Het Eilandje In De Stille Zuidzee
Geplaatst: 15 jun 2012 19:00
zoo, ik loop even een beetje vast in mijn andere verhaal (What if.. http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopi ... =9&t=15103 ), dus vandaar dat ik even verder ga met deze.
ik ben hier in de zomervakantie van 2011 mee begonnen, heb het inmiddels een keer of vier herschreven (het stuk wat ik had althans, het is nog lang niet af ;p) en ben het nu gedeeltelijk weer aan het herschrijven...
anders dan de titel doet vermoeden is het fantasy, of noujaa, dat moet het worden, maar daar kom je nog wel achter
reacties/feedback/tips zijn altijd welkom
hope you like it ;D
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
Het Vliegveld in de Nederlandse Polders.
Onder het steeds hoger wordende gebrom van de motoren steeg het kleine vliegtuigje op. Thalia zag nog net hoe haar moeder haar uitzwaaide vanaf het vliegveld in de Nederlandse polders. Ze zag de wereld onder haar langzaam kleiner worden tot de mensen slechts stippen waren en de auto’s zo groot als de oude speelgoedautootjes waar haar broer mee speelde toen hij klein was. Het was jaren geleden sinds ze hem voor het laatst gezien had.
Op een keer waren hij en Thalia bij hun oom aan het logeren toen hij plotseling verdween. Marco zou een klein avondwandelingetje langs het strand gaan maken, om nog even van de zomerbries van de Stille Zuidzee te kunnen genieten voordat ze de volgende dag weer naar huis zouden gaan. Thalia en haar oom hadden uren op hem gewacht, maar zelfs toen de klok twaalf uur sloeg en het eiland in nachtelijke duisternis was gehuld, was hij nog niet terug. Ze hadden hem om de vijf minuten gebeld, maar tevergeefs. Hun oom stelde voor hem te gaan zoeken, want het eiland was immers niet groot dus ver kon hij niet zijn. Oom Steve wilde de lokale politie niet uit hun bed bellen als hij zijn neefje intussen zelf al gevonden had, maar toen ze tot vier uur ’s nachts het hele eiland ondersteboven hadden gekeerd en hem nog steeds niet hadden gevonden, had hij alsnog het telefoontje gepleegd. De politiechef was binnen vijf minuten ter plaatse geweest en had samen met twee andere agenten, drie mannen van de brandweer en de dokter van het eiland en diens assistente het hele eiland nog eens een keer uitgekamd. Weer zonder enig resultaat. Thalia had uren in haar bed liggen huilen en zelfs haar oom, die nooit enige vorm van zwakte had getoond, was gebroken en wist niet hoe hij met de situatie om moest gaan. Naar eigen zeggen hield hij meer van de twee kinderen dan zijn zus, Thalia’s moeder, ooit had gedaan.
De tranen waren Thalia intussen weer in de ogen gesprongen, zoals elke keer als ze aan de verdwijning van haar broer dacht. Niemand wist wat er toen precies gebeurd was, wat haar nog rustelozer en verdrietiger maakte. Ze probeerde de gedachte aan de kant te zetten en concentreerde zich op wat er buiten het vliegtuigje gebeurde.
Een jonge torenvalk liftte vlak langs haar raampje mee op de thermiek van de suizende wind. Toen hij merkte dat Sammy naar hem keek, draaide hij zijn kopje haar kant op en knipperde loom met zijn ogen, om vervolgens met zijn snavel naar beneden te wijzen. Het leek of hij haar iets wilde laten zien. Toen ze de richting van de snavel volgde zag Thalia een school dolfijnen door het water duikelen, genietend van de zon die de zee liet glinsteren. Voor hen uit zwom een gigantische groep makrelen voor hun leven, het was duidelijk dat de dolfijnen achter hen aan zaten. Telkens als één van de walvisachtigen zich in de groep vissen wierp weken ze uiteen en vormden weer één groep zodra de kust even veilig leek.
