The Michael Felon Chronicles
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Proloog
Langzaam opent hij zijn ogen. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen, ondanks dat hij weinig slaapt heeft gehad kost het hem weinig moeite. ‘Was het echt gebeurd’ fluistert hij voor zichzelf. Hij kijkt naar links en ziet de onbeslapen helft van zijn tweepersoonsbed. Hij kijkt naar rechts, hij ziet de teneergeslagenheid in zijn ogen. De spiegel staart hem aan. Hij pakt zijn telefoon en bekijkt het laatst ontvangen smsje. De woorden ‘Het spijt me lieve Michael’ staren hem aan. ‘Het is echt uit’ zegt hij. Nogmaals kijkt hij om, naar de rechterkant van zijn tweepersoonbed, speciaal gekocht voor hen tweeën. Vele keren heeft hij gestaard naar zijn Doornroosje, terwijl ze sliep en zo ontspannen tegen hem aan lag.
De vorige middag zat hij thuis aan zijn huiswerk voor college gezeten toen hij een smsje kreeg. Zij smste hem. ‘Of ze langs mocht komen vanavond’. Hij voelde dat er iets zou gaan veranderen, wat precies kon hij nog niet zeggen, maar hij hoorde het aan haar stem. Er was iets... ‘Nou dat blijkt wel’ denkt Michael. Nooit meer zou hij door haar mooie stijle, bruine haar kunnen woelen. Nooit meer een kus gevend, nooit meer liefhebbend zou ze bij hem zijn. Alleen zou hij zijn weg door het leven moeten vervolgen. Lamlendig kijkt hij zijn kamer door. Hij moet alle foto’s weg halen schiet door zijn hoofd. Net als de ingelijste gedichten die hij gekregen heeft met verschillende gelegenheden. Hij is blij dat zijn ouders een week weg waren. ‘Om even bij te komen’ aldus zijn ouders. Hij loopt naar beneden, en ondanks dat het pas 10uur was pakte hij zijn eerste biertje van die dag....
Hoofdstuk 1
Het is zaterdag, haar laatste werkdag voor de week. Ze zit op haar fiets. Bruine lokken haar wapperen in de wind. Ze komt van haar werk, het ging vandaag niet echt lekker. Ze heeft vannacht niet goed geslapen, ze lag te piekeren. Ze had weer ruzie gehad. Dit keer over hoe lang Michael in de sportschool zit. Ze vindt het veel te lang, hij put zijn hele lichaam zo uit. Daar was hij het niet mee eens geweest. Daarna ging het niet eens meer over hoe lang hij er zat, maar ging de ruzie over hun tweeën. Ze was er kapot van geweest. Het ergste is dat ze daarna een hele nacht gepiekerd heeft en vervolgens niet kon slapen. Jawel, het piekeren verdreef de slaap. Ze kan haar gedachte niet bij het verkeer houden en moet enkele snelle manoeuvres maken om te zorgen dat het niet haar laatste fietsritje is. Ze maakt een besluit, ze moet hem spreken en wel vandaag. Ze pakte haar telefoon en stuurde een sms. 73 seconde later ontving ze het antwoord. ‘Tuurlijk mag je komen, blijf je ook eten? Ik hou van je xXx’ luidt het antwoord. Na een uitwijkmanoeuvre stuurt ze terug dat ze na het eten wel kwam. Ze had geen zin om te doen alsof alles goed was, dat was het namelijk niet. Ze is nog steeds verdrietig en besluit naar huis te gaan.
Eenmaal thuis pakt ze een glas en vult die met heldere apelcider. Ze vind dit een best lekker drankje. Ooit gratis gekregen bij een studentenvereniging, sindsdien haar vaste prik. De bruine lokken haar bracht ze naar achter met haar mooie, zachte rechterhand. Ze zit links op haar ouders’ bank. Recht zit hij altijd. Ze ligt het liefst tegen hem aan, zijn spieren om haar heen. Volledig ontspannen viel ze dan in slaap, om er vervolgens achter te komen dat hij een uur naar haar had gekeken, zonder zelf in slaap te vallen. ‘Nee’ zei ze tegen zichzelf. Niet daaraan denken. Hoeveel pijn kende je de laatste tijd wel niet? Hij wil niet samenwonen, noch wil hij trouwen of een kindje van je. Nu niet althans, kinderen mogen wat hem betreft sowieso wegblijven. En al die ruzie dan? Om helemaal niets vaak. Ze moest zeker met hem praten vanavond. En wie weet wat er volgde, misschien moest ze het maar uit maken. Het is zaterdagavond, maar in plaats van lachend bij hem te zijn, zit ze zich nu voor te bereiden om het uit te maken. Het zou haar zwaar vallen. Zaterdag, 17.32 en haar eerste traan viel over haar wang. Stuiterend over de plooien huid en de schokkerige bewegingen van haar lichaam.
Ze at niets, ze had geen honger. Het was inmiddels alweer 18.46, ze moest maar eens naar hem toe. Ze had haar besluit genomen. Ze ging het uitmaken, hoeveel pijn dat haar ook zou geven, het was noodzakelijk, ze kon er niet langer mee door.
Het is zaterdagmiddag. Michael zat puffend in de auto. Hij is klaar met zijn werkweek. Niets vermoedend stapte hij thuis uit zijn auto en ging op zijn console een bekend schietspel spelen. Hij verheugde zich op het zien van haar. Ze hebben dan wel ruzie gehad 2 dagen geleden, maar dat is toch al over. Hij ontvangt een sms, ‘is het goed als ik vanavond langskom? We moeten praten lief Xx’. 1 X te weinig, ze moesten praten. Dat kan niet goed zijn. Hij stuurt zijn antwoord. Michael Felon pakte zijn militaire uitrusting, gooide dat in de was en gaat douchen. Als ze langs komt dan moet hij natuurlijk wel verzorgd zijn en lekker ruiken. Vrijdagmiddag, 17.22 stond Michael onder de douche. Nietwetend wat er in zijn het hoofd van zijn vriendin omgaat.
Ze belt aan. Hij doet open. Wilde ogen staren het huis in, voorbij gaand aan diegene die de deur open deed. Een set grijs-groene ogen probeert contact te maken. Haar ogen gaan er voorbij aan. ‘Wil je wat drinken’ hoort ze in de verte. ‘Ja dat wil ik wel’ antwoord een uitzichzelf bewegende mond. Een glas apelcider zweeft in de lucht voor haar. In een waas pakt ze het glas en neemt een slok. In de ogen van Emily verschijnen de eerste tranen, ze heeft nog niets gezegd. Michael kijkt bezorgd naar zijn meisje.
‘Is er iets schat?’
‘Ja’ haar stem trilt terwijl ze praat.
‘Wat is er lief’
Ze wil niet langer lief of schat genoemd worden. Het duurt nog geen seconde, maar ze barst in tranen uit.
‘Je weet niet hoe het is, elke week je tot ziens te zeggen, zonder dat het jou uit schijnt te maken!’
‘Lief, wat is er ineens? Tuurlijk maakt het mij uit, maar ik kan er weinig aan doen’
‘Noem me niet je lief, ik ben dat niet meer’
‘He, maar...’ Michael kan zijn zin niet afmaken. Emily keert zich van hem af en liep naar de keuken. Ze slaat de deur dicht. Haar bruine haren vliegen voor haar gezicht en bedeken haar bruin gekleurde ogen.
Michael keek naar de gesloten keukendeur en besluit dat het niet verstandig is om haar te volgen. Ze heeft het zojuist uitgemaakt, het dringt niet tot hem door. Innig verdriet maakt zich meester over het sterke lichaam van Michael. Met een trillende stem roept hij dat ze weg mag gaan wanneer ze wil en dat hij naar bed gaat. Zijn lichaam bibbert. Michael kleedt zich uit en laat zich in zijn bed vallen.
De volgende ochtend opent hij langzaam zijn ogen. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen, ondanks dat hij weinig slaapt heeft gehad kost het hem weinig moeite.....
Langzaam opent hij zijn ogen. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen, ondanks dat hij weinig slaapt heeft gehad kost het hem weinig moeite. ‘Was het echt gebeurd’ fluistert hij voor zichzelf. Hij kijkt naar links en ziet de onbeslapen helft van zijn tweepersoonsbed. Hij kijkt naar rechts, hij ziet de teneergeslagenheid in zijn ogen. De spiegel staart hem aan. Hij pakt zijn telefoon en bekijkt het laatst ontvangen smsje. De woorden ‘Het spijt me lieve Michael’ staren hem aan. ‘Het is echt uit’ zegt hij. Nogmaals kijkt hij om, naar de rechterkant van zijn tweepersoonbed, speciaal gekocht voor hen tweeën. Vele keren heeft hij gestaard naar zijn Doornroosje, terwijl ze sliep en zo ontspannen tegen hem aan lag.
De vorige middag zat hij thuis aan zijn huiswerk voor college gezeten toen hij een smsje kreeg. Zij smste hem. ‘Of ze langs mocht komen vanavond’. Hij voelde dat er iets zou gaan veranderen, wat precies kon hij nog niet zeggen, maar hij hoorde het aan haar stem. Er was iets... ‘Nou dat blijkt wel’ denkt Michael. Nooit meer zou hij door haar mooie stijle, bruine haar kunnen woelen. Nooit meer een kus gevend, nooit meer liefhebbend zou ze bij hem zijn. Alleen zou hij zijn weg door het leven moeten vervolgen. Lamlendig kijkt hij zijn kamer door. Hij moet alle foto’s weg halen schiet door zijn hoofd. Net als de ingelijste gedichten die hij gekregen heeft met verschillende gelegenheden. Hij is blij dat zijn ouders een week weg waren. ‘Om even bij te komen’ aldus zijn ouders. Hij loopt naar beneden, en ondanks dat het pas 10uur was pakte hij zijn eerste biertje van die dag....
Hoofdstuk 1
Het is zaterdag, haar laatste werkdag voor de week. Ze zit op haar fiets. Bruine lokken haar wapperen in de wind. Ze komt van haar werk, het ging vandaag niet echt lekker. Ze heeft vannacht niet goed geslapen, ze lag te piekeren. Ze had weer ruzie gehad. Dit keer over hoe lang Michael in de sportschool zit. Ze vindt het veel te lang, hij put zijn hele lichaam zo uit. Daar was hij het niet mee eens geweest. Daarna ging het niet eens meer over hoe lang hij er zat, maar ging de ruzie over hun tweeën. Ze was er kapot van geweest. Het ergste is dat ze daarna een hele nacht gepiekerd heeft en vervolgens niet kon slapen. Jawel, het piekeren verdreef de slaap. Ze kan haar gedachte niet bij het verkeer houden en moet enkele snelle manoeuvres maken om te zorgen dat het niet haar laatste fietsritje is. Ze maakt een besluit, ze moet hem spreken en wel vandaag. Ze pakte haar telefoon en stuurde een sms. 73 seconde later ontving ze het antwoord. ‘Tuurlijk mag je komen, blijf je ook eten? Ik hou van je xXx’ luidt het antwoord. Na een uitwijkmanoeuvre stuurt ze terug dat ze na het eten wel kwam. Ze had geen zin om te doen alsof alles goed was, dat was het namelijk niet. Ze is nog steeds verdrietig en besluit naar huis te gaan.
Eenmaal thuis pakt ze een glas en vult die met heldere apelcider. Ze vind dit een best lekker drankje. Ooit gratis gekregen bij een studentenvereniging, sindsdien haar vaste prik. De bruine lokken haar bracht ze naar achter met haar mooie, zachte rechterhand. Ze zit links op haar ouders’ bank. Recht zit hij altijd. Ze ligt het liefst tegen hem aan, zijn spieren om haar heen. Volledig ontspannen viel ze dan in slaap, om er vervolgens achter te komen dat hij een uur naar haar had gekeken, zonder zelf in slaap te vallen. ‘Nee’ zei ze tegen zichzelf. Niet daaraan denken. Hoeveel pijn kende je de laatste tijd wel niet? Hij wil niet samenwonen, noch wil hij trouwen of een kindje van je. Nu niet althans, kinderen mogen wat hem betreft sowieso wegblijven. En al die ruzie dan? Om helemaal niets vaak. Ze moest zeker met hem praten vanavond. En wie weet wat er volgde, misschien moest ze het maar uit maken. Het is zaterdagavond, maar in plaats van lachend bij hem te zijn, zit ze zich nu voor te bereiden om het uit te maken. Het zou haar zwaar vallen. Zaterdag, 17.32 en haar eerste traan viel over haar wang. Stuiterend over de plooien huid en de schokkerige bewegingen van haar lichaam.
Ze at niets, ze had geen honger. Het was inmiddels alweer 18.46, ze moest maar eens naar hem toe. Ze had haar besluit genomen. Ze ging het uitmaken, hoeveel pijn dat haar ook zou geven, het was noodzakelijk, ze kon er niet langer mee door.
Het is zaterdagmiddag. Michael zat puffend in de auto. Hij is klaar met zijn werkweek. Niets vermoedend stapte hij thuis uit zijn auto en ging op zijn console een bekend schietspel spelen. Hij verheugde zich op het zien van haar. Ze hebben dan wel ruzie gehad 2 dagen geleden, maar dat is toch al over. Hij ontvangt een sms, ‘is het goed als ik vanavond langskom? We moeten praten lief Xx’. 1 X te weinig, ze moesten praten. Dat kan niet goed zijn. Hij stuurt zijn antwoord. Michael Felon pakte zijn militaire uitrusting, gooide dat in de was en gaat douchen. Als ze langs komt dan moet hij natuurlijk wel verzorgd zijn en lekker ruiken. Vrijdagmiddag, 17.22 stond Michael onder de douche. Nietwetend wat er in zijn het hoofd van zijn vriendin omgaat.
Ze belt aan. Hij doet open. Wilde ogen staren het huis in, voorbij gaand aan diegene die de deur open deed. Een set grijs-groene ogen probeert contact te maken. Haar ogen gaan er voorbij aan. ‘Wil je wat drinken’ hoort ze in de verte. ‘Ja dat wil ik wel’ antwoord een uitzichzelf bewegende mond. Een glas apelcider zweeft in de lucht voor haar. In een waas pakt ze het glas en neemt een slok. In de ogen van Emily verschijnen de eerste tranen, ze heeft nog niets gezegd. Michael kijkt bezorgd naar zijn meisje.
‘Is er iets schat?’
‘Ja’ haar stem trilt terwijl ze praat.
‘Wat is er lief’
Ze wil niet langer lief of schat genoemd worden. Het duurt nog geen seconde, maar ze barst in tranen uit.
‘Je weet niet hoe het is, elke week je tot ziens te zeggen, zonder dat het jou uit schijnt te maken!’
‘Lief, wat is er ineens? Tuurlijk maakt het mij uit, maar ik kan er weinig aan doen’
‘Noem me niet je lief, ik ben dat niet meer’
‘He, maar...’ Michael kan zijn zin niet afmaken. Emily keert zich van hem af en liep naar de keuken. Ze slaat de deur dicht. Haar bruine haren vliegen voor haar gezicht en bedeken haar bruin gekleurde ogen.
Michael keek naar de gesloten keukendeur en besluit dat het niet verstandig is om haar te volgen. Ze heeft het zojuist uitgemaakt, het dringt niet tot hem door. Innig verdriet maakt zich meester over het sterke lichaam van Michael. Met een trillende stem roept hij dat ze weg mag gaan wanneer ze wil en dat hij naar bed gaat. Zijn lichaam bibbert. Michael kleedt zich uit en laat zich in zijn bed vallen.
De volgende ochtend opent hij langzaam zijn ogen. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen, ondanks dat hij weinig slaapt heeft gehad kost het hem weinig moeite.....
Laatst gewijzigd door Patrick op 21 sep 2012 12:54, 2 keer totaal gewijzigd.
Reden: Terug online gezet door Patrick
Reden: Terug online gezet door Patrick
-
- Toetsenbord
- Berichten: 2110
- Lid geworden op: 19 jun 2012 01:37
Oef, ik kwam even niet verder dan de eerste paar zinnen, komt denk ik omdat ik probeer in de afgelopen paar uur alle OV berichten van deze week te lezen...
Even snel wat me opviel: je gebruikt twee keer het woord 'slaap' in de tweede zin, dat ziet er minder mooi uit. Ook viel het me op dat je heel erg kleine hoofdstukjes hebt, heeft dat nog een bepaalde reden?
Verder kan ik er niet veel zinnigs over zeggen nog, sorry daarvoor. Ik ga het dit weekend nogmaals proberen!
---
Nee sorry, ik begin onverwachts een week eerder met werken dus heb tijd voor vrij weinig. Ik heb nog een hoop verhalen bij te lezen. Maar stuur me even een PB (persoonlijk bericht, zie profielpagina) om me te herinneren dat ik het sowieso lees wanneer ik tijd heb!
Even snel wat me opviel: je gebruikt twee keer het woord 'slaap' in de tweede zin, dat ziet er minder mooi uit. Ook viel het me op dat je heel erg kleine hoofdstukjes hebt, heeft dat nog een bepaalde reden?
Verder kan ik er niet veel zinnigs over zeggen nog, sorry daarvoor. Ik ga het dit weekend nogmaals proberen!
---
Nee sorry, ik begin onverwachts een week eerder met werken dus heb tijd voor vrij weinig. Ik heb nog een hoop verhalen bij te lezen. Maar stuur me even een PB (persoonlijk bericht, zie profielpagina) om me te herinneren dat ik het sowieso lees wanneer ik tijd heb!
Suppose you toss a coin enough times
Suppose one day, it lands on its edge
Suppose one day, it lands on its edge
Ik heb helaas (nog) geen tijd om je verhaal te lezen, maar als je wilt dat je meer lezers krijgt zijn er twee hele handige tips aan te bevelen:
- Lees ook anderen verhalen. Dit viel mij op toen ik pas nieuw was op het forum. Hoe meer verhalen van anderen je leest, des te meer anderen jouw verhaal lezen!
- Als je echt specifieke feedback wilt ontvangen over een bepaald aspect in je verhaal, kun je je altijd aanmelden voor het tipp-ex team. Het kan wel even duren voordat iemand de tijd heeft om naar je verhaal te kijken.
- Lees ook anderen verhalen. Dit viel mij op toen ik pas nieuw was op het forum. Hoe meer verhalen van anderen je leest, des te meer anderen jouw verhaal lezen!

- Als je echt specifieke feedback wilt ontvangen over een bepaald aspect in je verhaal, kun je je altijd aanmelden voor het tipp-ex team. Het kan wel even duren voordat iemand de tijd heeft om naar je verhaal te kijken.
As the phoenix arises from his ashes...
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Hoofdstuk 2
Hij heeft het biertje in het bruine glas uit zijn eigen 40 liter koelkast gehaald. Hij bedenkt zich dat hij z’n privé koelkastje weer eens bij moet vullen. Hij haalt de 2 flessen rosé die er voor Emily staan uit zijn koelkast. Hij loopt ermee naar beneden. Ondertussen staart hij voor zich uit, op een rijtje proberend te zetten wat er allemaal gebeurd is. Een boze, afstandelijke Emily is wel het laatste wat hij kan gebruiken. Hij loopt de trap af en duwt met zijn rechterelleboog de keuken deur open. De deur gaat niet helemaal open, klapt tegen iets aan. Michael kijkt door het stukje open deur heen en ziet lange bruine haren op de grond liggen. Emily!
‘Emily’ roept hij. Emily beweegt niet, haar lange bruine haren stuiven verschikt van de plotselinge open deur op. Kalm duwt hij de deur verder open, al er adrenaline door zijn aderen pompt. Zijn hand trilt. Michael knielt naast zijn nog maar 6uur ex vriendin. Hij ziet dat ze bewusteloos, maar niet dood is. Misselijkheid komt bij hem op. Hij staat op, pakt de telefoon en belt 112. Geen idee hoe lang ze er al zo bij ligt.
Hoofdstuk 3
De man zit ten westen van het doelwits huis. Hij pakt zijn sniperrifle en stelt scherp, een goede 600meter zat er tussen hem en het target. De man aan de andere kant van de scope heeft geen idee waarschijnlijk. Wie zou ook denken dat je zo maar beschoten kan worden? Hij volgt het target van raam tot raam. De man veegt sluik wit haar uit zijn gezicht. Onwillekeurig denkt hij terug, hoe hij hier gekomen was, in zeker zin had het doelwit daar wel bij geholpen. Hij had tot wel drie maal geweigerd, omdat hij een vriendin heeft.
De man denkt terug aan een hand tot hand gevecht met het doelwit. Het was dan een sparringswedstrijd geweest, maar het ging hard tegen hard. Het is dat de instructeur het afbrak... Hij schudt zijn hoofd weer. ‘Kom op focus’ denkt hij bij zichzelf. Hij buigt zich weer over het geweer. Hij veegt een zweetdruppel van zijn voorhoofd. In opperste concentratie zoekt hij het doelwit, raam na raam ging hij af. Hij ziet een schim, helaas zat het gordijn nog dicht.
‘Fock’ fluistert hij, kom op man. Zijn digitale horloge gaf 10.17 aan. Je zou toch haast zeggen dat de gordijnen open gaat rond zo’n tijd. Er ztt weer beweging in, het doelwit beweegt zich naar een andere kamer. Het target keert zich met z’n gezicht richting het raam. De sniper legt aan, kromde zijn rechtervinger om de trekker. De zon kruipt net over de dak van het huis heen, de sniper beseft te laat dat hij een cruciale fout gemaakt heeft, en vuurt! Michael zag de glinstering van glas en liet zich in een reflex vallen. Het bruine bierflesje zou de val niet meemaken, de in de linkerhand vastgehouden godendrank spat alle kanten op, Michael schreeuwt het uit van de pijn en krimpt in elkaar....
Hoofdstuk 4
Haar dienst begint met een telefoontje van een oude dame. Ze denkt een beroerte te hebben. Het gevolg is dat zij en haar partner uit moeten rijden. Ze denkt dat dit weer loos alarm is. Ian deelt de menign van zijn 43 jarige partner. Marilyn werkt al een flink aantal jaren op de ambulance dienst. Het is ook nog eens loeiend druk, er zijn al twee artsen opgepiept. Ze rijden daarom zonder dokter. Het is een juiste beslissing, de vrouw in kwestie blijkt alleen last te hebben van lichte uitdrogingsverschijnselen. Marilyn geeft de vrouw een zoutoplossing via een infuus. De zuster pakt tevens een bidon uit de ambulance en geeft de vrouw wat slokken water. De 43 jarig veteraan liet de 5 jaar jongere Ian een glas water uit de keuken pakken.
‘Mevrouw?’ begint Marilyn.
‘is er al een einde gekomen aan mijn leven?’ antwoordde de oude vrouw.
‘Nee mevrouw, u heeft lichte uitdrogingsverschijnselen, ik heb u een zoutoplossing en wat water gegeven, mijn collega geeft u zo nog een glas water, als u genoeg blijft drinken dan houden de klachten vanzelf op en voelt u zich snel weer de oude’.
Ian en Marilyn stappen weer in hun ambulance terug naar het ziekenhuis. Een ‘levensbedreigende’ situatie verholpen. Marilyn keek naar haar rijdende partner. De knappe blanke man was zich bewust van het kijken. Hij wendt zijn blik even van de weg en keer naar zijn partner. De blonde vrouw kijkt met heldere blauwe ogen terug. Ze glimlachen, het is een blik van herkenning en berusting. Hoeveel van dit soort gevallen hadden ze per dag? Ian kijkt weer naar de weg. Dan klinkt een stem over de radio.
‘Dit is centrale voor ambulance 230’
Marilyn pakt de radio,
‘Kuiper hier’
‘Jullie worden onmiddellijk omgeleid, er is een melding binnen gekomen van een vrouw die vermoedelijk enkele uren geleden buiten bewustzijn is geraakt’
‘Er is geen dokter mee, we zijn zonder vertrokken’
‘Geen punt, het advies van de dokter is haar te stabiliseren en mee te nemen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek, een ‘peulenschil’ zoals hij het omschreef’
‘Oke we zijn onderweg, Kuiper uit’
Marilyn verbreekt de verbinding met de centrale, ‘Trap um op z’n staart Ian’. Ian accelereert van de normale 50km naar het toegestane 90 binnen de bebouwde kom. Terwijl Marilyn de sirene aanzet, schiet de ervaren chauffeur dwars door het verkeer. Links, rechts, gelukkig gaan de auto’s nu mooi opzij zodat ze rechtdoor kunnen rijden. Enkele minuten later verlaten zij de bebouwde kom, Ian trekt nu door naar de 120. In een zeer korte tijd komen ze in de buurt. Ze rijden over een hobbelig landweggetje wat leidt tot het vrijstaande huis van Michael Felon. Bebossing rechts van het huis, een mooie tuin links ervan. De klok in de ambulance geeft grofweg kwart over tien aan. Marilyn Kuiper en Ian van der Wal hebben geen idee dat dit geen peulenschil zou gaan worden. Marilyn staat op en pakt haar koffertje met eerste hulp spullen. Ian loopt links buitenom de ambulance om de brancard te pakken. Een harde knal laat hen in elkaar duiken, een ijzige schreeuw van pijn dringt tot ver dan hun oren door. Marilyn heeft het nog nooit meegemaakt, maar ze weet het zeker. Er is iemand neergeschoten, één moment staat ze versteend, het volgende rent ze naar het huis, de schreeuw is onmiskenbaar pijn, ze moest gaan helpen…
De man die rechts van het huis in de bosjes zit is al bezig zijn geweer op te ruimen, de scope is er al vanaf en hij wil net het magazijn van het geweer los halen. Zijn handen bewegen snel en systematisch, hij heeft haast! Dan ziet hij de ambulance zuster. Hij heeft een zeer zeker probleem als ze weten wat zich er af had gespeeld. De man kan haar niet zomaar laten gaan….
Hij heeft het biertje in het bruine glas uit zijn eigen 40 liter koelkast gehaald. Hij bedenkt zich dat hij z’n privé koelkastje weer eens bij moet vullen. Hij haalt de 2 flessen rosé die er voor Emily staan uit zijn koelkast. Hij loopt ermee naar beneden. Ondertussen staart hij voor zich uit, op een rijtje proberend te zetten wat er allemaal gebeurd is. Een boze, afstandelijke Emily is wel het laatste wat hij kan gebruiken. Hij loopt de trap af en duwt met zijn rechterelleboog de keuken deur open. De deur gaat niet helemaal open, klapt tegen iets aan. Michael kijkt door het stukje open deur heen en ziet lange bruine haren op de grond liggen. Emily!
‘Emily’ roept hij. Emily beweegt niet, haar lange bruine haren stuiven verschikt van de plotselinge open deur op. Kalm duwt hij de deur verder open, al er adrenaline door zijn aderen pompt. Zijn hand trilt. Michael knielt naast zijn nog maar 6uur ex vriendin. Hij ziet dat ze bewusteloos, maar niet dood is. Misselijkheid komt bij hem op. Hij staat op, pakt de telefoon en belt 112. Geen idee hoe lang ze er al zo bij ligt.
Hoofdstuk 3
De man zit ten westen van het doelwits huis. Hij pakt zijn sniperrifle en stelt scherp, een goede 600meter zat er tussen hem en het target. De man aan de andere kant van de scope heeft geen idee waarschijnlijk. Wie zou ook denken dat je zo maar beschoten kan worden? Hij volgt het target van raam tot raam. De man veegt sluik wit haar uit zijn gezicht. Onwillekeurig denkt hij terug, hoe hij hier gekomen was, in zeker zin had het doelwit daar wel bij geholpen. Hij had tot wel drie maal geweigerd, omdat hij een vriendin heeft.
De man denkt terug aan een hand tot hand gevecht met het doelwit. Het was dan een sparringswedstrijd geweest, maar het ging hard tegen hard. Het is dat de instructeur het afbrak... Hij schudt zijn hoofd weer. ‘Kom op focus’ denkt hij bij zichzelf. Hij buigt zich weer over het geweer. Hij veegt een zweetdruppel van zijn voorhoofd. In opperste concentratie zoekt hij het doelwit, raam na raam ging hij af. Hij ziet een schim, helaas zat het gordijn nog dicht.
‘Fock’ fluistert hij, kom op man. Zijn digitale horloge gaf 10.17 aan. Je zou toch haast zeggen dat de gordijnen open gaat rond zo’n tijd. Er ztt weer beweging in, het doelwit beweegt zich naar een andere kamer. Het target keert zich met z’n gezicht richting het raam. De sniper legt aan, kromde zijn rechtervinger om de trekker. De zon kruipt net over de dak van het huis heen, de sniper beseft te laat dat hij een cruciale fout gemaakt heeft, en vuurt! Michael zag de glinstering van glas en liet zich in een reflex vallen. Het bruine bierflesje zou de val niet meemaken, de in de linkerhand vastgehouden godendrank spat alle kanten op, Michael schreeuwt het uit van de pijn en krimpt in elkaar....
Hoofdstuk 4
Haar dienst begint met een telefoontje van een oude dame. Ze denkt een beroerte te hebben. Het gevolg is dat zij en haar partner uit moeten rijden. Ze denkt dat dit weer loos alarm is. Ian deelt de menign van zijn 43 jarige partner. Marilyn werkt al een flink aantal jaren op de ambulance dienst. Het is ook nog eens loeiend druk, er zijn al twee artsen opgepiept. Ze rijden daarom zonder dokter. Het is een juiste beslissing, de vrouw in kwestie blijkt alleen last te hebben van lichte uitdrogingsverschijnselen. Marilyn geeft de vrouw een zoutoplossing via een infuus. De zuster pakt tevens een bidon uit de ambulance en geeft de vrouw wat slokken water. De 43 jarig veteraan liet de 5 jaar jongere Ian een glas water uit de keuken pakken.
‘Mevrouw?’ begint Marilyn.
‘is er al een einde gekomen aan mijn leven?’ antwoordde de oude vrouw.
‘Nee mevrouw, u heeft lichte uitdrogingsverschijnselen, ik heb u een zoutoplossing en wat water gegeven, mijn collega geeft u zo nog een glas water, als u genoeg blijft drinken dan houden de klachten vanzelf op en voelt u zich snel weer de oude’.
Ian en Marilyn stappen weer in hun ambulance terug naar het ziekenhuis. Een ‘levensbedreigende’ situatie verholpen. Marilyn keek naar haar rijdende partner. De knappe blanke man was zich bewust van het kijken. Hij wendt zijn blik even van de weg en keer naar zijn partner. De blonde vrouw kijkt met heldere blauwe ogen terug. Ze glimlachen, het is een blik van herkenning en berusting. Hoeveel van dit soort gevallen hadden ze per dag? Ian kijkt weer naar de weg. Dan klinkt een stem over de radio.
‘Dit is centrale voor ambulance 230’
Marilyn pakt de radio,
‘Kuiper hier’
‘Jullie worden onmiddellijk omgeleid, er is een melding binnen gekomen van een vrouw die vermoedelijk enkele uren geleden buiten bewustzijn is geraakt’
‘Er is geen dokter mee, we zijn zonder vertrokken’
‘Geen punt, het advies van de dokter is haar te stabiliseren en mee te nemen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek, een ‘peulenschil’ zoals hij het omschreef’
‘Oke we zijn onderweg, Kuiper uit’
Marilyn verbreekt de verbinding met de centrale, ‘Trap um op z’n staart Ian’. Ian accelereert van de normale 50km naar het toegestane 90 binnen de bebouwde kom. Terwijl Marilyn de sirene aanzet, schiet de ervaren chauffeur dwars door het verkeer. Links, rechts, gelukkig gaan de auto’s nu mooi opzij zodat ze rechtdoor kunnen rijden. Enkele minuten later verlaten zij de bebouwde kom, Ian trekt nu door naar de 120. In een zeer korte tijd komen ze in de buurt. Ze rijden over een hobbelig landweggetje wat leidt tot het vrijstaande huis van Michael Felon. Bebossing rechts van het huis, een mooie tuin links ervan. De klok in de ambulance geeft grofweg kwart over tien aan. Marilyn Kuiper en Ian van der Wal hebben geen idee dat dit geen peulenschil zou gaan worden. Marilyn staat op en pakt haar koffertje met eerste hulp spullen. Ian loopt links buitenom de ambulance om de brancard te pakken. Een harde knal laat hen in elkaar duiken, een ijzige schreeuw van pijn dringt tot ver dan hun oren door. Marilyn heeft het nog nooit meegemaakt, maar ze weet het zeker. Er is iemand neergeschoten, één moment staat ze versteend, het volgende rent ze naar het huis, de schreeuw is onmiskenbaar pijn, ze moest gaan helpen…
De man die rechts van het huis in de bosjes zit is al bezig zijn geweer op te ruimen, de scope is er al vanaf en hij wil net het magazijn van het geweer los halen. Zijn handen bewegen snel en systematisch, hij heeft haast! Dan ziet hij de ambulance zuster. Hij heeft een zeer zeker probleem als ze weten wat zich er af had gespeeld. De man kan haar niet zomaar laten gaan….
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Hoofdstuk 5
Flarden van haar leven danst voor haar ogen. Ze ziet allerlei flashback waar ze naar kijkt als toeschouwer. Ze ziet zichzelf als klein meisje. De 6-jarige Emily sprong, rende en klom naar hartlust in het klimtoestel van de speeltuin. Haar moeder lag in het gras, met haar benen richting het rustige slootje, haar ogen gericht op Emily. Een brede lach lag op het gezicht van het kleine kind. De oudere Emily staat er bij en kijkt. Ze was dit helemaal vergeten! Ze loopt rustig naar haar 15 jaar jongere moeder. Ze ziet er een stuk jonger uit dan nu. Nu pas ziet Emily de ogen, de ogen staan strak op de jonge Emily gericht, het springende kind in de smiezen houdend. Emily ziet dat de ogen van haar moeder langzaam dichtvallen, de vermoeide Jane viel onder invloed van een zacht warm zonnetje en een krabbelend slootje in slaap. Het jonge kind dat in de speeltuin rond huppelt valt het natuurlijk niet op. Ze had namelijk een vlinder gezien, wat een grappig beestje. Ze probeerde het insect met kleurige vleugels te vangen. Ze was natuurlijk te langzaam, al rennend en springend naderde ze het slootje. De oude Emily rent en wil haar jongere zelf tegen houden. Niet bij machte haar eigen herinnering te veranderen rent het nergens van bewust zijnde jonge kind zo het water in. Een gil van angst schelde over het gras. Met een ruk stond Jane op, en rende naar de jonge Emily.
De herinnering vervaagde, ze stond in een pikzwarte donkerte, waar was ze en wat gebeurde er?
Michael schreeuwt het uit van de pijn. De ijzige kreet doorboort de cementen muur en penetreert de oren van de twee ambulanciers die net aan kwamen rijden. De schreeuw wordt al snel een kort gehijg en het gekreun van pijn. Michael ligt op zijn rug, hij had zich in een reflex zich achterover laten vallen waarbij zijn linkerhand met daarin het groene flesje bier zich omhoog bewoog. De man draait zich op zijn linkerzij. Hij analyseert in nog geen seconde de schade. Het groene flesje is in vele stukken kapot geschoten. Het bier ligt in een plas over het tapijt. Dan aanschouwt hij de bron van zijn pijn, iets minder dan de helft van zijn linkerwijsvinger zit nog wel aan zijn hand. De militair weet onmiddellijk er gebeurd is, een kogel boorde zich door zijn ruit en vermorzelde zijn vinger.
Marilyn rent door de korte gang van het huis. Ze moet snel wezen. Waar kwam de schreeuw vandaan? De schreeuw is weg, maar ze hoort vaag een gehijg en gekreun komen vanuit wat waarschijnlijk de keuken was. Ze ziet een bewusteloze vrouw van halverwege de twintig en daarnaast een van de pijn kronkelende man van ongeveer dezelfde leeftijd. Ze snelt naar de man, pakt snel een spuitje met pijnstiller en spuit het in de linker arm van Michael Felon.
‘Buk’ klinkt zwak uit de mond van de militair.
‘Wat’ vraagt Marilyn?
‘Buk, een sniper’
‘Maar…’
Michael trekt de vrouw naar de grond.
‘Een scherpschutter zuster, blijf laag bij de grond’ de zwakke, half schore stem van Michael klinkt als een commando. Marilyn besluit het ‘advies’ op te volgen en laag te blijven. Ze ziet de linkerhand waar het bloed rijkelijk uit vloeit. Het stuk van de linker wijsvinger na het eerste vingerkootje was niet meer op de juiste plaats! Snel pakt ze wat verband uit haar kit. Met veel druk windt ze het om het stompje, het restant van zijn wijsvinger. De man heeft duidelijk nog steeds veel pijn maar laat het niet merken.
‘Emily’ fluistert hij, 'kijk naar Emily’.
Marilyn draait zich om en ziet de bewusteloze vrouw. Blijkbaar heet ze Emily.
‘Ian’ roept ze.’Brancard en hoofdsteun!’
Ze legt Emily in de stabiele zijligging en keert zich terug om kijkend naar Michael.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Met haar of met mij?’
‘Beide’
‘Met Em weet ik het niet, gisteravond kwam ze naar me toe en maakte het uit, ze werd vervolgens totaal overstuur en rende de keuken in, wat er daarna gebeurd is weet ik niet’
Marilyn laat een stilte vallen. Deels om de informatie tot zich te nemen, deels om de man tijd te geven even bij te komen. De zwakte klinkt door in zijn stem. Ze besluit om de man een injectie met
morfine te geven en hem mee te nemen met Emily naar het ziekenhuis. Daar kon hij zijn woord doen tegen de politie. Ze pakt een spuitje uit haar tas.
‘Nee!’ klinkt het resoluut uit de mond van Michael, ‘geen morfine, ik moet helder blijven’.
‘Helder blijven? Je moet naar het ziekenhuis, je bent flink verwond en je moet verder behandeld worden!’
‘Denk je nou echt dat we hier zo maar weg komen? Hoe denk je dat ik aan mijn verwonding kom’
Na die mededeling zakt Michael weer met zijn rug op de grond. Oh wat doet het pijn zeg, terwijl hij meerdere trainingen had gevolgd om pijn te weerstaan, deed dit toch écht wel pijn.
‘Je overleeft het niet zo lang zonder medische hulp meneer!’
‘Micheal, en we overleven het geen van alle zolang die scherpschutter buiten rond loopt!’
‘Marilyn, en uh..he, maar wat?’ Marilyn schrikt van de woorden.
‘De enige reden dat ik leef is omdat ik de reflectie van het vizier zag en me in een reflex liet vallen’.
Ian zit links van de ambulance gehurkt tegen het achter wiel. Hij loopt gebukt de achterkant van de ambulance in. Hij laat een scapel in zijn zak glijden tezamen met een spuitje valium. Hij kijkt schichtig om zich heen. Links, rechts, naar achter, weer rechts. Hij pakt de brancard en gaat in looppas richting het huis. Hij blijft links en rechts kijken.
Rechts van de half verharde weg, rechts achter Ian sluipt de sniper door de busjes. Hij heeft een geluidsdemper op zijn 9mm handpistool gedraaid. De vraag voor hem was wanneer, niet of de eerste zou sterven….
De man sluipt op zijn hurken achter de ambulancebroeder aan. Hij legt aan, vinger op de trekker. Op dat moment rent Ian door een kuiltje heen waardoor hij uit balans raakt en zich net buiten het vizier van de sluipschutter bevindt. De schutter vloekt zachtjes. De amulancebroeder keek schichtig om zich heen. Waar kwam dat schot daarnet toch vandaan? Ian vervolgt zijn weg naar het huis, gaat in looppas door de open deur.
‘Marilyn?’
‘Ja hierzo Ian, in de keuken’
Ian vervolgt spoedig zijn weg, brancard meezeulend voor de bewusteloze jonge vrouw. Hij haalde de twee delen van de brancard uit elkaar en legde het ene deel aan de rechterzijde van Emily.
‘Laag blijven!’ siste Marilyn. Snel vertelde Marilyn Ian wat ze had gehoord van de militair naast haar. En blijkt een sniper in de bossen rondom het huis te zitten.
Spanning was van het gezicht van Ian af te lezen, angst stond in zijn ogen. ‘Shit, waar ben ik nu weer in belandt’, dat was de gedachte die door hem heen schoot. Hij had door de spanning niet door dat de injectiespuit met valium uit zijn wijde zak was gevallen en onder de brancard was gegleden.
Kom, we moeten Michael eerst even oplappen, hij weet beter wat we moeten doen dan wij tweeën bij elkaar.
‘Nee!’ zei Michael op een beslissende toon, ‘jullie helpen Emily en niet mij, ik overleef dit wel zo!’
Een opgetrokken wenkbrauw van Marilyn deed de stevige militair het zwijgen toe. ‘Jij krijgt eerst een nieuw en goed drukverband, om het bloeden te stelpen. Daarna zorgen Ian en ik ervoor dat we Emily kunnen verplaatsen, we brengen haar naar het ziekenhuis en daar zullen ze goed voor haar zorgen, beter dan dat wij hier nu kunnen doen!
Marilyn plaatst al liggende op de grond een stevig drukverband rondom de gewonde vinger van Michael. De militaire krachtbundel kreunt nog steeds licht van de pijn.
‘Je móet echt een pijnstiller nemen!’
‘Geen morfine!’
‘Ibuprofen dan!’
‘Daar wordt je ook suf van’
‘Je mag er geen auto mee rijden, omdat je reactie vermogen mogelijk aangetast wordt’ de ervaren amulancedame legt de nadruk op het woord mogelijk.
Michael gaat overstag en besluit Ibuprofen te laten injecteren.
‘Je móet Emily bij brengen Marilyn. Je moet..’
‘Oke rustig Micheal, komt goed, we zorgen voor haar’
‘Oke, oke, en ik moet mijn wapen hebben. Een half automatische Glock 9mm’
Een verbaasde uitdruk maakte zich meester van de 43 jarige zuster.
‘Ee…een wat?’
‘Mijn handwapen, stuur je loopjongen of zo’
‘Uh, oke, Ian?!’
‘Michael?’
‘Ian, hé, loop gehurkt naar mijn kamer en dan vind je onder mijn bed een houten kistje, daarin zit mijn handwapen. In het laatje in het bureau vind je de kogels.’
‘uh..’ Ian keek verbaasd van Michael naar Marilyn
‘Kom op, lopen nu! En loop die kant op, ik kwam namelijk van de andere kant en werd neergeschoten’ Michael wees naar het andere einde van de keuken.
‘Door de deur en dan links de trap op. Door mijn ouders’ kamer, door de badkamer’
‘uh, oké man’
Ian hurkt en loopt in ganzenpas door de keuken om aan de andere kant de trap op te lopen. Hij loopt door de kamer van de ouders van Michael. Aan de andere kant van de kamer is de deur naar de badkamer.
‘Hoe weet je eigenlijk dat de sniper daar nog zit? Misschien heeft die Ian en mij wel aan zien komen?’
‘Ja daar ben ik ook bang voor inderdaad’
De onbekende man met het sluikwitte haar sluipt op zijn hurken door de hal van het huis. Naar de keuken, dat is de plaatst waar het allemaal gebeurde. De amulancevrouw, de militair en de loopjongen. Geen van alle mag dit overleven. Met zijn handwapen met geluidsdemper stuwt hij de deur naar de keuken een stukje open.
Marilynkijkt naar Emily. Ze hoort een zachte, maar krachtigere ademhaling. Wie weet komt ze eerder bij dan in het ziekenhuis. Ze moet in ieder geval mee, dat is zeker.
De zuster gaat zo op in haar werk dat ze niet ziet hoe de huurmoordenaar dichterbij komt sluipen. Net achter het keukenkastje zittend wordt ze van achter gegrepen door de man. Een hand in een leren handschoen zorgt ervoor dat ze niet kan schreeuwen. Het koude staal van de demper stond tegen haar slaap…. Haar laatste minuten zijn geslagen…
Flarden van haar leven danst voor haar ogen. Ze ziet allerlei flashback waar ze naar kijkt als toeschouwer. Ze ziet zichzelf als klein meisje. De 6-jarige Emily sprong, rende en klom naar hartlust in het klimtoestel van de speeltuin. Haar moeder lag in het gras, met haar benen richting het rustige slootje, haar ogen gericht op Emily. Een brede lach lag op het gezicht van het kleine kind. De oudere Emily staat er bij en kijkt. Ze was dit helemaal vergeten! Ze loopt rustig naar haar 15 jaar jongere moeder. Ze ziet er een stuk jonger uit dan nu. Nu pas ziet Emily de ogen, de ogen staan strak op de jonge Emily gericht, het springende kind in de smiezen houdend. Emily ziet dat de ogen van haar moeder langzaam dichtvallen, de vermoeide Jane viel onder invloed van een zacht warm zonnetje en een krabbelend slootje in slaap. Het jonge kind dat in de speeltuin rond huppelt valt het natuurlijk niet op. Ze had namelijk een vlinder gezien, wat een grappig beestje. Ze probeerde het insect met kleurige vleugels te vangen. Ze was natuurlijk te langzaam, al rennend en springend naderde ze het slootje. De oude Emily rent en wil haar jongere zelf tegen houden. Niet bij machte haar eigen herinnering te veranderen rent het nergens van bewust zijnde jonge kind zo het water in. Een gil van angst schelde over het gras. Met een ruk stond Jane op, en rende naar de jonge Emily.
De herinnering vervaagde, ze stond in een pikzwarte donkerte, waar was ze en wat gebeurde er?
Michael schreeuwt het uit van de pijn. De ijzige kreet doorboort de cementen muur en penetreert de oren van de twee ambulanciers die net aan kwamen rijden. De schreeuw wordt al snel een kort gehijg en het gekreun van pijn. Michael ligt op zijn rug, hij had zich in een reflex zich achterover laten vallen waarbij zijn linkerhand met daarin het groene flesje bier zich omhoog bewoog. De man draait zich op zijn linkerzij. Hij analyseert in nog geen seconde de schade. Het groene flesje is in vele stukken kapot geschoten. Het bier ligt in een plas over het tapijt. Dan aanschouwt hij de bron van zijn pijn, iets minder dan de helft van zijn linkerwijsvinger zit nog wel aan zijn hand. De militair weet onmiddellijk er gebeurd is, een kogel boorde zich door zijn ruit en vermorzelde zijn vinger.
