Achréna, een wereld vol wonderen of narigheid?
Geplaatst: 17 mei 2012 19:24
Hee allemaal!
Een hele lange tijd heb ik niks geschreven, maar heb de smaak weer te pakken
Het is een verhaal dat ik al een hele lange tijd heb liggen en ik ben er laatst toch maar weer eens mee aan de gang gegaan. en dat ging eigenlijk wel lekker, dus hier is het dan! hoop dat het in de smaak valt
ik heb het hier al eens online gepost, maar ik heb een groot deel opnieuw herschreven. dit is dus de herschreven versie ervan.
Boven aan een stukje staat door wiens ogen het is geschreven.
---
EVA
Van verre kan je de twee giechelende meisjes al aan horen komen. Lachend en pratend lopen Eva van Doorstra en Roos Westerse naar school, hun zware tassen met zich mee slepend.
‘Maar wat vindt hij nou van me?’ vraagt Roos. Eva, de beste vriendin van Roos, geeft antwoord
‘Ik weet het niet zeker, maar hij heeft het wel een keer over je gehad’. Zegt Eva veelbetekend.
‘hij heeft aan mij gevraagd of jij mijn beste vriendin bent en natuurlijk zeg ik dan ja’. Hopend dat het met dit antwoord het onderwerp Cameron gedaan zal zijn. Ik word er zo langzamerhand wel een beetje gek van. Het is de hele tijd Cameron dit, Cameron dat. Tuurlijk het is leuk om over jongens te praten, maar niet als het over je beste vriend gaat. Je moet altijd alle details vertellen over iets wat niet meer is dan een goeie vriendschap. Roos gelooft me natuurlijk wel dat ik niet meer zie in Cameron, maar nu heeft ze me ingezet als spion. Ik moet hem het hemd van het lijf vragen over wat nou zijn ideale vriendin zou zijn. Ze blijft maar door praten over Cameron. Op school aangekomen moeten we beiden godzijdank een andere kant op. Zij heeft nu Wiskunde en ik Nederlands. Ik houd zielsveel van Roos, maar iedereen heeft zijn mindere kanten en laat dit er nou eentje van haar zijn.
Helaas ben ik nooit goed geweest in Nederlands. Vandaag hebben we ontleding op het programma staan, waar ik helemaal een hekel aan heb.
‘euh, even kijken, lokaal 2.36 hier moet het zijn’ mompel ik in mezelf. Ja ik weet het ik praat in mezelf, slecht hé?
‘Hee Eva’ schreeuwt een zeker persoon vanaf de andere kant van de klas. Ik draai me om, Cameron is dat zekere persoon. Vlug loop ik naar hem toe. Mevrouw de Groot is zó streng dat je niet eens iets durft te vragen, laat staan dat ik door de hele klas ga schreeuwen, als ze iedere minuut binnen kan komen. Ik verbaas me over het lef dat Cameron heeft. Snel been ik naar hem toe en plof op de stoel die hij heeft vrijgehouden voor me.
‘Hoi Cam’ vrolijk begroet ik hem met een omhelzing. Cameron is al vanaf mijn geboorte haast mijn beste vriend, met hem deel ik echt alles, van mijn eerste plas op het potje tot mijn aller eerste zoen. Ook is hij dé perfecte jongen volgens Roos. Al zie ik dit niet volgens haar, maar dat vind ze niet heel erg heeft ze me al eens toe vertrouwd. Des te meer is er over voor haar, is haar standpunt.
‘Nog gevoetbald gisteren?’ is mijn vraag aan hem
‘Nee, op woensdag heb ik toch nooit voetbaltraining, vandaag weer’ met andere woorden dat weet je toch. Hij wil nog wat zeggen maar klapt onverwachts zijn mond dicht, als Mevrouw de Groot binnenkomt. Iedereen staat op, zij vindt als enige lerares dat het moet. Het straalt respect uit volgens haar. Klinkklare onzin vinden wij, maar tja wie zijn wij om dat te zeggen. Ze gebaart dat we weer mogen gaan zitten.
‘Jongens en meisjes’ schalt ze door de klas ‘we hebben vandaag een nieuwe jongen in de klas’. Ze loopt naar de deur en begeleidt de jongen naar binnen.
