Drift
Geplaatst: 20 mei 2012 17:08
Drift
Feeling like a little girl, drawing flowers and butterflies. Thinking this is a wonderful world, believing all those silly lies. Feeling like a little princess, being the daughter of a king. Living together with a handsome prince, seeing love as a beautiful thing. Writing my own fairytale, with only joy, pleasure and laughter. We'll stay together forever.
3 november 2010
De ijzige wind sneed in mijn huid. Ik rilde en trok de kraag van mijn jas iets omhoog. De duizenden druppels regen daalden op mij neer, alsof ze samen met mij rouwden. Gauw zocht ik een schuilplaats onder de oude boom in mijn tuin. Ik ging zitten en sloeg mijn armen om mijn knieën.
Het was nu precies vier jaar geleden. Ook toen was het zulk guur weer geweest. Mijn vingers streken over het gladde fotopapier. Ik draaide hem om en glimlachte om de foto. Het was één van de laatste foto’s waarop mama nog leefde. Ik was acht jaar. Die avond was het Halloween. Bij mij in de straat deden we daar altijd aan. Ik durfde niet alleen de straat door, want ik vond de maskers altijd zo eng. Mama was met me mee gegaan. Ik was een combinatie van een heks en een pompoenmonster. Ik had namelijk een grote heksenhoed en een pompoenmasker op. Mama stond naast mij. Ze had zo snel geen kostuum kunnen vinden, en daarom had ze alleen een kromme neus met een vreselijk grote pukkel op. Ik weet nog precies hoe leuk ik dat toen vond.
De wind zorgde ervoor dat de kleine druppeltjes van de blaadjes af vielen. Ik trok mijn wollen sjaal nog iets strakker aan. Vanmiddag zou de familie van mijn moeders kant komen. Ik zou dan samen met hen en mijn adoptieouders samen komen, herinneringen ophalen, en daarna lekker eten. Ik was er fel op tegen geweest. Ik wilde geen herinneringen ophalen, en al helemaal niet lekker eten. Het was toch geen feest! Daarom ging ik altijd apart zitten met een humeurig gezicht. Mijn familie vond het niet erg. Ze zeiden dat ik tijd nodig had om het te verwerken en dat ik het over een jaar wel fijn zou vinden. Dat dáchten ze, maar zij wisten niet wat ik gezien had. Ik had het altijd geheim gehouden, altijd.
3 november 2006
De schreeuwende stem van papa maakte me wakker uit mijn slaap. Ik rilde even, maar sloeg toen toch de dekens van me af. Naast de deur lag één paar roze slofjes. Ik trok ze aan en sloop naar de gang. Het was er erg donker. Het enige licht kwam uit de kamer van papa en mama. De deur stond op een kiertje open. Ik liep erheen en keek met één oog door het kiertje. Mama stond bij het bed. Papa stond achter de deur, ik kon alleen zijn handen maar zien. “Het komt allemaal goed, lieverd. Hij kan je dit echt niet zomaar aandoen hoor!”, zei mama. Papa liep naar mama toe. Ik kon hem nu helemaal zien. Zijn haar zat door de war en ik dacht dat ik rood opgezwollen ogen had gezien. Mama aaide papa over zijn wang. Papa spande zijn lichaam aan en sloeg haar hand weg. “Het komt helemaal niet goed!” Hij verhief zijn stem, maar de trilling erin was zo overduidelijk. Het liefst zou ik nu naar hem toe lopen en zeggen dat alles goed zou komen, maar dat kon ik niet. Mijn sloffen leken met lijm vast te zitten aan de grond. “Rustig Emiel. Ik wil niet dat Liz wakker wordt. Ze slaapt nu eindelijk lekker.” Papa ontspande zijn lichaam weer. “Hij gaat me ontslaan, Sandra. Hij gaat me ontslaan!”
“Het komt allemaal goed. Ik weet het zeker.” Mama stond deze keer met haar rug naar papa toe. “Je liegt!” Voor ik het wist, gaf papa mama al een duw. Ze verloor haar evenwicht en viel tegen de punt van het bed aan. Slap viel ze op de grond. Haar ogen waren gesloten. Papa onttrok me het zicht door over mama heen te buigen. “Sandra, sorry het… het spijt me. Sandra? Sandra!” Geen antwoord. Hij zou nooit meer een antwoord krijgen. Papa huilde met luide uithalen. De rillingen bleven over mijn rug heen lopen. Telkens weer opnieuw.
3 november 2010
Het ergste was nog dat ik niet wist wat ik had gezien. Ik wist niet dat papa mama’s dood had veroorzaakt. Ze vertelden dat mama dood was door een stom ongeluk. Maar wat voor een ongeluk het was, werd nooit gezegd. Ik was te jong, althans dat vonden zij. Ik was kapot toen ik door had dat ik alles had gezien. Waarom had ik het toen pas door?
Ik haalde mijn hand door mijn haren. Het was gestopt met regenen en er kwam zelfs een zwak zonnetje te voorschijn. De weilanden voor me kregen eindelijk hun mooie kleur weer terug. De kleine druppeltjes die nog aan het gras zaten, maakten het net een prachtig schilderij. De brok in mijn keel werd groter en de tranen welden op in mijn ogen. Op dit soort momenten miste ik haar het meest. Het ergste vond ik nog wel dat ik was ontsnapt aan de driftbuien van mijn vader en zij niet. Dat maakte me woest. Ik sloot mijn ogen en probeerde alles te vergeten, zoals ik al zo vaak had gedaan. Maar het was nooit echt gelukt.
feedback mena1998 bijgewerkt
Feeling like a little girl, drawing flowers and butterflies. Thinking this is a wonderful world, believing all those silly lies. Feeling like a little princess, being the daughter of a king. Living together with a handsome prince, seeing love as a beautiful thing. Writing my own fairytale, with only joy, pleasure and laughter. We'll stay together forever.