Marilyn rent door de korte gang van het huis. Ze moet snel wezen. Waar kwam de schreeuw vandaan? De schreeuw is weg, maar ze hoort vaag een gehijg en gekreun komen vanuit wat waarschijnlijk de keuken was. Ze ziet een bewusteloze vrouw van halverwege de twintig en daarnaast een van de pijn kronkelende man van ongeveer dezelfde leeftijd. Ze snelt naar de man, pakt snel een spuitje met pijnstiller en spuit het in de linker arm van Michael Felon.
‘Buk’ klinkt zwak uit de mond van de militair.
‘Wat’ vraagt Marilyn?
‘Buk, een sniper’
‘Maar…’
Michael trekt de vrouw naar de grond.
‘Een scherpschutter zuster, blijf laag bij de grond’ de zwakke, half schore stem van Michael klinkt als een commando. Marilyn besluit het ‘advies’ op te volgen en laag te blijven. Ze ziet de linkerhand waar het bloed rijkelijk uit vloeit. Het stuk van de linker wijsvinger na het eerste vingerkootje was niet meer op de juiste plaats! Snel pakt ze wat verband uit haar kit. Met veel druk windt ze het om het stompje, het restant van zijn wijsvinger. De man heeft duidelijk nog steeds veel pijn maar laat het niet merken.
‘Emily’ fluistert hij, 'kijk naar Emily’.
Marilyn draait zich om en ziet de bewusteloze vrouw. Blijkbaar heet ze Emily.
‘Ian’ roept ze.’Brancard en hoofdsteun!’
Ze legt Emily in de stabiele zijligging en keert zich terug om kijkend naar Michael.
‘Wat is er gebeurd?’
‘Met haar of met mij?’
‘Beide’
‘Met Em weet ik het niet, gisteravond kwam ze naar me toe en maakte het uit, ze werd vervolgens totaal overstuur en rende de keuken in, wat er daarna gebeurd is weet ik niet’
Marilyn laat een stilte vallen. Deels om de informatie tot zich te nemen, deels om de man tijd te geven even bij te komen. De zwakte klinkt door in zijn stem. Ze besluit om de man een injectie met
morfine te geven en hem mee te nemen met Emily naar het ziekenhuis. Daar kon hij zijn woord doen tegen de politie. Ze pakt een spuitje uit haar tas.
‘Nee!’ klinkt het resoluut uit de mond van Michael, ‘geen morfine, ik moet helder blijven’.
‘Helder blijven? Je moet naar het ziekenhuis, je bent flink verwond en je moet verder behandeld worden!’
‘Denk je nou echt dat we hier zo maar weg komen? Hoe denk je dat ik aan mijn verwonding kom’
Na die mededeling zakt Michael weer met zijn rug op de grond. Oh wat doet het pijn zeg, terwijl hij meerdere trainingen had gevolgd om pijn te weerstaan, deed dit toch écht wel pijn.
‘Je overleeft het niet zo lang zonder medische hulp meneer!’
‘Micheal, en we overleven het geen van alle zolang die scherpschutter buiten rond loopt!’
‘Marilyn, en uh..he, maar wat?’ Marilyn schrikt van de woorden.
‘De enige reden dat ik leef is omdat ik de reflectie van het vizier zag en me in een reflex liet vallen’.
Ian zit links van de ambulance gehurkt tegen het achter wiel. Hij loopt gebukt de achterkant van de ambulance in. Hij laat een scapel in zijn zak glijden tezamen met een spuitje valium. Hij kijkt schichtig om zich heen. Links, rechts, naar achter, weer rechts. Hij pakt de brancard en gaat in looppas richting het huis. Hij blijft links en rechts kijken.
Rechts van de half verharde weg, rechts achter Ian sluipt de sniper door de busjes. Hij heeft een geluidsdemper op zijn 9mm handpistool gedraaid. De vraag voor hem was wanneer, niet of de eerste zou sterven….
De man sluipt op zijn hurken achter de ambulancebroeder aan. Hij legt aan, vinger op de trekker. Op dat moment rent Ian door een kuiltje heen waardoor hij uit balans raakt en zich net buiten het vizier van de sluipschutter bevindt. De schutter vloekt zachtjes. De amulancebroeder keek schichtig om zich heen. Waar kwam dat schot daarnet toch vandaan? Ian vervolgt zijn weg naar het huis, gaat in looppas door de open deur.
‘Marilyn?’
‘Ja hierzo Ian, in de keuken’
Ian vervolgt spoedig zijn weg, brancard meezeulend voor de bewusteloze jonge vrouw. Hij haalde de twee delen van de brancard uit elkaar en legde het ene deel aan de rechterzijde van Emily.
‘Laag blijven!’ siste Marilyn. Snel vertelde Marilyn Ian wat ze had gehoord van de militair naast haar. En blijkt een sniper in de bossen rondom het huis te zitten.
Spanning was van het gezicht van Ian af te lezen, angst stond in zijn ogen. ‘Shit, waar ben ik nu weer in belandt’, dat was de gedachte die door hem heen schoot. Hij had door de spanning niet door dat de injectiespuit met valium uit zijn wijde zak was gevallen en onder de brancard was gegleden.
Kom, we moeten Michael eerst even oplappen, hij weet beter wat we moeten doen dan wij tweeën bij elkaar.
‘Nee!’ zei Michael op een beslissende toon, ‘jullie helpen Emily en niet mij, ik overleef dit wel zo!’
Een opgetrokken wenkbrauw van Marilyn deed de stevige militair het zwijgen toe. ‘Jij krijgt eerst een nieuw en goed drukverband, om het bloeden te stelpen. Daarna zorgen Ian en ik ervoor dat we Emily kunnen verplaatsen, we brengen haar naar het ziekenhuis en daar zullen ze goed voor haar zorgen, beter dan dat wij hier nu kunnen doen!
Marilyn plaatst al liggende op de grond een stevig drukverband rondom de gewonde vinger van Michael. De militaire krachtbundel kreunt nog steeds licht van de pijn.
‘Je móet echt een pijnstiller nemen!’
‘Geen morfine!’
‘Ibuprofen dan!’
‘Daar wordt je ook suf van’
‘Je mag er geen auto mee rijden, omdat je reactie vermogen mogelijk aangetast wordt’ de ervaren amulancedame legt de nadruk op het woord mogelijk.
Michael gaat overstag en besluit Ibuprofen te laten injecteren.
‘Je móet Emily bij brengen Marilyn. Je moet..’
‘Oke rustig Micheal, komt goed, we zorgen voor haar’
‘Oke, oke, en ik moet mijn wapen hebben. Een half automatische Glock 9mm’
Een verbaasde uitdruk maakte zich meester van de 43 jarige zuster.
‘Ee…een wat?’
‘Mijn handwapen, stuur je loopjongen of zo’
‘Uh, oke, Ian?!’
‘Michael?’
‘Ian, hé, loop gehurkt naar mijn kamer en dan vind je onder mijn bed een houten kistje, daarin zit mijn handwapen. In het laatje in het bureau vind je de kogels.’
‘uh..’ Ian keek verbaasd van Michael naar Marilyn
‘Kom op, lopen nu! En loop die kant op, ik kwam namelijk van de andere kant en werd neergeschoten’ Michael wees naar het andere einde van de keuken.
‘Door de deur en dan links de trap op. Door mijn ouders’ kamer, door de badkamer’
‘uh, oké man’
Ian hurkt en loopt in ganzenpas door de keuken om aan de andere kant de trap op te lopen. Hij loopt door de kamer van de ouders van Michael. Aan de andere kant van de kamer is de deur naar de badkamer.
‘Hoe weet je eigenlijk dat de sniper daar nog zit? Misschien heeft die Ian en mij wel aan zien komen?’
‘Ja daar ben ik ook bang voor inderdaad’
De onbekende man met het sluikwitte haar sluipt op zijn hurken door de hal van het huis. Naar de keuken, dat is de plaatst waar het allemaal gebeurde. De amulancevrouw, de militair en de loopjongen. Geen van alle mag dit overleven. Met zijn handwapen met geluidsdemper stuwt hij de deur naar de keuken een stukje open.
Marilynkijkt naar Emily. Ze hoort een zachte, maar krachtigere ademhaling. Wie weet komt ze eerder bij dan in het ziekenhuis. Ze moet in ieder geval mee, dat is zeker.
De zuster gaat zo op in haar werk dat ze niet ziet hoe de huurmoordenaar dichterbij komt sluipen. Net achter het keukenkastje zittend wordt ze van achter gegrepen door de man. Een hand in een leren handschoen zorgt ervoor dat ze niet kan schreeuwen. Het koude staal van de demper stond tegen haar slaap…. Haar laatste minuten zijn geslagen…
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
De stukken van het verhaal waren verdwenen. Gelukkig heeft Patrick ze weer terug gezet. Ik hoop nog steeds op feedback over het verhaal
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Hoofdstuk 5
De nevel om haar heen trekt weg. Langzaam worden de contouren van de lokale supermarkt zichtbaar. De 21-jarige Emily kijkt om zich heen. Grauwheid voerde de boventoon. Een grijze tint ligt over het schouwspel. Ze ziet hoe er een donker rode auto stopt. Ze ziet haar moeder, en de 17-jarige versie van zichzelf. Ze draait zich weer om en kijkt naar de supermarkt. Haar moeder doet al jaren hier boodschappen, maar dit was de eerste keer in een lange tijd dat zij weer mee moest. Normaal ging ze altijd naar de buurt winkel om de hoek. De energiedrankjes en de Safari waren daar net zo duur en dat was dichterbij. Maar deze keer moest ze mee, er werden boodschappen gedaan voor haar verjaardag. En daar moesten natuurlijk wel de juiste drankjes en hapjes komen. De 17-jarige Emily kon haar enthousiasme haast niet inhouden. Jane haastte zich achter de jonge Emily aan. Het schouwspel verplaatste zich naar de supermarkt. De oudere Emily loopt mee, om te kijken naar wat er zou gebeuren. Plotseling besluipt haar een vervelend gevoel. Alsof een blok ijs zich nestelt in haar onderbuik. Ze loopt achter de jongere Emily aan, de hoek om de supermarkt in. Ze struikelt haast over haar jongere evenbeeld, ze stond te staren naar de knappe jongen die met opgerolde mouwen een paar zakken aardappels uit een zwarte krat pakte en in het vak vulde. Dat was de eerste keer dan ze Michael Felon zag…
Ian loopt over de gang. Hij beweegt zich snel over de drempel die de kamer van Michael scheidt van de gang. Hij blijft met zijn rechtervoet hangen. Met een enorme reactiesnelheid kantelt hij zijn lichaam, draait zijn rechterschouder in de val en rolt als in een koprol door. Hij eindigt op zijn rechtervoet en linker knie. Hij draait terug naar links en zit direct voor het bureau. Aan de rechterkant ervan bevindt zich een kastje met een drietal laatjes. Hij opent de bovenste. Hij ziet wat pennen, potloden een schaar en wat schrijfgerei. Geen kogels dus. Het tweede laatje gaat open. Het bevat een pakje condooms en een beha. Waarschijnlijk van de vrouw beneden. Hij doet snel het laatje dicht, daar zullen de kogels niet tussen liggen. Het derde laatje laat een foto zien. Een tiental mensen op de foto met Michael prominent in het midden. Links van hem staat een gehurkte donkere man. Bruine ogen en een zeer kort bruin harig kapsel. Rechts hurkte een blanke man. Straffe, vage blauw-groene ogen staarde recht in de lens van de camera. Ian stopte de foto onbewust, zonder een bepaalde reden in zijn broekzak. In een kartonnen doosje eronder zaten de kogels. 5 magazijnen met elk 33 kogels lagen erin. Hij pakt er één en stopte er nog een in zijn achterzak. Hij liep naar het bed. Liet zich op zijn buik zakken en schoof zich dichter naar het bed toe. Hij schoof wat spullen opzij en zag een ijzeren kistje liggen. Hij klikt het kistje open en pakt het wapen eruit. Hij schuift het magazijn in het handvat van het handwapen. Hij zet de veiligheidspal erop en klemt het wapen achter zijn broekrand net onder zijn rug.
Michael ligt een momentje bij te komen. De pijnstiller werkt verrassend snel en de pijn trekt langzaam weg. Hij neemt een diepe teug adem. Zo dat voelt even goed. Michael draait zich op zijn kant en ziet dat Marilyn niet meer bij Emily knielt. Waar is ze? Michael staat langzaam aan op. Hij loopt richting Emily. Dan spot hij het individu in de gang. De zwarte muts over het gezicht zorgt ervoor dat hij de persoon niet kan plaatsen, maar wel meteen weet dat er gevaar dreigt. Dan ziet hij Marylin, achter de man op de vloer. Haar mond is dicht geductaped en haar armen zijn achter aan vast gebonden. De onbekende man komt op Michael af. Michael denkt vlug na, hij maakt een inschatting of hij deze man aan kan. Maar goed, hij kan er weinig aan doen en zal wel moeten. Hij kan Emily noch Marilyn hier zomaar achter laten. Dan begint het, de man haalt uit naar Michael.
Met zijn rechterbeen blokkeert hij het linkerbeen van zijn opponent. Snel beweegt Michael zijn rechterarm een stukje naar beneden om zijn rechternier te beschermen. Vlug daarna doet hij een uithaal met zijn linkervuist naar het gezicht van de gemaskerde aanvaller. Die vangt Michaels klap op met zijn rechteronderarm. Rechterbeen tegen linkerbeen. Linkerarm tegen rechterarm. Onverwachts treft een harde klap Michael op zijn kaak. Nog een klap, met de rechterhand op Michaels linkernier. Een siddering trekt door het lichaam van Michael, van zijn nier tot zijn ruggenmerg naar het puntje van zijn tenen. Michael hief zijn rechtervuist op en treft zijn belager hard in diens maag. De man krimpt in elkaar. Een harde schop treft de man op de nieren. De man siddert van de pijn, hardheid staat in zijn ogen te lezen. Een snelle schop in de kuiten van Michael dwingt hem op zijn knieën. De man krabbelt op. Een gemene grijns verschijnt op het gezicht van de onbekende aanvaller. Hij pakt de linkerhand van Michael en drukt hard op net verbonden wijsvinger. Michael schreeuwt het uit de pijn. De pijn is misselijkmakend. Michael treft zijn belager met zijn rechtervuist op het rechteroog. De man haalt met zijn massieve vuisten uit en treft Michael linksonder op zijn kaak. Hij hoort iets kraken, draait een half rondje om zijn as en zakt als een marionettenpop zonder touwen in elkaar.
Ian hoort dat er iets gebeurd beneden. Hij haast zich de kamer uit en loopt snel naar links. Hij loopt snel de keuken in. Hij ziet dat de gehavende militair het onderspit delft tegen de onbekende achter de bivakmuts. Ian zet zijn benen iets uit elkaar en pakt het handwapen vanachter zijn broekrand.
‘Handen omhoog’ roept hij met een ferme stem.
De man draait zich naar Ian toe. De bruine ogen van de man met het sluike haar branden haast gaten in het hoofd van Ian, zo intens staarde ze naar de voor hem onbekende man. De man doet langzaam een stap naar voren.
‘Geef dat pistool maar aan mij voordat er mensen gewond raken, dat willen we natuurlijk niet, of wel?’
‘Blijf staan’ het pistool wat eerder op de benen van de moordenaar was het gericht was nu iets naar boven gericht, op het hart. Ian kijkt langs het lichaam en zag opvolgend Michael, Emily en Marilyn liggen. De enige die activiteit vertoont is de ervaren zuster. Ze kijkt bang uit haar ogen.
‘Maak haar los’ luidt het bevel van de man met het wapen.
‘Oke, rustig maar komt goed, ik draai mij nu om en ga haar los maken goed?’ de man veegt het sluike haar uit zijn gezicht. Langzaam draait de man zich om zijn rechterkant heen. Met een vlugge beweging draait hij zich terug en doet een uithaal naar Ian. Ian haalt de trekker over en raakt de man aan de linkerkant in zijn zij. De kogel doorboort het vlees van de man. Waar Ian geen rekening mee had gehouden was dat de kogel niet gestopt was, de kogel vervolgt diens baan en raakt Marylin Kuiper in het hart. De bange uitdrukking in haar ogen verdwijnt, het licht dooft razend snel. Uitdrukkingsloze ogen is het enige dat resteert, samen met een man die crepeert van de pijn.
Ian weet niet wat hem over komt. Hij verstijft compleet. Zijn hart klopt met een enorme snelheid en voelt aan alsof het hart in zijn keel klopt. Adrenaline doet zijn aderen pulseren. In een waas van ongecontroleerde woede geeft hij een schop tegen de kermende onbekende op de grond.
‘Fock’ fluistert hij voor zichzelf. Hij pakt zijn telefoon. Zijn vingers dansen over het toetsenbordje van de telefoon. Hij loopt de keuken uit en gaat in de aangrenzende woonkamer ijsberend telefoneren.
‘Yea?’
‘Doyle hier’
‘Je bent in deep cover, waarom bel je?’
‘Het is een bloody mess ma’am’
‘Dammit Doyle, wat is er gebeurdt?[/i]
‘Iemand heeft geschoten op de the package mevrouw’
‘En je partner?’
‘Dood, door mijn kogel’
‘DOYLE!’
‘Het was een fout ma’am, ik schoot door de Tango en raakte haar door t hart’
‘Wist ze iets van je af?’
‘Niet dat ik weet mevrouw’, Ian loopt rondjes rond de bank van Michael, hij vraagt zich af hoe hij zich hier in hemelsnaam uit lult
‘Ik verzoek om instructies’
‘Ondervraag de Tango, ruim hem daarna op, en als iemand je door heeft maak je je uit de voeten, understood Doyle?’
‘Duidelijk mevrouw’
Ian loopt terug naar de keuken. Met een goed gerichte klap in de nek van de onbekende man slaat hij deze buiten bewustzijn. Hij sleept de getergde moordenaar mee naar de woonkamer. Daar pakt hij een stoel van de eettafel en hijst de man erop. Hij loopt terug naar de kamer van Michaal. Doet de tweede la van het bureau kastje open. Zoals verwacht treft hij aan wat hij zoekt. Een paar tellen later staat hij beneden met fluffy handboeien en doet ze om bij de onbekende, als Tango aangeduide man. Ian loopt in looppas naar de ambulance. Hij moet opschieten, hij moet klaar zijn om zijn rol als timide amulancier te spelen als de militair en de schone dame wakker worden. Hij pakt de defibrillator en adrenaline. Ian loopt naar de bestuurdersstoel en gaat erin zitten. Met zijn linkerhand tast hij schuin onder het stuur. In het geheime compartiment zitten allerlei middelen die op verschillende niveaus pijn veroorzaken. Hij móet die informatie hebben.
De nevel om haar heen trekt weg. Langzaam worden de contouren van de lokale supermarkt zichtbaar. De 21-jarige Emily kijkt om zich heen. Grauwheid voerde de boventoon. Een grijze tint ligt over het schouwspel. Ze ziet hoe er een donker rode auto stopt. Ze ziet haar moeder, en de 17-jarige versie van zichzelf. Ze draait zich weer om en kijkt naar de supermarkt. Haar moeder doet al jaren hier boodschappen, maar dit was de eerste keer in een lange tijd dat zij weer mee moest. Normaal ging ze altijd naar de buurt winkel om de hoek. De energiedrankjes en de Safari waren daar net zo duur en dat was dichterbij. Maar deze keer moest ze mee, er werden boodschappen gedaan voor haar verjaardag. En daar moesten natuurlijk wel de juiste drankjes en hapjes komen. De 17-jarige Emily kon haar enthousiasme haast niet inhouden. Jane haastte zich achter de jonge Emily aan. Het schouwspel verplaatste zich naar de supermarkt. De oudere Emily loopt mee, om te kijken naar wat er zou gebeuren. Plotseling besluipt haar een vervelend gevoel. Alsof een blok ijs zich nestelt in haar onderbuik. Ze loopt achter de jongere Emily aan, de hoek om de supermarkt in. Ze struikelt haast over haar jongere evenbeeld, ze stond te staren naar de knappe jongen die met opgerolde mouwen een paar zakken aardappels uit een zwarte krat pakte en in het vak vulde. Dat was de eerste keer dan ze Michael Felon zag…
Ian loopt over de gang. Hij beweegt zich snel over de drempel die de kamer van Michael scheidt van de gang. Hij blijft met zijn rechtervoet hangen. Met een enorme reactiesnelheid kantelt hij zijn lichaam, draait zijn rechterschouder in de val en rolt als in een koprol door. Hij eindigt op zijn rechtervoet en linker knie. Hij draait terug naar links en zit direct voor het bureau. Aan de rechterkant ervan bevindt zich een kastje met een drietal laatjes. Hij opent de bovenste. Hij ziet wat pennen, potloden een schaar en wat schrijfgerei. Geen kogels dus. Het tweede laatje gaat open. Het bevat een pakje condooms en een beha. Waarschijnlijk van de vrouw beneden. Hij doet snel het laatje dicht, daar zullen de kogels niet tussen liggen. Het derde laatje laat een foto zien. Een tiental mensen op de foto met Michael prominent in het midden. Links van hem staat een gehurkte donkere man. Bruine ogen en een zeer kort bruin harig kapsel. Rechts hurkte een blanke man. Straffe, vage blauw-groene ogen staarde recht in de lens van de camera. Ian stopte de foto onbewust, zonder een bepaalde reden in zijn broekzak. In een kartonnen doosje eronder zaten de kogels. 5 magazijnen met elk 33 kogels lagen erin. Hij pakt er één en stopte er nog een in zijn achterzak. Hij liep naar het bed. Liet zich op zijn buik zakken en schoof zich dichter naar het bed toe. Hij schoof wat spullen opzij en zag een ijzeren kistje liggen. Hij klikt het kistje open en pakt het wapen eruit. Hij schuift het magazijn in het handvat van het handwapen. Hij zet de veiligheidspal erop en klemt het wapen achter zijn broekrand net onder zijn rug.
Michael ligt een momentje bij te komen. De pijnstiller werkt verrassend snel en de pijn trekt langzaam weg. Hij neemt een diepe teug adem. Zo dat voelt even goed. Michael draait zich op zijn kant en ziet dat Marilyn niet meer bij Emily knielt. Waar is ze? Michael staat langzaam aan op. Hij loopt richting Emily. Dan spot hij het individu in de gang. De zwarte muts over het gezicht zorgt ervoor dat hij de persoon niet kan plaatsen, maar wel meteen weet dat er gevaar dreigt. Dan ziet hij Marylin, achter de man op de vloer. Haar mond is dicht geductaped en haar armen zijn achter aan vast gebonden. De onbekende man komt op Michael af. Michael denkt vlug na, hij maakt een inschatting of hij deze man aan kan. Maar goed, hij kan er weinig aan doen en zal wel moeten. Hij kan Emily noch Marilyn hier zomaar achter laten. Dan begint het, de man haalt uit naar Michael.
Met zijn rechterbeen blokkeert hij het linkerbeen van zijn opponent. Snel beweegt Michael zijn rechterarm een stukje naar beneden om zijn rechternier te beschermen. Vlug daarna doet hij een uithaal met zijn linkervuist naar het gezicht van de gemaskerde aanvaller. Die vangt Michaels klap op met zijn rechteronderarm. Rechterbeen tegen linkerbeen. Linkerarm tegen rechterarm. Onverwachts treft een harde klap Michael op zijn kaak. Nog een klap, met de rechterhand op Michaels linkernier. Een siddering trekt door het lichaam van Michael, van zijn nier tot zijn ruggenmerg naar het puntje van zijn tenen. Michael hief zijn rechtervuist op en treft zijn belager hard in diens maag. De man krimpt in elkaar. Een harde schop treft de man op de nieren. De man siddert van de pijn, hardheid staat in zijn ogen te lezen. Een snelle schop in de kuiten van Michael dwingt hem op zijn knieën. De man krabbelt op. Een gemene grijns verschijnt op het gezicht van de onbekende aanvaller. Hij pakt de linkerhand van Michael en drukt hard op net verbonden wijsvinger. Michael schreeuwt het uit de pijn. De pijn is misselijkmakend. Michael treft zijn belager met zijn rechtervuist op het rechteroog. De man haalt met zijn massieve vuisten uit en treft Michael linksonder op zijn kaak. Hij hoort iets kraken, draait een half rondje om zijn as en zakt als een marionettenpop zonder touwen in elkaar.
Ian hoort dat er iets gebeurd beneden. Hij haast zich de kamer uit en loopt snel naar links. Hij loopt snel de keuken in. Hij ziet dat de gehavende militair het onderspit delft tegen de onbekende achter de bivakmuts. Ian zet zijn benen iets uit elkaar en pakt het handwapen vanachter zijn broekrand.
‘Handen omhoog’ roept hij met een ferme stem.
De man draait zich naar Ian toe. De bruine ogen van de man met het sluike haar branden haast gaten in het hoofd van Ian, zo intens staarde ze naar de voor hem onbekende man. De man doet langzaam een stap naar voren.
‘Geef dat pistool maar aan mij voordat er mensen gewond raken, dat willen we natuurlijk niet, of wel?’
‘Blijf staan’ het pistool wat eerder op de benen van de moordenaar was het gericht was nu iets naar boven gericht, op het hart. Ian kijkt langs het lichaam en zag opvolgend Michael, Emily en Marilyn liggen. De enige die activiteit vertoont is de ervaren zuster. Ze kijkt bang uit haar ogen.
‘Maak haar los’ luidt het bevel van de man met het wapen.
‘Oke, rustig maar komt goed, ik draai mij nu om en ga haar los maken goed?’ de man veegt het sluike haar uit zijn gezicht. Langzaam draait de man zich om zijn rechterkant heen. Met een vlugge beweging draait hij zich terug en doet een uithaal naar Ian. Ian haalt de trekker over en raakt de man aan de linkerkant in zijn zij. De kogel doorboort het vlees van de man. Waar Ian geen rekening mee had gehouden was dat de kogel niet gestopt was, de kogel vervolgt diens baan en raakt Marylin Kuiper in het hart. De bange uitdrukking in haar ogen verdwijnt, het licht dooft razend snel. Uitdrukkingsloze ogen is het enige dat resteert, samen met een man die crepeert van de pijn.
Ian weet niet wat hem over komt. Hij verstijft compleet. Zijn hart klopt met een enorme snelheid en voelt aan alsof het hart in zijn keel klopt. Adrenaline doet zijn aderen pulseren. In een waas van ongecontroleerde woede geeft hij een schop tegen de kermende onbekende op de grond.
‘Fock’ fluistert hij voor zichzelf. Hij pakt zijn telefoon. Zijn vingers dansen over het toetsenbordje van de telefoon. Hij loopt de keuken uit en gaat in de aangrenzende woonkamer ijsberend telefoneren.
‘Yea?’
‘Doyle hier’
‘Je bent in deep cover, waarom bel je?’
‘Het is een bloody mess ma’am’
‘Dammit Doyle, wat is er gebeurdt?[/i]
‘Iemand heeft geschoten op de the package mevrouw’
‘En je partner?’
‘Dood, door mijn kogel’
‘DOYLE!’
‘Het was een fout ma’am, ik schoot door de Tango en raakte haar door t hart’
‘Wist ze iets van je af?’
‘Niet dat ik weet mevrouw’, Ian loopt rondjes rond de bank van Michael, hij vraagt zich af hoe hij zich hier in hemelsnaam uit lult
‘Ik verzoek om instructies’
‘Ondervraag de Tango, ruim hem daarna op, en als iemand je door heeft maak je je uit de voeten, understood Doyle?’
‘Duidelijk mevrouw’
Ian loopt terug naar de keuken. Met een goed gerichte klap in de nek van de onbekende man slaat hij deze buiten bewustzijn. Hij sleept de getergde moordenaar mee naar de woonkamer. Daar pakt hij een stoel van de eettafel en hijst de man erop. Hij loopt terug naar de kamer van Michaal. Doet de tweede la van het bureau kastje open. Zoals verwacht treft hij aan wat hij zoekt. Een paar tellen later staat hij beneden met fluffy handboeien en doet ze om bij de onbekende, als Tango aangeduide man. Ian loopt in looppas naar de ambulance. Hij moet opschieten, hij moet klaar zijn om zijn rol als timide amulancier te spelen als de militair en de schone dame wakker worden. Hij pakt de defibrillator en adrenaline. Ian loopt naar de bestuurdersstoel en gaat erin zitten. Met zijn linkerhand tast hij schuin onder het stuur. In het geheime compartiment zitten allerlei middelen die op verschillende niveaus pijn veroorzaken. Hij móet die informatie hebben.
-
- Potlood
- Berichten: 85
- Lid geworden op: 30 jan 2012 22:49
- Locatie: Maaseik
Hoihoi,
Ben ook begonnen met je verhaal te lezen.Heb nog niet alles kunnen lezen, maar ga dat zeker in de komende weken doen.
Op zich vind ik dat je ene goed idee hebt. De grote lijnen van je verhaal zijn duidelijk en het is zeker leuk om te lezen. Ik heb zeker zin om meer te weten te komen.Alleen denk ik dat je je zinnen soms eens moet herlezen (iets dat ik ook soms vergeet) en sommige zinnen een beetje moet herformuleren om het een meer authentieke strijfstijl mee te geven.
Bijvoorbeeld : je schrijft
"De man zit ten westen van het doelwits huis. Hij pakt zijn sniperrifle en stelt scherp, een goede 600meter zat er tussen hem en het target. De man aan de andere kant van de scope heeft geen idee waarschijnlijk.Wie zou ook denken dat je zo maar beschoten kan worden? "
Ik zou er iets van maken als:
"Aandachtig bekijkt hij het huis van zijn slachtfoffer. Hij had een rustige plek uitgekozen van waaruit hij een goed overzicht had en met maar een minieme kans om zelf gezien te worden. Haast automatisch nam hij zijn geweer en stelde het scherp. Tussen hem en zijn doelwit bevonden zich ongeveer 600 meter. Hij had geen haast aangezien zijn slachtoffer zich van geen kwaad bewust was. Niemand verwacht immers om plots zomaar beschoten te worden. Toch is dat precies wat er gaat gebeuren.."
Ben ook begonnen met je verhaal te lezen.Heb nog niet alles kunnen lezen, maar ga dat zeker in de komende weken doen.
Op zich vind ik dat je ene goed idee hebt. De grote lijnen van je verhaal zijn duidelijk en het is zeker leuk om te lezen. Ik heb zeker zin om meer te weten te komen.Alleen denk ik dat je je zinnen soms eens moet herlezen (iets dat ik ook soms vergeet) en sommige zinnen een beetje moet herformuleren om het een meer authentieke strijfstijl mee te geven.
Bijvoorbeeld : je schrijft
"De man zit ten westen van het doelwits huis. Hij pakt zijn sniperrifle en stelt scherp, een goede 600meter zat er tussen hem en het target. De man aan de andere kant van de scope heeft geen idee waarschijnlijk.Wie zou ook denken dat je zo maar beschoten kan worden? "
Ik zou er iets van maken als:
"Aandachtig bekijkt hij het huis van zijn slachtfoffer. Hij had een rustige plek uitgekozen van waaruit hij een goed overzicht had en met maar een minieme kans om zelf gezien te worden. Haast automatisch nam hij zijn geweer en stelde het scherp. Tussen hem en zijn doelwit bevonden zich ongeveer 600 meter. Hij had geen haast aangezien zijn slachtoffer zich van geen kwaad bewust was. Niemand verwacht immers om plots zomaar beschoten te worden. Toch is dat precies wat er gaat gebeuren.."
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Ik ben het met je eens. Je neemt nu een relatief oud stuk van mijn verhaal. De bouwstenen van het verhaal zijn al gelegd in 2009. In de afgelopen 3jr ben ik zelf als persoon veranderd en naar mijn mening zie je dat ook aan de nieuwe stukken. Ik moet inderdaad nog herschrijven, het enige herschrijf werk wat ik heb gedaan is dat eerste gedeelte (de eerste 12 pagina's oid) van de verleden tijd omgeschreven naar de tegenwoordige tijd, waarin de rest van het verhaal geschreven is. In elk geval bedankt voor de feedback, daar ga ik zeker wat mee doen!
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Nogmaals bedankt voor de reactie venmaaseik
Hieronder een nieuw stuk voor TMFC:
==================================================
Hoofdstuk 6
Met een buik van ijs staart ze naar de interactie tussen haar 17-jarig evenbeeld en de knappe jongeman. Ze loopt om het stilstaande schouwspel heen. Het lijkt een soort stilleven. Met mascara omringde ogen waren groot van de verassing die aangetroffen werd in de supermarkt. De zwarte haren zaten wild door elkaar, waarschijnlijk van de wind. Het maakte hem nog leuker ook. Het stilleven kwam plotseling weer tot leven. De jongere Emily bleef nog even kijken totdat haar set grijs/groene ogen contact maakte met de bruine van hem. De sloeg haar ogen neer en liep snel verder. Een liefde zat in de lucht, het was haast vast te pakken. Ze zou steeds vaker hier komen voor de energiedrankjes en Safari…. Een grauwe nevel ontstaat rondom haar. Een harde donder aan de hemel slaat. Met de flits van de bliksem bevindt ze zich niet langer in de supermarkt, maar op een mooi strand. De zonondergang is al bezig. Ze draait zich om en ziet….
De man komt langzaam bij bewustzijn. Instinctief probeert hij zich te bewegen. Hij merkt dat hij aan zijn polsen vast zit aan de stoel. Hij maakt zich op voor de komende marteling. Het zou zwaar worden. Hij weet heel goed hoe je effectief pijn kan opwekken. Hij heeft het zelf regelmatig moeten doen. Dat is zijn werk nu eenmaal. Hij laat z’n blik door de kamer gaan. Van links naar rechts observeert hij de ruimte waar hij zich in bevindt. Een matte witte muur vormt de achtergrond voor de teak houten dressoir. Daarop volgt een aan de muur hangende kandelaar en de deur, waarschijnlijk naar de keuken. Hij vervolgt zijn tocht door de woonkamer. De linker voorkant box is het eerste wat hij daarna vangt in zijn blik. Aan de muur hangt een plasma televisie. Een rechterbox, onderdeel van een surround systeem, passeert de revue tot zijn blik blijft hangen bij het grote raam met een groen gordijn ervoor. ‘Dát is het raam waar ik door keek’ schiet door zijn gedachte. De man laat zijn gedachte gaan over alle technieken die hij kent tegen marteling en tegen het breken erdoor. De training, gericht op bekende martelmethodes van Afghaanse en Israëlische milities, zou hier ook wel bij moeten werken.
Ian/Doyle komt terug van zijn verzameltocht. Hij schuift de salontafel naast de stoel. Hij legt daarop de spuiten die hij zojuist gehaald heeft naast elkaar. Hij wendt zich van zijn gevangene af en loopt door de klapdeur naar de keuken. Hij ziet de gehavende militair en het nog altijd buiten bewustzijnde meisje op de grond liggen. Hij kan zijn medische plicht niet negeren en legt de militair in de stabiele zijligging. Emily ligt al in de stabiele zijligging, daar hoeft hij niets aan te doen. Hij controleert haar hartslag en verzekerd zichzelf ervan dat ze daadwerkelijk nog buiten bewustzijn is. Hij loop naar de keukenkastjes en trekt lukraak wat lades open. Naast bestek vindt hij ook de la waar hij naar zoekt. In een rommella liggen altijd de meest vreemde spullen. Zo ook een tie-rip. Precies wat hij zoekt, één is precies genoeg, niet perfect, maar genoeg. Hij loopt ermee terug door de klapdeur en haalt ondertussen het handwapen achter zijn broekriem vandaan.
‘Luister heel goed, ik ga nu je linkerhand los maken. Daarna maak jij jezelf weer mooi vast. Met je linkerhand maak je je rechter aan de rechterleuning vast. Vragen?’
‘Heel duidelijk’, hij weet dat op dit moment een uitval zelfmoord zou zijn, hij moet op het juiste moment wachten.
Ian haalt met zijn linkerhand de boeien lost. Zijn rechter is geklemd om de Glock, die gericht op het hoofd van de nog onbekende man.
De man wrijft om zijn linkerpols. ‘Man, die zat strak!’
‘Schiet op’ briest Ian terug.
De man legt zijn rechterhand op de leuning en klikt de handboei vast.
‘Je andere hand op de andere leuning, nu!’
De man legt zijn linkerhand op de leuning. Ian loopt er naar toe en met zijn linkerhand legt hij de tie-rip eromheen. Met zijn tanden trekt hij de tie-rip aan. Hij wendt zich weer tot de man. Hij trekt de bivakmuts van het hoofd en ziet daarachter een blanke man met straffe blauw-groene ogen. Ian herkent de man. Hij pakt de foto uit zijn broekzak en vergelijkt de blanke man op de foto met de man voor hem. Het is dezelfde persoon!
Hieronder een nieuw stuk voor TMFC:
==================================================
Hoofdstuk 6
Met een buik van ijs staart ze naar de interactie tussen haar 17-jarig evenbeeld en de knappe jongeman. Ze loopt om het stilstaande schouwspel heen. Het lijkt een soort stilleven. Met mascara omringde ogen waren groot van de verassing die aangetroffen werd in de supermarkt. De zwarte haren zaten wild door elkaar, waarschijnlijk van de wind. Het maakte hem nog leuker ook. Het stilleven kwam plotseling weer tot leven. De jongere Emily bleef nog even kijken totdat haar set grijs/groene ogen contact maakte met de bruine van hem. De sloeg haar ogen neer en liep snel verder. Een liefde zat in de lucht, het was haast vast te pakken. Ze zou steeds vaker hier komen voor de energiedrankjes en Safari…. Een grauwe nevel ontstaat rondom haar. Een harde donder aan de hemel slaat. Met de flits van de bliksem bevindt ze zich niet langer in de supermarkt, maar op een mooi strand. De zonondergang is al bezig. Ze draait zich om en ziet….
De man komt langzaam bij bewustzijn. Instinctief probeert hij zich te bewegen. Hij merkt dat hij aan zijn polsen vast zit aan de stoel. Hij maakt zich op voor de komende marteling. Het zou zwaar worden. Hij weet heel goed hoe je effectief pijn kan opwekken. Hij heeft het zelf regelmatig moeten doen. Dat is zijn werk nu eenmaal. Hij laat z’n blik door de kamer gaan. Van links naar rechts observeert hij de ruimte waar hij zich in bevindt. Een matte witte muur vormt de achtergrond voor de teak houten dressoir. Daarop volgt een aan de muur hangende kandelaar en de deur, waarschijnlijk naar de keuken. Hij vervolgt zijn tocht door de woonkamer. De linker voorkant box is het eerste wat hij daarna vangt in zijn blik. Aan de muur hangt een plasma televisie. Een rechterbox, onderdeel van een surround systeem, passeert de revue tot zijn blik blijft hangen bij het grote raam met een groen gordijn ervoor. ‘Dát is het raam waar ik door keek’ schiet door zijn gedachte. De man laat zijn gedachte gaan over alle technieken die hij kent tegen marteling en tegen het breken erdoor. De training, gericht op bekende martelmethodes van Afghaanse en Israëlische milities, zou hier ook wel bij moeten werken.
Ian/Doyle komt terug van zijn verzameltocht. Hij schuift de salontafel naast de stoel. Hij legt daarop de spuiten die hij zojuist gehaald heeft naast elkaar. Hij wendt zich van zijn gevangene af en loopt door de klapdeur naar de keuken. Hij ziet de gehavende militair en het nog altijd buiten bewustzijnde meisje op de grond liggen. Hij kan zijn medische plicht niet negeren en legt de militair in de stabiele zijligging. Emily ligt al in de stabiele zijligging, daar hoeft hij niets aan te doen. Hij controleert haar hartslag en verzekerd zichzelf ervan dat ze daadwerkelijk nog buiten bewustzijn is. Hij loop naar de keukenkastjes en trekt lukraak wat lades open. Naast bestek vindt hij ook de la waar hij naar zoekt. In een rommella liggen altijd de meest vreemde spullen. Zo ook een tie-rip. Precies wat hij zoekt, één is precies genoeg, niet perfect, maar genoeg. Hij loopt ermee terug door de klapdeur en haalt ondertussen het handwapen achter zijn broekriem vandaan.
‘Luister heel goed, ik ga nu je linkerhand los maken. Daarna maak jij jezelf weer mooi vast. Met je linkerhand maak je je rechter aan de rechterleuning vast. Vragen?’
‘Heel duidelijk’, hij weet dat op dit moment een uitval zelfmoord zou zijn, hij moet op het juiste moment wachten.
Ian haalt met zijn linkerhand de boeien lost. Zijn rechter is geklemd om de Glock, die gericht op het hoofd van de nog onbekende man.
De man wrijft om zijn linkerpols. ‘Man, die zat strak!’
‘Schiet op’ briest Ian terug.
De man legt zijn rechterhand op de leuning en klikt de handboei vast.
‘Je andere hand op de andere leuning, nu!’
De man legt zijn linkerhand op de leuning. Ian loopt er naar toe en met zijn linkerhand legt hij de tie-rip eromheen. Met zijn tanden trekt hij de tie-rip aan. Hij wendt zich weer tot de man. Hij trekt de bivakmuts van het hoofd en ziet daarachter een blanke man met straffe blauw-groene ogen. Ian herkent de man. Hij pakt de foto uit zijn broekzak en vergelijkt de blanke man op de foto met de man voor hem. Het is dezelfde persoon!
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Deel 2
Hoofdstuk 7
Emily ziet nogmaals zichzelf. Nu ziet ze een 18 jarige versie van zichzelf. Haar jongere evenbeeld heeft haar armen om de lange militair geslagen. Haar eigen chocolade bruine ogen keken diep in de grijs-groene ogen van Michael. De vlinder raasden door de buik van de jonge Emily, zo herinnert Emily zich. Vanavond zouden ze voor het eerst zoenen, de mooie zonsondergang als achtergrond. Michael plaatst zijn handen in de zij van de jonge Emily. Hij tilt haar op en kantelt zijn hoofd iets naar rechts. Hij beweegt zijn gezicht in de richting van de jonge Emily. De jonge Emily bevochtigd haar eigen lippen en drukt ze op de machtige lippen van de militair.
Plotseling valt er een druppel uit de donkere hemel, Emily kijkt omhoog. Het regende helemaal niet op die avond! De druppel valt op haar linker wang, precies op de kleine bolling. Op dat moment gaat de wereld om de oudere Emily kolken. Alsof ze in een wervelstorm terecht is gekomen. Alles om haar heen draait en spint. Instinctief neem ze een hap adem, ze zuigt haar longen helemaal vol. Als ze haar ogen open doet ziet ze witte muren, het type witte muur wat je alleen in een ziekhuis aantreft. Met de witte muren komen de witte jassen, twee mannen, twee vrouwen. Alle vier in het wit. ‘Wat is er gebeurt’ denk ze bij zichzelf.
Een uur eerder
Michael wordt wakker gemaakt door zachte klapjes op zijn wang. Ian probeert de militair weer bij bewustzijn te brengen.
‘Aahh’ antwoord Michael op de klapjes met de handpalm.
‘Michael, kom op, wakker worden man, je vriendin moet nog steeds mee naar het ziekenhuis’
‘Wat?’ Micheal is in één klap weer bij bewustzijn, hij wil rechtop gaan zitten, maar alles duizelt nog om hem heen.
‘Rustig grote man, rustig’
Michael haalt een paar keer flink adem en probeert daarna op te staan. Hij zwabbert nog wat op zijn benen, maar een klein rondje lopen gaat al. Hij observeert zijn omgeving. Tegen de keukendeur aan ligt nog steeds die blonde vrouw, de ambulancezuster met een kogel die dwars door haar hart was gegaan.
‘Oke man, waar heb je me voor nodig?’
‘Je moet helpen bij het op de brancard tillen van haar, daarna heb ik je hulp nodig om haar in de ambulance te tillen’
‘Juist, juist’ Michael lijkt behoorlijk de weg kwijt te zijn, is alleen nog in staat te doen wat Ian hem, vertelt. Samen leggen ze Emily op de brancard en tillen ze de brancard de ambulance in. Ian zet zich op de bestuurdersstoel en zet de zwaailichten met sirene aan en zet koers richting het ziekenhuis.
‘Centrale, dit is Ian van der Wal’
‘Ian, ga je gang’
‘Ik heb een bewusteloze vrouw en een gewonde man achter in mijn ambulance, mijn partner, Marylin Kuiper, is neergeschoten’
‘Kan je dat laatste herhalen alsjeblieft?’
‘Centrale, mijn partner is neergeschoten, graag zsm een politieteam naar het adres waar wij heen gestuurd waren’
‘Oke Meneer Van der Wal, we zullen sturen, met jou alles goed?’
‘Lichamelijk geen klachten centrale, Ian uit’
De snelheidsmeter gaf grofweg 100 km/h aan. Met deze razende vaart scheurde Ian naar het ziekenhuis in de buurt.
Michael zit achterin bij Emily.
‘Je hebt het echt uitgemaakt he Em?’ zegt hij tegen het bewegingsloze lichaam.
Hij kan er zo niet zo goed meer tegen en keert zich weg van zijn ex-vriendin. Hij maakt zich op de achterbank vast met de gordel. Ian rijdt als een malle.
Als ze aankomen bij het ziekenhuis wordt Emily op een bed gelegd. In haar huidige staat kunnen ze niets doen. De dokter schat in dat er geen ernstig lichamelijk letsel is opgelopen. Wat hij wil doen is de mevrouw in het ziekenhuis laten bijkomen en wat psychische testjes doen. Michael echter, dat is een heel ander verhaal. Eerst wordt zijn vinger opnieuw verbonden. Daarna wordt zijn hoofd onder de loep genomen. Eerst wordt de wond boven zijn wenkbrauw gehecht. Daarna krijgt hij sterke pijnstillers. Ook moet hij gaan lopen met een kruk. De sterke militair waagt zich op een rondje door het ziekenhuis om een beetje zijn gedachte op een rijtje te krijgen. Hij loopt met zijn gebogen hoofd en gezakte schouders door het ziekenhuis.
‘Tok Tok’. Het geluid van zijn kruk maakt geluid vergelijkbaar met de hoge hakken van Emily, alleen dan zwaarder. Dus niet ‘Tik tik’, maar ‘tok tok’. Ohja, nog zoiets wat hij niet meer zou horen. Ze had het uitgemaakt, en was zelfs dusdanig overstuur dat ze ervan flauwviel. Het was dus echt ernstig. Al dwalend komt hij de ambulance broeder tegen.
