Zoete Beloning
Geplaatst: 25 mei 2012 11:45
Volgens mij oorspronkelijk een opdracht van Saskjezwaard, maar Mena gaf hem aan mij:
Schrijf een one-shot (duh) door de ogen van een dier. Dat dier is je HP. Het genre mag je zelf kiezen.
Als dier heb ik een hond gebruikt, niet het origineelste dier, maar volgens mij heb ik er wel een interessant verhaal van weten te maken. Maar goed, beoordeel zelf! Veel leesplezier!
Zoete Beloning
Urenlang verbleef Sparkey eenzaam en alleen in de te krappe kooi. Meestal probeerde ze maar wat te slapen om de tijd te doden. Stilte heerste door het huis en Sparkey mocht van geluk spreken als er door de kiertjes van het jout een straaltje daglicht naar binnen viel. Het deed haar geloven dat ze niet alleen was op deze wereld. In ieder geval was de zon haar nog niet vergeten.
Even herinnerde ze zich dan weer het oneindig lijkende geluk dat ze eens had. Het leek inmiddels haar vorige generatie zo lang was het geleden, maar ze kon zich nog goed herinneren hoe de kleine Emily in de winkel stond. Ze was met haar ouders. Haar ogen begonnen te glunderen toen ze deze pup zag. “Die!” riep ze, terwijl ze haar vinger naar voren stak. “Die!” Het geluk dat Sparkey in haar ogen kon aflezen voelde zo geweldig dat Sparkey niets anders kon doen dan die blijdschap te delen met haar en het kon haar dan ook niet zo veel schelen dat de jonge Emily haar Sparkey noemde, een vrij mannelijke naam. Het kon haar allemaal niet zo veel schelen, zo lang ze maar samen waren, waren ze onafscheidelijk. Sparkey kon zich nog goed herinneren hoe haar baasje haar trucjes leerde. Simpele trucjes waren het maar, aan een hondenshow zou Sparkey niet mee kunnen daar niet van. Maar altijd als Sparkey de kunstjes die haar baasjes wilde zien naar behoren uitvoerde kreeg Sparkey een likje van het ijsje dat Emily na het spelen kocht. Sparkey genoot ervan hoe het ijs op haar tong smolt en de heerlijke mierzoete fruitsmaak die daarbij vrijkwam. Banaan, vanille, chocolade, soms aardbei als ze geluk had.
Maar nu waren die momenten verleden tijd. Haar huidige baasje was er overdag bijna nooit en als ze er ooit was, was ze ook al weer snel weg zonder al te veel aandacht te schenken aan die hond. Heel soms was ze er wat langer maar vaak waren haar vrienden er dan bij. Met stokken staken ze naar het verwaarloosde beestje en ze hielden eten voor, net ver genoeg dat Sparkey het nooit zou kunnen pakken, zij wisten immers ook dat haar voederbak in geen eeuwen meer gevuld was. Ze haatte die vrienden en dat liet ze merken ook. Ze liet haar tanden zien en gromde luid. Als één van hen ooit te dicht in haar buurt zou komen, hapte ze toe.
Een deur ging open en een schemerig licht trad binnen. Het was weer zo ver, voelde Sparkey: het enige moment dat ze nog een beetje aandacht kreek van haar baasje. De vrouw trad binnen op haar hakken vanuit waar een half doorzichtige panty omhoog liep naar haar afgeraffelde, korte spijkerbroekje, ze had een wit shirtje aan dat de aanwezigheid van haar bovenlichaam benadrukte, met daaroverheen een lange zwarte jas. Onder haar geblondeerde haren bevond zich een gezicht dat voorzien was van een flinke laag poeder zoals Sparkey haar dat ooit had zien opdoen in de badkamer.