---
Als jullie tips hebben of fouten ondekken, hoor het graag
Een hele lange tijd heb ik niks geschreven, maar heb de smaak weer te pakken

Het is een verhaal dat ik al een hele lange tijd heb liggen en ik ben er laatst toch maar weer eens mee aan de gang gegaan. en dat ging eigenlijk wel lekker, dus hier is het dan! hoop dat het in de smaak valt

Boven aan een stukje staat door wiens ogen het is geschreven.
---
EVA
Van verre kan je de twee giechelende meisjes al aan horen komen. Lachend en pratend lopen Eva van Doorstra en Roos Westerse naar school, hun zware tassen met zich mee slepend.
‘Maar wat vindt hij nou van me?’ vraagt Roos. Eva, de beste vriendin van Roos, geeft antwoord
‘Ik weet het niet zeker, maar hij heeft het wel een keer over je gehad’. Zegt Eva veelbetekend.
‘hij heeft aan mij gevraagd of jij mijn beste vriendin bent en natuurlijk zeg ik dan ja’. Hopend dat het met dit antwoord het onderwerp Cameron gedaan zal zijn. Ik word er zo langzamerhand wel een beetje gek van. Het is de hele tijd Cameron dit, Cameron dat. Tuurlijk het is leuk om over jongens te praten, maar niet als het over je beste vriend gaat. Je moet altijd alle details vertellen over iets wat niet meer is dan een goeie vriendschap. Roos gelooft me natuurlijk wel dat ik niet meer zie in Cameron, maar nu heeft ze me ingezet als spion. Ik moet hem het hemd van het lijf vragen over wat nou zijn ideale vriendin zou zijn. Ze blijft maar door praten over Cameron. Op school aangekomen moeten we beiden godzijdank een andere kant op. Zij heeft nu Wiskunde en ik Nederlands. Ik houd zielsveel van Roos, maar iedereen heeft zijn mindere kanten en laat dit er nou eentje van haar zijn.
Helaas ben ik nooit goed geweest in Nederlands. Vandaag hebben we ontleding op het programma staan, waar ik helemaal een hekel aan heb.
‘euh, even kijken, lokaal 2.36 hier moet het zijn’ mompel ik in mezelf. Ja ik weet het ik praat in mezelf, slecht hé?
‘Hee Eva’ schreeuwt een zeker persoon vanaf de andere kant van de klas. Ik draai me om, Cameron is dat zekere persoon. Vlug loop ik naar hem toe. Mevrouw de Groot is zó streng dat je niet eens iets durft te vragen, laat staan dat ik door de hele klas ga schreeuwen, als ze iedere minuut binnen kan komen. Ik verbaas me over het lef dat Cameron heeft. Snel been ik naar hem toe en plof op de stoel die hij heeft vrijgehouden voor me.
‘Hoi Cam’ vrolijk begroet ik hem met een omhelzing. Cameron is al vanaf mijn geboorte haast mijn beste vriend, met hem deel ik echt alles, van mijn eerste plas op het potje tot mijn aller eerste zoen. Ook is hij dé perfecte jongen volgens Roos. Al zie ik dit niet volgens haar, maar dat vind ze niet heel erg heeft ze me al eens toe vertrouwd. Des te meer is er over voor haar, is haar standpunt.
‘Nog gevoetbald gisteren?’ is mijn vraag aan hem
‘Nee, op woensdag heb ik toch nooit voetbaltraining, vandaag weer’ met andere woorden dat weet je toch. Hij wil nog wat zeggen maar klapt onverwachts zijn mond dicht, als Mevrouw de Groot binnenkomt. Iedereen staat op, zij vindt als enige lerares dat het moet. Het straalt respect uit volgens haar. Klinkklare onzin vinden wij, maar tja wie zijn wij om dat te zeggen. Ze gebaart dat we weer mogen gaan zitten.
‘Jongens en meisjes’ schalt ze door de klas ‘we hebben vandaag een nieuwe jongen in de klas’. Ze loopt naar de deur en begeleidt de jongen naar binnen.
---
Als jullie tips hebben of fouten ondekken, hoor het graag