‘Ian’
Ian reageert niet meteen op het geroep van Michael. Een tweede keer moet Michael roepen en dan keer Ian zich meteen om.
‘Michael, hoe gaat het? Al een stuk beter zie ik?’
‘Best, weet jij waar Emily ligt?’
‘Uhm, ik dacht kamer 403, maar het laatste wat ik hoorde was ze nog niet bij, zou jij niet even moeten rusten?’ Ian legt broederlijk een arm over de schouder van Michael. ‘Kom, laten we even een kamer voor je zoeken’
‘Nee, nee’ Michael kijkt wat verward, maar zegt beslist ‘Nee, ik ga naar Emily’
‘Oke man, laat me je helpen dan, je loopt nog niet hele maal als een kieviet zie ik’
‘O, dankje, graag, ik weet niet precies waar kamer uh…’
‘Kamer vier nul drie, komt goed Mike, komt goed’
Ian legt een arm van Michael over de nek van zichzelf. Zo ondersteunend begeleidt hij Michael naar de kamer van Emily.
Hoofdstuk 7
Emily ziet nogmaals zichzelf. Nu ziet ze een 18 jarige versie van zichzelf. Haar jongere evenbeeld heeft haar armen om de lange militair geslagen. Haar eigen chocolade bruine ogen keken diep in de grijs-groene ogen van Michael. De vlinder raasden door de buik van de jonge Emily, zo herinnert Emily zich. Vanavond zouden ze voor het eerst zoenen, de mooie zonsondergang als achtergrond. Michael plaatst zijn handen in de zij van de jonge Emily. Hij tilt haar op en kantelt zijn hoofd iets naar rechts. Hij beweegt zijn gezicht in de richting van de jonge Emily. De jonge Emily bevochtigd haar eigen lippen en drukt ze op de machtige lippen van de militair.
Plotseling valt er een druppel uit de donkere hemel, Emily kijkt omhoog. Het regende helemaal niet op die avond! De druppel valt op haar linker wang, precies op de kleine bolling. Op dat moment gaat de wereld om de oudere Emily kolken. Alsof ze in een wervelstorm terecht is gekomen. Alles om haar heen draait en spint. Instinctief neem ze een hap adem, ze zuigt haar longen helemaal vol. Als ze haar ogen open doet ziet ze witte muren, het type witte muur wat je alleen in een ziekhuis aantreft. Met de witte muren komen de witte jassen, twee mannen, twee vrouwen. Alle vier in het wit. ‘Wat is er gebeurt’ denk ze bij zichzelf.
Een uur eerder
Michael wordt wakker gemaakt door zachte klapjes op zijn wang. Ian probeert de militair weer bij bewustzijn te brengen.
‘Aahh’ antwoord Michael op de klapjes met de handpalm.
‘Michael, kom op, wakker worden man, je vriendin moet nog steeds mee naar het ziekenhuis’
‘Wat?’ Micheal is in één klap weer bij bewustzijn, hij wil rechtop gaan zitten, maar alles duizelt nog om hem heen.
‘Rustig grote man, rustig’
Michael haalt een paar keer flink adem en probeert daarna op te staan. Hij zwabbert nog wat op zijn benen, maar een klein rondje lopen gaat al. Hij observeert zijn omgeving. Tegen de keukendeur aan ligt nog steeds die blonde vrouw, de ambulancezuster met een kogel die dwars door haar hart was gegaan.
‘Oke man, waar heb je me voor nodig?’
‘Je moet helpen bij het op de brancard tillen van haar, daarna heb ik je hulp nodig om haar in de ambulance te tillen’
‘Juist, juist’ Michael lijkt behoorlijk de weg kwijt te zijn, is alleen nog in staat te doen wat Ian hem, vertelt. Samen leggen ze Emily op de brancard en tillen ze de brancard de ambulance in. Ian zet zich op de bestuurdersstoel en zet de zwaailichten met sirene aan en zet koers richting het ziekenhuis.
‘Centrale, dit is Ian van der Wal’
‘Ian, ga je gang’
‘Ik heb een bewusteloze vrouw en een gewonde man achter in mijn ambulance, mijn partner, Marylin Kuiper, is neergeschoten’
‘Kan je dat laatste herhalen alsjeblieft?’
‘Centrale, mijn partner is neergeschoten, graag zsm een politieteam naar het adres waar wij heen gestuurd waren’
‘Oke Meneer Van der Wal, we zullen sturen, met jou alles goed?’
‘Lichamelijk geen klachten centrale, Ian uit’
De snelheidsmeter gaf grofweg 100 km/h aan. Met deze razende vaart scheurde Ian naar het ziekenhuis in de buurt.
Michael zit achterin bij Emily.
‘Je hebt het echt uitgemaakt he Em?’ zegt hij tegen het bewegingsloze lichaam.
Hij kan er zo niet zo goed meer tegen en keert zich weg van zijn ex-vriendin. Hij maakt zich op de achterbank vast met de gordel. Ian rijdt als een malle.
Als ze aankomen bij het ziekenhuis wordt Emily op een bed gelegd. In haar huidige staat kunnen ze niets doen. De dokter schat in dat er geen ernstig lichamelijk letsel is opgelopen. Wat hij wil doen is de mevrouw in het ziekenhuis laten bijkomen en wat psychische testjes doen. Michael echter, dat is een heel ander verhaal. Eerst wordt zijn vinger opnieuw verbonden. Daarna wordt zijn hoofd onder de loep genomen. Eerst wordt de wond boven zijn wenkbrauw gehecht. Daarna krijgt hij sterke pijnstillers. Ook moet hij gaan lopen met een kruk. De sterke militair waagt zich op een rondje door het ziekenhuis om een beetje zijn gedachte op een rijtje te krijgen. Hij loopt met zijn gebogen hoofd en gezakte schouders door het ziekenhuis.
‘Tok Tok’. Het geluid van zijn kruk maakt geluid vergelijkbaar met de hoge hakken van Emily, alleen dan zwaarder. Dus niet ‘Tik tik’, maar ‘tok tok’. Ohja, nog zoiets wat hij niet meer zou horen. Ze had het uitgemaakt, en was zelfs dusdanig overstuur dat ze ervan flauwviel. Het was dus echt ernstig. Al dwalend komt hij de ambulance broeder tegen.
‘Ian’
Ian reageert niet meteen op het geroep van Michael. Een tweede keer moet Michael roepen en dan keer Ian zich meteen om.
‘Michael, hoe gaat het? Al een stuk beter zie ik?’
‘Best, weet jij waar Emily ligt?’
‘Uhm, ik dacht kamer 403, maar het laatste wat ik hoorde was ze nog niet bij, zou jij niet even moeten rusten?’ Ian legt broederlijk een arm over de schouder van Michael. ‘Kom, laten we even een kamer voor je zoeken’
‘Nee, nee’ Michael kijkt wat verward, maar zegt beslist ‘Nee, ik ga naar Emily’
‘Oke man, laat me je helpen dan, je loopt nog niet hele maal als een kieviet zie ik’
‘O, dankje, graag, ik weet niet precies waar kamer uh…’
‘Kamer vier nul drie, komt goed Mike, komt goed’
Ian legt een arm van Michael over de nek van zichzelf. Zo ondersteunend begeleidt hij Michael naar de kamer van Emily.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Uh, ik moet weer gaan, administratie enzo, je weet wel, met Marilyn enzo’
‘Ja ja, tuurlijk’ Micheal knikt begripvol naar de ambulancebroeder. ‘Bedankt dat je mij zo ontzettend geholpen hebt, ik hoop dat het met jou ook beter gaat, een tip van mij, ga langs een psychiater, wat er vanmorgen is gebeurd…’ Michael schudt met zijn hoofd.
Ian kijkt nog een keer naar de hoofdschuddende militair, buigt daarna zijn hoofd en sluit de deur als hij de kamer uitloopt.
Michael kan alleen maar kijken naar het mooie gezicht van Emily. De diep bruine ogen zijn nu niet zichtbaar. Ze ligt in een diepe slaap.
‘Oh Emily, lief. Ik hield, nee ik hou zo ontzettend veel van je’
Micheal kijkt naar zijn tenen, met een krop in zijn keel vervolgt hij zijn monoloog.
‘Em, wat wij samen hadden, ik had alles gedaan om je te redden, en uiteindelijk blijk ik misschien wel je ondergang. Ik had mijn leven met jou willen leven, niemand is ooit zo speciaal voor me geweest als jij.’ De krop in zijn keel wordt als maar dichter, hij probeert het weg te slikken. Maar het lukt niet goed.
‘Em, ik zal altijd van je houden, en als er wat is, zoek me dan alsjeblieft op. Ik zal je missen, vanaf nu tot in de eeuwigheid. ‘
Tranen komen uit zijn ogen lopen, langzaam een voor een lopen ze over het gezicht van de militair. Hij opent zijn mond een stukje om ze in te slikken. Hij buigt een stukje voorover om een kus op de wang van Emily te drukken. Langzaam, maar zeker springt er een traan over de plooien van zijn wang, en stuitert op de wang van Emily.
Michael staat op, schuift de stoel naar achteren. Als hij de deur achter zich sluit hoor hij het sneller piepen van allerlei apparaten. Hij leunt nog een stukje naar binnen en drukt op de knop waarmee hij het verplegend personeel alarmeert. Hij sluit de deur en vervolgt zijn weg, met kruk, naar de uitgang. De mentaal gebroken man strompelt zich naar de dichtstbijzijnde supermarkt en zoekt daar de toevlucht in het enige middel dat hij kent. Met een sixpack blikjes Heineken (©) loopt hij naar buiten. Iets meer dan drie uur na zijn eerste, pakt Micheal Felon om één uur smiddags, zijn tweede biertje van de dag.
Hoofdstuk 8
Ian staat voor een rij tafels. Achter die tafels zitten vijf mannen in zwarte pakken. Een van hen heeft een blauw overhemd. De rest van de mannen, de andere vier, hebben een klassiek wit overhemd onder het jasje. Hij telt drie klassiek rode, twee modern blauwe en een rebels groene stropdas. Een tel later wordt de eerste vraag gesteld.
‘Meneer van der Wal, wat is precies de reden dat u in het huis van de patiënt was?’
‘Meneer, ik kwam met mijn partner Marilyn Kuiper aan bij het huis, we waren direct doorgestuurd door de Centrale, er was een melding van een bewusteloze vrouw doorgekomen, onze opdracht was om haar naar het ziekenhuis te brengen.’
‘U bent zonder dokter naar het huis gegaan?’
‘Correct meneer, wij waren zonder dokter door gestuurd.’
‘En, volgens uw rapport, is mevr. Kuiper omgekomen door een tragisch ongeluk?’
‘Precies meneer’
‘Kunt u toelichten hoe dit precies heeft kunnen gebeuren Meneer van der Wal?’
‘Marilyn had enkele medische hulpmiddelen bij zich, waaronder de scapel, om eventueel te kunnen intuberen, mocht dat nodig zijn. We hoorden een schreeuw vanuit het huis komen en Marylin spoedde zich naar het huis, en naar de plaats van de schreeuw.’
Ian pauzeert even. Hij moet even op adem komen. Hij haalt diep adem en slikt de krop in zijn keel weg. Het doet hem pijn om op deze manier zijn gewaardeerde partner te laten zakken, maar hij kan niet anders.
‘Toen ze de keuken in rende struikelde ze vermoedelijk over de drempel, of over de patient, dat weet ik niet zeker. En, toen, uhm’
‘Ja meneer van de Wal?’
‘Ze viel, en viel in haar eigen scapel ’
Ian neemt de verhoogde hartslag bij de mannen weer. De man rechts van het midden kijkt geschokt.
Van helemaal links komt volledig onverwacht de vraag die hij niet verwachtte.
‘Vormde dat de doodsoorzaak meneer van der Wal?’
‘Dat is juist meneer’
‘U liegt meneer Van der Wal, wát is er gebeurd?’
‘Ja ja, tuurlijk’ Micheal knikt begripvol naar de ambulancebroeder. ‘Bedankt dat je mij zo ontzettend geholpen hebt, ik hoop dat het met jou ook beter gaat, een tip van mij, ga langs een psychiater, wat er vanmorgen is gebeurd…’ Michael schudt met zijn hoofd.
Ian kijkt nog een keer naar de hoofdschuddende militair, buigt daarna zijn hoofd en sluit de deur als hij de kamer uitloopt.
Michael kan alleen maar kijken naar het mooie gezicht van Emily. De diep bruine ogen zijn nu niet zichtbaar. Ze ligt in een diepe slaap.
‘Oh Emily, lief. Ik hield, nee ik hou zo ontzettend veel van je’
Micheal kijkt naar zijn tenen, met een krop in zijn keel vervolgt hij zijn monoloog.
‘Em, wat wij samen hadden, ik had alles gedaan om je te redden, en uiteindelijk blijk ik misschien wel je ondergang. Ik had mijn leven met jou willen leven, niemand is ooit zo speciaal voor me geweest als jij.’ De krop in zijn keel wordt als maar dichter, hij probeert het weg te slikken. Maar het lukt niet goed.
‘Em, ik zal altijd van je houden, en als er wat is, zoek me dan alsjeblieft op. Ik zal je missen, vanaf nu tot in de eeuwigheid. ‘
Tranen komen uit zijn ogen lopen, langzaam een voor een lopen ze over het gezicht van de militair. Hij opent zijn mond een stukje om ze in te slikken. Hij buigt een stukje voorover om een kus op de wang van Emily te drukken. Langzaam, maar zeker springt er een traan over de plooien van zijn wang, en stuitert op de wang van Emily.
Michael staat op, schuift de stoel naar achteren. Als hij de deur achter zich sluit hoor hij het sneller piepen van allerlei apparaten. Hij leunt nog een stukje naar binnen en drukt op de knop waarmee hij het verplegend personeel alarmeert. Hij sluit de deur en vervolgt zijn weg, met kruk, naar de uitgang. De mentaal gebroken man strompelt zich naar de dichtstbijzijnde supermarkt en zoekt daar de toevlucht in het enige middel dat hij kent. Met een sixpack blikjes Heineken (©) loopt hij naar buiten. Iets meer dan drie uur na zijn eerste, pakt Micheal Felon om één uur smiddags, zijn tweede biertje van de dag.
Hoofdstuk 8
Ian staat voor een rij tafels. Achter die tafels zitten vijf mannen in zwarte pakken. Een van hen heeft een blauw overhemd. De rest van de mannen, de andere vier, hebben een klassiek wit overhemd onder het jasje. Hij telt drie klassiek rode, twee modern blauwe en een rebels groene stropdas. Een tel later wordt de eerste vraag gesteld.
‘Meneer van der Wal, wat is precies de reden dat u in het huis van de patiënt was?’
‘Meneer, ik kwam met mijn partner Marilyn Kuiper aan bij het huis, we waren direct doorgestuurd door de Centrale, er was een melding van een bewusteloze vrouw doorgekomen, onze opdracht was om haar naar het ziekenhuis te brengen.’
‘U bent zonder dokter naar het huis gegaan?’
‘Correct meneer, wij waren zonder dokter door gestuurd.’
‘En, volgens uw rapport, is mevr. Kuiper omgekomen door een tragisch ongeluk?’
‘Precies meneer’
‘Kunt u toelichten hoe dit precies heeft kunnen gebeuren Meneer van der Wal?’
‘Marilyn had enkele medische hulpmiddelen bij zich, waaronder de scapel, om eventueel te kunnen intuberen, mocht dat nodig zijn. We hoorden een schreeuw vanuit het huis komen en Marylin spoedde zich naar het huis, en naar de plaats van de schreeuw.’
Ian pauzeert even. Hij moet even op adem komen. Hij haalt diep adem en slikt de krop in zijn keel weg. Het doet hem pijn om op deze manier zijn gewaardeerde partner te laten zakken, maar hij kan niet anders.
‘Toen ze de keuken in rende struikelde ze vermoedelijk over de drempel, of over de patient, dat weet ik niet zeker. En, toen, uhm’
‘Ja meneer van de Wal?’
‘Ze viel, en viel in haar eigen scapel ’
Ian neemt de verhoogde hartslag bij de mannen weer. De man rechts van het midden kijkt geschokt.
Van helemaal links komt volledig onverwacht de vraag die hij niet verwachtte.
‘Vormde dat de doodsoorzaak meneer van der Wal?’
‘Dat is juist meneer’
‘U liegt meneer Van der Wal, wát is er gebeurd?’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Vanaf nu gaat het goed los! Veel lees plezier.
=============================================
‘P..p..pardon meneer?’ was alles wat de geschrokken man kon uitbrengen.
‘Ziet u dat spiertje hier Meneer van der Wal?’ de man van helemaal links wijst aan de rechterkant een klein stukje boven zijn oog, op een spiertje.
‘U bent goed getraind met uw ogen, die kijken niet naar uw ooghoeken, maar dat spiertje, daar kunt u nog aan werken, want daaraan is te zien dat u liegt.’
‘He, maar..’
‘Meneer van de Wal, het spiertje is aangespannen, nu kijkt u licht naar beneden, wat erop wijst dat u nadenkt, vertel ons verdomme de waarheid!’
De andere vier mannen bekijken het schouwspel met spanning. Het is maar goed dat ze het hoofd psychologie hadden gevraagd deel te nemen aan deze ondervraging.
Één moment heeft Ian nodig om zich te herstellen.
‘Oke, sorry het spijt mij’ Ian buigt zich ligt voorover. ‘Nadat ze verwond was,..’ Ian zucht. ‘..Heeft Micheal, ik bedoel meneer Felon, haar neergeschoten met zijn buiten-dienst wapen’.
‘Meneer van der Wal, moeten wij nu verwachten dat u de waarheid spreekt?’
‘Ik vertel de waarheid, echt waar’, krokodillen tranen sprongen in zijn ogen. ‘U moet me geloven, ik spreek de waarheid, ik vind het echt zo ontzettend verschrikkelijk!’
‘Meneer van de Wal, u mag gaan, onze excuses voor het harde vraaggesprek’
Ian, met de gemaakte tranen, staat op. Draait zich om. Hij ziet nog net dat de man helemaal rechts koortsachtig verwerkt wat hij net zag.
Hij trekt de deur open, hij sluit deze netjes achter zich. Twee mannen in donkere pakken staan duidelijk te wachten. Ian kijkt naar hen. Zijn ogen bewegen snel tweemaal naar links en met zijn hoofd knikt hij. De mannen lopen haast synchroon naar de deur, duwen deze naar binnen open. Ze lopen naar de man helemaal links.
‘Meneer, zou u met ons mee willen lopen? AIVD, het is een zaak van internationale veiligheid.’
‘he, wat krijgen we nou?’ de psycholoog weet niet waar die het heeft.
‘Of u met ons mee komt, deze kant op meneer.’
De man maakt met zijn arm een beweging naar de deur.
‘U heeft dat recht helemaal niet!’
‘Ja zeker meneer, dat recht hebben wij wel, wilt u daar op ons kantoor over praten, of moeten wij u afvoeren met boeien?’
De man kiest eieren voor zijn geld en loopt met de mannen mee.
Michael Felon draagt de resterende twee blikjes Heineken (©) onder zijn rechteroksel. Al rond dwalend door de stad loopt hij een donkere man tegen het lijf.
‘Sorry’ mompelt Michael.
‘Michael?’
‘Jahw’
‘Het is Keith, wat is er met jou gebeurd?’
‘Keith?’
‘Keith ja, kom, loop mij naar mijn huis’
Keith South nam zijn gekwetste collega Michael Felon mee naar huis. Zijn vrouw zou nog vreemd op kijken van de ongeschoren, aangeschoten man die werd meegenomen…
‘Wat is er gebeurd man?’
Keith de rechterarm van Michael en legde om zijn nek. Hij deed zijn eigen linkerarm onder de rechteroksel van Michael. Zo ondersteunend begeleidde Keith Michael.
‘Lng vrhal maat, lng vrhaal’
‘ik versta je niet mike, wat is er?’ Keith kijkt bezorgt naar zijn vriend.
‘llang vverrhaaaal’ Michael doet zijn uiterste best om duidelijk te articuleren.
‘oke, rustig maar, komt goed, we gaan wel eerst naar mijn huis, krijg jij een sterke kop koffie, heb je al gegeten?’
‘Nee. Ze is weg Keith’ Michael richt zijn blik op.
‘Wie is weg Mike? Wie?’
‘Em, em is weg’. Tranen stromen uit de twee ogen van Michael.
Keith kijkt raar op, Emily en Michael waren juist ontzettend gelukkig samen, zo leek het tenminste altijd. Wat is er in godsnaam gebeurd. Een verwondde hand, half dronken door de stadronddwalend en emotioneel gebroken.
Keith pakt zijn sleutelbos uit zijn jas en doet de deur open.
‘Amy’
‘Ja?’
‘Zou je een kop koffie willen zetten, ik heb Michael gevonden in de stad, hij is er niet goed aan toe’
‘Oh god, wat is er gebeurd?’ Amy South komt naar de gang gelopen. Op haar weg doet ze een tussendoor, grotendeels bestaand uit glas open. Ze ondersteunt de zwaar gebouwde militair aan de andere kant. Samen brengen ze hem naar de beige gekleurde bank. Amy loopt direct door naar de keuken voor een kop koffie uit het seneo (©) apparaat. Keith loop snel door naar boven, naar de medicijn kast. Hij trekt een verband en een vloeibare pijnstiller uit de EHBO kist, en pakt een slaapmiddel uit een plastic zakje ernaast. Hij loopt snel terug naar Michael.
‘Mike, ik ga het verband los halen, kan je me ondertussen vertellen wat er gebeurd is?’
Michael heeft een kop dampende koffie in zijn rechterhand en neemt slurpend een eerste slokje.
‘Ze kwamen voor me Keith, ze kwamen voor me’
Keith beweegt met zijn handen snel en systematisch. Het verband is snel van de vinger af. Het begint onmiddellijk met bloeden. Snel rolt hij het verband van het rolletje af, over de vinger van Michael, althans wat ervan over is.
‘Wie kwamen voor je Mike?’
Michael neemt een slok van de koffie.
‘Ze is weg Keith, ze is weg’
Michael kijkt verdwaasd uit zijn ogen. Keith besluit om hem eerst het slaappilletje te geven en daarna verder te vragen. Suf van de uitputting, half verwarmd van de koffie en onder invloed begint Michael Felon in slaap te vallen.
‘Protocol Alpha four, Charlie niner’
‘Herhaal Mike, herhaal!’
Maar Michael Felon was ingedommeld, niet in staat het ingang zetten te bevestigen.
Keith kijkt met angst naar zijn vrouw.
‘Gewoon doen?’
‘Ja doen we’
‘Bel het team, we hebben een probleem’
=============================================
‘P..p..pardon meneer?’ was alles wat de geschrokken man kon uitbrengen.
‘Ziet u dat spiertje hier Meneer van der Wal?’ de man van helemaal links wijst aan de rechterkant een klein stukje boven zijn oog, op een spiertje.
‘U bent goed getraind met uw ogen, die kijken niet naar uw ooghoeken, maar dat spiertje, daar kunt u nog aan werken, want daaraan is te zien dat u liegt.’
‘He, maar..’
‘Meneer van de Wal, het spiertje is aangespannen, nu kijkt u licht naar beneden, wat erop wijst dat u nadenkt, vertel ons verdomme de waarheid!’
De andere vier mannen bekijken het schouwspel met spanning. Het is maar goed dat ze het hoofd psychologie hadden gevraagd deel te nemen aan deze ondervraging.
Één moment heeft Ian nodig om zich te herstellen.
‘Oke, sorry het spijt mij’ Ian buigt zich ligt voorover. ‘Nadat ze verwond was,..’ Ian zucht. ‘..Heeft Micheal, ik bedoel meneer Felon, haar neergeschoten met zijn buiten-dienst wapen’.
‘Meneer van der Wal, moeten wij nu verwachten dat u de waarheid spreekt?’
‘Ik vertel de waarheid, echt waar’, krokodillen tranen sprongen in zijn ogen. ‘U moet me geloven, ik spreek de waarheid, ik vind het echt zo ontzettend verschrikkelijk!’
‘Meneer van de Wal, u mag gaan, onze excuses voor het harde vraaggesprek’
Ian, met de gemaakte tranen, staat op. Draait zich om. Hij ziet nog net dat de man helemaal rechts koortsachtig verwerkt wat hij net zag.
Hij trekt de deur open, hij sluit deze netjes achter zich. Twee mannen in donkere pakken staan duidelijk te wachten. Ian kijkt naar hen. Zijn ogen bewegen snel tweemaal naar links en met zijn hoofd knikt hij. De mannen lopen haast synchroon naar de deur, duwen deze naar binnen open. Ze lopen naar de man helemaal links.
‘Meneer, zou u met ons mee willen lopen? AIVD, het is een zaak van internationale veiligheid.’
‘he, wat krijgen we nou?’ de psycholoog weet niet waar die het heeft.
‘Of u met ons mee komt, deze kant op meneer.’
De man maakt met zijn arm een beweging naar de deur.
‘U heeft dat recht helemaal niet!’
‘Ja zeker meneer, dat recht hebben wij wel, wilt u daar op ons kantoor over praten, of moeten wij u afvoeren met boeien?’
De man kiest eieren voor zijn geld en loopt met de mannen mee.
Michael Felon draagt de resterende twee blikjes Heineken (©) onder zijn rechteroksel. Al rond dwalend door de stad loopt hij een donkere man tegen het lijf.
‘Sorry’ mompelt Michael.
‘Michael?’
‘Jahw’
‘Het is Keith, wat is er met jou gebeurd?’
‘Keith?’
‘Keith ja, kom, loop mij naar mijn huis’
Keith South nam zijn gekwetste collega Michael Felon mee naar huis. Zijn vrouw zou nog vreemd op kijken van de ongeschoren, aangeschoten man die werd meegenomen…
‘Wat is er gebeurd man?’
Keith de rechterarm van Michael en legde om zijn nek. Hij deed zijn eigen linkerarm onder de rechteroksel van Michael. Zo ondersteunend begeleidde Keith Michael.
‘Lng vrhal maat, lng vrhaal’
‘ik versta je niet mike, wat is er?’ Keith kijkt bezorgt naar zijn vriend.
‘llang vverrhaaaal’ Michael doet zijn uiterste best om duidelijk te articuleren.
‘oke, rustig maar, komt goed, we gaan wel eerst naar mijn huis, krijg jij een sterke kop koffie, heb je al gegeten?’
‘Nee. Ze is weg Keith’ Michael richt zijn blik op.
‘Wie is weg Mike? Wie?’
‘Em, em is weg’. Tranen stromen uit de twee ogen van Michael.
Keith kijkt raar op, Emily en Michael waren juist ontzettend gelukkig samen, zo leek het tenminste altijd. Wat is er in godsnaam gebeurd. Een verwondde hand, half dronken door de stadronddwalend en emotioneel gebroken.
Keith pakt zijn sleutelbos uit zijn jas en doet de deur open.
‘Amy’
‘Ja?’
‘Zou je een kop koffie willen zetten, ik heb Michael gevonden in de stad, hij is er niet goed aan toe’
‘Oh god, wat is er gebeurd?’ Amy South komt naar de gang gelopen. Op haar weg doet ze een tussendoor, grotendeels bestaand uit glas open. Ze ondersteunt de zwaar gebouwde militair aan de andere kant. Samen brengen ze hem naar de beige gekleurde bank. Amy loopt direct door naar de keuken voor een kop koffie uit het seneo (©) apparaat. Keith loop snel door naar boven, naar de medicijn kast. Hij trekt een verband en een vloeibare pijnstiller uit de EHBO kist, en pakt een slaapmiddel uit een plastic zakje ernaast. Hij loopt snel terug naar Michael.
‘Mike, ik ga het verband los halen, kan je me ondertussen vertellen wat er gebeurd is?’
Michael heeft een kop dampende koffie in zijn rechterhand en neemt slurpend een eerste slokje.
‘Ze kwamen voor me Keith, ze kwamen voor me’
Keith beweegt met zijn handen snel en systematisch. Het verband is snel van de vinger af. Het begint onmiddellijk met bloeden. Snel rolt hij het verband van het rolletje af, over de vinger van Michael, althans wat ervan over is.
‘Wie kwamen voor je Mike?’
Michael neemt een slok van de koffie.
‘Ze is weg Keith, ze is weg’
Michael kijkt verdwaasd uit zijn ogen. Keith besluit om hem eerst het slaappilletje te geven en daarna verder te vragen. Suf van de uitputting, half verwarmd van de koffie en onder invloed begint Michael Felon in slaap te vallen.
‘Protocol Alpha four, Charlie niner’
‘Herhaal Mike, herhaal!’
Maar Michael Felon was ingedommeld, niet in staat het ingang zetten te bevestigen.
Keith kijkt met angst naar zijn vrouw.
‘Gewoon doen?’
‘Ja doen we’
‘Bel het team, we hebben een probleem’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Hoofdstuk 9
‘Mevrouw?’
Een man in onopvallend pak sprak zijn superieur aan.
‘Zeg het eens’
‘Michael Felon is gesignaleerd bij Keith Chester mevrouw.’
‘Zeg Doyle om zijn team op te pakken, dit mag niet escaleren’
‘Maar..’
‘Niet te maren Agent, het was geen voorstel’
‘Tuurlijk mevrouw’
‘Doyle?’
‘Ik heb liever dat je me Ian of meneer van der Wal noemt’
‘Ian, je hebt orders het team van Felon op te pakken’
‘Ik heb hier helemaal geen jurisdictie’
‘Ik mocht niet maren, gebruik je contacten bij de AIVD, de MIVD en de MP’
‘Bevestigt, het team wordt opgepakt’
Ian drukt het gesprek weg. Hij draait zich om en loopt naar de twee mannen die eerder de veel te slimme psycholoog hadden opgepakt. De rebels groene stropdas was nog steeds goed te zien. Echter, de man was geboeid en zijn jasje zat los.
‘We moeten het team oppakken, kunnen we rekenen op meer mankracht?’
‘Jullie hebben hier geen juridictie’ antwoord het ene pak bits.
‘Hé, vergeet niet wat jullie van ons krijgen hè!’
‘oke oke rustig hoor, ik bel wel even’
25 minuten later…
‘Damon, er staan al vijf minuten 2 zwarte SUV’s met daarin minstens 2 mannen in pak’
‘Shit, ik ga door de achterkant, jij moet je verstoppen in de kelder’
Ze loopt naar de keuken, tilt het tapijt op en opent het verborgen luik. Ze daalt over de trap de duisternis in. Damon doet het luik dicht en rolt het tapijt eroverheen. Zelf zwaait hij zijn uitrusting over zijn schouder en rent de achterdeur uit. Hij loopt door de steeg die achter zijn huis loopt. Gaat linksaf. Hij kijkt links, niemand. Hij doet een stap naar rechts en hij ziet de twee mannen in pak.
‘Meneer Pierce?’
‘Ken ik niet’ Damon trekt een onbenullig gezicht.
‘U staat onder arrest meneer, u heeft het recht om te zwijgen, alles wat u zegt kan en zal in de rechtbank tegen u gebruikt worden, u heeft het recht op een advocaat, als u..’
Damon laat zich gedwee in de boeien slaan, zijn rechten kent hij. Hij weet dat hij er nooit aanspraak op zal kunnen maken. Ronde één is voor hun.
Nicolas Smith kreeg het telefoontje als eerst. Als een speer rent hij naar boven. ‘Godver, ik dacht dat deze gekkigheid achter ons lag’ denkt hij. Hij pakt zijn tas die al klaar stond, zwaaide deze over zijn schouder. Hij rende zijn huis uit en pakte zijn motor. Het 100cc vehikel bromt de straat uit terwijl er achter hem 2 zwarte SUV’s aan komen rijden. Rustig en onopvallend kijkt hij achterom, net op tijd…
‘U heeft het recht om te zwijgen, alles wat u zegt kan en zal tegen u gebruikt...’
‘Jaja hou je mond maar weer, ik ken mijn rechten.’ Landmacht advocaat O’Donnell kreeg ook het telefoontje.
‘Sidney, protocol Alpha four, Charlie niner treedt in werking’
‘Oh god, dit is serieus?’
‘Absoluut Sidney’
‘Ik zie jullie op het rendez-vous’
‘Secundair rendez-vous Sid, primair is niet veilig meer’
‘Oke, secundair rendez-vous’
De jurist had zijn spullen nog niet gepakt of er werd op de deur geklopt.
‘Meneer O’Donnel?’
‘ik heb haast, sorry ik heb geen tijd u te woord te staan’
‘AIVD meneer, wij verzoeken u mee te gaan.’
‘Op welke gronden?’
‘Nationale veiligheid meneer’
‘Alsjemenooitniet, ik ga niet mee met een stelletje pakken die met nationale veiligheid termen lopen strooien’
‘Meneer, we hebben een machtiging u in hechtenis te nemen als u zich verzet’
‘Nogmaals, op welke gronden denken jullie mij op te willen pakken?’
‘Meneer O’Donell, nu is het wel genoeg geweest. Gaat u mee, of gaat u mee?’
‘Ik weiger als ik de ten last stelling niet hoor.’
De rechter man in een zwart, onopvallend pak pakt zijn handboeien van zijn linker kontzak.
‘Sidney O’Donell, u bent gearresteerd wegens verdenking tot samenzwering, hoogverraad en het verzet bij arrestatie, u heeft het recht te zwijgen…’
‘Mevrouw?’
Een man in onopvallend pak sprak zijn superieur aan.
‘Zeg het eens’
‘Michael Felon is gesignaleerd bij Keith Chester mevrouw.’
‘Zeg Doyle om zijn team op te pakken, dit mag niet escaleren’
‘Maar..’
‘Niet te maren Agent, het was geen voorstel’
‘Tuurlijk mevrouw’
‘Doyle?’
‘Ik heb liever dat je me Ian of meneer van der Wal noemt’
‘Ian, je hebt orders het team van Felon op te pakken’
‘Ik heb hier helemaal geen jurisdictie’
‘Ik mocht niet maren, gebruik je contacten bij de AIVD, de MIVD en de MP’
‘Bevestigt, het team wordt opgepakt’
Ian drukt het gesprek weg. Hij draait zich om en loopt naar de twee mannen die eerder de veel te slimme psycholoog hadden opgepakt. De rebels groene stropdas was nog steeds goed te zien. Echter, de man was geboeid en zijn jasje zat los.
‘We moeten het team oppakken, kunnen we rekenen op meer mankracht?’
‘Jullie hebben hier geen juridictie’ antwoord het ene pak bits.
‘Hé, vergeet niet wat jullie van ons krijgen hè!’
‘oke oke rustig hoor, ik bel wel even’
25 minuten later…
‘Damon, er staan al vijf minuten 2 zwarte SUV’s met daarin minstens 2 mannen in pak’
‘Shit, ik ga door de achterkant, jij moet je verstoppen in de kelder’
Ze loopt naar de keuken, tilt het tapijt op en opent het verborgen luik. Ze daalt over de trap de duisternis in. Damon doet het luik dicht en rolt het tapijt eroverheen. Zelf zwaait hij zijn uitrusting over zijn schouder en rent de achterdeur uit. Hij loopt door de steeg die achter zijn huis loopt. Gaat linksaf. Hij kijkt links, niemand. Hij doet een stap naar rechts en hij ziet de twee mannen in pak.
‘Meneer Pierce?’
‘Ken ik niet’ Damon trekt een onbenullig gezicht.
‘U staat onder arrest meneer, u heeft het recht om te zwijgen, alles wat u zegt kan en zal in de rechtbank tegen u gebruikt worden, u heeft het recht op een advocaat, als u..’
Damon laat zich gedwee in de boeien slaan, zijn rechten kent hij. Hij weet dat hij er nooit aanspraak op zal kunnen maken. Ronde één is voor hun.
Nicolas Smith kreeg het telefoontje als eerst. Als een speer rent hij naar boven. ‘Godver, ik dacht dat deze gekkigheid achter ons lag’ denkt hij. Hij pakt zijn tas die al klaar stond, zwaaide deze over zijn schouder. Hij rende zijn huis uit en pakte zijn motor. Het 100cc vehikel bromt de straat uit terwijl er achter hem 2 zwarte SUV’s aan komen rijden. Rustig en onopvallend kijkt hij achterom, net op tijd…
‘U heeft het recht om te zwijgen, alles wat u zegt kan en zal tegen u gebruikt...’
‘Jaja hou je mond maar weer, ik ken mijn rechten.’ Landmacht advocaat O’Donnell kreeg ook het telefoontje.
‘Sidney, protocol Alpha four, Charlie niner treedt in werking’
‘Oh god, dit is serieus?’
‘Absoluut Sidney’
‘Ik zie jullie op het rendez-vous’
‘Secundair rendez-vous Sid, primair is niet veilig meer’
‘Oke, secundair rendez-vous’
De jurist had zijn spullen nog niet gepakt of er werd op de deur geklopt.
‘Meneer O’Donnel?’
‘ik heb haast, sorry ik heb geen tijd u te woord te staan’
‘AIVD meneer, wij verzoeken u mee te gaan.’
‘Op welke gronden?’
‘Nationale veiligheid meneer’
‘Alsjemenooitniet, ik ga niet mee met een stelletje pakken die met nationale veiligheid termen lopen strooien’
‘Meneer, we hebben een machtiging u in hechtenis te nemen als u zich verzet’
‘Nogmaals, op welke gronden denken jullie mij op te willen pakken?’
‘Meneer O’Donell, nu is het wel genoeg geweest. Gaat u mee, of gaat u mee?’
‘Ik weiger als ik de ten last stelling niet hoor.’
De rechter man in een zwart, onopvallend pak pakt zijn handboeien van zijn linker kontzak.
‘Sidney O’Donell, u bent gearresteerd wegens verdenking tot samenzwering, hoogverraad en het verzet bij arrestatie, u heeft het recht te zwijgen…’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Bijna 300 views, maar geen reacties 
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
‘Jeremy, protocol Alpha four, Charlie niner, secundair rendez-vous’
‘Bevestigd meneer, protocol Alpha Four, Charlie Niner, secundari rendez-vous’.
Damon, Sidney en de psycholoog zitten in drie aparte SUV’s.
Damon zit in de voorste wagen. Hij wordt geboeid en geblinddoekt uit de wagen gehaald. De SUV vertrekt met piepende banden. Het proces wordt herhaald voor Sidney en de psycholoog met de rebels groene stropdas.
‘Wij nemen het hier wel over, dank u heren’
De mannen in pak lieten de man in het zwarte pak met rebels groene stropdas los en hij werd overgedragen aan de autoriteiten die de werkelijke interesse hadden getoond. Special Agent Alice Mcfleigh liet haar badge zien. Het goud glimt in de middagzon. De colonne van drie zwarte SUV’s start op en vertrekt, reizend richting de horizon, op naar R’dam Airport.
Hoofdstuk 10
‘Michael!’. Het eerst wat Emily doet als ze bij komt is het roepen van de man die haar jaren lang bij stond. Ze richt zichzelf op en roept weer ‘Michael!’.
Verplegend personeel komen aan rennen en houden haar tegen het bed.
‘Rustig maar Emily, rustig maar, je moet even blijven liggen’
Emily stribbelt nog even tegen maar geeft het daarna op en gaat gedwee liggen.
‘Waar is Mike?’
‘Ik weet niet wie Michael is Emily, maar je ouders zijn onderweg’
‘Allebei?’
‘Ja, allebei, de dokter komt zo om je even te onderzoeken, je bent flink uitgeput’
‘Mijn telefoon, heb ik die hier?’ ze kijkt schichtig om zich heen. ‘M’n mobiel’
‘Rustig Em, hier ligt die’ de verpleegster haalt een laatje open van het kleine kastje wat naar het bed van Emily staat. Emily pakt de telefoon en toets met de sneltoets het nummer van Michael in. ‘Waar is die toch?’ denkt ze.
Kilometers verder, in het huis van Michael Felon begint een telefoon te trillen. Een politieagent, onderdeel van de Technische Dienst hoort het en loopt er naar toe.
“Em liefje belt” staat er op het scherm.
‘Rechercheur, de telefoon gaat af, waarschijnlijk de vriendin van de man die hier woont’
‘Mmm, van de zoon dan zeker, traceer dat belletje, ik wil weten waar ze is’
‘Hallo, met wie spreek ik?’ de agent van de TD neemt de telefoon op.
‘Met Emily’
‘Emily wie?’
‘Met wie spreek ík eigenlijk, ik draai het nummer van mijn vriend, en krijg u aan de lijn.’
‘Ik ben van de Technische Dienst, deze telefoon ligt hier, op deze plaats delict. Waar bent u nu? Mogen wij u een paar vraagjes stellen?’
‘Ik lig in het Morgans, u had het over een plaatst delict? Waar heeft u deze telefoon vandaan gehaald dan?’
‘In het huis, waar een vrouw is neergeschoten’ De man van de TD zegt er een adres bij.
‘Maar, dat is waar Michael woont!’ Emily raakt in paniek, wat is er gebeurd, en wat heeft Michael gedaan?
‘Meneer, ik heb net de vriendin van de verdachte aan de lijn. Ze ligt in het Morgans.’
‘Ga er direct heen, ik wil weten wat ze weet, gezien heeft, alles!’
‘Tuurlijk meneer, zal ik Brown en Jameson meenemen?’
De leidinggevende fronst zijn wenkbrauw. ‘Uh, dat is wel goed ja. Hou me op de hoogte, het onderzoek hier is wel afgelopen, ik ga de briefing doen.’
‘Ik hou u op de hoogte’
De man is niet groot. Met z’n één meter vijfenzeventig maakt hij geen imposant figuur. Zijn ogen liggen diep in zijn kas en met grijzend haar aan de zijkant van zijn hoofd boven de oren maakt het dat hij toch een imposante indruk achter laat. Zijn grijze ogen kunnen je diep aankijken, doordringend en je bijna dwingen om te vertellen en te doen wat hij wilt. Hij zet stappen van een meter en loopt naar zijn auto. Hij rijdt naar het politiebureau. Dit kon nog wel eens een ingewikkelde klus worden.
Als hij aankomt, ziet hij al zwarte SUVs van de AIVD, de terreinauto’s van de MP en het blauw gekleurde, 4x4 vervoer van de Koninklijke Marechaussee. ‘Geweldig, en hij moest er ook nog leiding aan gaan geven’.
‘Oke, dames en heren’ zijn stem is luid, indrukwekkend, ‘Vele zullen mij kennen, echter voor deze klus krijgen we hulp van de AIVD, de Algemene Inlichtingen en Veilgheids Dienst, de MIVD, de Militaire Inlichtingen en Veiligheids Dienst, de Koninklijke Marechaussee, en de MP, Militaire Politie. ‘
Hij liet een pauze vallen. ‘Mijn naam is Johnson, Hoofdinspecteur Cameron Johnson om precies te zijn. We hebben hier een ingewikkeld probleem. Op deze foto...’ Johnson pakt het dunne aanwijsstokje van het bureau voor hem. ‘… ziet u Michael Felon, hij wordt verdacht van moord en samenzwering tegen de Nederlandse staat.’ Hij laat de woorden op zijn medewerkers inwerken. ‘Hij heeft hierbij hulp van zijn oude team, het team waarmee hij in Afghanistan heeft gezeten. We hebben al twee man opgepakt. U ziet hier...’ hij wijst op de foto, links van Michaels, waar een rood kruis opgetekend is. ‘… Damon Pierce, links ervan ziet u …’ hij tikt met het stokje tegen de foto links ‘… Sidney O’Donnell. Damon Pierce is de wapenexpert, Sidney...’ Cameron haalt even adem ‘… is een man met een juridische opleiding, tegenwoordig is hij advocaat.’ Cameron kijkt met zijn diep liggende ogen de kamer rond. Het is een flinke ruimte. Normaal gesproken stonden hier een stuk of 20 bureaus, maar die waren voor de gelegenheid weg gehaald. 45 agenten staan hier te luisteren naar zijn briefing. ‘Hier ziet u...’ hij tikt op de eerste foto rechts van Michael, ‘… Keith Chester, bekend als de beste vriend van Michael, bevestigd is dat Michael daar op dit moment verblijft. Keith is de communicatie expert, heeft een IT achtergrond en is, net als Michael, gedreven in hand-tot-hand gevechten. Vermijd die dus! Hier rechts van hem ziet u, Nicolas Smith, op de middelbare school meerdere prijzen gewonnen voor athletiek, bij Speciale Eenheden onderscheiden voor zijn schietkunst. Tot slot, Jeremy Parch, een man met hersenen. Een natuurkundig-, wiskundige opleiding, in het leger terecht gekomen omdat hij het werk saai vond, zijn er vragen?’
Een jonge rechercheur steekt haar arm omhoog. Ze is tenger, met rood-bruin, lang haar.
‘Zeg het maar, mevrouw..uhm’
‘Audrey meneer, kunt u ons meer vertellen van vanmorgen, er was iets met een schietpartij?’
‘Ja, goed dat u het vraagt. We komen nu bij het echt interessante gedeelte. Zover we het hebben kunnen reconstrueren is dit ongeveer gebeurd. Marilyn Kuiper en Ian van der Wal werden opgeroepen om naar het huis van Michael te gaan. Daar aangekomen was er iets mis met de vriendin van de verdachte. Marilyn Kuiper weigerde ter plaatse te intuberen, waarop de heer Felon met zijn zogenaamde ‘buiten dienst’ wapen haar door het hart schoot. Hoe en waarom de heer Van der Wal ontkomen is, met de jonge vrouw en Felon is onbekend.’
‘En onbevestigde rapporten over sporen van een gevecht, een vijfde persoon?’
‘Die zijn, zoals u het al zegt, onbevestigd, we gaan er nu vanuit dat Michael een moord heeft gepleegd. Verder staat hij al langer op de lijst van de AIVD als zijnde slapende cel, ze zouden in Afghanistan gerekruteerd zijn.’
Een man midden in de groep mensen steekt zijn arm omhoog. Cameron geeft een knikje.
‘Meneer, is het niet zo dat zij allen enige tijd hebben mee getraind bij de Special Air Support?’
‘Mevrouw, het is gelukt er is een groot scheepse actie opgezet om Felon en zijn team op te pakken’
‘Eindelijk goed werk Doyle, eindelijk’

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
‘Jeremy, protocol Alpha four, Charlie niner, secundair rendez-vous’
‘Bevestigd meneer, protocol Alpha Four, Charlie Niner, secundari rendez-vous’.