Sparkey werd een halsband omgedaan en de deur van haar hok werd open gedaan. Eindelijk vrijheid! Gewillig volgde ze haar baasje naar buiten en een wandeling door de nacht volgde. Een wandeling die Sparkey altijd weer naar een andere bestemming bracht. Bij een lantaarnpaal hield haar baasje even halt, waarschijnlijk om het verdere verloop van de route te bepalen. Sparkey maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik om haar behoeften te lozen. Haar baasje stond levenloos voor zich uit te staren toen Sparkey klaar was. Het kost een paar kopjes van het beest om haar baasje weer levend te krijgen.
“Blijf van me af, kuthond!” snauwde ze in Sparkey’s richting.
De tocht ging verder door de wat armoedigere wijken, door steegjes waar de jonge Emilly absoluut niet had mogen komen. Hier en daar hingen groepjes jongeren rond die net iets te diep in het glas hadden gekeken en in de hoekjes stonden duistere types die zich met illegale praktijken bezig hielden.
Haar baasje liep naar een groepje luidruchtige jongens die van een paar huizenblokken afstand al te horen waren.
“Hai schatje” zei een van hen. “Waarvoor ben je terug gekomen?” vroeg hij geheimzinnig.
“Die!” riep ze terwijl ze Sparkey aanstaarde. Ze stak haar vinger richting de jongen die haar aangesproken had. “Die!” Luid blaffend rende Sparkey op de jongen af. Alle anderen renden snel weg maar hij bleef staan, versteend van angst. Sparkey sprong tegen hem op waardoor de jongen achterover viel. Sparkey gromde naar de jongen en ze kon het angstzweet ruiken, maar dat kon haar helemaal niets schelen. Dit was het enige moment van de dag waarop Sprakey eten kreeg dus daar moest ze dan ook gebruik van maken.
Gulzig verorberde ze stukken mensenvlees. Ze verscheurde zijn lichaam tot er niets anders meer over bleef dan bot en vetresten. Pas toen Sparkey voldaan was richtte ze zich weer tot haar baasje. De taak was voltooid. Met een scheve kop en kwispelend keek ze haar aan, wachtend op haar zoete beloning.
Schrijf een one-shot (duh) door de ogen van een dier. Dat dier is je HP. Het genre mag je zelf kiezen.
Als dier heb ik een hond gebruikt, niet het origineelste dier, maar volgens mij heb ik er wel een interessant verhaal van weten te maken. Maar goed, beoordeel zelf! Veel leesplezier!
Zoete Beloning
Urenlang verbleef Sparkey eenzaam en alleen in de te krappe kooi. Meestal probeerde ze maar wat te slapen om de tijd te doden. Stilte heerste door het huis en Sparkey mocht van geluk spreken als er door de kiertjes van het jout een straaltje daglicht naar binnen viel. Het deed haar geloven dat ze niet alleen was op deze wereld. In ieder geval was de zon haar nog niet vergeten.
Even herinnerde ze zich dan weer het oneindig lijkende geluk dat ze eens had. Het leek inmiddels haar vorige generatie zo lang was het geleden, maar ze kon zich nog goed herinneren hoe de kleine Emily in de winkel stond. Ze was met haar ouders. Haar ogen begonnen te glunderen toen ze deze pup zag. “Die!” riep ze, terwijl ze haar vinger naar voren stak. “Die!” Het geluk dat Sparkey in haar ogen kon aflezen voelde zo geweldig dat Sparkey niets anders kon doen dan die blijdschap te delen met haar en het kon haar dan ook niet zo veel schelen dat de jonge Emily haar Sparkey noemde, een vrij mannelijke naam. Het kon haar allemaal niet zo veel schelen, zo lang ze maar samen waren, waren ze onafscheidelijk. Sparkey kon zich nog goed herinneren hoe haar baasje haar trucjes leerde. Simpele trucjes waren het maar, aan een hondenshow zou Sparkey niet mee kunnen daar niet van. Maar altijd als Sparkey de kunstjes die haar baasjes wilde zien naar behoren uitvoerde kreeg Sparkey een likje van het ijsje dat Emily na het spelen kocht. Sparkey genoot ervan hoe het ijs op haar tong smolt en de heerlijke mierzoete fruitsmaak die daarbij vrijkwam. Banaan, vanille, chocolade, soms aardbei als ze geluk had.
