Agame: Duister verleden
Geplaatst: 11 aug 2012 14:56
De vakantie was niet alleen goed om bruin te worden, maar ook voor inspiratie voor een nieuw verhaal!
Ik ga erg mijn best doen om de kwaliteit van dit verhaal zo hoog mogelijk te houden en het ook daadwerkelijk af te maken (blijkt heel moeilijk te zijn...). Ik hoop dat het in de smaak valt en dat ik snel weer een stukje erbij kan zetten.
Proloog
De kamer was gevuld met bloed. Bloedspetters zaten op de muren en de vloer. Het bed was veranderd in een rode massa met twee onherkenbaar verminkte lichamen erop. Het ene meisje zat doodsbang in de verste hoek van de kamer. Achter haar angstige gezicht speelde een glimlachje. Het andere meisje hield het bloederige moordwapen losjes vast in haar rechterhand. Haar gezicht stond emotieloos. De twee lichamen deden haar niks. Haar kleren waren schoon.
“Help!” riep het ene meisje. Haar blonde haar was aan de onderkant rood.
Het andere meisje draaide zich om en liep naar de deur. Met haar linkerhand wilde ze net de zware houten deur openen, toen die openvloog. De nieuwkomers hoefde maar heel even de kamer rond te kijken om te snappen wat er gebeurd was. Of wat ze geloofden dat er gebeurd was.
Een persoon liep naar het ene meisje toe en drukte haar beschermend tegen hem aan. Een ander pakte het andere meisje bij haar getatoeëerde arm en haar ravenzwarte haar. Ze zei niks en bleef even emotieloos.
“Duivelskind,” riep de man hard, “hier zal je voor boeten!”
Hij sleurde haar mee naar buiten terwijl ze nog steeds het moordwapen vast had. Eenmaal buiten het huis gooide de man haar op de harde, koude straat waar een menigte mensen stond te wachten. Het meisje stond langzaam op en nam niet de moeite het stof van haar kleren te kloppen.
“We hebben te lang toegestaan dit duivelskind in ons dorp te laten leven. Kijk wat het heeft gedaan! Het heeft twee van onze inwoners op brute wijze vermoord. Neem wraak, mijn beste dorpelingen, voordat we ons van dit duivelskind ontdoen!” schreeuwde de man boos.
De menigte kwam dreigend naar voren, pakte het wapen af en begon hun woede te uitten. Ze werd geschopt, geslagen en aan haar haren getrokken.
Uiteindelijk gooide ze haar ver van het dorp het bos in en had ze verloren wat al nooit van haar was geweest.
Het ene meisje keek lachend toe.

Ik ga erg mijn best doen om de kwaliteit van dit verhaal zo hoog mogelijk te houden en het ook daadwerkelijk af te maken (blijkt heel moeilijk te zijn...). Ik hoop dat het in de smaak valt en dat ik snel weer een stukje erbij kan zetten.
Proloog
De kamer was gevuld met bloed. Bloedspetters zaten op de muren en de vloer. Het bed was veranderd in een rode massa met twee onherkenbaar verminkte lichamen erop. Het ene meisje zat doodsbang in de verste hoek van de kamer. Achter haar angstige gezicht speelde een glimlachje. Het andere meisje hield het bloederige moordwapen losjes vast in haar rechterhand. Haar gezicht stond emotieloos. De twee lichamen deden haar niks. Haar kleren waren schoon.
“Help!” riep het ene meisje. Haar blonde haar was aan de onderkant rood.
Het andere meisje draaide zich om en liep naar de deur. Met haar linkerhand wilde ze net de zware houten deur openen, toen die openvloog. De nieuwkomers hoefde maar heel even de kamer rond te kijken om te snappen wat er gebeurd was. Of wat ze geloofden dat er gebeurd was.
Een persoon liep naar het ene meisje toe en drukte haar beschermend tegen hem aan. Een ander pakte het andere meisje bij haar getatoeëerde arm en haar ravenzwarte haar. Ze zei niks en bleef even emotieloos.
“Duivelskind,” riep de man hard, “hier zal je voor boeten!”
Hij sleurde haar mee naar buiten terwijl ze nog steeds het moordwapen vast had. Eenmaal buiten het huis gooide de man haar op de harde, koude straat waar een menigte mensen stond te wachten. Het meisje stond langzaam op en nam niet de moeite het stof van haar kleren te kloppen.
“We hebben te lang toegestaan dit duivelskind in ons dorp te laten leven. Kijk wat het heeft gedaan! Het heeft twee van onze inwoners op brute wijze vermoord. Neem wraak, mijn beste dorpelingen, voordat we ons van dit duivelskind ontdoen!” schreeuwde de man boos.
De menigte kwam dreigend naar voren, pakte het wapen af en begon hun woede te uitten. Ze werd geschopt, geslagen en aan haar haren getrokken.
Uiteindelijk gooide ze haar ver van het dorp het bos in en had ze verloren wat al nooit van haar was geweest.
Het ene meisje keek lachend toe.