De Piano
Geplaatst: 12 sep 2012 19:50
Langzaam liep ze de centrale hal van het ziekenhuis in. Voor het eerst. Ze had er nog niet veel van gezien, alleen een glimp toen ze er werd binnengebracht. Geluiden en beelden schoten door haar hoofd. Haar beeld was wazig toen ze op de brancard lag, en ze hoorde een harde toon.
Ze bekeek de constructie van de hal. Het was wit, steriel. Groot en kil. Maar dat wist ze, ook al had ze het niet uitgebreid kunnen bekijken. Maar het gebouw was ook niet de reden dat ze al die dagen dat ze al was opgenomen naar beneden wilde. Ze had ook nog een glimp opgevangen van iets anders. In het midden van de hal prijkte namelijk een prachtige zwarte vleugel op een lichtverhoogd podium. Ze strompelde er heen en keek vol bewondering naar het instrument. Voorzichtig, legde ze haar hand erop. Ze streek met haar vingers over de toetsen. Ze huiverde. Ze duwde met haar andere hand haar lichtblonde haar naar achter, voorzichtig om het verband niet te verschuiven en ging op de pianokruk zitten. Ze tilde haar armen op om haar handen op de toetsen te leggen en kreunde toen ze een pijnscheut door haar linkerarm voelde gaan. Ze beet op haar toch al kapotte lip en duwde de toetsen in.
Toeschouwers bleven staan, kijkend, luisterend naar de muziek die het meisje maakte. Iedereen werd stil. De hal werd alleen nog gevuld door de zoete melodie van de piano. Het meisje leek in trance, haar vingers vlogen over de piano, de prachtigste klanken eruit toverend. Een minuut, twee minuten, vijf minuten bleef ze spelen. Een man keek naar haar gezicht en schrok toen haar tranen op de toetsen drupten. Even bleef hij staan, vertwijfeld of hij haar prachtige pianospel zou moeten onderbreken. Maar hij liep naar haar toe en legde een hand zachtjes op haar schouder.
‘Meisje, wat is er?’ vroeg hij op een vaderlijke toon.
Het meisje keek op en stopte met spelen. Ze toverde een droevige glimlach tevoorschijn en keerde zich weer van hem af om verder te spelen. Ze begon steeds luider te spelen, de toetsen harder indrukkend. De man keek haar ongerust aan. Ze speelde zo hard, haar vingers raakten de verkeerde toetsen en haar akkoorden begonnen vals te klinken. Maar ze speelde verder. Toeschouwers fronsten hun wenkbrauwen en begonnen zachtjes te mompelen. Het meisje kreeg een woedende uitstraling en sloeg willekeurige toetsen in, zo hard als ze maar kon. Nogmaals legde de man een hand op haar schouder. Ze draaide zich snel om en even keek ze hem woedend aan. Toen barstte ze in snikken uit. Tranen liepen over haar wangen en ze hield haar handen voor haar gezicht. De man nam haar in zijn armen om haar te sussen.
‘Kom maar kindje, het komt allemaal goed.’ Fluisterde hij , voorzichtig over haar haren aaiend, ervoor zorgend dat hij het verband om haar hoofd niet raakte. Het meisje schokte en liet zich gaan. Minutenlang zaten ze daar, de toeschouwers waren weggelopen, en het meisje keek op. De man glimlachte.
‘Het komt goed.’ Herhaalde hij.
Het meisje keek hem met haar lichtblauwe ogen aan in een droevige glimlach.
‘Ik kan niet meer horen.’
Ze bekeek de constructie van de hal. Het was wit, steriel. Groot en kil. Maar dat wist ze, ook al had ze het niet uitgebreid kunnen bekijken. Maar het gebouw was ook niet de reden dat ze al die dagen dat ze al was opgenomen naar beneden wilde. Ze had ook nog een glimp opgevangen van iets anders. In het midden van de hal prijkte namelijk een prachtige zwarte vleugel op een lichtverhoogd podium. Ze strompelde er heen en keek vol bewondering naar het instrument. Voorzichtig, legde ze haar hand erop. Ze streek met haar vingers over de toetsen. Ze huiverde. Ze duwde met haar andere hand haar lichtblonde haar naar achter, voorzichtig om het verband niet te verschuiven en ging op de pianokruk zitten. Ze tilde haar armen op om haar handen op de toetsen te leggen en kreunde toen ze een pijnscheut door haar linkerarm voelde gaan. Ze beet op haar toch al kapotte lip en duwde de toetsen in.
Toeschouwers bleven staan, kijkend, luisterend naar de muziek die het meisje maakte. Iedereen werd stil. De hal werd alleen nog gevuld door de zoete melodie van de piano. Het meisje leek in trance, haar vingers vlogen over de piano, de prachtigste klanken eruit toverend. Een minuut, twee minuten, vijf minuten bleef ze spelen. Een man keek naar haar gezicht en schrok toen haar tranen op de toetsen drupten. Even bleef hij staan, vertwijfeld of hij haar prachtige pianospel zou moeten onderbreken. Maar hij liep naar haar toe en legde een hand zachtjes op haar schouder.
‘Meisje, wat is er?’ vroeg hij op een vaderlijke toon.
Het meisje keek op en stopte met spelen. Ze toverde een droevige glimlach tevoorschijn en keerde zich weer van hem af om verder te spelen. Ze begon steeds luider te spelen, de toetsen harder indrukkend. De man keek haar ongerust aan. Ze speelde zo hard, haar vingers raakten de verkeerde toetsen en haar akkoorden begonnen vals te klinken. Maar ze speelde verder. Toeschouwers fronsten hun wenkbrauwen en begonnen zachtjes te mompelen. Het meisje kreeg een woedende uitstraling en sloeg willekeurige toetsen in, zo hard als ze maar kon. Nogmaals legde de man een hand op haar schouder. Ze draaide zich snel om en even keek ze hem woedend aan. Toen barstte ze in snikken uit. Tranen liepen over haar wangen en ze hield haar handen voor haar gezicht. De man nam haar in zijn armen om haar te sussen.
‘Kom maar kindje, het komt allemaal goed.’ Fluisterde hij , voorzichtig over haar haren aaiend, ervoor zorgend dat hij het verband om haar hoofd niet raakte. Het meisje schokte en liet zich gaan. Minutenlang zaten ze daar, de toeschouwers waren weggelopen, en het meisje keek op. De man glimlachte.
‘Het komt goed.’ Herhaalde hij.
Het meisje keek hem met haar lichtblauwe ogen aan in een droevige glimlach.
‘Ik kan niet meer horen.’