Een aantal minuten lang keek Sammy naar het wonderbaarlijke schouwspel wat zich onder haar afspeelde. Totdat de torenvalk haar met een kreet duidelijk probeerde te maken dat hij er ook nog was. Hij wachtte totdat ze keek, bleef nog een paar seconden hangen en verdween toen uit het zicht. ‘Toch wonderbaarlijke dieren, die valken’, dacht Thalia bij zichzelf. Onder het monotone gezoem van de vliegtuigmotoren viel ze glimlachend in slaap.
ik ben hier in de zomervakantie van 2011 mee begonnen, heb het inmiddels een keer of vier herschreven (het stuk wat ik had althans, het is nog lang niet af ;p) en ben het nu gedeeltelijk weer aan het herschrijven...
anders dan de titel doet vermoeden is het fantasy, of noujaa, dat moet het worden, maar daar kom je nog wel achter

reacties/feedback/tips zijn altijd welkom

hope you like it ;D
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Hoofdstuk 1
Het Vliegveld in de Nederlandse Polders.
Onder het steeds hoger wordende gebrom van de motoren steeg het kleine vliegtuigje op. Thalia zag nog net hoe haar moeder haar uitzwaaide vanaf het vliegveld in de Nederlandse polders. Ze zag de wereld onder haar langzaam kleiner worden tot de mensen slechts stippen waren en de auto’s zo groot als de oude speelgoedautootjes waar haar broer mee speelde toen hij klein was. Het was jaren geleden sinds ze hem voor het laatst gezien had.
Op een keer waren hij en Thalia bij hun oom aan het logeren toen hij plotseling verdween. Marco zou een klein avondwandelingetje langs het strand gaan maken, om nog even van de zomerbries van de Stille Zuidzee te kunnen genieten voordat ze de volgende dag weer naar huis zouden gaan. Thalia en haar oom hadden uren op hem gewacht, maar zelfs toen de klok twaalf uur sloeg en het eiland in nachtelijke duisternis was gehuld, was hij nog niet terug. Ze hadden hem om de vijf minuten gebeld, maar tevergeefs. Hun oom stelde voor hem te gaan zoeken, want het eiland was immers niet groot dus ver kon hij niet zijn. Oom Steve wilde de lokale politie niet uit hun bed bellen als hij zijn neefje intussen zelf al gevonden had, maar toen ze tot vier uur ’s nachts het hele eiland ondersteboven hadden gekeerd en hem nog steeds niet hadden gevonden, had hij alsnog het telefoontje gepleegd. De politiechef was binnen vijf minuten ter plaatse geweest en had samen met twee andere agenten, drie mannen van de brandweer en de dokter van het eiland en diens assistente het hele eiland nog eens een keer uitgekamd. Weer zonder enig resultaat. Thalia had uren in haar bed liggen huilen en zelfs haar oom, die nooit enige vorm van zwakte had getoond, was gebroken en wist niet hoe hij met de situatie om moest gaan. Naar eigen zeggen hield hij meer van de twee kinderen dan zijn zus, Thalia’s moeder, ooit had gedaan.
De tranen waren Thalia intussen weer in de ogen gesprongen, zoals elke keer als ze aan de verdwijning van haar broer dacht. Niemand wist wat er toen precies gebeurd was, wat haar nog rustelozer en verdrietiger maakte. Ze probeerde de gedachte aan de kant te zetten en concentreerde zich op wat er buiten het vliegtuigje gebeurde.
Een jonge torenvalk liftte vlak langs haar raampje mee op de thermiek van de suizende wind. Toen hij merkte dat Sammy naar hem keek, draaide hij zijn kopje haar kant op en knipperde loom met zijn ogen, om vervolgens met zijn snavel naar beneden te wijzen. Het leek of hij haar iets wilde laten zien. Toen ze de richting van de snavel volgde zag Thalia een school dolfijnen door het water duikelen, genietend van de zon die de zee liet glinsteren. Voor hen uit zwom een gigantische groep makrelen voor hun leven, het was duidelijk dat de dolfijnen achter hen aan zaten. Telkens als één van de walvisachtigen zich in de groep vissen wierp weken ze uiteen en vormden weer één groep zodra de kust even veilig leek.
Een aantal minuten lang keek Sammy naar het wonderbaarlijke schouwspel wat zich onder haar afspeelde. Totdat de torenvalk haar met een kreet duidelijk probeerde te maken dat hij er ook nog was. Hij wachtte totdat ze keek, bleef nog een paar seconden hangen en verdween toen uit het zicht. ‘Toch wonderbaarlijke dieren, die valken’, dacht Thalia bij zichzelf. Onder het monotone gezoem van de vliegtuigmotoren viel ze glimlachend in slaap.