Damon, Sidney en de psycholoog zitten in drie aparte SUV’s.
Damon zit in de voorste wagen. Hij wordt geboeid en geblinddoekt uit de wagen gehaald. De SUV vertrekt met piepende banden. Het proces wordt herhaald voor Sidney en de psycholoog met de rebels groene stropdas.
‘Wij nemen het hier wel over, dank u heren’
De mannen in pak lieten de man in het zwarte pak met rebels groene stropdas los en hij werd overgedragen aan de autoriteiten die de werkelijke interesse hadden getoond. Special Agent Alice Mcfleigh liet haar badge zien. Het goud glimt in de middagzon. De colonne van drie zwarte SUV’s start op en vertrekt, reizend richting de horizon, op naar R’dam Airport.
Hoofdstuk 10
‘Michael!’. Het eerst wat Emily doet als ze bij komt is het roepen van de man die haar jaren lang bij stond. Ze richt zichzelf op en roept weer ‘Michael!’.
Verplegend personeel komen aan rennen en houden haar tegen het bed.
‘Rustig maar Emily, rustig maar, je moet even blijven liggen’
Emily stribbelt nog even tegen maar geeft het daarna op en gaat gedwee liggen.
‘Waar is Mike?’
‘Ik weet niet wie Michael is Emily, maar je ouders zijn onderweg’
‘Allebei?’
‘Ja, allebei, de dokter komt zo om je even te onderzoeken, je bent flink uitgeput’
‘Mijn telefoon, heb ik die hier?’ ze kijkt schichtig om zich heen. ‘M’n mobiel’
‘Rustig Em, hier ligt die’ de verpleegster haalt een laatje open van het kleine kastje wat naar het bed van Emily staat. Emily pakt de telefoon en toets met de sneltoets het nummer van Michael in. ‘Waar is die toch?’ denkt ze.
Kilometers verder, in het huis van Michael Felon begint een telefoon te trillen. Een politieagent, onderdeel van de Technische Dienst hoort het en loopt er naar toe.
“Em liefje belt” staat er op het scherm.
‘Rechercheur, de telefoon gaat af, waarschijnlijk de vriendin van de man die hier woont’
‘Mmm, van de zoon dan zeker, traceer dat belletje, ik wil weten waar ze is’
‘Hallo, met wie spreek ik?’ de agent van de TD neemt de telefoon op.
‘Met Emily’
‘Emily wie?’
‘Met wie spreek ík eigenlijk, ik draai het nummer van mijn vriend, en krijg u aan de lijn.’
‘Ik ben van de Technische Dienst, deze telefoon ligt hier, op deze plaats delict. Waar bent u nu? Mogen wij u een paar vraagjes stellen?’
‘Ik lig in het Morgans, u had het over een plaatst delict? Waar heeft u deze telefoon vandaan gehaald dan?’
‘In het huis, waar een vrouw is neergeschoten’ De man van de TD zegt er een adres bij.
‘Maar, dat is waar Michael woont!’ Emily raakt in paniek, wat is er gebeurd, en wat heeft Michael gedaan?
‘Meneer, ik heb net de vriendin van de verdachte aan de lijn. Ze ligt in het Morgans.’
‘Ga er direct heen, ik wil weten wat ze weet, gezien heeft, alles!’
‘Tuurlijk meneer, zal ik Brown en Jameson meenemen?’
De leidinggevende fronst zijn wenkbrauw. ‘Uh, dat is wel goed ja. Hou me op de hoogte, het onderzoek hier is wel afgelopen, ik ga de briefing doen.’
‘Ik hou u op de hoogte’
De man is niet groot. Met z’n één meter vijfenzeventig maakt hij geen imposant figuur. Zijn ogen liggen diep in zijn kas en met grijzend haar aan de zijkant van zijn hoofd boven de oren maakt het dat hij toch een imposante indruk achter laat. Zijn grijze ogen kunnen je diep aankijken, doordringend en je bijna dwingen om te vertellen en te doen wat hij wilt. Hij zet stappen van een meter en loopt naar zijn auto. Hij rijdt naar het politiebureau. Dit kon nog wel eens een ingewikkelde klus worden.
Als hij aankomt, ziet hij al zwarte SUVs van de AIVD, de terreinauto’s van de MP en het blauw gekleurde, 4x4 vervoer van de Koninklijke Marechaussee. ‘Geweldig, en hij moest er ook nog leiding aan gaan geven’.
‘Oke, dames en heren’ zijn stem is luid, indrukwekkend, ‘Vele zullen mij kennen, echter voor deze klus krijgen we hulp van de AIVD, de Algemene Inlichtingen en Veilgheids Dienst, de MIVD, de Militaire Inlichtingen en Veiligheids Dienst, de Koninklijke Marechaussee, en de MP, Militaire Politie. ‘
Hij liet een pauze vallen. ‘Mijn naam is Johnson, Hoofdinspecteur Cameron Johnson om precies te zijn. We hebben hier een ingewikkeld probleem. Op deze foto...’ Johnson pakt het dunne aanwijsstokje van het bureau voor hem. ‘… ziet u Michael Felon, hij wordt verdacht van moord en samenzwering tegen de Nederlandse staat.’ Hij laat de woorden op zijn medewerkers inwerken. ‘Hij heeft hierbij hulp van zijn oude team, het team waarmee hij in Afghanistan heeft gezeten. We hebben al twee man opgepakt. U ziet hier...’ hij wijst op de foto, links van Michaels, waar een rood kruis opgetekend is. ‘… Damon Pierce, links ervan ziet u …’ hij tikt met het stokje tegen de foto links ‘… Sidney O’Donnell. Damon Pierce is de wapenexpert, Sidney...’ Cameron haalt even adem ‘… is een man met een juridische opleiding, tegenwoordig is hij advocaat.’ Cameron kijkt met zijn diep liggende ogen de kamer rond. Het is een flinke ruimte. Normaal gesproken stonden hier een stuk of 20 bureaus, maar die waren voor de gelegenheid weg gehaald. 45 agenten staan hier te luisteren naar zijn briefing. ‘Hier ziet u...’ hij tikt op de eerste foto rechts van Michael, ‘… Keith Chester, bekend als de beste vriend van Michael, bevestigd is dat Michael daar op dit moment verblijft. Keith is de communicatie expert, heeft een IT achtergrond en is, net als Michael, gedreven in hand-tot-hand gevechten. Vermijd die dus! Hier rechts van hem ziet u, Nicolas Smith, op de middelbare school meerdere prijzen gewonnen voor athletiek, bij Speciale Eenheden onderscheiden voor zijn schietkunst. Tot slot, Jeremy Parch, een man met hersenen. Een natuurkundig-, wiskundige opleiding, in het leger terecht gekomen omdat hij het werk saai vond, zijn er vragen?’
Een jonge rechercheur steekt haar arm omhoog. Ze is tenger, met rood-bruin, lang haar.
‘Zeg het maar, mevrouw..uhm’
‘Audrey meneer, kunt u ons meer vertellen van vanmorgen, er was iets met een schietpartij?’
‘Ja, goed dat u het vraagt. We komen nu bij het echt interessante gedeelte. Zover we het hebben kunnen reconstrueren is dit ongeveer gebeurd. Marilyn Kuiper en Ian van der Wal werden opgeroepen om naar het huis van Michael te gaan. Daar aangekomen was er iets mis met de vriendin van de verdachte. Marilyn Kuiper weigerde ter plaatse te intuberen, waarop de heer Felon met zijn zogenaamde ‘buiten dienst’ wapen haar door het hart schoot. Hoe en waarom de heer Van der Wal ontkomen is, met de jonge vrouw en Felon is onbekend.’
‘En onbevestigde rapporten over sporen van een gevecht, een vijfde persoon?’
‘Die zijn, zoals u het al zegt, onbevestigd, we gaan er nu vanuit dat Michael een moord heeft gepleegd. Verder staat hij al langer op de lijst van de AIVD als zijnde slapende cel, ze zouden in Afghanistan gerekruteerd zijn.’
Een man midden in de groep mensen steekt zijn arm omhoog. Cameron geeft een knikje.
‘Meneer, is het niet zo dat zij allen enige tijd hebben mee getraind bij de Special Air Support?’
‘Mevrouw, het is gelukt er is een groot scheepse actie opgezet om Felon en zijn team op te pakken’
‘Eindelijk goed werk Doyle, eindelijk’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Hij loopt door de witte gang met muffe ziekenhuisgeur. ‘Uh, welke kamer ook al weer?’ denk hij bij zichzelf. Zijn ogen gaan over de bordjes bij de kamers. “400”…“401” ‘nee deze twee zijn het niet’. “402…403” ‘ja, 403 is het’. Hij strekt zijn arm naar de deurkruk en duwt de deur open. Aan zijn linkerhand, richting het raam ziet hij haar.
‘Emily!’
‘Brian? Wat doe je hier?’
‘Ik hoorde dat je hier lag en dat er iets is met Mike, dus ik dacht “ik kom je even opzoeken” en nu ben ik er dus’ hij laat een glimlach op zijn gezicht verschijnen. Klassiek geflirt, dat weet hij.
‘O, nou gezellig, je bent het eerste bezoek tot nu toe, kom verder’, Emily glimlacht erbij.
‘Weet je al wat je hebt?’
‘Ja iets ingewikkelds, maar het komt neer op te veel stress en een “gebroken hart”, om welke reden dan ook’.
‘Een gebroken hart? Is dat een medische aandoening?’ Brian kijkt vol interesse naar Emily.
‘Naja, het heeft te maken met een verhoogde bloeddruk enzo, daarom schakelt het lichaam zichzelf uit, om zich te beschermen, zoiets in ieder geval’
‘Aha, hoe kom je dan aan dat “gebroken hart”? Je hebt Mike toch?’
‘Ja, dat weet ik dus niet, dat is het vervelende’ Emily trekt een klei pruillipje.
Michael knippert met zijn ogen. Hij ziet een grauw, grijs plafond. Het type plafond van een kelder. Hij tilt zijn armen op, zodat hij zijn handen kan zien. Wij wil rechtop gaan zitten, maar een hand houd hem tegen. Het is een vrouwen hand. Amy, de vrouw van Keith, houdt hem tegen.
‘Rustig Mike, rustig aan’
Michael ontspant zich eventjes, en wil dan weer rechtop gaan zitten. Deze keer helpt Amy hem. Met haar linkerarm ondersteund ze de zwaargebouwde militair.
‘Waar zijn we Amy?’
‘Op de secundaire rendez-vous Mike, jouw bevelen.’
‘Hmm, goed punt ja, sitrap?’
‘Damon en Sidney zijn opgepakt, Jeremy en Nicolas hebben het wel gehaald.’
Michael legt zijn rechterhand op zijn voorhoofd.
‘Ah…dus we hebben een communicatie specialist, een schietexpert en vechtsportspecialist én een wetenschapper, weten we al wat er met Sid en Damon is?’
‘Opgepakt, meer weten we niet, we wachten op jou bevelen Mike’ Keith Chester sluit de deur achter zich. ‘Ik zat net met Nicolas en Jeremy te praten, maar jij bent onze commandant Mike, en jij hebt het protocol in werking gezet. Dus we wachten eigenlijk op jou.’
‘Keith,’ Michael zucht duidelijk, ‘moet dat?’
Keith knikt een keertje naar zijn vrouw. Zij loopt weg, en gaat door de deur waar haar man eventjes daarvoor kwam.
‘Mike, je móet dit doen, jij bént de beste!’
‘Keith, ik ben haar kwijt, ik mis een ringvinger, ben beschoten én plat gespoten geweest, wat wil je nou?’
‘Verdomme Mike, ik wil dat je doet waar je goed in bent! Is dit de enige keer dat je beschoten bent?’
Michael kijkt schuld bewust naar zijn vriend.
‘Nee’
‘Is dit de eerste keer dat je gewond bent?’
‘Nee’, Michael weet heel goed waar dit naar toe gaat.
‘Mike, is dit dan de enige keer dat je onder de medicijnen zat?’
‘Nee, nee nee! Maar dit is wél de enige keer dat ik niet weet waar ik naar terug keer!’
Keith wordt stil. Hij draait zich half weg van Michael.
‘Leid ons Michael Felon, dát is wat je bent, en je weet het’
‘Kan ik wat te eten voor je meenemen?’
‘Nee, ik mag alleen eten wat ze me voorschotelen vandaag’
‘Stukje chocola dan? Werkt goed tegen liefdesverdriet’ Brian voegt er een knipoog aan toe.
‘Een klein stukje dan, en je weet welke smaak hè?’
‘Tuurlijk’, een klein glimlachje vormt zich van de lippen van Brian, ‘melkchocola natuurlijk’
‘Goed zo’, Emily steekt speels haar tong uit.
Als Brian de deur achter zich dicht trekt, op zijn weg naar het ziekenhuis restaurant, begint plots de vrouw aan de overkant van de kamer te praten. Ze is oud, en heeft grijs/wit haar.
‘Hij houdt van je hè’
Emily, verbaast over het feit dat de vrouw aan de overkant helemaal niet slaapt, zegt ‘Sorry?’ en ze fronst haar wenkbrauwen. ‘Brian bedoelt u?’
‘Nee nee, ik bedoel die jongeman van vanmiddag, hij heeft hier snikkend vertelt hoeveel die wel niet van je houdt, ik denk dat jullie al iets hadden, zo klonk het in ieder geval’
‘Michael? Bedoelt u Michael?’
‘O schat, ik houd me niet bezig met namen, dat onthoud ik toch niet meer. Hij was snikkende, en probeerde zijn tranen in te slikken, maar dat lukt niet helemaal, aangezien je wang nat was’ de vrouw gaf een knipoog. ‘Enne, die jongen die nu chocola voor je haalt, die heeft het ook sowieso wel op je voorzien hoor, je hebt over aandacht niet te klagen’
Was Michael hier vanmiddag? Denkt Emily voor zichzelf. En als hij huilende was, wat heb ik dan gedaan?
‘Emily!’
‘Brian? Wat doe je hier?’
‘Ik hoorde dat je hier lag en dat er iets is met Mike, dus ik dacht “ik kom je even opzoeken” en nu ben ik er dus’ hij laat een glimlach op zijn gezicht verschijnen. Klassiek geflirt, dat weet hij.
‘O, nou gezellig, je bent het eerste bezoek tot nu toe, kom verder’, Emily glimlacht erbij.
‘Weet je al wat je hebt?’
‘Ja iets ingewikkelds, maar het komt neer op te veel stress en een “gebroken hart”, om welke reden dan ook’.
‘Een gebroken hart? Is dat een medische aandoening?’ Brian kijkt vol interesse naar Emily.
‘Naja, het heeft te maken met een verhoogde bloeddruk enzo, daarom schakelt het lichaam zichzelf uit, om zich te beschermen, zoiets in ieder geval’
‘Aha, hoe kom je dan aan dat “gebroken hart”? Je hebt Mike toch?’
‘Ja, dat weet ik dus niet, dat is het vervelende’ Emily trekt een klei pruillipje.
Michael knippert met zijn ogen. Hij ziet een grauw, grijs plafond. Het type plafond van een kelder. Hij tilt zijn armen op, zodat hij zijn handen kan zien. Wij wil rechtop gaan zitten, maar een hand houd hem tegen. Het is een vrouwen hand. Amy, de vrouw van Keith, houdt hem tegen.
‘Rustig Mike, rustig aan’
Michael ontspant zich eventjes, en wil dan weer rechtop gaan zitten. Deze keer helpt Amy hem. Met haar linkerarm ondersteund ze de zwaargebouwde militair.
‘Waar zijn we Amy?’
‘Op de secundaire rendez-vous Mike, jouw bevelen.’
‘Hmm, goed punt ja, sitrap?’
‘Damon en Sidney zijn opgepakt, Jeremy en Nicolas hebben het wel gehaald.’
Michael legt zijn rechterhand op zijn voorhoofd.
‘Ah…dus we hebben een communicatie specialist, een schietexpert en vechtsportspecialist én een wetenschapper, weten we al wat er met Sid en Damon is?’
‘Opgepakt, meer weten we niet, we wachten op jou bevelen Mike’ Keith Chester sluit de deur achter zich. ‘Ik zat net met Nicolas en Jeremy te praten, maar jij bent onze commandant Mike, en jij hebt het protocol in werking gezet. Dus we wachten eigenlijk op jou.’
‘Keith,’ Michael zucht duidelijk, ‘moet dat?’
Keith knikt een keertje naar zijn vrouw. Zij loopt weg, en gaat door de deur waar haar man eventjes daarvoor kwam.
‘Mike, je móet dit doen, jij bént de beste!’
‘Keith, ik ben haar kwijt, ik mis een ringvinger, ben beschoten én plat gespoten geweest, wat wil je nou?’
‘Verdomme Mike, ik wil dat je doet waar je goed in bent! Is dit de enige keer dat je beschoten bent?’
Michael kijkt schuld bewust naar zijn vriend.
‘Nee’
‘Is dit de eerste keer dat je gewond bent?’
‘Nee’, Michael weet heel goed waar dit naar toe gaat.
‘Mike, is dit dan de enige keer dat je onder de medicijnen zat?’
‘Nee, nee nee! Maar dit is wél de enige keer dat ik niet weet waar ik naar terug keer!’
Keith wordt stil. Hij draait zich half weg van Michael.
‘Leid ons Michael Felon, dát is wat je bent, en je weet het’
‘Kan ik wat te eten voor je meenemen?’
‘Nee, ik mag alleen eten wat ze me voorschotelen vandaag’
‘Stukje chocola dan? Werkt goed tegen liefdesverdriet’ Brian voegt er een knipoog aan toe.
‘Een klein stukje dan, en je weet welke smaak hè?’
‘Tuurlijk’, een klein glimlachje vormt zich van de lippen van Brian, ‘melkchocola natuurlijk’
‘Goed zo’, Emily steekt speels haar tong uit.
Als Brian de deur achter zich dicht trekt, op zijn weg naar het ziekenhuis restaurant, begint plots de vrouw aan de overkant van de kamer te praten. Ze is oud, en heeft grijs/wit haar.
‘Hij houdt van je hè’
Emily, verbaast over het feit dat de vrouw aan de overkant helemaal niet slaapt, zegt ‘Sorry?’ en ze fronst haar wenkbrauwen. ‘Brian bedoelt u?’
‘Nee nee, ik bedoel die jongeman van vanmiddag, hij heeft hier snikkend vertelt hoeveel die wel niet van je houdt, ik denk dat jullie al iets hadden, zo klonk het in ieder geval’
‘Michael? Bedoelt u Michael?’
‘O schat, ik houd me niet bezig met namen, dat onthoud ik toch niet meer. Hij was snikkende, en probeerde zijn tranen in te slikken, maar dat lukt niet helemaal, aangezien je wang nat was’ de vrouw gaf een knipoog. ‘Enne, die jongen die nu chocola voor je haalt, die heeft het ook sowieso wel op je voorzien hoor, je hebt over aandacht niet te klagen’
Was Michael hier vanmiddag? Denkt Emily voor zichzelf. En als hij huilende was, wat heb ik dan gedaan?
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Hoofdstuk 11
Hoofdinspecteur Johnson loopt naar een man in pak. De man staat voorover gebogen over een burau, te kijken naar het computerscherm van een collega van de MIVD. Hij klopt op zijn schouder.
‘AIVD verbindingsofficier toch?’
‘Klopt, James is de naam’, de man heeft een vriendelijke klank in zijn stem en steekt zijn hand uit.
‘Johnson is de naam. Wanneer zijn de arrestanten hier?’
‘Sorry?’ de man kijkt onschuldig naar de hoofdinspecteur.
‘De arrestanten, je weet wel. O’Donnel, Pierce, de twee opgepakte leden van zijn team?’
‘Ik weet van niets, u zegt net toch dat ze gearresteerd zijn? ‘
‘Ja, ik kreeg een telefoontje van jullie dat ze in hechtenis waren.’
‘Nou, ik weet van niets, en ik krijg elke tien minuten een update, heb je een kantoor? Gaan we even bellen.’
‘Ja, volg mij maar’
De hoofdinspecteur leidt de verbindingsofficier naar zijn eigen kantoor. Johnson pakt zijn blackberry en toetst de sneltoets 3 in, het AIVD coordinatie centrum.
‘Steve hier’
‘Steve, Cameron hier, kan jij kijken of er melding is gemaakt met betrekking tot het arresteren van twee ex-militairen? Neem de databases van het Ministerie van Defensie en de rijksoverheid maar mee’
‘Momentje Cameron’. Johnson hoort aan de andere kant het tikken van de vingers op het toetsenbord van de AIVD medewerker.
‘Cameron?’
‘Zeg het maar’
‘Er is de afgelopen 24 uur geen melding gedaan van enige arrestatie door de AIVD of de MIVD, moet ik verder terug gaan?’
‘Nee dat is niet nodig’, Cameron zucht even, ‘enige aanwijzing dat er gebeld is naar de rijkspolitie?’
‘Moment’
Tik, tik, tik, dat is wat Cameron hoort.
‘Cameron?’
‘Ja, zeg het maar’
‘Er is niet gebeld met de rijkspolitie met enige AIVD telefoon’
‘Zeker?’
‘Helemaal zeker, tenzij is verder terug moet dan 24uur, MvD, MIVD én de AIVD hebben niet gebeld met de rijkspolitie, of enige lagere politiemacht in de afgelopen 24uur’
‘Oke, dankje Steve, bel als je iets vreemds tegen komt!’
‘Zal ik doen’
‘Nou baas, wij hebben niemand’ zegt James tegen Johnson
‘Wie heeft ons dan gebeld...’
Ondertussen, op het ziekenhuis
Het zijn bruine ogen, boven een lange witte jas die de ontdekking doen. De oplossing kleurt niet correct. Reageert niet naar verwachting op de reagens. Dit is geen natuurlijke reactie geweest. Ze is vergiftigd!
Bij het rendez-vous
‘Oke heren.’ Michael stapt door de deur die zijn ziektebed met de vergaderkamer scheidt. ‘Deze ochtend ben ik aangevallen in mijn huis. Ben neergeschoten door een sniper. De man betrad mijn huis, vocht met mij. Wat er daarna gebeurde weet ik niet. Ik ben ongeveer een uur ‘out’ geweest. Toen ik bij kwam was hij weg. De man, heb ik herkend aan zijn ogen. Blauw-groen en sluik haar dat kan maar één persoon zijn.’
‘Agent Cunnigham’ zegt Keith
‘Onze vroegere kameraad ja’
Op het politiebureau
‘Meneer, we hebben een aanwijzing.’
‘Uh, Audrey was het toch?’
‘Klopt meneer’
‘Nou vertel’, hoofdinspecteur Johnson loopt mee.
‘We hebben camera beelden van een supermarkt in de buurt van het Morgans’
‘Ja….?’
‘Felon staat erop. Hij hinkt en koopt een sixpack bier.’
‘Laat zien’
Audrey klikt een paar keer met haar muis en een korrelig beeld loopt. Te zien is dat Michael Felon, ondersteund door een kruk, de supermarkt in loopt en enkele minuten later eruit komt met een sixpack bier. Meteen als hij naar buiten loopt trekt hij de eerste al open.
‘Hmm, ga naar de eigenaar en kijk of je meer beelden kan verzamelen van winkels in de buurt, ik wil weten waar die is.’
‘Oke meneer, ga ik doen. Ik neem Chase mee, is dat goed meneer?’
‘Is goed. Enne Audrey..’
‘Ja?’
‘Pas op, je komt niet zo maar bij de SAS, daar moet je écht goed voor zijn’
Een klein glimlachje verschijnt op het gezicht van Audrey, ‘ben ik ook , en ik heb Chase.’
‘Waarom zijn we hier ookal weer?’
De man in pak houdt zijn kaken stil op elkaar.
‘Kom op, trek je mond open man’ bijt Sidney O’Donell de man in het pak toe. ‘Ik heb minimaal het recht op een telefoontje, en daarnaast mag je me naar Nederlandse wet niet vast houden zonder mij formeel aan te klagen! Dus, zeg op’
De man trekt een gemene glimlach. ‘Wie zegt dat je nog in Nederlands bent, Meneer O’Donnel?
Hoofdinspecteur Johnson loopt naar een man in pak. De man staat voorover gebogen over een burau, te kijken naar het computerscherm van een collega van de MIVD. Hij klopt op zijn schouder.
‘AIVD verbindingsofficier toch?’
‘Klopt, James is de naam’, de man heeft een vriendelijke klank in zijn stem en steekt zijn hand uit.
‘Johnson is de naam. Wanneer zijn de arrestanten hier?’
‘Sorry?’ de man kijkt onschuldig naar de hoofdinspecteur.
‘De arrestanten, je weet wel. O’Donnel, Pierce, de twee opgepakte leden van zijn team?’
‘Ik weet van niets, u zegt net toch dat ze gearresteerd zijn? ‘
‘Ja, ik kreeg een telefoontje van jullie dat ze in hechtenis waren.’
‘Nou, ik weet van niets, en ik krijg elke tien minuten een update, heb je een kantoor? Gaan we even bellen.’
‘Ja, volg mij maar’
De hoofdinspecteur leidt de verbindingsofficier naar zijn eigen kantoor. Johnson pakt zijn blackberry en toetst de sneltoets 3 in, het AIVD coordinatie centrum.
‘Steve hier’
‘Steve, Cameron hier, kan jij kijken of er melding is gemaakt met betrekking tot het arresteren van twee ex-militairen? Neem de databases van het Ministerie van Defensie en de rijksoverheid maar mee’
‘Momentje Cameron’. Johnson hoort aan de andere kant het tikken van de vingers op het toetsenbord van de AIVD medewerker.
‘Cameron?’
‘Zeg het maar’
‘Er is de afgelopen 24 uur geen melding gedaan van enige arrestatie door de AIVD of de MIVD, moet ik verder terug gaan?’
‘Nee dat is niet nodig’, Cameron zucht even, ‘enige aanwijzing dat er gebeld is naar de rijkspolitie?’
‘Moment’
Tik, tik, tik, dat is wat Cameron hoort.
‘Cameron?’
‘Ja, zeg het maar’
‘Er is niet gebeld met de rijkspolitie met enige AIVD telefoon’
‘Zeker?’
‘Helemaal zeker, tenzij is verder terug moet dan 24uur, MvD, MIVD én de AIVD hebben niet gebeld met de rijkspolitie, of enige lagere politiemacht in de afgelopen 24uur’
‘Oke, dankje Steve, bel als je iets vreemds tegen komt!’
‘Zal ik doen’
‘Nou baas, wij hebben niemand’ zegt James tegen Johnson
‘Wie heeft ons dan gebeld...’
Ondertussen, op het ziekenhuis
Het zijn bruine ogen, boven een lange witte jas die de ontdekking doen. De oplossing kleurt niet correct. Reageert niet naar verwachting op de reagens. Dit is geen natuurlijke reactie geweest. Ze is vergiftigd!
Bij het rendez-vous
‘Oke heren.’ Michael stapt door de deur die zijn ziektebed met de vergaderkamer scheidt. ‘Deze ochtend ben ik aangevallen in mijn huis. Ben neergeschoten door een sniper. De man betrad mijn huis, vocht met mij. Wat er daarna gebeurde weet ik niet. Ik ben ongeveer een uur ‘out’ geweest. Toen ik bij kwam was hij weg. De man, heb ik herkend aan zijn ogen. Blauw-groen en sluik haar dat kan maar één persoon zijn.’
‘Agent Cunnigham’ zegt Keith
‘Onze vroegere kameraad ja’
Op het politiebureau
‘Meneer, we hebben een aanwijzing.’
‘Uh, Audrey was het toch?’
‘Klopt meneer’
‘Nou vertel’, hoofdinspecteur Johnson loopt mee.
‘We hebben camera beelden van een supermarkt in de buurt van het Morgans’
‘Ja….?’
‘Felon staat erop. Hij hinkt en koopt een sixpack bier.’
‘Laat zien’
Audrey klikt een paar keer met haar muis en een korrelig beeld loopt. Te zien is dat Michael Felon, ondersteund door een kruk, de supermarkt in loopt en enkele minuten later eruit komt met een sixpack bier. Meteen als hij naar buiten loopt trekt hij de eerste al open.
‘Hmm, ga naar de eigenaar en kijk of je meer beelden kan verzamelen van winkels in de buurt, ik wil weten waar die is.’
‘Oke meneer, ga ik doen. Ik neem Chase mee, is dat goed meneer?’
‘Is goed. Enne Audrey..’
‘Ja?’
‘Pas op, je komt niet zo maar bij de SAS, daar moet je écht goed voor zijn’
Een klein glimlachje verschijnt op het gezicht van Audrey, ‘ben ik ook , en ik heb Chase.’
‘Waarom zijn we hier ookal weer?’
De man in pak houdt zijn kaken stil op elkaar.
‘Kom op, trek je mond open man’ bijt Sidney O’Donell de man in het pak toe. ‘Ik heb minimaal het recht op een telefoontje, en daarnaast mag je me naar Nederlandse wet niet vast houden zonder mij formeel aan te klagen! Dus, zeg op’
De man trekt een gemene glimlach. ‘Wie zegt dat je nog in Nederlands bent, Meneer O’Donnel?
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Wat hebben we aan voorraden?’ Michael kijkt over de tafel naar de mannen.
‘Ik heb een 9 mile, een vest, enkele gevulde magazijnen en een doos losse kogels, een tweetal 60mm fragmentatie granaten en een fosforgranaat Mike’ zegt Nicolaas. Jeremy pakt zijn tas van de grond en legt een voor een de spullen op tafel.
‘Een Zwitsers mes, twee leger messen, twee 9mm handwapens, enkele magazijnen en een 60mm fragmentatie granaat’
‘Keith?’ zegt Michael.
‘Uh, ja tuurlijk.’ Keith pakt zijn schoudertas en laad de spullen een voor een op tafel. ‘Een verbanddoos, 4 9mm pistolen, 25 gevulde magazijnen, 4 lege magazijnen, 5 fragmentatie granaten, en..’ Keith staat op en loopt naar een kasdeur. Hij trekt de kastdeur open en haalt er een M-16 automatisch wapen uit. ‘Een M-16 dames en heren’.
‘Nice Keith, nice. Daar hebben we wat aan, oke heren. Plan de campagne..’
‘He Brian, weet jij iets van Michael?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, wat er is gebeurd vanmorgen met hem enzo’
‘Ik weet dat hij gezocht wordt, en volgens die dokter, die Ian of zo’
‘Ja..’
‘Die zei dat je het had uitgemaakt en dat je daarna iets met je hart kreeg of zo, daarom ben je bewusteloos geraakt.’
‘Ik heb wat gedaan?’
‘Het uitgemaakt, blijkbaar’
‘Is dat waarom je hier bent Brian?’
‘Niet echt, ik ben hier omdat je alleen bent, en omdat mn pa is opgepakt.’
‘Je pa? Wat is er aan de hand, pakken ze het hele team op of zo?’
‘Ja Em, dat is wat er gebeurd.’
‘Oke, Jeremy, jij en Nicolaas gaan naar het huis van O’Donnel en Pierce, zoek uit wat er gebeurd is en zoek hun deel van de documenten. Keith en ik gaan naar mijn huis om Agent Cunningham te gaan zoeken, en uiteraard mijn deel van de documenten op te halen’.
‘Oke baas, komt in orde’ Jeremy staat op en pakt een deel van de voorraden.
‘Jeremy, Nicolaas, niet schieten om te doden!’
Jeremy en Nicolaas knikken.
Hoofdstuk 12
Hij zit op een kantoor. Netjes in een overhemd en een pantalon. De rode stropdas zit recht vanaf zijn kin naar beneden en stopt ongeveer tien centimeter boven zijn navel. Hij tikt zenuwachtig op het bureau voor hem. De man die aan de andere kant van het bureau hoort is even weggelopen om een kopje koffie voor hen beide te halen. Hij hoort in de gang stappen in zijn richting komen.
‘Zo meneer South, een kopje koffie’
‘Dank u meneer’
‘Zeg het maar, waar bent u hier voor?’
‘Ik kom voor de vacature van systeembeheer meneer’
‘Aha, juist, zullen we je CV even bekijken?’
‘Graag meneer’
‘Eens even zien. 23jaar en net een HBO IT afgerond zie ik?’
‘Dat klopt meneer’
‘Waarom wilt u dan systeem beheer doen? Dat is, met alle respect, een baan waar MBO voor staat.’
‘Omdat het me simpelweg leuk lijkt meneer, dat hele leidinggeven gebeuren vind ik niets’
‘Ah juist, hmmm. En heeft uw opleiding genoten bij het leger zie ik?’
‘Dat is correct meneer’
‘Waarom werk je daar niet meer?’
‘uh, ik vond het er niet meer zo leuk meneer. En met die kansen om uitgezonden te worden en dergelijke, ik wilde er gewoon weg.’
‘Klinkt plausibel, ik zal er over nadenken meneer Chester, ik bel u, even kijken, donderdag terug, akkoord?’
‘Ja is goed, spreek ik u dan’ Keith staat op en schud de hand van de HRM manager. Keith loopt het kantoor van de manager uit. Hij sluit de eikenhouten deur achter zich. Hij loopt door de gang en komt uit bij de lobby. Hij staat drie hoog achter een glazen plaat. Als hij naar beneden kijkt ziet hij een drietal mannen in leger tenue staan. Ze kijken om zich heen,duidelijk verveeld. Hij pakt zijn portemonnee en het vervangt het ID bewijs wat erin zit door een ander ID, een militaire. Het pasje wat hij uit zijn portemonnee haalt steekt hij onder de zool van zijn rechter schoen in een verborgen verhoging van zijn zool. Hij draait zich om en treedt de lift in. Als hij de lobby in komt loopt hij twee mannen in leger tenue tegen het lijf.
‘Meneer Chester?’
‘Uh, ken ik niet heren, mag ik passeren?’
‘Heel grappig meneer Chester, mijn naam is meneer Felon, en u moet nu terug komen naar de basis, de baas heeft ons gestuurd om u op te halen, u bent niet op werk verschenen vanmorgen, op deserteren staat een gevangenisstraf he, kom nou maar mee’
‘Is goed heren, ik kom al, ik kom al’
‘Wat was je aan het doen Meneer Chester?’
‘Niets bijzonders’
‘Tuurlijk, wil je eruit of zo Chester?’
‘Noem me maar Keith, meneer Felon’
‘Noem mij dan maar Michael, wat doe je normaal gesproken?’
‘Officieel beman ik de IT divisie Míchael’ zegt Keith met de nadruk op de naam van Michael.
‘En onofficieel?’
Keith kijkt schuin naar Michael, schenkt hem een scheve glimlach. ‘Geloof me, iets wat ik niet wil doen, en jij niet wil weten…’
‘Ik heb een 9 mile, een vest, enkele gevulde magazijnen en een doos losse kogels, een tweetal 60mm fragmentatie granaten en een fosforgranaat Mike’ zegt Nicolaas. Jeremy pakt zijn tas van de grond en legt een voor een de spullen op tafel.
‘Een Zwitsers mes, twee leger messen, twee 9mm handwapens, enkele magazijnen en een 60mm fragmentatie granaat’
‘Keith?’ zegt Michael.
‘Uh, ja tuurlijk.’ Keith pakt zijn schoudertas en laad de spullen een voor een op tafel. ‘Een verbanddoos, 4 9mm pistolen, 25 gevulde magazijnen, 4 lege magazijnen, 5 fragmentatie granaten, en..’ Keith staat op en loopt naar een kasdeur. Hij trekt de kastdeur open en haalt er een M-16 automatisch wapen uit. ‘Een M-16 dames en heren’.
‘Nice Keith, nice. Daar hebben we wat aan, oke heren. Plan de campagne..’
‘He Brian, weet jij iets van Michael?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou, wat er is gebeurd vanmorgen met hem enzo’
‘Ik weet dat hij gezocht wordt, en volgens die dokter, die Ian of zo’
‘Ja..’
‘Die zei dat je het had uitgemaakt en dat je daarna iets met je hart kreeg of zo, daarom ben je bewusteloos geraakt.’
‘Ik heb wat gedaan?’
‘Het uitgemaakt, blijkbaar’
‘Is dat waarom je hier bent Brian?’
‘Niet echt, ik ben hier omdat je alleen bent, en omdat mn pa is opgepakt.’
‘Je pa? Wat is er aan de hand, pakken ze het hele team op of zo?’
‘Ja Em, dat is wat er gebeurd.’
‘Oke, Jeremy, jij en Nicolaas gaan naar het huis van O’Donnel en Pierce, zoek uit wat er gebeurd is en zoek hun deel van de documenten. Keith en ik gaan naar mijn huis om Agent Cunningham te gaan zoeken, en uiteraard mijn deel van de documenten op te halen’.
‘Oke baas, komt in orde’ Jeremy staat op en pakt een deel van de voorraden.
‘Jeremy, Nicolaas, niet schieten om te doden!’
Jeremy en Nicolaas knikken.
Hoofdstuk 12
Hij zit op een kantoor. Netjes in een overhemd en een pantalon. De rode stropdas zit recht vanaf zijn kin naar beneden en stopt ongeveer tien centimeter boven zijn navel. Hij tikt zenuwachtig op het bureau voor hem. De man die aan de andere kant van het bureau hoort is even weggelopen om een kopje koffie voor hen beide te halen. Hij hoort in de gang stappen in zijn richting komen.
‘Zo meneer South, een kopje koffie’
‘Dank u meneer’
‘Zeg het maar, waar bent u hier voor?’
‘Ik kom voor de vacature van systeembeheer meneer’
‘Aha, juist, zullen we je CV even bekijken?’
‘Graag meneer’
‘Eens even zien. 23jaar en net een HBO IT afgerond zie ik?’
‘Dat klopt meneer’
‘Waarom wilt u dan systeem beheer doen? Dat is, met alle respect, een baan waar MBO voor staat.’
‘Omdat het me simpelweg leuk lijkt meneer, dat hele leidinggeven gebeuren vind ik niets’
‘Ah juist, hmmm. En heeft uw opleiding genoten bij het leger zie ik?’
‘Dat is correct meneer’
‘Waarom werk je daar niet meer?’
‘uh, ik vond het er niet meer zo leuk meneer. En met die kansen om uitgezonden te worden en dergelijke, ik wilde er gewoon weg.’
‘Klinkt plausibel, ik zal er over nadenken meneer Chester, ik bel u, even kijken, donderdag terug, akkoord?’
‘Ja is goed, spreek ik u dan’ Keith staat op en schud de hand van de HRM manager. Keith loopt het kantoor van de manager uit. Hij sluit de eikenhouten deur achter zich. Hij loopt door de gang en komt uit bij de lobby. Hij staat drie hoog achter een glazen plaat. Als hij naar beneden kijkt ziet hij een drietal mannen in leger tenue staan. Ze kijken om zich heen,duidelijk verveeld. Hij pakt zijn portemonnee en het vervangt het ID bewijs wat erin zit door een ander ID, een militaire. Het pasje wat hij uit zijn portemonnee haalt steekt hij onder de zool van zijn rechter schoen in een verborgen verhoging van zijn zool. Hij draait zich om en treedt de lift in. Als hij de lobby in komt loopt hij twee mannen in leger tenue tegen het lijf.
‘Meneer Chester?’
‘Uh, ken ik niet heren, mag ik passeren?’
‘Heel grappig meneer Chester, mijn naam is meneer Felon, en u moet nu terug komen naar de basis, de baas heeft ons gestuurd om u op te halen, u bent niet op werk verschenen vanmorgen, op deserteren staat een gevangenisstraf he, kom nou maar mee’
‘Is goed heren, ik kom al, ik kom al’
‘Wat was je aan het doen Meneer Chester?’
‘Niets bijzonders’
‘Tuurlijk, wil je eruit of zo Chester?’
‘Noem me maar Keith, meneer Felon’
‘Noem mij dan maar Michael, wat doe je normaal gesproken?’
‘Officieel beman ik de IT divisie Míchael’ zegt Keith met de nadruk op de naam van Michael.
‘En onofficieel?’
Keith kijkt schuin naar Michael, schenkt hem een scheve glimlach. ‘Geloof me, iets wat ik niet wil doen, en jij niet wil weten…’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Goed om te horen Yannick! Ik zal morgen een nieuw stuk erop zetten!
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Iets later dan een dag helaas, maar alsnog.
============================
‘Waarom pakken ze het team op Brian?’
‘Dont know Em, het feit is alleen dat mijn pa en nog een lid al is opgepakt, en schijnbaar is er ook een opsporingsverzoek uitgegaan voor Michael’
‘Maar wat kan die in hemelsnaam hebben gedaan?’
‘In ieder geval wordt hij gezocht voor moord, de rest voor samenzwering met een crimineel, meer weet ik ook niet’
‘Wat is jouw opdracht in dit geval Brian?’
‘Oprdracht? Opdracht? Wat bedoel je?’
‘Moet jij niet iets doen van je pa, als hij wordt opgepakt?’
‘uh, nee, niet dat ik weet’
‘oh, nou, ik eh wel!’
Hoofdstuk 13
Dokter Robert McFadden loopt door de wit-groene gangen van het ziekenhuis. Hij loopt zijn routine rondje, een check langs zijn patienten. Hij komt bij de 400 sectie. Allen individuele kamers in deze sectie. Hij kijkt op zijn blaadje en ziet dat de eerste kamer 403 is. Mevr Jones, Emily Jones lag hier. Eens zien, een zwaar psychisch trauma had lichamelijke klachten gegeven en ze lag hier ter observatie. Hij klopte op de deur. Iets dat hij altijd deed in deze sectie. Hij krijgt geen gehoor en klopt nogmaals. ‘Mevrouw Jones, dokter McFadden hier, ik kom naar binnen om uw status te controleren’. Hij haalt de hendel naar beneden en loopt de kamer binnen. Het gordijn rond het bed is op getrokken. Hij verwijdert het gordijn, en het bed is leeg.
Ze zit in een rolstoel. Hij loopt erachter en duwt haar rustig naar voren. Ogenschijnlijk rustig, op het oog lijkt het normaal. Ze wandelen rustig het ziekenhuis uit terwijl dokter McFadden naar de balie belt om te vragen waar Emily in hemels naam naar toe is gegaan.
Hoofdstuk 14
‘Keith’
‘Ja Mike?’
‘Ga links volgende afslag’
‘Mike, we moeten rechtdoor, anders komen we niet bij je huis’
‘Mijn huis is een plaats delict, daar gaan we niet naar toe’
‘Oke chef, links dus’
‘Ja links, einde weer links, dan rechts’. Keith gooit het stuur om, wat hem op luid getoeter komt te staan. Hij rijdt een hobbelige straat in. Staat is belegd met zogenaamde kinderkopjes. Hij gaat het einde links, en de eerste straat erna rechts. Hij ziet meerdere telecom winkels naast elkaar.
‘Wacht hier op me, ben in 5minuutjes terug’. Als Michael de auto uit stapt moet die denken aan een natte november avond, zo een jaar geleden.
Emily had in zijn armen gelegen. Ze hadden gewoonweg uren in elkaar armen elkaar geknuffeld. Hij was net twee weken terug van zijn tour in Afganistan. ‘Em’ had hij op een serieuze toon gezegd. Hij verbrak de stille lucht, zwanger van liefde. Ze had zich om gedraaid. Ze keek verlieft naar haar militair. ‘jaaaaa Mikey?’.
‘Hier neem dit kaartje’. Hij had serieus gekeken.
‘Mike, wat is er? Je maakt me bang’ had ze terug gezegd.
‘Hier, neem het kaartje. Het eerste nummer is een nummer wat je kan bellen als je mij op normale nummers niet kan begrijpen, als de situatie zich voor doet snap je het wel. Bel me, belooft?’
‘uh...is goed denk ik’
‘Laat het briefje nooit, maar dan ook nooit ergens slingeren, hou het altijd bij je!’
‘uh..doe ik, ik stop het wel in mijn bh of hipster’
‘Ja doe dat, altijd bij je houden oke?’
‘Ja..Ja doe ik! Waar is dat tweede nummer voor eigenlijk?’
Michael kijkt neer. ‘Dat nummer’ hij zucht, ‘kan je bellen als er wat gebeurd met mij, als ik een onverklaarbaar ongeluk krijg, of plotseling verdwijn’
‘Wat...maar wat? Ik snap het niet Mike, je maakt me bang’
‘Wees niet bang, Em, wees niet bang, het is alleen voor de zekerheid oke?’
‘Oke, uh, ik bewaar het wel goed’
Hij schud met zijn hoofd, de herinnering weg duwend. Hij moest zich concentreren. Hij loopt de eerste telecom zaak in.
‘Hallo, twee goedkope mobile telefoons en een prepaid sim-kaart alstublieft’
‘Uh, tuurlijk meneer’ de verkoper kijkt vreemd op, maar ja, gewoon doen. ‘Twee dezelfde telefoons meneer? ‘
‘Ja is best’
‘Dat is dan 45 euro, twee maal twintig voor de telefoons, en eenmaal vijf voor de simkaart’.
Michael rekent contant af en loopt de winkel uit. Hij gaat naar nog drie telecom winkels en doet daar hetzelfde. Hij loopt terug naar de auto. Hij tikt met zijn elleboog op het raam waar keith tegenaan hangt met zijn ogen dicht. Hij schikt en doet de deur open.
‘Wat heb jij gedaan?’
‘Wegwerp telefoontjes gekocht’
‘Acht telefoons en 7 simkaartjes? Mis je niet iets?’
‘Nee, rij maar Noordwaars de stad uit’
‘Oke chef, jij zegt het maar’ zegt Keith iets wat sarcastisch naar Michael. ‘Nog meer wensen baas?’
‘Nope, gewoon rijden’
Keith rijdt zoals gezegd Noordwaarts. Micheal, rechts van hem op de bijrijderstoel zit met 8 doosjes van goedkope telefoons bij zijn benen. Hij pakt uit zijn borstzakje een simkaartje wat hij altijd bij zich heeft. Altijd. Keith kijkt naar rechts.
‘Je gaat toch niet je simkaart in die telefoon stoppen he?’
‘Ja wel’
‘Ze kunnen ons dan traceren he, met je sim kaart en de telefoontorens. Op de 3 meter nauwkeurig’
‘Er zit geen GPS in’ antwoord Michael terwijl hij druk bezig is met het open maken van het eerste telefoondoosje. Het simkaartje zit ondertussen tussen zijn tanden.