3 november 2010
De ijzige wind sneed in mijn huid. Ik rilde en trok de kraag van mijn jas iets omhoog. De duizenden druppels regen daalden op mij neer, alsof ze samen met mij rouwden. Gauw zocht ik een schuilplaats onder de oude boom in mijn tuin. Ik ging zitten en sloeg mijn armen om mijn knieën.
Het was nu precies vier jaar geleden. Ook toen was het zulk guur weer geweest. Mijn vingers streken over het gladde fotopapier. Ik draaide hem om en glimlachte om de foto. Het was één van de laatste foto’s waarop mama nog leefde. Ik was acht jaar. Die avond was het Halloween. Bij mij in de straat deden we daar altijd aan. Ik durfde niet alleen de straat door, want ik vond de maskers altijd zo eng. Mama was met me mee gegaan. Ik was een combinatie van een heks en een pompoenmonster. Ik had namelijk een grote heksenhoed en een pompoenmasker op. Mama stond naast mij. Ze had zo snel geen kostuum kunnen vinden, en daarom had ze alleen een kromme neus met een vreselijk grote pukkel op. Ik weet nog precies hoe leuk ik dat toen vond.
De wind zorgde ervoor dat de kleine druppeltjes van de blaadjes af vielen. Ik trok mijn wollen sjaal nog iets strakker aan. Vanmiddag zou de familie van mijn moeders kant komen. Ik zou dan samen met hen en mijn adoptieouders samen komen, herinneringen ophalen, en daarna lekker eten. Ik was er fel op tegen geweest. Ik wilde geen herinneringen ophalen, en al helemaal niet lekker eten. Het was toch geen feest! Daarom ging ik altijd apart zitten met een humeurig gezicht. Mijn familie vond het niet erg. Ze zeiden dat ik tijd nodig had om het te verwerken en dat ik het over een jaar wel fijn zou vinden. Dat dáchten ze, maar zij wisten niet wat ik gezien had. Ik had het altijd geheim gehouden, altijd.
3 november 2006
De schreeuwende stem van papa maakte me wakker uit mijn slaap. Ik rilde even, maar sloeg toen toch de dekens van me af. Naast de deur lag één paar roze slofjes. Ik trok ze aan en sloop naar de gang. Het was er erg donker. Het enige licht kwam uit de kamer van papa en mama. De deur stond op een kiertje open. Ik liep erheen en keek met één oog door het kiertje. Mama stond bij het bed. Papa stond achter de deur, ik kon alleen zijn handen maar zien. “Het komt allemaal goed, lieverd. Hij kan je dit echt niet zomaar aandoen hoor!”, zei mama. Papa liep naar mama toe. Ik kon hem nu helemaal zien. Zijn haar zat door de war en ik dacht dat ik rood opgezwollen ogen had gezien. Mama aaide papa over zijn wang. Papa spande zijn lichaam aan en sloeg haar hand weg. “Het komt helemaal niet goed!” Hij verhief zijn stem, maar de trilling erin was zo overduidelijk. Het liefst zou ik nu naar hem toe lopen en zeggen dat alles goed zou komen, maar dat kon ik niet. Mijn sloffen leken met lijm vast te zitten aan de grond. “Rustig Emiel. Ik wil niet dat Liz wakker wordt. Ze slaapt nu eindelijk lekker.” Papa ontspande zijn lichaam weer. “Hij gaat me ontslaan, Sandra. Hij gaat me ontslaan!”
“Het komt allemaal goed. Ik weet het zeker.” Mama stond deze keer met haar rug naar papa toe. “Je liegt!” Voor ik het wist, gaf papa mama al een duw. Ze verloor haar evenwicht en viel tegen de punt van het bed aan. Slap viel ze op de grond. Haar ogen waren gesloten. Papa onttrok me het zicht door over mama heen te buigen. “Sandra, sorry het… het spijt me. Sandra? Sandra!” Geen antwoord. Hij zou nooit meer een antwoord krijgen. Papa huilde met luide uithalen. De rillingen bleven over mijn rug heen lopen. Telkens weer opnieuw.
3 november 2010
Het ergste was nog dat ik niet wist wat ik had gezien. Ik wist niet dat papa mama’s dood had veroorzaakt. Ze vertelden dat mama dood was door een stom ongeluk. Maar wat voor een ongeluk het was, werd nooit gezegd. Ik was te jong, althans dat vonden zij. Ik was kapot toen ik door had dat ik alles had gezien. Waarom had ik het toen pas door?
Ik haalde mijn hand door mijn haren. Het was gestopt met regenen en er kwam zelfs een zwak zonnetje te voorschijn. De weilanden voor me kregen eindelijk hun mooie kleur weer terug. De kleine druppeltjes die nog aan het gras zaten, maakten het net een prachtig schilderij. De brok in mijn keel werd groter en de tranen welden op in mijn ogen. Op dit soort momenten miste ik haar het meest. Het ergste vond ik nog wel dat ik was ontsnapt aan de driftbuien van mijn vader en zij niet. Dat maakte me woest. Ik sloot mijn ogen en probeerde alles te vergeten, zoals ik al zo vaak had gedaan. Maar het was nooit echt gelukt.
feedback mena1998 bijgewerkt