Een queeste naar verblinding
Geplaatst: 27 jun 2012 20:06
Hallo allemaal 
Ik deed laatst mee aan ov's got talent (wedstrijd hier op deze site
) en voor de eerste ronde moesten we een one shot schrijven waarin de hoofdpersoon een onmogelijke opdracht kreeg (voor de volledige opdracht: http://onlineverhalen.nl/forum/viewtopi ... 99&t=14943) en ik ben eigenlijk wel heel benieuwd naar wat jullie van mijn verhaal vonden/vinden
Dus brand maar los!
Of lees hem eerst even
Een queeste naar verblinding
Er was eens, heel lang geleden, in een land hier zeer ver vandaan, een oude wijze koning. Hij had jaren met succes geregeerd, maar zijn tijd was gekomen en hij wist dat hij binnen korte tijd zou sterven. De koning had twee zonen en zou één van de twee moeten uitkiezen om zijn nobele taak over te nemen. Zijn oudste zoon was een knappe prins. Hij hield wel van een feestje en ging zich te buiten aan de drank. Hij maakte zich maar weinig zorgen over de mensen die in het land leefden. De jongste zoon, die juist goed betrokken was bij de koninklijke taken en het beste voorhad met iedereen, had dan ook stiekem de voorkeur van de koning. De koning kon deze voorkeur echter niet zomaar uitspreken, uit angst dat de oudste jaloers zou worden. Daarom bedacht hij een opdracht, waarvan hij hoopte dat alleen de jongste zoon hem zou kunnen uitvoeren. Hij riep zijn zonen bij hem en zei hun:
‘Na mijn dood zal één van jullie over mijn rijk moeten regeren. Om te bepalen wie van jullie dat zal zijn, heb ik een opdracht. Hij, die als eerste een schitterende ster uit de hemel kan vangen, zal mijn taak overnemen.’
En na die laatste woorden stierf de koning. Drie dagen en nachten waakte de jongste zoon bij het lichaam, tot aan de begrafenis. Zijn ogen waren rood, de lakens doorweekt van zijn tranen.
De oudere broer was niet bij de begrafenis aanwezig, die was al op reis gegaan om een ster te vangen. Maar hij slaagde niet. Telkens wanneer hij in de buurt van een ster kwam, werd hij verblind door het licht dat werd uitgezonden. Na twee weken kwam hij weer thuis, volledig blind geraakt door zijn verwoede pogingen een ster te vangen.
Nu was de beurt aan de jongste zoon. Deze voelde echter niet veel voor de taak die hem te wachten stond, zeker niet nadat hij had gezien wat er met zijn oudere broer was gebeurd. Hij wist echter dat er een koning zou moeten komen, en hij ging toch op weg. Hij reisde wekenlang naar een plek waar hij de sterren goed zou kunnen zien: in de woestijn. De dagen waren verschrikkelijk heet, de nachten duizelingwekkend koud. De dienaren die met de prins meereisden gaven al gauw op en namen ontslag. Zo bleef hij alleen achter, angstig, maar nog steeds vastbesloten zijn vader niet teleur te stellen. Slim genoeg om te weten dat het lot van het land in zijn handen lag, maar ook slim genoeg om te weten dat hij zou worden verblind als hij te dicht bij een ster in de buurt kwam.
Op een avond zag hij in de verte een klein huisje. In het begin dacht hij dat hij ijlde van de dorst en misschien deed hij dat ook wel, maar hij besloot er toch naartoe te gaan. Bij het huisje aangekomen klopte hij voorzichtig op de deur. Die ging op een kier open en er verscheen een oog dat hem geamuseerd aankeek, met daaraan vast een oud mannetje met een lange baard die tot op de grond hing.
‘Kom binnen, jongeman, u ziet er uitgehongerd uit.’ zei hij en hij deed de deur verder open. De prins ging naar binnen en vergat bijna zijn manieren. De man gaf hem te eten en te drinken en gretig nam hij het aan. ‘Vrees niet, mijn prins, u bent op een goede weg.’ wist de grijsaard hem te vertellen. ‘Mij is ingefluisterd dat u een zeer bijzonder persoon bent. U bent al jaren goed voor de mensen om u heen en u denkt aan het volk in plaats van aan u zelf. Als het land een koning nodig heeft, dan maar beter iemand zoals u. En daarom ga ik u helpen.’ Hij pakte een beker met een dampende vloeistof en gaf het aan de prins. ‘Drink dit op, en u zult niet verblind raken door de schijnende kracht van een ster, zoals u ook niet verblind bent geraakt door hebzucht.’