‘Telefoon torens mafkees, op de 10 meter nauwkeurig is dat, nog steeds teveel’
‘Het ish niet mn abbo kaart sslim’ antwoord Michael. Hij kijkt op en neemt het kaartje even uit zijn mond en zegt ‘Er is over nagedacht Keith, ik kan niet zonder der’
‘Mike, waar heb je het over?’
‘Emily, ze heeft het nummer van dit kaartje, zo kan ze me bereiken’
‘Zo kunnen ze ons vinden he, dat snap je toch wel?’
‘Alleen als Emily het nummer opgeeft, en dat doet ze niet, ze snapt hoe belangrijk dat is’
‘Oke, jij zegt het Mike, maar als vriend en IT specialist zeg ik je, dit gaat fout aflopen’
Michael heeft ondertussen de telefoon uit het doosje gehaald. Met wat geharrewar probeert hij het kaartje erin te stoppen, maar met een halve hand in verband is dat nog niet eenvoudig. ‘Godver’ mompelt Michael.
============================
‘Waarom pakken ze het team op Brian?’
‘Dont know Em, het feit is alleen dat mijn pa en nog een lid al is opgepakt, en schijnbaar is er ook een opsporingsverzoek uitgegaan voor Michael’
‘Maar wat kan die in hemelsnaam hebben gedaan?’
‘In ieder geval wordt hij gezocht voor moord, de rest voor samenzwering met een crimineel, meer weet ik ook niet’
‘Wat is jouw opdracht in dit geval Brian?’
‘Oprdracht? Opdracht? Wat bedoel je?’
‘Moet jij niet iets doen van je pa, als hij wordt opgepakt?’
‘uh, nee, niet dat ik weet’
‘oh, nou, ik eh wel!’
Hoofdstuk 13
Dokter Robert McFadden loopt door de wit-groene gangen van het ziekenhuis. Hij loopt zijn routine rondje, een check langs zijn patienten. Hij komt bij de 400 sectie. Allen individuele kamers in deze sectie. Hij kijkt op zijn blaadje en ziet dat de eerste kamer 403 is. Mevr Jones, Emily Jones lag hier. Eens zien, een zwaar psychisch trauma had lichamelijke klachten gegeven en ze lag hier ter observatie. Hij klopte op de deur. Iets dat hij altijd deed in deze sectie. Hij krijgt geen gehoor en klopt nogmaals. ‘Mevrouw Jones, dokter McFadden hier, ik kom naar binnen om uw status te controleren’. Hij haalt de hendel naar beneden en loopt de kamer binnen. Het gordijn rond het bed is op getrokken. Hij verwijdert het gordijn, en het bed is leeg.
Ze zit in een rolstoel. Hij loopt erachter en duwt haar rustig naar voren. Ogenschijnlijk rustig, op het oog lijkt het normaal. Ze wandelen rustig het ziekenhuis uit terwijl dokter McFadden naar de balie belt om te vragen waar Emily in hemels naam naar toe is gegaan.
Hoofdstuk 14
‘Keith’
‘Ja Mike?’
‘Ga links volgende afslag’
‘Mike, we moeten rechtdoor, anders komen we niet bij je huis’
‘Mijn huis is een plaats delict, daar gaan we niet naar toe’
‘Oke chef, links dus’
‘Ja links, einde weer links, dan rechts’. Keith gooit het stuur om, wat hem op luid getoeter komt te staan. Hij rijdt een hobbelige straat in. Staat is belegd met zogenaamde kinderkopjes. Hij gaat het einde links, en de eerste straat erna rechts. Hij ziet meerdere telecom winkels naast elkaar.
‘Wacht hier op me, ben in 5minuutjes terug’. Als Michael de auto uit stapt moet die denken aan een natte november avond, zo een jaar geleden.
Emily had in zijn armen gelegen. Ze hadden gewoonweg uren in elkaar armen elkaar geknuffeld. Hij was net twee weken terug van zijn tour in Afganistan. ‘Em’ had hij op een serieuze toon gezegd. Hij verbrak de stille lucht, zwanger van liefde. Ze had zich om gedraaid. Ze keek verlieft naar haar militair. ‘jaaaaa Mikey?’.
‘Hier neem dit kaartje’. Hij had serieus gekeken.
‘Mike, wat is er? Je maakt me bang’ had ze terug gezegd.
‘Hier, neem het kaartje. Het eerste nummer is een nummer wat je kan bellen als je mij op normale nummers niet kan begrijpen, als de situatie zich voor doet snap je het wel. Bel me, belooft?’
‘uh...is goed denk ik’
‘Laat het briefje nooit, maar dan ook nooit ergens slingeren, hou het altijd bij je!’
‘uh..doe ik, ik stop het wel in mijn bh of hipster’
‘Ja doe dat, altijd bij je houden oke?’
‘Ja..Ja doe ik! Waar is dat tweede nummer voor eigenlijk?’
Michael kijkt neer. ‘Dat nummer’ hij zucht, ‘kan je bellen als er wat gebeurd met mij, als ik een onverklaarbaar ongeluk krijg, of plotseling verdwijn’
‘Wat...maar wat? Ik snap het niet Mike, je maakt me bang’
‘Wees niet bang, Em, wees niet bang, het is alleen voor de zekerheid oke?’
‘Oke, uh, ik bewaar het wel goed’
Hij schud met zijn hoofd, de herinnering weg duwend. Hij moest zich concentreren. Hij loopt de eerste telecom zaak in.
‘Hallo, twee goedkope mobile telefoons en een prepaid sim-kaart alstublieft’
‘Uh, tuurlijk meneer’ de verkoper kijkt vreemd op, maar ja, gewoon doen. ‘Twee dezelfde telefoons meneer? ‘
‘Ja is best’
‘Dat is dan 45 euro, twee maal twintig voor de telefoons, en eenmaal vijf voor de simkaart’.
Michael rekent contant af en loopt de winkel uit. Hij gaat naar nog drie telecom winkels en doet daar hetzelfde. Hij loopt terug naar de auto. Hij tikt met zijn elleboog op het raam waar keith tegenaan hangt met zijn ogen dicht. Hij schikt en doet de deur open.
‘Wat heb jij gedaan?’
‘Wegwerp telefoontjes gekocht’
‘Acht telefoons en 7 simkaartjes? Mis je niet iets?’
‘Nee, rij maar Noordwaars de stad uit’
‘Oke chef, jij zegt het maar’ zegt Keith iets wat sarcastisch naar Michael. ‘Nog meer wensen baas?’
‘Nope, gewoon rijden’
Keith rijdt zoals gezegd Noordwaarts. Micheal, rechts van hem op de bijrijderstoel zit met 8 doosjes van goedkope telefoons bij zijn benen. Hij pakt uit zijn borstzakje een simkaartje wat hij altijd bij zich heeft. Altijd. Keith kijkt naar rechts.
‘Je gaat toch niet je simkaart in die telefoon stoppen he?’
‘Ja wel’
‘Ze kunnen ons dan traceren he, met je sim kaart en de telefoontorens. Op de 3 meter nauwkeurig’
‘Er zit geen GPS in’ antwoord Michael terwijl hij druk bezig is met het open maken van het eerste telefoondoosje. Het simkaartje zit ondertussen tussen zijn tanden.
‘Telefoon torens mafkees, op de 10 meter nauwkeurig is dat, nog steeds teveel’
‘Het ish niet mn abbo kaart sslim’ antwoord Michael. Hij kijkt op en neemt het kaartje even uit zijn mond en zegt ‘Er is over nagedacht Keith, ik kan niet zonder der’
‘Mike, waar heb je het over?’
‘Emily, ze heeft het nummer van dit kaartje, zo kan ze me bereiken’
‘Zo kunnen ze ons vinden he, dat snap je toch wel?’
‘Alleen als Emily het nummer opgeeft, en dat doet ze niet, ze snapt hoe belangrijk dat is’
‘Oke, jij zegt het Mike, maar als vriend en IT specialist zeg ik je, dit gaat fout aflopen’
Michael heeft ondertussen de telefoon uit het doosje gehaald. Met wat geharrewar probeert hij het kaartje erin te stoppen, maar met een halve hand in verband is dat nog niet eenvoudig. ‘Godver’ mompelt Michael.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Een nieuw stukje, hopelijk vinden jullie het wat:
=========================
‘Dankje Brian’
‘Geen probleem Em’
Emily trekt haar wenkbrauw op en kijkt naar Brian
‘-ily, geen probleem Emily’
‘Wil je me naar een telefooncel rijden alsjeblieft?’
‘Uh, ja best, waarom?’
‘Michael was vanmiddag bij me, ik moet hem bellen!’
‘Wat?’
‘Michael, die vrouw zei dat Michael er was geweest’
‘Welke vrouw?’
‘De vrouw, tegenover mij op mijn kamer..’
‘Emily, je lag op de individuele afdeling’
‘Wat, maar…uhm, ik moet toch bellen!’
‘Sure, hier heb je mijn telefoon’
‘Nee, in een telefooncel!’
‘Oh, oke rustig, ik rijd je wel naar een telefooncel hier in de buurt, is 5minuutjes lopen’
‘Dankje Brian, is lief van je’
‘Ik wil je baas spreken’
‘Mevr McAllister?’
‘Als dat de baas is, ja’ zegt Sidney O’Donnel, ‘en fijn dat je eindelijk je stilzwijgen hebt verbroken’
De bewaker draait zich van de vastgebonden Sidney af. Hij doet de deur open en loopt weg. Sidney zit op een goedkope houten stoel, vermoedelijk van de IKEA. Zijn handen zijn met plastic, tie-rip achtige handboeien vast gezet. De muren zijn van grijs beton, hij ziet een klein raampje met licht. Ze zijn in ieder geval nog in Europa..
De deur gaat weer open. De bewaker doet een bivakmuts achterstevoren op het hoofd van Sidney. Agent McAllister loopt naar binnen en stuurt de bewaker weer weg.’ Waar wil je me over spreken’.
‘ Waarom heb je ons opgepakt?’ zegt Sidney door de bivakmuts
McAllister voelt haar telefoon overgaan in haar broekzak. Ze drukt op het knopje aan de linkerzijkant van haar telefoon om het inkomende telefoontje weg te drukken.
‘Zo, we zijn bij de telefooncel, moet ik je even helpen?’
‘Nee, ik kan wel staan’ Emily staat moeizaam op uit haal rolstoel. En zet onvast twee stappen om in de telefooncel te gaan staan. Ze pakt het kaartje uit haar bh en draait het eerste nummer. Ze hoort de telefoon niet overgaan, maar krijgt een bandje. ‘Het nummer dat u probeert te bereiken is momenteel niet in gebruik. Controleer of u het nummer goed heb ingevoerd of probeer het later opnieuw.’. Emily grift het tijdstip in haar geheugen, het is 16.24, over 12uur zou ze het weer proberen. Ze draait vervolgens het tweede nummer, zoals geïnstrueerd. De telefoon gaat drie maal over, dan gaat de telefoon naar de voicemail. Ze wordt duidelijk weggedrukt. Ze luistert naar de voicemail. ‘You reached the voicemail of Special Agent McAllister, please leave your name and phone number, I will call you back as soon as I am able to’
‘Ho, Ho, stop hier even’ Michael wijst naar de kant van de weg. ‘Ga jij even geld halen’ zegt hij met een glimlach. Michael haalt zijn portemonnee uit zijn zak en haalt er een blauw-geel kaartje uit. Keith trekt zijn wenkbrauw op. ‘Een creditcard?’.
‘Heel goed gezien’ antwoord Michael, ‘een creditcard, en dat met jouw ongeoefende ogen’ zegt hij spottend. ‘Vier nul vier zes is de code’.
‘Uhm, Mike, je weet dat ze creditcard gegevens op kunnen vragen he’
‘Ja. Ga nu maar’
‘Uh, oke joh, ik ga al’
Keith stapt uit de auto en loopt naar de geldautomaat. Hij kijkt op de kaart. Als naam staat vermeld “John Doe”. Keith lacht voor zichzelf, de Amerikaanse benaming voor “Meneer onbekend”, geniaal, geen Nederlandse callcenter dame die daaraan denkt. Hij tikt de code in, vier nul vier zes. Hij trekt 250 euro uit de automaat, het maximum per dag.
‘Slim, John Doe op dat ding laten zetten’ zeg Keith als die weer in de auto stapt. Hij geeft het geld over aan Michael.
‘Leuk he, maar ik schat dat ze er al achter zijn, en dat is ook de bedoeling.’
‘He, wat?’
‘Ik heb met dit ding betaald vanmiddag, de bier’
‘Ja dus?’
‘Ik ga er vanuit dat ze de camera beelden al hebben gezien, en de betaling hebben opgevraagd’
‘Waarom doen we dit dan?’
‘Om ze op het verkeerde spoor te zetten, we zijn noordwaarts gegaan, maar we moeten naar het westen’
‘Slim, slim’
‘Ik heb zo mijn momenten’ antwoord Michael stoïcijns. ‘Ik heb zo mijn momenten’ herhaalt hij zachtjes voor zichzelf terwijl hij zijn blik naar het raam keert en naar buiten kijkt. Afwezig praat hij tegen het raam aan. ‘Westwaarts Keith, westwaarts’.
Keith wil de sleutel omdraaien als hij zich bedenkt en zich half draait. ‘Hoe denkt ze dat je heet’
‘He? Wat?’ antwoord Michael dromerig.
‘Emily, hoe denkt zij dat je heet, wat is jouw naam voor haar?’
‘Gewoon, Michael natuurlijk’
‘Je achternaam?’
‘Felon’ Michael kijkt naar neer. ‘Michael Felon, dat is mijn naam’
‘Michael Felon? Werkelijk?’ Keith kijkt met een gezicht vol ongeloof naar Michael.
‘Ja echt, Michael Felon’ antwoord Michael met een ontluikende glimlach. ‘Echt’
‘Jij bent echt onverbeterlijk he, oh oh oh’
=========================
‘Dankje Brian’
‘Geen probleem Em’
Emily trekt haar wenkbrauw op en kijkt naar Brian
‘-ily, geen probleem Emily’
‘Wil je me naar een telefooncel rijden alsjeblieft?’
‘Uh, ja best, waarom?’
‘Michael was vanmiddag bij me, ik moet hem bellen!’
‘Wat?’
‘Michael, die vrouw zei dat Michael er was geweest’
‘Welke vrouw?’
‘De vrouw, tegenover mij op mijn kamer..’
‘Emily, je lag op de individuele afdeling’
‘Wat, maar…uhm, ik moet toch bellen!’
‘Sure, hier heb je mijn telefoon’
‘Nee, in een telefooncel!’
‘Oh, oke rustig, ik rijd je wel naar een telefooncel hier in de buurt, is 5minuutjes lopen’
‘Dankje Brian, is lief van je’
‘Ik wil je baas spreken’
‘Mevr McAllister?’
‘Als dat de baas is, ja’ zegt Sidney O’Donnel, ‘en fijn dat je eindelijk je stilzwijgen hebt verbroken’
De bewaker draait zich van de vastgebonden Sidney af. Hij doet de deur open en loopt weg. Sidney zit op een goedkope houten stoel, vermoedelijk van de IKEA. Zijn handen zijn met plastic, tie-rip achtige handboeien vast gezet. De muren zijn van grijs beton, hij ziet een klein raampje met licht. Ze zijn in ieder geval nog in Europa..
De deur gaat weer open. De bewaker doet een bivakmuts achterstevoren op het hoofd van Sidney. Agent McAllister loopt naar binnen en stuurt de bewaker weer weg.’ Waar wil je me over spreken’.
‘ Waarom heb je ons opgepakt?’ zegt Sidney door de bivakmuts
McAllister voelt haar telefoon overgaan in haar broekzak. Ze drukt op het knopje aan de linkerzijkant van haar telefoon om het inkomende telefoontje weg te drukken.
‘Zo, we zijn bij de telefooncel, moet ik je even helpen?’
‘Nee, ik kan wel staan’ Emily staat moeizaam op uit haal rolstoel. En zet onvast twee stappen om in de telefooncel te gaan staan. Ze pakt het kaartje uit haar bh en draait het eerste nummer. Ze hoort de telefoon niet overgaan, maar krijgt een bandje. ‘Het nummer dat u probeert te bereiken is momenteel niet in gebruik. Controleer of u het nummer goed heb ingevoerd of probeer het later opnieuw.’. Emily grift het tijdstip in haar geheugen, het is 16.24, over 12uur zou ze het weer proberen. Ze draait vervolgens het tweede nummer, zoals geïnstrueerd. De telefoon gaat drie maal over, dan gaat de telefoon naar de voicemail. Ze wordt duidelijk weggedrukt. Ze luistert naar de voicemail. ‘You reached the voicemail of Special Agent McAllister, please leave your name and phone number, I will call you back as soon as I am able to’
‘Ho, Ho, stop hier even’ Michael wijst naar de kant van de weg. ‘Ga jij even geld halen’ zegt hij met een glimlach. Michael haalt zijn portemonnee uit zijn zak en haalt er een blauw-geel kaartje uit. Keith trekt zijn wenkbrauw op. ‘Een creditcard?’.
‘Heel goed gezien’ antwoord Michael, ‘een creditcard, en dat met jouw ongeoefende ogen’ zegt hij spottend. ‘Vier nul vier zes is de code’.
‘Uhm, Mike, je weet dat ze creditcard gegevens op kunnen vragen he’
‘Ja. Ga nu maar’
‘Uh, oke joh, ik ga al’
Keith stapt uit de auto en loopt naar de geldautomaat. Hij kijkt op de kaart. Als naam staat vermeld “John Doe”. Keith lacht voor zichzelf, de Amerikaanse benaming voor “Meneer onbekend”, geniaal, geen Nederlandse callcenter dame die daaraan denkt. Hij tikt de code in, vier nul vier zes. Hij trekt 250 euro uit de automaat, het maximum per dag.
‘Slim, John Doe op dat ding laten zetten’ zeg Keith als die weer in de auto stapt. Hij geeft het geld over aan Michael.
‘Leuk he, maar ik schat dat ze er al achter zijn, en dat is ook de bedoeling.’
‘He, wat?’
‘Ik heb met dit ding betaald vanmiddag, de bier’
‘Ja dus?’
‘Ik ga er vanuit dat ze de camera beelden al hebben gezien, en de betaling hebben opgevraagd’
‘Waarom doen we dit dan?’
‘Om ze op het verkeerde spoor te zetten, we zijn noordwaarts gegaan, maar we moeten naar het westen’
‘Slim, slim’
‘Ik heb zo mijn momenten’ antwoord Michael stoïcijns. ‘Ik heb zo mijn momenten’ herhaalt hij zachtjes voor zichzelf terwijl hij zijn blik naar het raam keert en naar buiten kijkt. Afwezig praat hij tegen het raam aan. ‘Westwaarts Keith, westwaarts’.
Keith wil de sleutel omdraaien als hij zich bedenkt en zich half draait. ‘Hoe denkt ze dat je heet’
‘He? Wat?’ antwoord Michael dromerig.
‘Emily, hoe denkt zij dat je heet, wat is jouw naam voor haar?’
‘Gewoon, Michael natuurlijk’
‘Je achternaam?’
‘Felon’ Michael kijkt naar neer. ‘Michael Felon, dat is mijn naam’
‘Michael Felon? Werkelijk?’ Keith kijkt met een gezicht vol ongeloof naar Michael.
‘Ja echt, Michael Felon’ antwoord Michael met een ontluikende glimlach. ‘Echt’
‘Jij bent echt onverbeterlijk he, oh oh oh’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Doyle?’
‘Ja mevrouw’
‘De situatie loopt drastisch uit de hand, je hebt maar de helft van het team op kunnen pakken, de rest is vrij en zich aan het hergroeperen om terug te slaan. Je bent Michael kwijt geraakt, terwijl hij naast je zat in de ambulance. Hoe zit het met de jacht op het team ?’
‘Ze zijn bezig mevrouw, het heeft wat tijd nodig’
‘Tijd heb je gehad Doyle, je bent teruggeroepen. Je vlucht terug naar London staat over een half uur klaar op Rotterdam-The Hague airport. Je dient je bij thuiskomt direct te melden bij MI-5 voor een debriefing‘
‘Ik word van deze zaak af gehaald?’
‘Dat is juist Doyle, iemand anders gaat de zaak vanaf het veld leiden’
‘Maar mevrouw..’
‘Niets te maren, je gaat onderweg en meld je zo snel mogelijk hier’
‘Maar dit is mijn zaak’
‘Niet meer’
‘Maar Helen,..’
‘Doyle, onze relatie is er niet een van voornamen Doyle, jij stapt nu op dat vliegtuig. Je bent herroepen, punt uit’
Emily staat vertwijfelt bij de telefooncel. “Wat nu” vraagt ze zich af.
‘Wat wil je nu dat we doen? Nu plan A geen succes is’ vraagt Brian gekscherend.
‘Uh, naar Mike’s huis kunnen we niet, en mijn ouders wil ik niet in gevaar brengen. Kunnen we naar jouw huis?’
‘ Ja denk het wel, nadat m’n Pa was opgepakt heb ik niemand meer gezien’
‘Laten we dat dan maar doen, hoe ben je hier gekomen?’
‘Auto, makkelijk he?’
Als ze aankomen bij het huis van Brian ligt Emily op de bijrijderstoel te slapen. Brian pakt de ingeklapte rolstoel uit de achterbak en tilt voorzichtig Emily in de stoel. Ze wordt er niet wakker van. Hij rijdt haar naar binnen en legt haar in zijn bed. Heel voorzichtig tilt hij haar op en legt haar neer. Hij geeft Emily een zachte kus op haar voorhoofd, en haar linkerwang. ‘Dat je hier ooit nog zou liggen zeg’ mompelt hij voor zichzelf. Emily maakt een geluidje en draait zich half om. Brian kan een glimlach niet onderdrukken. Hij draait zich om en trekt de deur zachtjes achter zich dicht en loopt de woonkamer in. In de koelkast vindt hij een fles cola en schenkt zich een glas in. Na twee slokken zet hij het glas neer en stapt de trap op, naar boven. Boven aangekomen loopt hij door een deur. Zijn computer kamer in. Buiten twee computers staan er 5 schermen, 7 externe harde schijven. Intern heeft hij een geheugen van 7TB geheugen. ‘Eens zien’ mompelt hij voor zichzelf. Hij trekt een kast open met reserve spullen. Een oprolbaar matje trekt hij uit de kast. Het is een oproltoetsenbordje. Hij pakt zijn laptop en tabletPC en stopt deze met het ‘matje’ in een schoudertas. Hij rommelt nog wat in de kast en pakt er een setje kabel en twee usb-sticks uit. ‘Waar ligt dat ding ook alweer?’ denkt Brian. Hij zoekt wat in de kasten, tilt hier en daar doosjes en bakken op. ‘Ah, juistem’ hij pakt de logitech © muis en stopt deze bij de rest van de spullen in zijn tas. Hij loopt weer naar beneden en pakt het glas cola. Hij neemt nog een slokje. Hij vult het glas aan met Bacardi© rum en nestelt zich in de stoel. ‘Ah..even rust’
‘Waar zijn we naar op weg?’ vraagt Keith.
‘De documenten die we nodig hebben’ antwoord Michael simpel.
‘Heb je die niet thuis liggen?’
‘Ha, ben je gek? Tuurlijk niet. Die dingen liggen niet thuis nee, blijf deze weg nog maar even volgen, we gaan de juiste kant op.
Michael pakt een van de telefoons die hij eerder had gekocht en stoeide met een pre-paid simkaart om deze erin te krijgen. Na een minuut of vijf prutsen zat het kleine onding op z’n plaats. Hij toetste uit zijn hoofd het benodigde nummer in en maakt een belletje.
‘Zo, meneer O’Donell’, ze spreekt met het gezag van een koningin, zelfverzekerd en wetende dat ze de controle heeft.
‘Heeft u enig idee waar we zijn?’
‘Je stelt die vraag terwijl ik hier geblinddoekt ben, al sinds ik gearresteerd ben?’
‘Hmm, goed punt, ik zal ter zake komen dan. Ze buigt naar boven totdat ze net voor het gezicht van Sidney hangt. ‘WAAR ZIJN DE DOCUMENTEN?’ schreeuwt ze hem toe.
‘Welke documenten?’ antwoord Sidney kalm.
‘Ja mevrouw’
‘De situatie loopt drastisch uit de hand, je hebt maar de helft van het team op kunnen pakken, de rest is vrij en zich aan het hergroeperen om terug te slaan. Je bent Michael kwijt geraakt, terwijl hij naast je zat in de ambulance. Hoe zit het met de jacht op het team ?’
‘Ze zijn bezig mevrouw, het heeft wat tijd nodig’
‘Tijd heb je gehad Doyle, je bent teruggeroepen. Je vlucht terug naar London staat over een half uur klaar op Rotterdam-The Hague airport. Je dient je bij thuiskomt direct te melden bij MI-5 voor een debriefing‘
‘Ik word van deze zaak af gehaald?’
‘Dat is juist Doyle, iemand anders gaat de zaak vanaf het veld leiden’
‘Maar mevrouw..’
‘Niets te maren, je gaat onderweg en meld je zo snel mogelijk hier’
‘Maar dit is mijn zaak’
‘Niet meer’
‘Maar Helen,..’
‘Doyle, onze relatie is er niet een van voornamen Doyle, jij stapt nu op dat vliegtuig. Je bent herroepen, punt uit’
Emily staat vertwijfelt bij de telefooncel. “Wat nu” vraagt ze zich af.
‘Wat wil je nu dat we doen? Nu plan A geen succes is’ vraagt Brian gekscherend.
‘Uh, naar Mike’s huis kunnen we niet, en mijn ouders wil ik niet in gevaar brengen. Kunnen we naar jouw huis?’
‘ Ja denk het wel, nadat m’n Pa was opgepakt heb ik niemand meer gezien’
‘Laten we dat dan maar doen, hoe ben je hier gekomen?’
‘Auto, makkelijk he?’
Als ze aankomen bij het huis van Brian ligt Emily op de bijrijderstoel te slapen. Brian pakt de ingeklapte rolstoel uit de achterbak en tilt voorzichtig Emily in de stoel. Ze wordt er niet wakker van. Hij rijdt haar naar binnen en legt haar in zijn bed. Heel voorzichtig tilt hij haar op en legt haar neer. Hij geeft Emily een zachte kus op haar voorhoofd, en haar linkerwang. ‘Dat je hier ooit nog zou liggen zeg’ mompelt hij voor zichzelf. Emily maakt een geluidje en draait zich half om. Brian kan een glimlach niet onderdrukken. Hij draait zich om en trekt de deur zachtjes achter zich dicht en loopt de woonkamer in. In de koelkast vindt hij een fles cola en schenkt zich een glas in. Na twee slokken zet hij het glas neer en stapt de trap op, naar boven. Boven aangekomen loopt hij door een deur. Zijn computer kamer in. Buiten twee computers staan er 5 schermen, 7 externe harde schijven. Intern heeft hij een geheugen van 7TB geheugen. ‘Eens zien’ mompelt hij voor zichzelf. Hij trekt een kast open met reserve spullen. Een oprolbaar matje trekt hij uit de kast. Het is een oproltoetsenbordje. Hij pakt zijn laptop en tabletPC en stopt deze met het ‘matje’ in een schoudertas. Hij rommelt nog wat in de kast en pakt er een setje kabel en twee usb-sticks uit. ‘Waar ligt dat ding ook alweer?’ denkt Brian. Hij zoekt wat in de kasten, tilt hier en daar doosjes en bakken op. ‘Ah, juistem’ hij pakt de logitech © muis en stopt deze bij de rest van de spullen in zijn tas. Hij loopt weer naar beneden en pakt het glas cola. Hij neemt nog een slokje. Hij vult het glas aan met Bacardi© rum en nestelt zich in de stoel. ‘Ah..even rust’
‘Waar zijn we naar op weg?’ vraagt Keith.
‘De documenten die we nodig hebben’ antwoord Michael simpel.
‘Heb je die niet thuis liggen?’
‘Ha, ben je gek? Tuurlijk niet. Die dingen liggen niet thuis nee, blijf deze weg nog maar even volgen, we gaan de juiste kant op.
Michael pakt een van de telefoons die hij eerder had gekocht en stoeide met een pre-paid simkaart om deze erin te krijgen. Na een minuut of vijf prutsen zat het kleine onding op z’n plaats. Hij toetste uit zijn hoofd het benodigde nummer in en maakt een belletje.
‘Zo, meneer O’Donell’, ze spreekt met het gezag van een koningin, zelfverzekerd en wetende dat ze de controle heeft.
‘Heeft u enig idee waar we zijn?’
‘Je stelt die vraag terwijl ik hier geblinddoekt ben, al sinds ik gearresteerd ben?’
‘Hmm, goed punt, ik zal ter zake komen dan. Ze buigt naar boven totdat ze net voor het gezicht van Sidney hangt. ‘WAAR ZIJN DE DOCUMENTEN?’ schreeuwt ze hem toe.
‘Welke documenten?’ antwoord Sidney kalm.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Er is twee uur voorbij gegaan. Brian hoort gestommel in zijn kamer en loopt er naar toe. ‘Ah, je bent wakker’.
‘Jep, niet verwacht dat ik hier wakker zou worden overigens’.
‘Ach, je lag zo lief te slapen, heb je alleen wat verplaatst’
‘Ah, lief’ Emily schenkt Brian een glimlach.
‘Heb je uh..’ ze beweegt met haar hand over haar gezicht.
‘je oude make-up remover die je had laten liggen? Ja die heb ik voor je’
Emily kijkt verwonderd. ‘Niet helemaal wat ik wilde vragen, maar prima.’
‘Wil je dan ook nog de mascara die je had laten liggen?’
‘Heb je dat allemaal bewaart?’
‘Ach, het lag niet in de weg.’
Brian reikt onder zijn bed naar een doos. ‘Hier, alsje’. Hij reikt Emily de make-up remover en de mascara aan.
‘Je weet de weg naar de badkamer nietwaar?’
Hoofdstuk 16
‘He Audrey, wacht even’
Audrey stapte zo gauw ze kon van de bijrijdersstoel af. Op het hoofdkantoor hadden ze een spoor gevonden. Michael was vroeg in de middag richting het centrum gelopen. Met kruk en veel verband móet hij wel een opvallende verschijning geweest zijn!
Chase loopt richting Audrey en drukt op zijn sleutelbos het vergrendel knopje in. De deuren van de auto gaan direct op slot. Een kort drafje brengt Chase links van Audrey.
‘Wat is het plan?’
‘Hmm, ik denk niet dat die vrouwenkledingwinkels heeft bezocht, dus die kunnen we overslaan, loop jij daar naar de McDonalds, dan begin ik aan deze kant bij de turkse bakker, ik zie je over een paar minuten weer’
‘Prima, doen we!’
De eerste paar zaken leveren niets op. Een half uur later komen ze bij een kleine supermarkt. Het is ondertussen 17.10.
‘Chase, loop jij ff mee, dit kan nog wel eens wat werk opleveren, als er wat vakkenvullers werken’
‘Prima Audrey’
Audrey loopt naar de eerste medewerker die ze tegen komt. Het is tevens het enige winkelpersoneel momenteel in de kleine winkel, wat haar enigszins verbaasd
‘Hallo, politie’, Audrey laat haar identificatie zien. ‘Werkte u vanmiddag omstreeks een uur, half twee?’
‘Ja, ik en mijn chef’ antwoordt de timide jongen.
‘Kan je je chef even halen dan alsjeblieft?’
De jongen loopt door een deur waar ‘prive‘ op staat en komt enkele tellen later terug, met een oudere man.
‘Hallo meneer, Rechercheur Smith en Philippo, we willen u beide vragen of er vanmorgen iemand is geweest. Duidelijk gewond en steunend op een kruk’
‘Ik weet precies wie u bedoelt, stevige kerel, linker hand in verband als ik het mij goed herinner’
Audrey kijkt even naar Chase en trekt haar wenkbrauw op. Chase knikt, dat klopt.
‘Ziet hij er soms zo uit?’ Audrey trekt een foto van Michael in uniform uit haar broekzak.
‘Ja! Dat is hem!’
‘Heeft u toevallig video bewaking? Heeft hij met pin-pas of creditcard betaald? Weet u wat hij gekocht heeft?’
‘Och jongedame, videobewaking voor deze toko? Veel te duur joh. Hij heeft wel betaalt met PIN geloof ik ja, ik kan eens kijken wat het transactienummer is’
‘Heel graag’ Audrey klinkt duidelijk opgelucht, als hij hier echt is geweest, kunnen ze mogelijk zijn PIN-pas traceren, kijken of dat ding vaker is gebruikt!
‘Hier’ de oudere man, de chef, komt met een rol papieren aanlopen. Hij vouwt enkele keren. ‘Hier, deze is het. Een six-pack heinekenbier om 13.00u precies. Maar het was geen PIN-pas, maar een creditcard. Is dat problematisch?’
‘Yes, we hebben hem. Creditcard, PIN-pas, maakt niet uit, ze laten beide een spoor achter.’ Audrey begint al te watertanden. ‘Chase, kan jij ff hoofdkantoor bellen? We moeten dit traceren’
‘Uiteraard Audrey’, Chase pakt zijn mobiele telefoon en belt snelnummer 3.
‘Wats het nummer Aud?’
Audrey leest het nummer voor. Chase luistert aandachtig naar de informatie die hij krijgt.
Hij moet onwillekeurig een beetje lachen. ‘Hij speelt met ons Aud, de kaart staat op de naam van John, John Doe’
‘Jep, niet verwacht dat ik hier wakker zou worden overigens’.
‘Ach, je lag zo lief te slapen, heb je alleen wat verplaatst’
‘Ah, lief’ Emily schenkt Brian een glimlach.
‘Heb je uh..’ ze beweegt met haar hand over haar gezicht.
‘je oude make-up remover die je had laten liggen? Ja die heb ik voor je’
Emily kijkt verwonderd. ‘Niet helemaal wat ik wilde vragen, maar prima.’
‘Wil je dan ook nog de mascara die je had laten liggen?’
‘Heb je dat allemaal bewaart?’
‘Ach, het lag niet in de weg.’
Brian reikt onder zijn bed naar een doos. ‘Hier, alsje’. Hij reikt Emily de make-up remover en de mascara aan.
‘Je weet de weg naar de badkamer nietwaar?’
Hoofdstuk 16
‘He Audrey, wacht even’
Audrey stapte zo gauw ze kon van de bijrijdersstoel af. Op het hoofdkantoor hadden ze een spoor gevonden. Michael was vroeg in de middag richting het centrum gelopen. Met kruk en veel verband móet hij wel een opvallende verschijning geweest zijn!
Chase loopt richting Audrey en drukt op zijn sleutelbos het vergrendel knopje in. De deuren van de auto gaan direct op slot. Een kort drafje brengt Chase links van Audrey.
‘Wat is het plan?’
‘Hmm, ik denk niet dat die vrouwenkledingwinkels heeft bezocht, dus die kunnen we overslaan, loop jij daar naar de McDonalds, dan begin ik aan deze kant bij de turkse bakker, ik zie je over een paar minuten weer’
‘Prima, doen we!’
De eerste paar zaken leveren niets op. Een half uur later komen ze bij een kleine supermarkt. Het is ondertussen 17.10.
‘Chase, loop jij ff mee, dit kan nog wel eens wat werk opleveren, als er wat vakkenvullers werken’
‘Prima Audrey’
Audrey loopt naar de eerste medewerker die ze tegen komt. Het is tevens het enige winkelpersoneel momenteel in de kleine winkel, wat haar enigszins verbaasd
‘Hallo, politie’, Audrey laat haar identificatie zien. ‘Werkte u vanmiddag omstreeks een uur, half twee?’
‘Ja, ik en mijn chef’ antwoordt de timide jongen.
‘Kan je je chef even halen dan alsjeblieft?’
De jongen loopt door een deur waar ‘prive‘ op staat en komt enkele tellen later terug, met een oudere man.
‘Hallo meneer, Rechercheur Smith en Philippo, we willen u beide vragen of er vanmorgen iemand is geweest. Duidelijk gewond en steunend op een kruk’
‘Ik weet precies wie u bedoelt, stevige kerel, linker hand in verband als ik het mij goed herinner’
Audrey kijkt even naar Chase en trekt haar wenkbrauw op. Chase knikt, dat klopt.
‘Ziet hij er soms zo uit?’ Audrey trekt een foto van Michael in uniform uit haar broekzak.
‘Ja! Dat is hem!’
‘Heeft u toevallig video bewaking? Heeft hij met pin-pas of creditcard betaald? Weet u wat hij gekocht heeft?’
‘Och jongedame, videobewaking voor deze toko? Veel te duur joh. Hij heeft wel betaalt met PIN geloof ik ja, ik kan eens kijken wat het transactienummer is’
‘Heel graag’ Audrey klinkt duidelijk opgelucht, als hij hier echt is geweest, kunnen ze mogelijk zijn PIN-pas traceren, kijken of dat ding vaker is gebruikt!
‘Hier’ de oudere man, de chef, komt met een rol papieren aanlopen. Hij vouwt enkele keren. ‘Hier, deze is het. Een six-pack heinekenbier om 13.00u precies. Maar het was geen PIN-pas, maar een creditcard. Is dat problematisch?’
‘Yes, we hebben hem. Creditcard, PIN-pas, maakt niet uit, ze laten beide een spoor achter.’ Audrey begint al te watertanden. ‘Chase, kan jij ff hoofdkantoor bellen? We moeten dit traceren’
‘Uiteraard Audrey’, Chase pakt zijn mobiele telefoon en belt snelnummer 3.
‘Wats het nummer Aud?’
Audrey leest het nummer voor. Chase luistert aandachtig naar de informatie die hij krijgt.
Hij moet onwillekeurig een beetje lachen. ‘Hij speelt met ons Aud, de kaart staat op de naam van John, John Doe’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Kijk, kijk, hier lopen ze’ Doyle wijst naar het beeld van Brian die Emily voort duwt.’Volgens mij is dát Brian, kan je gezichtsherkennings software laten draaien?’. Na enkele seconde het beeldmateriaal bekeken te hebben zegt Doyle: ‘Ze gaan naar die uitgang’. Doyle wordt enthousiast. Dit zou nog wel eens hem terug in het spel kunnen krijgen. Hebben jullie buiten beelden?’.
‘Jazeker, er hangen twee camera’s buiten, gericht op de deur’ antwoord de techneut van Johnson.
De techneut haalt de beelden naar voren en speelt ze af. Te zien is dat Brian en Emily door de deur gaan en naar rechts gaan. Ze lopen van het beeld af en zijn niet meer te zien.
‘Wat is er daar rechts?’ vraagt Doyle opgewonden.
‘Uh’ Johnson pakt er een lokale plattegrond bij. ‘Er is een parkeerplaats, bushalte, telefooncel, en een paar winkels, dezelfde als waar Michael is geweest, maar Audrey en Chase hebben niets gemeld over haar, dus ze is niet naar de winkels geweest. Blijft over de parkeerplaats, bushalte en telefooncel’
‘Hebben jullie toegang tot de pin/chip gegevens van de parkeerplaats en OV-chip gegevens van de vervoersbedrijven?’ met een vleug sarcasme voegt Doyle toe: ‘Om dingen te kunnen uitsluiten natuurlijk’.
‘Ik kan toegang opvragen, om dingen uit te sluiten, zoals je zegt’ antwoord Johnson.
‘Waar kunnen we een goede laptop vinden?’ vraagt Michael aan Keith.
‘Laptop, pc het mag beide. Misschien in een bibliotheek, vanuit daar kan ik in principe werken, mits je telefoon wi-fi heeft’
‘Het zijn eenvoudige telefoons Keith, van die 20 euro dingen. Geen wi-fi’
‘Hmm, dan een internetcafe, of we ‘lenen’ een laptop van een elektronica winkel’
‘Dat laatste klinkt goed, laten we dat maar doen, op naar de lokale winkelstraat Keith’
De telefoon van Brian begint een pieptoon af te geven. Snel pakt Brian de telefoon. Het is een van de nieuwste dingen, speeltje van een van zijn werkgevers. ‘State of the art’ zouden de Amerikanen het noemen.
Hij haalt het ding van de stand-by modes af en bekijkt de melding. Er is gezichtsherkenning software op hem gedraaid. Hij twijfelt geen moment en spurt naar boven. Als hij herkent is, is er geen twijfel mogelijk dat er binnen de korst mogelijke keren een team agenten voor zijn deur staat. Hij moet er vandoor, met Emily.
‘Em, we moeten gaan’ roept hij naar boven. Emily draait zich razendsnel om, stopt de mascara in haar broek, de foto wil ze onder het bed terug gooien, maar het relikwie raakt de rand van het bed en valt net voor het bed op de grond. Ze staat op en stapt naar de deur. Brian gooit de deur open en zegt doordringend ‘kom, we moeten gaan’. Hij heeft duidelijk haast. Zijn oog valt op de foto, perfect denkt hij bij zichzelf, perfect.
Ze lopen nonchalant door de winkel. Het is een kwaliteitswinkel, met minder verkopers dan de nieuwe grootverkoper van elektronica. Een tweetal om precies te zijn. Michael wijst af en toe een laptop aan. ‘Is die goed?’. Een enkele keer schudt Keith nee, andere keer knikt hij ja. Michael bekijkt de beveiliging van de laptops, ze zitten behoorlijk vast aan hun toonplek. Er komt een verkoper hun kant op.
‘Kan ik u ergens bij helpen’, de vrij standaard vraag van elke verkoper die erop gebrand is om zijn product te verkopen.
‘Nou, eigenlijk, dat kan ja, ik zou graag die 2 modellen willen bekijken’
De verkoper vindt het prima, en haalt van beide exemplaren een verkoopexemplaar van achter. Natuurlijk compleet met doos en al. Als de verkoper terug is, met beide laptops heeft Michael zijn plan bedacht.
‘Ik zou natuurlijk wel graag de staat van de laptops willen zien, voordat ik ze definitief koop’
‘Uiteraard meneer, loopt u maar even mee’
Michael en de verkoper lopen naar een tafeltje in de directe omgeving en de man pakt de laptops uit de doos.
Bij de tweede laptop zegt Michael, ‘He, die is beschadigd ziet u’
De verkoper bekijkt de laptop, maar ziet geen beschadiging.’ Ik zie niets meneer.’
‘U ziet niets? U ziet niets? Kijk dan eens goed man’
De verkoper weet niet wat hem overkomt. Hij kijkt en kijkt, maar ziet geen beschadiging. ‘Er zit echt geen beschadiging meneer, we kunnen hem wel even testen als u wilt’
‘Testen? Niets te testen, zo wil ik dat ding niet’. Michael reageert zeer geagiteerd.
De verkoper, gebrand op de provisie die hij krijgt bij deze verkoop, heeft een oplossing ‘Zullen we anders even naar mijn collega lopen, even vragen of hij wat ziet en wat we voor u kunnen doen’.
Precies wat Michael wilde bereiken. ‘Nou, oke dan.’
De verkoper en Michael lopen met de eerste laptop naar de collega-verkoper, terwijl de tweede laptop onbeheerd blijft staan. Keith loopt onopvallend langs en kan zo met de laptop de winkel uit wandelen.
Laptop verkregen.
‘Jazeker, er hangen twee camera’s buiten, gericht op de deur’ antwoord de techneut van Johnson.
De techneut haalt de beelden naar voren en speelt ze af. Te zien is dat Brian en Emily door de deur gaan en naar rechts gaan. Ze lopen van het beeld af en zijn niet meer te zien.
‘Wat is er daar rechts?’ vraagt Doyle opgewonden.
‘Uh’ Johnson pakt er een lokale plattegrond bij. ‘Er is een parkeerplaats, bushalte, telefooncel, en een paar winkels, dezelfde als waar Michael is geweest, maar Audrey en Chase hebben niets gemeld over haar, dus ze is niet naar de winkels geweest. Blijft over de parkeerplaats, bushalte en telefooncel’
‘Hebben jullie toegang tot de pin/chip gegevens van de parkeerplaats en OV-chip gegevens van de vervoersbedrijven?’ met een vleug sarcasme voegt Doyle toe: ‘Om dingen te kunnen uitsluiten natuurlijk’.
‘Ik kan toegang opvragen, om dingen uit te sluiten, zoals je zegt’ antwoord Johnson.
‘Waar kunnen we een goede laptop vinden?’ vraagt Michael aan Keith.
‘Laptop, pc het mag beide. Misschien in een bibliotheek, vanuit daar kan ik in principe werken, mits je telefoon wi-fi heeft’
‘Het zijn eenvoudige telefoons Keith, van die 20 euro dingen. Geen wi-fi’
‘Hmm, dan een internetcafe, of we ‘lenen’ een laptop van een elektronica winkel’
‘Dat laatste klinkt goed, laten we dat maar doen, op naar de lokale winkelstraat Keith’
De telefoon van Brian begint een pieptoon af te geven. Snel pakt Brian de telefoon. Het is een van de nieuwste dingen, speeltje van een van zijn werkgevers. ‘State of the art’ zouden de Amerikanen het noemen.
Hij haalt het ding van de stand-by modes af en bekijkt de melding. Er is gezichtsherkenning software op hem gedraaid. Hij twijfelt geen moment en spurt naar boven. Als hij herkent is, is er geen twijfel mogelijk dat er binnen de korst mogelijke keren een team agenten voor zijn deur staat. Hij moet er vandoor, met Emily.
‘Em, we moeten gaan’ roept hij naar boven. Emily draait zich razendsnel om, stopt de mascara in haar broek, de foto wil ze onder het bed terug gooien, maar het relikwie raakt de rand van het bed en valt net voor het bed op de grond. Ze staat op en stapt naar de deur. Brian gooit de deur open en zegt doordringend ‘kom, we moeten gaan’. Hij heeft duidelijk haast. Zijn oog valt op de foto, perfect denkt hij bij zichzelf, perfect.
Ze lopen nonchalant door de winkel. Het is een kwaliteitswinkel, met minder verkopers dan de nieuwe grootverkoper van elektronica. Een tweetal om precies te zijn. Michael wijst af en toe een laptop aan. ‘Is die goed?’. Een enkele keer schudt Keith nee, andere keer knikt hij ja. Michael bekijkt de beveiliging van de laptops, ze zitten behoorlijk vast aan hun toonplek. Er komt een verkoper hun kant op.
‘Kan ik u ergens bij helpen’, de vrij standaard vraag van elke verkoper die erop gebrand is om zijn product te verkopen.
