeemkamer moest bevinden. Hij zocht naar de deur en trapte hem in. Hij richtte zijn wapen in de kamer en zocht hem helemaal af. Er was niemand. Chin vloekte hard en liep de trappen weer op naar de gang met de bewakingscamera’s. Waar kon de hacker dan zijn? Toen viel hem in dat Sam iets had gezegd van zijn kantoor. Het was nooit leeggehaald. Chin liep de trappen op, naar zijn kantoor. Hij trapte de deur in en achter de computers en monitors zag hij een man van Spaanse afkomst. Hij keek op met een grijns op zijn gezicht en drukte op de entertoets van zijn keyboard.
‘Je bent te laat,’ zei de man, nog steeds met die grijns op zijn gezicht.
‘De explosieven zijn afgegaan. Al je vrienden zijn dood, inclusief die luistervink van je.’ Chin bleef verbijsterd staan en keek de man in de ogen. Hij voelde de woede opkomen, samen met schuldgevoel en rouw. Hij richtte zijn wapen op de man en vuurde af. De kogel ging door het hoofd en de man was op slag dood. Chin bleef daar even staan, denkend aan zijn vrienden die hij de dood had ingejaagd. Hij liet het wapen op de grond vallen en liep tot bij de stoel waar de man nog inzat. Hij schopte de stoel opzij en bekeek de monitors. Allemaal sneeuw. Hij greep er een en gooide hem in zijn woede op de grond. Hij greep alles wat hij vast kon nemen en vernielde zo het hele kantoor tot alles kapot was. Dan rustte hij met zijn handen op de vensterbank en keek uit het raam. Hij zag een politiewagen op de parking staan. Paniek kwam in hem op, hij draaide zich vliegensvlug om, maar het was al te laat. In de deuropening stond twee politieagenten. Een ervan richtte een wapen op hem. Chin stak meteen zijn handen in de lucht. De andere agent greep naar zijn handboeien, nam de handen van Chin en zei terwijl hij ze boeide: ‘Hierbij wordt u gearresteerd wegens moord en aanslag op Windsell. Alles wat u nu nog zegt kan tegen u gebruikt worden, u hebt het recht ...’ Chin luisterde al niet meer. Beschuldigd van moord en terrorisme? Dat kan toch niet! Hij was niet de schuldige, de schuldige was Bertolex.
De politieagent nam zijn handen en boeide ze met de handboeien. Hij werd door de twee agenten naar buiten gebracht en in de auto geduwd. In de verte zag Chin de bestelwagen van Sam staan, omringd door brancardiers die het lijk van Sam aan het opruimen waren. Verslagen keek Chin naar zijn voeten. Dit had hij helemaal niet verwacht. Hij keek nog een keer de straat in, met tranen in de ogen om het verlies van zijn vrienden.