Na de man duizendmaal bedankt te hebben, ging de jonge prins verder. De nacht was ondertussen gevallen, en miljoenen sterren schitterden aan de hemel. De prins besloot het erop te wagen en pakte zijn vangnet. Op het moment dat hij een ster zag vallen, rende hij zo hard als hij kon erachteraan. En de man had gelijk gehad, hij werd niet verblind door het licht dat de ster uitzond. Maar vangen deed hij evenmin. De ster viel oneindig ver van hem af.
Twintig jaren lang probeerde de prins een ster te vangen. Maar telkens wanneer hij in de buurt leek te komen, viel de ster toch nog oneindig ver weg. Uitgeput en krankzinnig van teleurstelling besloot hij het op te geven. Met hangende schouders kwam hij terug in zijn land. Na twintig jaar zonder heerschappij van een waardige koning heerste er grote chaos. De mensen waren agressief en arrogant geworden. Toch voelde het volk sympathie voor de prins, die zo had getracht een goede koning te worden. En zo bedachten de mensen een plan.
Dagen, weken, maanden werd er in vele huizen en schuren gewerkt tot het moment dat het plan kon worden uitgevoerd. Na een jaar was het zover. In die nacht spanden de mensen een net ter grote van het hele land, zodat de ster niet zou kunnen ontsnappen. Met alle mensen samen werd het omhoog gehouden. En zo werd een ster gevangen. De opdracht van de oude koning was voltooid.
De mensen hadden dit voor de jonge prins gedaan, maar hij was niet degene die de ster daadwerkelijk had gevangen. De prins vond daarom dat hij niet het recht had alleen over het land te regeren. Hij besloot dat het volk zou moeten meebeslissen over de problemen uit het land. Zo werd de prins koning, maar regeerde het volk mee. Met deze vorm van regeren liep het land ver op andere landen vooruit en het maakte de mensen gelukkiger dan ze ooit waren geweest.

Ik deed laatst mee aan ov's got talent (wedstrijd hier op deze site


Of lees hem eerst even

Een queeste naar verblinding
Er was eens, heel lang geleden, in een land hier zeer ver vandaan, een oude wijze koning. Hij had jaren met succes geregeerd, maar zijn tijd was gekomen en hij wist dat hij binnen korte tijd zou sterven. De koning had twee zonen en zou één van de twee moeten uitkiezen om zijn nobele taak over te nemen. Zijn oudste zoon was een knappe prins. Hij hield wel van een feestje en ging zich te buiten aan de drank. Hij maakte zich maar weinig zorgen over de mensen die in het land leefden. De jongste zoon, die juist goed betrokken was bij de koninklijke taken en het beste voorhad met iedereen, had dan ook stiekem de voorkeur van de koning. De koning kon deze voorkeur echter niet zomaar uitspreken, uit angst dat de oudste jaloers zou worden. Daarom bedacht hij een opdracht, waarvan hij hoopte dat alleen de jongste zoon hem zou kunnen uitvoeren. Hij riep zijn zonen bij hem en zei hun:
‘Na mijn dood zal één van jullie over mijn rijk moeten regeren. Om te bepalen wie van jullie dat zal zijn, heb ik een opdracht. Hij, die als eerste een schitterende ster uit de hemel kan vangen, zal mijn taak overnemen.’
En na die laatste woorden stierf de koning. Drie dagen en nachten waakte de jongste zoon bij het lichaam, tot aan de begrafenis. Zijn ogen waren rood, de lakens doorweekt van zijn tranen.
De oudere broer was niet bij de begrafenis aanwezig, die was al op reis gegaan om een ster te vangen. Maar hij slaagde niet. Telkens wanneer hij in de buurt van een ster kwam, werd hij verblind door het licht dat werd uitgezonden. Na twee weken kwam hij weer thuis, volledig blind geraakt door zijn verwoede pogingen een ster te vangen.