‘Nou, eigenlijk, dat kan ja, ik zou graag die 2 modellen willen bekijken’
De verkoper vindt het prima, en haalt van beide exemplaren een verkoopexemplaar van achter. Natuurlijk compleet met doos en al. Als de verkoper terug is, met beide laptops heeft Michael zijn plan bedacht.
‘Ik zou natuurlijk wel graag de staat van de laptops willen zien, voordat ik ze definitief koop’
‘Uiteraard meneer, loopt u maar even mee’
Michael en de verkoper lopen naar een tafeltje in de directe omgeving en de man pakt de laptops uit de doos.
Bij de tweede laptop zegt Michael, ‘He, die is beschadigd ziet u’
De verkoper bekijkt de laptop, maar ziet geen beschadiging.’ Ik zie niets meneer.’
‘U ziet niets? U ziet niets? Kijk dan eens goed man’
De verkoper weet niet wat hem overkomt. Hij kijkt en kijkt, maar ziet geen beschadiging. ‘Er zit echt geen beschadiging meneer, we kunnen hem wel even testen als u wilt’
‘Testen? Niets te testen, zo wil ik dat ding niet’. Michael reageert zeer geagiteerd.
De verkoper, gebrand op de provisie die hij krijgt bij deze verkoop, heeft een oplossing ‘Zullen we anders even naar mijn collega lopen, even vragen of hij wat ziet en wat we voor u kunnen doen’.
Precies wat Michael wilde bereiken. ‘Nou, oke dan.’
De verkoper en Michael lopen met de eerste laptop naar de collega-verkoper, terwijl de tweede laptop onbeheerd blijft staan. Keith loopt onopvallend langs en kan zo met de laptop de winkel uit wandelen.
Laptop verkregen.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Brian pakt de arm van Emily. ‘Kom we moeten gaan’.
‘Waarom?’
‘Vertrouw me nou maar, het is absoluut noodzakelijk dat we gaan’
‘Oké, oké, wacht ff’
Emily staat op en trekt haar schoenen aan. ‘Waarom moeten we nou gaan?’
‘Kom nou maar gewoon, we moeten ons haasten’
Brian rent de trap af, Emily erachteraan. Brian grist de tas met spullen en spoed zich het huis uit.
‘Kom, kom, kom’ roept hij. Emily spurt achter Brian aan, niet wetende waarom hij zo paniekerig reageert. Met louter haar kleding aan, en haar make-up bijgewerkt rent ze de wereld in. De vrijgekomen adrenaline zet haar lichaam in de hoogste stand. Daarmee het aangeslagen lichaam aansporend om de fysieke beperkingen door het toegediende gif te negeren. Zij moet achter Brian aan!
‘Nou weet u, laat maar, ik hoef dat ding al niet meer’ zeg Michael geïrriteerd tegen de verkoper.
‘Maar meneer, ik geef u een goede korting’ is het sputtert van de verkoper tegen.
‘Nou..uh’ Michael werpt een blik op het naamkaartje van de verkoper, ‘Isaac, het hoeft al niet meer, ik ga wel naar jullie buren, wat een service hier zeg..pff’
‘Kunnen we nog over de prijs praten?‘ vraagt Isaac nog wanhopig, in een poging de naam van de keten hoog te houden.
‘Nou, lijkt me niet nee, ik ben weg, tot ziens hè’
Michael keert de verkopers de rug toe, en loopt de winkel uit. Terwijl Michael terug loopt naar Keith, wil de verkoper beide laptops weer in het magazijn leggen. Hij aankomst op de plek waar de eerdere laptop lag, komt hij tot de ontdekking dat die weg is.
‘Devlin, heb jij de nieuwe LG gezien? Hij lag net hier’
‘Nee sorry, je hebt toch niet een product onbeheerd laten liggen in de winkel hè?’
‘Ja, die meneer drong nogal aan’
‘Oh kom op Isaac, als je die laptop inderdaad onbeheerd heb laten liggen zijn we de Sjaak. Kijk jij nog even achter, ik check de winkel of die niet toevallig ergens anders ligt.
Doyle rent naar de twee teamleiders toe. De arrestatie teams staan daarachter opgesteld, wachtend op een commando.
‘Volg mij, we hebben een adresje’
‘Tuurlijk meneer, mag ik vragen van wie?’
‘Brian O’Donnell, zoon van Sidney O’Donnell. Roep jullie teams bij elkaar en volg mij.’
‘Oh Helen, wat maakte je toch een fout door mij terug te willen roepen. Ik ga deze zaak sowieso oplossen’ denkt Doyle voor zich. Onwillekeurig moest hij denken aan de derde training die hij van haar kreeg.
‘Waarom?’
‘Vertrouw me nou maar, het is absoluut noodzakelijk dat we gaan’
‘Oké, oké, wacht ff’
Emily staat op en trekt haar schoenen aan. ‘Waarom moeten we nou gaan?’
‘Kom nou maar gewoon, we moeten ons haasten’
Brian rent de trap af, Emily erachteraan. Brian grist de tas met spullen en spoed zich het huis uit.
‘Kom, kom, kom’ roept hij. Emily spurt achter Brian aan, niet wetende waarom hij zo paniekerig reageert. Met louter haar kleding aan, en haar make-up bijgewerkt rent ze de wereld in. De vrijgekomen adrenaline zet haar lichaam in de hoogste stand. Daarmee het aangeslagen lichaam aansporend om de fysieke beperkingen door het toegediende gif te negeren. Zij moet achter Brian aan!
‘Nou weet u, laat maar, ik hoef dat ding al niet meer’ zeg Michael geïrriteerd tegen de verkoper.
‘Maar meneer, ik geef u een goede korting’ is het sputtert van de verkoper tegen.
‘Nou..uh’ Michael werpt een blik op het naamkaartje van de verkoper, ‘Isaac, het hoeft al niet meer, ik ga wel naar jullie buren, wat een service hier zeg..pff’
‘Kunnen we nog over de prijs praten?‘ vraagt Isaac nog wanhopig, in een poging de naam van de keten hoog te houden.
‘Nou, lijkt me niet nee, ik ben weg, tot ziens hè’
Michael keert de verkopers de rug toe, en loopt de winkel uit. Terwijl Michael terug loopt naar Keith, wil de verkoper beide laptops weer in het magazijn leggen. Hij aankomst op de plek waar de eerdere laptop lag, komt hij tot de ontdekking dat die weg is.
‘Devlin, heb jij de nieuwe LG gezien? Hij lag net hier’
‘Nee sorry, je hebt toch niet een product onbeheerd laten liggen in de winkel hè?’
‘Ja, die meneer drong nogal aan’
‘Oh kom op Isaac, als je die laptop inderdaad onbeheerd heb laten liggen zijn we de Sjaak. Kijk jij nog even achter, ik check de winkel of die niet toevallig ergens anders ligt.
Doyle rent naar de twee teamleiders toe. De arrestatie teams staan daarachter opgesteld, wachtend op een commando.
‘Volg mij, we hebben een adresje’
‘Tuurlijk meneer, mag ik vragen van wie?’
‘Brian O’Donnell, zoon van Sidney O’Donnell. Roep jullie teams bij elkaar en volg mij.’
‘Oh Helen, wat maakte je toch een fout door mij terug te willen roepen. Ik ga deze zaak sowieso oplossen’ denkt Doyle voor zich. Onwillekeurig moest hij denken aan de derde training die hij van haar kreeg.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
10 jaar eerder
‘Wij werken hier niet met namen’ stelde Helen vast. ‘We werken met code aanduidingen, de teamleider stelt telkens vast wat de namen zijn. Veelal kleuren, of dieren. Simpel, en niemand kan er wat mee. Hoe te communiceren is dan ook ontzettend belangrijk. Sta je met de gezichten naar elkaar toe, dan gebruik je je ogen. Zoals de zien is op het filmpje.’ Helen stapte opzij en liet de 10 rekruten een kort filmpje zien. Te zien waren een klein team van 4 man. De teamleider, in het midden, verdeelde de taken. Hij keek met zijn ogen, zonder zijn hoofd te kantelen, naar de meest linker persoon. ‘Mevrouw Blue, u kijkt hoe we de stroomtoevoer kunnen uitschakelen. Meneer Brown, -kijkend naar de persoon rechts van Mevrouw Blue- u gaat naar de eerste wachtposten toe, en schakelt deze uit. Mevrouw Green, u gaat met mij mee, wij gaan op de uitkijk staan’. Het filmpje sloot af, en het beeld vervaagde.
‘Uiteraard is dit een wat te veel opgezette situatie, maar zo werkt het wel. Bevind je je in een andere situatie, waarbij de teamleider voorop staat en de leiding overneemt van lokale agentschappen, dan gebruik je wel het hoofd. De kern zit hem in de codewoorden, jullie zijn geheimagenten, jullie namen mogen niet bekend worden!
‘Mevrouw?’
‘Zegt u het eens, meneer Epsilon’
De man glimlacht, Epsilon klinkt wel oké.
‘Wat is uw codenaam?’
Een speelse glimlach verschijnt op de ervaren agente.
‘Meestal Betty Blue, meneer Epsilon, maar het varieert, het kan ook Gloomy Green of Repunsle Red zijn.’
Nu
‘Oke kom op, go, go, go, we hebben niet de hele dag de tijd’ Doyle spoort de arrestatie teams aan. Eenmaal in de auto’s gaat het gas er flink op. Met een colonne van 3 auto’s rijden ze aan 1 stuk door. Op weg naar het huis van Brian en Sidney O’Donnel.
‘Zo he he, heb je alles?’ zegt Michael
‘Jep, maar ik wil je erop wijzen dat dit slechts voor een paar minuutjes werkt, ongeveer 5, maar om zeker te zijn 4 minuten. Daarna hebben ze ons gevonden en hebben we dus een probleem’ zegt Keith.
‘Oke, dan moeten we eerst nog wat voorbereidingen treffen. Je weet het adres waar we de rest oppikken toch?’
‘Ja, wil je daar nu heen?’
‘Nee’
Keith trekt z’n wenkbrauw op. ‘Het zal wel dan’
Keith, hier links en dan stoppen bij de school aub.’
Michael stapt uit de auto en steunt op zijn kruk. Keith komt haastig uit zijn auto en zegt ‘Wat ga je doen Mike?’. Volg me maar en volg mijn voorbeeld. Michael hinkt naar de school. Keith volgt hem het statige gebouw in. De gaan door de gangen tot ze bij de klas uitkomen die ze zoeken, die Michael zoekt. Hij loopt de klas in zonder te kloppen en stoort de Juffrouw in haar les. Aan het bord te zien ging het over aardrijkskunde, topografie om precies te zijn. Michael gaat naar de juffrouw toe en vraagt of hij even het woord mag nemen.
‘Jongens en meisjes, deze meneren van het leger zouden graag even onze aandacht willen’ zegt de juffrouw daarna tegen de klas. Michael stapt naar voor en spreekt tegen de klas.
‘Is Carmen er misschien’ vraagt hij op vriendelijke toon. Een verlegen meisje steekt haar hand op. ‘Ik ben Carmen’ zegt ze.
‘We hebben je nodig Carmen, kan je even meelopen?’
Carmen komt van haar plaats en loopt naar de militairen toe. Ze nemen haar mee naar de gang.
‘Wat is er aan de hand’ zegt ze met kinderlijke onschuld.
‘We zijn gestuurd door je vader, we moesten je ophalen’. Om haar te overtuigen van dit feit laat hij zijn militaire ID zien.
‘Luitenant Michael Felon, bent u dat?’
‘Ja dat ben ik ja, kom je mee, we gaan je broertje ophalen’.
‘Wij werken hier niet met namen’ stelde Helen vast. ‘We werken met code aanduidingen, de teamleider stelt telkens vast wat de namen zijn. Veelal kleuren, of dieren. Simpel, en niemand kan er wat mee. Hoe te communiceren is dan ook ontzettend belangrijk. Sta je met de gezichten naar elkaar toe, dan gebruik je je ogen. Zoals de zien is op het filmpje.’ Helen stapte opzij en liet de 10 rekruten een kort filmpje zien. Te zien waren een klein team van 4 man. De teamleider, in het midden, verdeelde de taken. Hij keek met zijn ogen, zonder zijn hoofd te kantelen, naar de meest linker persoon. ‘Mevrouw Blue, u kijkt hoe we de stroomtoevoer kunnen uitschakelen. Meneer Brown, -kijkend naar de persoon rechts van Mevrouw Blue- u gaat naar de eerste wachtposten toe, en schakelt deze uit. Mevrouw Green, u gaat met mij mee, wij gaan op de uitkijk staan’. Het filmpje sloot af, en het beeld vervaagde.
‘Uiteraard is dit een wat te veel opgezette situatie, maar zo werkt het wel. Bevind je je in een andere situatie, waarbij de teamleider voorop staat en de leiding overneemt van lokale agentschappen, dan gebruik je wel het hoofd. De kern zit hem in de codewoorden, jullie zijn geheimagenten, jullie namen mogen niet bekend worden!
‘Mevrouw?’
‘Zegt u het eens, meneer Epsilon’
De man glimlacht, Epsilon klinkt wel oké.
‘Wat is uw codenaam?’
Een speelse glimlach verschijnt op de ervaren agente.
‘Meestal Betty Blue, meneer Epsilon, maar het varieert, het kan ook Gloomy Green of Repunsle Red zijn.’
Nu
‘Oke kom op, go, go, go, we hebben niet de hele dag de tijd’ Doyle spoort de arrestatie teams aan. Eenmaal in de auto’s gaat het gas er flink op. Met een colonne van 3 auto’s rijden ze aan 1 stuk door. Op weg naar het huis van Brian en Sidney O’Donnel.
‘Zo he he, heb je alles?’ zegt Michael
‘Jep, maar ik wil je erop wijzen dat dit slechts voor een paar minuutjes werkt, ongeveer 5, maar om zeker te zijn 4 minuten. Daarna hebben ze ons gevonden en hebben we dus een probleem’ zegt Keith.
‘Oke, dan moeten we eerst nog wat voorbereidingen treffen. Je weet het adres waar we de rest oppikken toch?’
‘Ja, wil je daar nu heen?’
‘Nee’
Keith trekt z’n wenkbrauw op. ‘Het zal wel dan’
Keith, hier links en dan stoppen bij de school aub.’
Michael stapt uit de auto en steunt op zijn kruk. Keith komt haastig uit zijn auto en zegt ‘Wat ga je doen Mike?’. Volg me maar en volg mijn voorbeeld. Michael hinkt naar de school. Keith volgt hem het statige gebouw in. De gaan door de gangen tot ze bij de klas uitkomen die ze zoeken, die Michael zoekt. Hij loopt de klas in zonder te kloppen en stoort de Juffrouw in haar les. Aan het bord te zien ging het over aardrijkskunde, topografie om precies te zijn. Michael gaat naar de juffrouw toe en vraagt of hij even het woord mag nemen.
‘Jongens en meisjes, deze meneren van het leger zouden graag even onze aandacht willen’ zegt de juffrouw daarna tegen de klas. Michael stapt naar voor en spreekt tegen de klas.
‘Is Carmen er misschien’ vraagt hij op vriendelijke toon. Een verlegen meisje steekt haar hand op. ‘Ik ben Carmen’ zegt ze.
‘We hebben je nodig Carmen, kan je even meelopen?’
Carmen komt van haar plaats en loopt naar de militairen toe. Ze nemen haar mee naar de gang.
‘Wat is er aan de hand’ zegt ze met kinderlijke onschuld.
‘We zijn gestuurd door je vader, we moesten je ophalen’. Om haar te overtuigen van dit feit laat hij zijn militaire ID zien.
‘Luitenant Michael Felon, bent u dat?’
‘Ja dat ben ik ja, kom je mee, we gaan je broertje ophalen’.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Michael loopt voorop door naar de lagere klassen. Hier staat een meester voor de klas. De klas is stil aan het werk, mogelijk een proefwerk. Na wat gefluister met de meester en het laten zien van de militaire ID is de zaak snel klaar. ‘Jamie Johnson is het toch?’ zegt Michael, wederom op vriendelijke toon.
‘Ja, dat ben ik’
‘Kom, we gaan met je zusje naar je vader toe’
Met z’n vieren lopen ze door de school naar buiten. ‘Waar staat uw auto meneer luitenant?’ zegt Carmen.
‘Zeg maar Michael’ zegt hij met een knipoog. ‘We staan daar’ hij wijst naar de auto. De kinderen rennen erheen. Michael en Keith volgen de jonge mensen.
‘Wat doe je man?’ zegt Keith zacht maar doordringend.
‘Zorgen voor een drukmiddel’
‘WAT? Je gaat te ver Mike. Hier krijg je Em niet mee terug’
Michael staat plots stil en draait zich naar Keith. ‘Laat Emily erbuiten Keith, laat haar erbuiten!’
‘Ik zag wat je met die telefoon doet, ze gaat je bellen nietwaar? Je weet dat het gevaarlijk is Mike, net als dat je weet dat je te ver gaat hiermee’.
‘Ik ga helemaal niets doen Keith, helemaal niets. Is die telefoon nou al klaar?’
‘He Chase’
‘Ja Audrey?’
‘Deze verkoper zegt net dat ze in zuidelijke richting zijn vertrokken, tenminste Michael is. Camera beelden zijn het met hem eens. Volgens de tijdcode is het nog geen uur geleden. We hebben ze bijna!’
‘Hallo meneer Johnson?’ een nerveuze receptionist spreekt de woorden bibberend uit.
‘Ja, Johnson hier’ antwoordt de man bruusk.
‘Ik heb iemand aan de lijn die beweert dat hij Michael Felon is, hij wil u spreken’
‘Een moment aub’. Johnson denkt even na. Zou Michael zo dom zijn om te bellen? Wil die zich misschien toch aangeven? Hij roept de verbindingsmensen van de verschillende diensten bij zich in het kantoor. Alleen James van de AIVD is er niet bij.
‘Mannen, en vrouw’ hij geeft een knikje naar de enige vrouw in het gezelschap, ‘Felon is aan de lijn, althans dat wordt beweerd, ik zet het op luidspreker, verbind maar door Rita’.
‘Hallo, hallo, spreek ik al met de leidinggevende?’
‘Ja, Cameron Johnson hier. Waar kan ik u mee van dienst zijn?’
‘Naja, u bent de man die de klopjacht op mij en mijn mensen leidt. Ik wil dat u daarmee ophoudt’
‘Nou, geef u zelf aan en we zijn klaar meneer Felon’
‘Nee, nee dat kan ik niet doen. Weet je wat, we spreken wat anders af... Oh wacht eerst even wat anders, wie staan er allemaal nog meer in de ruimte?’
‘Pardon?’
‘Je denkt toch niet dat ik geloof dat ik niet op luidspreker sta? Nou kom op, wie zijn er nog meer? Laat me raden, MIVD, AIVD, Marechausse, mensen van de MP en reguliere politie? Misschien nog iemand van het Openbaar Ministerie erbij?’
‘Je zit alleen mis over de AIVD, die is er even niet’
‘Laat me raden, ene James zeker?’
‘Dat is volledig juist meneer Felon, mag ik vragen waarom u belt?’
‘Er werkt geen James bij de AIVD meneer Johnson, dus ga daar eerst maar eens achteraan. Daarnaast wil ik dat u eens hogerop gaat uitzoeken waarom u nu echt achter mij aan zit. De enige reden dat de MP mij wil, is om mijn opdracht die ik met mijn team heb gedaan, niets meer, niets minder. Het is een samenzwering meneer Johnson.’
‘Een samenzwering met de Minister President van dit land meneer Felon? Misschien wilt u naar ons toe komen, hebben we er een gesprekje over. Kopje thee erbij, professionele hulp..’
‘Dat gaat niet gebeuren Johnson. Doe mijn nou maar een plezier en vind het lijk van de AIVD vertegenwoordiger zodat zijn familie een waardige begrafenis kan houden.’
‘Lijk?’
‘Ja, James is een neppert meneer Johnson, moet ik het uitleggen? Een mol, er werkt geen James bij de AIVD, je heb er vast contacten, bel maar op. Als James er niet werkt, waar is dan de echte vertegenwoordiger gebleven? Oh, en kijk eens in het samenzweringsverhaal.’
‘Waarom zou ik dat doen? Ik heb opdracht om u te pakken, mijn werk is niet het luisteren naar mensen die gek zijn geworden en zich verschuilen achter een complottheorie’.
‘Mijn tijd is op meneer Johnson, ik ga ophangen. U zou er goed aan doen te informeren bij de school van uw kinderen, ik heb gehoord dat ze zojuist zijn opgehaald door een tweetal militairen. Ciaooo’
‘Als je aan mijn kinderen zit, jij godvergeten klootzak!’ de telefoon is echter al opgehangen. Cameron loopt rood aan van woede en gooit de deur van zijn kantoor open.
‘Zeg me dat je hem heb getraceerd!’ woedend schreeuwt hij naar zijn medewerkers. ‘En jij daar!’ hij wijst een agent aan, ‘ga kijken wat er met mijn kinderen aan de hand is. NU!’ Woedend, rood van boosheid zet hij forse stappen naar zijn kantoor. ‘En zoek uit of er een James werkt bij de AIVD!’ met een knal trekt hij zijn deur dicht.
‘Ja, dat ben ik’
‘Kom, we gaan met je zusje naar je vader toe’
Met z’n vieren lopen ze door de school naar buiten. ‘Waar staat uw auto meneer luitenant?’ zegt Carmen.
‘Zeg maar Michael’ zegt hij met een knipoog. ‘We staan daar’ hij wijst naar de auto. De kinderen rennen erheen. Michael en Keith volgen de jonge mensen.
‘Wat doe je man?’ zegt Keith zacht maar doordringend.
‘Zorgen voor een drukmiddel’
‘WAT? Je gaat te ver Mike. Hier krijg je Em niet mee terug’
Michael staat plots stil en draait zich naar Keith. ‘Laat Emily erbuiten Keith, laat haar erbuiten!’
‘Ik zag wat je met die telefoon doet, ze gaat je bellen nietwaar? Je weet dat het gevaarlijk is Mike, net als dat je weet dat je te ver gaat hiermee’.
‘Ik ga helemaal niets doen Keith, helemaal niets. Is die telefoon nou al klaar?’
‘He Chase’
‘Ja Audrey?’
‘Deze verkoper zegt net dat ze in zuidelijke richting zijn vertrokken, tenminste Michael is. Camera beelden zijn het met hem eens. Volgens de tijdcode is het nog geen uur geleden. We hebben ze bijna!’
‘Hallo meneer Johnson?’ een nerveuze receptionist spreekt de woorden bibberend uit.
‘Ja, Johnson hier’ antwoordt de man bruusk.
‘Ik heb iemand aan de lijn die beweert dat hij Michael Felon is, hij wil u spreken’
‘Een moment aub’. Johnson denkt even na. Zou Michael zo dom zijn om te bellen? Wil die zich misschien toch aangeven? Hij roept de verbindingsmensen van de verschillende diensten bij zich in het kantoor. Alleen James van de AIVD is er niet bij.
‘Mannen, en vrouw’ hij geeft een knikje naar de enige vrouw in het gezelschap, ‘Felon is aan de lijn, althans dat wordt beweerd, ik zet het op luidspreker, verbind maar door Rita’.
‘Hallo, hallo, spreek ik al met de leidinggevende?’
‘Ja, Cameron Johnson hier. Waar kan ik u mee van dienst zijn?’
‘Naja, u bent de man die de klopjacht op mij en mijn mensen leidt. Ik wil dat u daarmee ophoudt’
‘Nou, geef u zelf aan en we zijn klaar meneer Felon’
‘Nee, nee dat kan ik niet doen. Weet je wat, we spreken wat anders af... Oh wacht eerst even wat anders, wie staan er allemaal nog meer in de ruimte?’
‘Pardon?’
‘Je denkt toch niet dat ik geloof dat ik niet op luidspreker sta? Nou kom op, wie zijn er nog meer? Laat me raden, MIVD, AIVD, Marechausse, mensen van de MP en reguliere politie? Misschien nog iemand van het Openbaar Ministerie erbij?’
‘Je zit alleen mis over de AIVD, die is er even niet’
‘Laat me raden, ene James zeker?’
‘Dat is volledig juist meneer Felon, mag ik vragen waarom u belt?’
‘Er werkt geen James bij de AIVD meneer Johnson, dus ga daar eerst maar eens achteraan. Daarnaast wil ik dat u eens hogerop gaat uitzoeken waarom u nu echt achter mij aan zit. De enige reden dat de MP mij wil, is om mijn opdracht die ik met mijn team heb gedaan, niets meer, niets minder. Het is een samenzwering meneer Johnson.’
‘Een samenzwering met de Minister President van dit land meneer Felon? Misschien wilt u naar ons toe komen, hebben we er een gesprekje over. Kopje thee erbij, professionele hulp..’
‘Dat gaat niet gebeuren Johnson. Doe mijn nou maar een plezier en vind het lijk van de AIVD vertegenwoordiger zodat zijn familie een waardige begrafenis kan houden.’
‘Lijk?’
‘Ja, James is een neppert meneer Johnson, moet ik het uitleggen? Een mol, er werkt geen James bij de AIVD, je heb er vast contacten, bel maar op. Als James er niet werkt, waar is dan de echte vertegenwoordiger gebleven? Oh, en kijk eens in het samenzweringsverhaal.’
‘Waarom zou ik dat doen? Ik heb opdracht om u te pakken, mijn werk is niet het luisteren naar mensen die gek zijn geworden en zich verschuilen achter een complottheorie’.
‘Mijn tijd is op meneer Johnson, ik ga ophangen. U zou er goed aan doen te informeren bij de school van uw kinderen, ik heb gehoord dat ze zojuist zijn opgehaald door een tweetal militairen. Ciaooo’
‘Als je aan mijn kinderen zit, jij godvergeten klootzak!’ de telefoon is echter al opgehangen. Cameron loopt rood aan van woede en gooit de deur van zijn kantoor open.
‘Zeg me dat je hem heb getraceerd!’ woedend schreeuwt hij naar zijn medewerkers. ‘En jij daar!’ hij wijst een agent aan, ‘ga kijken wat er met mijn kinderen aan de hand is. NU!’ Woedend, rood van boosheid zet hij forse stappen naar zijn kantoor. ‘En zoek uit of er een James werkt bij de AIVD!’ met een knal trekt hij zijn deur dicht.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Audrey en Chase sluiten het één meter hoge hekje achter hen. Carmen en Jamie waren nog geen 15 minuten geleden meegenomen door twee mannen uit het leger. Een ervan was Luitenant Michael Felon, de ander had ook ‘zeker weten’ een militair ID, aldus de verontruste docent van Jamie.
‘Meneer Johnson, uw kinderen zijn inderdaad meegenomen door Michael, we zitten nog geen kwartier achter ze, we pakken ze meneer!’
‘Keith, hier links, dan de derde rechts. Daar zit een bedrijf dat opslag ruimte verhuurt’. Michael stapt uit de auto. Hij pakt de kruk uit de auto en hinkt naar de ingang. De schuifdeuren gaan zacht open. De vrouw achter de balie kijkt verschikt op. Voor haar staat een man, wiens linkerhand dik in het verband zit en die een kruk nodig heeft om te lopen.
‘Ruimte 421 alstublieft’ zegt Michael op zakelijke toon. Hij laat zijn burger ID zien, en de sleutel van de ruimte.
‘Loopt u maar mee meneer’ zeg de vrouw vriendelijk. Samen lopen ze door een lange gang. Verschillende ruimtes passeren de revue, in allerlei soorten en maten. Als ze bij ruimte 421 komen steekt Michael de sleutel in het slot. Hij knikt naar de vrouw. ‘Dank u’. De vrouw begrijpt de hint en loopt terug naar de balie. Als hij de deur van de ruimte open doet, een van de grootste soorten, staat er in het midden een tafel. Daarop ligt een stapeltje papieren. Michael loopt resoluut naar voren, om de tafel heen. Achterin de ruimte heeft hij een muur opgetrokken. Drie losse stenen verschaffen hem de toegang die hij nodig heeft. Daarachter liggen de papieren die hij zoekt. Een setje aan elkaar genieten a4’tjes met daarop namen, locaties, en veel belangrijker, handtekeningen.
‘Brian, waar gaan we heen?’ zegt Emily met een bange stem
‘Naar een veilige plek scha...Em’ Brian verspreekt zich bijna.
Emily knippert met haar ogen. Wat? denkt ze. Zei die nou bijna schat?
‘We zijn niet veilig in Nederland Em, ze zitten achter Michael en m’n pa aan, en ze hebben gezichtsherkenning op mij los gelaten.’
‘Wat is daar het probleem van, ze weten toch al wie je bent? De zoon van een voormalig leger advocaat, wat is het probleem?’
‘Dat ik niet alleen in en voor Nederland werkt.’
Brian rijdt op dat moment met z’n rode lease auto de snelweg op, de A44, op naar Den Haag. Met een hoog tempo, maar niet te hoog, koerst hij naar Den Haag. Na een uurtje rijden stopt hij abrupt. Het gebouw heeft een hek met ijzeren spijlen met punten er bovenop. Brian kijkt even rond, hij komt tot de conclusie dat hij een blokje om moet rijden om zijn vehikel neer te zetten. Brian zet 3minuten laten zijn op benzine rijd blik op een parkeerplek. ‘Volg mij Em, we zijn er bijna’.
‘Is iemand al die Brian op het spoor?’ bromt Johnson.
‘Ja meneer, ik’ roept een tengere analist vanachter bureau zes. ‘Ik heb z’n werkgever gebeld, die vertelde me over de lease auto van meneer O’Donell, het blijkt te beschikken over nagivatie-apparatuur, als onderdeel van de uitgebreide accessoires, goede airco zit erin trouwens. Over die GPS, die hebben we kunnen traceren met behulp van driehoeksbepaling, ze zijn in de buurt’
‘Ja, laat me niet wachten, tell me more’ zegt Johnson
‘Ze zijn in de buurt van de Amerikaanse ambassade menneer.
‘Stuur een wagen, en snel’
‘5 minuten, dan hebben we ze ingerekend meneer’
‘Opschieten!’
Agent McAllister stuurt de twee bewakers in de zwarte pakken weg. Ze knikt naar Sidney O’Donnell. ‘Blij me te zien? Sorry van daarnet trouwens, het moest er goed uit zien’
‘Meneer Johnson, uw kinderen zijn inderdaad meegenomen door Michael, we zitten nog geen kwartier achter ze, we pakken ze meneer!’
‘Keith, hier links, dan de derde rechts. Daar zit een bedrijf dat opslag ruimte verhuurt’. Michael stapt uit de auto. Hij pakt de kruk uit de auto en hinkt naar de ingang. De schuifdeuren gaan zacht open. De vrouw achter de balie kijkt verschikt op. Voor haar staat een man, wiens linkerhand dik in het verband zit en die een kruk nodig heeft om te lopen.
‘Ruimte 421 alstublieft’ zegt Michael op zakelijke toon. Hij laat zijn burger ID zien, en de sleutel van de ruimte.
‘Loopt u maar mee meneer’ zeg de vrouw vriendelijk. Samen lopen ze door een lange gang. Verschillende ruimtes passeren de revue, in allerlei soorten en maten. Als ze bij ruimte 421 komen steekt Michael de sleutel in het slot. Hij knikt naar de vrouw. ‘Dank u’. De vrouw begrijpt de hint en loopt terug naar de balie. Als hij de deur van de ruimte open doet, een van de grootste soorten, staat er in het midden een tafel. Daarop ligt een stapeltje papieren. Michael loopt resoluut naar voren, om de tafel heen. Achterin de ruimte heeft hij een muur opgetrokken. Drie losse stenen verschaffen hem de toegang die hij nodig heeft. Daarachter liggen de papieren die hij zoekt. Een setje aan elkaar genieten a4’tjes met daarop namen, locaties, en veel belangrijker, handtekeningen.
‘Brian, waar gaan we heen?’ zegt Emily met een bange stem
‘Naar een veilige plek scha...Em’ Brian verspreekt zich bijna.
Emily knippert met haar ogen. Wat? denkt ze. Zei die nou bijna schat?
‘We zijn niet veilig in Nederland Em, ze zitten achter Michael en m’n pa aan, en ze hebben gezichtsherkenning op mij los gelaten.’
‘Wat is daar het probleem van, ze weten toch al wie je bent? De zoon van een voormalig leger advocaat, wat is het probleem?’
‘Dat ik niet alleen in en voor Nederland werkt.’
Brian rijdt op dat moment met z’n rode lease auto de snelweg op, de A44, op naar Den Haag. Met een hoog tempo, maar niet te hoog, koerst hij naar Den Haag. Na een uurtje rijden stopt hij abrupt. Het gebouw heeft een hek met ijzeren spijlen met punten er bovenop. Brian kijkt even rond, hij komt tot de conclusie dat hij een blokje om moet rijden om zijn vehikel neer te zetten. Brian zet 3minuten laten zijn op benzine rijd blik op een parkeerplek. ‘Volg mij Em, we zijn er bijna’.
‘Is iemand al die Brian op het spoor?’ bromt Johnson.
‘Ja meneer, ik’ roept een tengere analist vanachter bureau zes. ‘Ik heb z’n werkgever gebeld, die vertelde me over de lease auto van meneer O’Donell, het blijkt te beschikken over nagivatie-apparatuur, als onderdeel van de uitgebreide accessoires, goede airco zit erin trouwens. Over die GPS, die hebben we kunnen traceren met behulp van driehoeksbepaling, ze zijn in de buurt’
‘Ja, laat me niet wachten, tell me more’ zegt Johnson
‘Ze zijn in de buurt van de Amerikaanse ambassade menneer.
‘Stuur een wagen, en snel’
‘5 minuten, dan hebben we ze ingerekend meneer’
‘Opschieten!’
Agent McAllister stuurt de twee bewakers in de zwarte pakken weg. Ze knikt naar Sidney O’Donnell. ‘Blij me te zien? Sorry van daarnet trouwens, het moest er goed uit zien’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Michael legt de geniete a4’tjes onder de mat in de auto. Hij buigt naar Keith.
‘Mike, wat ga jij doen?’
‘Ik? ik ga me op laten pakken’
‘Weet je dit heel zeker Mike? Je heb flink wat klappen gehad vandaag, moet je hier niet even over nadenken?’
‘Keith, ik heb deze dag gepland sinds we vier jaar geleden uit dat vliegtuig stapte. Breng de kinderen naar het dichtstbijzijnde politie station, ik denk dat de baas nu wel onderzoek heeft gedaan naar onze opmerkingen. Ik wil dat je rond half vijf mij weer eruit komt halen. Rond die tijd zullen..
‘er mensen van de marechaussee komen om je over te nemen. Ik weet het’ onderbreekt Keith Michael. ‘Wat als het niet lukt?’
‘Ontmoet dan Jeremy en Nicholas en ga naar Engeland. Gebruik ons secundair vluchtplan, dat zullen zij ook doen. Ga naar McAlister en ga naar onze bevriende journalist. Als het nodig is moet je alles openbaar maken.’
Keith rijdt de auto, met kinderen en papieren weg. Eerst volgende stop: het dichtstbijzijnde politiebureau.
‘Hallo, spreek ik weer met Johnson?’ Michael heeft de telefoon weer aan zijn oor gezet. Vijf minuten had Keith gezegd. Zoveel tijd heeft hij om Keith een voorsprong te geven.
‘Ja je spreekt met Johson. Mag ik mijn kinderen spreken?’ hij wenkt naar de technische medewerkers. Hij schrijft op een blaadje de vraag ‘hoe lang’. De agenten halen hun schouders op. Ze hebben werkelijk geen idee langs hoeveel knooppunten het signaal is geleid. Een van hen schrijft op “hou hem aan de praat”
‘Ik heb ze niet om eerlijk te zijn’
‘Niet? De docenten van hun school hebben verklaard dat u ze mee heeft genomen meneer Felon’
‘O..o dat bedoeld u, ja ik heb ze wel meegenomen uit school. Kinderen verdienen het om hun papa aan het werk te zien, niet dan?’
‘Wat bent u met hen van plan meneer Felon?’
‘Vrij weinig, ik heb je nu laten zien dat wij superieur zijn. Je kan je kinderen beveiligen, maar geldt dat ook voor, uhm hoe heet ze ook al weer? Laat me nadenken, Patricia, zondagochtend speelt ze altijd tennis toch?’
Aan de andere kant van de lijn begint Johnson rood te worden. Hoe durft die klootzak zijn vrouw erbij te halen.
‘Of uw broer, zus, hun kinderen misschien? Ik begreep dat Eric piano les heeft op zondag middag, kunt u hen allen beschermen meneer Johnson. Nee, dat schat ik niet in. Hoe zit het eigenlijk met James, al uitgevonden dat die niet werkt bij de AIVD? De minister al gesproken?’
Op dat moment ziet Johson vanuit zijn kantoor tumult ontstaan. Jassen worden opgepakt, telefoons worden uitgeklapt om te bellen. Iemand komt aanlopen en drukt een papier op het glas. Ze hebben hem gevonden.
‘Mike, wat ga jij doen?’
‘Ik? ik ga me op laten pakken’
‘Weet je dit heel zeker Mike? Je heb flink wat klappen gehad vandaag, moet je hier niet even over nadenken?’
‘Keith, ik heb deze dag gepland sinds we vier jaar geleden uit dat vliegtuig stapte. Breng de kinderen naar het dichtstbijzijnde politie station, ik denk dat de baas nu wel onderzoek heeft gedaan naar onze opmerkingen. Ik wil dat je rond half vijf mij weer eruit komt halen. Rond die tijd zullen..
‘er mensen van de marechaussee komen om je over te nemen. Ik weet het’ onderbreekt Keith Michael. ‘Wat als het niet lukt?’
‘Ontmoet dan Jeremy en Nicholas en ga naar Engeland. Gebruik ons secundair vluchtplan, dat zullen zij ook doen. Ga naar McAlister en ga naar onze bevriende journalist. Als het nodig is moet je alles openbaar maken.’
Keith rijdt de auto, met kinderen en papieren weg. Eerst volgende stop: het dichtstbijzijnde politiebureau.
‘Hallo, spreek ik weer met Johnson?’ Michael heeft de telefoon weer aan zijn oor gezet. Vijf minuten had Keith gezegd. Zoveel tijd heeft hij om Keith een voorsprong te geven.
‘Ja je spreekt met Johson. Mag ik mijn kinderen spreken?’ hij wenkt naar de technische medewerkers. Hij schrijft op een blaadje de vraag ‘hoe lang’. De agenten halen hun schouders op. Ze hebben werkelijk geen idee langs hoeveel knooppunten het signaal is geleid. Een van hen schrijft op “hou hem aan de praat”
‘Ik heb ze niet om eerlijk te zijn’
‘Niet? De docenten van hun school hebben verklaard dat u ze mee heeft genomen meneer Felon’
‘O..o dat bedoeld u, ja ik heb ze wel meegenomen uit school. Kinderen verdienen het om hun papa aan het werk te zien, niet dan?’
‘Wat bent u met hen van plan meneer Felon?’
‘Vrij weinig, ik heb je nu laten zien dat wij superieur zijn. Je kan je kinderen beveiligen, maar geldt dat ook voor, uhm hoe heet ze ook al weer? Laat me nadenken, Patricia, zondagochtend speelt ze altijd tennis toch?’
Aan de andere kant van de lijn begint Johnson rood te worden. Hoe durft die klootzak zijn vrouw erbij te halen.
‘Of uw broer, zus, hun kinderen misschien? Ik begreep dat Eric piano les heeft op zondag middag, kunt u hen allen beschermen meneer Johnson. Nee, dat schat ik niet in. Hoe zit het eigenlijk met James, al uitgevonden dat die niet werkt bij de AIVD? De minister al gesproken?’
Op dat moment ziet Johson vanuit zijn kantoor tumult ontstaan. Jassen worden opgepakt, telefoons worden uitgeklapt om te bellen. Iemand komt aanlopen en drukt een papier op het glas. Ze hebben hem gevonden.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Brian O’Donnel?’
Brian kijkt achter zich. Hij ziet twee agenten in uniform achter zich. Hij begint te rennen en duwt Emiliy vooruit.
‘Brian O’Donnel, politie staande blijven, u staat onder arrest!’
‘Rennen Em! Meteen links door het hek!’
Net voordat de agenten bij hun zijn staan ze binnen. De agenten willen naar hen toe komen. Twee militairen versperren hun de toegang. Ze wijzen op het gouden plakkaat aan het hek.
“American Embassy, official US Sovereign ground”
Een van de agenten maakt over de radio contact met de centrale. ‘Ze zijn in Amerika ambassade, we kunnen ze niet oppakken’
Achter hun horen ze Brian tegen een consultair medewerker zeggen “My name is Brian O’Donnel, I request political asylum’ [ Mijn naam is Brian O’Donnel, ik verzoek politiek asiel]
Tweemaal negen agenten. Ze sluiten hem totaal in. Audrey voorop. Voor de formaliteiten zijn de MIVD en de Marechausse ook vertegenwoordigd. Michael vertoont geen activiteit anders dan bellen en om zijn as draaien. Ze komen dichterbij, nog geen reactie. Als Michael zich draait in de richting van Audrey brengt hij zijn arm naar beneden en legt de telefoon op straat.
‘Eindelijk, dat duurde nog best lang’
‘Grappig, meneer Felon, u wordt aangehouden op verdenking van muiterij, samenzwering, hoogverraad, illegaal wapenbezit en moord’ zegt Audrey terwijl ze handboeien om de polsen van Michael slaat.
‘Zo dat is nog best een mond vol, en wacht eens, moord?! Ik heb helemaal niemand vermoord, niet in Nederland althans’
‘Alles wat je zegt kan gebruikt worden in de rechtszaal, u heeft recht op een advocaat en als u deze niet kan betalen stelt de Staat er een voor u beschikbaar’
‘Mijn advocaat is opgepakt, lekkere timing’ zegt Michael sarcastisch. ‘Ik praat alleen met jou en met je baas, die ene die deze klopjacht georganiseerd heeft. Weet je nou al wat over die James?’
Keith stapt uit de auto. De telefoon, gekregen van Michael, in zijn binnenzak van zijn jas. Hij loopt om de auto heen en trekt de deur aan de rechterachterzijde open. Hij sommeert de kinderen
uit de auto te komen en wijst naar het oude gebouw. Het gebouw uit de tijd net na de oorlog bestaat uit vele oude, bruine stenen.
‘Daar is het politiebureau Carmen, daar moet je zijn en naar je vader vragen. Hoofdinspecteur Cameron Johnson, dan weten ze precies wie ze moeten hebben. Goed?’ Keith praat op een zachte, rustige toon. Het is hem er veel aan gelegen de kinderen niet bang of onrustig te maken.
Op de binnenplaats van het epicentrum van de landelijke politie stoppen een viertal SUV’s. Uit een ervan stapt Audrey. Ze straalt gezag uit als ze de linkerachterdeur open trekt en Michael naar buiten trekt.
Cameron Johnson ziet vanaf de zevende etage toe op het tafereel. Audrey, met Chase en een tiental anonieme agenten voeren Michael via de personeelsingang naar binnen. De pers hoeft niet te weten dat er een legereenheid is afgescheiden.
Vijf minuten later zit Michael in een verhoorkamer. Cameron Johnson zit tegenover hem aan de tafel. Er staat een glas water voor de gevallen militair.
‘Zo, Meneer Felon, enig idee waarom u hier bent?’
Michael zegt niets. Hij houdt zijn kaken stijf op elkaar.
‘Hoe oud bent u meneer Felon?’
Nog steeds geen woord uit de gevangen militair.
‘U houdt u van de domme meneer Felon?’
Michael begint met zijn armen te gebaren. Een onduidelijke handeling veranderd duidelijk in een hand die een schrijvende beweging maakt.
‘U wilt schrijven?’ vraagt Johnson.
Michael knikt. Johnson steekt zijn hoofd uit de deur en roept ‘Pen en papier alsjeblieft’.
‘Hier’ Johnson schuift Michael een notitieblokje en een potlood toe. Michael schrijft een woord op het papier.
‘Audrey ’
Vijf jaar eerder
‘Oke, we moeten gaan’ zegt Michael.
Jeremy demonteert snel en vakkundig het scherpschutter geweer. De koffer met de vormen in het schuimgedrukt wordt snel gevuld. Michael raapt de huls op en bergt de verrekijker en de infrarood peiler op.
‘Ruby Red, Bellamy Black, James Yellow, we gaan. Ontmoet ons op ontmoetingsplek Alpha. De klus is geklaard’
Brian kijkt achter zich. Hij ziet twee agenten in uniform achter zich. Hij begint te rennen en duwt Emiliy vooruit.
‘Brian O’Donnel, politie staande blijven, u staat onder arrest!’
‘Rennen Em! Meteen links door het hek!’
Net voordat de agenten bij hun zijn staan ze binnen. De agenten willen naar hen toe komen. Twee militairen versperren hun de toegang. Ze wijzen op het gouden plakkaat aan het hek.
“American Embassy, official US Sovereign ground”
Een van de agenten maakt over de radio contact met de centrale. ‘Ze zijn in Amerika ambassade, we kunnen ze niet oppakken’
Achter hun horen ze Brian tegen een consultair medewerker zeggen “My name is Brian O’Donnel, I request political asylum’ [ Mijn naam is Brian O’Donnel, ik verzoek politiek asiel]
Tweemaal negen agenten. Ze sluiten hem totaal in. Audrey voorop. Voor de formaliteiten zijn de MIVD en de Marechausse ook vertegenwoordigd. Michael vertoont geen activiteit anders dan bellen en om zijn as draaien. Ze komen dichterbij, nog geen reactie. Als Michael zich draait in de richting van Audrey brengt hij zijn arm naar beneden en legt de telefoon op straat.
‘Eindelijk, dat duurde nog best lang’
‘Grappig, meneer Felon, u wordt aangehouden op verdenking van muiterij, samenzwering, hoogverraad, illegaal wapenbezit en moord’ zegt Audrey terwijl ze handboeien om de polsen van Michael slaat.
‘Zo dat is nog best een mond vol, en wacht eens, moord?! Ik heb helemaal niemand vermoord, niet in Nederland althans’
‘Alles wat je zegt kan gebruikt worden in de rechtszaal, u heeft recht op een advocaat en als u deze niet kan betalen stelt de Staat er een voor u beschikbaar’
‘Mijn advocaat is opgepakt, lekkere timing’ zegt Michael sarcastisch. ‘Ik praat alleen met jou en met je baas, die ene die deze klopjacht georganiseerd heeft. Weet je nou al wat over die James?’