Maar nu waren die momenten verleden tijd. Haar huidige baasje was er overdag bijna nooit en als ze er ooit was, was ze ook al weer snel weg zonder al te veel aandacht te schenken aan die hond. Heel soms was ze er wat langer maar vaak waren haar vrienden er dan bij. Met stokken staken ze naar het verwaarloosde beestje en ze hielden eten voor, net ver genoeg dat Sparkey het nooit zou kunnen pakken, zij wisten immers ook dat haar voederbak in geen eeuwen meer gevuld was. Ze haatte die vrienden en dat liet ze merken ook. Ze liet haar tanden zien en gromde luid. Als één van hen ooit te dicht in haar buurt zou komen, hapte ze toe.
Een deur ging open en een schemerig licht trad binnen. Het was weer zo ver, voelde Sparkey: het enige moment dat ze nog een beetje aandacht kreek van haar baasje. De vrouw trad binnen op haar hakken vanuit waar een half doorzichtige panty omhoog liep naar haar afgeraffelde, korte spijkerbroekje, ze had een wit shirtje aan dat de aanwezigheid van haar bovenlichaam benadrukte, met daaroverheen een lange zwarte jas. Onder haar geblondeerde haren bevond zich een gezicht dat voorzien was van een flinke laag poeder zoals Sparkey haar dat ooit had zien opdoen in de badkamer.
Sparkey werd een halsband omgedaan en de deur van haar hok werd open gedaan. Eindelijk vrijheid! Gewillig volgde ze haar baasje naar buiten en een wandeling door de nacht volgde. Een wandeling die Sparkey altijd weer naar een andere bestemming bracht. Bij een lantaarnpaal hield haar baasje even halt, waarschijnlijk om het verdere verloop van de route te bepalen. Sparkey maakte dankbaar van de gelegenheid gebruik om haar behoeften te lozen. Haar baasje stond levenloos voor zich uit te staren toen Sparkey klaar was. Het kost een paar kopjes van het beest om haar baasje weer levend te krijgen.
“Blijf van me af, kuthond!” snauwde ze in Sparkey’s richting.
De tocht ging verder door de wat armoedigere wijken, door steegjes waar de jonge Emilly absoluut niet had mogen komen. Hier en daar hingen groepjes jongeren rond die net iets te diep in het glas hadden gekeken en in de hoekjes stonden duistere types die zich met illegale praktijken bezig hielden.
Haar baasje liep naar een groepje luidruchtige jongens die van een paar huizenblokken afstand al te horen waren.
“Hai schatje” zei een van hen. “Waarvoor ben je terug gekomen?” vroeg hij geheimzinnig.
“Die!” riep ze terwijl ze Sparkey aanstaarde. Ze stak haar vinger richting de jongen die haar aangesproken had. “Die!” Luid blaffend rende Sparkey op de jongen af. Alle anderen renden snel weg maar hij bleef staan, versteend van angst. Sparkey sprong tegen hem op waardoor de jongen achterover viel. Sparkey gromde naar de jongen en ze kon het angstzweet ruiken, maar dat kon haar helemaal niets schelen. Dit was het enige moment van de dag waarop Sprakey eten kreeg dus daar moest ze dan ook gebruik van maken.
Gulzig verorberde ze stukken mensenvlees. Ze verscheurde zijn lichaam tot er niets anders meer over bleef dan bot en vetresten. Pas toen Sparkey voldaan was richtte ze zich weer tot haar baasje. De taak was voltooid. Met een scheve kop en kwispelend keek ze haar aan, wachtend op haar zoete beloning.