Nu was de beurt aan de jongste zoon. Deze voelde echter niet veel voor de taak die hem te wachten stond, zeker niet nadat hij had gezien wat er met zijn oudere broer was gebeurd. Hij wist echter dat er een koning zou moeten komen, en hij ging toch op weg. Hij reisde wekenlang naar een plek waar hij de sterren goed zou kunnen zien: in de woestijn. De dagen waren verschrikkelijk heet, de nachten duizelingwekkend koud. De dienaren die met de prins meereisden gaven al gauw op en namen ontslag. Zo bleef hij alleen achter, angstig, maar nog steeds vastbesloten zijn vader niet teleur te stellen. Slim genoeg om te weten dat het lot van het land in zijn handen lag, maar ook slim genoeg om te weten dat hij zou worden verblind als hij te dicht bij een ster in de buurt kwam.
Op een avond zag hij in de verte een klein huisje. In het begin dacht hij dat hij ijlde van de dorst en misschien deed hij dat ook wel, maar hij besloot er toch naartoe te gaan. Bij het huisje aangekomen klopte hij voorzichtig op de deur. Die ging op een kier open en er verscheen een oog dat hem geamuseerd aankeek, met daaraan vast een oud mannetje met een lange baard die tot op de grond hing.
‘Kom binnen, jongeman, u ziet er uitgehongerd uit.’ zei hij en hij deed de deur verder open. De prins ging naar binnen en vergat bijna zijn manieren. De man gaf hem te eten en te drinken en gretig nam hij het aan. ‘Vrees niet, mijn prins, u bent op een goede weg.’ wist de grijsaard hem te vertellen. ‘Mij is ingefluisterd dat u een zeer bijzonder persoon bent. U bent al jaren goed voor de mensen om u heen en u denkt aan het volk in plaats van aan u zelf. Als het land een koning nodig heeft, dan maar beter iemand zoals u. En daarom ga ik u helpen.’ Hij pakte een beker met een dampende vloeistof en gaf het aan de prins. ‘Drink dit op, en u zult niet verblind raken door de schijnende kracht van een ster, zoals u ook niet verblind bent geraakt door hebzucht.’
Na de man duizendmaal bedankt te hebben, ging de jonge prins verder. De nacht was ondertussen gevallen, en miljoenen sterren schitterden aan de hemel. De prins besloot het erop te wagen en pakte zijn vangnet. Op het moment dat hij een ster zag vallen, rende hij zo hard als hij kon erachteraan. En de man had gelijk gehad, hij werd niet verblind door het licht dat de ster uitzond. Maar vangen deed hij evenmin. De ster viel oneindig ver van hem af.
Twintig jaren lang probeerde de prins een ster te vangen. Maar telkens wanneer hij in de buurt leek te komen, viel de ster toch nog oneindig ver weg. Uitgeput en krankzinnig van teleurstelling besloot hij het op te geven. Met hangende schouders kwam hij terug in zijn land. Na twintig jaar zonder heerschappij van een waardige koning heerste er grote chaos. De mensen waren agressief en arrogant geworden. Toch voelde het volk sympathie voor de prins, die zo had getracht een goede koning te worden. En zo bedachten de mensen een plan.
Dagen, weken, maanden werd er in vele huizen en schuren gewerkt tot het moment dat het plan kon worden uitgevoerd. Na een jaar was het zover. In die nacht spanden de mensen een net ter grote van het hele land, zodat de ster niet zou kunnen ontsnappen. Met alle mensen samen werd het omhoog gehouden. En zo werd een ster gevangen. De opdracht van de oude koning was voltooid.
De mensen hadden dit voor de jonge prins gedaan, maar hij was niet degene die de ster daadwerkelijk had gevangen. De prins vond daarom dat hij niet het recht had alleen over het land te regeren. Hij besloot dat het volk zou moeten meebeslissen over de problemen uit het land. Zo werd de prins koning, maar regeerde het volk mee. Met deze vorm van regeren liep het land ver op andere landen vooruit en het maakte de mensen gelukkiger dan ze ooit waren geweest.