Keith stapt uit de auto. De telefoon, gekregen van Michael, in zijn binnenzak van zijn jas. Hij loopt om de auto heen en trekt de deur aan de rechterachterzijde open. Hij sommeert de kinderen
uit de auto te komen en wijst naar het oude gebouw. Het gebouw uit de tijd net na de oorlog bestaat uit vele oude, bruine stenen.
‘Daar is het politiebureau Carmen, daar moet je zijn en naar je vader vragen. Hoofdinspecteur Cameron Johnson, dan weten ze precies wie ze moeten hebben. Goed?’ Keith praat op een zachte, rustige toon. Het is hem er veel aan gelegen de kinderen niet bang of onrustig te maken.
Op de binnenplaats van het epicentrum van de landelijke politie stoppen een viertal SUV’s. Uit een ervan stapt Audrey. Ze straalt gezag uit als ze de linkerachterdeur open trekt en Michael naar buiten trekt.
Cameron Johnson ziet vanaf de zevende etage toe op het tafereel. Audrey, met Chase en een tiental anonieme agenten voeren Michael via de personeelsingang naar binnen. De pers hoeft niet te weten dat er een legereenheid is afgescheiden.
Vijf minuten later zit Michael in een verhoorkamer. Cameron Johnson zit tegenover hem aan de tafel. Er staat een glas water voor de gevallen militair.
‘Zo, Meneer Felon, enig idee waarom u hier bent?’
Michael zegt niets. Hij houdt zijn kaken stijf op elkaar.
‘Hoe oud bent u meneer Felon?’
Nog steeds geen woord uit de gevangen militair.
‘U houdt u van de domme meneer Felon?’
Michael begint met zijn armen te gebaren. Een onduidelijke handeling veranderd duidelijk in een hand die een schrijvende beweging maakt.
‘U wilt schrijven?’ vraagt Johnson.
Michael knikt. Johnson steekt zijn hoofd uit de deur en roept ‘Pen en papier alsjeblieft’.
‘Hier’ Johnson schuift Michael een notitieblokje en een potlood toe. Michael schrijft een woord op het papier.
‘Audrey ’
Vijf jaar eerder
‘Oke, we moeten gaan’ zegt Michael.
Jeremy demonteert snel en vakkundig het scherpschutter geweer. De koffer met de vormen in het schuimgedrukt wordt snel gevuld. Michael raapt de huls op en bergt de verrekijker en de infrarood peiler op.
‘Ruby Red, Bellamy Black, James Yellow, we gaan. Ontmoet ons op ontmoetingsplek Alpha. De klus is geklaard’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Nu
De vrouw is netjes gekleed. Witte blouse, zwart jasje eroverheen. Een stijlvolle halflange rok maakt het af. Lichte make-up. Een klein beetje mascara en lichte lipstick. Kleine oorbellen, niets opzichtig.
‘Can I help you mister, uh.. O’Donnel?’
‘Alsof je me kan helpen. Een vriendin van me, willen naar Engeland worden geplaatst.’
‘Dan ben je bij de verkeerde ambassade meneer O’Donell’. De vrouw spreekt met een zwaar Amerikaans accent. Vermoedelijk Texas.
‘Ik ben bij precies de juiste ambassade. Vraag maar aan je superieuren of ze mij in handen van de Nederlanders willen laten vallen.’ Hoofdinspecteur
Cameron Johnson loopt uit verhoorkamer.
‘Audrey, hij wil jou erbij hebben’
Audrey zit op haar bureaustoel. Ze draait een beetje in de rondte, verveeld zich. Ze schrikt zich dan ook rot als Johnson haar roept.
‘Ik kom eraan baas, waarom moet ik erbij zijn?’
‘Geen idee Smith, maar het enige dat hij deed is jouw naam opschrijven. Verder zei die niets, schreef die niets. Alleen jouw naam’ Johnson prikt op haar borstkas.
‘Waarom doet die dat Smith? Waarom?’
Er komt op dat moment een agent aanlopen. De man, volledig in uniform fluistert iets in het oor van de hoofdinspecteur. De lippen van de hoofdinspecteur vormen tot een nauwe streep. Zijn gezicht loopt rood aan. Hij begint snel te lopen naar verhoorkamer 1. Hij smijt de deur open en gooit Michael tegen de muur.
‘Jij klootzak, wat heb je met mijn kinderen gedaan?!!’
Audrey rent achter haar baas aan. Ze roept Chase en enkele andere agenten terwijl ze rent. Johnson is buiten zinnen van woede.
‘Baas, kom laat hem gaan. Baas?!’
Michael laat zich gelaten tegen de muur slaan. Johnson zet zijn onderarm tegen de keel van Michael. Ondertussen trekken Chase, Audrey en drie agenten in uniform Johnson van Michael af. Doordat Michaels luchtpijp een korte tijd is afgeknepen hapt hij naar lucht. Hij zakt op zijn knieën en zijn wond aan zijn vinger klopt. Audrey helpt Michael om op te staan en zet hem aan tafel. Ze zet hem een glas water voor en loopt weer weg.
‘Geef hem een glas water en laat hem kalmeren, ik ga verder met Michael’ zegt Audrey tegen een anonieme agent.
“Jij bent de baas niet.” antwoord hij
‘In plaats van me van repliek te dienen, kan je beter eens doen wat er gevraagd wordt Stuart, doe het nou maar gewoon, straks is je lieve hiërarchie weer in ere herstelt.’
Zonder om te kijken loopt ze terug naar Michael. Ze trekt de deur achter zich dicht en gaat tegenover hem zitten.
‘Gaat het een beetje?’
Michael kijkt beduusd uit zijn ogen.
‘He, Michael, alles goed?’
‘Ja best.’ antwoord Michael afwezig.
‘Wat heb je met z’n kinderen gedaan?’ vraag Audrey op een lieve toon.
‘Niets, ze zijn onderweg, Keith brengt ze naar een politiebureau.’
Audrey voelt dat ze beet heeft. Michael is van de kaart en daar moet ze gebruik van maken. Of…mag dat wel? Is dat ethisch verantwoord? Is het toelaatbaar in de rechtzaal? Ah Fuck it, ik heb die informatie nodig, straks vallen er nog meer doden.
‘Waarom heb je die ambulance vrouw vermoord Michael?’
‘Dat heb ik niet gedaan, dat was Cunningham.’
‘Cunningham?’
Michael lijkt plotseling wakker te worden. De doffe blik uit zijn ogen lijkt te verdwijnen.
‘He?’ zegt Michael, ‘wat?’
‘Wie is Cunningham Mike? Wie is het?’
‘uhh, ik ken geen Cunningham.’
‘Je zegt net dat Cunningham Kuiper heeft vermoord, en niet jij.’
Michael wuift het weg. ‘Herinner ik me niet, ik ken geen Cunningham, klaar.’
Godver, hij heeft zich bij elkaar geraapt. Nu weet ik nog niets. Alhoewel, hij zei dat Keith de kids naar een politiebureau brengt. Dat wil zeggen dat zodra de kids er zijn, ze een locatie hebben voor Keith, tenminste, een radius waarin hij zich zou moeten bevinden. Audrey loopt de verhoorkamer uit, de afdeling op.
‘Is Johnson alweer terug, of is die nog steeds ziedend?’
‘Hij begint te kalmeren partner, maar helemaal rustig is die niet.’ antwoord de terug gelopen Chase.
‘Let jij even op Michael, ik ga naar Johnson.’
‘Prima’.
Emily en Brian worden naar een kantoor geleid. Het is een groot kantoor. Er staat buiten een groot bureau in. Er is zelfs ruimte voor een flinke bank en salontafel. Moet een hoge pief zijn denkt Emily.
‘Waarom zijn we hier Brian, wie ken jij in Amerika?’
‘Laten we maar stellen dat de Amerikanen een reden hebben om niet te willen dat ik gevangen gezet wordt. Niet hier, niet in Amerika, nergens.’
‘Ben je een spion ofzo, net als in de films?’
‘Nou, dat niet helemaal, maar ik kan er niets over zeggen. Dat kan jou en mij het leven kosten.’
‘Ja vast, als je het niet wil zeggen, doe dan niet zo stoer, zeg dan gewoon dat je het niet wil zeggen.’
Brian houdt zijn mond en kijkt strak vooruit. Ze moest eens weten…
Er komt een medewerker van de ambassade aanlopen. Ze stelt zich voor als een een of andere attaché. Het zal wel denk Emily. Het zal wel.
De vrouw is netjes gekleed. Witte blouse, zwart jasje eroverheen. Een stijlvolle halflange rok maakt het af. Lichte make-up. Een klein beetje mascara en lichte lipstick. Kleine oorbellen, niets opzichtig.
‘Can I help you mister, uh.. O’Donnel?’
‘Alsof je me kan helpen. Een vriendin van me, willen naar Engeland worden geplaatst.’
‘Dan ben je bij de verkeerde ambassade meneer O’Donell’. De vrouw spreekt met een zwaar Amerikaans accent. Vermoedelijk Texas.
‘Ik ben bij precies de juiste ambassade. Vraag maar aan je superieuren of ze mij in handen van de Nederlanders willen laten vallen.’ Hoofdinspecteur
Cameron Johnson loopt uit verhoorkamer.
‘Audrey, hij wil jou erbij hebben’
Audrey zit op haar bureaustoel. Ze draait een beetje in de rondte, verveeld zich. Ze schrikt zich dan ook rot als Johnson haar roept.
‘Ik kom eraan baas, waarom moet ik erbij zijn?’
‘Geen idee Smith, maar het enige dat hij deed is jouw naam opschrijven. Verder zei die niets, schreef die niets. Alleen jouw naam’ Johnson prikt op haar borstkas.
‘Waarom doet die dat Smith? Waarom?’
Er komt op dat moment een agent aanlopen. De man, volledig in uniform fluistert iets in het oor van de hoofdinspecteur. De lippen van de hoofdinspecteur vormen tot een nauwe streep. Zijn gezicht loopt rood aan. Hij begint snel te lopen naar verhoorkamer 1. Hij smijt de deur open en gooit Michael tegen de muur.
‘Jij klootzak, wat heb je met mijn kinderen gedaan?!!’
Audrey rent achter haar baas aan. Ze roept Chase en enkele andere agenten terwijl ze rent. Johnson is buiten zinnen van woede.
‘Baas, kom laat hem gaan. Baas?!’
Michael laat zich gelaten tegen de muur slaan. Johnson zet zijn onderarm tegen de keel van Michael. Ondertussen trekken Chase, Audrey en drie agenten in uniform Johnson van Michael af. Doordat Michaels luchtpijp een korte tijd is afgeknepen hapt hij naar lucht. Hij zakt op zijn knieën en zijn wond aan zijn vinger klopt. Audrey helpt Michael om op te staan en zet hem aan tafel. Ze zet hem een glas water voor en loopt weer weg.
‘Geef hem een glas water en laat hem kalmeren, ik ga verder met Michael’ zegt Audrey tegen een anonieme agent.
“Jij bent de baas niet.” antwoord hij
‘In plaats van me van repliek te dienen, kan je beter eens doen wat er gevraagd wordt Stuart, doe het nou maar gewoon, straks is je lieve hiërarchie weer in ere herstelt.’
Zonder om te kijken loopt ze terug naar Michael. Ze trekt de deur achter zich dicht en gaat tegenover hem zitten.
‘Gaat het een beetje?’
Michael kijkt beduusd uit zijn ogen.
‘He, Michael, alles goed?’
‘Ja best.’ antwoord Michael afwezig.
‘Wat heb je met z’n kinderen gedaan?’ vraag Audrey op een lieve toon.
‘Niets, ze zijn onderweg, Keith brengt ze naar een politiebureau.’
Audrey voelt dat ze beet heeft. Michael is van de kaart en daar moet ze gebruik van maken. Of…mag dat wel? Is dat ethisch verantwoord? Is het toelaatbaar in de rechtzaal? Ah Fuck it, ik heb die informatie nodig, straks vallen er nog meer doden.
‘Waarom heb je die ambulance vrouw vermoord Michael?’
‘Dat heb ik niet gedaan, dat was Cunningham.’
‘Cunningham?’
Michael lijkt plotseling wakker te worden. De doffe blik uit zijn ogen lijkt te verdwijnen.
‘He?’ zegt Michael, ‘wat?’
‘Wie is Cunningham Mike? Wie is het?’
‘uhh, ik ken geen Cunningham.’
‘Je zegt net dat Cunningham Kuiper heeft vermoord, en niet jij.’
Michael wuift het weg. ‘Herinner ik me niet, ik ken geen Cunningham, klaar.’
Godver, hij heeft zich bij elkaar geraapt. Nu weet ik nog niets. Alhoewel, hij zei dat Keith de kids naar een politiebureau brengt. Dat wil zeggen dat zodra de kids er zijn, ze een locatie hebben voor Keith, tenminste, een radius waarin hij zich zou moeten bevinden. Audrey loopt de verhoorkamer uit, de afdeling op.
‘Is Johnson alweer terug, of is die nog steeds ziedend?’
‘Hij begint te kalmeren partner, maar helemaal rustig is die niet.’ antwoord de terug gelopen Chase.
‘Let jij even op Michael, ik ga naar Johnson.’
‘Prima’.
Emily en Brian worden naar een kantoor geleid. Het is een groot kantoor. Er staat buiten een groot bureau in. Er is zelfs ruimte voor een flinke bank en salontafel. Moet een hoge pief zijn denkt Emily.
‘Waarom zijn we hier Brian, wie ken jij in Amerika?’
‘Laten we maar stellen dat de Amerikanen een reden hebben om niet te willen dat ik gevangen gezet wordt. Niet hier, niet in Amerika, nergens.’
‘Ben je een spion ofzo, net als in de films?’
‘Nou, dat niet helemaal, maar ik kan er niets over zeggen. Dat kan jou en mij het leven kosten.’
‘Ja vast, als je het niet wil zeggen, doe dan niet zo stoer, zeg dan gewoon dat je het niet wil zeggen.’
Brian houdt zijn mond en kijkt strak vooruit. Ze moest eens weten…
Er komt een medewerker van de ambassade aanlopen. Ze stelt zich voor als een een of andere attaché. Het zal wel denk Emily. Het zal wel.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
We beginnen te komen tot waar ik sowieso ben, oftewel ik moet meer mijn best gaan doen met schrijven 
======================
Keith kijkt op zijn horloge. 16:30 bijna tijd. Hij moet zich klaar maken. Met het kleine gammele autootje rijdt hij Den Haag binnen. Nog 25 minuten.
Doyle heeft de leiding genomen over de beide arrestatieteams. Hij heeft het ene team de letter Alpha meegegeven en naar de achterzijde gedirigeerd. Zelf gaat hij mee met het tweede team, voor het gemak Bravo genoemd. Bravo team stelt zich op bij de voordeur, terwijl Alpha team hetzelfde doet, maar dan bij de achterdeur. Doyle zegt door de radio ‘alpha team gaan’ en tegelijk geeft hij een seintje aan de voorste man van het Bravo team. Tegelijk vallen de teams het huis in. In de gang stuur de leider van het Bravo team twee man de keuken in en de rest naar boven. Overal horen ze roepen ‘leeg’. Het huis is leeg. Brian is er vandoor.
Een jonge agent komt naar Doyle toelopen.
‘Meneer, een Mevrouw blue voor u aan de lijn. Ze is doorgeschakeld via het hoofdkantoor.’ Doyle voelt de bui al hangen en neemt de telefoon aan en loopt weg van de teams die beginnen aan een eerste onderzoek.
‘Epsilon, je maakt er een bloody mess van. Kom nu dat huis uit en stap in de blauwe auto ik ben het zat.’
Doyle heeft geen keus. Hij werpt de telefoon terug naar de jonge agent die het telefoontje in eerste instantie aangaf en loopt naar buiten. Hij pakt zijn eigen telefoon en wijst erop en wijst naar buiten. Hij geeft ermee aan dat hij even naar buiten loopt om te telefoneren. Dat doet hij alleen niet, maar hij steekt de straat over en stapt in de blauwe auto.
Betty Blue zit achter het stuur. Hij zit ernaast op de bijrijderstoel.
‘Damm Doyle, dit is uit de hand gelopen. Als dit uitkomt worden we niet eens ontslagen, dan zijn we vissenvoer! Ik ben je zat. Ik zet je op een vliegtuig en je gaat je laten debriefen op HQ’. De vrouw, bekend als Betty Blue start de auto. Ze zwenkt eerst naar links, realiseert haar fout en gaat weer rechts rijden.
‘Het is míjn zaak Helen, mijn zaak. Ik kan dit nog gewoon oplossen’
‘Je spreekt mij niet aan met mijn voornaam en het is over Doyle. Ik neem het vanaf hier over. Ik ben je spuug en spuugzat. Ze waren verspreid, onvoorbereid en je had er een paar. Hoe kan het zo in het honderd lopen?
‘Het waren niet mijn fouten! Het zijn die Nederlandse kneuzen die steken laten vallen.’
‘Jammer dan Doyle, je had het in de hand moeten houden nu is het allemaal naar de klote. Jij gaat terug en je houdt je verder gedeisd.’
Op dat moment naderen de Britten een kruising. In Nederland kijk je eerst links en dan rechts. In Engeland andersom en dat werd het tweetal fataal. Van links komt een klein busje luid toeterend aanrijden. Een flinke knal later ligt de blauwe auto van de Britten aan gort en is er geen beweging bij hen te zien.
De man in het busje hangt over zijn stuur. Omstanders weten eerst niet wat hen overkomt, dan belt er een het Europees noodnummer: 112.
Audrey wordt naar buiten geroepen door een agent in uniform. Ze sluit de deur. Vanuit de verhoorkamer kan Michael door het rechthoekige ruitje kijken en ziet hij dat de agent in uniform Audrey wat in haar oor fluistert. Ze krijgt een tweetal foto’s in haar dossier gestopt. Ze neemt het dossier met foto’s mee de verhoorkamer in. Tijd voor ronde vijf.
‘Wat doe je hier Mike?” Audrey gaat zitten.
‘Wat doe jij hier nog? Hebben ze je nog niet vervangen?’

======================
Keith kijkt op zijn horloge. 16:30 bijna tijd. Hij moet zich klaar maken. Met het kleine gammele autootje rijdt hij Den Haag binnen. Nog 25 minuten.
Doyle heeft de leiding genomen over de beide arrestatieteams. Hij heeft het ene team de letter Alpha meegegeven en naar de achterzijde gedirigeerd. Zelf gaat hij mee met het tweede team, voor het gemak Bravo genoemd. Bravo team stelt zich op bij de voordeur, terwijl Alpha team hetzelfde doet, maar dan bij de achterdeur. Doyle zegt door de radio ‘alpha team gaan’ en tegelijk geeft hij een seintje aan de voorste man van het Bravo team. Tegelijk vallen de teams het huis in. In de gang stuur de leider van het Bravo team twee man de keuken in en de rest naar boven. Overal horen ze roepen ‘leeg’. Het huis is leeg. Brian is er vandoor.
Een jonge agent komt naar Doyle toelopen.
‘Meneer, een Mevrouw blue voor u aan de lijn. Ze is doorgeschakeld via het hoofdkantoor.’ Doyle voelt de bui al hangen en neemt de telefoon aan en loopt weg van de teams die beginnen aan een eerste onderzoek.
‘Epsilon, je maakt er een bloody mess van. Kom nu dat huis uit en stap in de blauwe auto ik ben het zat.’
Doyle heeft geen keus. Hij werpt de telefoon terug naar de jonge agent die het telefoontje in eerste instantie aangaf en loopt naar buiten. Hij pakt zijn eigen telefoon en wijst erop en wijst naar buiten. Hij geeft ermee aan dat hij even naar buiten loopt om te telefoneren. Dat doet hij alleen niet, maar hij steekt de straat over en stapt in de blauwe auto.
Betty Blue zit achter het stuur. Hij zit ernaast op de bijrijderstoel.
‘Damm Doyle, dit is uit de hand gelopen. Als dit uitkomt worden we niet eens ontslagen, dan zijn we vissenvoer! Ik ben je zat. Ik zet je op een vliegtuig en je gaat je laten debriefen op HQ’. De vrouw, bekend als Betty Blue start de auto. Ze zwenkt eerst naar links, realiseert haar fout en gaat weer rechts rijden.
‘Het is míjn zaak Helen, mijn zaak. Ik kan dit nog gewoon oplossen’
‘Je spreekt mij niet aan met mijn voornaam en het is over Doyle. Ik neem het vanaf hier over. Ik ben je spuug en spuugzat. Ze waren verspreid, onvoorbereid en je had er een paar. Hoe kan het zo in het honderd lopen?
‘Het waren niet mijn fouten! Het zijn die Nederlandse kneuzen die steken laten vallen.’
‘Jammer dan Doyle, je had het in de hand moeten houden nu is het allemaal naar de klote. Jij gaat terug en je houdt je verder gedeisd.’
Op dat moment naderen de Britten een kruising. In Nederland kijk je eerst links en dan rechts. In Engeland andersom en dat werd het tweetal fataal. Van links komt een klein busje luid toeterend aanrijden. Een flinke knal later ligt de blauwe auto van de Britten aan gort en is er geen beweging bij hen te zien.
De man in het busje hangt over zijn stuur. Omstanders weten eerst niet wat hen overkomt, dan belt er een het Europees noodnummer: 112.
Audrey wordt naar buiten geroepen door een agent in uniform. Ze sluit de deur. Vanuit de verhoorkamer kan Michael door het rechthoekige ruitje kijken en ziet hij dat de agent in uniform Audrey wat in haar oor fluistert. Ze krijgt een tweetal foto’s in haar dossier gestopt. Ze neemt het dossier met foto’s mee de verhoorkamer in. Tijd voor ronde vijf.
‘Wat doe je hier Mike?” Audrey gaat zitten.
‘Wat doe jij hier nog? Hebben ze je nog niet vervangen?’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Ik zie dat ik al veel, veel te lang niet heb gepost. Dus hieronder een langer stukje:
================
‘Michael, even bij blijven, waarom ben je hier?’
‘Jij pakte me op’ antwoordde Michael stoïcijns.
‘Nee, je liet op je oppakken, je stond op ons te wachten en je compagnon was al weg. De kinderen van Johnson zijn nog geen kwartier later op een politiebureau af gezet. Waarom ben je hier?!’
Audrey legt het dossier hard op tafel. Er volgt een klap van haar vlakke hand bij.
‘Wie zijn dit?’ Audrey legt twee foto’s op tafel. Foto’s van het ongeluk. ‘Van deze weet ik dat hij hier vanmorgen rond liep. Navraag bij collega’s leverde op dat hij rond liep als ‘James’ van de AIVD. Wie is hij?’
‘Dat is de persoon waar ik over vertelde vanmorgen aan de telefoon. Wat is er met hem gebeurd?’
‘Hij is verongelukt, aangereden door een klein busje. Wie is zij?’ Audrey wijst op de andere foto.
‘Dat is de oorzaak van mijn probleem’
‘WIE is het Michael? Wie, niet wat’
‘Ik ken haar alleen onder schuilnamen’
‘Noem er een’
‘Ach, wat is daar de fun aan Em, je moet toch een beetje je best doen’
‘Audrey, ik ben Audrey. Verdomme Michael, waar ben je in verwikkeld geraakt? Wat is de reden van deze klopjacht op jou en je vrienden?’
‘Jammer Audrey. Waarom loopt jullie klok voor? Het is tien over zes, niet half acht.’
‘Waarom ben je niet bij Emily Michael?’ Audrey antwoord niet op de vraag van Michael maar veranderd het onderwerp radicaal.
‘Wat is er met Emily?
‘Waarom ben je niet bij haar? Waarom was je bij haar in de eerste plaats.’
‘Omdat ik hier zit. Hoe bedoel je?’
‘Je hele leven nu is een opdracht, een overlevingsmissie. Was Emily een opdracht? Was het überhaupt echt?’
‘Emily is het meest echte in mijn hele leven’
‘Weet ze dat zelf wel?’
‘Ze weet niet dat ik hier zit.’
‘Waarom zit ze op de Amerikaanse ambassade?’
‘Geen idee’
‘Dat heeft ze vast niet zelf bedacht. Wáárom zit ze daar Mike!?’
‘Met wie is ze?’
‘Wat?’
‘Je zegt dat ze het niet zelf bedacht zal hebben. Ik heb het niet bedacht, daaruit volgt dat ze niet alleen is. Vertel me met wie ze is en ik kan je helpen’
‘Brian O’Donnel’
‘WAT?’
‘Brian O’Donnel, haar ex-vriend en de zoon van Sidney O’Donnel, jouw advocaat.’
‘Je hoeft me niet te vertellen wie Brian is’
‘Nee, je gaat me vertellen wat hij te maken heeft met jullie.’
‘Nee dat ga ik niet’.
‘Ze doet iets onverwachts zeker, of niet?’
‘Hou je kop Audrey, niets komt onverwachts. Ik ben verdomd de slimste tacticus ooit in dienst voor de Nederlandse overheid’
‘Defensie?’
‘Defensie? Ha, laat me niet lachen. Ik viel direct onder de Minister-president.’ Michael veert op. ‘Enne, doe nou maar die handboeien om, het is kwart over zeven, tijd voor de mannen van Defensie om de boel over te nemen hier.’
‘Sorry?’
‘Ik zei toch dat ze je zouden vervangen? Dat hebben ze niet gedaan, dus zal de Marechaussee me wel komen ophalen. Simpel als dat’
‘Waarom nu?’
‘Standaarden lieve Audrey, standaarden. Laat je me nou gaan of gaan we moeilijk doen?’
‘Op je teentjes getrapt Mike?’
‘Nee’ antwoordt Michael bits.
‘Waarom ben je niet bij Emily’
‘Omdat Emily niet bij mij moet zijn.’
================
‘Michael, even bij blijven, waarom ben je hier?’
‘Jij pakte me op’ antwoordde Michael stoïcijns.
‘Nee, je liet op je oppakken, je stond op ons te wachten en je compagnon was al weg. De kinderen van Johnson zijn nog geen kwartier later op een politiebureau af gezet. Waarom ben je hier?!’
Audrey legt het dossier hard op tafel. Er volgt een klap van haar vlakke hand bij.
‘Wie zijn dit?’ Audrey legt twee foto’s op tafel. Foto’s van het ongeluk. ‘Van deze weet ik dat hij hier vanmorgen rond liep. Navraag bij collega’s leverde op dat hij rond liep als ‘James’ van de AIVD. Wie is hij?’
‘Dat is de persoon waar ik over vertelde vanmorgen aan de telefoon. Wat is er met hem gebeurd?’
‘Hij is verongelukt, aangereden door een klein busje. Wie is zij?’ Audrey wijst op de andere foto.
‘Dat is de oorzaak van mijn probleem’
‘WIE is het Michael? Wie, niet wat’
‘Ik ken haar alleen onder schuilnamen’
‘Noem er een’
‘Ach, wat is daar de fun aan Em, je moet toch een beetje je best doen’
‘Audrey, ik ben Audrey. Verdomme Michael, waar ben je in verwikkeld geraakt? Wat is de reden van deze klopjacht op jou en je vrienden?’
‘Jammer Audrey. Waarom loopt jullie klok voor? Het is tien over zes, niet half acht.’
‘Waarom ben je niet bij Emily Michael?’ Audrey antwoord niet op de vraag van Michael maar veranderd het onderwerp radicaal.
‘Wat is er met Emily?
‘Waarom ben je niet bij haar? Waarom was je bij haar in de eerste plaats.’
‘Omdat ik hier zit. Hoe bedoel je?’
‘Je hele leven nu is een opdracht, een overlevingsmissie. Was Emily een opdracht? Was het überhaupt echt?’
‘Emily is het meest echte in mijn hele leven’
‘Weet ze dat zelf wel?’
‘Ze weet niet dat ik hier zit.’
‘Waarom zit ze op de Amerikaanse ambassade?’
‘Geen idee’
‘Dat heeft ze vast niet zelf bedacht. Wáárom zit ze daar Mike!?’
‘Met wie is ze?’
‘Wat?’
‘Je zegt dat ze het niet zelf bedacht zal hebben. Ik heb het niet bedacht, daaruit volgt dat ze niet alleen is. Vertel me met wie ze is en ik kan je helpen’
‘Brian O’Donnel’
‘WAT?’
‘Brian O’Donnel, haar ex-vriend en de zoon van Sidney O’Donnel, jouw advocaat.’
‘Je hoeft me niet te vertellen wie Brian is’
‘Nee, je gaat me vertellen wat hij te maken heeft met jullie.’
‘Nee dat ga ik niet’.
‘Ze doet iets onverwachts zeker, of niet?’
‘Hou je kop Audrey, niets komt onverwachts. Ik ben verdomd de slimste tacticus ooit in dienst voor de Nederlandse overheid’
‘Defensie?’
‘Defensie? Ha, laat me niet lachen. Ik viel direct onder de Minister-president.’ Michael veert op. ‘Enne, doe nou maar die handboeien om, het is kwart over zeven, tijd voor de mannen van Defensie om de boel over te nemen hier.’
‘Sorry?’
‘Ik zei toch dat ze je zouden vervangen? Dat hebben ze niet gedaan, dus zal de Marechaussee me wel komen ophalen. Simpel als dat’
‘Waarom nu?’
‘Standaarden lieve Audrey, standaarden. Laat je me nou gaan of gaan we moeilijk doen?’
‘Op je teentjes getrapt Mike?’
‘Nee’ antwoordt Michael bits.
‘Waarom ben je niet bij Emily’
‘Omdat Emily niet bij mij moet zijn.’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Keith stapt uit de auto en benadert de mannen met witte overhemden en zwarte pakken. ‘Heren, de naam is Collins’. Hij houdt een identificatiebewijs omhoog waarop zijn foto te zien is en trekt het dan weer weg. ‘Ik heb bevelen van de Premier om jullie te assisteren’
‘Oke…Juist. Als je maar wij dat wij de leiding hebben. Ik rook nog even m’n sigaretje op dan gaan we.’
‘Oke, oke, rustig ik probeer niet in jullie vaarwater te komen, ik ben ook maar gestuurd. He, die stropdas hè, spreken jullie dat 's morgens met elkaar af of zo?’
‘Sorry?’
‘Allebei in zwart pak met rode stropdas. Goede dresscode daar bij Defensie’
‘Uhm, ja juist. Jij bent ook niet slecht gekleed hoor. Nou we gaan, loop je mee? Dit zullen ze niet leuk vinden namelijk.’
‘Tuurlijk, jullie leiden, ik volg’
De mannen keren zich naar het naoorlogse gebouw. Ze relatief nieuwe schuifdeuren bij de ingang gaan soepel open als ze de deur benaderen. Ze lopen naar de receptie en de man waarmee Keith eerder al sprak haalt zijn identificatie tevoorschijn.
‘Luitenant Bart Jansen dit zijn mijn collega’s Sergant Mcleigh en meneer Collins van Algemene Zaken, ik zoek meneer uhm..’ hij kijkt in zijn notitieboekje, ‘ Johnson, meneer Johnson ja. Waar kan ik die vinden?’
‘Mag ik vragen waar het om gaat meneer Jansen?’
‘Luitenant Jansen en het gaat om de opgepakte militair die jullie hebben, die gaat met ons mee’
‘Audrey, weet jij waar Johnson is?’ een medewerker van de MIVD komt aan gerend, ‘Ik heb iets belangrijks.’
‘Hij is even niet beschikbaar, vertel het mij maar.’
‘Michael, hij heeft een fout gemaakt, we konden niets vinden van voor vijf jaar geleden toch?’
‘Ja ja, vertel, wat is er?’
‘We hebben een Michael Felon gevonden van tien jaar geleden. Hij heeft een fout gemaakt Audrey.’
Terwijl ze zitten te wachten in het kamertje van de attaché denkt Emily aan Brian. Hun “begin van het einde” was niet best. Ze waren uiteindelijk redelijk goed uit elkaar gegaan, maar sommige ruzies waren echt niet leuk. Ze dacht terug aan een van de eerste ruzies die direct leidde tot hun break-up.
Vijf jaar eerder.Emily loopt boos de kamer in. Haar handen over elkaar geslagen. Haar voeten stampen over de grond. Ze is binnen gelaten door de altijd aardige ouders van Brian: Sidney en Claire. Ze is de trap opgelopen en ademt zwaar.
‘Hoi’ briest ze tegen Brian.
‘Heey lief’ zegt hij vriendelijk terug. Hij zit op zijn bureaustoel en draait het ding op vijf wielen soepeltjes terug. Zijn vingers dansen over het toetsenbord en tekens verschijnen op het scherm dat voor zijn neus staat. Emily loopt naar de stoel en trekt eraan. Ze trekt Brian bij de computer vandaan en draait de stoel om.
‘Het zou leuk zijn als je eens naar me luistert.’
‘Dat doe ik toch schat? Ik luister altijd naar je!’
‘Behalve als je aan het computeren bent’
‘Dan luister ik ook, ik kan twee dingen tegelijk’
‘Nee je kan ja knikken en je dingetjes doen tegelijk, niet luisteren en je dingetjes doen tegelijk!’ Emily schreeuwt bijna tegen Brian.
‘Rustig schat, ik doe belangrijke dingen op de computer, het is mijn werk. Sorry dat ik soms wat ongeïnteresseerd overkom, maar dat ben ik zeker niet.’
‘Ja dat ben je wel. Je zit de hele dag maar je spelletjes te spelen, en zelfs de nachten zijn niet veilig. Ik wil gewoon zo af en toe eens wat aandacht. Ik ben heus niet zo veel eisend, maar zo als jij doet gaat me toch echt te ver. Je houdt toch wel nog van me of wat?’
‘Tuurlijk hou ik van je, wat is dat voor een vraag? Ik hou met heel mijn hart van je. Wat ik op de computer doe is gewoon mijn werk, dat moet gebeuren. Jij vindt het ook leuk om cadeau’tjes te krijgen’
‘Nou, dan maar minder cadeau’tje, en meer aandacht. Je zit zelfs ‘s nachts aan je computer te typen. Is dat ook werk?’
‘Ja dat is ook werk’
Langzaam smelt Emily wat. Het klinkt logisch. Brian draait zich weer op en rijdt zijn stoel naar het scherm. Zijn vingers zijn druk in de weer om het scherm te vullen met witte letters en tekens. Emily, nog niet helemaal klaar met haar monoloog, wordt weer boos.
‘Godsamme, ik was nog niet klaar. Maar weet je wat, zoek het lekker uit jongen, als jij het typen en je spelletjes spelen belangrijker vindt dan mij, dan ben ik pleiten.’
Emily stampt de kamer uit. Haar voeten komen plat op de grond terecht. Ze maakt een kabaal als ze de trap op loopt en ze smijt de deur dicht.
‘Oke…Juist. Als je maar wij dat wij de leiding hebben. Ik rook nog even m’n sigaretje op dan gaan we.’
‘Oke, oke, rustig ik probeer niet in jullie vaarwater te komen, ik ben ook maar gestuurd. He, die stropdas hè, spreken jullie dat 's morgens met elkaar af of zo?’
‘Sorry?’
‘Allebei in zwart pak met rode stropdas. Goede dresscode daar bij Defensie’
‘Uhm, ja juist. Jij bent ook niet slecht gekleed hoor. Nou we gaan, loop je mee? Dit zullen ze niet leuk vinden namelijk.’
‘Tuurlijk, jullie leiden, ik volg’
De mannen keren zich naar het naoorlogse gebouw. Ze relatief nieuwe schuifdeuren bij de ingang gaan soepel open als ze de deur benaderen. Ze lopen naar de receptie en de man waarmee Keith eerder al sprak haalt zijn identificatie tevoorschijn.
‘Luitenant Bart Jansen dit zijn mijn collega’s Sergant Mcleigh en meneer Collins van Algemene Zaken, ik zoek meneer uhm..’ hij kijkt in zijn notitieboekje, ‘ Johnson, meneer Johnson ja. Waar kan ik die vinden?’
‘Mag ik vragen waar het om gaat meneer Jansen?’
‘Luitenant Jansen en het gaat om de opgepakte militair die jullie hebben, die gaat met ons mee’
‘Audrey, weet jij waar Johnson is?’ een medewerker van de MIVD komt aan gerend, ‘Ik heb iets belangrijks.’
‘Hij is even niet beschikbaar, vertel het mij maar.’
‘Michael, hij heeft een fout gemaakt, we konden niets vinden van voor vijf jaar geleden toch?’
‘Ja ja, vertel, wat is er?’
‘We hebben een Michael Felon gevonden van tien jaar geleden. Hij heeft een fout gemaakt Audrey.’
Terwijl ze zitten te wachten in het kamertje van de attaché denkt Emily aan Brian. Hun “begin van het einde” was niet best. Ze waren uiteindelijk redelijk goed uit elkaar gegaan, maar sommige ruzies waren echt niet leuk. Ze dacht terug aan een van de eerste ruzies die direct leidde tot hun break-up.
Vijf jaar eerder.Emily loopt boos de kamer in. Haar handen over elkaar geslagen. Haar voeten stampen over de grond. Ze is binnen gelaten door de altijd aardige ouders van Brian: Sidney en Claire. Ze is de trap opgelopen en ademt zwaar.
‘Hoi’ briest ze tegen Brian.
‘Heey lief’ zegt hij vriendelijk terug. Hij zit op zijn bureaustoel en draait het ding op vijf wielen soepeltjes terug. Zijn vingers dansen over het toetsenbord en tekens verschijnen op het scherm dat voor zijn neus staat. Emily loopt naar de stoel en trekt eraan. Ze trekt Brian bij de computer vandaan en draait de stoel om.
‘Het zou leuk zijn als je eens naar me luistert.’
‘Dat doe ik toch schat? Ik luister altijd naar je!’
‘Behalve als je aan het computeren bent’
‘Dan luister ik ook, ik kan twee dingen tegelijk’
‘Nee je kan ja knikken en je dingetjes doen tegelijk, niet luisteren en je dingetjes doen tegelijk!’ Emily schreeuwt bijna tegen Brian.
‘Rustig schat, ik doe belangrijke dingen op de computer, het is mijn werk. Sorry dat ik soms wat ongeïnteresseerd overkom, maar dat ben ik zeker niet.’
‘Ja dat ben je wel. Je zit de hele dag maar je spelletjes te spelen, en zelfs de nachten zijn niet veilig. Ik wil gewoon zo af en toe eens wat aandacht. Ik ben heus niet zo veel eisend, maar zo als jij doet gaat me toch echt te ver. Je houdt toch wel nog van me of wat?’
‘Tuurlijk hou ik van je, wat is dat voor een vraag? Ik hou met heel mijn hart van je. Wat ik op de computer doe is gewoon mijn werk, dat moet gebeuren. Jij vindt het ook leuk om cadeau’tjes te krijgen’
‘Nou, dan maar minder cadeau’tje, en meer aandacht. Je zit zelfs ‘s nachts aan je computer te typen. Is dat ook werk?’
‘Ja dat is ook werk’
Langzaam smelt Emily wat. Het klinkt logisch. Brian draait zich weer op en rijdt zijn stoel naar het scherm. Zijn vingers zijn druk in de weer om het scherm te vullen met witte letters en tekens. Emily, nog niet helemaal klaar met haar monoloog, wordt weer boos.
‘Godsamme, ik was nog niet klaar. Maar weet je wat, zoek het lekker uit jongen, als jij het typen en je spelletjes spelen belangrijker vindt dan mij, dan ben ik pleiten.’
Emily stampt de kamer uit. Haar voeten komen plat op de grond terecht. Ze maakt een kabaal als ze de trap op loopt en ze smijt de deur dicht.
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Nu
De attaché blijkt van de FBI te zijn. Het kan haar niet zo boeien. Ze zoekt naar Michael en daarbij kan ze toevallig de hulp van Brian gebruiken. Als het nodig is om hem te bespelen, dan zij het zo. Ze speelt met haar telefoon. De tijd geeft 16.35 aan, nog lang geen tijd om te bellen. Ze kan haast niet wachten, maar ze heeft hier binnen in het gebouw toch geen bereik. Ze wil hem bellen om te zeggen dat de break van de vorige avond een fout was. Ze wil hem niet kwijt, nu niet, nooit. Ze is vastberaden. Ze móet en zou Michael bellen zodra ze hier weg kan. Eerst maar eens horen wat die attaché te zeggen heeft. Brian was nogal gebrand om naar Engeland geplaatst te worden, naar ene Agent McAllister. Ze merkt wel wanneer de attaché diens verhaal heeft afgerond.
Een jaar geleden.
‘He Mike, ging je nog sporten?’ zegt Emily.
‘Ja, klopt, waarom?’
‘Nee, gewoon, vroeg het me af. Je sport toch bij Sport Factory ofzo?’
‘Sport Factory inderdaad, mooi gebouw’
‘Nou, dan zie ik je vanavond wel weer denk?’
‘Jep, ff een uurtje hardlopen en daarna wat aan mijn spieren werken’
Michael zwaait de tas met sportspullen over zijn rug en loopt op zijn gemak het huis uit. Emily springt achter de computer met de telefoon in haar hand en begint aan haar zoektocht. Nadat ze het nummer van de sportschool heeft opgezocht tikt ze het in en heeft ze na een paar keer overgaan iemand te pakken.
‘Sport Factory, met Bianca’
‘Bianca, met Emily. Ik wilde graag even vragen of je mijn vriend aan de lijn kan geven. Hij heet Michael Felon en sport bij jullie.’
‘Ik zal even kijken, heb je een momentje?’
‘Uiteraard’
Emily krijgt het typische muziekje te horen wat je altijd hoort als je in de wacht wordt gezet. Enkele minuutjes later komt Bianca weer terug aan de telefoon.
‘Hallo Emily, Bianca hier weer. Er is geen Michael aanwezig, daarom heb ik de computer gecheckt. Er staat ook helemaal geen Michael Felon in de computer. Weet je zeker dat hij hier sport?’
‘Hij zegt van wel. Weet je zeker dat die er niet in staat?’
‘Heel zeker, ik heb het tweemaal gedaan en een collega gevraagd het te checken. Hij staat er echt niet in. Het spijt me.’
‘Oke, nou bedankt in elk geval, ik weet voldoende. Nog een prettige dag’
Nu
Audrey wordt uit de verhoorkamer geroepen. Een anonieme agent in uniform staat driftig in haar oor te fluisteren. Dan loopt ze weg. Michael kan alleen maar gokken wat er gebeurd is, maar hij kan wel iets verzinnen: Defensie is er.
Audrey zet snelle en grote passen. Ze loopt naar Chase en geeft hem opdracht de mensen van defensie te vertragen zodat zij iets kan verzinnen. Het is cruciaal dat ze nu niet Michael hoeft over te dragen. Dit is haar zaak en dat blijft het ook. Michael beweert onderdeel te zijn van de grootste doofpotaffaire sinds de vuurwerkramp, als deze affaire al niet groter is, als dat waar is dan is het van belang om het boven water te krijgen. Haar grote passen brengen haar bij de ziekenboeg waar Johnson is. Na de aanval van een uur of twee geleden kreeg hij een adrenaline stoot waar zijn hart niet goed tegen kon. De politie dokter gaf hem twee pillen en nu rust hij wat. Hij is echter nog genoeg bij geest om haar te helpen.
‘Hoofdcommissaris’
‘Audrey’ antwoord Johnson.
‘Is het mogelijk om het gebouw te sluiten?’
‘Is defensie er al?’
‘Precies, en ik wil Michael nog niet kwijt’
‘Hmmm’ Johnson denkt hardop na, ‘een reden om iedereen binnen te houden… Eens denken. Wat zou een reden zijn dat er niemand het gebouw in of uit mag?’
‘Een ontsnapte gevangene baas’ antwoord Audrey snel.
De attaché blijkt van de FBI te zijn. Het kan haar niet zo boeien. Ze zoekt naar Michael en daarbij kan ze toevallig de hulp van Brian gebruiken. Als het nodig is om hem te bespelen, dan zij het zo. Ze speelt met haar telefoon. De tijd geeft 16.35 aan, nog lang geen tijd om te bellen. Ze kan haast niet wachten, maar ze heeft hier binnen in het gebouw toch geen bereik. Ze wil hem bellen om te zeggen dat de break van de vorige avond een fout was. Ze wil hem niet kwijt, nu niet, nooit. Ze is vastberaden. Ze móet en zou Michael bellen zodra ze hier weg kan. Eerst maar eens horen wat die attaché te zeggen heeft. Brian was nogal gebrand om naar Engeland geplaatst te worden, naar ene Agent McAllister. Ze merkt wel wanneer de attaché diens verhaal heeft afgerond.
Een jaar geleden.
‘He Mike, ging je nog sporten?’ zegt Emily.
‘Ja, klopt, waarom?’
‘Nee, gewoon, vroeg het me af. Je sport toch bij Sport Factory ofzo?’
‘Sport Factory inderdaad, mooi gebouw’
‘Nou, dan zie ik je vanavond wel weer denk?’
‘Jep, ff een uurtje hardlopen en daarna wat aan mijn spieren werken’
Michael zwaait de tas met sportspullen over zijn rug en loopt op zijn gemak het huis uit. Emily springt achter de computer met de telefoon in haar hand en begint aan haar zoektocht. Nadat ze het nummer van de sportschool heeft opgezocht tikt ze het in en heeft ze na een paar keer overgaan iemand te pakken.
‘Sport Factory, met Bianca’
‘Bianca, met Emily. Ik wilde graag even vragen of je mijn vriend aan de lijn kan geven. Hij heet Michael Felon en sport bij jullie.’
‘Ik zal even kijken, heb je een momentje?’
‘Uiteraard’
Emily krijgt het typische muziekje te horen wat je altijd hoort als je in de wacht wordt gezet. Enkele minuutjes later komt Bianca weer terug aan de telefoon.
‘Hallo Emily, Bianca hier weer. Er is geen Michael aanwezig, daarom heb ik de computer gecheckt. Er staat ook helemaal geen Michael Felon in de computer. Weet je zeker dat hij hier sport?’
‘Hij zegt van wel. Weet je zeker dat die er niet in staat?’
‘Heel zeker, ik heb het tweemaal gedaan en een collega gevraagd het te checken. Hij staat er echt niet in. Het spijt me.’
‘Oke, nou bedankt in elk geval, ik weet voldoende. Nog een prettige dag’
Nu
Audrey wordt uit de verhoorkamer geroepen. Een anonieme agent in uniform staat driftig in haar oor te fluisteren. Dan loopt ze weg. Michael kan alleen maar gokken wat er gebeurd is, maar hij kan wel iets verzinnen: Defensie is er.
Audrey zet snelle en grote passen. Ze loopt naar Chase en geeft hem opdracht de mensen van defensie te vertragen zodat zij iets kan verzinnen. Het is cruciaal dat ze nu niet Michael hoeft over te dragen. Dit is haar zaak en dat blijft het ook. Michael beweert onderdeel te zijn van de grootste doofpotaffaire sinds de vuurwerkramp, als deze affaire al niet groter is, als dat waar is dan is het van belang om het boven water te krijgen. Haar grote passen brengen haar bij de ziekenboeg waar Johnson is. Na de aanval van een uur of twee geleden kreeg hij een adrenaline stoot waar zijn hart niet goed tegen kon. De politie dokter gaf hem twee pillen en nu rust hij wat. Hij is echter nog genoeg bij geest om haar te helpen.
‘Hoofdcommissaris’
‘Audrey’ antwoord Johnson.
‘Is het mogelijk om het gebouw te sluiten?’
‘Is defensie er al?’
‘Precies, en ik wil Michael nog niet kwijt’
‘Hmmm’ Johnson denkt hardop na, ‘een reden om iedereen binnen te houden… Eens denken. Wat zou een reden zijn dat er niemand het gebouw in of uit mag?’
‘Een ontsnapte gevangene baas’ antwoord Audrey snel.
Hey daar! Je hebt een tijdje geleden om feedback gevraagd bij het Tipp-Ex Team, dus hier ben ik. :) Je vroeg om commentaar op de dialogen, de motieven van je personages, je stijl en of het verhaal lekker loopt, dus daar structureer ik mijn feedback ook naar.
Ik heb, om eerlijk te zijn, niet al je posts gelezen, omdat het vrij veel is en ik de tijd niet had om alles te lezen. Vandaar dat ik mijn feedback baseer op de eerste paar en de laatste paar stukken, zodat ik iets van de eerdere en de latere manier van schrijven meeneem. ;)
Wat mij voornamelijk opvalt, als ik de eerdere stukken met de latere vergelijk, is dat je steeds meer dialoog gebruikt. Je laat de beschrijvingen een beetje vallen en verpakt alle informatie in de dialogen. Ik zou je als tip willen geven om daar iets meer variatie in te brengen, anders leest het als een toneelstuk en dat lijkt mij in elk geval niet de bedoeling. De dialogen op zich zijn prima, die lopen goed, dus ik zou me over de inhoud van de dialogen geen zorgen maken, alleen opletten waar je dialogen gebruikt. Wanneer is een dialoog functioneel en wanneer is het handiger, mooier of logischer om een stuk beschrijving neer te zetten? Afwisseling in vorm maakt een verhaal levendiger.
Wat de motieven van je personages betreft: ik heb het idee dat je die nog niet zo heel expliciet naar voren hebt laten komen? Tenminste wat Ian/Doyle betreft. Voor zover ik gelezen heb, is nog niet duidelijk waarom hij deed wat hij deed, behalve dat het in opdracht is van een organisatie. Op zich lijkt me dat geen probleem: beter een beetje mysterie dan meteen in het eerste hoofdstuk al uitleggen wat ieders beweegredenen zijn! Over de motieven zou ik me dus ook geen zorgen maken.
Ik neem stijl en of het verhaal lekker loopt even samen.
Naar mijn idee wordt het verhaal naar het einde toe steeds 'slordiger'. Aan het begin lijk je meer aandacht te besteden aan beschrijving, omschrijving en de gedachten/gevoelens van personages. Zoals ik net al zei bestaan de laatste stukken voornamelijk uit dialogen. Dat zorgt er bij mij in elk geval voor dat mijn aandacht verslapt, omdat de personages worden gereduceerd tot 'stemmen' en geen echte, levendige mensen meer zijn. Je kan dit heel makkelijk omdraaien door meer beschrijving toe te voegen, een paar dialogen eruit te halen en meer te laten zien: show, don't tell!
Dat betekent: je wil aan de lezer overbrengen dat Emily nerveus is. Dat kan je zo opschrijven: "Emily is nerveus." Je kan het echter ook zo opschrijven: "Emily's ogen schieten van het ene gezicht naar het andere. Ze bijt op haar onderlip, haar vingers friemelen aan de zoom van haar bloesje." De lezer kan dan invullen dat ze nerveus is, maar je hebt dat hele woord niet gebruikt en niet nodig gehad. Zulke constructies maken je verhaal levendiger.
Wat stijl betreft wil ik je meegeven: experimenteer meer. Je schrijft nu vrij standaard zinnen volgens hetzelfde stramien: onderwerp - persoonsvorm - lijdend voorwerp. Probeer daar meer varianten van te vinden, bijvoorbeeld door bijzinnen toe te voegen of meer synoniemen voor iets te vinden. Ook gooi je regelmatig tegenwoordige en verleden tijd door elkaar, dat staat wat slordig en is erg zonde, want dat is niet zo ingewikkeld en als je je stuk even terugleest voordat je het post, dan zie je het zelf waarschijnlijk ook direct!
Verder ben ik nog een paar kleine dingetjes tegengekomen die ik even wilde aanstippen: je zet soms in een soort tussenkopje boven een alinea 'drie uur eerder' of 'even later' of zoiets. Ik wil je aanraden om dat niet te doen: het staat niet zo netjes en je kan zulke dingen ook in het verhaal verwerken. Als je een flashback wilt schrijven, zorg er dan voor dat in de flashback zelf duidelijk is dat het een flashback is. Dat kan heel goed, door bijvoorbeeld aan te geven hoe laat het is of door de tekst schuin te drukken - dat laatste is heel simpel, maar zo effectief en dan heb je niet eens extra woorden nodig. Hetzelfde geldt voor dingen als 'op het politiebureau', 'ondertussen in het ziekenhuis'. Als je dat soort beschrijvingen in het verhaal verwerkt (show, don't tell!), dan wordt het al levendiger.
Copyright-tekentjes heb je in je verhaal ook niet nodig! Daarnaast vroeg ik me af waarom veel van je personages een Engelse naam hebben, terwijl het verhaal zich als ik het goed heb in Nederland afspeelt?
Over het algemeen:
Het is te zien dat je verhaalstructuur begrijpt, dat je dialogen goed kan weergeven, dat je verschillende personages kan neerzetten en dat je een duidelijk doel hebt met je verhaal. Dat is allemaal hartstikke positief en daar wil ik je dus zeker een compliment voor geven!
Mijn grote tip is het 'show, don't tell'. Naar mijn idee blijft het allemaal nog te vlak, te zakelijk. Ik zou zeggen: ga meer de diepte in met je personages, probeer het geheel wat levendiger te maken, bijvoorbeeld door variaties in je stijl. Let op spel-, interpunctie- en grammaticafouten, dat helpt ook altijd met het toegankelijker maken van je verhaal. Veel succes!
Liefs,
Melian
Ik heb, om eerlijk te zijn, niet al je posts gelezen, omdat het vrij veel is en ik de tijd niet had om alles te lezen. Vandaar dat ik mijn feedback baseer op de eerste paar en de laatste paar stukken, zodat ik iets van de eerdere en de latere manier van schrijven meeneem. ;)
Wat mij voornamelijk opvalt, als ik de eerdere stukken met de latere vergelijk, is dat je steeds meer dialoog gebruikt. Je laat de beschrijvingen een beetje vallen en verpakt alle informatie in de dialogen. Ik zou je als tip willen geven om daar iets meer variatie in te brengen, anders leest het als een toneelstuk en dat lijkt mij in elk geval niet de bedoeling. De dialogen op zich zijn prima, die lopen goed, dus ik zou me over de inhoud van de dialogen geen zorgen maken, alleen opletten waar je dialogen gebruikt. Wanneer is een dialoog functioneel en wanneer is het handiger, mooier of logischer om een stuk beschrijving neer te zetten? Afwisseling in vorm maakt een verhaal levendiger.
Wat de motieven van je personages betreft: ik heb het idee dat je die nog niet zo heel expliciet naar voren hebt laten komen? Tenminste wat Ian/Doyle betreft. Voor zover ik gelezen heb, is nog niet duidelijk waarom hij deed wat hij deed, behalve dat het in opdracht is van een organisatie. Op zich lijkt me dat geen probleem: beter een beetje mysterie dan meteen in het eerste hoofdstuk al uitleggen wat ieders beweegredenen zijn! Over de motieven zou ik me dus ook geen zorgen maken.
Ik neem stijl en of het verhaal lekker loopt even samen.
Naar mijn idee wordt het verhaal naar het einde toe steeds 'slordiger'. Aan het begin lijk je meer aandacht te besteden aan beschrijving, omschrijving en de gedachten/gevoelens van personages. Zoals ik net al zei bestaan de laatste stukken voornamelijk uit dialogen. Dat zorgt er bij mij in elk geval voor dat mijn aandacht verslapt, omdat de personages worden gereduceerd tot 'stemmen' en geen echte, levendige mensen meer zijn. Je kan dit heel makkelijk omdraaien door meer beschrijving toe te voegen, een paar dialogen eruit te halen en meer te laten zien: show, don't tell!
Dat betekent: je wil aan de lezer overbrengen dat Emily nerveus is. Dat kan je zo opschrijven: "Emily is nerveus." Je kan het echter ook zo opschrijven: "Emily's ogen schieten van het ene gezicht naar het andere. Ze bijt op haar onderlip, haar vingers friemelen aan de zoom van haar bloesje." De lezer kan dan invullen dat ze nerveus is, maar je hebt dat hele woord niet gebruikt en niet nodig gehad. Zulke constructies maken je verhaal levendiger.
Wat stijl betreft wil ik je meegeven: experimenteer meer. Je schrijft nu vrij standaard zinnen volgens hetzelfde stramien: onderwerp - persoonsvorm - lijdend voorwerp. Probeer daar meer varianten van te vinden, bijvoorbeeld door bijzinnen toe te voegen of meer synoniemen voor iets te vinden. Ook gooi je regelmatig tegenwoordige en verleden tijd door elkaar, dat staat wat slordig en is erg zonde, want dat is niet zo ingewikkeld en als je je stuk even terugleest voordat je het post, dan zie je het zelf waarschijnlijk ook direct!
Verder ben ik nog een paar kleine dingetjes tegengekomen die ik even wilde aanstippen: je zet soms in een soort tussenkopje boven een alinea 'drie uur eerder' of 'even later' of zoiets. Ik wil je aanraden om dat niet te doen: het staat niet zo netjes en je kan zulke dingen ook in het verhaal verwerken. Als je een flashback wilt schrijven, zorg er dan voor dat in de flashback zelf duidelijk is dat het een flashback is. Dat kan heel goed, door bijvoorbeeld aan te geven hoe laat het is of door de tekst schuin te drukken - dat laatste is heel simpel, maar zo effectief en dan heb je niet eens extra woorden nodig. Hetzelfde geldt voor dingen als 'op het politiebureau', 'ondertussen in het ziekenhuis'. Als je dat soort beschrijvingen in het verhaal verwerkt (show, don't tell!), dan wordt het al levendiger.
Copyright-tekentjes heb je in je verhaal ook niet nodig! Daarnaast vroeg ik me af waarom veel van je personages een Engelse naam hebben, terwijl het verhaal zich als ik het goed heb in Nederland afspeelt?
Over het algemeen:
Het is te zien dat je verhaalstructuur begrijpt, dat je dialogen goed kan weergeven, dat je verschillende personages kan neerzetten en dat je een duidelijk doel hebt met je verhaal. Dat is allemaal hartstikke positief en daar wil ik je dus zeker een compliment voor geven!
Mijn grote tip is het 'show, don't tell'. Naar mijn idee blijft het allemaal nog te vlak, te zakelijk. Ik zou zeggen: ga meer de diepte in met je personages, probeer het geheel wat levendiger te maken, bijvoorbeeld door variaties in je stijl. Let op spel-, interpunctie- en grammaticafouten, dat helpt ook altijd met het toegankelijker maken van je verhaal. Veel succes!
Liefs,
Melian
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Heel erg bedankt voor de feedback Melian! Ik had juist het idee dat ik in het begin teveel beschreef en te weinig de personages liet praten. Dus bedankt voor de feedback
Zowaar in één dag gelezen! Nooit gedacht dat me dat zou lukken
Ik vind het een leuk en spannend verhaal, dat ik zeker tot het einde ga volgen (ik hoop dat je er mee verder gaat
)
Ik geloof dat ik redelijk snap wat er aan de hand is. Al snap ik niet helemaal waarom de groep van Michael hierbij betrokken is. Dat hij verdacht wordt van moord lijkt me logisch, door die Ian. En waarom moet Em ook het land ontvluchten? Misschien wordt dat nog duidelijk in de rest van het verhaal en ben ik een ongeduldige lezer
hi hi
Ik heb de feedback van anderen niet gelezen, maar aangezien het maar twee puntjes zijn, zet ik ze toch even neer. Ik hoop dat je dat niet erg vindt
Je geeft zo nu en dan aan dat je naar de verleden tijd springt of dat Emily een herinnering beleefd. Het is helderder voor de lezer als je deze momenten schuingedrukt neerzet. Dan onderscheiden die zich van het nu.
In het begin viel het me heel erg op, daarna minder, maar je wisselt vaak van tijd. Dan zijn de eerste paar zinnen in de tegenwoordige tijd en daarna is er weer een zin in de verleden tijd. Het beste is om één tijdsvorm aan te houden
Ik hoop dat je iets aan mijn feedback hebt. Ga zo door!


Ik geloof dat ik redelijk snap wat er aan de hand is. Al snap ik niet helemaal waarom de groep van Michael hierbij betrokken is. Dat hij verdacht wordt van moord lijkt me logisch, door die Ian. En waarom moet Em ook het land ontvluchten? Misschien wordt dat nog duidelijk in de rest van het verhaal en ben ik een ongeduldige lezer

Ik heb de feedback van anderen niet gelezen, maar aangezien het maar twee puntjes zijn, zet ik ze toch even neer. Ik hoop dat je dat niet erg vindt

Je geeft zo nu en dan aan dat je naar de verleden tijd springt of dat Emily een herinnering beleefd. Het is helderder voor de lezer als je deze momenten schuingedrukt neerzet. Dan onderscheiden die zich van het nu.
In het begin viel het me heel erg op, daarna minder, maar je wisselt vaak van tijd. Dan zijn de eerste paar zinnen in de tegenwoordige tijd en daarna is er weer een zin in de verleden tijd. Het beste is om één tijdsvorm aan te houden

Ik hoop dat je iets aan mijn feedback hebt. Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
Wow, eindelijk een lezer
Ik ga er zeker nog mee verder, maar ik merkte ook dat een lang verhaal angst inboezemt, dus besloot te stoppen met posten en eerste te gaan herschrijven.
Je hebt gelijk over de tijd. Het verhaal is ruim drie jaar geleden begonnen, toen begon in in de verleden tijd. Ik besloot later in de tegenwoordige tijd te willen schrijven. Toen moest ik dertig pagina's aan tekst gedeeltelijk herschrijven. Blijft lastig
Wie weet wordt het nog duidelijk wat Emily ermee te maken heeft. De betrokkenheid van Michaels groep zou eigelijk wel duidelijk moeten zijn ondertussen, Michael('s groep) is onderdeel van een grote doofpot affaire. Eentje waar nu de beerput van wordt opengetrokken. Hoe dat precies in elkaar steekt komt nog naar boven, maar de katalysator was de aanslag op Michaels leven in hoofdstuk 1

Je hebt gelijk over de tijd. Het verhaal is ruim drie jaar geleden begonnen, toen begon in in de verleden tijd. Ik besloot later in de tegenwoordige tijd te willen schrijven. Toen moest ik dertig pagina's aan tekst gedeeltelijk herschrijven. Blijft lastig

-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Laat ze dan denken dat er een ontsnapt is rechercheur.
‘Bedankt baas, ga ik doen’
‘Wacht Audrey, dat grapje hebben ze snel genoeg door, ik schat dat je een half uur heb voordat ze hem alsnog meenemen. Mogelijk zelfs minder als ze op gezag van de Premier hem komen halen.’
‘De Premier?’
‘Ja, deze klopjacht komt niet van de korpsleiding Audrey, maar van de Minster van Defensie. Ze zijn er zo op gebrand dat die mannen gepakt worden, dat is niet zomaar. Wees dus op alles voorbereid, zelfs op ingrijpen van de Premier.’
‘Oke… U wist dus dat dit meer was dan een jacht op een verdachte van moord?’
‘Ja, al wordt hij daadwerkelijk verdacht van moord.’
Iets wat teleurgesteld in haar leidinggevende loopt ze weer weg. Met grote passen loopt ze naar een vaste telefoon. Ze belt naar beneden, naar de balie bij de deur.
‘Jamey, Audrey hier. Sluit onmiddellijk alles af. Voordeuren, achterdeuren, nooddeuren. Alles helemaal potdicht. Als iemand er naar vraagt, we hebben een ontsnapte gevangene’
‘Uhm, Audrey sorry, maar ik heb orders van Johnson nodig om een lockdown in te schakelen.’
‘Je hebt nu order van mij, Johnson ligt in de ziekenboeg. Zet alles dicht, nu!’
‘Op jouw gezag, niet het mijne oke?’
‘Ja ja, als er stront aan de knikker komt, is het mijn probleem.’
Audrey legt de telefoon neer en vervolgt haar weg naar Michael.
De twee mannen en Keith lopen in een driehoeksformatie door de gangen. Keith had vrij snel in de gaten dat hun aanwezigheid werd doorgebeld. Als het goed ging, was hij met een kwartier weer buiten, met Michael in zijn gezelschap. Vervolgens zouden ze de rest van het team moeten bellen en het secundaire plan in werking moeten stellen. Ze zouden de Thalys naar Parijs nemen, en vanaf Gare Du Nord de Eurostar naar London. Zijn diepe gedachte werden doorbroken door een schel alarm en een rode noodlamp die ronddraait. Uit de luidsprekers hoort hij een vrouwenstem spreken.
‘Dames en Heren, u wordt erop geattendeerd dat het gebouw zich momenteel bevind in een vrijwillige lockdown. Alle ramen en deuren zijn afgesloten omdat er een gevangene ontsnapt is. Iedereen wordt verzocht om naar zijn of haar bureau te gaan en daar te blijven tot de lockdown is opgeheven. Dank u wel’.
Godsamme denkt Keith, ik geloof helemaal geen bal van een ontsnapte gevangene, daar is de timing te beroerd voor.
‘Heren, wat denken jullie van die afsluiting?’ vraagt Keith de mannen van defensie.
‘Ik denk dat ze ons Michael niet willen overgeven’ antwoord de leider. ‘Ik bel de Minister wel, dan is dit zo geregeld. Eerst maar eens informeren bij de persoon die de leiding heeft. Dat zou Hoofdcommissaris Cameron Johnson moeten zijn, hij heeft zijn kantoor op de zevende etage, bij de Ernstige Misdrijven afdeling.’
‘Hebben ze een Ernstige Misdrijven afdeling? Ik dacht dat dat alleen bij Law And Order zo was’ antwoord Keith .
‘Die naam doet het goed bij het publiek. Ze behandelen moorden, zedenmisdrijven en zaken zoals deze. Als er al geen aparte taskforce voor wordt opgericht’ zegt de man met sarcastische ondertoon.
‘Bedankt baas, ga ik doen’
‘Wacht Audrey, dat grapje hebben ze snel genoeg door, ik schat dat je een half uur heb voordat ze hem alsnog meenemen. Mogelijk zelfs minder als ze op gezag van de Premier hem komen halen.’
‘De Premier?’
‘Ja, deze klopjacht komt niet van de korpsleiding Audrey, maar van de Minster van Defensie. Ze zijn er zo op gebrand dat die mannen gepakt worden, dat is niet zomaar. Wees dus op alles voorbereid, zelfs op ingrijpen van de Premier.’
‘Oke… U wist dus dat dit meer was dan een jacht op een verdachte van moord?’
‘Ja, al wordt hij daadwerkelijk verdacht van moord.’
Iets wat teleurgesteld in haar leidinggevende loopt ze weer weg. Met grote passen loopt ze naar een vaste telefoon. Ze belt naar beneden, naar de balie bij de deur.
‘Jamey, Audrey hier. Sluit onmiddellijk alles af. Voordeuren, achterdeuren, nooddeuren. Alles helemaal potdicht. Als iemand er naar vraagt, we hebben een ontsnapte gevangene’
‘Uhm, Audrey sorry, maar ik heb orders van Johnson nodig om een lockdown in te schakelen.’
‘Je hebt nu order van mij, Johnson ligt in de ziekenboeg. Zet alles dicht, nu!’
‘Op jouw gezag, niet het mijne oke?’
‘Ja ja, als er stront aan de knikker komt, is het mijn probleem.’
Audrey legt de telefoon neer en vervolgt haar weg naar Michael.
De twee mannen en Keith lopen in een driehoeksformatie door de gangen. Keith had vrij snel in de gaten dat hun aanwezigheid werd doorgebeld. Als het goed ging, was hij met een kwartier weer buiten, met Michael in zijn gezelschap. Vervolgens zouden ze de rest van het team moeten bellen en het secundaire plan in werking moeten stellen. Ze zouden de Thalys naar Parijs nemen, en vanaf Gare Du Nord de Eurostar naar London. Zijn diepe gedachte werden doorbroken door een schel alarm en een rode noodlamp die ronddraait. Uit de luidsprekers hoort hij een vrouwenstem spreken.
‘Dames en Heren, u wordt erop geattendeerd dat het gebouw zich momenteel bevind in een vrijwillige lockdown. Alle ramen en deuren zijn afgesloten omdat er een gevangene ontsnapt is. Iedereen wordt verzocht om naar zijn of haar bureau te gaan en daar te blijven tot de lockdown is opgeheven. Dank u wel’.
Godsamme denkt Keith, ik geloof helemaal geen bal van een ontsnapte gevangene, daar is de timing te beroerd voor.
‘Heren, wat denken jullie van die afsluiting?’ vraagt Keith de mannen van defensie.
‘Ik denk dat ze ons Michael niet willen overgeven’ antwoord de leider. ‘Ik bel de Minister wel, dan is dit zo geregeld. Eerst maar eens informeren bij de persoon die de leiding heeft. Dat zou Hoofdcommissaris Cameron Johnson moeten zijn, hij heeft zijn kantoor op de zevende etage, bij de Ernstige Misdrijven afdeling.’
‘Hebben ze een Ernstige Misdrijven afdeling? Ik dacht dat dat alleen bij Law And Order zo was’ antwoord Keith .
‘Die naam doet het goed bij het publiek. Ze behandelen moorden, zedenmisdrijven en zaken zoals deze. Als er al geen aparte taskforce voor wordt opgericht’ zegt de man met sarcastische ondertoon.
Haha, volledige lockdown, dan werken de liften zeker ook niet meer
Lol, die heren van Defensie stuiten vast op meer problemen xD
Ga zo door!

Ga zo door!
- Never give up on anything, because miracles happen every day -
My head is a jungle...
My head is a jungle...
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
‘Bedankt baas, ga ik doen’
‘Wacht Audrey, dat grapje hebben ze snel genoeg door, ik schat dat je een half uur heb voordat ze hem alsnog meenemen. Mogelijk zelfs minder als ze op gezag van de Premier hem komen halen.’
‘De Premier?’
‘Ja, deze klopjacht komt niet van de korpsleiding Audrey, maar van de Minster van Defensie. Ze zijn er zo op gebrand dat die mannen gepakt worden, dat is niet zomaar. Wees dus op alles voorbereid, zelfs op ingrijpen van de Premier.’
‘Oke… U wist dus dat dit meer was dan een jacht op een verdachte van moord?’
‘Ja, al wordt hij daadwerkelijk verdacht van moord.’
Iets wat teleurgesteld in haar leidinggevende loopt ze weer weg. Met grote passen loopt ze naar een vaste telefoon. Ze belt naar beneden, naar de balie bij de deur.
‘Jamey, Audrey hier. Sluit onmiddellijk alles af. Voordeuren, achterdeuren, nooddeuren. Alles helemaal potdicht. Als iemand er naar vraagt, we hebben een ontsnapte gevangene’
‘Uhm, Audrey sorry, maar ik heb orders van Johnson nodig om een lockdown in te schakelen.’
‘Je hebt nu order van mij, Johnson ligt in de ziekenboeg. Zet alles dicht, nu!’
‘Op jouw gezag, niet het mijne oke?’
‘Ja ja, als er stront aan de knikker komt, is het mijn probleem.’
Audrey legt de telefoon neer en vervolgt haar weg naar Michael.
De twee mannen en Keith lopen in een driehoeksformatie door de gangen. Keith had vrij snel in de gaten dat hun aanwezigheid werd doorgebeld. Als het goed ging, was hij met een kwartier weer buiten, met Michael in zijn gezelschap. Vervolgens zouden ze de rest van het team moeten bellen en het secundaire plan in werking moeten stellen. Ze zouden de Thalys naar Parijs nemen, en vanaf Gare Du Nord de Eurostar naar London. Zijn diepe gedachte werden doorbroken door een schel alarm en een rode noodlamp die ronddraait. Uit de luidsprekers hoort hij een vrouwenstem spreken.
‘Dames en Heren, u wordt erop geattendeerd dat het gebouw zich momenteel bevind in een vrijwillige lockdown. Alle ramen en deuren zijn afgesloten omdat er een gevangene ontsnapt is. Iedereen wordt verzocht om naar zijn of haar bureau te gaan en daar te blijven tot de lockdown is opgeheven. Dank u wel’.
Godsamme denkt Keith, ik geloof helemaal geen bal van een ontsnapte gevangene, daar is de timing te beroerd voor.
‘Heren, wat denken jullie van die afsluiting?’ vraagt Keith de mannen van defensie.
‘Ik denk dat ze ons Michael niet willen overgeven’ antwoord de leider. ‘Ik bel de Minister wel, dan is dit zo geregeld. Eerst maar eens informeren bij de persoon die de leiding heeft. Dat zou Hoofdcommissaris Cameron Johnson moeten zijn, hij heeft zijn kantoor op de zevende etage, bij de Ernstige Misdrijven afdeling.’
‘Hebben ze een Ernstige Misdrijven afdeling? Ik dacht dat dat alleen bij Law And Order zo was’ antwoord Keith .
‘Die naam doet het goed bij het publiek. Ze behandelen moorden, zedenmisdrijven en zaken zoals deze. Als er al geen aparte taskforce voor wordt opgericht’ zegt de man met sarcastische ondertoon.
In verhoorkamer een, waar Michael nog steeds zit, komt Audrey weer binnen.
‘Wie zijn het Michael?‘
‘Twee mensen die een ongeluk hebben gehad’
‘Bijzonder goede observatie Mike’ Audrey trekt haar wenkbrauw op. ‘Namen graag’ zegt ze.
‘Welke?’
‘Hun namen!’ ze wijst op de foto’s van Betty Blue en James/Doyle.
‘Ja weet ik, ik vraag welke namen wil je hebben. Ik ken ze onder een naam of drie, en een stuk of wat codenamen. Ik vermoed dat ze onder geen van alle hier heen zijn gekomen.’
‘Voor wie werken ze, kan je die vraag dan beantwoorden?’
‘Ja, maar dat ga ik niet doen’
‘Waarom niet? Welk risico loop je? We kunnen je beschermen!’
‘Nee dat kan je niet, ik heb mezelf vijf jaar lang verborgen tot ze me vonden en ze een moordenaar op me afstuurde, een voormalig collega verdomme nog aan toe! Je kunt me niet beschermen, maar je kan me wel helpen.’
‘Hoe?’
‘Je kan me helpen met het naar buiten brengen van de informatie die ik heb. Ik heb papieren, documenten getekend en al. Ze moeten alleen naar de juiste personen komen’
‘Hoe kan ik daarbij helpen?’
‘Laat me gaan en ga met me mee. Ik spreek de waarheid Audrey’ zegt Michael op doordringende toon. ‘Ik spreek de waarheid’.
‘Ik kan je niet zo maar laten gaan Mike. Je wordt verdacht van moord, samenzwering met als doel afpersing, hoogverraad en misbruik van macht. Je hebt je onze krijgsmacht ingekregen op een valse identiteit, hoe weet ik sowieso dat je de waarheid spreekt? Liegen is wat je al jaren doet! Zelfs tegen de persoon van wie je beweert zo veel te houden.’
‘Oke, ik begrijp je’ zegt Michael met een zucht. ‘Ik begrijp het.’
‘Goed’ Audrey neemt een slokje van het water wat voor haar staat. ‘Heb je gedronken vandaag?’
Michael is verrast door de vraag. ‘Weinig, hoezo?’
‘Ik ruik het bier in je adem’
‘Ik wil medische hulp’ verantwoord Michael het onderwerp.
‘Medische hulp? Waarvoor dat?’
‘Je chef, dat agressieve typje, mn vinger klopt. Ik vermoed dat het weer open is gegaan. Dat moet opnieuw verbonden worden en misschien ook wel gehecht. Daarnaast doet mijn been ook pijn. Ik wil pijnstillers. Daar heb ik recht op volgens de wet. ‘
Audrey zucht, ‘Mike, ik heb nog ongeveer 10 minuten om te weten te komen wie deze mensen zijn. Vertel het me en jij krijgt je medische hulp’
‘Ik heb sowieso recht op die hulp’
‘Hoor je het alarm Mike? Dat is het geluid dat je hier houdt. Gaat het uit, dan neemt Defensie je mee en kan je nog uren wachten op je medische hulp. Wie zijn het?’
‘Twee agenten van MI-6, de geheime inlichtingendienst van Engeland.’
‘Wacht Audrey, dat grapje hebben ze snel genoeg door, ik schat dat je een half uur heb voordat ze hem alsnog meenemen. Mogelijk zelfs minder als ze op gezag van de Premier hem komen halen.’
‘De Premier?’
‘Ja, deze klopjacht komt niet van de korpsleiding Audrey, maar van de Minster van Defensie. Ze zijn er zo op gebrand dat die mannen gepakt worden, dat is niet zomaar. Wees dus op alles voorbereid, zelfs op ingrijpen van de Premier.’
‘Oke… U wist dus dat dit meer was dan een jacht op een verdachte van moord?’
‘Ja, al wordt hij daadwerkelijk verdacht van moord.’
Iets wat teleurgesteld in haar leidinggevende loopt ze weer weg. Met grote passen loopt ze naar een vaste telefoon. Ze belt naar beneden, naar de balie bij de deur.
‘Jamey, Audrey hier. Sluit onmiddellijk alles af. Voordeuren, achterdeuren, nooddeuren. Alles helemaal potdicht. Als iemand er naar vraagt, we hebben een ontsnapte gevangene’
‘Uhm, Audrey sorry, maar ik heb orders van Johnson nodig om een lockdown in te schakelen.’
‘Je hebt nu order van mij, Johnson ligt in de ziekenboeg. Zet alles dicht, nu!’
‘Op jouw gezag, niet het mijne oke?’
‘Ja ja, als er stront aan de knikker komt, is het mijn probleem.’
Audrey legt de telefoon neer en vervolgt haar weg naar Michael.
De twee mannen en Keith lopen in een driehoeksformatie door de gangen. Keith had vrij snel in de gaten dat hun aanwezigheid werd doorgebeld. Als het goed ging, was hij met een kwartier weer buiten, met Michael in zijn gezelschap. Vervolgens zouden ze de rest van het team moeten bellen en het secundaire plan in werking moeten stellen. Ze zouden de Thalys naar Parijs nemen, en vanaf Gare Du Nord de Eurostar naar London. Zijn diepe gedachte werden doorbroken door een schel alarm en een rode noodlamp die ronddraait. Uit de luidsprekers hoort hij een vrouwenstem spreken.
‘Dames en Heren, u wordt erop geattendeerd dat het gebouw zich momenteel bevind in een vrijwillige lockdown. Alle ramen en deuren zijn afgesloten omdat er een gevangene ontsnapt is. Iedereen wordt verzocht om naar zijn of haar bureau te gaan en daar te blijven tot de lockdown is opgeheven. Dank u wel’.
Godsamme denkt Keith, ik geloof helemaal geen bal van een ontsnapte gevangene, daar is de timing te beroerd voor.
‘Heren, wat denken jullie van die afsluiting?’ vraagt Keith de mannen van defensie.
‘Ik denk dat ze ons Michael niet willen overgeven’ antwoord de leider. ‘Ik bel de Minister wel, dan is dit zo geregeld. Eerst maar eens informeren bij de persoon die de leiding heeft. Dat zou Hoofdcommissaris Cameron Johnson moeten zijn, hij heeft zijn kantoor op de zevende etage, bij de Ernstige Misdrijven afdeling.’
‘Hebben ze een Ernstige Misdrijven afdeling? Ik dacht dat dat alleen bij Law And Order zo was’ antwoord Keith .
‘Die naam doet het goed bij het publiek. Ze behandelen moorden, zedenmisdrijven en zaken zoals deze. Als er al geen aparte taskforce voor wordt opgericht’ zegt de man met sarcastische ondertoon.
In verhoorkamer een, waar Michael nog steeds zit, komt Audrey weer binnen.
‘Wie zijn het Michael?‘
‘Twee mensen die een ongeluk hebben gehad’
‘Bijzonder goede observatie Mike’ Audrey trekt haar wenkbrauw op. ‘Namen graag’ zegt ze.
‘Welke?’
‘Hun namen!’ ze wijst op de foto’s van Betty Blue en James/Doyle.
‘Ja weet ik, ik vraag welke namen wil je hebben. Ik ken ze onder een naam of drie, en een stuk of wat codenamen. Ik vermoed dat ze onder geen van alle hier heen zijn gekomen.’
‘Voor wie werken ze, kan je die vraag dan beantwoorden?’
‘Ja, maar dat ga ik niet doen’
‘Waarom niet? Welk risico loop je? We kunnen je beschermen!’
‘Nee dat kan je niet, ik heb mezelf vijf jaar lang verborgen tot ze me vonden en ze een moordenaar op me afstuurde, een voormalig collega verdomme nog aan toe! Je kunt me niet beschermen, maar je kan me wel helpen.’
‘Hoe?’
‘Je kan me helpen met het naar buiten brengen van de informatie die ik heb. Ik heb papieren, documenten getekend en al. Ze moeten alleen naar de juiste personen komen’
‘Hoe kan ik daarbij helpen?’
‘Laat me gaan en ga met me mee. Ik spreek de waarheid Audrey’ zegt Michael op doordringende toon. ‘Ik spreek de waarheid’.
‘Ik kan je niet zo maar laten gaan Mike. Je wordt verdacht van moord, samenzwering met als doel afpersing, hoogverraad en misbruik van macht. Je hebt je onze krijgsmacht ingekregen op een valse identiteit, hoe weet ik sowieso dat je de waarheid spreekt? Liegen is wat je al jaren doet! Zelfs tegen de persoon van wie je beweert zo veel te houden.’
‘Oke, ik begrijp je’ zegt Michael met een zucht. ‘Ik begrijp het.’
‘Goed’ Audrey neemt een slokje van het water wat voor haar staat. ‘Heb je gedronken vandaag?’
Michael is verrast door de vraag. ‘Weinig, hoezo?’
‘Ik ruik het bier in je adem’
‘Ik wil medische hulp’ verantwoord Michael het onderwerp.
‘Medische hulp? Waarvoor dat?’
‘Je chef, dat agressieve typje, mn vinger klopt. Ik vermoed dat het weer open is gegaan. Dat moet opnieuw verbonden worden en misschien ook wel gehecht. Daarnaast doet mijn been ook pijn. Ik wil pijnstillers. Daar heb ik recht op volgens de wet. ‘
Audrey zucht, ‘Mike, ik heb nog ongeveer 10 minuten om te weten te komen wie deze mensen zijn. Vertel het me en jij krijgt je medische hulp’
‘Ik heb sowieso recht op die hulp’
‘Hoor je het alarm Mike? Dat is het geluid dat je hier houdt. Gaat het uit, dan neemt Defensie je mee en kan je nog uren wachten op je medische hulp. Wie zijn het?’
‘Twee agenten van MI-6, de geheime inlichtingendienst van Engeland.’
-
- Vulpen
- Berichten: 366
- Lid geworden op: 18 sep 2012 22:45
De mannen van Defensie en Keith treffen een leeg kantoor aan. Achter hun duikt een jongeman op. Kort geschoren hoofd, een baardje van een dag oud. Iets wat gespierd, maar niet overdreven. Al met al een knappe man, maar niet Brad Pitt achtig.
‘Hallo, mijn naam is Chase, kan ik u ergens mee helpen?’
‘Ja meneer, uhm, Chase, wij zoeken Johnson, de leidinggevende hier’ antwoord de leider. De andere man in pak had nog geen woord gesproken valt Keith op.
‘Aha, u bent van Defensie neem ik aan?’ antwoord Chase.
‘Dat is correct. Waar is Johnson?’
‘Even bezig, maar hij is op de hoogte gesteld van uw aankomt, hij komt er zo aan. Wilt u een kopje koffie ondertussen?’
‘Hmm, ja prima. Zwart met een klontje suiker graag’. Keith en de zwijgzame man schudden hun hoofd. Zij hoeven geen koffie.
Audrey staat op en haalt haar handboeien tevoorschijn. Ze gaat schuin voor Michael staan.
‘Nou, kom, handen naar voren’. Michael voldoet aan het verzoek. Hij steekt zijn armen recht vooruit en de handboeien worden om zijn polsen geklikt. Het koele metaal zit niet te strak, maar echt fijn is anders. Audrey duwt Micheal vooruit. ‘Gewoon rechtdoor lopen, tot je een lift tegen komt’ commandeert Audrey. Onderweg passeren ze het kantoor van Johnson, waar de drie mannen in zitten. Een van hen kijkt op z’n horloge en ongeduldig om zich heen. Bij de lift drukt Audrey op de knop en de lift opent meteen.
Ingewikkeld, maar het kan. Dat is waar het verhaal van de attaché op neer komt. Iets met een helikopter vanaf het dak, naar een militair vliegveld en met militair transport naar London, West minster Abbey. Omslachtig volgens Emily, maar noodzakelijk volgens Brian. Het tweetal, ex-lovers, wordt naar buiten gebracht. Het duurt nog minimaal een uur voordat ze kunnen vertrekken. Het regelen van een RAF piloot is niet eenvoudig blijkbaar. Emily weet niet wat haar meer verbaasd, dat er piloten van de Royal AirForce in Nederland aanwezig zijn, of dat er een geregeld wordt om haar en Brian naar Engeland te brengen óf dat de RAF luistert naar de Amerikaanse FBI. Hoe dan ook, ze worden naar buiten gebracht door een blijkbaar onbeduidend persoon, een soort secretaresse, maar dan mannelijk. Ze staan net buiten als Emily al met haar telefoon in haar handen staat te spelen. Zal ze al bellen? Dan krijgt Brian een oproep. Zijn iPhone heeft een 24-achtige ringtone.
‘Brian’
Er komt geluid uit de iPhone, maar Emily kan niet horen wat er gezegd wordt. Brian gaat met de zin moeilijker kijken.
‘Ik weet niet of ik dat vanaf hier kan doen’
Nog meer gepraat. Hij knikt en schud af toe. Vermoedelijk zich niet bewust van zijn bewegingen, gezien de pratende partij zijn lichaamsbewegingen niet kan waarnemen, zou het nodeloos zijn de moeite te nemen.
‘Ik ga het proberen, maar ik beloof niets’
Emily is nieuwsgierig geworden en let niet meer op haar eigen telefoon en verlangen om Michael te bellen. Ze wil weten wat Brian gaat doen, of in elk geval, proberen.
‘Volgens mij wordt ik nu omgeleid via de soevereine satellieten, niet door de Nederlandse’ hij pauzeert even. ‘Ja, dat kan, een proxy. Oké, weet je wat, ik ga mijn best doen, ik ben je in een minuut of tien a vijftien terug of het gelukt is.’
Meer gepraat schettert door de iPhone. ‘Tot zo’ zegt Brian en hij stopt de geavanceerde smartphone in zijn broekzak.
‘Wacht hier, ik ben eventjes bezig en dan kom ik weer terug, goed?’ het klinkt als een vraag, maar Brian zegt het meer tegen Emily.
‘Ik had niet anders verwacht. Ga maar, ik wacht hier’
Als Brian wegloopt, pakt Emily haar telefoon. Het nummer wat ze moet draaien heeft ze in haar hoofd geprent. Het is dan nog geen 12uur na hun scheiding, maar dat is maar jammer. Ze moet weten waar hij is.
‘Oke Emily, luister naar me. Straks gaat Michael bellen, zeg hem dat hij moet vragen naar Bart Jansen. Hij moet de suggestie wekken hem te kennen. Dat maakt mijn werk makkelijker. Herhaal eens wat ik zei’
‘Michael moet vragen naar Bart Jansen. Hij moet de suggestie wekken hem te kennen.’
‘Perfect. Hij kan twee dingen zeggen. Als hij zegt ‘mijn favoriete feestdag is Kerst dan zit hij diep in de shit en moeten we gaan. Zegt hij ‘mijn favoriete feestdag is Sinterklaas’ dan komt alles goed. We komen eraan Emily, maak je geen zorgen.’
‘En wat als hij geen van beide zegt?’
‘Dan heb ik geen idee waarom ik hier ben.’
‘Hallo, mijn naam is Chase, kan ik u ergens mee helpen?’
‘Ja meneer, uhm, Chase, wij zoeken Johnson, de leidinggevende hier’ antwoord de leider. De andere man in pak had nog geen woord gesproken valt Keith op.
‘Aha, u bent van Defensie neem ik aan?’ antwoord Chase.
‘Dat is correct. Waar is Johnson?’
‘Even bezig, maar hij is op de hoogte gesteld van uw aankomt, hij komt er zo aan. Wilt u een kopje koffie ondertussen?’
‘Hmm, ja prima. Zwart met een klontje suiker graag’. Keith en de zwijgzame man schudden hun hoofd. Zij hoeven geen koffie.
Audrey staat op en haalt haar handboeien tevoorschijn. Ze gaat schuin voor Michael staan.
‘Nou, kom, handen naar voren’. Michael voldoet aan het verzoek. Hij steekt zijn armen recht vooruit en de handboeien worden om zijn polsen geklikt. Het koele metaal zit niet te strak, maar echt fijn is anders. Audrey duwt Micheal vooruit. ‘Gewoon rechtdoor lopen, tot je een lift tegen komt’ commandeert Audrey. Onderweg passeren ze het kantoor van Johnson, waar de drie mannen in zitten. Een van hen kijkt op z’n horloge en ongeduldig om zich heen. Bij de lift drukt Audrey op de knop en de lift opent meteen.
Ingewikkeld, maar het kan. Dat is waar het verhaal van de attaché op neer komt. Iets met een helikopter vanaf het dak, naar een militair vliegveld en met militair transport naar London, West minster Abbey. Omslachtig volgens Emily, maar noodzakelijk volgens Brian. Het tweetal, ex-lovers, wordt naar buiten gebracht. Het duurt nog minimaal een uur voordat ze kunnen vertrekken. Het regelen van een RAF piloot is niet eenvoudig blijkbaar. Emily weet niet wat haar meer verbaasd, dat er piloten van de Royal AirForce in Nederland aanwezig zijn, of dat er een geregeld wordt om haar en Brian naar Engeland te brengen óf dat de RAF luistert naar de Amerikaanse FBI. Hoe dan ook, ze worden naar buiten gebracht door een blijkbaar onbeduidend persoon, een soort secretaresse, maar dan mannelijk. Ze staan net buiten als Emily al met haar telefoon in haar handen staat te spelen. Zal ze al bellen? Dan krijgt Brian een oproep. Zijn iPhone heeft een 24-achtige ringtone.
‘Brian’
Er komt geluid uit de iPhone, maar Emily kan niet horen wat er gezegd wordt. Brian gaat met de zin moeilijker kijken.
‘Ik weet niet of ik dat vanaf hier kan doen’
Nog meer gepraat. Hij knikt en schud af toe. Vermoedelijk zich niet bewust van zijn bewegingen, gezien de pratende partij zijn lichaamsbewegingen niet kan waarnemen, zou het nodeloos zijn de moeite te nemen.
‘Ik ga het proberen, maar ik beloof niets’
Emily is nieuwsgierig geworden en let niet meer op haar eigen telefoon en verlangen om Michael te bellen. Ze wil weten wat Brian gaat doen, of in elk geval, proberen.
‘Volgens mij wordt ik nu omgeleid via de soevereine satellieten, niet door de Nederlandse’ hij pauzeert even. ‘Ja, dat kan, een proxy. Oké, weet je wat, ik ga mijn best doen, ik ben je in een minuut of tien a vijftien terug of het gelukt is.’
Meer gepraat schettert door de iPhone. ‘Tot zo’ zegt Brian en hij stopt de geavanceerde smartphone in zijn broekzak.
‘Wacht hier, ik ben eventjes bezig en dan kom ik weer terug, goed?’ het klinkt als een vraag, maar Brian zegt het meer tegen Emily.
‘Ik had niet anders verwacht. Ga maar, ik wacht hier’
Als Brian wegloopt, pakt Emily haar telefoon. Het nummer wat ze moet draaien heeft ze in haar hoofd geprent. Het is dan nog geen 12uur na hun scheiding, maar dat is maar jammer. Ze moet weten waar hij is.
‘Oke Emily, luister naar me. Straks gaat Michael bellen, zeg hem dat hij moet vragen naar Bart Jansen. Hij moet de suggestie wekken hem te kennen. Dat maakt mijn werk makkelijker. Herhaal eens wat ik zei’
‘Michael moet vragen naar Bart Jansen. Hij moet de suggestie wekken hem te kennen.’
‘Perfect. Hij kan twee dingen zeggen. Als hij zegt ‘mijn favoriete feestdag is Kerst dan zit hij diep in de shit en moeten we gaan. Zegt hij ‘mijn favoriete feestdag is Sinterklaas’ dan komt alles goed. We komen eraan Emily, maak je geen zorgen.’
‘En wat als hij geen van beide zegt?’
‘Dan heb ik geen idee waarom ik hier ben.’